Eens vreesden zij een sloot...
doek
witte
Heimwee naar het verloren Paradijs
MENSEN EN
HUN WERK
A. Viruly vertelt over de Trans
atlantische luchtvaart
Het MASSALE Passiespel
FILMS
deze week
mm
Altijd lokt de
overkant
ASSISTENT VAN DE
REGISSEUR
ZATERDAG 2 APRIL 195S
PAGÏNA 5
Eerste zee-luchtdoop
NEDERL. KUNSTENAARS
BEKROOND
Het Grote Avontuur", natuurfilm van
Arne Sucksdorff
Troost voor verloren luister
Hans van Bergen
Thorvald Dudok van Heel:
Voor altijd zal de naam van A. Viruly verbonden zijn aan de
ontwikkeling van onze luchtvaart. De geschiedenis van de eerste
aarzelende pogingen, met een snelheid ivaar zelfs een aftandse auto
zich op het ogenblik voor zou schamen, tot aan de schrikaanjagende
„pangen" van het doorbreken der geluidsbarrière, is er een van
initiatief, durf, vakkennis en. de hunkering naar de overkant.
Het is de geschiedenis van pioniers mensen die volhielden, ook
na mislukkingen en tegenslagen. Viruly is een van hen en hij is
bovendien een uitermate boeiend verteller. Hem komt de eer toe,
dat hij het volkomen nieuwe en weidse „terrein van de lucht
vaart in onze letteren heeft gebracht. Wie heeft niet geboeid zijn
onderhoudende boeken „Wij vlogen naar Indie en „Verrassende
ontmoetingen" gelezen? Viruly heeft niet alleen als bekivame
vlieger maar ook als veelgelezen schrijver de Nederlandse burger
luchtvaart gediend. Vooral door de jongeren zijn z'n boeken letter
lijk stukgelezen. Voor de populariteit van de burgerluchtvaart (in
dit geval concreter gezegd: van de K. L. M.) is dit van onschatbare
waarde geweest.
Samenwerking.
Samenwerken of ondergaan dat is ook
de conclusie, waartoe de grote journa
list Anton Zischka komt na zijn recente
reis om de wereld. Hij maakte deze tocht
verleden jaar om dr Plesmans plan voor
I Internationale Samenwerking op practi-
sche mogelijkheden te toetsen. Antran
Zischka legt van deze wereldreis, de vijfde,
verslag af in „Alarm voor het avondland"
dat zojuist verscheen bij het Nederlands
Boekhuis te Tilburg.
Zischka trok dwars door bamboe- en
ijzeren gordijnen heen. Hij bezocht veer
tien landen, ook communistisch-China. Ja
pan en Rusland. Vooral zijn uitstekend
gedocumenteerde artikelen over deze voor
de toekomst van de gehele wereld zo be
langrijke machten zijn boeiend en verhel
derend. In tal van feiten en cijfers geeft
de schrijver ons het materiaal om zelf
vast te stellen hoe laat de klok voor het
avondland schijnt te staan
Zijn eigen conclusie is een zeer ernsti
ge, maar gelukkig een met een sprank
je hoop: „Niet de vrees voor het commu
nisme of een derde wereldoorlog moet ons
beheersen wat wij werkelijk moeten
vrezen is alle-en Europa's gebrek aan zelf
vertrouwen, dat „plan" doet blijven wat
reeds lang werkelijkheid had kunnen zijn.
En ook moeten we vrezen Amerika's on
geduld, dat van de ingrijpende groeicrisis
en veranderingsprocessen van het com
munisme even weinig begrijpt als van het
nieuwe Azië.
R.
Zojuist is bij de uitgeverij De Bezige
Bij te Amsterdam het jongste werk van
A. Viruly verschenen een interessant
en boeiend boek, waarin iets van de ge
weldige, ja schrikwekkende ontwikkeling,
welke de luchtvaart de laatste jaren heeft
doorgemaakt, wordt beschreven.
In steeds versnellend tempo volgden de
vindingen elkaar op. In 1925 schuwde de
vliegers alles wat op een stroom leek,
hetgeen in ons waterrijke land nogal wat
moeilijkheden opleverde. Men vloog om
de Zuiderzee heen„liever dan rechtoe
levensmoe over al dat water te gaan".
En zelfs, zo zegt Viruly, een gewone boe
rensloot was in die jaren al iets waar de
vliegers rekening mèe moesten houden,
want „noodlandingen, hetzij wegens mo-
torpech of om een boer naar de weg te
vragen, dienden tegen de wind in te wor
den gemaakt" en dat was vaak moeilijk
met al die sloten.
In 1930 (Viruly was toen nog bij de Mi
litaire Luchtvaart) vloog Evert van Dijk
over de Atlantische Oceaan, van Ierland
naar Newfoundland in twee en dertig
uur. In 1942 maakte Viruly in een Libe
rator voor het eerst de grote overtocht,
hetgeen toen nog altijd iets van een avon
tuur had. Na de oorlog opende de K.L.M.
een vaste dienst Amsterdam-New York.
Binnen een kwart eeuw overwon men de
vrees voor de sloot en die voor de Oceaan
De overkant altijd lokt de overkant.
