Vertelsters aan het woord
witte doek
Marty
meesterwerken
„La Strada
en
n
twee
Een reeks ontspanningsromans
van hoog gehalte
mii
Groot Kempische
Cultuurdagen
a
Het repertoire voor
het komend seizoen
Naar uitbouw
van het W.K.A.
ARNHEM
FILMWEEK
w
Kroniek van een familie
ZATERDAG 2 JULI 1955
De grootste roman
cyclus van de laatste
decennia is zonder enige
twijfel de Flood-serie
van Marguerite Steen,
goede Nederlandse
vertaling
MARGUERITE STEEN
kijkt op geen honderd bladzijden
van C. van
Eysden, verschenen bij
de Zuid Hollandse Uit
geversmij Ad. M. C.
Stok, te 's Gravenhage.
De reeks bestaat uit
maar liefst negen lijvige
delen van de kloeke
Cultuurserie, fraai ge
bonden en rijk ge-
illustreerd door Anton
Pieck. De cyclus is in
tweeën verdeeld. De
eerste vier delen behoren bij elkaar onder de titel „,De zon is mijn
noodlot", terwijl de vijf andere onder de naam „En de zon ging
onder" een vervolg vormen, boewei ze afzonderlijk gelezen kunnen
worden.
Het indrukwekkende werk vormt een grote eenheid, maar ieder
onderdeel staat toch geheel op zichzelf. Het getuigt van het grote
verteltalent van Marguerite Steen, dat zij de aandacht van haar
publiek al die vele honderden bladzijden lang gespannen weet te
houden. Boeiend is haar werk zeker en het geeft een brede en soms
aangrijpende schildering van een der pieestbewogen bladzijden in
de geschiedenis der mensheid: de slavernij aan de Afrikaanse
Goudkust.
Bijzonder fascinerend is de wijze
waarop zij de samenleving van de
negers uitbeeldt. Zij heeft, al ver
liest zij de grote lijnen allerminst
uit het oog, gevoel voor details die
situaties, verhoudingen en omstan
digheden verduidelijken. Boven
dien geeft zij het verhaal hierdoor
kleur en levendigheid. In haar be
schrijvingen van de exotische, nog
ongetemde natuur is Marguerite
Steen soms adembenemend. Hier is
haar stijl van een grote suggestieve
kracht.
roman „Voor de avond valt". De
Amerikaanse schrijfster Elizabeth
Metzger koos ook als achtergrond
de tegenstelling tot blank en zwart,
maar in een ander deel van de
wereld en onder afwijkende om
standigheden. Door de ogen van
een dokter aanschouwt zij het
leven in een klein Amerikaans
stadje in het Midden-Westen. Het
verhaal speelt zich af in de laatste
decennia van de vorige eeuw. De
figuur van de dokter geeft aan de
roman niet alleen binding, maar
ook een sterke couleur locale: bij
de meeste gebeurtenissen is hij
immers zelf betrokken.
Onstuimige Hongaren
Hora est' voor de film. Promotie in Arnhem. Over-
heidsloeg zich op de horst. Maar „Cinemagia" is niet
tevreden. „Kleine snippertjes voor kleine productietjes"
Verbetering van de kwaliteit der Nederlandse films.
Continuïteit de allereerste voorwaarde. Zeven verschillende
productie-ondernemingenzes verschillende regisseurs.
Nieuwe Hollywood-ster 1955. James Dean, imitatie van
Marlon Brando. Kay Kendall en Peter Finch samen in een
film. „Simon and Laura' onder regie van Muriel Box.
Filmforum.
Een zekere vergelijking is moge
lijk tussen dit werk en de grote
Eind Juli te Hilvarenbeek
Zweedse vertelsters
Belangrijke Rotterdamse
initiatieven
FILMKUNST VAN ZUIVER I
GEHALTE
„La Strada''
„Marty"'
Taak van het W. K. A.
in
jong meisje heeft gewoond en waar zij
haar eerste liefde heeft beleefd. Een ont
moeting met het voorwerp van haar
vroegere affectie schept problemen en
conflicten, die een rasvertelster als Mar
grit Söderholm alle kansen geeft om er
een romantisch en soms dramatisch ver
haal van te maken. Kansen, die zij ten
volle heeft benut
„Susann" van Edith Unnerstad is een
eerlijk en openhartig boek, dat op kiese
wijze'de spanningen in het huwelijk van
een oudere kunsthandelaar en het
jeugdige schilderesje Susann behandelt.
Het is dus allerminst een nieuw ge
geven dat Edith Unnerstad aansnijdt-
Maar zij doet het op een persoonlijke,
indringende en gevoelige wijze, die dit
boek tot een sympathieke verschijning
maakt. R.
Kay Kendall en Peter Finch zijn eikaars tegenspelers in de nieuwe teclinicalor-
en Vista Vision-film Simon and Laura" van de Engelse regisseuse Muriel Box.
In de eerste plaats is dit werk de
kroniek van een familie, namelijk van het
koopmansgeslacht Flood, van wie wij, uit
de eerste serie, Matthew reeds hebben
leren kennen een avontuurlijke jonge
man, die, schatrijk geworden door een
erfenis, Bristol verlaat om zijn geluk aan
de Goudkust te beproeven. In de tweede
serie - is het Johnny Flood, die de stem
van het bloed zijner voorvaderen in zich
voelt en naar Afrika trekt. Uitvoerig ver
telt Marguerite Steen over het wissel
vallige en avontuurlijke leven van Johnny.
