vier Er is maar één medicijn tegen2e Pinksterdag Overzicht Eerste Kamer Het spoorwegongeluk te Oldebroek dobbers PAGINA 5 GEVALLENEN TE MILL HERDACHT )oor oud.-striirlp.rs van 3 R.I. DAT GEVOEL? VAN buigend SPLIT EN DEINENDE vond hij het argument van de heer De Vos van Steenwijk niet zwaar genoeg om verwerping te rechtvaardigen. Daar repliek uitbleef, ligt de veronder stelling voor de hand dat hij deze V.V.D.- afgevaardigde toch niet had weten te overtuigen. Prof. Gerretson vreesde, dat het ge bruik van het Fries als voertaal in de bewuste drie klassen van het L.O. de kennis van het Nederlands in het ge drang zal brengen. De bewindsman be toogde echter, dat de voorlopige er varing op de scholen in een andere rich ting wijst. De heer Derksen K.V.P.) had dit ook geconstateerd. Hij kondigde aan, dat een groot deel van zijn fractie met meer of minder enthousiasme zijn stem aan het ontwerp zou geven. De minister verzekerde de heer Diepenhorst, dat het facultatief stellen van het Fries als voertaal ook voor hem een essentieel punt is geweest Om circa 23.10 uur sloot de voorzitter de vergadering. Ad Interim. Met twee journalisten in de ver- dachtenbank en twee vlak er achter, op de bank van de parketwachten, werd daarop de behandeling van de zaak tegen de 54-jarige in 1932 tot Nederlander ge naturaliseerde bankier Rebholz voort gezet. De president begon met het voorlezen van de uitgebreide verklaring, die ver dachte tijdens het vooronderzoek heeft afgelegd. Daarin heeft hij zich beroepen op de Beauftragte voor de Ned. Bank, dr Bühler, iemand die volgens hem een redelijk man was en geen nazi en voorts op het Ned. Deviezen Instituut, dat hem in die tijd de vergunningen voor zijn transacties verstrekte. „Mijn rechtsgevoel verzette er zich tegen fondsen af te nemen van een ver koper aan wie die fondsen niet toebe hoorden". verklaarde hij over de aan vankelijke pogingen van Liro om de je beurt niet afwachten? spotten ze. Ben ju nou een grote vent? smalen ze. Het helpt echter allemaal niet. we hebben de hengelkoorts. Delirium pisca. toralitis om het in deftig potjeslatijn te zeggen. We kunnen geen hengelsport zaak voorbijlopen zonder onze neus eerst plat te drukken tegen het glas „of er soms nog wat nieuws is''. En uren van onze zo hoognodige nachtrust gaan heen met het verrichten van kar- weitjejs. die al lang gedaan zijn en het vervolmaken van een uitrusting, die reeds de hoogste graad van perfectie heeft bereikt. Het is misschien lichte lijk getikt, maar we kunnen het echt niet helpen. We próeven het komen sei zoen, we ruiken de vis, wanneer ,we voorbij de vaart komen. En 's nachts zien we steeds maar fel-oranje pennen tot aan het oog uit het water rijzen, om zich vervolgens statig plat te leg gen. Waarop wij fel en fanatiek slaan... en telkens misslaan. Het aantal hengelschema's (in Juni daarheen, de eerste week van Juli ginds en de tweede week weer ergens anders) dat we midden onder ons werk plotse ling beginnen te schrijven afwezig starende blik, een ball-point in de mond is niet meer te tellen1 We voelen het komende seizoen in ons bloed. Heus, we snakken naar tweede Pink sterdagStö. En daar vermeldt ons lijfblad plotse- ling, dat we op tweede Pinksterdag al mogen vissen Een standbeeld voor de ministerhadden op tweede Pinksterdag tóch wel gevist, want we hebben tezamen met een groepje an- dere journalisten de handschoen op- genomen welke de Club der Honderd de hengelende dagbladjournalisten heeft toegeworpen. Middels een speciale ver gunning zouden we °P tweede Pinkster dag de strijd aanbinden tegen de sport- vissende artlsten in de karpervijver van de Hengelsportvereniging van Philips in Eindhoven. Maar nu geen speciale ver gunning we gaan allemaal op tweede Pinksterdag op stap. En de dag er na vindt men ons zo vast als een huis langs het Voornse Kanaal. Eens zien hoe de voorn het doet en of de brasem al bijten wil. Misschien hebben ze niets van het ministeriële besluit gehoord en bijten ze nog niet voor de eerste Juni. Dan zitten we zogezegd in de boot! Maar inlussen zijn we een voorwerp van spot voor onze huisgenoten. Hij hééft het weer, zeggen ze. Kun je

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 5