Dit is het thema, waar Viruly zijn boek
„De zee en de overkant" op heeft ge
bouwd. Reeds in zijn jeugd heeft hij
dit verlangen naar de overkant gekend,
zij het Jtoen onbewust. Als jongen van
negen jaar kwam hij in Westikapelle
wonen (hij is daar niet geboren, zoals
men wel eens kan lezen, doch in Breda),
waar zijn vader was benoemd tot burge
meester. En vanaf de dijken zag hij al
tijd: de overkant. „Heel ver over het
water had ik land gezien dat was de
Overkant, dat was België had iemand
tegen me gezegd", 'n Paar maanden la
ter brak de eerste wereldoorlog uit en
was de Overkant onbereikbaar, 't Lijkt
wel een symbool!
Vol humor schetst Viruly zijn vijf ja
ren bij de Militaire Luchtvaart. In 1930
ging hij, tegen veler advies in („Als
K.L.M.-vlieger ben je niets en kan je ook
niets worden!"), over naar de burger
luchtvaart en dit was het begin van een
prachtige loopbaan. Wij maken direct al
kennis met de toenmalige chef Vliegdienst
I. A. Aler, die thans geroepen is op de
plaats van wijlen de heer Plesman.
Na een degelijke voorbereiding volgde
Viruly's eerste K.L.M.-vlucht, met.. Van
Dijk. Het was een tochtje Rotterdam-Lon-
den, bij zeer slecht weer. Men moet het
geestige verslag van deze eerste zee-lucht
doop lezen! Voorzichtig werd over land
naar Calais gevlogen, geheel volgens
voorschrift, en daar stak men over het
smalle deel van het Kanaal.
Langzaam maar zeker ontwikkelde de
burgerluchtvaart zich, tot de oorlog uit
brak en ons land werd overrompeld. Niet
zonder bitterheid vertelt Viruly hoe „fat-
soendelijk" wij tegenover de overweldiger
moesten zijn en hoe braaf hier de hand
aan werd gehouden. Toch wist hij te ont
komen, dank zij een gelukkig toeval. Hij
reisde naar Zweden en beleefde daar een
avontuur, dat wij niet kunnen nalaten, te
vertellen.
Hij mocht gaan vliegen in een piepklei
ne De Havilland Moth. De bedoeling was,
dat hij aan een kabel van zevenhonderd
meter lengte schietschijven zou slepen,
waarop „geheime kanonnen van geheime
oorlogsschepen in geheime wateren" zou
den oefenen. Het mocht niet langer duren
dan tot iets voor zeven uur, want dan wil
de iedereen naar de belangrijke radio
boodschap van koning Gustaaf luisteren.
Niemand wilde die missen.
Alles ging goed. Er werd flink gescho
ten, maar de schijven werden niet ge
raakt het toestel gelukkig evenmin. De
tijd verstreek en Viruly probeerde tevre
den de kabel op een klein veldje af te
werpen. Hij was mooi op tijd en dacht
met ontroering, hoe nu iedereen onge
stoord naar de koning zou luisteren. Maar
toen hij landde, werd hij door boze Zwe
den opgewacht. Ze maakten hem duide
lijk, dat de kabel op een hoogspannings
leiding terecht was gekomen, zodat de
hele provincie zonder stroom zat. „Ko
ning Gustaaf en ik hebben allebei tot half
acht tot de Zweden doorgepraat, doch,
ik moet het helaas toegeven, de een nog
vruchtelozer dan de ander.
Waarschuwing
Van Zweden ging Viruly naar Enge
land, waar Koen Parmentier de in het
vaderland zo zwaar getroffen K.L.M.
reeds weer aan het opbouwen was. Viru
ly ging direct meedoen, geïnteresseerd
als hij was vooral in de toekomstmoge
lijkheden van de Transatlantische vluch
ten. Lang niet alle verwachtingen zijn
in vervulling gegaan en heel veel is an
ders uitgekomen dan men had voorzien
en gehoopt. De snelle vooruitgang in het
vliegwezen, welke mede onder de druk
van de strijd tegen de overheerser plaats
vond, werd ook in vredestijd direct voor
militaire doeleinden genaast en „vervol
maakt". Hiroshima is nog maar „kinder
spel daarover laat Viruly, als over
tuigd pacifist en ais vlieger, geen twijfel
Zo is dan ook het hoofdstuk „Verachtelij
ke vrede" begrijpelijk. Het is een recht
uit het hard geschreven noodkreet fel
en bezwerend. De toon is soms bitter en
sarcastisch, maar hoe hoog en bezield wa
ren ook de vredesverwachtingen! En wat
is er van terecht gekomen?
Het antwoord van Viruly is heel zake
lijk deze constatering: 1. Er is een
prachtig nieuw net van luchtlijnen ovei
de wereld ontstaan. 2. De mensen heb-
A. VIRULY
boeiend verteller
ben met die andere (oorlogs) luchtvaart
een sterk nieuw zwaard opgenomen. 3.
