met mei
Ik meer mans NEEM PER MAN
IS (na tien jaar) ONS HUISHOUDEN VER-AMERIKMNST?
Vooral linnengoed en lampen naar
Amerika meenemen
DE DAPPERE DASCIE
Wat de emigrant beter thuis
kan laten
ZATERDAG 7 MEI 1955
PAGINA 4
,-rm W'W» DRIEKWART KAN
Huishoud-Praat
door
BETTY KQRTEKAAS-
DEN HAAN
In de duiventil
Dienstbode-loze maatschappij
Hotelbrand in Chicago
eist vele doden
AMERIK. OUDSTRIJDERS
NAAR MOSKOU
De zagende pijnen
NEW YORK, 30 April.
Romantisch Ridderverhaal uit de tijd van de Kruistochten
I A rf vr»rt nrti
f#d
JjfS'
Publicatie Nederland» Zuivelbureau. Gravenhage
u
Zijn wij, tien jaar na het beëindigen
van de oorlog, in onze huishoudingen nu
zo veramerikaanst dat het de moeite
waard is over dit verschijnsel te spreken?
Zeker, er wordt over gepraat, dat is een
feit. Met misprijzen of met enthousias
me al naar gelang het gezelschap
waarin we ons bevinden. Maar is het vele
wat wij om ons heen hebben zien ver
anderen nu werkelijk een onverantwoord
nalopen van de Verenigde Staten ge
weest? Amerika is een wereldmacht en
daardoor is zijn invloed op het wereld
beeld onmiskenbaar. Zoals dat ook met
andere wereldmachten het geval is. Blijft
dus alleen de vraag of wij bij het aan
vaarden van die invloed onze goed-va-
derlandse reserve volkomen overboord
hebben gezet.
Voor ik hierop tot een antwoord kom
zou ik vandaag zo graag eens in een
geestelijke helicopter gaan zitten, hoog
boven de ontwikkeling van de laatste
tien, vijftien jaar. Wij zien dan verwoes
ting van woonruimte en stilstand in de
woningbouw gepaard gaan aan een groei
van de bevolking. Met spoedig daarop
het zoeken naar mogelijkheden om onze
landgenoten weer een bestaan te verze
keren in een nieuw gegroeide wereld.
Emigratie alleen is niet voldoende. Er
moet ook industrie komen. Een industrie,
die niet alleen problemen schept voor
het platteland, maar die zeer speciaal
ook duizenden werkkrachten onttrekt aan
het terrein van de huishouding. De oor
zaken zijn bekend: afgebakende werktij
den. de „gezelligheid" van het werken
In een gemengd milieu, de ruimere fi
nanciële beloning.
Met dat gebrek aan hulp zitten we dan
meteen in het eerste probleem dat de
huishouding rechtstreeks raakt. Het ge
bied dat wjj vandaag overzien is echter
groter. Zowel de verwoesting als de be
volkingsgroei en de industrialisatie
schreeuwden om een intensieve woning
bouw en omdat de grond waarop wjj
leven ons krap is toegemeten, bouwden
wij in de hoogte. Die nieuwe bouwwijze
heeft ons heel wat nieuwe inzichten ge
bracht over de inrichting en indeling van
de woning. Noodgedwongen, maar dik
wijls verantwoord in het kader van het
ruimtegebrek, waarmee wij te kampen
hebben. Doch even vaak ook met een
gebrek aan inzicht voor de eisen die een
vrouw (ongeacht of dat nu een Neder
landse is of een Amerikaanse) aan haar
werkterrein stelt.
Voor de ruime, oude woning, bij een
aanbod van personeel, was dat alles mis
schien minder noodzakelijk al moeten
wij in onze veroordeling van „Amerika
nismen" ook weer niet zo ver gaan om
over het hoofd te zien, dat heel veel
van onze huishoudelijke hulpmiddelen al
jaren voor de oorlog aan de markt wa
ren. denken we maar eens aan de stof
zuiger, electrisch koken, automatische
vuilafvoer e.d., maar thans vloeit het
min of meer uit de omstandigheden
voort.
Want in de duiventil van een hoge flat
kan ook voor de plattelandsvrouw, die
vroeger haar eigen bleekje had, een mo
derne installatie voor wassen en drogen
noodzakelijk zijn. De stookproblemen zijn
er anders, evenals het opvangen van de
boodschappen wanneer althans onze le
veranciers niet tereid zijn, zich terwille
van het eindeloze trappenklimmen in de
hoogbouw een hartkwaal aan te meten.
Er moeten dus goederenliften zijn (Ame
rika kent die wel, maar voor ons vormen
die altijd nog een attractie). En in de
broei-oven van de moderne flat is zowel
een behoorlijke air-conditioning als een
koelkast, bij voorkeur met vriesinrich-
ting, geen overbodige luxe.
