Comp romis enig mogelijke bij televisiebeleid Breed programma met prioriteit voor particuliere organisaties Toetsing aan algemeen bedrijfs belang door S.E.R. Rijksweg 2 bespaart verkeer 3,5 millioen per jaar Molotof wil opnieuw praten over terugtrekking Sovjet-troepen Verdere snelle productiestijging in 1955 verwacht Overzicht Tweede Kamer Senaats-debat enige dagen uitgesteld BELGISCHE INDUSTRIE OVER DE BENELUX Heffingen door bedrijfslichamen Reynaud wil dras tisch ingrijpen EN TOCH ZULLEN DE KERSEN IN MIERLO BLOEIEN H Subsidiaire taak voor de Overheid Motieverwaclitingen Hoogconjunctuur verdoezelt de verschillen Breed standpunt aangaande aftrek bepalingen Vlissingen arriveerde half schip verhoging ^cenHJHjpH ^Wiëring officieren Tijdverlies door IJ- en Hembrugponten komt jaarlijks op 8 millioen gulden Rijdend Amsterdam cijfers m De Lijdensweg van Oostenrijk Sceptisch Londen: Moskou niet tot zaken doen bereid! Gelden van blinden- fonds verbrast Economische opleving in W.-Europa Huizenbouw stabiliserende factor Nationaal landjuweel in voorbereidin 'S ZATERDAG 12 MAART 1955 PAGINA 13 Het klokhuis van de democratie VCng?nVs^t. Va" de C*dC Mar zich SCHADE BIJ NOACK VALT MEE Normale conjunctuur- beweging Handels- en betalingsbalans Dollarprobleem „Niets nieuws!"' KabinetscrisesFrankrijk's nationale kwaal Vol verwachting klopt het hart van Toosje Jans 's-GRAVENHAGE, 11 Maart 1955. „De uitspraken bij dit debat zullen beslissend zijn voor de richting, Welke bij de Televisie zal worden ingeslagen". Aldus sprak vanmiddag lüinister Cals in zijn antwoord op de beschouwingen, welke de Kamer °ver het Televisiebeleid had ten beste gegeven. Hij zei dit eigenlijk in antwoord op de rede van de beer Bruins Slot (A.R.), die een wettelijke 'egeling had bepleit in plaats van een Algemene Maatregel van Bestuur. 9e minister vond immers, dat de besprekingen over het televisiebestel 'n de eventuele uitspraken van de Kamer wel een wetgeving in materiële 5jn konden worden genoemd. Intussen ligt deze zaak nu wel zo, dat de Aamer zich toch, bij alle verdeeldheid van mening, welke zij demon- 'Geerde, zal moeten uitspreken over de richting, in welke het Televisie beleid zal worden gevoerd. En veel afwijkingen van wat de minister 'toeft voorgesteld zullen er wel niet uit de bus kunnen komen. Daar ''et hier geen wetsontwerp betreft kan er niet worden geamendeerd, jRen kan alleen zijn zienswijze bij motie kenbaar maken. Een motie bi de richting van een nationaal bestel of één nationaal program heeft Liet de minste zin, omdat deze geen schijn van kans maakt te worden aangenomen. De heer van Steen (P.v.d.A.) heeft al een motie beloofd tegen het vetorecht bij de samenstelling van het algemeen programma maar bij de rechterzijde is gebleken, dat men dit recht in de voor stellen van de minister wenselijk acht. Er zou ook een motie kunnen komen over samenwerking op basis van vol komen vrijwilligheid, een samenwerking dus zoals bij de huidige Radio-omroep bet geval is. Zulk een motie zou met de steun van de drie grote rechtse partijen bet een kleine meerderheid kunnen krij- Afn, wanneer zo goed als alle leden van die drie partijen present zullen zijn. Of intussen deze of eventueel andere jbpties zullen worden ingediend zal P'nsdag bij voortzetting van het debat V®1 blijken. Nu heeft minister Cals gebruik kunnen jhaken en hij deed dat bij de bespre- k'ng van het algemeen programma j.an het feit, dat de Kamer, over het ^'gemeen gekant was tegen de regerings let, maar daartegen een verscheiden de! van oplossingen gaf, welke geen van ?'le een uitgesproken meerderheid zullen J^hnen krijgen. In dat opzicht stond de ^'bister dus sterk en hij kon dan ook ?el rustig op een uitspraak van de Ka- i er aandringen. Hij moet bovendien nu i?1 tiers weten in welke richting de b-Atner wenst, dat het beleid zal worden ^oerd. Oaar er zo argumenteerde de mi eter voort een zo breed mogelijke eerderheid nodig is om het televisie spel in de goede richting te stuwen, k er bij de gebleken verdeeldheid in de fc.tier alleen maar een compromis mo- S'ik. Dit compromis moet echter de we- •wHjke waarden intact laten en dit ge- zo zeide hij, als men in de tele- Jie.,6 de culturele taak van de particu- fa i® organisaties primair stelt en de j van de overheid als behoedster van culturele leven subsidiair, namelijk het scheppen van mogelijkheden en het geven van leiding. De eigen werkzaam heid van de particuliere organisaties moet Voorop staan. Er moet dus komen een zo breed mo gelijk samengesteld programma met Prioriteit voor de particuliere organisa- j'es, wat hij mét de heer Peters het