Zij die het zwaard opnemen, zullen door
het zwaard vergaan. Het klinkt zeer
somber, maar „de mensen hebben (nog)
een kans op heil omdat zij, bij voldoende
goede wil, een vrijheid hebben om in
trouw aan hun geweten te handelen
Zo is „De zee en der overkant' meer
dan alleen maar een boeiend en geestig
verhaal van eigen ervaringen, méér ook
dan een interessante kijk achter de scher
men van de Transatlantische vluchten
het is ook een klemmende waarschuwing
Het is een ernstig boek, dat tot naden
ken stemt.
Aan drie Nederlandse kunstenaars zijn
de grote prijzen van de internationale
Italiaanse architectenprijsvraag „Carrara
1954" toegekend. De hoofdprijs een mil-
lioen Lire is toegekend voor een hall-
vloer in het huis van een zakenman aan
de Vassy Boulevard te Egmond aan Zee,
aan de architect Bart van Kasteel, die
heeft samengewerkt met de Amsterdamse
wandschilder Harry op de Laak.
De prijs van honderdduizend Lire is toe
gekend aan de rachitect J. Penraat, even
eens te Amsterdam, voor een schoorsteen
die hij in zijn eigen huis heeft gebouwd.
We hebben onlangs opgemerkt, dat misschien, te lang, maar heel gemak-
wil een Passiespel een toneelspel zijn kelijk in te korten. Het is een tekst
in de ware zin van het woord, men voor een massaspel. Maar de tekst kan
zich zal moeten beperken in de te be- aan elk toneel worden aangepast. Als
handelen stof (in het gegeven dus), in wij de grote eenvoud maar aandurven,
de tonelen en in het aantal personen. Als wij maar durven spelen in gordij-
Legt men zich deze beperking niet op, nen, die dikwijls meer stichten dan
dus wil men zoveel mogelijk van de prachtig opgebouwde decors.
Passie op het toneel uitbeelden, het- Maar waar de mogelijkheden zich
geen vanzelf een grote verscheidenheid voordoen, kunnen wij het spel grootser
tonelen en personen met zich en massaler maken. Vooral massaler.
aan
brengt, dan krijgt men veeleer
haal dan een toneelspel. Een verhaal,
dat men op het toneel tracht uit te
beelden.
Hoe minder men zich beperkt, hoe
massaler het spel zal worden.
Nu hebben wij indertijd al gezegd
Want zoveel mogelijk mensen moeten
er in betrokken worden. Een hele ge
meente het liefst. Een heel volk! Want
het spel wil een uiting van devotie zijn!
Het wil spelers en publiek in de juiste
sfeer brengen. Het publiek moet er «elf
aan deel kunnen nemen. Ik zou zo een
dat het opvoeren (of liever: uitbeelden) spel het liefst in een groot stadion zien
van een Passieverhaal zeker niet min- opgevoerd.
derwaardig behoeft te zijn aan het op- In Tegelen en Oberammergau neb-
voeren van een Passiespel. ben dergelijke spelen plaats. Een hele
Een Passieverhaal heeft veel minder gemeente treft daar jarenlang voorbe-
pretenties. Het wil alleen maar stich- reidingen. En eenieder speelt mee. Maar
ten, het publiek in de juiste passie- ZOals wij in ons vorig artikel senre-
sfeer brengen. Het is devoot. Er gaat ven hebben deze massale spelen op
wijding van uit. Het Passiespel daaren- palmzondag ook in iedere kerk plaats,
tegen eist alle aandacht op voor het Niet zo groots, veel eenvoudiger, maar
spel van de spelers, voor de intrige en wej even massaal. Heel de gemeente
vlotte flitsende dialoog. Het Passiever- speelt mee. En de priesters gaan in het
haal is m.i. het meest gediend met de spei Voor.
eenvoudige tekst van het Evangelie Volk houdt zich hier in
zelf. De tekst van een Passiespel moet streken tegenwoordig wel vrij passief,
spitsvondig zijn, verrassend en boeiend. Men trekt niet meer met de Palm-
Een Passieverhaal verdient m.i. in processie mee, die een aanschouwelijke
zeer vele gevallen verre de voorkeur u;tbeelding is van Jezus' intocht in Je-
boven een Passiespel. Want wat willen ruza]em; men draagt zelfs niet eens
wij anders in deze tijd dan louter stich- meer zjjn eigen Palmtakje aan, maar
ten. En hoe kunnen wij dat beter doen men stejt ziC)1 tevreden met het palm-
dan met de eenvoudige woorden van tajHe ^at men krijgt, om het tijdens de
het Evangelie, tot een uitbeeldbaar ver- processie in de hand te houden,
haal samengevat. heb het eens in een stad in Zuid-
We zoeken zo dikwijls naar een ge- pj-an^rijk heel anders meegemaakt,
schikt Passiespel. Bij de uitgever is er Daar st0nd reeds twee dagen vóór Palm-
geen te vinden. Maar in elk missaal zondag de gehele stad in het teken van
liggen er vier voor het grijpen. Te groot de nacjeren<ie Palmprocessie. Eenieder
WERELDNIEUWS
Financieel ondankbaar werk Ligt hier een terrein voor
het bedrijfsleven Mary Pickford contra Sam Goldwyn
„Tot de laatste spijker' Na de film T.V.? Francis
Chagrin: „Er is alleen maar goede of slechte muziek" Film
muziek is nodig Afkeer van term „artist" Dirk Bogarde
tegen een zwaargewicht ,Jk ben eigenlijk zanger" Merk
waardig vandalisme De bijl in filmcopieën Een ontkwam
de slachting" Humphrey Bogart in een ItaliaansAmeri
kaanse film Onder regie van Frederico Fellini Twee
Zweedse journalisten veroordeeld Op aanklacht van Ingrid
Bergman en Roberto Rossellini.
