met mei Ik meer mans NEEM PER MAN IS (na tien jaar) ONS HUISHOUDEN VER-AMERIKMNST? Vooral linnengoed en lampen naar Amerika meenemen DE DAPPERE DASCIE Wat de emigrant beter thuis kan laten ZATERDAG 7 MEI 1955 PAGINA 4 ,-rm W'W» DRIEKWART KAN Huishoud-Praat door BETTY KQRTEKAAS- DEN HAAN In de duiventil Dienstbode-loze maatschappij Hotelbrand in Chicago eist vele doden AMERIK. OUDSTRIJDERS NAAR MOSKOU De zagende pijnen NEW YORK, 30 April. Romantisch Ridderverhaal uit de tijd van de Kruistochten I A rf vr»rt nrti f#d JjfS' Publicatie Nederland» Zuivelbureau. Gravenhage u Zijn wij, tien jaar na het beëindigen van de oorlog, in onze huishoudingen nu zo veramerikaanst dat het de moeite waard is over dit verschijnsel te spreken? Zeker, er wordt over gepraat, dat is een feit. Met misprijzen of met enthousias me al naar gelang het gezelschap waarin we ons bevinden. Maar is het vele wat wij om ons heen hebben zien ver anderen nu werkelijk een onverantwoord nalopen van de Verenigde Staten ge weest? Amerika is een wereldmacht en daardoor is zijn invloed op het wereld beeld onmiskenbaar. Zoals dat ook met andere wereldmachten het geval is. Blijft dus alleen de vraag of wij bij het aan vaarden van die invloed onze goed-va- derlandse reserve volkomen overboord hebben gezet. Voor ik hierop tot een antwoord kom zou ik vandaag zo graag eens in een geestelijke helicopter gaan zitten, hoog boven de ontwikkeling van de laatste tien, vijftien jaar. Wij zien dan verwoes ting van woonruimte en stilstand in de woningbouw gepaard gaan aan een groei van de bevolking. Met spoedig daarop het zoeken naar mogelijkheden om onze landgenoten weer een bestaan te verze keren in een nieuw gegroeide wereld. Emigratie alleen is niet voldoende. Er moet ook industrie komen. Een industrie, die niet alleen problemen schept voor het platteland, maar die zeer speciaal ook duizenden werkkrachten onttrekt aan het terrein van de huishouding. De oor zaken zijn bekend: afgebakende werktij den. de „gezelligheid" van het werken In een gemengd milieu, de ruimere fi nanciële beloning. Met dat gebrek aan hulp zitten we dan meteen in het eerste probleem dat de huishouding rechtstreeks raakt. Het ge bied dat wjj vandaag overzien is echter groter. Zowel de verwoesting als de be volkingsgroei en de industrialisatie schreeuwden om een intensieve woning bouw en omdat de grond waarop wjj leven ons krap is toegemeten, bouwden wij in de hoogte. Die nieuwe bouwwijze heeft ons heel wat nieuwe inzichten ge bracht over de inrichting en indeling van de woning. Noodgedwongen, maar dik wijls verantwoord in het kader van het ruimtegebrek, waarmee wij te kampen hebben. Doch even vaak ook met een gebrek aan inzicht voor de eisen die een vrouw (ongeacht of dat nu een Neder landse is of een Amerikaanse) aan haar werkterrein stelt. Voor de ruime, oude woning, bij een aanbod van personeel, was dat alles mis schien minder noodzakelijk al moeten wij in onze veroordeling van „Amerika nismen" ook weer niet zo ver gaan om over het hoofd te zien, dat heel veel van onze huishoudelijke hulpmiddelen al jaren voor de oorlog aan de markt wa ren. denken we maar eens aan de stof zuiger, electrisch koken, automatische vuilafvoer e.d., maar thans vloeit het min of meer uit de omstandigheden voort. Want in de duiventil van een hoge flat kan ook voor de plattelandsvrouw, die vroeger haar eigen bleekje had, een mo derne installatie voor wassen en drogen noodzakelijk zijn. De stookproblemen zijn er anders, evenals het opvangen van de boodschappen wanneer althans onze le veranciers niet tereid zijn, zich terwille van het eindeloze trappenklimmen in de hoogbouw een hartkwaal aan te meten. Er moeten dus goederenliften zijn (Ame rika kent die wel, maar voor ons vormen die altijd nog een attractie). En in de broei-oven van de moderne flat is zowel een behoorlijke air-conditioning als een koelkast, bij voorkeur met vriesinrich- ting, geen overbodige luxe. En zie nu de verdere ontwikkeling. Een koelkast is niet alleen bederfwerend (en daardoor kostenbesparend). Zij kan ook een wijziging brengen in onze koopge woonten. Het vlees en de melk (in car tons) kunnen evenals het brood voor en kele dagen tegelijk worden ingeslagen. De