klok- ^jbs van de democratie noemde. En juist jjndat niet alle groeperingen in Neder- Abd daarin verenied ziin. moet dat Pro; y ögramma des te noodzakelijker voor /pl Nederland aanvaardbaar zijn en gP, bet stempel van één Omroep dra- s Paarvoor is het samengaan van ver killende groeperingen nodig, dat zijn v,;1' de Omroepen, die uit het volk zijn °rtgekomen. v0„'bister Cals wees daarbij op het vj,; beeld van de uitzending via de tele- dj,.e van deze debatten. Deze uitzen- dp Was juist mogelijk geworden door v Saw,... i i hnp. angst behoeft te hebben, omdat men een program slechts zal kunnen afwijzen op principiële gronden, die schriftelijk zijn geformuleerd en waarover een bepaalde instantie dan beslist. Het bruiloftsgeschenk De minister sprak ook nog in een ander verband over deze uitzending. Dat was toen het ging over het kijkgeld en hij terugkwam op een suggestie om in bepaalde gevallen vermindering of vrij- stelling daarvan te kunnen geven, wat kan, zoals het ook bij de retributie en radiotoestellen wel geschiedt. Men had daarbij het voorbeeld genoemd van ouders, die bij hun 40-jarig huwelijks feest van hun kinderen een televisietoe stel cadeau krijgen. „Dat hebben mijn zus en ik ook ge daanvertelde minister Cals gemoe delijk „en ik hoop, dat mijn Moeder op dit ogenblik van dat televisietoestel geniet. Waarop hij zichzelf interrum peerde met: „o, ik zal even mijn das recht trekken". Dat was een aardige en sympathieke manier om zijn Moeder even te laten merken, dat hij nu aan haar dacht. En de Kamer had er schik in. De toeneming van het aantal televisie toestellen in ons land besprekend dat aantal is nu met sprongen omhoog ge gaan had minister Cals een kostelijk grapje. Die toeneming, zo zeide hij, was natuurlijk te danken aan het experiment van deze week, nu het Nederlandse volk zijn favorieten wel eens wilde zien vechten in de nationale arena. „U be grijpt natuurlijk, meneer de voorzitter", vervolgde hij toen, „dat ik doel op de voetbalwedstrijd van a.s. Zondag". Vinger gebrand .De minister was al begonnen de heer Van Sleen, die hadgesproken over te ver gaande overheidsinvloed, eraan te her inneren, dat hij bij een vroeger televisie debat in de Kamer de minister had be zworen een flinke vinger in de televisie pap te houden en de minister zeide, dat hij dus nu volgens de heer Van Sleen deze vinger wel had gebrand. Voor het overige ging de minister op allerlei bezwaren in. De bouw van steunzenders behoefde geen drie jaar te duren een tijd, welke de heer Peters veel te lang had genoemd. De opdracht aan de Nozema was reeds in November '54 gegeven en de minister zeide te hopen, dat deze opdracht eind '56 of begin '57 zou kunnen zijn uitgevoerd. De uitbreiding van de zendtijd was na tuurlijk een eerste voorwaarde, maar deze was gebonden aan de technische artistieke en financiële mogelijkheden. De zendtijd voor de Kerkgenootschap pen besprekend, zeide de minister, dat men het woord omlijsting aldus diende te verstaan, dat de kerkdienst zelf de hoofd zaak zou blijven. Voor de politieke uitzendingen had hij vertrouwen in de Omroepverenigingen en in de waarborgen die het Televisie- besluit geeft. Mevr. Fqrtanier-de Wit, die had gesproken over een schande voor het democratisch bestel, omdat de V.V.D, niet in de aether kon komen, antwoord de hij, dat iedere groep in ons land de vrijheid had zich via de Omrbep tot het volk te richten. Met andere woorden, U hebt de kans, als U die kans niet ge bruikt, is dat niet onze schuld. Reclame en E 55 Tegenover de reclame stond de mi nister niet afwijzend, al was hij er ook niet enthousiast voor. Hij noemde het mét de heer Peters irreëel om haar uit te schakelen. Er was echter nog geen be slissing genomen; het wachten was nog op het advies van de Radioraad. De toezegging aan de E 55 betekende vol gens hem niet, dat dit de eerste stap zou zijn op het terrein van de commerciële televisie. De beschikking aan het ten- toonstellingsbestuur, niet aan de N.T.S. had het departement nog niet verlaten, Er was wel reeds een beslissing geno men, maar de voorwaarde was ge steld, dat de uitzending alleen zou kunnen worden opgevangen op het ten toonstellingsterrein. Dit was een inciden tele vergunning, uitsluitend voor de ten toonstelling. De inning van het kijkgeld, nu in twee termijnen, zou bij de ontwikkeling van de televisie soepeler kunnen worden. De sancties, waartegen de heer Peters zich had gekeerd werden niet genomen tegen wanbetalers, maar tegen hen, die 't bezit van een televisietoestel niet wens ten op te geven of van verhuizing geen kennis gaven. V/at het toezicht van de Overheid