In het leven van Johnny Flood komen
misslagen voor en deze bepalen natuur-
Een ander werk van lange adem is de
trilogie van de Deense schrijfster Gerda
Achen: „Het geslacht De Grano". Het
werk vormt minder een hechtverbonden
eenheid dan de driemaal omvangrijker
cyclus van Marguerite Steen, Waar Gerda
Achen op haar best is, schrijft zij echter
zeer verzorgd en met smaak (de vertaling
is van S. T. van der Nolle-Oomkens),
maar soms schijnt het haar wel eens te
veel om effect te doen zijn zij schuwt
allerminst het geven van zekeïe nogal
pikante details.
WERELDNIEUWS
In Arnhem heeft het „hora est" voor
de film geklonken en is het jongste Mu
zenkind, wat officieel Nederland betreft,
gepromoveerd tot „een verschijnsel, dat
langzamerhand in onze culturele samen
leving een plaats van betekenis is gaan
innemen" zoals mr H. J. Reinink, secre
taris-generaal van O.K. en W. het in
zijn openingsrede met de woorden van de
voorzichtige bewindsman uitdrukte.
Minder voorzichtig was mr Reinink, toen
hjj zichzelf als „overheid" op de borst
begon te slaan onder het opsommen van
de vele goede daden, die deze „overheid"
ten gunste van de film heeft verricht.
„De overheid" aldus mr Reinink, be
greep haar taak. Behalve de vele moge
lijkheden, die opdracht- en reclamefilms
voor onze filmkunstenaars inhielden, moest
de mogelijkheid worden geschapen voor
het vervaardigen van vrije films met een
meer uitsluitend kunstzinnig karakter. De
overheid begreep verder goed werk te
kunnen doen voor de ontwikkeling van
de Nederlandse filmkunst door Nederland
se filmers in staat te stellen tot het bezoe
ken van buitenlandse centra, waar zij met
de in het buitenland opgedane ervaring
konden kennismaken en waar zij denk
beelden konden uitwisselen met collega's
uit de hele wereld. Het is bekend, dat de
laatste jaren voor verscheidene speel
films door de minister garanties zijn ver
leend, terwijl hij verder gaarne zijn fi
nanciële en morele steun aan deze Film-
week heeft willen geven door aan het ga
rantiefonds mee te doen en hier de door
hem beschikbaar gestelde prijzen voor de
beste Nederlandse films te doen uitrei
ken".
Dit klinkt allemaal erg mooi en buiten
staanders krijgen allicht de indruk, dat
de film in Nederland helemaal niet te
klagen heeft over de belangstelling en de
steun van de overheid. Maar het bestuur
van de Nederlandse Beroepsvereniging
van Filmers, die zich in het Juni-num-
mer van zijn huisorgaan „Cinemagia" be-
i zighoudt met de toekomst van de Neder
landse films. Een dergelijke verbetering
kan slechts worden bereikt, wanneer er
„continu" wordt geproduceerd, zodat ener
zijds de filmers gelegenheid krijgen er
varing in volgende filmwerken toe te pas
sen, terwijl anderzijds de producenten ie
mogelijkheid hebben om een eventueel
verlies op een eerste film goed te maken
met de winst'uit een tweede film. Van le
ze continuïteit is geen sprake geweest, hoe
wel er sinds 1948 met een zekere regel
maat is geproduceerd. Met de zes sinds
dien uitgekomen films en de ene thans
in voorbereiding zijnde film hielden zich
echter zeven verschillende ondernemingen
bezig. Door geen van deze zeven onder
nemingen werd dus geprofiteerd van een
maal opgedane productie-ervaring, ver
worven reputatie of gevormd kapitaal. In
artistiek opzicht viel al evenmin conti
nuïteit te constateren. De zeven verschil"
duceert en wel in de film "East of Eden",
die van de week hier te lande voor het
eerst is vertoond tijdens de Filmweek in
Arnhem.
Wie is nu eigenlijk die James Dean,
die plotseling de ster-rol in een film
heeft gekregen zonder nog als ster naam
te hebben gemaakt?
James Dean is 24 jaar oud. Hij heeft
een zandkleurige, verwilderde haardos,
die er uitziet alsof hij hem heeft laten
knippen met een tuinschaar. Hij draagt
(als hij niet voor de filmcamera's staat)
een bril met randen en draagt bij voor
keur het traditioneel geworden Brando-
costuum: een pullover met nauwsluiten
de broek. Hij woont bij zijn oom op een
boerderij in Indiana. Op school won hij
een door de staat georganiseerde toneel
wedstrijd, stapte op een bus naar New
York en werd tenslotte gekozen om een
rol te spelen in een toneelstuk. Zijn vol
gend uitstapje ging naar Hollywood en
„East of Eden".
Onder regie van Elia Kazan geeft hij in
de film een spel te zien, dat vol pauzes,
gemompelde woorden en onvoltooide zin
nen zit, terwijl hij schijnbaar naar woor
den zoekt om zich uit te drukken. Het re
sultaat is een vriiwel volmaakte studie van
een jongeman, die zijn broer haat en zijn
best doet, de genegenheid van zijn vader
te winnen.
