Comp
romis enig mogelijke
bij televisiebeleid
Breed programma met prioriteit
voor particuliere organisaties
Toetsing aan algemeen bedrijfs
belang door S.E.R.
Rijksweg 2 bespaart verkeer
3,5 millioen per jaar
Molotof wil opnieuw praten over
terugtrekking Sovjet-troepen
Verdere snelle productiestijging
in 1955 verwacht
Overzicht
Tweede Kamer
Senaats-debat enige
dagen uitgesteld
BELGISCHE INDUSTRIE OVER
DE BENELUX
Heffingen door bedrijfslichamen
Reynaud wil dras
tisch ingrijpen
EN TOCH ZULLEN DE KERSEN
IN MIERLO BLOEIEN
H
Subsidiaire taak voor de Overheid
Motieverwaclitingen
Hoogconjunctuur verdoezelt de verschillen
Breed standpunt aangaande aftrek
bepalingen
Vlissingen arriveerde
half schip
verhoging
^cenHJHjpH
^Wiëring officieren
Tijdverlies door IJ- en Hembrugponten komt
jaarlijks op 8 millioen gulden
Rijdend Amsterdam
cijfers
m
De Lijdensweg van Oostenrijk
Sceptisch Londen: Moskou niet tot zaken
doen bereid!
Gelden van blinden-
fonds verbrast
Economische opleving in W.-Europa
Huizenbouw stabiliserende factor
Nationaal landjuweel in voorbereidin
'S
ZATERDAG 12 MAART 1955
PAGINA 13
Het klokhuis van de democratie
VCng?nVs^t. Va" de C*dC Mar
zich
SCHADE BIJ NOACK
VALT MEE
Normale conjunctuur-
beweging
Handels- en betalingsbalans
Dollarprobleem
„Niets nieuws!"'
KabinetscrisesFrankrijk's
nationale kwaal
Vol verwachting
klopt het hart van
Toosje Jans
's-GRAVENHAGE, 11 Maart 1955.
„De uitspraken bij dit debat zullen beslissend zijn voor de richting,
Welke bij de Televisie zal worden ingeslagen". Aldus sprak vanmiddag
lüinister Cals in zijn antwoord op de beschouwingen, welke de Kamer
°ver het Televisiebeleid had ten beste gegeven. Hij zei dit eigenlijk in
antwoord op de rede van de beer Bruins Slot (A.R.), die een wettelijke
'egeling had bepleit in plaats van een Algemene Maatregel van Bestuur.
9e minister vond immers, dat de besprekingen over het televisiebestel
'n de eventuele uitspraken van de Kamer wel een wetgeving in materiële
5jn konden worden genoemd. Intussen ligt deze zaak nu wel zo, dat de
Aamer zich toch, bij alle verdeeldheid van mening, welke zij demon-
'Geerde, zal moeten uitspreken over de richting, in welke het Televisie
beleid zal worden gevoerd. En veel afwijkingen van wat de minister
'toeft voorgesteld zullen er wel niet uit de bus kunnen komen. Daar
''et hier geen wetsontwerp betreft kan er niet worden geamendeerd,
jRen kan alleen zijn zienswijze bij motie kenbaar maken. Een motie
bi de richting van een nationaal bestel of één nationaal program heeft
Liet de minste zin, omdat deze geen schijn van kans maakt te worden
aangenomen.
De heer van Steen (P.v.d.A.) heeft al
een motie beloofd tegen het vetorecht
bij de samenstelling van het algemeen
programma maar bij de rechterzijde is
gebleken, dat men dit recht in de voor
stellen van de minister wenselijk acht.
Er zou ook een motie kunnen komen
over samenwerking op basis van vol
komen vrijwilligheid, een samenwerking
dus zoals bij de huidige Radio-omroep
bet geval is. Zulk een motie zou met de
steun van de drie grote rechtse partijen
bet een kleine meerderheid kunnen krij-
Afn, wanneer zo goed als alle leden van
die drie partijen present zullen zijn.
Of intussen deze of eventueel andere
jbpties zullen worden ingediend zal
P'nsdag bij voortzetting van het debat
V®1 blijken.
Nu heeft minister Cals gebruik kunnen
jhaken en hij deed dat bij de bespre-
k'ng van het algemeen programma
j.an het feit, dat de Kamer, over het
^'gemeen gekant was tegen de regerings
let, maar daartegen een verscheiden
de! van oplossingen gaf, welke geen van
?'le een uitgesproken meerderheid zullen
J^hnen krijgen. In dat opzicht stond de
^'bister dus sterk en hij kon dan ook
?el rustig op een uitspraak van de Ka-
i er aandringen. Hij moet bovendien nu
i?1 tiers weten in welke richting de
b-Atner wenst, dat het beleid zal worden
^oerd.
Oaar er zo argumenteerde de mi
eter voort een zo breed mogelijke
eerderheid nodig is om het televisie
spel in de goede richting te stuwen,
k er bij de gebleken verdeeldheid in de
fc.tier alleen maar een compromis mo-
S'ik. Dit compromis moet echter de we-
•wHjke waarden intact laten en dit ge-
zo zeide hij, als men in de tele-
Jie.,6 de culturele taak van de particu-
fa i® organisaties primair stelt en de
j van de overheid als behoedster van
culturele leven subsidiair, namelijk
het scheppen van mogelijkheden en het
geven van leiding. De eigen werkzaam
heid van de particuliere organisaties moet
Voorop staan.