En zie nu de verdere ontwikkeling. Een
koelkast is niet alleen bederfwerend (en
daardoor kostenbesparend). Zij kan ook
een wijziging brengen in onze koopge
woonten. Het vlees en de melk (in car
tons) kunnen evenals het brood voor en
kele dagen tegelijk worden ingeslagen. De
ontwikkeling van de diepvries zal ons
kant-en-klare maaltijden bezorgen. „Rea-
dy-to-eat", compleet, met aardappelen,
groente, vlees en jus, en op een carton-
nen bord dat in de automatische vuilaf
voer verdwijnt.
Dat alles is geen geïdealiseerd beeld,
dat ik hier schets. En ook niet „Ameri
kaans", al is het een feit, dat het huishou
delijk denken in de Verenigde Staten met
snellere sprongen is verlopen dan bij ons.
Het vloeit eenvoudig voort uit de om
standigheden, die ik hierboven in vogel
vlucht heb geschetst en waarvan wij
hoogstens zouden kunnen zeggen dat zij
ons mede door de hulp en de voorlich
ting die ons na de oorlog door de Ame
rikanen zijn geboden zoveel concreter
dan voorheen voor de geest zijn gaan
staan. Concreter dan de reeds van voor
de oorlog daterende voorkeur voor blank j
eiken meubelen (uit Scandinavië) en de
old finished dito's waarmee wij al jaren
lang op een onzalige manier de Engelse
sfeer proberen te imiteren.
Met opzet heb ik in dit praatje niet
gesproken over de mengmachines en de
koffiezetapparaten, de blikopeners en de
schilmachines, de kranen die tevens
sproeier zijn en de apparaten die zelfs
de afdroogdoek overbodig maken. Dat
zijn tenslotte actualiteiten die door de
snelheid en de intensiteit van het ver
keer spoedig genoeg naar ons overwaaien.
Ons zogenaamde „Amerikanisme-' be
treft onze algemene gesteltenis. En die is
ons door de omstandigheden alleen maar
opgelegd. Maar moeten wij dat betreuren?
Om daarop een antwoord te vinden
moeten wij bedenken dat zonder een
„new look" op het bedrijf van de huis
houding allerlei van die begrippen als
efficiency, planning, research en budge-
tering voor ons taboe zouden zijn. oor
de Amerikaanse vrouw zijn zij dat niet.
Zij heeft die woorden in hun volle bete
kenis reeds vanaf de lagere school ge
leerd en zii hebben haar voorbereid op
het werk in een dienstbodeloze maat
schappij. Maar aan de andere kant is het
ook een kwestie van mentaliteit. Terwijl
voor onze vaderlandse zuinigheid de „tijd"
geld is. redeneert de Amerikaanse vanuit
de gedachtengang dat „Every minute
counts".
Het zijn de minuten die in ons leven
tellen en die mij bij de herdenking van
het vijfjarig bestaan van de Huishoud-
raad al deden opmerken, dat ons streven
de richting moet uitgaan om met minder
werk in minder tijd meer te doen. Alle
gebrek aan huishoudelijk personeel ten
spijt zal verwezenlijking van deze „Ameri
kaanse" gedachte ook de Nederlandse
vrouw de vrije tijd bezorgen, die het haar
mogelijk maakt, zich te wijden aan zelf
ontwikkeling en sociaal werk. En waar
om zouden wij voor de moeders die
wij morgen, Moederdag, in de taarten en
de bloemen en de huishoudelijke voor
werpen zetten daarbij ook niet wat
ontspanning op het program zetten?
Samenwerking tussen deskundi
gen uit de kringen van regering
en industrie heeft in de Ver.
Staten geleid tot de bouw van
een U-vormige keuken, waarin
alles zodanig gegroepeerd is, dat
er geen stap teveel hoeft te wor
den gezet. In dit hoekje bevindt
zich (onder de radio!) een
kleine schrijftafel, waaraan het
hoofd van de huishouding de
samenstelling van de maaltijden
kan voorbereiden en telefonisch
met haar leveranciers kan over
leggen.
In een hotel te Chicago met 100 zeer
goedkope kleine slaapkamertjes heeft
gisteren een brand gewoed, die zo snel
om zich heen greep, dat er volgens een
eerste telling ten minste tien personen
zijn omgekomen en dertien gasten wer
den gewond.
De brand was, dank zij het snelle
ingrijpen van politie en brandweer, na
een uur onder controle.
Ongeveer 20 personen werden uit de
bovenste verdiepingen langs ladders
naar beneden gedragen. De omge
komenen bevonden zich op de boven
verdiepingen van het vijf verdiepingen
tellende hotel.
Sinds Februari zijn er reeds vier
branden in Chicago geweest, die in het
geheel aan 51 personen het leven heb
ben gekost.
Negen Amerikaanse oudstrijders, die
door de Sovjet-Unie zijn uitgenodigd
voor een bezoek aan Moskou ter her
denking van de ontmoeting aan de
Elbe, tien jaar geleden, zijn per vlieg
tuig uit New York vertrokken, nadat
een televisiemaatschappij voor het ont
brekende reisgeld had gezorgd. In
Parijs zal het gezelschap door een
Russisch vliegtuig worden afgehaald.
