Vertelsters aan het woord witte doek Marty meesterwerken „La Strada en n twee Een reeks ontspanningsromans van hoog gehalte mii Groot Kempische Cultuurdagen a Het repertoire voor het komend seizoen Naar uitbouw van het W.K.A. ARNHEM FILMWEEK w Kroniek van een familie ZATERDAG 2 JULI 1955 De grootste roman cyclus van de laatste decennia is zonder enige twijfel de Flood-serie van Marguerite Steen, goede Nederlandse vertaling MARGUERITE STEEN kijkt op geen honderd bladzijden van C. van Eysden, verschenen bij de Zuid Hollandse Uit geversmij Ad. M. C. Stok, te 's Gravenhage. De reeks bestaat uit maar liefst negen lijvige delen van de kloeke Cultuurserie, fraai ge bonden en rijk ge- illustreerd door Anton Pieck. De cyclus is in tweeën verdeeld. De eerste vier delen behoren bij elkaar onder de titel „,De zon is mijn noodlot", terwijl de vijf andere onder de naam „En de zon ging onder" een vervolg vormen, boewei ze afzonderlijk gelezen kunnen worden. Het indrukwekkende werk vormt een grote eenheid, maar ieder onderdeel staat toch geheel op zichzelf. Het getuigt van het grote verteltalent van Marguerite Steen, dat zij de aandacht van haar publiek al die vele honderden bladzijden lang gespannen weet te houden. Boeiend is haar werk zeker en het geeft een brede en soms aangrijpende schildering van een der pieestbewogen bladzijden in de geschiedenis der mensheid: de slavernij aan de Afrikaanse Goudkust. Bijzonder fascinerend is de wijze waarop zij de samenleving van de negers uitbeeldt. Zij heeft, al ver liest zij de grote lijnen allerminst uit het oog, gevoel voor details die situaties, verhoudingen en omstan digheden verduidelijken. Boven dien geeft zij het verhaal hierdoor kleur en levendigheid. In haar be schrijvingen van de exotische, nog ongetemde natuur is Marguerite Steen soms adembenemend. Hier is haar stijl van een grote suggestieve kracht. roman „Voor de avond valt". De Amerikaanse schrijfster Elizabeth Metzger koos ook als achtergrond de tegenstelling tot blank en zwart, maar in een ander deel van de wereld en onder afwijkende om standigheden. Door de ogen van een dokter aanschouwt zij het leven in een klein Amerikaans stadje in het Midden-Westen. Het verhaal speelt zich af in de laatste decennia van de vorige eeuw. De figuur van de dokter geeft aan de roman niet alleen binding, maar ook een sterke couleur locale: bij de meeste gebeurtenissen is hij immers zelf betrokken. Onstuimige Hongaren Hora est' voor de film. Promotie in Arnhem. Over- heidsloeg zich op de horst. Maar „Cinemagia" is niet tevreden. „Kleine snippertjes voor kleine productietjes" Verbetering van de kwaliteit der Nederlandse films. Continuïteit de allereerste voorwaarde. Zeven verschillende productie-ondernemingenzes verschillende regisseurs. Nieuwe Hollywood-ster 1955. James Dean, imitatie van Marlon Brando. Kay Kendall en Peter Finch samen in een film. „Simon and Laura' onder regie van Muriel Box. Filmforum. Een zekere vergelijking is moge lijk tussen dit werk en de grote Eind Juli te Hilvarenbeek Zweedse vertelsters Belangrijke Rotterdamse initiatieven FILMKUNST VAN ZUIVER I GEHALTE „La Strada'' „Marty"' Taak van het W. K. A. in jong meisje heeft gewoond en waar zij haar eerste liefde heeft beleefd. Een ont moeting met het voorwerp van haar vroegere affectie schept problemen en conflicten, die een rasvertelster als Mar grit Söderholm alle kansen geeft om er een romantisch en soms dramatisch ver haal van te maken. Kansen, die zij ten volle heeft benut „Susann" van Edith Unnerstad is een eerlijk en openhartig boek, dat op kiese wijze'de spanningen in het huwelijk van een oudere kunsthandelaar en het jeugdige schilderesje Susann behandelt. Het is dus allerminst een nieuw ge geven dat Edith Unnerstad aansnijdt- Maar zij doet het op een persoonlijke, indringende en gevoelige wijze, die dit boek tot een sympathieke verschijning maakt. R. Kay Kendall en Peter Finch zijn eikaars tegenspelers in de nieuwe teclinicalor- en Vista Vision-film Simon and Laura" van de Engelse regisseuse Muriel Box. In de eerste plaats is dit werk de kroniek van een familie, namelijk van het koopmansgeslacht Flood, van wie wij, uit de eerste serie, Matthew reeds hebben leren kennen een avontuurlijke jonge man, die, schatrijk geworden door een erfenis, Bristol verlaat om zijn geluk aan de Goudkust te beproeven. In de tweede serie - is het Johnny Flood, die de stem van het bloed zijner voorvaderen in zich voelt en naar Afrika trekt. Uitvoerig ver telt Marguerite Steen over het wissel vallige en avontuurlijke leven van Johnny. In het leven van Johnny Flood komen misslagen voor en deze bepalen natuur- Een ander werk van lange adem is