ontwikkeling van de diepvries zal ons kant-en-klare maaltijden bezorgen. „Rea- dy-to-eat", compleet, met aardappelen, groente, vlees en jus, en op een carton- nen bord dat in de automatische vuilaf voer verdwijnt. Dat alles is geen geïdealiseerd beeld, dat ik hier schets. En ook niet „Ameri kaans", al is het een feit, dat het huishou delijk denken in de Verenigde Staten met snellere sprongen is verlopen dan bij ons. Het vloeit eenvoudig voort uit de om standigheden, die ik hierboven in vogel vlucht heb geschetst en waarvan wij hoogstens zouden kunnen zeggen dat zij ons mede door de hulp en de voorlich ting die ons na de oorlog door de Ame rikanen zijn geboden zoveel concreter dan voorheen voor de geest zijn gaan staan. Concreter dan de reeds van voor de oorlog daterende voorkeur voor blank j eiken meubelen (uit Scandinavië) en de old finished dito's waarmee wij al jaren lang op een onzalige manier de Engelse sfeer proberen te imiteren. Met opzet heb ik in dit praatje niet gesproken over de mengmachines en de koffiezetapparaten, de blikopeners en de schilmachines, de kranen die tevens sproeier zijn en de apparaten die zelfs de afdroogdoek overbodig maken. Dat zijn tenslotte actualiteiten die door de snelheid en de intensiteit van het ver keer spoedig genoeg naar ons overwaaien. Ons zogenaamde „Amerikanisme-' be treft onze algemene gesteltenis. En die is ons door de omstandigheden alleen maar opgelegd. Maar moeten wij dat betreuren? Om daarop een antwoord te vinden moeten wij bedenken dat zonder een „new look" op het bedrijf van de huis houding allerlei van die begrippen als efficiency, planning, research en budge- tering voor ons taboe zouden zijn. oor de Amerikaanse vrouw zijn zij dat niet. Zij heeft die woorden in hun volle bete kenis reeds vanaf de lagere school ge leerd en zii hebben haar voorbereid op het werk in een dienstbodeloze maat schappij. Maar aan de andere kant is het ook een kwestie van mentaliteit. Terwijl voor onze vaderlandse zuinigheid de „tijd" geld is. redeneert de Amerikaanse vanuit de gedachtengang dat „Every minute counts". Het zijn de minuten die in ons leven tellen en die mij bij de herdenking van het vijfjarig bestaan van de Huishoud- raad al deden opmerken, dat ons streven de richting moet uitgaan om met minder werk in minder tijd meer te doen. Alle gebrek aan huishoudelijk personeel ten spijt zal verwezenlijking van deze „Ameri kaanse" gedachte ook de Nederlandse vrouw de vrije tijd bezorgen, die het haar mogelijk maakt, zich te wijden aan zelf ontwikkeling en sociaal werk. En waar om zouden wij voor de moeders die wij morgen, Moederdag, in de taarten en de bloemen en de huishoudelijke voor werpen zetten daarbij ook niet wat ontspanning op het program zetten? Samenwerking tussen deskundi gen uit de kringen van regering en industrie heeft in de Ver. Staten geleid tot de bouw van een U-vormige keuken, waarin alles zodanig gegroepeerd is, dat er geen stap teveel hoeft te wor den gezet. In dit hoekje bevindt zich (onder de radio!) een kleine schrijftafel, waaraan het hoofd van de huishouding de samenstelling van de maaltijden kan voorbereiden en telefonisch met haar leveranciers kan over leggen. In een hotel te Chicago met 100 zeer goedkope kleine slaapkamertjes heeft gisteren een brand gewoed, die zo snel om zich heen greep, dat er volgens een eerste telling ten minste tien personen zijn omgekomen en dertien gasten wer den gewond. De brand was, dank zij het snelle ingrijpen van politie en brandweer, na een uur onder controle. Ongeveer 20 personen werden uit de bovenste verdiepingen langs ladders naar beneden gedragen. De omge komenen bevonden zich op de boven verdiepingen van het vijf verdiepingen tellende hotel. Sinds Februari zijn er reeds vier branden in Chicago geweest, die in het geheel aan 51 personen het leven heb ben gekost. Negen Amerikaanse oudstrijders, die door de Sovjet-Unie zijn uitgenodigd voor een bezoek aan Moskou ter her denking van de ontmoeting aan de Elbe, tien jaar geleden, zijn per vlieg tuig uit New York vertrokken, nadat een televisiemaatschappij voor het ont brekende reisgeld had gezorgd. In Parijs zal het gezelschap door een Russisch vliegtuig worden