(Advertentie)
van rheumatiek, spit, ischias, hoofd
en zenuwpijnen worden snel en af
doende verdreven door Togal. Er is
geen beter middel tegen dan Togal
Togal baat waar andere middelen falen
Togal zuivert door de nieren en is on
schadelijk voor hart en maag. Bij apo
theek en drogist f 0 95. f 2.40 en f 8.88
(l an ouzo correspondent)
Het schijnt voor veel Neder
landers die naar Amerika en
Canada immigreren dikwijls een
groot probleem te zijn wat zij uit
de Oude naar de Nieuwe Wereld
zullen meenemen aan goederen en
huisraad. Velen zijn aan bepaalde
stukken gehecht, willen er niet van
scheiden en wanneer ze dan hier
aankomen, blijken die stukken
totaal niet in hun nieuwe woning
te passen (letterlijk en figuurlijk).
Anderen plegen zaken mee te
nemen, die ze zich veel goedkoper
in dit land hadden kunnen aan
schaffen. Verzendkosten zijn hoog
maar omdat de smaak van Ameri
kaanse fabrikanten gewantrouwd
wordt, sleept men dikwijls van
alles en nog wat over de oceaan mee
waar men later spijt van heeft. Aan
immigranten^ die dergelijke ver-
huisproblemen trachten op te los
sen, worden hieronder enkele
adviezen gegeven.
Heiligen.
Allereerst moet men vóór alles in
het oog hoden. dat in Amerika zowel
als Canada het vervoeren van een kist,
een meubelstuk etc. ontzaglijk duur is-
Behalve dat elke „handen-arbeid" hier
hoog betaald wordt, muet r. en ook aan
de reusachtige afstanden van Noord
Amerika denken. En wie dus een boe-
deltje wil verhuizen, mag zich er wel
rekenschap van geven hoever verwijderd
van de Oostkust h!? of zij komt te wonen.
Gaat de immigrant naar British Co
lumbia of California, dan moet hij maar
liever niet denken aan het meeslepen
van meubels, want voor de helft wat
hij aan het vervoer betaalt, koopt hij
hier een heel nieuw ameublement. Wie
echter omtrent New York en Toronto
gaat wonen en meer in de buurt van
de Oostkust van het continent blijft
kan het eventueel wel erop wagen wat
meubeltjes mee te nemen.
Geraden wordt echter geen grote an
tieke kasten of volledige huiskamer-
ameublementen over te brengen. Euro
pees meubilair gaat in het Noordame-
rikaanse klimaat meestal splijten e*o
barsten: niet alleen de lijm laat los maar
het hout breekt open; ook antiek goed
doet dat en ik heb menig fraai antiek
stuk op die manier aan zijn eind zien
komen. Ten tweede is de woningbouw
in Noord Amerika zo anders, de kamer-
verdeling, de plaatsing der ramen, dat
een Hollands huiskamerameublement er
lang niet altijd goed staat. Het centra
le punt van de Noordamerikaanse wo
ning is de „livingroom". een ruime soort
zitkamer die de Amerikaan als zijn huis-
en ontvangkamer gebruikt. Amerikanen
richten die met hun standaard-meubi
lair in: een zitbank, twee gecapiton
neerde armstoelen en een paar kleine
tafeltjes of stoelen. Europeanen maken
ei" hun huis- zitkamer van door vaak io
een hoek een lage zitbank te plaatsen
oij een klein tafeltje met een paar stoe
len en aan de andere kant een ronde
of andersgevormde eettafel met stoe
len te zetten. M.a.w. in de moderne
Amerikaanse woning is doorgaans geen
plaats genoeg voor al ons meubilair van
de huiskamer.
Vervolgens moet men zich afvragen
hoe men zijn huis in het nieuwe land
wil meubileren. Modern? Indien dat het
geval is, neem dan niets uit Holland
me.- aan meubilair, want op het gebied
van moderne woninginrichting kan men
in Noord-Amerika alles krijgen. Welis
waar, wie in kleine stadjes of dorpjes
komt te wonen, zal zijn aankopen be
ter in de grote steden doen. Want in
het Midden-Westen van heel N.-Ame-
rika is op de dorpen of in de kleine
stadjes niet veel fraais te krijgen, zelfs
niet op modern gebied. Maar de grote
steden bieden prachtig modern meubi
lair. Eveneens trouwens antiek, maar dat
is hier nog veel duurder dan in Holland.
De slotsom, wat meenemen van meu
bilair betreft, is dus: a) neem geen
moderne meubels mee, zelfs als men
ze al heeft, want inpakken, verzending
per boot en over land hier is veel te
kostbaar; b) neem geen grote stukken
mee, antieke kasten e.d.; c) neem nooit
iets van een slaapkamerameublement
mee; d) maar indien gewenst, neem
een paar „neutrale" kleinere meubels
mee een paar antieke tafeltjes, bank
jes. misschien een of andere mooie
stoel, een oude dekenkist (goed voor
bergruimte). Deze stukken spT'len ook
wel, maar zijn makkelijker te repare
ren. Bovendien zijn ze minder om te ge
bruiken dan wel om wat sfeer aan het
vertrek te geven. En dit soort stukken
gaan met elk type meubilair samen, en
zo niet, dan kunnen ze, apart gesteld,
nog altijd een aardige hoek in huis ma
ken; e) wees niet teleurgesteld wanneer
men in Amerikaanse warenhuizen veel
lelijks aan meubels ziet. Allengs leert
men de goeie stukken eruit te pikken
en te combineren.