de trilogie van de Deense schrijfster Gerda Achen: „Het geslacht De Grano". Het werk vormt minder een hechtverbonden eenheid dan de driemaal omvangrijker cyclus van Marguerite Steen, Waar Gerda Achen op haar best is, schrijft zij echter zeer verzorgd en met smaak (de vertaling is van S. T. van der Nolle-Oomkens), maar soms schijnt het haar wel eens te veel om effect te doen zijn zij schuwt allerminst het geven van zekeïe nogal pikante details. WERELDNIEUWS In Arnhem heeft het „hora est" voor de film geklonken en is het jongste Mu zenkind, wat officieel Nederland betreft, gepromoveerd tot „een verschijnsel, dat langzamerhand in onze culturele samen leving een plaats van betekenis is gaan innemen" zoals mr H. J. Reinink, secre taris-generaal van O.K. en W. het in zijn openingsrede met de woorden van de voorzichtige bewindsman uitdrukte. Minder voorzichtig was mr Reinink, toen hjj zichzelf als „overheid" op de borst begon te slaan onder het opsommen van de vele goede daden, die deze „overheid" ten gunste van de film heeft verricht. „De overheid" aldus mr Reinink, be greep haar taak. Behalve de vele moge lijkheden, die opdracht- en reclamefilms voor onze filmkunstenaars inhielden, moest de mogelijkheid worden geschapen voor het vervaardigen van vrije films met een meer uitsluitend kunstzinnig karakter. De overheid begreep verder goed werk te kunnen doen voor de ontwikkeling van de Nederlandse filmkunst door Nederland se filmers in staat te stellen tot het bezoe ken van buitenlandse centra, waar zij met de in het buitenland opgedane ervaring konden kennismaken en waar zij denk beelden konden uitwisselen met collega's uit de hele wereld. Het is bekend, dat de laatste jaren voor verscheidene speel films door de minister garanties zijn ver leend, terwijl hij verder gaarne zijn fi nanciële en morele steun aan deze Film- week heeft willen geven door aan het ga rantiefonds mee te doen en hier de door hem beschikbaar gestelde prijzen voor de beste Nederlandse films te doen uitrei ken". Dit klinkt allemaal erg mooi en buiten staanders krijgen allicht de indruk, dat de film in Nederland helemaal niet te klagen heeft over de belangstelling en de steun van de overheid. Maar het bestuur van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers, die zich in het Juni-num- mer van zijn huisorgaan „Cinemagia" be- i zighoudt met de toekomst van de Neder landse films. Een dergelijke verbetering kan slechts worden bereikt, wanneer er „continu" wordt geproduceerd, zodat ener zijds de filmers gelegenheid krijgen er varing in volgende filmwerken toe te pas sen, terwijl anderzijds de producenten ie mogelijkheid hebben om een eventueel verlies op een eerste film goed te maken met de winst'uit een tweede film. Van le ze continuïteit is geen sprake geweest, hoe wel er sinds 1948 met een zekere regel maat is geproduceerd. Met de zes sinds dien uitgekomen films en de ene thans in voorbereiding zijnde film hielden zich echter zeven verschillende ondernemingen bezig. Door geen van deze zeven onder nemingen werd dus geprofiteerd van een maal opgedane productie-ervaring, ver worven reputatie of gevormd kapitaal. In artistiek opzicht viel al evenmin conti nuïteit te constateren. De zeven verschil" duceert en wel in de film "East of Eden", die van de week hier te lande voor het eerst is vertoond tijdens de Filmweek in Arnhem. Wie is nu eigenlijk die James Dean, die plotseling de ster-rol in een film heeft gekregen zonder nog als ster naam te hebben gemaakt? James Dean is 24 jaar oud. Hij heeft een zandkleurige, verwilderde haardos, die er uitziet alsof hij hem heeft laten knippen met een tuinschaar. Hij draagt (als hij niet voor de filmcamera's staat) een bril met randen en draagt bij voor keur het traditioneel geworden Brando- costuum: een pullover met nauwsluiten de broek. Hij woont bij zijn oom op een boerderij in Indiana. Op school won hij een door de staat georganiseerde toneel wedstrijd, stapte op een bus naar New York en werd tenslotte gekozen om een rol te spelen in een toneelstuk. Zijn vol gend uitstapje ging naar Hollywood en „East of Eden". Onder regie van Elia Kazan geeft hij in de film een spel te zien, dat vol pauzes, gemompelde woorden en onvoltooide zin nen zit, terwijl hij schijnbaar naar woor den zoekt om zich uit te drukken. Het re sultaat is een vriiwel volmaakte studie van een jongeman, die zijn broer haat en zijn best doet, de genegenheid van zijn vader te winnen. Niet alleen in de manier van acteren is er een treffende overeenkomst tussen James Dean en Marlon Brando. Ook hun dagelijkse leven vertoont veel gelij kenis. Eenzelfde verachting voor de Hol lende productieondernemingen