betreft, meende de minister, dat hij een groot vertrouwen gaf aan de Omroep verenigingen, maar daartegenover vroeg hij ook vertrouwen in de Overheid. De gedelegeerde in het bestuur wilde hij zien als een ambtenaar, die namens de regering de bevoegdheid heeft de vergaderingen bij te wonen, meer niet. Maar dit is noodzakelijk en men kan dat, zeide de minister, geen infiltreren in het bestuur noemen. Er zullen, zo zeide hij, in de komende jaren voor tientallen millioenen in de televisie worden geinvesteerd, de minis ter dient daarom van de ontwikkeling op de hoogte te zijn en moet niet achter af behoeven in te grijpen. Het bezwaar tegen de algemeen secre taris begreep de minister niet. Alleen diens benoeming en. instructie moeten door de minister worden goedgekeurd. Men moet zeker zijn, dat dit kostbare bedrijf zo efficiënt mogelijkt wordt be heerd. En nu maar afwachten, wat er Dins dag, als de replieken worden gehouden, aan moties uit de bus zal komen. P. S. Franse ratificatie der Parijse accoorden Het debat in de Franse senaat over de Parijse accoorden, dat met grote spanning wordt tegemoet gezien, zal één of twee dagen later beginnen dan oorspronkelijk was vastgesteld. De de batten zullen, naar wordt verwacht, op 23 of 24 Maart beginnen omdat de Se naat besloten heeft op 22 Maart eerst de begroting te behandelen. De meeste Franse waarnemers me nen, dat de overeenkomsten van Parijs zonder meer zullen worden bekrach tigd ondanks de pogingen van hen. die een herbewapening van Duitsland wil len vertragen. Naar aanleiding van de ruzie over de Britse en Amerikaanse, beloften over steun aan Frankrijk inzake zijn Saar- eisen bij eventuele onderhandelingen over een vredes-verdrag met Duits land, heeft minister Pinay gisteren in de Senaats-commissie voor buitenland se aangelegenheden verklaard, dat er mogelijk nooit een vredesverdrag met Duitsland zal komen. Er was dus vol gens hem allerminst aanleiding zich zorgen te maken over die beloften en ook niet over een tweede referendum, dat de status van de Saar uiteindelijk zou moeten regelen. De tekst, aldus de minister, is duidelijk en Frankrijk weigert enige interpretaties daarvan te aanvaarden. ,Safnenwerkini? bij de Omroepen, hoe- dat y toch niet kon veronderstellen, c no tr n a tz.mat xirat \v, - VZUUb tcuo '.1J1I 1"^» t'en ?er Gortzak (comm.) had staan te vattr en' noch de N.C.R.V. met de op- aai1 lnS van mevr. Fortanierde Wit. Zij V 'hardden door deze uitzending daar- ''r nog geen verantwoordelijkheid. Natuurlijk zal men daarbij wijze voor- u 'tigheid moeten betrachten en daarom hier ook het vetorecht geïntroduceerd, -Ppvoor men volgens de minister geen knerste helft van „World Concord" binnengesleept ^'achterschip van het 20.125 b.r.t. Liberiaanse schip „World Con- ^ee ii. dat in November ju. in de Ierse tweeën brak, is gisterenavond om V? u"r, gesleept door de Britse sleep- „Turmoil" cn „Dexterous", op de i?n Vlissingen aangekomen. Daar i e*hh »et oreVgenomen door de haven- ehs'' »Van Woelderen", „Ramme- Nbra!-"No»e". die het de haVe" 3" Ve nten. Het achterschip is door de gracht SJi e.pb,,ten Belfast hierheen Nen h.Ï et vo"rschip zal later arri- Concord" zal in Antwerpen b TTreercE doordat de beide N Wa ^Chter de Schelde kun- h'ten opgesleept, moeten de direc- h n er, t l "et Loodswezen te Vlissin- *n hun functie van h 6lde Ï5 oommissarissen voor de *ci ,SraA-" ef"V00r toestemming geven. J5 ls: dat een deskundig onder- tnt' i 'ogÊSteld, voordat toestem- WJ"'en slepen van bijzondere Ag over de Schelde wordt ver- a!§emtalariöring van de officieren in het Jhilitai n heeft evenals die van de dUre 'ren van lagere rang de voort- aOrl0 Qe aandacht van de minister van dc'z6 K- Hij is evenwel van oordeel, dat Jam ring sedert de herziening per die v 1954, gezien in verhouding tot «fo het overige rijkspersoneel, aan erem„ te stellen eisen voldoet. Bijzon en o A'fegeien te dezen aanzien worden hood, ,v°or het tegenwoordige met Jijen 1ehjk geacht. Verhoging der sol- ri iez„n niet in overweging. Aldus staat £amer ln de M.v.A. aan de Tweede ürlog. verband met de begroting van De Sociaal-Economische Raad heeft zich gistermiddag in openbare vergade ring ruim drie uur bezig gehouden met een bespreking van een nota van de com missie bedrjjfslichamen, inzake aftrek op de heffingen door bedrijfslichamen, in verband met de bij de vrijeorganisatie betaalde contributie. Na de lange gedachtenwisseling had de Raad zich uit te spreken aan de hand van een drietal vragen, die de commissie in haar nota had gesteld. Met betrekking tot de eerste vraag was de Raad het er wel over eens, dat de