Er moet dus komen een zo breed mo
gelijk samengesteld programma met
Prioriteit voor de particuliere organisa-
j'es, wat hij mét de heer Peters het klok-
^jbs van de democratie noemde. En juist
jjndat niet alle groeperingen in Neder-
Abd daarin verenied ziin. moet dat
Pro;
y ögramma des te noodzakelijker voor
/pl Nederland aanvaardbaar zijn en
gP, bet stempel van één Omroep dra-
s Paarvoor is het samengaan van ver
killende groeperingen nodig, dat zijn
v,;1' de Omroepen, die uit het volk zijn
°rtgekomen.
v0„'bister Cals wees daarbij op het
vj,; beeld van de uitzending via de tele-
dj,.e van deze debatten. Deze uitzen-
dp Was juist mogelijk geworden door
v Saw,... i i hnp.
angst behoeft te hebben, omdat men een
program slechts zal kunnen afwijzen op
principiële gronden, die schriftelijk zijn
geformuleerd en waarover een bepaalde
instantie dan beslist.
Het bruiloftsgeschenk
De minister sprak ook nog in een
ander verband over deze uitzending. Dat
was toen het ging over het kijkgeld en
hij terugkwam op een suggestie om in
bepaalde gevallen vermindering of vrij-
stelling daarvan te kunnen geven, wat
kan, zoals het ook bij de retributie en
radiotoestellen wel geschiedt. Men had
daarbij het voorbeeld genoemd van
ouders, die bij hun 40-jarig huwelijks
feest van hun kinderen een televisietoe
stel cadeau krijgen.
„Dat hebben mijn zus en ik ook ge
daanvertelde minister Cals gemoe
delijk „en ik hoop, dat mijn Moeder op
dit ogenblik van dat televisietoestel
geniet. Waarop hij zichzelf interrum
peerde met: „o, ik zal even mijn das
recht trekken".
Dat was een aardige en sympathieke
manier om zijn Moeder even te laten
merken, dat hij nu aan haar dacht. En
de Kamer had er schik in.
De toeneming van het aantal televisie
toestellen in ons land besprekend dat
aantal is nu met sprongen omhoog ge
gaan had minister Cals een kostelijk
grapje. Die toeneming, zo zeide hij, was
natuurlijk te danken aan het experiment
van deze week, nu het Nederlandse volk
zijn favorieten wel eens wilde zien
vechten in de nationale arena. „U be
grijpt natuurlijk, meneer de voorzitter",
vervolgde hij toen, „dat ik doel op
de voetbalwedstrijd van a.s. Zondag".
Vinger gebrand
.De minister was al begonnen de heer
Van Sleen, die hadgesproken over te ver
gaande overheidsinvloed, eraan te her
inneren, dat hij bij een vroeger televisie
debat in de Kamer de minister had be
zworen een flinke vinger in de televisie
pap te houden en de minister zeide, dat
hij dus nu volgens de heer Van Sleen
deze vinger wel had gebrand.
Voor het overige ging de minister op
allerlei bezwaren in. De bouw van
steunzenders behoefde geen drie jaar
te duren een tijd, welke de heer
Peters veel te lang had genoemd. De
opdracht aan de Nozema was reeds in
November '54 gegeven en de minister
zeide te hopen, dat deze opdracht eind '56
of begin '57 zou kunnen zijn uitgevoerd.
De uitbreiding van de zendtijd was na
tuurlijk een eerste voorwaarde, maar
deze was gebonden aan de technische
artistieke en financiële mogelijkheden.
De zendtijd voor de Kerkgenootschap
pen besprekend, zeide de minister, dat
men het woord omlijsting aldus diende te
verstaan, dat de kerkdienst zelf de hoofd
zaak zou blijven.
Voor de politieke uitzendingen had hij
vertrouwen in de Omroepverenigingen
en in de waarborgen die het Televisie-
besluit geeft. Mevr. Fqrtanier-de Wit, die
had gesproken over een schande voor
het democratisch bestel, omdat de V.V.D,
niet in de aether kon komen, antwoord
de hij, dat iedere groep in ons land de
vrijheid had zich via de Omrbep tot het
volk te richten. Met andere woorden,
U hebt de kans, als U die kans niet ge
bruikt, is dat niet onze schuld.
Reclame en E 55
Tegenover de reclame stond de mi
nister niet afwijzend, al was hij er ook
niet enthousiast voor. Hij noemde het
mét de heer Peters irreëel om haar uit te
schakelen. Er was echter nog geen be
slissing genomen; het wachten was nog
op het advies van de Radioraad. De
toezegging aan de E 55 betekende vol
gens hem niet, dat dit de eerste stap zou
zijn op het terrein van de commerciële
televisie. De beschikking aan het ten-
toonstellingsbestuur, niet aan de N.T.S.
had het departement nog niet verlaten,
Er was wel reeds een beslissing geno
men, maar de voorwaarde was ge
steld, dat de uitzending alleen zou
kunnen worden opgevangen op het ten
toonstellingsterrein. Dit was een inciden
tele vergunning, uitsluitend voor de ten
toonstelling.
De inning van het kijkgeld, nu in twee
termijnen, zou bij de ontwikkeling van
de televisie soepeler kunnen worden.
De sancties, waartegen de heer Peters
zich had gekeerd werden niet genomen
tegen wanbetalers, maar tegen hen, die 't
bezit van een televisietoestel niet wens
ten op te geven of van verhuizing geen
kennis gaven.