De huishoudelijke artikelen vormen
ene ander chapiter. Ze zijn makkelijker
vervoerbaar. Wie ze heeft, neme mooie
tegels mee (een goed idee is_ ze in lood
te laten zetten, zoals glas in lood) en
zijn zilverwerk; (het Amerikaanse zil
verwerk en het Engelse is behalve ont
zaglijk duur lang niet altijd zo mooi ais
het oude en moderne Hollands*: en Fran
se); en dan moet men zijn linnen mee
nemen. Immigranten zullen merken, dat
Amerikanen weinig om mooi linnengoed
geven. Inplaats van tafellakens gebrui
ken ze. soms de kleinen servtjes of
matjes onder het bord. Maar zelfs dat
doet men doorgaans niet. Tege-..oordig
gebruikt iedereen plastic tafelkleden of
nog eenvoudiger: het hard plastic ta
felblad zelf, waarin nooit vlekken kun
nen komen, vervangt het tafellaken.
Wie er aan hecht, ®;emt dus zijn ta
fellinnen mee, want werkelijk mooi lin
nen is hier niet goedkoop. Beddegoed be
zitten weinig Amerikanen, daar men
het makkelijker huurt, e.n bergruimte er
voor in de appartementen gering is.
Maar lakens kan men beter hier kopen,
katoen is in dit katoen-land veel goed
koper dan in Holland.
Aan te raden is vooral kleinere stuk
ken. fraaie voorwerpen, mooie schalen,
vazen, schilderijen, lampen, mee te ne
men. Vooral lampen. Niet onze soort
huiskamerlamp, die past hier niet, maar
de staande lamp, de lamp op tafeltje
en bureau. Men kent in Amerika, voor
al in lampen standaardtypen, die
welijk vervelen als men ze al mooi kan
vinden. Alle kappen zijn hetzelfde, en
men houdt er ook nog cellophaan om
heen in de huiskamer, want dat spaart
de stomerij weet U! Zelfs in speciale
lampenwinkels vindt men weinig wat
echt mooi is, en wanneer men dat vindt,
is het ook echt duur!
En dan de kleden. Wie Perzische ta
pijten heeft, neme ze vooral mee, maar
laat z.e afdoende tegen motten bewer
ken (kamferballen zijn niet voldoende).
Perzische tapijten ziet men hier weinig,
maar ze worden er niet minder attrac
tief door. In Amerika zijn de vloeren
doorgaans van parket of een soort
parket. Uit gemakzucht smeert men er
graag een vernisje op, dat ziet er lan
ger glanzend uit, maar het staat lelijk.
Het liefste echter heeft men hier zijn
vloer van muur tot muur met vast kleed
bedekt, daar legt men dan lang niet
altijd een ander kleed op. De immi
grant die ongeveer weet in welke om
geving hij komt, of hij huis, kamer of
appartement zal bewonen, mo*" met al
deze factoren rekening houden wanneer
hij zich verdiept of en wat hij aan kle-
den zal meenemen. Het is wel aan te be
velen - wanneer men enigszins weet hoe
men zijn vertrek zal inrichten - 'n neu
traal vloerkleed uit Holland mee te ne
men. daar ze in Holland meestal smaak
voller en goedkoper zijn dan hier. De
aardige Hollandse gevlochten stromat,
doet het ook goed in Amerikaanse hui
zen. Handgeweven tafelkleden als
men er van houdt moet men meene
men. Er zijn in N.-Amerika heel weinig
werkelijk smaakvolle handgeweven ta
felkleden te vinden, en wat men vindt is
onbetaalbaar. Ik zou immigranten zelfs
aanraden dat, wanneer zé tenminste we
ten dat ze straks een huis moeten gaan
inrichten, ze in Holland al goed voor
gordijnen of bekleding uitzoeken, zodat
ze zich die kunnen laten nasturen, wan
neer ze niets vinden wat hun aanstaat
in Amerika.
Rest nog slaapkamer en keukeninrich-
ting. Dat is allemaal veel gemakkelij
ke. in Amerika te kopen. Alles wat te
maken hr ,ft met practische en techni
sche voorwerpen, kope men in Amerika.
Od keukengebied is alles veel beter en
fraaier hier te krijgen, en de keuze is
uitgebreider. Ook zit-slaapkamerinrich-
tingen zijn hier practischer. Opklapbed-
den kent men hier niet, ze nemen te veel
ruimte in. Inplaats daarvan heeft men
de vierkante poef, die tot bed openslaat,
of de bank, die tot dubbel bed uitschuift.
Of men gebruikt een licht gevalletje met
een matras en klapt het samen en zet
het in een kast.