(Van onze filmredacteur)
De productie van jeugdfilms is steeds
al bp voorbaat tot (financiële) misluk
king gedoemd geweest. Met „jeugdfilms''
worden hier niet bedoeld films, die ook
door de jeugd mogen worden gezien
maar die speciaal voor een jeugdig pu
bliek zijn vervaardigd.
Onder productieleiding van Miss Mary
Field heeft de Britse Rank-maatschap-
PÜ het hoogste bereikt, wat er op het
gebied van de kinderfilm tot nog toe is
gepresteerd. Maar zelfs deze boeiende en
uitstekend verzorgde films we denken
hier o.a. aan ,,De Spoorzoekers" (Bush
Christmas), „De Rit op de locomotief"
en „De Jongen, die de Niagara stopzet
te" bleken slechts een nadelig saldo op
te leveren zodat de productie moest wor
den stopgezet.
Thans heeft Heinrich Fueter, de Zwit-
tt
Voorstanders van het
realisme in de filmkunst
huldigen het principe,
lat de camera het leven
noet „betrappen". Dit
veergeven van een reali-
eit, van een gebeurte
nis, kan alleen de film
kunst.
Niet altijd echter gaat
deze stelling op, maar er
is een gebied, waarin dit
bijzondere realisme vol
ledig op zijn plaats is en
waarin de cineast met
het door hem opgenomen
materiaal kan werken als
ware hij een schilder, die
de tinten zoekt om zijn
werkstuk met verfijnde
kunstzin te voltooien.
Dit is het terrein van de
natuurfilm.
De natuur is de leer
meesteres van de kunst.
De kunst moet de natuur KicU heeft Oetti, de otter, gered en zal zorgen dat
veredelen. Dit zijn veel- het dier soed de winter doorkomt. Beeld uit de
gehoorde slogans. Maar film »Het avontuur» van
O LAV.cn
film „Het grote avontuur" van Arne Sucksdorff
enkele cineasten hebben zich niet gestoord aan het gepraat over kunst
en leven van hen, die zich afvragen, wat nu in de rangorde der waarden
lio^er litrteen vogel die zingt of de boom, waarin dit concert wordt
gegeven, "üe natuurfilm is een nieuwe weg ingetreden.
„,,j- -eceDt van de do- daarmede van de soort.
jL. heelrfpn laat zien van Met „En Sommarsaga" toonde Arne
eenT= jqIrt iorelrJ van een commen- Sucksdorff de eerste jacht van een jonge
jandschap, vergezeld v teuris- vos. De natuur als integrerend décor voor
voornamelijk af in het bos. in het water,
van een bergbeek, in het veld met zijn
wisselend kleed van bloemen, gras en
sneeuw, waar de mens zwoegt om de
vruchten der aarde te oogsten.
In het bos voedt een moedervos haar
welpen. Zij moet steeds zorgen, dat de al
tijd hongerige muiltjes wat te verslinden
hebben. Zij gaat dan ook op kippenroof
en komt daardoor in conflict met de mens,
die met de moderne technische middelen
de vossenholen vernietigt en de dieren, op
één jong na, doodt.
Maar de jonge mensen, de kinderen, he
rijken de natuur nog met een andere blik.
Zoals de twee jongens Kjell en Anders, die
jp een barre winteravond een otter redden
door het stropersplan van een oudere man
te verijdelen. Zij nemen de otter mee en
:open hem „Oetti". Het dier heeft het
bijzonder goed. Hij wordt in een hok in
een schuur gebracht en de knapen doen
alles om te zorgen, dat het dier aan de
nodige visproviand komt. Al het spaargeld
gaat eraan op.
Maar dan komt het voorjaar. Hoezeer
Oetti ook aan de knapen is gehecht, toch
gan hij de drang naar vrijheid niet weer
haan. Hij duikt weg in het water en laat
wee verdrietige jongens achter. Maar het
,-erloren paradijs heeft voorlopig nog ge-
weg voorraad voor deze kinderen om hen
re boeien. En evenals in de natuur zelf is
ie droefheid bij de jongens van korte
luur.