afgehaald. (Advertentie) van rheumatiek, spit, ischias, hoofd en zenuwpijnen worden snel en af doende verdreven door Togal. Er is geen beter middel tegen dan Togal Togal baat waar andere middelen falen Togal zuivert door de nieren en is on schadelijk voor hart en maag. Bij apo theek en drogist f 0 95. f 2.40 en f 8.88 (l an ouzo correspondent) Het schijnt voor veel Neder landers die naar Amerika en Canada immigreren dikwijls een groot probleem te zijn wat zij uit de Oude naar de Nieuwe Wereld zullen meenemen aan goederen en huisraad. Velen zijn aan bepaalde stukken gehecht, willen er niet van scheiden en wanneer ze dan hier aankomen, blijken die stukken totaal niet in hun nieuwe woning te passen (letterlijk en figuurlijk). Anderen plegen zaken mee te nemen, die ze zich veel goedkoper in dit land hadden kunnen aan schaffen. Verzendkosten zijn hoog maar omdat de smaak van Ameri kaanse fabrikanten gewantrouwd wordt, sleept men dikwijls van alles en nog wat over de oceaan mee waar men later spijt van heeft. Aan immigranten^ die dergelijke ver- huisproblemen trachten op te los sen, worden hieronder enkele adviezen gegeven. Heiligen. Allereerst moet men vóór alles in het oog hoden. dat in Amerika zowel als Canada het vervoeren van een kist, een meubelstuk etc. ontzaglijk duur is- Behalve dat elke „handen-arbeid" hier hoog betaald wordt, muet r. en ook aan de reusachtige afstanden van Noord Amerika denken. En wie dus een boe- deltje wil verhuizen, mag zich er wel rekenschap van geven hoever verwijderd van de Oostkust h!? of zij komt te wonen. Gaat de immigrant naar British Co lumbia of California, dan moet hij maar liever niet denken aan het meeslepen van meubels, want voor de helft wat hij aan het vervoer betaalt, koopt hij hier een heel nieuw ameublement. Wie echter omtrent New York en Toronto gaat wonen en meer in de buurt van de Oostkust van het continent blijft kan het eventueel wel erop wagen wat meubeltjes mee te nemen. Geraden wordt echter geen grote an tieke kasten of volledige huiskamer- ameublementen over te brengen. Euro pees meubilair gaat in het Noordame- rikaanse klimaat meestal splijten e*o barsten: niet alleen de lijm laat los maar het hout breekt open; ook antiek goed doet dat en ik heb menig fraai antiek stuk op die manier aan zijn eind zien komen. Ten tweede is de woningbouw in Noord Amerika zo anders, de kamer- verdeling, de plaatsing der ramen, dat een Hollands huiskamerameublement er lang niet altijd goed staat. Het centra le punt van de Noordamerikaanse wo ning is de „livingroom". een ruime soort zitkamer die de Amerikaan als zijn huis- en ontvangkamer gebruikt. Amerikanen richten die met hun standaard-meubi lair in: een zitbank, twee gecapiton neerde armstoelen en een paar kleine tafeltjes of stoelen. Europeanen maken ei" hun huis- zitkamer van door vaak io een hoek een lage zitbank te plaatsen oij een klein tafeltje met een paar stoe len en aan de andere kant een ronde of andersgevormde eettafel met stoe len te zetten. M.a.w. in de moderne Amerikaanse woning is doorgaans geen plaats genoeg voor al ons meubilair van de huiskamer. Vervolgens moet men zich afvragen hoe men zijn huis in het nieuwe land wil meubileren. Modern? Indien dat het geval is, neem dan niets uit Holland me.- aan meubilair, want op het gebied van moderne woninginrichting kan men in Noord-Amerika alles krijgen. Welis waar, wie in kleine stadjes of dorpjes komt te wonen, zal zijn aankopen be ter in de grote steden doen. Want in het Midden-Westen van heel N.-Ame- rika is op de dorpen of in de kleine stadjes niet veel fraais te krijgen, zelfs niet op modern gebied. Maar de grote steden bieden prachtig modern meubi lair. Eveneens trouwens antiek, maar dat is hier nog veel duurder dan in Holland. De slotsom, wat meenemen van meu bilair betreft, is dus: a) neem geen moderne meubels mee, zelfs als men ze al heeft, want inpakken, verzending per boot en over land hier is veel te kostbaar; b) neem geen grote stukken mee, antieke kasten e.d.; c) neem nooit iets van een slaapkamerameublement mee; d) maar indien gewenst, neem een paar „neutrale" kleinere meubels mee een paar antieke tafeltjes, bank jes. misschien een of andere mooie stoel, een oude dekenkist (goed voor bergruimte). Deze stukken spT'len ook wel, maar zijn makkelijker te repare ren. Bovendien zijn ze minder om te ge bruiken dan wel om wat sfeer aan het vertrek te geven. En dit soort stukken gaan met elk type meubilair samen, en zo niet, dan kunnen ze, apart gesteld, nog altijd een aardige hoek in huis ma ken; e) wees niet teleurgesteld wanneer men in Amerikaanse warenhuizen veel lelijks aan meubels ziet. Allengs leert men de goeie stukken eruit te pikken en te combineren. De huishoudelijke artikelen vormen ene ander chapiter. Ze zijn makkelijker vervoerbaar. Wie ze heeft, neme mooie tegels mee (een goed idee is_ ze in lood te laten zetten, zoals glas in lood) en zijn zilverwerk; (het Amerikaanse zil verwerk en het Engelse is behalve ont zaglijk duur lang niet altijd zo mooi ais het oude en moderne Hollands*: en Fran se); en dan moet men zijn linnen mee nemen. Immigranten zullen merken, dat Amerikanen weinig om mooi linnengoed geven. Inplaats van tafellakens gebrui ken ze. soms de kleinen servtjes of matjes onder het bord. Maar zelfs dat doet men doorgaans niet. Tege-..oordig gebruikt iedereen plastic tafelkleden of nog eenvoudiger: het hard plastic ta felblad zelf, waarin nooit vlekken kun nen komen, vervangt het tafellaken. Wie er aan hecht, ®;emt dus zijn ta fellinnen mee, want werkelijk mooi lin nen is hier niet goedkoop. Beddegoed be zitten weinig Amerikanen, daar men het makkelijker huurt, e.n bergruimte er voor in de appartementen gering is. Maar lakens kan men beter hier kopen, katoen is in dit katoen-land veel goed koper dan in Holland. Aan te raden is vooral kleinere stuk ken. fraaie voorwerpen, mooie schalen, vazen, schilderijen, lampen, mee te ne men. Vooral lampen. Niet onze soort huiskamerlamp, die past hier niet, maar de staande lamp, de lamp op tafeltje en bureau. Men kent in Amerika, voor al in lampen standaardtypen, die welijk vervelen als men ze al mooi kan vinden. Alle kappen zijn hetzelfde, en men houdt er ook nog cellophaan om heen in de huiskamer, want dat spaart de stomerij weet U! Zelfs in speciale lampenwinkels vindt men weinig wat echt mooi is, en wanneer men dat vindt, is het ook echt duur! En dan de kleden. Wie Perzische ta pijten heeft, neme ze vooral mee, maar laat z.e afdoende tegen motten bewer ken (kamferballen zijn niet voldoende). Perzische tapijten ziet men hier weinig, maar ze worden er niet minder attrac tief door. In Amerika zijn de vloeren doorgaans van parket of een soort parket. Uit gemakzucht smeert men er graag een vernisje op, dat ziet er lan ger glanzend uit, maar het staat lelijk. Het liefste echter heeft men hier zijn vloer van muur tot muur met vast kleed bedekt, daar legt men dan lang niet altijd een ander kleed op. De immi grant die ongeveer weet in welke om geving hij komt, of hij huis, kamer of appartement zal bewonen, mo*" met al deze factoren rekening houden wanneer hij zich verdiept of en wat hij aan kle- den zal meenemen. Het is wel aan te be velen - wanneer men enigszins weet hoe men zijn vertrek zal inrichten - 'n neu traal vloerkleed uit Holland mee te ne men. daar ze in Holland meestal smaak voller en goedkoper zijn dan hier. De aardige Hollandse gevlochten stromat, doet het ook goed in Amerikaanse hui zen. Handgeweven tafelkleden als men er van houdt moet men meene men. Er zijn in N.-Amerika heel weinig werkelijk smaakvolle handgeweven ta felkleden te vinden, en wat men vindt is onbetaalbaar. Ik zou immigranten zelfs aanraden dat, wanneer zé tenminste we ten dat ze straks een huis moeten gaan inrichten, ze in Holland al goed voor gordijnen of bekleding uitzoeken, zodat ze zich die kunnen laten nasturen, wan neer ze niets vinden wat hun aanstaat in Amerika. Rest nog slaapkamer en keukeninrich- ting. Dat is allemaal veel gemakkelij ke. in Amerika te kopen. Alles wat te maken hr ,ft met practische en techni sche voorwerpen, kope men in Amerika. Od keukengebied is alles veel beter en fraaier hier te krijgen, en de keuze is uitgebreider. Ook zit-slaapkamerinrich- tingen zijn hier practischer. Opklapbed- den kent men hier niet, ze nemen te veel ruimte in. Inplaats daarvan heeft men de vierkante poef, die tot bed openslaat, of de bank, die tot dubbel bed