V/at het toezicht van de Overheid
betreft, meende de minister, dat hij een
groot vertrouwen gaf aan de Omroep
verenigingen, maar daartegenover vroeg
hij ook vertrouwen in de Overheid.
De gedelegeerde in het bestuur wilde
hij zien als een ambtenaar, die namens
de regering de bevoegdheid heeft de
vergaderingen bij te wonen, meer niet.
Maar dit is noodzakelijk en men kan dat,
zeide de minister, geen infiltreren in het
bestuur noemen.
Er zullen, zo zeide hij, in de komende
jaren voor tientallen millioenen in de
televisie worden geinvesteerd, de minis
ter dient daarom van de ontwikkeling
op de hoogte te zijn en moet niet achter
af behoeven in te grijpen.
Het bezwaar tegen de algemeen secre
taris begreep de minister niet. Alleen
diens benoeming en. instructie moeten
door de minister worden goedgekeurd.
Men moet zeker zijn, dat dit kostbare
bedrijf zo efficiënt mogelijkt wordt be
heerd.
En nu maar afwachten, wat er Dins
dag, als de replieken worden gehouden,
aan moties uit de bus zal komen.
P. S.
Franse ratificatie der Parijse
accoorden
Het debat in de Franse senaat over
de Parijse accoorden, dat met grote
spanning wordt tegemoet gezien, zal
één of twee dagen later beginnen dan
oorspronkelijk was vastgesteld. De de
batten zullen, naar wordt verwacht, op
23 of 24 Maart beginnen omdat de Se
naat besloten heeft op 22 Maart eerst
de begroting te behandelen.
De meeste Franse waarnemers me
nen, dat de overeenkomsten van Parijs
zonder meer zullen worden bekrach
tigd ondanks de pogingen van hen. die
een herbewapening van Duitsland wil
len vertragen.
Naar aanleiding van de ruzie over de
Britse en Amerikaanse, beloften over
steun aan Frankrijk inzake zijn Saar-
eisen bij eventuele onderhandelingen
over een vredes-verdrag met Duits
land, heeft minister Pinay gisteren in
de Senaats-commissie voor buitenland
se aangelegenheden verklaard, dat er
mogelijk nooit een vredesverdrag met
Duitsland zal komen. Er was dus vol
gens hem allerminst aanleiding zich
zorgen te maken over die beloften en
ook niet over een tweede referendum,
dat de status van de Saar uiteindelijk
zou moeten regelen. De tekst, aldus
de minister, is duidelijk en Frankrijk
weigert enige interpretaties daarvan te
aanvaarden.
,Safnenwerkini? bij de Omroepen, hoe-
dat y toch niet kon veronderstellen,
c no tr n a tz.mat xirat
\v,
- VZUUb tcuo '.1J1I 1"^»
t'en ?er Gortzak (comm.) had staan te
vattr en' noch de N.C.R.V. met de op-
aai1 lnS van mevr. Fortanierde Wit. Zij
V 'hardden door deze uitzending daar-
''r nog geen verantwoordelijkheid.
Natuurlijk zal men daarbij wijze voor-
u 'tigheid moeten betrachten en daarom
hier ook het vetorecht geïntroduceerd,
-Ppvoor men volgens de minister geen
knerste helft van „World
Concord" binnengesleept
^'achterschip van het 20.125 b.r.t.
Liberiaanse schip „World Con-
^ee ii. dat in November ju. in de Ierse
tweeën brak, is gisterenavond om
V? u"r, gesleept door de Britse sleep-
„Turmoil" cn „Dexterous", op de
i?n Vlissingen aangekomen. Daar
i e*hh »et oreVgenomen door de haven-
ehs'' »Van Woelderen", „Ramme-
Nbra!-"No»e". die het de haVe" 3"
Ve nten. Het achterschip is door de
gracht SJi e.pb,,ten Belfast hierheen
Nen h.Ï et vo"rschip zal later arri-
Concord" zal in Antwerpen
b TTreercE doordat de beide
N Wa ^Chter de Schelde kun-
h'ten opgesleept, moeten de direc-
h n er, t l "et Loodswezen te Vlissin-
*n hun functie van
h 6lde Ï5 oommissarissen voor de
*ci ,SraA-" ef"V00r toestemming geven.
J5 ls: dat een deskundig onder-
tnt' i 'ogÊSteld, voordat toestem-
WJ"'en slepen van bijzondere
Ag over de Schelde wordt ver-
a!§emtalariöring van de officieren in het
Jhilitai n heeft evenals die van de
dUre 'ren van lagere rang de voort-
aOrl0 Qe aandacht van de minister van
dc'z6 K- Hij is evenwel van oordeel, dat
Jam ring sedert de herziening per
die v 1954, gezien in verhouding tot
«fo het overige rijkspersoneel, aan
erem„ te stellen eisen voldoet. Bijzon
en o A'fegeien te dezen aanzien worden
hood, ,v°or het tegenwoordige met
Jijen 1ehjk geacht. Verhoging der sol-
ri iez„n niet in overweging. Aldus staat
£amer ln de M.v.A. aan de Tweede
ürlog. verband met de begroting van
De Sociaal-Economische Raad heeft
zich gistermiddag in openbare vergade
ring ruim drie uur bezig gehouden met
een bespreking van een nota van de com
missie bedrjjfslichamen, inzake aftrek op
de heffingen door bedrijfslichamen, in
verband met de bij de vrijeorganisatie
betaalde contributie.