Met een bewonderenswaardig gevoel
■oor rhythme en toon heeft Arne Sucks-
lorff „Het grote avontuur" verfilmd. Hij
verliest zich niet in het détail, maar hij
heeft ook alle oog voor het kleine. Zijn
montage is knap, doeltreffend en verant
woord. De opnamen getuigen van foto-
technische bekwaamheid; het geheel is
boeiend. Het is niet de strijd van Folco,
de vissersjongen, die de wilde hengst
„Withaar" in het ruwe gebied van Camar-
taar. dat meestal is bedoeld
laten ko- uit i^t Westen", waarin het nomadenbe- gue poogt te temmen en tenslotte met het
t* r.toon ttari r!p T.annpn ?e iroclnnln/t/l A^ An tnn /-wij-lor cranb ?nalc
tisch'oT" "j ript getoonde het leven van de mens toonde hij in „Wind
"pene aantrekkelijkheden van het gew;™
ens duidelijk naar voren
Walt Disney heeft met
tui i__e,ct)ter een nieuwe weg
h j. ievende natuur zien: in een bos,
mem*5 w?,fuideliik "aar ™r®n „lun "natuur- staan van de Lappen is vastgelegd. dier'in de wijde zee ten onder gaat, zoals
films echL Cy i hpwandeld Dit waren de korte films van deze Albert Lamorisse
lat dpe,r„ een "ieu.we W,eA.^ PPnbos Zweedse cineast. Thans heeft hij zijn eer- verfilmd
oor. imiaui pic„.
r hL. ^ater en ook in een dorre woes-
dat zo tragisch heeft
in „Crin blanc". Neen, Arne
wll„. ste hoofdfilm afgeleverd en wij moeten Sucksdorff laat de redelijke mens niet aan
ijn. Het is het ovprwpldnrpnd schone leven peggen, dat „het grote avontuur" bijzonder de animale en ve'getatieve oerkrachten ten
/an de natuur, maar ook de natuur met boeiend is. onder gaan.
naar eeuwige strijd om het bestaan Een Landschap, dier en mens Zijn verfilmd avontuur leidt niet tot
s?veca 1 °P„ leven en dood om voedsel. n drie „soorten" van het leven: het ve- vernietiging van de mens, maar tot een
wreed, meedogenloos en fel. «datieve van de plant, het animale van oplossing, die in de natuur als de enig
De Zweedse cineast Arne Sucksdorff is het dier en het redelijke van de mens ko- juiste is aan te merken en die ook voor
ook een representant van deze school, die men in deze film alS 6en eenheid naar vo" toeschouwer aanvaardbaar is, zonder
de natuur „betrapt" en eerlijk zijn opna- ren Arne Sucksdorff bouwt een epos met te dieP te schokken.
rhen maakt. Met een wonderlijke gave voor vrii'wel louter filmkunstige middelen Ware het einde van deze Zweedse film
de verdeling van licht en donker stelt hij waar gesproken wordt, daar is het woord ruwer geweest, dan zou het heimwee naar
zijn montagebeelden samen. Sfeer en volledig verantwoord. Het geluid is niet het verloren paradijs niet meer in het hart
schoonheid legt hij vast. Maar niet een van een opdringerig gehalte. van de toeschouwer kunnen worden op-
liefelijk landschap, waarin de jonge dieren Alles is harmonieus op elkaar afgesteld gewekt en bewust gemaakt. Arne Sucks-
spelen en alleen maar aardig zijn Neen Sucksdorff zelf heeft als bedoeling var dorff geeft troost met zijn beelden, omdat
hij verfilmt het spel van de dieren zoals 2jin film aangegeven, dat hij wil laten zien hij toch nog iets toont van die onmetelijke
dat in wezen is, nl een voorbereiding op hoe de verhouding is van de mens ten op- schoonheid, die de mens in alle luister had
het leven zonder de schutse van het moe- zichte van het verloren paradijs. In de vel. kunnen bezitten. Deze piëteit is weldadig
derdier. Een scholing om zich te wapenen den en de bossen rondom een Zweedse sn daarom kunnen wij iedereen warm aan
tegen de vijanden en om zich te trainen boerderij voltrekken zich de drama s der bevelen dit product te gaan zien.
in het handhaven van het individu en natuur. „Het grote avontuur" speelt zich Bu.
Richard Basehart, tegenspeler van
Hymphrey Bogart in de Italiaans-
Amerikaanse film „II Bidone" (De
Houten Drinknap).
serse producent van documentaire films
die tot buiten de grenzen van zijn vader
land bekendheid geniet, in de Zuricher-
Tagesanzeiger" .een pleidooi gehouden
voor de productie van jeugdfilms, waarbij
hij een weg aanwijst, waarlangs dit ideaal
wellicht zou kunnen worden verwezen
lijkt.
„Hebben kinderen van alle leeftijdsgroe
pen", aldus betoogt Fueter, „een ruime
keus aan jeugdboeken, waarom zijn er
dan niet ook films, die de jongeren tot
goede smaak en fatsoen opvoeden, zodat
ze niet weerloos aan „Kitsch" en banali
teiten worden blootgesteld, zodra ze
„fimrijp" zijn geworden".
Fueter geeft toe, dat een film voor de
jeugd financieel onmogelijk rendabel kan
zijn. Daarom spoort hij alle jeugdorga
nisaties aan, zich met het idee van een
filmproductie voor het kind vertrouwd
te maken.