re dactie van artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie het toestaan van een aftrek op de heffing van het bedrijfs- chaam, aan leden van ondernemersor ganisaties, in verband met de omstandig heid, dat zij contributie hebben te beta len aan deze vereniging niet zo dwingend is, dat géén ruimte meer over- bujft voor toetsing aan het algemeen be drijfsbelang door de Raad, van bepalin- gen in heffingsvei ordeningen opgenomen waarin het aftrek-resp. voor aftrek in aanmerking komende contributiepercen tage is geregeld. De tweede vraag, die de Raad werd voorgelegd, was de volgende: „Indien de Raad van mening is, dat er ruimte over blijft voqr toetsing aan het algemeen be drijfsbelang, kan de Raad dan instemmen met een hantering van het toetsingsrecht door de commissie op zodanige wijze, dat zij aftrek tot 50 pet van de laagste con tributie der betrokken vrije organisaties in het algemeen accepteert, doch voor stellen voor een hoger aftrekpercentage dan 50, van geval tot geval toetst aan het algemeen bedrijfsbelang?" Hiermee waren 18 leden het niet eens, 16 leden wel, terwijl 1 lid zijn stem blanco uitbracht. De bezwaren der tegenstemmers richt ten zich tegen het aangeven van een per centage, in dit geval 50 en tegen de op neming „van de laagste contributie". Hat betekent, dat de Raad thans heeft ingestemd met een hantering van het toetsingsrecht door de commissie op zo- dat 7'i aftrek van geval tot belang aan het alSemeen hedrijfs- of moet worden geadviseerd cfnvsronhtff .™etsw'jzigmg, dat het toet- rofhcht ookU+ *n tw'jfel wordt gesteld en wllqtp ,1,,®" bepaling, dat ook ten 5 frriip nrmn ,^an de contributie van de vrije organisatie voor aftrek in aan merking komt?, behoefde door de Raad niet meer te worden beantwoord. Deze nam met algemene stemmen een voorstel aan van de heer Roemers om hpt dagelijks bestuur in overweging te geven een bestaande commissie uit de Raad of een nieuw samen te stellen commissie het vraagstuk in zqn breedste zin te laten bestuderen en haar advies aan de Raad voor te leggen. Met betrekking tot het tweede deel van de nota was de Raad het eens met de commissie, dat bij de aanwijzing van ver enigingen, jyaarvan de leden van een eventuele aftrekbepaling kunnen profite ren, een,breed standpunt moet worden in genomen. Zonder hoofdelijke stemming werden hierna de verordening tot uitvoering voor de mediseh-pharmaceutische industrie en de medisch-pharmaceutische groothandel, alsmede een verordening tot vaststelling van het inschrijfgeld assurantiebemidde ling, aangenomen. Het „bulletin van het Verbond der Belgische Industrie" schrijft in een hoofd artikel, dat de interne economische en sociale politiek der Beneluxlanden meer in de doelstellingen dan in de methoden nader tot elkaa" gekomen zijn. De in vloed van dit gebrek aan coördinatie, zo wordt gezegd, is op' iiej ogenblik weinig merkbaar, doordat wij ons in een periode van hoogconjunctuur bevinden. Een tijdvak van economische teruggang zou de structurele verschillen echter veel. duidelijker aan het licht brengen en aan passingen zouden dan om sociale en poli tieke redenen veel moeilijker blijken te zijn. dian wanneer zij bij de huidige con junctuur tot stand zouden komen. De Benelux-overeenkomst ondertekenen in een periode van hoogconjunctuur, zon der zich ervan vergewist te hebben, dat haar economische en juridische inhoud de moeilijkheden van 'n minder gunstige conjunctuur kan Weerstaan, zou nog ge vaarlijker zijn dan convertibiliteit van de munt te decreteren zonder de interne fi nanciële en economische politiek der lan den hieraan te hebben aangepast. Alles moet daarom gedaan worden, zo luidt het verder in dit artikel, om te voorkomen, dat de economische unie na de ondertekening een échec wordt. Dit betekent niet, dat men het sluiten van deze overeenkomst tot in het oneindige moet uitstellen, maar wel, dat men de étappes, die nog moeten worden afgelegd, niet moet onderschatten. Het Verbond der Belgische Industrie acht het landbouwprobleem wel het be langrijkste structurele vraagstuk. Een hele sociologische erfenis moet worden opgeruimd, evenals een opposi tie van verschillende mentaliteiten. Men kan zich in dit verband afvragen, of België en Nederland het eens zullen wor den over de mate van vrijheid, die ver leend mag worden aan de particuliere ondernemingen. Tot nu toe zijn de of ficiële opvattingen in dit opzicht, vooral wat de landbouwsector betreft, nog zeer uiteenlopend. Een ander structuurprobleem is de aan- Sprekende over de ontwikkeling van het wegennet in Nederland in verband met de toeneming van het verkeer heeft