Wie aan zijn boeken hecht, neme ze
mee. maarhet vervoer is een dure
liefhebberd. Het is aan te bevelen een
regeling met de boekhandelaar te tref
fen voor eventuele betalingen, wanneer
men bestellingen van buitenlandse boe
ken wil doen. Die kan men op het plat
teland hier niet krijgen, noch ook cata
logi van wat er verschijnt Als mep
in een stad als New York woont, heeft
men ook op gebied van boeken het neus
je van de zalm. maar in Toronto b.v.
is het soms al een karwei op <je h00gte
te blijven van wat er in Duitsland en
Frankrijk uitkomt.
Intussen had Margaris, door Alphonse Jourdain be
reden reeds de witte vlek van diens mantei gew or
pen té midden van de kleurenwemeling.
Daar"was'Dascie verschenen, glimlachend op haarMie
lievelingspaard: Maigremort. Haar Rjne arm hield haar
si rak geplooide mantel opzij en wiegde een stevige valk.
Haar hoofdtooisel, smal en met ronde rand. was met
een koordje onder de kin vastgebonden en rondde haar
krullen van haar zwarte haren.
En de troep trok voorbij.
Wie kent de gevoelns, die geheimzinnig op een afstand
zweefden tussen de slotvoogd en Dascie? Toen de ja
gers reeds de brug naderden en buiten het kasteel de
vleugels hunner onbezorgdheid gingen uitslaan, daal
de de slotvoogd met rustige zekerheid de trap af. Tege
lijkertijd steigerde Maigremont ongeduldig en duwde de
paardenlijven opdij. Opnieuw sprong hij het pleinop met
een vlugheid, alsof Dascie hem volkomen vr(j had ge
laten Verschrikt door deze plotselinge ruk, liet de valk
de vuist los en klampte zich klapwiekend op de schou
der van zijn meesteres vast.
Ik haal jullie wel in, riep zij tot haar makkers, die
reeds het kasteel verlaten hadden, een ogenblikje maar
om „Maigremort" gehoorzaamheid te leren.
Reeds had de slotvoogd zijn hand op de .teugel ge
legd en terwijl het paard trappelde van heimelijk ge
geven spoorslagen zag niemand de beweging van de man
die Dascie iets aanreikte.
Dit geef je ginds af! Als altijd, mompelde hij.
Met een spoorslag galoppeerde zij over de rammelen
de planken van de brug. Haar valk zat weer onbeweeg-
°Dascief Dascie! riepen de ongeduldige jagers, die
WS!ij°haaide de troep in. die al pratend
Langzaam en als had hu een opgezette tong. sprak
de dikke Begon, die altijd het eerst om zijn eigen woor
den laehtte. Hij zichtte zich bij voorkeur tot Alphonse,
maar had er bijzonder veel voldoening van als de gehe
le troep van jonge ridders en schildknapen naar zijn be
weringen luisterde.
Blijmoedig zijn, nietwaar, zeide hij, is na de vree-
ze God, de eerste van alle wetenschappen? Welnu mijn
goede oom zaliger heeft mi.i in zijn laatste ogenb ikken
gezegd' Niets is daarvoor zo nuttig als de jacht, ten
eerste houdt zij ons verre van de zeven hoofdzonden,
terwijl zij onze huidkleur fris en onze eetlust levendig
De ruiters hadden reeds de boomgaard achter zich en
links afslaande reden zii .langs de heuvelketen. Daar
was een plotselinge bocht m de scherpe helling, en on-
der de drang der gewoonte drongen de paarden *tearin
met gestrekte benen, de rug gebogen op het wegzakkend
achterdeel, de vier hoeven bij elkaar. Enige meters la-
aor strekten de lijven zich weer uit op de vlakkere hel
ling. Deze 'werd nu regelmatigeren dwars d°°r een gras
veld, langs stenen en uitgerukte heesters boorde «ch een
ravijn onder de bomen door, die de rotswand bedekten
en langzaamaan boven de hoofden reikten. De j g
reden opgewekt verder, onder de onbeweeglijke, door
zichtige takken, nog zwaar van de dauw.
Ik voor mij nou het wel heerlijk vinden, zei Dascie
als ik naast Maigremort een speurhond aan de lijn zag
trekken en daarachter de jachthonden, die de dienaren
maar in de weg lopen.
Ook ik versmaad dat genoegen niet, Dascie. Maar
even graag zie ik op mijn vuist, maar vooral op de uwe
een prachtige dappere vogel, antwoorde Alphonse Jour
dain. Hoe dikwijls had men dit gesprek dat alle jacht
partijen voorafging wel kunnen 'noren!
In de dichte groep was niet één ridderknaap behalve
misschien Begon, die het niet met Dascie eens was
Het gezicht van de losgelaten honden in het bos, ivas
een veel schoner schouwspel dan de oorlog! Ja, deze
morgen was Dascie meer elastisch van geest dan ooit.
Ja, ja, ik weel het wel; men zegt dat Acteon door
zijn honden werd verscheurd en dat alleen de hangen
aan de vogeljacht doen....