Niet alleen in de manier van acteren
is er een treffende overeenkomst tussen
James Dean en Marlon Brando. Ook
hun dagelijkse leven vertoont veel gelij
kenis. Eenzelfde verachting voor de Hol
lende productieondernemingen bedienden lywoodse conventies, die o.a. tot uitdruk-
Voor de verschillende liefdes-affaires, landse speelfilm denkt daar anders over.
die zich in het Hongaarse geslacht De
liik mede ziin toekomst Hii raakt be- Grano afspelen, heeft de schrijfster alle
trokken bij een opstand van de Ashanti- aandacht. Dat maakt haar boek vooral
stam een knaD beschreven episode 1 voor dames wel bijzonder boeiend, maar
In Ms h?ng^n Uitweg meer St?neemt I het geeft het geheel toch wel een beetje
hii zijn lot in eigen handen. I le eenzijdig tintje. Gelukkig heeft Gerda
I w fi v, a v, t ,„orV -hi'pr Achen echter nog andere pijlen op haar
Wat ons betreft had het werk h er- De hjs(.orjSCi,e achtergrond is een
mede mogen eindigen. Maar de schrijf- boeien<1 en zinvoi <jecor. Al met al een
ster vond het nodig in het vijfde en laat
ste deel de geschiedenis van Aldebaran,
de dochter van Johnny, uit de doeken
te doen. Het had daar beter in kunnen
blijven, want veel wijzer worden we er
niet door. Hoe in Aldebaran Phoenix
herrezen" kan zijn, zoals de ondertitel
zegt, is ons vooralsnog niet duidelijk. Men
zal begrijpen, dat deze familiekroniek,
waarin zwarte bladzijden vooTkomen die
weliswaar kies worden behandeld, uit
sluitend voor volwassen lezers bestemd is.
Hilvarenbeek gaat voor de negende
maal zijn deuren open zetten om de deel
nemers aan de Groot Kempische Cul
tuurdagen te ontvangen.
Op Zaterdag 23 Juli om 3 uur worden
de cultuurdagen geopend door de heer
J. Meuwese, burgemeester van Hilvaren
beek. Als thema voor de direct hierna
volgende spreekbeurten is voor dit jaar
gekozen „Kerk en Kunstenaar". De spre
kers zijn prof dr Walgrave O.P. uit Leu
ven en Gabriel Smit. Tussen de beide
inleidingen zal een jongenskoor, onder
leiding van Jac. van Meel. enige liederen j
ten gehore brengen.
In het gemeentehuis zullen de werken
van „Brabantse beeldhouwers" te be
zichtigen zijn. Deze tentoonstelling, waar
op nagenoeg alle Brabantse kunstenaars
exposeren, zal gedurende ongeveer een
maande geopend blijven.
Deze eerste dag wordt besloten met de
traditionele openlucht-koffietafel, tijdens
deze koffietafel wordt een satiriek wa
genspelletje opgevoerd, geschreven door
Jan Naaijkens. De „Jonge Boeren" uit
Eindhoven geven een demonstratie van
hun lichamelijke vaardigheid en paraat
heid. Ook de dames en heren van de
Utrechtse Studentendansgroep „Terpsi
chore" zullen enige dansen te aanschou
wen geven, waarna de dansgroep „De
Ghespeelkens" uit Tilburg alle deelne
mers aan de cultuurdagen ten dans zal
meevoeren.
Op Zondag 24 Juli zal in de parochie
kerk de Hoogmis worden opgedragen
door pastoor Aug. Commissaris. De feest
predikatie wordt gehouden door dr C.
van Gestel O.P. uit Leuven.
Om 3 uur wordt de literatuurprijs der
gemeente Hilvarenbeek uitgereikt in een
zitting, opgeluisterd door het strijktrio
van het Brabants orkest. De bekroonde
gedichten en een fragment uit de be
kroonde roman worden door de auteurs
voorgelezen waarna Anton van Duinker
ken een karakteristiek der bekroonde
schrijverg* geeft. Hierna volgt een alge-
werk van ongelijke waarde maar uiter
mate onderhoudend. Ervaren lezers, die
van dit soort romans houden, zullen aan
deze trilogie veel genoegen beleven.
Eveneens van Deense herkomst is de
ontroerende roman: „Een vrouw wordt
gelouterd" door J. Bech-Nijgaard, ook
in de Cultuurserie verschenen, in de
vertaling van mevr. J. E. Gorter-Keyser.
Het boek bevat de geschiedenis van een
eenvoudige vrouw, die pas na vele mis
slagen en na veel leed de ware liefde
leert kennen. Het is een onopgesmukt en
levenswaar verhaal. Het realisme van
dit boek gaat nimmer te ver, maar maakt
het toch ongeschikt voor jeugdige lezers.
De Zweedse schrijfster Margrit Söder
holm geniet hier een grote bekendheid. Zij
telt haar publiek vooral onder de leze
ressen, hetgeen niet te verwonderen valt
voor een zo onderhoudende en toch pittige
vertelster. Haar bewonderaarsters zullen
door haar jongste roman: „Weerzien in
Wenen" allerminst worden teleurgesteld.
Integendeel het is een boek, dat men
in één ruk uitleest..
,De overheid volstaat er mee om de
geringe bedragen voor steun aan de film
te verknippen in onaanzienlijke deeltjes,
die zij nonchalant links en rechts uitreikt"
aldus luidt de mededeling van dit be
stuur. „Zij dient deze verspilling te be
eindigen. Indien de overheid niet langer
kleine snippertjes beschikbaar stelt voor
kleine productietjes maar in plaats daar
van een enkel (over een aantal jaren ver
deeld) aanzienlijk bedrag voor een geva
rieerd en naar kwaliteitsverbetering stre
vend productie-programma, dan zal zij
reeds daardoor aanzienlijk hebben bijge
dragen tot het ontstaan van die concen
tratie van krachten, die momenteel ab
soluut noodzakelijk is. De overheid mag
daarbij strenge voorwaarden stellen, maar
dient dan ook de huidige halfslachtige
steunverlening in de "vorm van 'verlies-
garanties te verlaten om daarvoor een
werkelijke subsidiëring in de plaats te
stellen.