bedienden lywoodse conventies, die o.a. tot uitdruk- Voor de verschillende liefdes-affaires, landse speelfilm denkt daar anders over. die zich in het Hongaarse geslacht De liik mede ziin toekomst Hii raakt be- Grano afspelen, heeft de schrijfster alle trokken bij een opstand van de Ashanti- aandacht. Dat maakt haar boek vooral stam een knaD beschreven episode 1 voor dames wel bijzonder boeiend, maar In Ms h?ng^n Uitweg meer St?neemt I het geeft het geheel toch wel een beetje hii zijn lot in eigen handen. I le eenzijdig tintje. Gelukkig heeft Gerda I w fi v, a v, t ,„orV -hi'pr Achen echter nog andere pijlen op haar Wat ons betreft had het werk h er- De hjs(.orjSCi,e achtergrond is een mede mogen eindigen. Maar de schrijf- boeien<1 en zinvoi <jecor. Al met al een ster vond het nodig in het vijfde en laat ste deel de geschiedenis van Aldebaran, de dochter van Johnny, uit de doeken te doen. Het had daar beter in kunnen blijven, want veel wijzer worden we er niet door. Hoe in Aldebaran Phoenix herrezen" kan zijn, zoals de ondertitel zegt, is ons vooralsnog niet duidelijk. Men zal begrijpen, dat deze familiekroniek, waarin zwarte bladzijden vooTkomen die weliswaar kies worden behandeld, uit sluitend voor volwassen lezers bestemd is. Hilvarenbeek gaat voor de negende maal zijn deuren open zetten om de deel nemers aan de Groot Kempische Cul tuurdagen te ontvangen. Op Zaterdag 23 Juli om 3 uur worden de cultuurdagen geopend door de heer J. Meuwese, burgemeester van Hilvaren beek. Als thema voor de direct hierna volgende spreekbeurten is voor dit jaar gekozen „Kerk en Kunstenaar". De spre kers zijn prof dr Walgrave O.P. uit Leu ven en Gabriel Smit. Tussen de beide inleidingen zal een jongenskoor, onder leiding van Jac. van Meel. enige liederen j ten gehore brengen. In het gemeentehuis zullen de werken van „Brabantse beeldhouwers" te be zichtigen zijn. Deze tentoonstelling, waar op nagenoeg alle Brabantse kunstenaars exposeren, zal gedurende ongeveer een maande geopend blijven. Deze eerste dag wordt besloten met de traditionele openlucht-koffietafel, tijdens deze koffietafel wordt een satiriek wa genspelletje opgevoerd, geschreven door Jan Naaijkens. De „Jonge Boeren" uit Eindhoven geven een demonstratie van hun lichamelijke vaardigheid en paraat heid. Ook de dames en heren van de Utrechtse Studentendansgroep „Terpsi chore" zullen enige dansen te aanschou wen geven, waarna de dansgroep „De Ghespeelkens" uit Tilburg alle deelne mers aan de cultuurdagen ten dans zal meevoeren. Op Zondag 24 Juli zal in de parochie kerk de Hoogmis worden opgedragen door pastoor Aug. Commissaris. De feest predikatie wordt gehouden door dr C. van Gestel O.P. uit Leuven. Om 3 uur wordt de literatuurprijs der gemeente Hilvarenbeek uitgereikt in een zitting, opgeluisterd door het strijktrio van het Brabants orkest. De bekroonde gedichten en een fragment uit de be kroonde roman worden door de auteurs voorgelezen waarna Anton van Duinker ken een karakteristiek der bekroonde schrijverg* geeft. Hierna volgt een alge- werk van ongelijke waarde maar uiter mate onderhoudend. Ervaren lezers, die van dit soort romans houden, zullen aan deze trilogie veel genoegen beleven. Eveneens van Deense herkomst is de ontroerende roman: „Een vrouw wordt gelouterd" door J. Bech-Nijgaard, ook in de Cultuurserie verschenen, in de vertaling van mevr. J. E. Gorter-Keyser. Het boek bevat de geschiedenis van een eenvoudige vrouw, die pas na vele mis slagen en na veel leed de ware liefde leert kennen. Het is een onopgesmukt en levenswaar verhaal. Het realisme van dit boek gaat nimmer te ver, maar maakt het toch ongeschikt voor jeugdige lezers. De Zweedse schrijfster Margrit Söder holm geniet hier een grote bekendheid. Zij telt haar publiek vooral onder de leze ressen, hetgeen niet te verwonderen valt voor een zo onderhoudende en toch pittige vertelster. Haar bewonderaarsters zullen door haar jongste roman: „Weerzien in Wenen" allerminst worden teleurgesteld. Integendeel het is een boek, dat men in één ruk uitleest.. ,De overheid volstaat er mee om de geringe bedragen voor steun aan de film te verknippen in onaanzienlijke deeltjes, die zij nonchalant links en rechts uitreikt" aldus luidt de mededeling van dit be stuur. „Zij dient deze verspilling te be eindigen. Indien de overheid niet langer kleine snippertjes beschikbaar stelt voor kleine productietjes maar in plaats daar van een enkel (over een aantal jaren ver deeld) aanzienlijk bedrag voor een geva rieerd en naar kwaliteitsverbetering stre vend productie-programma, dan zal zij reeds daardoor aanzienlijk hebben bijge dragen tot het ontstaan van die concen tratie van krachten, die