„Waarom", aldus vraagt hij zich af,
„heeft bijvoorbeeld de Padvindersbewe
ging nog nooit haar idealen in verant
woorde vorm op het witte doen gepropa
geerd?"
Tenslotte wijst hij op een mogelijkheid
tot het produceren van een jeugdfilm, die
wellicht veclbelovende-perspectieven zou
kunnen openen. Met verwijzing naar
het grote aantal goede kinderboeken, dat
door de industrieën en bedrijven bij wij
ze van reclame is uitgegeven, vraagt
hji zich namelijk af, of het misschien mo
gelijk zal ziin op dezelfde wijze jeugdfilms
te laten produceren. Geldgevers en fil
mers moeten er daarbij echter voortdu
rend van doordrongen zjjn, dat zuk een
film „voor de jeugd en alléén voor de
jeugd" wordt vervaardigd.
In de Engelne film „Simba" waarin
de Mau Mau-opstand wordt behandeld
moet Dirk Bogarde een hevig gevecht
leveren tegen een stoere Afrikaanse ne
ger, die het allesbehalve goed met hem
voor heeft.
Tijdens de repetities, toen Bogarde
zich kwam aanmelden voor deze ruwe
Mary Pickford, eens ,,'s-Werelds
Sweetheart", heeft het met Sam Gold
wyn aan de stok. „Ik zal hem tot de
laatste spijker toe bestrijden", heeft ze
verklaard.
De oorzaak van het conflict is een
blok gebouwen in Hollywood, dat be
kend staat als Goldwyns Studio's,
maar dat oorspronkelijk in gebruik
is geweest bij United Artists Corpora
tion, een door Mary Pickford in 1919
samen met Douglas Fairbanks, D. W.
Griffith en Joseph Schenk, thans mul-
ti-millionnair, gestichte maatschap
pij.
Een tijd lang is Sam Goldwyn regis
seur geweest van United Artists, maar
toen deze maatschappij ophield met
het maken van films, gebruikte hij de
studio's voor zijn eigen films en ver
huurde ze aan onafhankelijke maat
schappijen.
Vandaag wordt in het raadhuis van
Los Angeles aangeplakt, dat de stu
dio in het openbaar zal worden ge
veild.
„Ik ben voor meer dan de helft
41 tachtigste eigenares van de stu
dio", aldus Mary Pickford. „Jaren
lang heb ik mijn deel van de belastin
gen, de onderhoudskosten enz, aan
Sam betaald. Maar ik heb er nooit een
cent van teruggezien. Zelfs geen afre
kening.
Ik weet niet voor hoeveel de gebou
wen zullen worden ingezet. Misschien
twee, misschien vijf millioen dollars.
Maar ik zal mijn uiterste best doen,
ze onder mijn controle te krijgen. Lukt
me dat, dan zal ik ze herdopen in
„Mary Pickford Studio", omdat ik
geloof, dat mijn vrienden over de he
le wereld zich die naam graag zullen
herinneren."
Tot slot heeft Mary Pickford nog
aangekondigd, dat ze voornemens is,
voor TV-films te gaan optreden. En
wie misschien mocht denken, dat ze
minstens al hondérd jaar oud is, ver
gist zich. Ze is pas 61 jaar.
„Er bestaat geen populaire of klas-
sieke muziek. Er is alleen maar goede
muziek of slechte muziek." Dit is de
mening van de Engelse componist en
dirigent Francis Chagrin.
Francis Chagrin is geboren in Boe
karest uit een middenstandsgezin. Hij
studeerde in Zurich voor ingenieur en
wat meer zegt: hij haalde er zijn
diploma, voordat hij definitief besloot
musicus te worden.
Jaren lang woonde hij in Parijs en
schreef er muziek voor het cabaret,
voor zangers, voor films, voor ieder
een, die muziek wilde hebben. Tenslot
te stak hij over naar Engeland .Daar
componeert hij een massa muziek
voor de film en treedt tussen de be-
driiven door op als compoms
„Ik houd zo van filmmuziek zegt
Chagrin, „omdat ze ,nodl? ls- ,'f
een beetje vervelend, dat, al heb je
nog zo je best gedaan, vrijwel nie
mand er naar luistert. Maar de mu
ziek speelt in de film een onontbeer
lijke rol De moeilijkheid met de mees
te componisten is, dat ze volkomen ge
ïsoleerd werken. Ze voelen dat hun
symphonieën en sonates niet werke
lijk nodig zijn. Dit leidt tot. vtietbre-
11 k nodig zijn. Dit leidt tot verbitte
ring De verbittering van de man, die
voelt, dat zijn levenswerk verspild is.
Maar als je voor de film of voor de
radio werkt, weet je, dat een bepaalde
hoeveelheid werk binnen een zeker
aantal dagen klaar moet zijn. Er moe
ten technische problemen worden op
gelost. De muziek moet in een bepaald
kader passen. In de grond van de zaak
is het eenzelfde probleem, waarmee
Bach en Mozart hadden te kam
pen, als ze voor de kerk of het hof
schreven."
Chagrin houdt van het woord „vak
manschap." Hij beschouwt zichzelf
als een „vakman." Een man, die weet,
wat hij moet doen met de taal van de
muziek. Hij _heeft een afkeer van de
term artist.'