uitschuift. Of men gebruikt een licht gevalletje met een matras en klapt het samen en zet het in een kast. Wie aan zijn boeken hecht, neme ze mee. maarhet vervoer is een dure liefhebberd. Het is aan te bevelen een regeling met de boekhandelaar te tref fen voor eventuele betalingen, wanneer men bestellingen van buitenlandse boe ken wil doen. Die kan men op het plat teland hier niet krijgen, noch ook cata logi van wat er verschijnt Als mep in een stad als New York woont, heeft men ook op gebied van boeken het neus je van de zalm. maar in Toronto b.v. is het soms al een karwei op <je h00gte te blijven van wat er in Duitsland en Frankrijk uitkomt. Intussen had Margaris, door Alphonse Jourdain be reden reeds de witte vlek van diens mantei gew or pen té midden van de kleurenwemeling. Daar"was'Dascie verschenen, glimlachend op haarMie lievelingspaard: Maigremort. Haar Rjne arm hield haar si rak geplooide mantel opzij en wiegde een stevige valk. Haar hoofdtooisel, smal en met ronde rand. was met een koordje onder de kin vastgebonden en rondde haar krullen van haar zwarte haren. En de troep trok voorbij. Wie kent de gevoelns, die geheimzinnig op een afstand zweefden tussen de slotvoogd en Dascie? Toen de ja gers reeds de brug naderden en buiten het kasteel de vleugels hunner onbezorgdheid gingen uitslaan, daal de de slotvoogd met rustige zekerheid de trap af. Tege lijkertijd steigerde Maigremont ongeduldig en duwde de paardenlijven opdij. Opnieuw sprong hij het pleinop met een vlugheid, alsof Dascie hem volkomen vr(j had ge laten Verschrikt door deze plotselinge ruk, liet de valk de vuist los en klampte zich klapwiekend op de schou der van zijn meesteres vast. Ik haal jullie wel in, riep zij tot haar makkers, die reeds het kasteel verlaten hadden, een ogenblikje maar om „Maigremort" gehoorzaamheid te leren. Reeds had de slotvoogd zijn hand op de .teugel ge legd en terwijl het paard trappelde van heimelijk ge geven spoorslagen zag niemand de beweging van de man die Dascie iets aanreikte. Dit geef je ginds af! Als altijd, mompelde hij. Met een spoorslag galoppeerde zij over de rammelen de planken van de brug. Haar valk zat weer onbeweeg- °Dascief Dascie! riepen de ongeduldige jagers, die WS!ij°haaide de troep in. die al pratend Langzaam en als had hu een opgezette tong. sprak de dikke Begon, die altijd het eerst om zijn eigen woor den laehtte. Hij zichtte zich bij voorkeur tot Alphonse, maar had er bijzonder veel voldoening van als de gehe le troep van jonge ridders en schildknapen naar zijn be weringen luisterde. Blijmoedig zijn, nietwaar, zeide hij, is na de vree- ze God, de eerste van alle wetenschappen? Welnu mijn goede oom zaliger heeft mi.i in zijn laatste ogenb ikken gezegd' Niets is daarvoor zo nuttig als de jacht, ten eerste houdt zij ons verre van de zeven hoofdzonden, terwijl zij onze huidkleur fris en onze eetlust levendig De ruiters hadden reeds de boomgaard achter zich en links afslaande reden zii .langs de heuvelketen. Daar was een plotselinge bocht m de scherpe helling, en on- der de drang der gewoonte drongen de paarden *tearin met gestrekte benen, de rug gebogen op het wegzakkend achterdeel, de vier hoeven bij elkaar. Enige meters la- aor strekten de lijven zich weer uit op de vlakkere hel ling. Deze 'werd nu regelmatigeren dwars d°°r een gras veld, langs stenen en uitgerukte heesters boorde «ch een ravijn onder de bomen door, die de rotswand bedekten en langzaamaan boven de hoofden reikten. De j g reden opgewekt verder, onder de onbeweeglijke, door zichtige takken, nog zwaar van de dauw. Ik voor mij nou het wel heerlijk vinden, zei Dascie als ik naast Maigremort een speurhond aan de lijn zag trekken en daarachter de jachthonden, die de dienaren maar in de weg lopen. Ook ik versmaad dat genoegen niet, Dascie. Maar even graag zie ik op mijn vuist, maar vooral op de uwe een prachtige dappere vogel, antwoorde Alphonse Jour dain. Hoe dikwijls had men dit gesprek dat alle jacht partijen voorafging wel kunnen 'noren! In de dichte groep was niet één ridderknaap behalve misschien Begon, die het niet met Dascie eens was Het gezicht van de losgelaten honden in het bos, ivas een veel schoner schouwspel dan de oorlog! Ja, deze