momenteel ab soluut noodzakelijk is. De overheid mag daarbij strenge voorwaarden stellen, maar dient dan ook de huidige halfslachtige steunverlening in de "vorm van 'verlies- garanties te verlaten om daarvoor een werkelijke subsidiëring in de plaats te stellen. Een dergelijke richtlijn voor het over heidsbeleid zou de vorming van een pro ductie-onderneming als door ons beoogd vrijwel verzekeren. De overheid is ver antwoordelijk voor de goede besteding van de aan haar toevertrouwde gelden. Tot op heden is de besteding van de gelden voor de speelfilm nauwelijks goed te noe men. Juist waar de producenten tot nu toe in artistiek en cultureel opzicht faal den, is het niet slechts een recht, doch ook een plicht van de overheid om haar beleid te wijzigen". Het bestuur der Nederlandse Beroeps vereniging van Filmers komt tot deze con clusie. na te hebben betoogd, dat conti zich van zes verschillende regisseurs, ze ven verschillende scenarioschrijvers, zes verschillende cameralieden, vier verschil lende architecten en vier verschillende montage-verzorgers. Zelfs de talrijke ac teurs kregen nauwelijks gelegenheid om king komt in zijn gewoonte om zich per motorfiets naar de studio's te begeven en opmerkingen te maken als: „Ik ben een ernstige, nerveuze kerel verschrikke- lijk onhandig en zó nerveus, dat ik niet begrijp, hoe iemand het met mij in dezelf de kamer kan uithouden. Ik weet zeker, dat ik mezelf niet zou kunnen uitstaan.." Toen iemand hem eens naar deze Bran- do-imitatie vroeg, antwoordde hij: „De mensen vertelden me al dat ik me net als Brando gedroeg nog voordat ik wist wie Brando was. Ik maak me niet druk over die gelijkenis. Maar evenmin ben ik er door gevleid". Hollywood, dat de waarde van Dean en zijn excentriciteit drommels goed inziet heeft hem direct de hoofdrol gegeven in nog twee films. En om het beeld van ie Het wordt onderhand hoog tijd, dat we eens gaan bezien, wat het komende sei zoen ons te brengen heeft aan nieuwe stukken. Straks komen de catalogi. De stukken zijn natuurlijk al lang klaar. Be langstellenden en critici kunnen ze reeds ter inzage kriigen. Mij zijn al van ver schillende kanten stukken toegestuurd om ze eventueel te bespreken in deze ru briek. Dit hebben we vorig jaar ook «e- daan. We zullen het dit jaar weer doen. Maar vooraf wil ik gaarne een algemene indruk geven. Mijn algemene indruk van de stukken, die ik tot nu toe gelezen en ingebladerd heb, is niet zonder meer enthousiast te noemen. Er zijn wel enkele goede stuk ken bij natuurlijk en van deze stukken zullen wij ongetwijfeld een dankbaar ge bruik maken, maar aan vele stukken kun nen wij rustig zonder meer voorbij gaan. Ze zijn de moeite niet waard, hoewel zij natuurlijk evengoed hun successen zullen behalen, omdat velen nu eenmaal niet ho ger mikken. Het is echter zeer jammer te noemen, dat de uitgevers (of laten we liever voor zichtig zijn en zeggen: meerdere uitge vers) niet hoger mikken. Maar hier draai en wij alweer in een grote cirkel. Vele uitgevers zouden veel beter willen, maar kunnen eenvoudig niet, omdat de grote vraag uitgaat naar dergelijke onbenullige prul-stukken. Een uitgave kost hopen geld en de distributie, de exploitatie van een stuk kost nog meer geld, dus moeten zij met „kas"-stukken voor de dag komen Met genoegen mocht ik constateren dat Hans van Bergen het gloeiend met mij eens is. Ik ben ook hem dankbaar voor het succes hetwelk hij mij toewenst, maar Juist dit woordje „maar" evenals het woordje „als" in Rotterdams spraakge bruik „as", volgens mij de twee beroerd ste woordjes die onze Nederlandse taal rijk is, noodzaakt mij mijn rustige rust op te geven om wellicht „nomen est omen" nogmaals de degen te kruisen. H. v. B. merkt n.m. op: „Maar hij geeft geen ant woord op het door mij gestelde probleem namelijk of het niet beter is van begin af aan zeer consequent te zijn in onze doelstelling en principen en dan desnoods maar wat minder aan te doen, dan ons neer te leggen bij niet katholieke toneel adviseurs etcetera hoe groot de interne moeilijkheden ook zijn". Ik meen echter op deze vraag het ant woord reeds te hebben gegeven, maar ik vrees, waar H. v. B. zelfs tussen de regels kan doorlezen, dat ik ook voor de overige lezers, die deze kunst niet ver staan, minder duidelijk ben geweest. Welnu zonder meer zou ik geneigd zijn een bevestigend antwoord te geven. Maar.. Wederom dat beroerde woordje Ik ken n.m. een Organisatie, reeds eeuwenoud en verspreid over de gehele -siuKKcii voui u "«6 wereid met een tot in de puntjes verzorg- houd2n.Z1DeU goede" verenhringen blijven j de organisatorische opbouw, die, naar ge- zo tevergeefs naar stukken van meer lanë, naar invloed en ledental per land, standing zoeken. Ik heb u de vorige keer Pe.r !a"? een Concordaat sluit Wie onzer al gezegd, dat een cirkel altijd van twee tal willen en kunnen beweren dat deze Or- n-.