Alphonse verwonderde zich nu niet meer over die plot
selinge onvriendelijkheden.
Het is in elk geval een bij uitstek Franse uitvin
ding en zeer nieuw. De oudheid heeft de vogeljacht nooit
gekend en ook de ongelovige kent ze niet.
De gesprekken van ruiter tot ruiter verliepen rustig;
de weergalm steeg op en sloeg langs de twee rots
wanden, die steeds hoger stegen en de smalle weg in
sloten. Een enkele grap een persoonlijk woord bracht
weer de aandacht terug op het honderdmaal herhaalde
onderwerp.
Mijn Pelgrim? Altijd even hoffelijk.
Zie eens mijn lieveling. Heeft hij geen prachtige
veren?
Zeker, maar heb je opgelet hoe dik zijn kop wordt
en hoe zijn poten iedere dag een dieper blauwe kleur
krijgen? En zijn dat niet, volgens onze meesters, de bes
te van alle eigenschappen? Alle ogen alle gesprekken
waren gericht op de vogels, die op de vuisten dommel-
den.
\lphonse hief trots een vogel op, die hij uit Candië
had ontvangen Het was ee groot en gezet dier. zeker,
maar hoeveel mooier was de prachtige valk, die met
wijdopen ogen in argeloze houding od Dascie's arm wie
gelde Dat was een prachtig exemplaar, dat van alle
vluchten afkerig was, behalve van de edele vlucht hoog
boven de rivier De jagers hadden een gehele vogelko
lonie bij" zich: Giervalken met lange klauwen, gulzige
sakervalken; exotische exemplaren en andere O neen
dat waren geen vgoels van gewone dorpers.
Men zegt, riep een spotter, dat de heer van Gicon
raven en wouwen fokt. Er volgde een gelach dat door
een en'kel woord werd afgebroken.
Maar ik ken toch een van z\jn mannen, die niets wil
weten van die darmenrovers
Het was waarlijk deze morgen met geraden Dascie
te plagen.
Begon, steeds goedig, gaf adviezen.
En ik zeg u. dat. men dit, genezen kan niet een st»k
paddenstoel ter grootte van een boom. dat moet hij ne
men en dat zal uw vogel van alle verkoudheid en nat
tigheid in de kop afhelpen.
Maar Begon had tegenstanders.
h,i ~i-« suiker bestrooid, is veel
beter
Wil ik je eens zeggen wat goed is?
Die vogel is zwaar ziek. Neem de melk van een ezelin,
of een geit, neem daarbij een schildpad uit destreek
van de Cévennes; ik bedoel die schilpadden, die niet
in het water leven Snijd het vlees uit de schelp los en
drenk het gedurende acht volle dagen in de melk. Maak
daar pillen van en laat uw zieke vele en grote hoe
veelheden innemen. Is dat gebeurd, leg dan in de plaats
van de schilpad het hart van een schaap en doe op de
zelfde wijze
Zo werd er gekeuveld en geredeneerd.
Het ravijn liep plotseling uit in de vlakte, en de stroom
van jagers week uiteen.
Nu naderde men de rivier. Kromme steeneiken, op
schietende en gebogen pijnbomen waren verdwenen. De
zachte aarde, gescheurd, met bruine klei gemengd, lag
daar in vruchtbare akkers gesneden en ingesloten door
pluimend, ritselend riet. Maar deze akkers lagen slechts
in een lange smalle strook. Verderop lag het vochtige
wildrijke woud dat de diepten van het dal tot aan de ri
vier geheel bedekte. De troep drong daar binnen, terwijl
het riet krakend uiteen week.
Onder het donkere gewelf sprongen aanstonds struik
gewas en slingerplanten wilgentakken en jonge boompjes
tegen de paardepoten op.
Met trillende poten, de kop omlaag, ging Maigremort
voorzichtig voort en stapte over de boomstronken, bij de
laatste aanwas neergeveld en door klimop overwoekerd
Links en rechts hoorde men al het vleugelkleppen langs
de takken en door het gebladerte. Hier en daar hadden
enkele jagers reeds hun zegekreten uitgestoten.
Alphonse en Dascie reden nu alleen, zij aan zij.
En Rostaing? vroeg h(j plotseling.
Wat zou ik meer van hem Weten dan jij?
Alnhonse hield zijn paard in en keek het meisje recht
in de ogen.
Maar één ding is er tenminste, dat je weet, en dat
je mij wel zult vertellen. En op zachtere toon vroeg hij
nu: Dascie wat heb je tegen me?
Tegen iou. waarom vraag je dat?
Omdat ik dit dikwijls aan mezelf vraag, vooral sinds
het vertrek van Rostaing en omdat ik me voorgenomen
heb vandaag je die vraag te stellen.
In deze onverwachte strik gevangen, trok Dascie zich
instinctmatig terug in haar vrouwelijke ]istighei<3. Zij
glimlachte.
Het is waar, Alphonse, ik ben de enige, die je nog
plagen kunt,.
