Nieuw en gedurfd Jeugdwerk
Q
SO
PiBW
Moet de Kerk zich niet aanpassen?
B
IJ
H 8 HM li 1 if ij
W
HONDENPRAAT
Een organisatie
op schrift is
anders dan in
wer lelijkheid
Een adembenemende sprong
Tot waar moet de Kerk reiken
mg
De verdwenen Kerk
fnstelling voor alle
tijden en
alle mensen
De „tegenwoordige
Kerk
mm'
ZATERDAG 2 JULI 1955
PAGINA 7
Si?°da?T?\ W° i0t Cle COnclU-
elk?7nta9Jaak is of lievar' bV
elke Zaterdag en Zondag bal.
>,U Êf
r.
HET INSTUIFWERK
plDEIiS OP DEZE PAGINA
A-J kunt g-c lezen hoc en in welke
«in tic Kerk zich aan dc tijd kan
cn moet aanpassen. Dit vraagstuk
heeft een theoretische èn een
practischc kant. Wat dit laatste
aspect betreft, trof het bijzonder
goed dat we van diocesaan hoofd-
aalmoezenier H. M. J. Brans (van
lc faarlemse) een uitnodiging
oittingen eens over het Instuif*
werk te komen praten. Dit
goed, want in dc brief
redactie schreef de aalmoezenier
dat liet een jeugd werk vorm betrof
die nieuwer, vrijer en gedurfder
was, een zinsnede dus, die er op
wees dat het Instuifwerk iets te
maken had met de zich
tijd aanpassende Kerk.
Wij allen dienen voor elkander be
zorgd te zijn, op elkanders heil be
dacht, een heil hier en het eeuwige
hiernamaals. Het is een plicht voor
iedereen. Maar deze plicht wordt bij
zonder ernstig genomen door de
priester-zielzorger en de apostolisch
ingestelde katholieke leek.
De tijdgeest wil dat wij daar een
type onder zijn gaan verstaan. Het
beeld daarvan kent ge: dynamisch,
in een goed milieu te maken tot een
positieve factor in hun opgang naar
de volwassenheid".
In de doelomschrijving is nauwe
lijks meer iets van dc oorspronkelijke
gedachtenwereld terug te vinden.
Meer omtrent de beide aspecten: 1)
het bereiken van de jongeren ter aan
wakkering van het nauwelijks nog
aanwezige vuur op ontspanningsavon-
avonden, speciale clubvorming, ex
cursies, die uit de contacten en
ontmoetingen van de Instuif geboren
worden en de vrijetijd der jongeren
zinvol en vruchtbaar maken;
d. het ontvankelijk maken van de
jongeren voor een meer intensieve
levensvorming, zoals deze door de
kernvorming in het jongerenwerk
beoogd wordt".
paste
aan <le
deze
het
LADhRhND m een maand-
program van de Instuiven te
Amsterdamkomen we er toe
schrijvem11 UÜ °Ver te
.We hebben het u al gezegd er
zijn qr twaalf, die gebonden zijn
aan parochies. De Instuiven heb
ben dus bijna alle eerbiedwaar
dige namen.
en'^l hljna elke Zaterdag
mnftr. 3°iï0?/Uïi die binnenkomen
min i kathohek zijn en worden
mm of meer geballoteerd, d.w.z
e cciste maal dat ze binnen-
"omen worden ze genoteerd als
informaties genomen op de
pastoriegoed zijn, krijgen ze het
lidmaadschapsbewijs, waarvoor 'n
jaarlijkse contributie wordt
gevraagd.
Tegen een zeer laag entrée
heeft ieder lid nu toegang tot elke
Instuif, waar ook in de stad, waar
ook m het land. In Amsterdam
al leen al is er dus keus genoeg.