Een dergelijke richtlijn voor het over
heidsbeleid zou de vorming van een pro
ductie-onderneming als door ons beoogd
vrijwel verzekeren. De overheid is ver
antwoordelijk voor de goede besteding van
de aan haar toevertrouwde gelden. Tot
op heden is de besteding van de gelden
voor de speelfilm nauwelijks goed te noe
men. Juist waar de producenten tot nu
toe in artistiek en cultureel opzicht faal
den, is het niet slechts een recht, doch
ook een plicht van de overheid om haar
beleid te wijzigen".
Het bestuur der Nederlandse Beroeps
vereniging van Filmers komt tot deze con
clusie. na te hebben betoogd, dat conti
zich van zes verschillende regisseurs, ze
ven verschillende scenarioschrijvers, zes
verschillende cameralieden, vier verschil
lende architecten en vier verschillende
montage-verzorgers. Zelfs de talrijke ac
teurs kregen nauwelijks gelegenheid om
king komt in zijn gewoonte om zich per
motorfiets naar de studio's te begeven en
opmerkingen te maken als: „Ik ben een
ernstige, nerveuze kerel verschrikke-
lijk onhandig en zó nerveus, dat ik niet
begrijp, hoe iemand het met mij in dezelf
de kamer kan uithouden. Ik weet zeker,
dat ik mezelf niet zou kunnen uitstaan.."
Toen iemand hem eens naar deze Bran-
do-imitatie vroeg, antwoordde hij: „De
mensen vertelden me al dat ik me net
als Brando gedroeg nog voordat ik wist
wie Brando was. Ik maak me niet druk
over die gelijkenis. Maar evenmin ben ik
er door gevleid".
Hollywood, dat de waarde van Dean en
zijn excentriciteit drommels goed inziet
heeft hem direct de hoofdrol gegeven in
nog twee films. En om het beeld van ie
Het wordt onderhand hoog tijd, dat we
eens gaan bezien, wat het komende sei
zoen ons te brengen heeft aan nieuwe
stukken. Straks komen de catalogi. De
stukken zijn natuurlijk al lang klaar. Be
langstellenden en critici kunnen ze reeds
ter inzage kriigen. Mij zijn al van ver
schillende kanten stukken toegestuurd om
ze eventueel te bespreken in deze ru
briek. Dit hebben we vorig jaar ook «e-
daan. We zullen het dit jaar weer doen.
Maar vooraf wil ik gaarne een algemene
indruk geven.
Mijn algemene indruk van de stukken,
die ik tot nu toe gelezen en ingebladerd
heb, is niet zonder meer enthousiast te
noemen. Er zijn wel enkele goede stuk
ken bij natuurlijk en van deze stukken
zullen wij ongetwijfeld een dankbaar ge
bruik maken, maar aan vele stukken kun
nen wij rustig zonder meer voorbij gaan.
Ze zijn de moeite niet waard, hoewel zij
natuurlijk evengoed hun successen zullen
behalen, omdat velen nu eenmaal niet ho
ger mikken.
Het is echter zeer jammer te noemen,
dat de uitgevers (of laten we liever voor
zichtig zijn en zeggen: meerdere uitge
vers) niet hoger mikken. Maar hier draai
en wij alweer in een grote cirkel. Vele
uitgevers zouden veel beter willen, maar
kunnen eenvoudig niet, omdat de grote
vraag uitgaat naar dergelijke onbenullige
prul-stukken. Een uitgave kost hopen geld
en de distributie, de exploitatie van een
stuk kost nog meer geld, dus moeten zij
met „kas"-stukken voor de dag komen
Met genoegen mocht ik constateren dat
Hans van Bergen het gloeiend met mij
eens is. Ik ben ook hem dankbaar voor
het succes hetwelk hij mij toewenst,
maar
Juist dit woordje „maar" evenals het
woordje „als" in Rotterdams spraakge
bruik „as", volgens mij de twee beroerd
ste woordjes die onze Nederlandse taal
rijk is, noodzaakt mij mijn rustige rust op
te geven om wellicht „nomen est omen"
nogmaals de degen te kruisen. H. v. B.
merkt n.m. op: „Maar hij geeft geen ant
woord op het door mij gestelde probleem
namelijk of het niet beter is van begin
af aan zeer consequent te zijn in onze
doelstelling en principen en dan desnoods
maar wat minder aan te doen, dan ons
neer te leggen bij niet katholieke toneel
adviseurs etcetera hoe groot de interne
moeilijkheden ook zijn".
Ik meen echter op deze vraag het ant
woord reeds te hebben gegeven, maar
ik vrees, waar H. v. B. zelfs tussen de
regels kan doorlezen, dat ik ook voor de
overige lezers, die deze kunst niet ver
staan, minder duidelijk ben geweest.
Welnu zonder meer zou ik geneigd zijn
een bevestigend antwoord te geven.