Na de lange gedachtenwisseling had de
Raad zich uit te spreken aan de hand van
een drietal vragen, die de commissie in
haar nota had gesteld.
Met betrekking tot de eerste vraag was
de Raad het er wel over eens, dat de re
dactie van artikel 126 van de Wet op de
Bedrijfsorganisatie het toestaan van
een aftrek op de heffing van het bedrijfs-
chaam, aan leden van ondernemersor
ganisaties, in verband met de omstandig
heid, dat zij contributie hebben te beta
len aan deze vereniging niet zo
dwingend is, dat géén ruimte meer over-
bujft voor toetsing aan het algemeen be
drijfsbelang door de Raad, van bepalin-
gen in heffingsvei ordeningen opgenomen
waarin het aftrek-resp. voor aftrek in
aanmerking komende contributiepercen
tage is geregeld.
De tweede vraag, die de Raad werd
voorgelegd, was de volgende: „Indien de
Raad van mening is, dat er ruimte over
blijft voqr toetsing aan het algemeen be
drijfsbelang, kan de Raad dan instemmen
met een hantering van het toetsingsrecht
door de commissie op zodanige wijze, dat
zij aftrek tot 50 pet van de laagste con
tributie der betrokken vrije organisaties
in het algemeen accepteert, doch voor
stellen voor een hoger aftrekpercentage
dan 50, van geval tot geval toetst aan het
algemeen bedrijfsbelang?"
Hiermee waren 18 leden het niet eens,
16 leden wel, terwijl 1 lid zijn stem blanco
uitbracht.
De bezwaren der tegenstemmers richt
ten zich tegen het aangeven van een per
centage, in dit geval 50 en tegen de op
neming „van de laagste contributie".
Hat betekent, dat de Raad thans heeft
ingestemd met een hantering van het
toetsingsrecht door de commissie op zo-
dat 7'i aftrek van geval tot
belang aan het alSemeen hedrijfs-
of moet worden geadviseerd
cfnvsronhtff .™etsw'jzigmg, dat het toet-
rofhcht ookU+ *n tw'jfel wordt gesteld en
wllqtp ,1,,®" bepaling, dat ook ten
5 frriip nrmn ,^an de contributie van
de vrije organisatie voor aftrek in aan
merking komt?, behoefde door de Raad
niet meer te worden beantwoord.
Deze nam met algemene stemmen een
voorstel aan van de heer Roemers om hpt
dagelijks bestuur in overweging te geven
een bestaande commissie uit de Raad of
een nieuw samen te stellen commissie
het vraagstuk in zqn breedste zin te laten
bestuderen en haar advies aan de Raad
voor te leggen.
Met betrekking tot het tweede deel
van de nota was de Raad het eens met de
commissie, dat bij de aanwijzing van ver
enigingen, jyaarvan de leden van een
eventuele aftrekbepaling kunnen profite
ren, een,breed standpunt moet worden in
genomen.
Zonder hoofdelijke stemming werden
hierna de verordening tot uitvoering voor
de mediseh-pharmaceutische industrie en
de medisch-pharmaceutische groothandel,
alsmede een verordening tot vaststelling
van het inschrijfgeld assurantiebemidde
ling, aangenomen.
Het „bulletin van het Verbond der
Belgische Industrie" schrijft in een hoofd
artikel, dat de interne economische en
sociale politiek der Beneluxlanden meer
in de doelstellingen dan in de methoden
nader tot elkaa" gekomen zijn. De in
vloed van dit gebrek aan coördinatie, zo
wordt gezegd, is op' iiej ogenblik weinig
merkbaar, doordat wij ons in een periode
van hoogconjunctuur bevinden.
Een tijdvak van economische teruggang
zou de structurele verschillen echter veel.
duidelijker aan het licht brengen en aan
passingen zouden dan om sociale en poli
tieke redenen veel moeilijker blijken te
zijn. dian wanneer zij bij de huidige con
junctuur tot stand zouden komen.
De Benelux-overeenkomst ondertekenen
in een periode van hoogconjunctuur, zon
der zich ervan vergewist te hebben, dat
haar economische en juridische inhoud
de moeilijkheden van 'n minder gunstige
conjunctuur kan Weerstaan, zou nog ge
vaarlijker zijn dan convertibiliteit van de
munt te decreteren zonder de interne fi
nanciële en economische politiek der lan
den hieraan te hebben aangepast.
Alles moet daarom gedaan worden, zo
luidt het verder in dit artikel, om te
voorkomen, dat de economische unie na
de ondertekening een échec wordt. Dit
betekent niet, dat men het sluiten van
deze overeenkomst tot in het oneindige
moet uitstellen, maar wel, dat men de
étappes, die nog moeten worden afgelegd,
niet moet onderschatten.
Het Verbond der Belgische Industrie
acht het landbouwprobleem wel het be
langrijkste structurele vraagstuk.
Een hele sociologische erfenis moet
worden opgeruimd, evenals een opposi
tie van verschillende mentaliteiten. Men
kan zich in dit verband afvragen, of
België en Nederland het eens zullen wor
den over de mate van vrijheid, die ver
leend mag worden aan de particuliere
ondernemingen. Tot nu toe zijn de of
ficiële opvattingen in dit opzicht, vooral
wat de landbouwsector betreft, nog zeer
uiteenlopend.