-.n i cnvio inonnconuoni VinnHoH') T, v-i l-io F kanten dient doorbroken te worden, wil men eruit geraken. Hier geldt dit dus zo wel van de kant der verenigingen als van de kant der uitgevers. De laatste jaren (tiental jaren mogen we wel zeggen) is er onder de uitgevers wel degelijk een groot streven met be tere stukken voor de dag te komen. En dikwijls niet zonder succes. Velen, die zeg gen, dat er van de uitgevers niet goeds komt. proberen dit wel eens te bewijzen met het aanhalen van stukken, maar dan halen zij altijd stukken van meer dan tien jaar geleden aan. Soms zelfs van twin tig, dertig jaar geleden. Logisch, dat je stukken van twintig, dertig jaar geleden in het belachelijke trekken kunt, uitge zonderd dan de stukken van werkelijk hoog gehalte. Maar dertig jaar geleden heerste er toch een heel andere menta liteit dan nu. Toen leefden wij in een tijd van sentimentele draken en valse ro mantiek. Nee, als we eerlijk zijn. moeten we het GANSE repertoire van de laatste ganisatie inconsequent handelt? Een half ei is altijd nog beter dan een lege dop. Ook op de volgende vraag zou ik geen antwoord hebben gegeven n.m. „Of is de heer Schermer het eens met de heer Bloemkolk, dat deze niet katholieke toneel adviseurs zeer goed te verenigen zijn met onze principen, omdat „het alleen maar van belang is, dat de betrokkene terzake kundig is en dat zijn katholiciteit hier niets aan toedoet?" Ook deze vraag werd door mij reeds beantwoord en al was het dan geen definitief antwoord. U zult het er toch mee moeten doen, omdat ik: Ie. Nog te kort in de toneelwereld ben opgenomen, dus niet kan beoordelen of o.a. deze katholieke adviseurs in voldoen de aantal aanwezig zijn of zich beschik baar stellen: 2e. Ook al zou ik het niet eens zijn met de heer Bloemkolk, als organisa tieman eventuele geschillen niet buiten de deur of op straat tot oplossing zal brengen. Een goed huisvader doet zulks gehalte, waaraan wel menige strop zal zijn behaald, omdat zij boven het alge meen geldende niveau van het amateurto neel lagen. Waarmee de verenigingen de uitgevers dus rustig lieten zitten. Beide partijen, zowel de uitgevers als de verenigingen, moeten er veel meer van doordrongen worden, dat zij een taak hebben, een hoge culturele taak! Zij heb ben het volk wat te bréngen! Niet waar om het vraagt (kasstukken!), maar wat nieuwe ster te» vervolledigen heeft De het mist! Het volk moet -oede smaak hplansriike be- worden bijgebracht. Smaak voor cultuur Een Amerikaanse vrouw komt na vele nuïteit de allereerste voorwaarde is tot jaren terug in Wenen, de stad waar zij als verbetering van de kwaliteit der Neder- i James Dean, nieuwe Hollyivood-ster 1955 eenmaal opgedane kundigheid en ervarin gen verder te benutten; slechts een vier- of vijftal trad in meer dan één fiim op. Dit gebrek aan continuïteit nu staat de kwaliteitsverbetering en een gezonde toe komst van de Nederlandse film in de weg. Er moet een groep samenwerkende pro ducenten of één productie-onderneming komen, die 'n continue productie niet al leen op persconferenties aankondigt, maar ook metterdaad verwezenlijkt én dan zal de overheidssteun niet langer met mond jesmaat moeten worden gegeven voor één enkele film, maar voor het gehele „reper toire" van deze onderneming. De eerste echte nieuwe Hollywood-ster van 1955 is een bijziende jongeman, Ja mes Dean genaamd, die er uitziet als een ionge uitgave van Gregory Peck an die de speelstijl heeft van Marlon Brando. En het is misschien niet helemaal toeval, dat Elia Kazan ("On the waterfront"), die van Brando een ster maakte, ook James Dean bij het bioscooppubliek intro- Publiciteit het volgende belangrijke be richt de wereld ingezonden: Dean consul teert in Hollywood een druk bezochte psychiater. Dezelfde als Marlon Brando... In Britse filmkringen wordt druk gespro ken over een nieuw duo, dat voor t eerst samen in een film optreedt: de knappe, trompet-spelende Kay („Genevieve") Ken dall en Peter Finch, die een rol speelt in de Pinewood-film „Passage Home". Kay Kendall is terug in Pinewood na elders in Engeland voor Metro-Goldwyn-Mayer met Robert Tayler inde film „Quentin Dur- ward" te zijn opgetreden. De film, waarin zij en Peter Finch sa menspelen is getiteld „Simon and Laura", een bewerking van een blijspel, dat op het Londense toneel enorm succes heeft ge had. Het verhaalt de geschiedenis van een acteur en een actrice, die met elkaar zijn getrouwd en die door hun bewonderaars als toonbeelden van echtelijke