„Er komt", voorspelt hij, „grootse
Westerse muziek. Maar die zal, naar
ik meen, verschillen van wat men er
over het algemeen van verwacht. Er
zal een meester komen, die alle nieu
we electronische mogelijkheden be
heerst. Meestal maken de componis
ten van zogenaamde populaire muziek
het eerst gebruik van de nieuw tech
nieken. Maar daaruit kan ook groot
werk voortkomen".
scène, werd hij voorgesteld aan een reus
van een kerel met brede schouders er
gespierde armen.
Mary Pickford, eens ,,'s-Werelds
Sweetliaert"
„Het gaf me een hele schok", bekende
Dirk Bogarde later, „vooral omdat hij
het gevecht van me moest winnen".
De tweede schok kwam even later.
De tegenstander met zijn stierennek
scheen zenuwachtig en bang en ging zelfs
zover, dat hij Bogarde, toen deze zijn
hemdsmouwen begon op te rollen smeek-
DIRK BOGARDE
toen hij zijn hemdsmouwen
oprolde
te: „In 's hemelsnaam stomp me niet
op m'n borst of in m'n gezicht. Weea
voorzichtig en probeer m'n strottenhoofd
niet te raken".
Toen Bogarde verbaasd vroeg, waarom
hij zich zo bezorgd maakte antwoordde
de zwaargewicht: „Ik ben eigenlijk zanger
zie je".
Het gevecht werd voorlopig uitgesteld
tot er een minder delicate tegenstander
was gevonden
Dezer dagen is ons een merkwaardig
soort vandalisme ter ore gekomen. In
het Filmmuseum te Amsterdan sprak
één onzer medewerkers, de Engelse film
regisseur Thorold Dickinson, die zo juist
een film over Israël klaar heeft. Helaas
hebben we slechts enkele fragmenten van
dit boeiende werk kunnen zien.
Maar de eigenlijke reden van Dickin
son's komst naar Amsterdan was de
vertoning van zijn film „Gaslight". Ve
len zullen zich deze titel herinneren naar
aanleiding van hetgeen George Cukor in
de Holywood-versie met Charles Boyer
en Ingrid Bergman van dit toneelstuk
heef) gemaakt. Voordat Cukor zijn pro
duct lanceerde, had Dickinson echter in
/-.geland eveneens een „Gaslight" ver
filmd met Anton Walbrook en Diana
Wynnyard. Deze film heeft hij thans
in Amsterdan kunnen vertonen, dank zij
een gelukkig toeval. Want nadat de Ame
rikanen met hun film klaar waren, werd
de Engelse versie door de distribueren
de Amerikaanse filmmaatschappij opge
kocht onder voorwaarde, dat alle copieën
zouden worden vernietigd. Eén, die nu in
Amsterdam is vertoond, is aan deze filrn-
inquisitie ontsnapt. Gelukkig, want bij
vergelijking van beide films spreekt
daaruit een duidelijke suprematie van de
Engelsen.
Ook in ander opzicht ia Dickinson be
kend geworden. Hij is de „ontdekker" van
\udrey Hepburn. Hij zag haar namelijk
in een revue en werd geboeid door haar
persoonlijkheid. Maar hij vond haar te
lang, een mening, die trouwens werd
gedeeld door William Wyler. Tenslotte
is dit toch geen onoverkomelijk bezwaar
gebleken. Audrey is een stergeworden,
die een atorm van „fan"-atisme heeft
ontketend en die nog altijd in het middel
punt van de belangstelling staat.
Frederico Fellini, de nog jonge Italiaan
se regisseur van „II Vitelloni" en „La
Strada" is dezer dagen begonnen met
de eerste opnamen voor „II Bidone
(De Houten Drinknap) een Italiaans Ame
rikaanse co-productie, waarin Humphrey
Bogart de hoofdrol speelt. De Amerikaan
se acteur krijgt tot tegenspelers Richard
Basehart, Guiliotta Masina en Alice Fay
ette, een jong Engels danseresje, dat door
Fellini is „ontdekt".
De buitenopnamen voor deze film zul
len voornamelijk in Ravenna en San Re-
mo worden gemaakt.
Twee Zweedse journalisten zijn door de
rechtbank in Stockholm tot respectieve
lijk 150 tot 135 kronen boete veroordeeld
wegens huisvredebreuk, en tot de koaten
van het geding ten bedrage van 250 kro
nen.
Uit verklaringen voor de rechter was
gebleken dat op de morgen na het eerste
optreden van Ingrid Bergman in „Jeanne
d'Arc"1 van Honegger te Stockholm de
beide journalisten, een verslaggeefster en
een fotograaf van „Aftontidningen", de
door haar en haar echtgenoot Roberto
Rosasellini bewoonde hotel-suite waren
binn—-.edrongen, hoewel Rossellini had
verklaard, dat hij ze niet wenste te ont
vangen.
De fotograaf had bovendien een opna
me gemaakt van Rossellini's kinderen,
hoewel het kindermeisje geweigerd had,
de journalisten binnen te laten.