Een ander structuurprobleem is de aan-
Sprekende over de ontwikkeling van het wegennet in Nederland in verband met
de toeneming van het verkeer heeft de voorzitter van de Kon. Ned. Toeristenbond
A.N.W.B., de heer P. Zimmerman, gisterenmiddag in Krasnapolsky te Amsterdam
op een bijeenkomst van het departement Amsterdam van de Ned. Mij voor Nij
verheid en Handel o.a. verteld, dat de nieuwe Rijksweg no 2 tussen Amsterdam
en Utrecht voor het wegverkeer een tijdwinst van 40 procent oplevert in ver
houding tot de oude bochtige weg langs de Vecht. De benzinebesparing is 20 pro
cent; de gevaarfactor minder dan 1/5. Volgens de heer Zimmerman kan de in geld
gewaardeerde besparing voor 't wegverkeer worden berekend op ruim 3.5 millioen
gulden per jaar, een rendement, dat hij hoog noemde ten opzichte van de totale
aanlegkosten van de nieuwe Rijksweg, die 50 millioen hebben bedragen.
28.000 naar 't centrum begeven en 's mid
dags tussen 5 en 6 uur terugrijden; 40 h
50 procent van het totale dagverkeer
moet 'n ie spitsuren worden verwerkt.
Rekening houdend met een gemiddeld
tijdverlies van 25 a 30 minuten, overzet-
tijden inbegrepen, en het aantal motor
voertuigen, dat met ponten moet worden
overgezet schattend op 5 a millioen,
raamde spreker de kosten van dit tijdver
lies op tenminste 8 millioen gulden per
jaar.
Een ander voordeel van deze autosnel
weg is de ontlasting van -het enorm
drukke verkeer over Rijksweg 1 naar
't Gooi, waarvan vele automobilisten, die
naar Arnhem moesten, vroeger gebruik
maakten.
Spreker deelde voorts mede, dat het
aantal motorvoertuigen, in 1928 reeds
MAOOjthansisgesteg^Jo^SO^Oj^Aa^
passing van de methodes van loonvor
ming, die thans in de drie landen gelden.
De vraagstukken, die nog om een oplos
sing vragen zijn dus ingewikkeld, zo be
sluit het artikel, en daarom is het on
mogelijk reeds thans een 'termijn vast i
te stellen voor de ondertekening van de thans 400.000 wielrijders, van wie zich
Beneluxunie. tussen 8 en 9 uur 's ochtends alleen il
genomen mag worden, dat dit aantal in
1970 nog sterk zal zijn toegenomen: min
stens 600.000, hoogstens 800.000. Dit bete
kent, dat voor 1970 aan verbetering der
wegen minstens een jaarlijks bedrag van
60 millioen gulden nodig zal zijn.
Ten aanzien van de verkeersproblemen
in Amsterdam somde de heer Zimmer
man o.a. de volgende getallen op:
Amsterdam telt thans 35.000 auto's en
motorfietsen. In 1953 werden per tram
en bus in onze hoofdstad in totaal 145
millioen passagiers vervoerd. Er zijn
„Het is meer dan schandelijk"*
Boekhouder moest
verantwoorden
In Moskou is gisteren officieel mee
gedeeld, dat minister Molotof contact
heeft opgenomen met de Oostenrijkse
ambassadeur in de Russische hoofdstad.
Bischoff, over de mogelijkheden om de
onderhandelingen over een verdrag
met Oostenrijk, dat een einde zou moe
ten maken aan de bezetting van dat
land, voort te zetten en tot een goed
einde te brengen.
De besprekingen vonden plaats op 25
Februari en 2 Maart. Tijdens de eerste
ontmoeting heeft Molotof Bischoff ge>
vraagd het Oostenrijkse standpunt be
kend te maliën over de voorstellen ten
aanzien van Oostenrijk, die Molotof na
mens zijn regering heeft gedaan in zijn
toespraak voor de Opperste Sovjet op
8 Februari. Op verzoek van de Oosten
rijkse ambassadeur heeft Molotof bij
die gelegenheid nog eens uiteengezet
aan welke voorwaarden moet worden
voldaan, voordat Rusland zijn troepen
uit Oostenrijk zal terugtrekken. Op 2
Maart zou daarna Bischoff, volgens het
officiële Russische communiqué, Molo-
Fabriek draait op volle toeren
Bij de eerste berichten over de brand
van de Noack's vleeswaren- en conserven-
fabrieken te Amersfoort is de indruk ge-
wekt, dat het bedrijf volledig is stilgelegd,
r/oii blijkt de schade nogal mee te
rfnïfi1, WO jdt ons van de zijdp der di-
meegedecl-d. De fabriek werkt op
nnrmali orders kunnen op de
norrnale wijze worden uitgevoerd. De
.brand stagneerde alleen de uitvoering van
bestellingen, waarvoor de pruducten reeds
gereed lagen.
De Economische Commissie voor Europa
van de Verenigde Naties (E C.E.) heeft
zojuist het „Economische Overzicht van
Europa in 1954" gepubliceerd. Omtrent de
economische opleving in West-Europa en
de achtergrond daarvan wordt in dit over
zicht medegedeeld, dat in 1954 in vrjjwel
elk land van West-Europa (hiermede
worden tenzij anders vermeld bedoeld alle
Europese landen behalve Albanië, Boel-
garjje, Tsjechoslowakjje, Hongarije, Polen,
Roemenië, Oost-Duitsland en de Sovjet-
Unie) de industriële productie belangrijk
toenam.