genegenheid worden beschouwd. Wat die bewonde raars niet weten is. dat de liefhebbende echtgenoten vechten als kat en hond. Dan krijgen ze 'n aanbod om op te treden in een televisieprogramma, waarin ze aan de kijkers worden getoond als een in nig gelukkig echtpaar, dat iedereen van het toneel kent. De film wordt geregisseerd door Muriel Box, Engelands bekende vrouwelijke re gisseur en opgenomen in technicolor, Vis- taVision. Het jongste nummer van „Filmforum" opent met een belangwekkende beschou wing over de Filmweek in Arnhem. Naast de gebruikelijke, min of meer omvangrij ke beschouwingen over de nieuwste films die hier te lande in vertoning zijn geko men, geeft H. Wielek een overzicht van de resultaten, die zijn bereikt met de „Cursus in filmbegrip", welke door het Amsterdamse Filmmuseum is gegeven en waaraan door vijftig onderwijzers, lera ren, jeugdleiders, volksopvoeders, journa listen en andere belangstellenden is deel genomen, terwijl Piet v d Ham hetzelfde doet met betrekking tot de resultaten, die de kadercursus van het Katholiek Film- (Van een bijzondere medewerker) De filmkunst is volwassen! Dit is het „Leitmotiv", dat men steeds hoort in Arnhem vooral omdat de Film week op bijzonder prettige manier ver loopt, maar ook omdat in het Rembrandt- theater, naast de vele woorden van de congresgangers, de jongste der Muzen zich heeft getoond op een wijze, die ont roerend van eenvoud en artistieke schoonheid is. Zelden ervaart men een harmonie tus sen vorm en inhoud, dit de film tot kunst werk verheft. Met de Italiaanse film ,,La Strada" en het Amerikaanse product „Marty" is dit niveau bereikt en wie in de gelegenheid komt om deze cinegrafi- sche meesterwerken te aanschouwen, mag dit niet verzuimen. Rondom de vertoning van de vele pre mières wordt er veel gepraat over film en jeugd en over de culturele, sociale en opvoedkundige betekenis van de bios coop. Het zijn het Instituut „Film en Jeugd" en het „Nederlands Filminsti mene kunstenaarsvergadering onder tuut", die inleidingen, filmfragmenten en voorzitterschap, van Emiel van Hemel- discussies rondom deze problematiek donck. waarin gelegenheid wordt gebo- hebben georganiseerd Inleidingen wer den tót debat op de inleidingen van de .den o.m. gehouden <hV. r wethouder vorige dag van Utrecht, H. van der Vlist, de direc teur van het Nederlands Centrum voor Onderwijs en Opvoeding te Amsterdam, de heer W„ Veer, door dr J. Hulsker, Hoofd van de afd. Kunsten van het Mi nisterie van O. K. en W. en de heer H. Wielek, chef van de Culturele Afdeling van de Gem. Dienst van Sociale Zaken te Amsterdam. Het uitwisselen van gedachten rondom de film kan zeer vruchtbaar zijn, als het product, dat in de bioscopen wordt ge draaid ook toont, dat het niet bij woor den blijft Aan de wieg van de jongste Muze stonden de kermisklanten. De in tellectuele wereld stuurde geen repre sentanten. Dat is nu anders geworden. Op academisch niveau wordt over de film gediscussieerd en dit. is volledig gesteund door de bijzonder goede films, die zijn vertoond. Federico Fellini heeft met „La Strada" (De Weg) een renovatie gegeven van het Italiaanse neo-realisme van het verfjjnd- ste gehalte. Plet is een film van een lij densweg, die wordt bewandeld door de armsten onder ons n.l. lieden die de dorpen en steden afreizen om daar veelal in de op'en lucht met hun kunstenmake rij het meest noodzakelijke te verdienen. Men kan geneigd zijn te veronderstellen, dat het scenario over het leven van ker misreizigers somber is; gedrukt onder de loodzware last vol zorg om het bestaan. Maar dit is geenszins het geval. Integen deel. Fellini heeft een film gemaakt waarin aan de hand van het episodisch volgen van het leven van een drietal van deze zwervers een psychologische indrin ging, een poëtische liefde om het drietal en bovenal een zuivere instelling van de kunstenaar te bespeuren zijn. die wij zel den zagen en waarvoor wij jaren terug moeten gaan naar de productie van de neo-realisten. Het zijn in de film „La Strada" Zam- pano de boeienkoning, Gelsomina diens assistente en II Matto 'de dwaas) die rondtrekken. Het meisje is door de boei enkoning van haar moeder gehuurd als assistente. Vol vreugde begint zij haar nieuwe taak; maar de boeienkoning is een bruut, waartegen het naïeve meisje te pletter loopt Zij ontmoeten II Matto en het gevolg is ee" treffen van beide mannen zo hevig, de' jonge dwaas, de koorddanser, sterft. Gelsomina kan dit niet meer verwerken Maar als ten slotte de boeienkoning een melodie hoort zin gen en dan weer san die kleine frêle fi guur wordt herinnerd die steeds rondom hem fladderde en die hem nooit heeft verlaten, dan breekt in hem door het