morgen was Dascie meer elastisch van geest dan ooit. Ja, ja, ik weel het wel; men zegt dat Acteon door zijn honden werd verscheurd en dat alleen de hangen aan de vogeljacht doen.... Alphonse verwonderde zich nu niet meer over die plot selinge onvriendelijkheden. Het is in elk geval een bij uitstek Franse uitvin ding en zeer nieuw. De oudheid heeft de vogeljacht nooit gekend en ook de ongelovige kent ze niet. De gesprekken van ruiter tot ruiter verliepen rustig; de weergalm steeg op en sloeg langs de twee rots wanden, die steeds hoger stegen en de smalle weg in sloten. Een enkele grap een persoonlijk woord bracht weer de aandacht terug op het honderdmaal herhaalde onderwerp. Mijn Pelgrim? Altijd even hoffelijk. Zie eens mijn lieveling. Heeft hij geen prachtige veren? Zeker, maar heb je opgelet hoe dik zijn kop wordt en hoe zijn poten iedere dag een dieper blauwe kleur krijgen? En zijn dat niet, volgens onze meesters, de bes te van alle eigenschappen? Alle ogen alle gesprekken waren gericht op de vogels, die op de vuisten dommel- den. \lphonse hief trots een vogel op, die hij uit Candië had ontvangen Het was ee groot en gezet dier. zeker, maar hoeveel mooier was de prachtige valk, die met wijdopen ogen in argeloze houding od Dascie's arm wie gelde Dat was een prachtig exemplaar, dat van alle vluchten afkerig was, behalve van de edele vlucht hoog boven de rivier De jagers hadden een gehele vogelko lonie bij" zich: Giervalken met lange klauwen, gulzige sakervalken; exotische exemplaren en andere O neen dat waren geen vgoels van gewone dorpers. Men zegt, riep een spotter, dat de heer van Gicon raven en wouwen fokt. Er volgde een gelach dat door een en'kel woord werd afgebroken. Maar ik ken toch een van z\jn mannen, die niets wil weten van die darmenrovers Het was waarlijk deze morgen met geraden Dascie te plagen. Begon, steeds goedig, gaf adviezen. En ik zeg u. dat. men dit, genezen kan niet een st»k paddenstoel ter grootte van een boom. dat moet hij ne men en dat zal uw vogel van alle verkoudheid en nat tigheid in de kop afhelpen. Maar Begon had tegenstanders. h,i ~i-« suiker bestrooid, is veel beter Wil ik je eens zeggen wat goed is? Die vogel is zwaar ziek. Neem de melk van een ezelin, of een geit, neem daarbij een schildpad uit destreek van de Cévennes; ik bedoel die schilpadden, die niet in het water leven Snijd het vlees uit de schelp los en drenk het gedurende acht volle dagen in de melk. Maak daar pillen van en laat uw zieke vele en grote hoe veelheden innemen. Is dat gebeurd, leg dan in de plaats van de schilpad het hart van een schaap en doe op de zelfde wijze Zo werd er gekeuveld en geredeneerd. Het ravijn liep plotseling uit in de vlakte, en de stroom van jagers week uiteen. Nu naderde men de rivier. Kromme steeneiken, op schietende en gebogen pijnbomen waren verdwenen. De zachte aarde, gescheurd, met bruine klei gemengd, lag daar in vruchtbare akkers gesneden en ingesloten door pluimend, ritselend riet. Maar deze akkers lagen slechts in een lange smalle strook. Verderop lag het vochtige wildrijke woud dat de diepten van het dal tot aan de ri vier geheel bedekte. De troep drong daar binnen, terwijl het riet krakend uiteen week. Onder het donkere gewelf sprongen aanstonds struik gewas en slingerplanten wilgentakken en jonge boompjes tegen de paardepoten op. Met trillende poten, de kop omlaag, ging Maigremort voorzichtig voort en stapte over de boomstronken, bij de laatste aanwas neergeveld en door klimop overwoekerd Links en rechts hoorde men al het vleugelkleppen langs de takken en door het gebladerte. Hier en daar hadden enkele jagers reeds hun zegekreten uitgestoten. Alphonse en Dascie reden nu alleen, zij aan zij. En Rostaing? vroeg h(j plotseling. Wat zou ik meer van hem Weten dan jij? Alnhonse hield zijn paard in en keek het meisje recht in de ogen. Maar één ding is er tenminste, dat je weet, en dat je mij wel zult vertellen. En op zachtere toon vroeg hij nu: Dascie wat heb je tegen me? Tegen iou. waarom vraag je dat? Omdat ik dit dikwijls aan mezelf vraag, vooral sinds het vertrek van Rostaing en omdat ik me voorgenomen heb vandaag je die vraag te stellen. In deze onverwachte strik gevangen, trok Dascie zich