de voorzitter van de Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B., de heer P. Zimmerman, gisterenmiddag in Krasnapolsky te Amsterdam op een bijeenkomst van het departement Amsterdam van de Ned. Mij voor Nij verheid en Handel o.a. verteld, dat de nieuwe Rijksweg no 2 tussen Amsterdam en Utrecht voor het wegverkeer een tijdwinst van 40 procent oplevert in ver houding tot de oude bochtige weg langs de Vecht. De benzinebesparing is 20 pro cent; de gevaarfactor minder dan 1/5. Volgens de heer Zimmerman kan de in geld gewaardeerde besparing voor 't wegverkeer worden berekend op ruim 3.5 millioen gulden per jaar, een rendement, dat hij hoog noemde ten opzichte van de totale aanlegkosten van de nieuwe Rijksweg, die 50 millioen hebben bedragen. 28.000 naar 't centrum begeven en 's mid dags tussen 5 en 6 uur terugrijden; 40 h 50 procent van het totale dagverkeer moet 'n ie spitsuren worden verwerkt. Rekening houdend met een gemiddeld tijdverlies van 25 a 30 minuten, overzet- tijden inbegrepen, en het aantal motor voertuigen, dat met ponten moet worden overgezet schattend op 5 a millioen, raamde spreker de kosten van dit tijdver lies op tenminste 8 millioen gulden per jaar. Een ander voordeel van deze autosnel weg is de ontlasting van -het enorm drukke verkeer over Rijksweg 1 naar 't Gooi, waarvan vele automobilisten, die naar Arnhem moesten, vroeger gebruik maakten. Spreker deelde voorts mede, dat het aantal motorvoertuigen, in 1928 reeds MAOOjthansisgesteg^Jo^SO^Oj^Aa^ passing van de methodes van loonvor ming, die thans in de drie landen gelden. De vraagstukken, die nog om een oplos sing vragen zijn dus ingewikkeld, zo be sluit het artikel, en daarom is het on mogelijk reeds thans een 'termijn vast i te stellen voor de ondertekening van de thans 400.000 wielrijders, van wie zich Beneluxunie. tussen 8 en 9 uur 's ochtends alleen il genomen mag worden, dat dit aantal in 1970 nog sterk zal zijn toegenomen: min stens 600.000, hoogstens 800.000. Dit bete kent, dat voor 1970 aan verbetering der wegen minstens een jaarlijks bedrag van 60 millioen gulden nodig zal zijn. Ten aanzien van de verkeersproblemen in Amsterdam somde de heer Zimmer man o.a. de volgende getallen op: Amsterdam telt thans 35.000 auto's en motorfietsen. In 1953 werden per tram en bus in onze hoofdstad in totaal 145 millioen passagiers vervoerd. Er zijn „Het is meer dan schandelijk"* Boekhouder moest verantwoorden In Moskou is gisteren officieel mee gedeeld, dat minister Molotof contact heeft opgenomen met de Oostenrijkse ambassadeur in de Russische hoofdstad. Bischoff, over de mogelijkheden om de onderhandelingen over een verdrag met Oostenrijk, dat een einde zou moe ten maken aan de bezetting van dat land, voort te zetten en tot een goed einde te brengen. De besprekingen vonden plaats op 25 Februari en 2 Maart. Tijdens de eerste ontmoeting heeft Molotof Bischoff ge> vraagd het Oostenrijkse standpunt be kend te maliën over de voorstellen ten aanzien van Oostenrijk, die Molotof na mens zijn regering heeft gedaan in zijn toespraak voor de Opperste Sovjet op 8 Februari. Op verzoek van de Oosten rijkse ambassadeur heeft Molotof bij die gelegenheid nog eens uiteengezet aan welke voorwaarden moet worden voldaan, voordat Rusland zijn troepen uit Oostenrijk zal terugtrekken. Op 2 Maart zou daarna Bischoff, volgens het officiële Russische communiqué, Molo- Fabriek draait op volle toeren Bij de eerste berichten over de brand van de Noack's vleeswaren- en conserven- fabrieken te Amersfoort is de indruk ge- wekt, dat het bedrijf volledig is stilgelegd, r/oii blijkt de schade nogal mee te rfnïfi1, WO jdt ons van de zijdp der di- meegedecl-d. De fabriek werkt op nnrmali orders kunnen op de norrnale wijze worden uitgevoerd. De .brand stagneerde alleen de uitvoering van bestellingen, waarvoor de pruducten reeds gereed lagen. De Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (E C.E.) heeft zojuist het „Economische Overzicht van Europa in 1954" gepubliceerd. Omtrent de economische opleving in West-Europa en de achtergrond daarvan wordt in dit over zicht medegedeeld, dat in 1954 in vrjjwel elk land van West-Europa (hiermede worden tenzij anders vermeld bedoeld alle Europese landen behalve Albanië, Boel- garjje, Tsjechoslowakjje, Hongarije, Polen, Roemenië, Oost-Duitsland en de Sovjet- Unie) de industriële productie belangrijk toenam. De opleving kwam duidelijk tot uitdruk king in een vermindering van het aantal ingeschreven werklozen en in een vaak zeer duidelijke toeneming van het aantal opengebleven vacatures. Uit verschillende landen komen berich ten, dat