be sef. dat hij iets onmisbaars heeft ver loren en dat er onherstelbare schade is gebracht aan wat voor hem het levens geluk had kunnen zijn. Fellini heeft de sfeer langs de straat en het bestaan van de zwervers bijzon der knan getroffen Anthonv Quinn is dp hoeipnVoriing en R'ehnrd Basehart de koorddanser, beide bijzonder goed gety peerd. Maar wat „La Strada" tot een aparte klasse verheft, is de figuur van Giulietta Masina als het meisje. Deze „Charlot-femme" zoals zij door een Fran se critisus is getypeerd, heeft met, een haast onwerkelijke gelaatsexpressie en fijn aangevoeld bewegingsspel een figuur op het witte doek getoverd, die zo in tens boeit ondanks ieder gemis aan „gla mour", dat men diep ontroerd toekijkt. De tweede bijzondere verrassing is de film „Marty" de prijswinnaar van Can nes en de film, die een bijzondere prijs van het Office Catholique International du Cinéma verwierf. Paddy Chayefsky schreef het scenario voor deze simpele liefdesgeschiedenis van twee jonge mensen, die beiden niet knap zijn. maar die het geluk vinden na vele desillusies en teleurstellingen. „Marty" werd door Delbert Mann ge regisseerd; oorspronkelijk als televisie spel hetgeen men nog kan bespeuren aan de vrij sobere camera-wisseling. Maar Marty de slagersjongen van 34 jaar en Ciara het onderwijzeresje van enkele ja ren jonger leven zo intens op het, witte doek en hun zoeken naar het geluk is zo zuiver, dat zij die moeilijkheden we ten te overwinnen. Geslagen door de mis lukkingen is dit tweetal kopschuw ge worden. Bijzonder scherpzinnig wordt dit door Mann verfilmd. Totdat Marty het meisje Clara ontdekt, dat in de steek wordt gelaten omdat haar partner een opwindender gezelschapsdame prefereert. Niet direct, maar schuchter breekt, de ban van fatalisme en ontstaat er een psy chisch contact tussen de jongelui. Maar de vrienden van Marty lachen hem uit om zijn keuze. En ook thuis stoot hjj op weerstand. Marty twijfelt weer en komt zijn afspraak met Clara niet, na. Hij begraaft zich weer in de in tense verveling van een week-end vol van de vraag: „Wat, zullen we gaan doen". Tot dat hem ten slotte duidelijk wordt, dat hij het geluk voor het grijpen heeft. De film eindigt met een telefoon tien jaar eens onder de ogen nemen en j ook niet. dan komen heus de meeste uitgevers er Vervolgens moge ik U allen in overwe- nog niet zo heel slecht van af. Er zijn vele j ging geven mijn vorig artikel nog eens gedurfde uitgaven bij van zeer behoorlijk rustig door te nemen en dan zult U be- 'merken, dat ik op mijn vraag uit welken hoofde H. v. B. zijn artikelen pleegt: „Be roepshalve, vrije tijdsbesteding of aposto laat" ook geen antwoord mocht ontvan gen. Zulks belet me niet om nog even aan te haken op enkele doftr hem naar voren gebrachte opmerkingen. H. v. B. zegt n.m.: „Het simpele feit dat maar betrekkelijk weinig verenigingen lid zijn van het W.K.A. (en dat vele van onze verenigingen nog alleen maar lid zijn om de enig juiste reden, name lijk omdat zij katholiek zijn zonder zich verder om het W.K.A. te bekommeren) is het bewijs van mijn stelling". Naar mijn smaak een zeer zwak bewijs en daar aan gelijk zijn stelling. Het geplaatste is door mij reeds in mijn vorig artikel beantwoord, waar mede, naar ik me vlei, H. v. B. het gloei end eens is. Ik erken, dat het aantal aan gesloten verenigingen groter zou kunnen zijn, b.v. op het terrein van school- en jeugdverenigingen, maar ontken dat zulks zou zijn te wijten aan het landelijk W.K.A. Hiervoor zijn andere gronden aan te wij zen, welke reeds meerdere malen, en dat moet H. v. B., niet onbekend zijn, op an dere wijze herhaaldelijk zijn en worden aangevoerd en aangeroerd. Maar.., nog maals maar, uit mijn jarenlange ervaring als georganiseerde op ander terrein, waar men met dezelfde moeilijkheden te kampen heeft, is men, om buiten de organisatie te blijven staan, ontzettend vindingrijk in het vinden van een stok om een hond te slaan. Toch zijn al die rede nen terug te brengen tot die ene reden n.m. parasiteren op het werk en offeren van anderen. Dat is immers veel makke lijker en goedkoop bovendien. Tegenover Uw stelling zou ik dan ook, met m.i. meer recht, de mijne willen stellen n.m., dat het aantal bij het W.K.A. aangesloten ver enigingen, mede ook gezien de samenstel ling van onze bevolking, redelijk is te noemen en naast kwantiteit toch ook kwa liteit een hartig woord meespreekt. In dit verband mag ik verwijzen naar R'dam met 17 aangesloten verenigingen. En hier mede zijn we weer bij de Kringen aange land en ik herhaal nogeens mijn mening in voorgaand artikel geuit, dat het de Kringen zijn die het W.K.A. moeten op en uitbouwen. Hiermede is