De opleving kwam duidelijk tot uitdruk
king in een vermindering van het aantal
ingeschreven werklozen en in een vaak
zeer duidelijke toeneming van het aantal
opengebleven vacatures.
Uit verschillende landen komen berich
ten, dat plannen voor industriële investe
ring steeds meer worden ontworpen met
het oog op rationalisatie dan voor uitbrei
ding van de werkgelegenheid. Dit weer
spiegelt vermoedelijk zowel de grotere
concurrentie 'op buitenlandse markten,
welke gepaard gaat met de liberalisatie
van de handel als het acute of dreigende
tekort aan industriële arbeidskrachten.
Onder deze omstandigheden en aan
nemende, dat er van de kant van de vraag
geen moeilijkheden ontstaan, is het hoogst
onwaarschijnlijk, dat de industriële pro
ductie in 1955 in hetzelfde snelle tempo
kan blijven toenemen ais in 1954. Het ziet
er naar uit, dat er, om een bevredigende
mate van verdere ontwikkeling der in
dustriële productie mogelijk te maken,
meer aandacht geschonken zal moeten
worden aan de arbeidsmarkt-politiek,
welke ten doel heeft het aanbod van
arbeidskrachten te vergroten.
De ontwikkeling van de Westeuropese
productie in de tijd na het uitbreken van
de oorlog op Korea kan onderscheiden
worden in vrij uiteenlopende cyclische
schommelingen, welke echter op verschil
lende tijden voorkwamen en tot bepaalde
sectoren beperkt bleven. Wat tussen 1951
en 1953 een enigszins langdurige periode
van betrekkelijke stagnatie scheen te zijn,
blijkt in feite een aanpassing te zijn ge
weest na de „boom", welke op de oorlog
in Korea volgde. Tegen deze achtergrond
gezien blijkt de huidige periode, waarvan
het begin ruw genomen omstreeks het
midden van 1953 gesteld mag worden, de
normale hervatting te zijn van een op
waartse beweging, nadat de terugslag
neigingen op bepaalde terreinen uit
gewerkt waren.
Geconstateerd kon worden, dat in West-
Duitsland, Italië en Nederland de produc
tie zich gedurende de gehele na-Korea-
periode vrij bevredigend ontwikkelde-
Voor de beide eerstgenoemde landen lag
de oorzaak, dat zij minder getroffen wer
den door de terugslag in die periode ten
dele in het feit, dat hun na-oorlogse op
leving, vergeleken met die van vele
andere Westeuropese landen vertraagd
intrad.
Grote bedrijvigheid in
bouwnijverheid
Gedurende de jaren, waarvan hier
sprake is, nam de bedrijvigheid in de
bouwsectie voortdurend toe. Verscheidene
landen slaagden erin, de woningbouw na
omstreeks 1952 te versnellen.
Het is mogeljjk, dat er zich een belang
rijke wijziging voltrekt in de cyclische
ontwikkeling van het bouwbedrijf. Voor
heen was deze sector bijzonder gevoelig
voor cyclische invloeden, met name voor
schommelingen in de rentevoet. De laat
ste jaren is de huizenbouw echter een
voorname factor voor de economische
stabilisatie geworden.
De eisen der politiek van volledige
werkgelegenheid werden hier doorkruist
door een nieuwe trend der sociale politiek,
waarbij meer aandacht wordt besteed aan
verbetering van de woningstandaard, ook
in die landen, die niet getroffen werden
door grote vernielingen van woningen als
gevolg van de oorlog. Het aantal vol
tooide woningen is inderdaad in bijna alle
landen een van de voornaamste maat
staven geworden, waarmede het publiek
en de regeringen slagen of mislukken van
de economische politiek meten-
Zelfs wanneer het acute woningtekort
zal zijn overwonnen, hetgeen waarschijn
lijk niet in een zeer nabije toekomst zal
geschieden, kan mogelijk verwacht wor
den, dat de omvang van de woningbouw
in de meeste landen onder min of meer
rechtstreeks toezicht van de regering zal
blijven en hierdoor beschermd wordt tegen
schommelingen van de vraag op korte
termijn.
In dat geval zullen de regeringen be
schikken over een belangrijk middel ter
compensatie van de wisselvalligheden der
particuliere industrie-investering. Het feit,
dat gedurende bijna 20 jaren geen aan
dacht kon worden geschonken aan krot
opruimingen, geeft voldoende garantie, dat
een dergelijke politiek niet beperkt hoeft
te worden doordat er onvoldoende ge
legenheid is tot nuttige investering-
In een hoofdstuk gewjjd aan de han
dels- en betalingsbalans van West-Europa
wordt erop gewezen, dat terwijl de West.
curopese exportprijzen geleidelijk zijn ge
daald, de invoerprijzen, tot voor kort, in
een veel sneller tempo daalden. Dit had
tot gevolg dat de Westeuropese ruilvoet
met derde landen tot medio 1954 een ge
leidelijke verbetering te zien heeft gege
ven. In de eerste helft van 1954 werd een
evenwichtstadium bereikt en in het derde
kwartaal van 1954 begon de ruilvoet iets
ongunstiger te worden als gevolg van 'n
stijging in de prijzen van grondstoffen.