En weer draafden ze verder, zii aan zij in een somber
zwijgen hij uit vrees, zij uit list. minutenlang. Maar
toen begonnen weer de dageliikse. gebruikelijke gesprek
ken. Hoe zou de zoon van Raymond onder deze kalme
woorden de geheimzinnige diepten van de haat hebben
kunnen vermoeden?
Ha. wat een pracht!ee reiger! Voor jou. Dascie!
Met zware vleugelslag liet de valk Dascie's hand los.
De anderen zaten venloos erboven en volgden in soen-
riing de jachtvogel. Het water klokte en spoot zijn schuim
tegen de hoeven der paarden. De valk steeg omhoog met
zekerheid en brede zwier. Losgelaten tesen de wind.
kwam hij boven de bomen en hield zijn gestrekte vleu-
c-els nubewpprT,n1': zonde- inptnnnins ploot hii viuon
ling in met brede kringen. Wat zou hii nu doen. zoals
hii daar nnbeveeejnV bin-* in bei h"17" i"1'""-"".
Zan hii nog wel. verblind als hü wap door ziin duizeling
wekkende hooslevaart. de steltloper, die met hangende
noten en crèrokte halo neerboog hoven hft net Neen.
J-jii V)r»Trnmyn-»r.rrIr« Pr» pV* r*rv> v*ro~ H
van licht en zon Een dubbele kreet weerklonk een
van vrpnndp en 7pne tpèPléik' ^Isof de draad die
l-om aa" de liebfe bomo' „e-b nn-1 nlnlio'ljnc» b-rlr ,,i0]
de valk n-ar bf""rl"r maf de onelbe'd van een goed
worpen steen. De vluchteling was verrast, moest aan
vallen: en nu zag men de worsteling, waarin vleugels
en bekken in elkaar grepen, elkaar wondden. De dood'.
De dood! De reiger cirkelde naar beneden en viel als
een bloedend blad De valk trok weer zijn kringen en
steeg op, hoger, steeds hoger.
Kijk, kijk, riep Dascie, rood van opwinding en vreug
de. Welk een vlucht neemt hij! Ik ga hem terugroepen
terwijl jij het wild aan je zadel hangt.
Maigremort deed aarzelend enkele moeilijke stappen.
Maar plotseling, zodra Alphonse hem niet meer zien kon
zette hij aan, spoedde zich voort en sprong uit het dichte
hout. Aan de zoom van het woud kon het dier voortsnel
len in wilde vaart zonder zich om Alphonse, noch de valk
te bekommeren. Toen Dascie ver genoeg gegaloppeerd
had om niet snel achterhaald te kunnen worden, hield
zij stil: haar gelaat was als een masker gesloten, over
haar moeilijk te verklaren gevoelens Zij keek de vogel
na, die in wijde kringen op het gebladerte toeschoot,
waaruit hij opgestegen was. Toen hij laag genoeg was
en tweemaal een scherp, kort gefluit hoorde, brak hij
zijn bochten af, veranderde van richting en kwam na.
derbij. Op een herhaald geluit zachter nu kwam hij
aangevlogen.
Met de overwinnaar op de hand gaf Dascie haar paal
de sporen, dat, sneller nog, zich van Alphonse en r-
garis verwijderde. Moest ook zij niet gehoorzamen aan
de meester, die haar had opgejaagd? O, zeker, m r zij
deed het met tegenzin, en haar ogen die a*"lc n
éner twintigjarige en die alleen maar 1 en
glimlachen tegen de liefde en het leven, vu nLC1 rne'
tranen. Ongehoorzaam zijn aan de slo'U° I,e 8e"
dachte alleen deed haar sidderen van angsu ue wouuzoom
kromp nu terug tussen de stalen riv,ie5,®„ il,er! c*e rot
sige punten der heuvelen, die P10.s s ln steile
toppen werden gesneden. Hier begin iet hol van het
everzwijn, een lage smalle holte vo egenden.
Daar had Dascie de eerste keer lang geaarzeld, niet
in staat een besluit te nemen, noc de toegang tot dit
ondoordringbaar kreupelhout e nn en. Maar nu werd
zij zeker geleid door een sne verworven gewoonte.