gelijkertijd het antwoord gegeven op het door U bepleite doorbreken van de bewuste cirkel. Dit doorbreken behoeft m.i. dus slechts op één en niet op twee plaatsen te geschie den, ook niet naar buiten maar naar bin nen, want naar buiten raakt men het over zicht kwijt, als U begrijpt wat ik bedoel. Tenslotte nog iets over de geciteerde reactie. In grote lijnen ben ik het daarme de eens. Alleen dat 25 jaar meelopen, wel. iswaar een geijkte term, zie ik liever ge steld als meewerken. Ik verwacht van die oud Josefgezel, dat hij niet strijdensmoe is geworden, nog even zal doorzetten en medewerken, zeker als hij tot R'dam be hoort. want, zijn wensen staan op het punt verwezenlijkt te worden n.m. Vorig jaar werd door één van onze ver enigingen een Kerstspel op de openbare straat gebracht en nog dit voorjaar door 'n andere vereniging een Passiespel. Gezien de grote moeiliikheden. zowel van finan ciële als organisatorische aard, om zulks door een vereniging klaar te spelen, maar ook de grote apostolische waarde, welke deze opvoeringen, znwel naar binnen als buiten, ontegenzeglijk hebben, deed ons, met instemming van beide verenigingen, besluiten deze prachtige initiatieven over te nemen. T.a.v. het Kerstspel hebben 5 verenigingen hun belangeloze medewer- I king bereids toegezegd, zodat aan de voor avond van Kefstmis a.s. op 15 pleinen of straten, daar waar zulks het hardst van node schijnt, zowel in R dam als Schie dam, in het openbaar de Kerstgedachte zal worden gebracht en gewekt. Een en ander zal veel werk en opoffering vragen, niet in het minst van de spelers, want hoe zal het weer en de temperatuur zijn, maar daarnaast ook geld. Naar aanleiding van dit laatste hebben we ons inmiddels tot een aantal promi nente verenigingen en instellingen ter plaatse gewend en als de voortekenen niet hedrie^en k*n on haar medewerkim? wor den gerekend. Vanzelfsprekend wordt hulp van anderen niet versmaad, ook al be staat deze hulp slechts in het schriftelijk toezenden van hun instemming aan ons secretariaat Hooidrift 64a. Bij voorbaat dank. Ook dank aan de Redactie voor de nog weer grotere gevergde ruimte, maar.de laatste maar, ik hoop nog eens in de gele genheid te worden gesteld in ons lijf blad over doel en streven van het \V T" h"t een en ander te mogen mede- dpi„- G Rotter dam. en dingen van waarde! De verenigingen en de uitgevers moeten elkaar hierin vin den. Elk stuk, dat waardeloos is, betekent niet alleen geen winst, maar een ver lies! Het is niet verantwoord zo'n stuk te spelen of uit te geven. Het W.K.A. klaagt dikwijls (zie W.K.A. nummers van recente datum), dat er van de uitgevers nooit iets goeds komt. Waarom neemt het W.K.A. de handschoen dan niet op, om deze cirkel te doorbreken Wij beschikken toch over katholieke uit gevers, die al meer dan veertig jaar mis schien het katholieke amateurtoneel van stukken voorzien hebben, die de bestaans grond voor het katholiek toneel hebben mogelijk gemaakt en die er de bloei aan gegeven hebben. Waarom geen heel nauw contact gezocht mrt deze katholieke uit gevers? Gezamenlijk zullen zij met het W.K.A. toch wel tot iets in staat zijn. Het kan er bij mij niet goed in, dat door een heel nauwe samenwerking tus sen W.K.A. en katholieke uitgevers geen repertoire-verbetering mogelijk zou zijn. Het W.K.A. kan de stuwkracht zijn èn om de uitgevers te animeren betere stuk ken uit te geven èn om de verenigingen te animeren deze betere stukken te spe len. Tot nu toe is mij van een dergelijke samenwerking nog niets bekend. Ja, de NATU doet geloof ik wel pogingen in deze richting, maar moeten wij dan eerst het werk van de NATU afwachten? W'i hebben een W.K.A. en we hebben Katho lieke uitgevers. En de katholieke vereni gingen zien met belangstelling elke vrucht van samenwerking tegemoet. Tot nu toe heb ik alleen van controver sen gehoord of het afpingelen van wat procenten om meer leden te kunnen trek ken. Maar van een serieuse vruchtbare samenwerking die m.i. toch mogelijk moet zijn, heb ik nooit iets vernomen. HANS VAN BERGEN gesprek, waarin wordt gesuggereerd, dat Marty en Clara de moeilijkheden hebben overwonnen. Een bijzonder mooie film, maar ook bijzonder geestig. De dialogen zijn van een verbluffende scherpzinnigheid' wat betreft de weergave van de sfeer tijdens een week-end van jongelui, die in een danslokaal maar afleiding zoeken en die grofweg zeggen, wat zij er van denken. Twee filmg van bijzondere kwaliteit, die in Arnhem de filmweek tot een hoog tepunt hebben gevoerd. Giuletta Masina als de assistente van de boeienkoning in de bijzonder mooie Italiaanse film „La Strada" van Federico Fellini.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 10