Op enkele uitzonderingen na hebben
de landen van West-Europa van 1953 op
1954 weinig verloren of gewonnen als ge
volg van een wijziging in hun ruilvoet
De wijzigingen in het volume van de han.
del waren echter van meer betekenis. In
dit verband wordt er op gewezen, dat in
Nederland en Denemarken het volume
van de invoer van 1953 op 1954 aanzienlijk
meer is gestegen dan dat van de uitvoer,
In het geval van Nederland geschiedde
deze wijziging opzettelijk, daar de Neder
landse deviezenreserves aanzienlijk waren
gestegen.
In de na-oorlogse jaren was een der
voornaamste oorzaken van het Westeuro.
pese dollarprobleem de toenemende af
hankelijkheid van dollarbronnen voor goe.
derenaanvoer. In de laatste 2 a 3 jaar
is er evenwel een aanzienlijke wijziging
in deze positie gekomen. Het aanbod van
primaire producten in de niet-dollarge-
bieden is toegenomen en als gevolg hier
van is de Westeuropese invoer van voed
sel en grondstoffen uit het dollargebied
gedaald, terwijl de invoer uit andere ge
bieden is toegenomen.
In het rapport wordt voorts gewezen
op de stijging van het bezit aan inwissel,
bare valuta in 1954 in vrijwel alle West
europese landen, waarbij echter het tem
po der toeneming in vergelijking met 1953
is gedaald, behalve voor Oostenrijk, West-
Duitsland en Zweden. Het ongunstiger
worden van de Nederlandse dollarpositie
in het derde kwartaal van 1954 is groten
deels te wijten aan het handelsverkeer
met het dollargebied. na de geleidelijke
liberalisatie van de dollarinvocr.
Als oorzaak van de voortgezette stij
ging van het Westeuropese bezit aan goud
en dollars gedurende een periode welke
onder andere omstandigheden zou'hebben
geleid tot een dollarcrisis van kleine om
vang, wofdt genoemd de grote omvang
der buitengewone dollarontvangsten uit
de V.S
In een periode van iets korter dan 3
jaar heeft West-Europa van de V.S.
krachtens diverse programma's ongeveer
8 7,8 milliard ontvangen. In diezelfde pe
riode bedroegen de Westeuropese netto-
aankopen van goud en de opeenhoping
van dollaractiva in de V.S. 3,9 milliard.
De dollarkloof als zodanig is aldus het
overzicht derhalve nog niet verdwenen en
bij uitblijven van de buitengewone dollar,
ontvangsten zou West-Europa verplicht
zijn geweest goud of dollars aan de V.S.
te betalen of op andere wijze zich heb
ben moeten aanpassen.
tof meegedeeld hebben, dsf diens ver
klaring voor de Opperste Sovjet in
Wenen „met grote voldoening" was ont
vangen en dat daarmee „een belangrijke
stap voorwaarts was gedaan".
Volgens Molotof's uiteenzetting zou de
Sovjet-Unie de regeling van de Oosten
rijkse kwestie niet afhankelijk stellen
van een regeling van het Duitse vraag
stuk. De verklaringen voor de Opperste
Sovjet, die een derg. mening zouden
kunnen doen postvatten, hadden slechts
ten doel te wijzen op het verband, dat
natuurlijkerwijs tussen beide kwesties
bestaat. De Sovjet-Unie stelt nu voor
de troepen van de vier bezettende mo
gendheden uit Oostenrijk terug te trek
ken zonder te wachten op een vredes
verdrag met Duitsland, nadat de mo
gendheden overeenstemming zouden
hebben bereikt over maatregelen, die
een nieuwe „Anschlusz" door Duitsland
zouden uitsluiten. Oostenrijk zal, vol
gens de Russische wensen, geen militair
bondgenootschap mogen aangaan, ge
richt „tegen een van de landen, die
tegen nazi-Dnitsland hebben gestre
den" en vestiging van buitenlandse
bases op Oostenrijks grondgebied zou
niet mogen worden toegestaan.
In diplomatieke kringen in Londen
meende men gisteravond, dat de nieuwe
verklaringen van minister Molotof niet
meer uitzichten bieden op een spoedige
vrijheid voor Oostenrijk dan de vroe
gere voorstellen. Het Britse ministerie
van buitenlandse zaken is tot de slot
som gekomen, dat er geen voldoende
bewijzen zijn voor de opvatting, dat de
Russen „tot zaken doen" bereid zouden
zijn.
De suggestie de kwestie onafhankelijk
van het Duitse vraagstuk te regelen is
niet nieuw. Duidelijk is wel, dat Molo
tof als eerste voorwaarde voor een
staatsverdrag het opgeven van de Wes
telijke plannen om West-Duitsland te
bewapenen wenst. De Westelijke mo
gendheden zijn daartoe niet bereid en
de Oostenrijkse regering is daarvan op
de hoogte gesteld zo verklaarde men.
„Het is meer dan schandelijk. Goedwil
lende fnensen wordt met veel ach en wee
geld uit de zak geklopt, zogenaamd om die
arme blinden te helpen, maai jullie leven
er goed van. Het is de ene vereniging na
de andere, die op de fles gaat door onbe
nullige bestuursleden". Aldus de officier
van Justitie bij Arnhemse politierech
ter tijdens de behandeling van de zaak
tegen de 42-jarige Arnhemse boekhouder
G. J. van E„ die gisteren terecht stond
wegens verduistering van grote geldsbe
dragen ten nadele van de stichting „Lei
dende Ogen".
De gelden kwamen bij verdachte, die se
cretaris-penningmeester was. binnen via
busjes, giro-stortingen en colportages.