plannen voor industriële investe ring steeds meer worden ontworpen met het oog op rationalisatie dan voor uitbrei ding van de werkgelegenheid. Dit weer spiegelt vermoedelijk zowel de grotere concurrentie 'op buitenlandse markten, welke gepaard gaat met de liberalisatie van de handel als het acute of dreigende tekort aan industriële arbeidskrachten. Onder deze omstandigheden en aan nemende, dat er van de kant van de vraag geen moeilijkheden ontstaan, is het hoogst onwaarschijnlijk, dat de industriële pro ductie in 1955 in hetzelfde snelle tempo kan blijven toenemen ais in 1954. Het ziet er naar uit, dat er, om een bevredigende mate van verdere ontwikkeling der in dustriële productie mogelijk te maken, meer aandacht geschonken zal moeten worden aan de arbeidsmarkt-politiek, welke ten doel heeft het aanbod van arbeidskrachten te vergroten. De ontwikkeling van de Westeuropese productie in de tijd na het uitbreken van de oorlog op Korea kan onderscheiden worden in vrij uiteenlopende cyclische schommelingen, welke echter op verschil lende tijden voorkwamen en tot bepaalde sectoren beperkt bleven. Wat tussen 1951 en 1953 een enigszins langdurige periode van betrekkelijke stagnatie scheen te zijn, blijkt in feite een aanpassing te zijn ge weest na de „boom", welke op de oorlog in Korea volgde. Tegen deze achtergrond gezien blijkt de huidige periode, waarvan het begin ruw genomen omstreeks het midden van 1953 gesteld mag worden, de normale hervatting te zijn van een op waartse beweging, nadat de terugslag neigingen op bepaalde terreinen uit gewerkt waren. Geconstateerd kon worden, dat in West- Duitsland, Italië en Nederland de produc tie zich gedurende de gehele na-Korea- periode vrij bevredigend ontwikkelde- Voor de beide eerstgenoemde landen lag de oorzaak, dat zij minder getroffen wer den door de terugslag in die periode ten dele in het feit, dat hun na-oorlogse op leving, vergeleken met die van vele andere Westeuropese landen vertraagd intrad. Grote bedrijvigheid in bouwnijverheid Gedurende de jaren, waarvan hier sprake is, nam de bedrijvigheid in de bouwsectie voortdurend toe. Verscheidene landen slaagden erin, de woningbouw na omstreeks 1952 te versnellen. Het is mogeljjk, dat er zich een belang rijke wijziging voltrekt in de cyclische ontwikkeling van het bouwbedrijf. Voor heen was deze sector bijzonder gevoelig voor cyclische invloeden, met name voor schommelingen in de rentevoet. De laat ste jaren is de huizenbouw echter een voorname factor voor de economische stabilisatie geworden. De eisen der politiek van volledige werkgelegenheid werden hier doorkruist door een nieuwe trend der sociale politiek, waarbij meer aandacht wordt besteed aan verbetering van de woningstandaard, ook in die landen, die niet getroffen werden door grote vernielingen van woningen als gevolg van de oorlog. Het aantal vol tooide woningen is inderdaad in bijna alle landen een van de voornaamste maat staven geworden, waarmede het publiek en de regeringen slagen of mislukken van de economische politiek meten- Zelfs wanneer het acute woningtekort zal zijn overwonnen, hetgeen waarschijn lijk niet in een zeer nabije toekomst zal geschieden, kan mogelijk verwacht wor den, dat de omvang van de woningbouw in de meeste landen onder min of meer rechtstreeks toezicht van de regering zal blijven en hierdoor beschermd wordt tegen schommelingen van de vraag op korte termijn. In dat geval zullen de regeringen be schikken over een belangrijk middel ter compensatie van de wisselvalligheden der particuliere industrie-investering. Het feit, dat gedurende bijna 20 jaren geen aan dacht kon worden geschonken aan krot opruimingen, geeft voldoende garantie, dat een dergelijke politiek niet beperkt hoeft te worden doordat er onvoldoende ge legenheid is tot nuttige investering- In een hoofdstuk gewjjd aan de han dels- en betalingsbalans van West-Europa wordt erop gewezen, dat terwijl de West. curopese exportprijzen geleidelijk zijn ge daald, de invoerprijzen, tot voor kort, in een veel sneller tempo daalden. Dit had tot gevolg dat de Westeuropese ruilvoet met derde landen tot medio 1954 een ge leidelijke verbetering te zien heeft gege ven. In de eerste helft van 1954 werd een evenwichtstadium bereikt en in het derde kwartaal van 1954 begon de ruilvoet iets ongunstiger te worden als gevolg van 'n stijging in de prijzen van grondstoffen. Op enkele uitzonderingen na hebben de landen van West-Europa van 1953 op 1954 weinig verloren of gewonnen als ge volg van een wijziging in hun ruilvoet De wijzigingen in het volume van de han. del waren echter van meer betekenis. In