Maar.. Wederom dat beroerde woordje
Ik ken n.m. een Organisatie, reeds
eeuwenoud en verspreid over de gehele
-siuKKcii voui u "«6 wereid met een tot in de puntjes verzorg-
houd2n.Z1DeU goede" verenhringen blijven j de organisatorische opbouw, die, naar ge-
zo tevergeefs naar stukken van meer lanë, naar invloed en ledental per land,
standing zoeken. Ik heb u de vorige keer Pe.r !a"? een Concordaat sluit Wie onzer
al gezegd, dat een cirkel altijd van twee tal willen en kunnen beweren dat deze Or-
n-.-.n i cnvio inonnconuoni VinnHoH') T, v-i l-io F
kanten dient doorbroken te worden, wil
men eruit geraken. Hier geldt dit dus zo
wel van de kant der verenigingen als van
de kant der uitgevers.
De laatste jaren (tiental jaren mogen
we wel zeggen) is er onder de uitgevers
wel degelijk een groot streven met be
tere stukken voor de dag te komen. En
dikwijls niet zonder succes. Velen, die zeg
gen, dat er van de uitgevers niet goeds
komt. proberen dit wel eens te bewijzen
met het aanhalen van stukken, maar dan
halen zij altijd stukken van meer dan tien
jaar geleden aan. Soms zelfs van twin
tig, dertig jaar geleden. Logisch, dat je
stukken van twintig, dertig jaar geleden
in het belachelijke trekken kunt, uitge
zonderd dan de stukken van werkelijk
hoog gehalte. Maar dertig jaar geleden
heerste er toch een heel andere menta
liteit dan nu. Toen leefden wij in een
tijd van sentimentele draken en valse ro
mantiek. Nee, als we eerlijk zijn. moeten
we het GANSE repertoire van de laatste
ganisatie inconsequent handelt? Een half
ei is altijd nog beter dan een lege dop.
Ook op de volgende vraag zou ik geen
antwoord hebben gegeven n.m. „Of is
de heer Schermer het eens met de heer
Bloemkolk, dat deze niet katholieke toneel
adviseurs zeer goed te verenigen zijn met
onze principen, omdat „het alleen maar
van belang is, dat de betrokkene terzake
kundig is en dat zijn katholiciteit hier
niets aan toedoet?" Ook deze vraag werd
door mij reeds beantwoord en al was het
dan geen definitief antwoord. U zult het
er toch mee moeten doen, omdat ik:
Ie. Nog te kort in de toneelwereld ben
opgenomen, dus niet kan beoordelen of
o.a. deze katholieke adviseurs in voldoen
de aantal aanwezig zijn of zich beschik
baar stellen:
2e. Ook al zou ik het niet eens zijn
met de heer Bloemkolk, als organisa
tieman eventuele geschillen niet buiten
de deur of op straat tot oplossing zal
brengen. Een goed huisvader doet zulks
gehalte, waaraan wel menige strop zal
zijn behaald, omdat zij boven het alge
meen geldende niveau van het amateurto
neel lagen. Waarmee de verenigingen de
uitgevers dus rustig lieten zitten.
Beide partijen, zowel de uitgevers als
de verenigingen, moeten er veel meer
van doordrongen worden, dat zij een taak
hebben, een hoge culturele taak! Zij heb
ben het volk wat te bréngen! Niet waar
om het vraagt (kasstukken!), maar wat
nieuwe ster te» vervolledigen heeft De het mist! Het volk moet -oede smaak
hplansriike be- worden bijgebracht. Smaak voor cultuur
Een Amerikaanse vrouw komt na vele nuïteit de allereerste voorwaarde is tot
jaren terug in Wenen, de stad waar zij als verbetering van de kwaliteit der Neder- i
James Dean, nieuwe Hollyivood-ster
1955
eenmaal opgedane kundigheid en ervarin
gen verder te benutten; slechts een vier-
of vijftal trad in meer dan één fiim op.
Dit gebrek aan continuïteit nu staat de
kwaliteitsverbetering en een gezonde toe
komst van de Nederlandse film in de weg.
Er moet een groep samenwerkende pro
ducenten of één productie-onderneming
komen, die 'n continue productie niet al
leen op persconferenties aankondigt, maar
ook metterdaad verwezenlijkt én dan zal
de overheidssteun niet langer met mond
jesmaat moeten worden gegeven voor één
enkele film, maar voor het gehele „reper
toire" van deze onderneming.
De eerste echte nieuwe Hollywood-ster
van 1955 is een bijziende jongeman, Ja
mes Dean genaamd, die er uitziet als
een ionge uitgave van Gregory Peck an
die de speelstijl heeft van Marlon Brando.
En het is misschien niet helemaal toeval,
dat Elia Kazan ("On the waterfront"),
die van Brando een ster maakte, ook
James Dean bij het bioscooppubliek intro-
Publiciteit het volgende belangrijke be
richt de wereld ingezonden: Dean consul
teert in Hollywood een druk bezochte
psychiater. Dezelfde als Marlon Brando...
In Britse filmkringen wordt druk gespro
ken over een nieuw duo, dat voor t eerst
samen in een film optreedt: de knappe,
trompet-spelende Kay („Genevieve") Ken
dall en Peter Finch, die een rol speelt in
de Pinewood-film „Passage Home". Kay
Kendall is terug in Pinewood na elders in
Engeland voor Metro-Goldwyn-Mayer met
Robert Tayler inde film „Quentin Dur-
ward" te zijn opgetreden.
De film, waarin zij en Peter Finch sa
menspelen is getiteld „Simon and Laura",
een bewerking van een blijspel, dat op het
Londense toneel enorm succes heeft ge
had. Het verhaalt de geschiedenis van een
acteur en een actrice, die met elkaar zijn
getrouwd en die door hun bewonderaars
als toonbeelden van echtelijke genegenheid
worden beschouwd. Wat die bewonde
raars niet weten is. dat de liefhebbende
echtgenoten vechten als kat en hond.