Toen in Juli van verleden jaar de knoeie
rijen, waaraan de propagandaleider van
de stichting uit Rotterdam zich had schul
dig gemaakt, bekend werden, stelde de
politie een onderzoek in bij Van E. Het
tekort, dat toen werd vastgesteld, bedroeg
bijna 5000.
Thans vertelde verdachte, dat hij voor
zijn verhuizing geld uit de kas had ge
nomen, terwijl hij voorts een bromfiets,
een fornuis en een salom-adio had aan
geschaft Alles bij elfeear meende ver
dachte echteT niet meer dan f 500 uit de
stichttngskas te hebben genomen Op de
vraag van de officier, waar de rest van
het geld dan gebleven was, moest Van E.
het antwoord schuldig blijven.
In zijn requisitoir zeide de officier, dat
hij aanvankelijk een langdurige gevange
nisstraf had willen eisen. Gezien het
gunstige reclasseringsrapport, vroeg hij
echter een geldboete van 250 en een
voorwaardelijke gevangenisstraf van vier
maanden. De politierechter veroordeelde
Van E. tenslotte tot een geldboete van
175 en twee maanden voorwaardelijk.
De Franse oud-premier Paul Rey
naud heeft Vrijdag een initiatief-ont
werp voor een Grondwets wijziging
ingediend ter versterking van de re
gering in Frankrijk en ter verminde
ring van de wankele positie van de
kabinetten. De kern van zijn voorstel
is, dat er onmiddellijk nieuwe verkie
zingen worden gehouden als een re
gering, die nog géén twee jaar in het
zadel zit, door het parlement wordt
omvergeworpen. In dit geval zullen de
afgevaardigden zich wel tweemaal be
denken voor zij een kabinet doen val
len, aldus meent Reynaud.
Hij schreef in de inleiding op dit ont
werp, dat de wankele positie van de
kabinetten er waren in tien jaar
tijds twintig regeringscrises het
prestige en de levensbelangen van het
land schaadt.
In de huidige Nationale Vergade
ring is, als men de communisten
buiten beschouwing Iaat, meer dan
een vierde deel lid van een regering
geweest. „Het begint langzamerhand
een belediging te worden dat men
geen minister is geweest zoals een
ander", aldus Reynaud.
Reynaud's plannen worden gesteund
door conservatieven, de beide Gaullis
tische groeperingen en radicaal-gezin
den. De kwestie wordt nog bestudeerd
door de radicalen, socialisten en M.R.P.
(Van onze verslaggever)
ET getuigt van een
gezond optimisme,
wanneer nog een
sneeuwwade over akkers
en in bongerds ligt, be
sprekingen te voeren en
voorbereidingen te tref
fen voor een kersenfeest.
Nu kan het bestuur van
de stichting „De Mierlose
Kers", met achter zich
de steun van burgemees
ter J. Krol, zulks doen,
omdat de roem van het
jaarlijkse kersenfestijn
rondom een koningin op
de eerste Zondag van
Juli, reeds ver over het
land is gegaan en het
heel gek zou moeten
gaan, wil de nog ver-
maarder Mierlose zwar-
te, een heerlijke pittige
sappige vrucht, niet tot
wasdom komen. Op een
areaal van wel 300 ha
worden in Mierlo kersen
gekweekt en vrijivel
ieder huis heeft hier zijn
boomgaard. Gemiddeld
een half mïïlioen kersen
wordt hier jaarlijks ge
plukt en die oogst wordt
zo schoon gevierd, dat er
tienduizenden naar het
feest trekken.
Voor dit jaar heeft
men echter grootser
plannen en naast de op
tocht van praalivagens
en de kroning van een
kersenkoningin de 20-
jarige Toosje Jans uit
Mierlo-dorp ziet reeds,
met spanning de dag van
haar troonsbestijging te
gemoet wil men een
kersenlandjmceel van
nationale allure organi
seren.
Daarvoor worden ver
enigingen en clubs, die in
staat zijn het publiek op
prettige beschaafde wijze
te vermaken, in welk
genre ook, uitgenodigd
hun jaarlijkse uitstapje
eens naar Mierlo te on
dernemen en in eerlijke
wedkamp hun prestaties
te tonen. Men denkt aan
carnavalsverenigingen,
maar evengoed aan har
monieën, zangverenigin
gen en cabaretgezel
schappen, Het spreekt
vanzelf, dat zij met Bra
bantse gastvrijheid zul
len worden ontvangen,
die aan de nodige koffie
maaltijden en kersen-
eterij behoorlijk tot haar
recht zal komen.
Vit de meer dan hon
derd groepen, die zich,
naar men verwacht, vóór
80 April bij het secreta
riaat der stichting „De
Mierlose Kers" te Mierlo
zullen melden, zal een
keuze van tien tot twaalf
gezelschappen zij mo
gen van 5 tot 30 perso
nen groot zijn worden
gedaan om een soort
non-stop programma te
verzorgen.
Een jury, waarin o.a.
zitting hebben Antoon
Cooien, Jules de Corte en
Jan Naaykens zal het op
treden beoordelen en prij
zen toekennen. Er ïs
voor duizend gulden aan
geldprijzen; de hoofdprijs
zal uit f 500 bestaan.
Minister mr F. van Thiel
heeft het beschermheer
schap van dit landjuweel
wïllen aanvaarden en
stelde een medaille be
schikbaar. Zo deed ook
het gemeentebestuur van
Mierlo,