dit verband wordt er op gewezen, dat in Nederland en Denemarken het volume van de invoer van 1953 op 1954 aanzienlijk meer is gestegen dan dat van de uitvoer, In het geval van Nederland geschiedde deze wijziging opzettelijk, daar de Neder landse deviezenreserves aanzienlijk waren gestegen. In de na-oorlogse jaren was een der voornaamste oorzaken van het Westeuro. pese dollarprobleem de toenemende af hankelijkheid van dollarbronnen voor goe. derenaanvoer. In de laatste 2 a 3 jaar is er evenwel een aanzienlijke wijziging in deze positie gekomen. Het aanbod van primaire producten in de niet-dollarge- bieden is toegenomen en als gevolg hier van is de Westeuropese invoer van voed sel en grondstoffen uit het dollargebied gedaald, terwijl de invoer uit andere ge bieden is toegenomen. In het rapport wordt voorts gewezen op de stijging van het bezit aan inwissel, bare valuta in 1954 in vrijwel alle West europese landen, waarbij echter het tem po der toeneming in vergelijking met 1953 is gedaald, behalve voor Oostenrijk, West- Duitsland en Zweden. Het ongunstiger worden van de Nederlandse dollarpositie in het derde kwartaal van 1954 is groten deels te wijten aan het handelsverkeer met het dollargebied. na de geleidelijke liberalisatie van de dollarinvocr. Als oorzaak van de voortgezette stij ging van het Westeuropese bezit aan goud en dollars gedurende een periode welke onder andere omstandigheden zou'hebben geleid tot een dollarcrisis van kleine om vang, wofdt genoemd de grote omvang der buitengewone dollarontvangsten uit de V.S In een periode van iets korter dan 3 jaar heeft West-Europa van de V.S. krachtens diverse programma's ongeveer 8 7,8 milliard ontvangen. In diezelfde pe riode bedroegen de Westeuropese netto- aankopen van goud en de opeenhoping van dollaractiva in de V.S. 3,9 milliard. De dollarkloof als zodanig is aldus het overzicht derhalve nog niet verdwenen en bij uitblijven van de buitengewone dollar, ontvangsten zou West-Europa verplicht zijn geweest goud of dollars aan de V.S. te betalen of op andere wijze zich heb ben moeten aanpassen. tof meegedeeld hebben, dsf diens ver klaring voor de Opperste Sovjet in Wenen „met grote voldoening" was ont vangen en dat daarmee „een belangrijke stap voorwaarts was gedaan". Volgens Molotof's uiteenzetting zou de Sovjet-Unie de regeling van de Oosten rijkse kwestie niet afhankelijk stellen van een regeling van het Duitse vraag stuk. De verklaringen voor de Opperste Sovjet, die een derg. mening zouden kunnen doen postvatten, hadden slechts ten doel te wijzen op het verband, dat natuurlijkerwijs tussen beide kwesties bestaat. De Sovjet-Unie stelt nu voor de troepen van de vier bezettende mo gendheden uit Oostenrijk terug te trek ken zonder te wachten op een vredes verdrag met Duitsland, nadat de mo gendheden overeenstemming zouden hebben bereikt over maatregelen, die een nieuwe „Anschlusz" door Duitsland zouden uitsluiten. Oostenrijk zal, vol gens de Russische wensen, geen militair bondgenootschap mogen aangaan, ge richt „tegen een van de landen, die tegen nazi-Dnitsland hebben gestre den" en vestiging van buitenlandse bases op Oostenrijks grondgebied zou niet mogen worden toegestaan. In diplomatieke kringen in Londen meende men gisteravond, dat de nieuwe verklaringen van minister Molotof niet meer uitzichten bieden op een spoedige vrijheid voor Oostenrijk dan de vroe gere voorstellen. Het Britse ministerie van buitenlandse zaken is tot de slot som gekomen, dat er geen voldoende bewijzen zijn voor de opvatting, dat de Russen „tot zaken doen" bereid zouden zijn. De suggestie de kwestie onafhankelijk van het Duitse vraagstuk te regelen is niet nieuw. Duidelijk is wel, dat Molo tof als eerste voorwaarde voor een staatsverdrag het opgeven van de Wes telijke plannen om West-Duitsland te bewapenen wenst. De Westelijke mo gendheden zijn daartoe niet bereid en de Oostenrijkse regering is daarvan op de hoogte gesteld zo verklaarde men. „Het is meer dan schandelijk. Goedwil lende fnensen wordt met veel ach en wee geld uit de zak geklopt, zogenaamd om die arme blinden te helpen, maai jullie leven er goed van. Het is de ene vereniging na de andere, die op de fles gaat door onbe nullige bestuursleden". Aldus de officier van Justitie bij Arnhemse politierech ter tijdens de behandeling van de zaak tegen de 42-jarige Arnhemse boekhouder G. J. van E„ die gisteren terecht stond wegens verduistering van grote geldsbe dragen ten nadele van de stichting „Lei dende Ogen". De gelden kwamen bij verdachte, die se cretaris-penningmeester was. binnen via busjes, giro-stortingen en colportages. Toen