Dan krijgen ze 'n aanbod om op te treden
in een televisieprogramma, waarin ze
aan de kijkers worden getoond als een in
nig gelukkig echtpaar, dat iedereen van
het toneel kent.
De film wordt geregisseerd door Muriel
Box, Engelands bekende vrouwelijke re
gisseur en opgenomen in technicolor, Vis-
taVision.
Het jongste nummer van „Filmforum"
opent met een belangwekkende beschou
wing over de Filmweek in Arnhem. Naast
de gebruikelijke, min of meer omvangrij
ke beschouwingen over de nieuwste films
die hier te lande in vertoning zijn geko
men, geeft H. Wielek een overzicht van
de resultaten, die zijn bereikt met de
„Cursus in filmbegrip", welke door het
Amsterdamse Filmmuseum is gegeven en
waaraan door vijftig onderwijzers, lera
ren, jeugdleiders, volksopvoeders, journa
listen en andere belangstellenden is deel
genomen, terwijl Piet v d Ham hetzelfde
doet met betrekking tot de resultaten, die
de kadercursus van het Katholiek Film-
(Van een bijzondere medewerker)
De filmkunst is volwassen!
Dit is het „Leitmotiv", dat men steeds
hoort in Arnhem vooral omdat de Film
week op bijzonder prettige manier ver
loopt, maar ook omdat in het Rembrandt-
theater, naast de vele woorden van de
congresgangers, de jongste der Muzen
zich heeft getoond op een wijze, die ont
roerend van eenvoud en artistieke
schoonheid is.
Zelden ervaart men een harmonie tus
sen vorm en inhoud, dit de film tot kunst
werk verheft. Met de Italiaanse film
,,La Strada" en het Amerikaanse product
„Marty" is dit niveau bereikt en wie in
de gelegenheid komt om deze cinegrafi-
sche meesterwerken te aanschouwen,
mag dit niet verzuimen.
Rondom de vertoning van de vele pre
mières wordt er veel gepraat over film
en jeugd en over de culturele, sociale en
opvoedkundige betekenis van de bios
coop. Het zijn het Instituut „Film en
Jeugd" en het „Nederlands Filminsti
mene kunstenaarsvergadering onder tuut", die inleidingen, filmfragmenten en
voorzitterschap, van Emiel van Hemel- discussies rondom deze problematiek
donck. waarin gelegenheid wordt gebo- hebben georganiseerd Inleidingen wer
den tót debat op de inleidingen van de .den o.m. gehouden <hV. r wethouder
vorige dag van Utrecht, H. van der Vlist, de direc
teur van het Nederlands Centrum voor
Onderwijs en Opvoeding te Amsterdam,
de heer W„ Veer, door dr J. Hulsker,
Hoofd van de afd. Kunsten van het Mi
nisterie van O. K. en W. en de heer H.
Wielek, chef van de Culturele Afdeling
van de Gem. Dienst van Sociale Zaken
te Amsterdam.
Het uitwisselen van gedachten rondom
de film kan zeer vruchtbaar zijn, als het
product, dat in de bioscopen wordt ge
draaid ook toont, dat het niet bij woor
den blijft Aan de wieg van de jongste
Muze stonden de kermisklanten. De in
tellectuele wereld stuurde geen repre
sentanten. Dat is nu anders geworden. Op
academisch niveau wordt over de film
gediscussieerd en dit. is volledig gesteund
door de bijzonder goede films, die zijn
vertoond.
Federico Fellini heeft met „La Strada"
(De Weg) een renovatie gegeven van het
Italiaanse neo-realisme van het verfjjnd-
ste gehalte. Plet is een film van een lij
densweg, die wordt bewandeld door de
armsten onder ons n.l. lieden die de
dorpen en steden afreizen om daar veelal
in de op'en lucht met hun kunstenmake
rij het meest noodzakelijke te verdienen.
Men kan geneigd zijn te veronderstellen,
dat het scenario over het leven van ker
misreizigers somber is; gedrukt onder de
loodzware last vol zorg om het bestaan.
Maar dit is geenszins het geval. Integen
deel. Fellini heeft een film gemaakt
waarin aan de hand van het episodisch
volgen van het leven van een drietal van
deze zwervers een psychologische indrin
ging, een poëtische liefde om het drietal
en bovenal een zuivere instelling van de
kunstenaar te bespeuren zijn. die wij zel
den zagen en waarvoor wij jaren terug
moeten gaan naar de productie van de
neo-realisten.
Het zijn in de film „La Strada" Zam-
pano de boeienkoning, Gelsomina diens
assistente en II Matto 'de dwaas) die
rondtrekken. Het meisje is door de boei
enkoning van haar moeder gehuurd als
assistente. Vol vreugde begint zij haar
nieuwe taak; maar de boeienkoning is
een bruut, waartegen het naïeve meisje
te pletter loopt Zij ontmoeten II Matto
en het gevolg is ee" treffen van beide
mannen zo hevig, de' jonge dwaas, de
koorddanser, sterft. Gelsomina kan dit
niet meer verwerken Maar als ten slotte
de boeienkoning een melodie hoort zin
gen en dan weer san die kleine frêle fi
guur wordt herinnerd die steeds rondom
hem fladderde en die hem nooit heeft
verlaten, dan breekt in hem door het be
sef. dat hij iets onmisbaars heeft ver
loren en dat er onherstelbare schade is
gebracht aan wat voor hem het levens
geluk had kunnen zijn.