Een door de Ronsellini's ingediende eis
tot schadevergoeding ten bedrage van
500 kronen, die zij hadden willen bestem
men voor het werk ten bate van bejaar
de Zweedse artisten, werd afgewezen.
plukte of kocht aan een van de zeer
vele rijkversierde karretjes zijn eigen
palmtak. Echte palmtakken! En de
jeugd was ijverig in de weer om deze
takken ineen te vlechten tot een prach
tig sieraad. Met deze takken en palm-
sieraden trok men 's Zondagsmorgens
naar de kerk. De priester zegende al
deze takken vanaf de preekstoel. En
daarna nam de processie een aanvang.
Heel het volk trok zijn Verlosser tot
buiten de muren van Jeruzalem tege
moet. De poorten sloten zich achter
hen. En als dan de priester tot drie
maal toe de voet van het kruis (ten
teken dat door het kruis de verlossing
is gebracht) tegen de deuren van de
kerk had gestoten en deze weer open
gingen, dan stroomde heel de menigte
oetidn rneiklun ezeeagr dkw sgedebsre
onder luid gezang de kerk weer bin
nen, de kerk nu voorstellende het He
mels Jeruzalem, dat Christus door het
kruis voor ons geopend had.
ASSISTENT van de regisseur.
Dit is de titel, die Thorvald
Dudok van Heel voert bij
het toneelgezelschap „De Neder
landse Comedie". Hij heeft zelf
deze job gecreëerd en wij hebben
ons in een gesprek met hem er
van kunnen overtuigen, dat het
geen sinecure is.
Dudok van Heel liep al lang
rond met plannen om in de orga
nisatie van een toneelvoorstelling
een betere bundeling van alle
krachten te bewerkstelligen. Er
komt voor een première nogal
het een en ander kijken en vaak
wordt onnodig veel geduld van
de toch al tot het uiterste gespan
nen zenuwstelsel van regisseur
en spelers gevergd om op tijd met
het teamwork klaar te komen.
„Ik ben dan ook, nadat bekend
werd dat de Nederlandse Comedie
de vaste bespeling van de Am
sterdamse Stadsschouwburg was
opgedragen, naar Guus Oster
gegaan en heb mijn plannen voor
gelegd. Het was een respectabele
lijst met werkzaamheden, die ik
had samengesteld en de heer Os-
ter voelde veel voor mijn voor
stel".
Dat was het begin van een nieu
we baan bij het toneel, die nu ook
al buiten Amsterdam navolging
heeft gevonden.
Bij iedere première heeft Dudok
van Heel het gevoel, dat het ook
voor een deel „zijn" première is.
Hij heeft, nadat de keuze op een
stuk is gevallen en nadat de re
gisseur zijn spelers en medewer
kers heeft uitgezocht, besprekin
gen belegd, rollen gelezen als een
van de acteurs niet tijdens een re
petitie aanwezig kan zijn, leiding
gegeven aan de inspiciënten en in
nauwe samenwerking met de za
kelijke leider van het gezelschap
ervoor gewaakt, dat het budget
niet overschreden wordt. Hij
heeft meegewerkt om de belich
ting volledig te bestuderen en in
schema te brengen, waarvoor hij
soms 's morgens vroeg om vier
uur naar de schouwburg is geto
gen.
Het toneel is een bedrijf. Een
voorstelling brengen is niet alleen
maar een kwestie van artistieke
prestaties. Er komen ook veel
technische moeilijkheden bij, die
opgelost moeten worden. Men
moet het toneel niet te roman
tisch bezien. Het doublure-stelsel
brengt met zich mee, dat steeds
op een avond twee stukken wor
den gespeeld en voor de regie-as
sistent is het de taak om te zor
gen, dat de voorstellingen overal
zo goed mogelijk verlopen. Een
décor, dat gebouwd is voor het
grote toneel van de hoofdstedelij
ke schouwburg, moet pasklaar
worden gemaakt voor de tonelen
in de provincie. Dit alles is een
full time job, zodat er voor Dudok
van Heel van toneelspelen niet
veel meer terecht komt.
Dit is een bezwaar voor zijn
artistieke geweten, maar daar
staat tegenover, dat hij door zijn
nauwe samenwerking met de re
gisseurs veel leert van het regie
vak. Hij heeft Johan de Meester,
Fons Rademakers, Ton Lutz en
de buitenlanders Hearst en Scha-
roff bezig gezien. Hij kent de ver
schillende opvattingen zoals b.v.
de dwingende regie, die alles tot
in de bijzonderheden vastlegt en
die waarbij veel aan de persoon
lijkheid van de afzonderlijke ac
teurs en actrices wordt overgela
ten, dus waarbij de regisseur een
bepaald type aanduidt en het ver
der overlaat aan de persoonlijke
capaciteiten van de toneelkunste
naars om in dit raam hun creatie
te maken.
In het begin waren de diverse
inspeciënten nogal terughoudend,
omdat zij meenden, dat de assi
stent van de regisseur een soort
pottenkijker voor hen zou beteke
nen. Dit is helemaal veranderd.
Zij werken nu als een goed team
samen en lossen de problemen op.