instinctmatig terug in haar vrouwelijke ]istighei<3. Zij glimlachte. Het is waar, Alphonse, ik ben de enige, die je nog plagen kunt,. En weer draafden ze verder, zii aan zij in een somber zwijgen hij uit vrees, zij uit list. minutenlang. Maar toen begonnen weer de dageliikse. gebruikelijke gesprek ken. Hoe zou de zoon van Raymond onder deze kalme woorden de geheimzinnige diepten van de haat hebben kunnen vermoeden? Ha. wat een pracht!ee reiger! Voor jou. Dascie! Met zware vleugelslag liet de valk Dascie's hand los. De anderen zaten venloos erboven en volgden in soen- riing de jachtvogel. Het water klokte en spoot zijn schuim tegen de hoeven der paarden. De valk steeg omhoog met zekerheid en brede zwier. Losgelaten tesen de wind. kwam hij boven de bomen en hield zijn gestrekte vleu- c-els nubewpprT,n1': zonde- inptnnnins ploot hii viuon ling in met brede kringen. Wat zou hii nu doen. zoals hii daar nnbeveeejnV bin-* in bei h"17" i"1'""-"". Zan hii nog wel. verblind als hü wap door ziin duizeling wekkende hooslevaart. de steltloper, die met hangende noten en crèrokte halo neerboog hoven hft net Neen. J-jii V)r»Trnmyn-»r.rrIr« Pr» pV* r*rv> v*ro~ H van licht en zon Een dubbele kreet weerklonk een van vrpnndp en 7pne tpèPléik' ^Isof de draad die l-om aa" de liebfe bomo' „e-b nn-1 nlnlio'ljnc» b-rlr ,,i0] de valk n-ar bf""rl"r maf de onelbe'd van een goed worpen steen. De vluchteling was verrast, moest aan vallen: en nu zag men de worsteling, waarin vleugels en bekken in elkaar grepen, elkaar wondden. De dood'. De dood! De reiger cirkelde naar beneden en viel als een bloedend blad De valk trok weer zijn kringen en steeg op, hoger, steeds hoger. Kijk, kijk, riep Dascie, rood van opwinding en vreug de. Welk een vlucht neemt hij! Ik ga hem terugroepen terwijl jij het wild aan je zadel hangt. Maigremort deed aarzelend enkele moeilijke stappen. Maar plotseling, zodra Alphonse hem niet meer zien kon zette hij aan, spoedde zich voort en sprong uit het dichte hout. Aan de zoom van het woud kon het dier voortsnel len in wilde vaart zonder zich om Alphonse, noch de valk te bekommeren. Toen Dascie ver genoeg gegaloppeerd had om niet snel achterhaald te kunnen worden, hield zij stil: haar gelaat was als een masker gesloten, over haar moeilijk te verklaren gevoelens Zij keek de vogel na, die in wijde kringen op het gebladerte toeschoot, waaruit hij opgestegen was. Toen hij laag genoeg was en tweemaal een scherp, kort gefluit hoorde, brak hij zijn bochten af, veranderde van richting en kwam na. derbij. Op een herhaald geluit zachter nu kwam hij aangevlogen. Met de overwinnaar op de hand gaf Dascie haar paal de sporen, dat, sneller nog, zich van Alphonse en r- garis verwijderde. Moest ook zij niet gehoorzamen aan de meester, die haar had opgejaagd? O, zeker, m r zij deed het met tegenzin, en haar ogen die a*"lc n éner twintigjarige en die alleen maar 1 en glimlachen tegen de liefde en het leven, vu nLC1 rne' tranen. Ongehoorzaam zijn aan de slo'U° I,e 8e" dachte alleen deed haar sidderen van angsu ue wouuzoom kromp nu terug tussen de stalen riv,ie5,®„ il,er! c*e rot sige punten der heuvelen, die P10.s s ln steile toppen werden gesneden. Hier begin iet hol van het everzwijn, een lage smalle holte vo egenden. Daar had Dascie de eerste keer lang geaarzeld, niet in staat een besluit te nemen, noc de toegang tot dit ondoordringbaar kreupelhout e nn en. Maar nu werd zij zeker geleid door een sne verworven gewoonte. Maigremort. die stapvoets nep hield weidra stil. Het leek Wel. of hjj voor een ur stond: de glooiing liep bijna verticaal omhoog s yolgegmeid met door nige struiken, stekelig van accacia s, welke doornen diep in de dikke plaggen en n t kreupelhout dringen. Voor de ze onoverkoombare s ag oom steeg Dascie af, haakte haar mantel los en snoerde hem aan haar zadel; zij trok haar valk, me op de zadelboog zat, het mutsje over de ogen. Zi.j was nu zeker van haar twee vrienden liep op het kreupelhout toe en drong er binnen; de bla ren sloten zich achter haar. Zij trok zich op aan de bosjes, klom over de Wortelstronken, gleed uit en stond weer op, maakte zich los uit de doornen, die haar om klemden en kroop volhardend verder. Nu was zij boven