Fellini heeft de sfeer langs de straat
en het bestaan van de zwervers bijzon
der knan getroffen Anthonv Quinn is
dp hoeipnVoriing en R'ehnrd Basehart de
koorddanser, beide bijzonder goed gety
peerd. Maar wat „La Strada" tot een
aparte klasse verheft, is de figuur van
Giulietta Masina als het meisje. Deze
„Charlot-femme" zoals zij door een Fran
se critisus is getypeerd, heeft met, een
haast onwerkelijke gelaatsexpressie en
fijn aangevoeld bewegingsspel een figuur
op het witte doek getoverd, die zo in
tens boeit ondanks ieder gemis aan „gla
mour", dat men diep ontroerd toekijkt.
De tweede bijzondere verrassing is de
film „Marty" de prijswinnaar van Can
nes en de film, die een bijzondere prijs
van het Office Catholique International
du Cinéma verwierf.
Paddy Chayefsky schreef het scenario
voor deze simpele liefdesgeschiedenis van
twee jonge mensen, die beiden niet knap
zijn. maar die het geluk vinden na vele
desillusies en teleurstellingen.
„Marty" werd door Delbert Mann ge
regisseerd; oorspronkelijk als televisie
spel hetgeen men nog kan bespeuren aan
de vrij sobere camera-wisseling. Maar
Marty de slagersjongen van 34 jaar en
Ciara het onderwijzeresje van enkele ja
ren jonger leven zo intens op het, witte
doek en hun zoeken naar het geluk is
zo zuiver, dat zij die moeilijkheden we
ten te overwinnen. Geslagen door de mis
lukkingen is dit tweetal kopschuw ge
worden. Bijzonder scherpzinnig wordt dit
door Mann verfilmd. Totdat Marty het
meisje Clara ontdekt, dat in de steek
wordt gelaten omdat haar partner een
opwindender gezelschapsdame prefereert.
Niet direct, maar schuchter breekt, de
ban van fatalisme en ontstaat er een psy
chisch contact tussen de jongelui.
Maar de vrienden van Marty lachen
hem uit om zijn keuze. En ook thuis
stoot hjj op weerstand. Marty twijfelt
weer en komt zijn afspraak met Clara
niet, na. Hij begraaft zich weer in de in
tense verveling van een week-end vol
van de vraag: „Wat, zullen we gaan
doen". Tot dat hem ten slotte duidelijk
wordt, dat hij het geluk voor het grijpen
heeft. De film eindigt met een telefoon
tien jaar eens onder de ogen nemen en j ook niet.
dan komen heus de meeste uitgevers er Vervolgens moge ik U allen in overwe-
nog niet zo heel slecht van af. Er zijn vele j ging geven mijn vorig artikel nog eens
gedurfde uitgaven bij van zeer behoorlijk rustig door te nemen en dan zult U be-
'merken, dat ik op mijn vraag uit welken
hoofde H. v. B. zijn artikelen pleegt: „Be
roepshalve, vrije tijdsbesteding of aposto
laat" ook geen antwoord mocht ontvan
gen. Zulks belet me niet om nog even
aan te haken op enkele doftr hem naar
voren gebrachte opmerkingen.
H. v. B. zegt n.m.: „Het simpele feit
dat maar betrekkelijk weinig verenigingen
lid zijn van het W.K.A. (en dat vele
van onze verenigingen nog alleen maar
lid zijn om de enig juiste reden, name
lijk omdat zij katholiek zijn zonder zich
verder om het W.K.A. te bekommeren)
is het bewijs van mijn stelling". Naar
mijn smaak een zeer zwak bewijs en daar
aan gelijk zijn stelling.
Het geplaatste is door mij reeds
in mijn vorig artikel beantwoord, waar
mede, naar ik me vlei, H. v. B. het gloei
end eens is. Ik erken, dat het aantal aan
gesloten verenigingen groter zou kunnen
zijn, b.v. op het terrein van school- en
jeugdverenigingen, maar ontken dat zulks
zou zijn te wijten aan het landelijk W.K.A.
Hiervoor zijn andere gronden aan te wij
zen, welke reeds meerdere malen, en dat
moet H. v. B., niet onbekend zijn, op an
dere wijze herhaaldelijk zijn en worden
aangevoerd en aangeroerd. Maar.., nog
maals maar, uit mijn jarenlange ervaring
als georganiseerde op ander terrein,
waar men met dezelfde moeilijkheden
te kampen heeft, is men, om buiten de
organisatie te blijven staan, ontzettend
vindingrijk in het vinden van een stok om
een hond te slaan. Toch zijn al die rede
nen terug te brengen tot die ene reden
n.m. parasiteren op het werk en offeren
van anderen. Dat is immers veel makke
lijker en goedkoop bovendien. Tegenover
Uw stelling zou ik dan ook, met m.i. meer
recht, de mijne willen stellen n.m., dat
het aantal bij het W.K.A. aangesloten ver
enigingen, mede ook gezien de samenstel
ling van onze bevolking, redelijk is te
noemen en naast kwantiteit toch ook kwa
liteit een hartig woord meespreekt. In dit
verband mag ik verwijzen naar R'dam
met 17 aangesloten verenigingen. En hier
mede zijn we weer bij de Kringen aange
land en ik herhaal nogeens mijn mening
in voorgaand artikel geuit, dat het de
Kringen zijn die het W.K.A. moeten op
en uitbouwen. Hiermede is gelijkertijd het
antwoord gegeven op het door U bepleite
doorbreken van de bewuste cirkel. Dit
doorbreken behoeft m.i. dus slechts op
één en niet op twee plaatsen te geschie
den, ook niet naar buiten maar naar bin
nen, want naar buiten raakt men het over
zicht kwijt, als U begrijpt wat ik bedoel.