in Juli van verleden jaar de knoeie rijen, waaraan de propagandaleider van de stichting uit Rotterdam zich had schul dig gemaakt, bekend werden, stelde de politie een onderzoek in bij Van E. Het tekort, dat toen werd vastgesteld, bedroeg bijna 5000. Thans vertelde verdachte, dat hij voor zijn verhuizing geld uit de kas had ge nomen, terwijl hij voorts een bromfiets, een fornuis en een salom-adio had aan geschaft Alles bij elfeear meende ver dachte echteT niet meer dan f 500 uit de stichttngskas te hebben genomen Op de vraag van de officier, waar de rest van het geld dan gebleven was, moest Van E. het antwoord schuldig blijven. In zijn requisitoir zeide de officier, dat hij aanvankelijk een langdurige gevange nisstraf had willen eisen. Gezien het gunstige reclasseringsrapport, vroeg hij echter een geldboete van 250 en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. De politierechter veroordeelde Van E. tenslotte tot een geldboete van 175 en twee maanden voorwaardelijk. De Franse oud-premier Paul Rey naud heeft Vrijdag een initiatief-ont werp voor een Grondwets wijziging ingediend ter versterking van de re gering in Frankrijk en ter verminde ring van de wankele positie van de kabinetten. De kern van zijn voorstel is, dat er onmiddellijk nieuwe verkie zingen worden gehouden als een re gering, die nog géén twee jaar in het zadel zit, door het parlement wordt omvergeworpen. In dit geval zullen de afgevaardigden zich wel tweemaal be denken voor zij een kabinet doen val len, aldus meent Reynaud. Hij schreef in de inleiding op dit ont werp, dat de wankele positie van de kabinetten er waren in tien jaar tijds twintig regeringscrises het prestige en de levensbelangen van het land schaadt. In de huidige Nationale Vergade ring is, als men de communisten buiten beschouwing Iaat, meer dan een vierde deel lid van een regering geweest. „Het begint langzamerhand een belediging te worden dat men geen minister is geweest zoals een ander", aldus Reynaud. Reynaud's plannen worden gesteund door conservatieven, de beide Gaullis tische groeperingen en radicaal-gezin den. De kwestie wordt nog bestudeerd door de radicalen, socialisten en M.R.P. (Van onze verslaggever) ET getuigt van een gezond optimisme, wanneer nog een sneeuwwade over akkers en in bongerds ligt, be sprekingen te voeren en voorbereidingen te tref fen voor een kersenfeest. Nu kan het bestuur van de stichting „De Mierlose Kers", met achter zich de steun van burgemees ter J. Krol, zulks doen, omdat de roem van het jaarlijkse kersenfestijn rondom een koningin op de eerste Zondag van Juli, reeds ver over het land is gegaan en het heel gek zou moeten gaan, wil de nog ver- maarder Mierlose zwar- te, een heerlijke pittige sappige vrucht, niet tot wasdom komen. Op een areaal van wel 300 ha worden in Mierlo kersen gekweekt en vrijivel ieder huis heeft hier zijn boomgaard. Gemiddeld een half mïïlioen kersen wordt hier jaarlijks ge plukt en die oogst wordt zo schoon gevierd, dat er tienduizenden naar het feest trekken. Voor dit jaar heeft men echter grootser plannen en naast de op tocht van praalivagens en de kroning van een kersenkoningin de 20- jarige Toosje Jans uit Mierlo-dorp ziet reeds, met spanning de dag van haar troonsbestijging te gemoet wil men een kersenlandjmceel van nationale allure organi seren. Daarvoor worden ver enigingen en clubs, die in staat zijn het publiek op prettige beschaafde wijze te vermaken, in welk genre ook, uitgenodigd hun jaarlijkse uitstapje eens naar Mierlo te on dernemen en in eerlijke wedkamp hun prestaties te tonen. Men denkt aan carnavalsverenigingen, maar evengoed aan har monieën, zangverenigin gen en cabaretgezel schappen, Het spreekt vanzelf, dat zij met Bra bantse gastvrijheid zul len worden ontvangen, die aan de nodige koffie maaltijden en kersen- eterij behoorlijk tot haar recht zal komen. Vit de meer dan hon derd groepen, die zich, naar men verwacht, vóór 80 April bij het secreta riaat der stichting „De Mierlose Kers" te Mierlo zullen melden, zal een keuze van tien tot twaalf gezelschappen zij mo gen van 5 tot 30 perso nen groot zijn worden gedaan om een soort non-stop programma te verzorgen. Een jury, waarin o.a. zitting hebben Antoon Cooien, Jules de Corte en Jan Naaykens zal het op treden beoordelen en prij zen toekennen. Er ïs voor duizend gulden aan geldprijzen; de hoofdprijs zal uit f 500 bestaan. Minister mr F. van Thiel heeft het beschermheer schap van dit landjuweel wïllen aanvaarden en stelde een medaille be schikbaar. Zo deed ook het gemeentebestuur van Mierlo,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 13