op een soort muur. Aan de voet der bomen op de andere helling ritselde hetzand door een gescheurde wand. De ze was slechts een effen ronde muur, die een ware trech ter vormde. Onderin was nog een half zichtbaar over blijfsel van gebladerte te zien. Dascie liet zich naar be neden glijden en verdween in dat groen. Zij was niet meer te zien alleen nog maar te gissen, gebogen, de tak ken v^Souwend en tastend naar de weg. Spoedig vond zi.l het begin van de nauwe gang, die diep in de afgrond onder de neerhangende bladeren door liep. Na enkele meters liep deze duistere weg uit op een open plaats, waar plotseling het licht en de geluiden van de rivier binnenstroomden. Aan het einde van de tunnel was een stap te veel noodlottig, want. daar bevond men zich op ee smal rotspunt.dat aan alle kanten ongenaakbaar was en boven de snelle golven van de Cèze hing. Toch moest Dascie als naar gewoonte de boodschap van de slotvoogd óp de aangpduido plaats verbergen. Zij ging voorzichtig en stil vooruit en had alleen maar een arm uit te steken, het snelle gebaar te doen, waar voor zij toch een weinig terugschrok en dan weer terug te gaan. Dascie! Rostaing! Hun verraste jeugd had gezongen, niet zozeer uit ver bazing dan wel uit vr®.u®de' n onmiddellijk stond de liefde tussen hen, een lie e vroom en groot. Geen van beiden konden zij. d'e m°eting verklaren. Maar hun liefde was te vredig dan zjj zich daarom bekommer den of erdoor veroi Ren, Omdat de een om de ander geleden bad ld'ng waren zij nu waardig te weten, dat zij e ai n*et meer als kinderen liefhadden. Doch eze eenzaamheid durfden Rostaing en Dascie e a meer de hand geven Toen hun ogen meer 6 ren aan het licht van hun vreugde, lazen ztl e verwondering op eikaars gelaat. Dascie mf,fpn rmhelL--erWarring te moeten verbergen en mis- sdnen opheldenng tg m£eten geven knmt verdwaald, zei ze gejaagd en verlegen, hoe mi n vóeel wT 'k niet precieS' maar ik achterv°ïgde 5 's scbuld van een reiger, een prachtige B r, die nu aan het zadel van Alphonse hangt ..ze zullen me nu wel zoeken.. u Rostaing dat geloven? Ja, zeiden zijn ogen. Zij ging dapper door, „Toen ik de valk gevangen had, 'iet ik hem met Maigremont achter en kreeg lust om bet „Zwijnenhol" op te zoeken. Dat hol waarvan wij zo- veel geheimzinnigs gehoord hebben. Kon jij vermoeden. Rostaing, toen Begon ons die angstige geschiedenissen vertelde waarbij hij nooit vergat een kruisteken te ma ken, dat wij elkaar juist hier zouden ontmoeten? Ja, ja, maar als je een paar stappen verder was gegaan, onvoorzichtig meisje, dan was je in de rivier terecht gekomen. Ja maar jij stond daar klaar! Dascie had ook kunnen vragen, waarom Rostaing hier gekomen was, maar zij durfde niet uit vrees dat zij zou vernemen, wat zp wel raden kon. Ja, gelukkig was ik er, maar kom eens hier en kijk eens. Dascie deed een stap vooruit en hij hield zijn arm voor haar uitgestrekt om haar voor een val te behoe den. Kijk, daar ben ik langs gekomen, daar kom ik al tijd langs. Ik laat Marchegai aan de andere kant van de rivier, acuter de wilgenlaan. Daar bij die rotsen, waar het wa ter tegen spt, is een doorwaadbare plaats, daar steek ik over. En hoe kom je dan boven? Hier langs. Daar hing namelijk een touw naar beneden waarvan het uiteinde met een haak gewapend en naar boven ge- worpe, in de knoestige wortels had gegrepen, die het zandheuveltje omringden. Daar klim ik langs, hernam hij trots op zijn hel dendaad. Dikwijls? Ja, nog al dikwijls, telkens als mijn heer mij zendt. Hoe nu, zou hij het dus zijn, die belast was met de brieven te halen? O. laat hem zwijgen, laat hem zwij gen, dacht Dascie, Doch de jonkman, blij dat hij kon pronken als een held in de ogen van zijn vroeger vrien dinnetje, ging voort. Toch aarzelde hij even, vóór hij de gewichtige woorden uitsprak. Men had hem immers ge heimhouding opgelegd? Zeker, maar hoe zou Dascie gevaarlijk kunnen zijn? Hij moest lachen bij deze ver onderstelling en hij zei daarom: Keer je eens om Dascie,zie je daar dat gat in die rots? Daar kom ik nu en dan een brief halen voor mijn heer. Een plotselinge siddering overviel het meisje; zij werd bleek en sloot de ogen. (Woi'dt i*.rvolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 4