Tenslotte nog iets over de geciteerde
reactie. In grote lijnen ben ik het daarme
de eens. Alleen dat 25 jaar meelopen, wel.
iswaar een geijkte term, zie ik liever ge
steld als meewerken. Ik verwacht van die
oud Josefgezel, dat hij niet strijdensmoe
is geworden, nog even zal doorzetten en
medewerken, zeker als hij tot R'dam be
hoort. want, zijn wensen staan op het punt
verwezenlijkt te worden n.m.
Vorig jaar werd door één van onze ver
enigingen een Kerstspel op de openbare
straat gebracht en nog dit voorjaar door 'n
andere vereniging een Passiespel. Gezien
de grote moeiliikheden. zowel van finan
ciële als organisatorische aard, om zulks
door een vereniging klaar te spelen, maar
ook de grote apostolische waarde, welke
deze opvoeringen, znwel naar binnen als
buiten, ontegenzeglijk hebben, deed ons,
met instemming van beide verenigingen,
besluiten deze prachtige initiatieven over
te nemen. T.a.v. het Kerstspel hebben 5
verenigingen hun belangeloze medewer-
I king bereids toegezegd, zodat aan de voor
avond van Kefstmis a.s. op 15 pleinen of
straten, daar waar zulks het hardst van
node schijnt, zowel in R dam als Schie
dam, in het openbaar de Kerstgedachte
zal worden gebracht en gewekt. Een en
ander zal veel werk en opoffering vragen,
niet in het minst van de spelers, want
hoe zal het weer en de temperatuur zijn,
maar daarnaast ook geld.
Naar aanleiding van dit laatste hebben
we ons inmiddels tot een aantal promi
nente verenigingen en instellingen ter
plaatse gewend en als de voortekenen niet
hedrie^en k*n on haar medewerkim? wor
den gerekend. Vanzelfsprekend wordt hulp
van anderen niet versmaad, ook al be
staat deze hulp slechts in het schriftelijk
toezenden van hun instemming aan ons
secretariaat Hooidrift 64a. Bij voorbaat
dank.
Ook dank aan de Redactie voor de nog
weer grotere gevergde ruimte, maar.de
laatste maar, ik hoop nog eens in de gele
genheid te worden gesteld in ons lijf
blad over doel en streven van het
\V T" h"t een en ander te mogen mede-
dpi„-
G Rotter
dam.
en dingen van waarde! De verenigingen
en de uitgevers moeten elkaar hierin vin
den. Elk stuk, dat waardeloos is, betekent
niet alleen geen winst, maar een ver
lies! Het is niet verantwoord zo'n stuk
te spelen of uit te geven.
Het W.K.A. klaagt dikwijls (zie W.K.A.
nummers van recente datum), dat er
van de uitgevers nooit iets goeds komt.
Waarom neemt het W.K.A. de handschoen
dan niet op, om deze cirkel te doorbreken
Wij beschikken toch over katholieke uit
gevers, die al meer dan veertig jaar mis
schien het katholieke amateurtoneel van
stukken voorzien hebben, die de bestaans
grond voor het katholiek toneel hebben
mogelijk gemaakt en die er de bloei aan
gegeven hebben. Waarom geen heel nauw
contact gezocht mrt deze katholieke uit
gevers? Gezamenlijk zullen zij met het
W.K.A. toch wel tot iets in staat zijn.
Het kan er bij mij niet goed in, dat
door een heel nauwe samenwerking tus
sen W.K.A. en katholieke uitgevers geen
repertoire-verbetering mogelijk zou zijn.
Het W.K.A. kan de stuwkracht zijn èn
om de uitgevers te animeren betere stuk
ken uit te geven èn om de verenigingen
te animeren deze betere stukken te spe
len.
Tot nu toe is mij van een dergelijke
samenwerking nog niets bekend. Ja, de
NATU doet geloof ik wel pogingen in
deze richting, maar moeten wij dan eerst
het werk van de NATU afwachten? W'i
hebben een W.K.A. en we hebben Katho
lieke uitgevers. En de katholieke vereni
gingen zien met belangstelling elke vrucht
van samenwerking tegemoet.
Tot nu toe heb ik alleen van controver
sen gehoord of het afpingelen van wat
procenten om meer leden te kunnen trek
ken. Maar van een serieuse vruchtbare
samenwerking die m.i. toch mogelijk moet
zijn, heb ik nooit iets vernomen.
HANS VAN BERGEN
gesprek, waarin wordt gesuggereerd, dat
Marty en Clara de moeilijkheden hebben
overwonnen.
Een bijzonder mooie film, maar ook
bijzonder geestig. De dialogen zijn van
een verbluffende scherpzinnigheid' wat
betreft de weergave van de sfeer tijdens
een week-end van jongelui, die in een
danslokaal maar afleiding zoeken en die
grofweg zeggen, wat zij er van denken.
Twee filmg van bijzondere kwaliteit,
die in Arnhem de filmweek tot een hoog
tepunt hebben gevoerd.
Giuletta Masina als de assistente van
de boeienkoning in de bijzonder
mooie Italiaanse film „La Strada"
van Federico Fellini.