Maigremort. die stapvoets nep hield weidra stil. Het
leek Wel. of hjj voor een ur stond: de glooiing liep
bijna verticaal omhoog s yolgegmeid met door
nige struiken, stekelig van accacia s, welke doornen diep
in de dikke plaggen en n t kreupelhout dringen. Voor de
ze onoverkoombare s ag oom steeg Dascie af, haakte
haar mantel los en snoerde hem aan haar zadel; zij
trok haar valk, me op de zadelboog zat, het mutsje
over de ogen. Zi.j was nu zeker van haar twee vrienden
liep op het kreupelhout toe en drong er binnen; de bla
ren sloten zich achter haar. Zij trok zich op aan de
bosjes, klom over de Wortelstronken, gleed uit en stond
weer op, maakte zich los uit de doornen, die haar om
klemden en kroop volhardend verder. Nu was zij boven
op een soort muur. Aan de voet der bomen op de andere
helling ritselde hetzand door een gescheurde wand. De
ze was slechts een effen ronde muur, die een ware trech
ter vormde. Onderin was nog een half zichtbaar over
blijfsel van gebladerte te zien. Dascie liet zich naar be
neden glijden en verdween in dat groen. Zij was niet
meer te zien alleen nog maar te gissen, gebogen, de tak
ken v^Souwend en tastend naar de weg. Spoedig vond
zi.l het begin van de nauwe gang, die diep in de afgrond
onder de neerhangende bladeren door liep. Na enkele
meters liep deze duistere weg uit op een open plaats,
waar plotseling het licht en de geluiden van de rivier
binnenstroomden. Aan het einde van de tunnel was
een stap te veel noodlottig, want. daar bevond men zich
op ee smal rotspunt.dat aan alle kanten ongenaakbaar
was en boven de snelle golven van de Cèze hing. Toch
moest Dascie als naar gewoonte de boodschap van de
slotvoogd óp de aangpduido plaats verbergen.
Zij ging voorzichtig en stil vooruit en had alleen maar
een arm uit te steken, het snelle gebaar te doen, waar
voor zij toch een weinig terugschrok en dan weer terug
te gaan.
Dascie!
Rostaing!
Hun verraste jeugd had gezongen, niet zozeer uit ver
bazing dan wel uit vr®.u®de' n onmiddellijk stond de
liefde tussen hen, een lie e vroom en groot. Geen van
beiden konden zij. d'e m°eting verklaren. Maar hun
liefde was te vredig dan zjj zich daarom bekommer
den of erdoor veroi Ren, Omdat de een om de ander
geleden bad ld'ng waren zij nu waardig te
weten, dat zij e ai n*et meer als kinderen liefhadden.
Doch eze eenzaamheid durfden Rostaing en
Dascie e a meer de hand geven Toen hun ogen
meer 6 ren aan het licht van hun vreugde,
lazen ztl e verwondering op eikaars gelaat. Dascie
mf,fpn rmhelL--erWarring te moeten verbergen en mis-
sdnen opheldenng tg m£eten geven
knmt verdwaald, zei ze gejaagd en verlegen, hoe
mi n vóeel wT 'k niet precieS' maar ik achterv°ïgde
5 's scbuld van een reiger, een prachtige
B r, die nu aan het zadel van Alphonse hangt ..ze
zullen me nu wel zoeken..
u Rostaing dat geloven? Ja, zeiden zijn ogen.
Zij ging dapper door, „Toen ik de valk gevangen had,
'iet ik hem met Maigremont achter en kreeg lust om
bet „Zwijnenhol" op te zoeken. Dat hol waarvan wij zo-
veel geheimzinnigs gehoord hebben. Kon jij vermoeden.
Rostaing, toen Begon ons die angstige geschiedenissen
vertelde waarbij hij nooit vergat een kruisteken te ma
ken, dat wij elkaar juist hier zouden ontmoeten?
Ja, ja, maar als je een paar stappen verder was
gegaan, onvoorzichtig meisje, dan was je in de rivier
terecht gekomen.
Ja maar jij stond daar klaar!
Dascie had ook kunnen vragen, waarom Rostaing hier
gekomen was, maar zij durfde niet uit vrees dat zij zou
vernemen, wat zp wel raden kon.
Ja, gelukkig was ik er, maar kom eens hier en
kijk eens.
Dascie deed een stap vooruit en hij hield zijn arm
voor haar uitgestrekt om haar voor een val te behoe
den.
Kijk, daar ben ik langs gekomen, daar kom ik al
tijd langs.
Ik laat Marchegai aan de andere kant van de rivier,
acuter de wilgenlaan. Daar bij die rotsen, waar het wa
ter tegen spt, is een doorwaadbare plaats, daar steek
ik over.
En hoe kom je dan boven?
Hier langs.
Daar hing namelijk een touw naar beneden waarvan
het uiteinde met een haak gewapend en naar boven ge-
worpe, in de knoestige wortels had gegrepen, die het
zandheuveltje omringden.
Daar klim ik langs, hernam hij trots op zijn hel
dendaad.
Dikwijls?
Ja, nog al dikwijls, telkens als mijn heer mij zendt.
Hoe nu, zou hij het dus zijn, die belast was met de
brieven te halen? O. laat hem zwijgen, laat hem zwij
gen, dacht Dascie, Doch de jonkman, blij dat hij kon
pronken als een held in de ogen van zijn vroeger vrien
dinnetje, ging voort. Toch aarzelde hij even, vóór hij de
gewichtige woorden uitsprak. Men had hem immers ge
heimhouding opgelegd? Zeker, maar hoe zou Dascie
gevaarlijk kunnen zijn? Hij moest lachen bij deze ver
onderstelling en hij zei daarom:
Keer je eens om Dascie,zie je daar dat gat in die
rots? Daar kom ik nu en dan een brief halen voor mijn
heer.
Een plotselinge siddering overviel het meisje; zij werd
bleek en sloot de ogen.
(Woi'dt i*.rvolgd).