P de instuif avonden verschijnen
aan de toneelkant van de zaal
allerlei variété-artisten met com
Plete programma's, gecharterd
ctoor de Instuifbesturen die zeer
zelfstandig kunnen optreden. De
aard van de bezoekers loopt im
mers vaak zeer uiteen, zodat de
behoefte nogal wat anders kan
-omen te liggen. Dat neemt niet
e9> dat een coördinatie wel erg
n°odzakelijk is èn wat betreft de
samenstelling van de program
ma s èn wat betreft de intensiteit
van de Instuifavonden boven
dien
ge-
is er met die zaak veel geld
gemoeid, dat kan iedereen begrij
Pen. Een directorium en een tech-
tsc/ie werkgroep vervullen de
c°ordinerende taak.
Zn nu dat maandprogramma.
Zr waren die maand vier Zater-
«affen en vier Zondagen. Gemid
deld drie Instuiven waren open.
Tie maal acht, dus vier en twin-
«9 bals of dansavonden stonden
e\ m het boekje vermeld. Som
mige van die bals werden dan
onderbroken door komische num
mers van een xylophonist, een
'lown of een zakkenroller.
De combinatie van deze dans-
jeesten met de parochiekerk geeft
een komisch effect:
Zondag 17 April:
St J an: Dansen.
St Ignatius: Dansen.
Tuindorp Oostzaan: Dansen.
de rn-r,r-ide meedelingen over
ernstige '£°e weQkends staan de
hetgeen ™°menten vermeld, over
gonnen is™aarvoor dlt be-
Woensdag 27 April-
"jongeren. Wekelijkse
,J Mis met vuf-
mmutenpreek.
In de St Jan de Doper om
6.45 uur 's morgens Laat U
er maar eens werkelijk toe
verleiden deze H. Mis bij te
wonen
Dit werk nu staat heden in het
brandpunt van onze belangstel.
ling. Het is een moment van de
zich aanpassende Kerk. De moei
lijkheden zijn legio. De aalmoeze'-
niers tasten en zoeken. De Instuif
bereidt de jongeren een dienst of
is het een nieuwe jeugdbeweging.
Rector Brans wijst er nadrukke
lijk op, dat het geen jeugdbewe
ging is. Daar is de vraag vrijheid
of dwang. Die HMis op Woens
dag, legt die geen verplichting op?
een goed Instuif lid gaat naar de
Instuifmis Hoe wordt de ver
houding tot de jongerenorganisa
ties geregeld, zoals de K.A-J.
Want onherroepelijk dreigt het
gevaar dat beide activiteiten el
kaar gaan dekken. Het is geens
zins de bedoeling dat de Instuiven
de gehele ontspanning overnemen
aldus deze afromend van de orga
nisaties en daardoor de leden aan
trekken en overnemen. Ge ziet,
moeilijkheden genoeg doch
het is een platgetreden pad
moeilijkheden zijn er om over
wonnen te worden en een heilig
boel heiligt vele middelen en
de moeiten en de zorgen en de
mannen die de arbeid aanpakken-
Een nummer van het:
Instuif programma wordt
voorbereid
(Foto afgestaan door
de Katli. Illustratie)
4»
V
E SPREKEN TEGENWOORDIG
zo vaak over de mensen, die
door geen enkele activiteit, geen
enkele Prediking van de Kerk meer
geraakt worden. Velen vragen zich dan
wel eens af: moet op de eerste plaats
de Kerk zich niet aanpassen aan de
mensen? Heeft Christus dit ook niet
gedaan? God heeft zelfs de menselijke
natuur aangenomen, om in alles aan
ons gelijk te worden: Hij heeft zich
aangepast aan het Joodse volk. Hij
sprak de taal der Joden en paste zich
aan aan hun gewoonten en gebruiken.
Deze aanpassing van God aan de mens
was toch wel heel wat groter en prin
cipiëler dan een eventuele aanpassing
rusteloos, energiek, bekwaam in de
organisatie, handig, alleszins i n de
wereld, vurig en enthousiast, meestal
jong.
Vanuit deze kringen, gegrond op
een eerlijke bezorgdheid voor de jon
geren groeide het Instuifwerk.
Bezorgdheid. Dit harde feit lag er
immers (het ligt er nog): Talloos
veel jonge Amsterdammers gingen
aan „Kerk en Kluis" voorbij. Men
versta ons niet helemaal letterlijk.
Goed, ze gingen niet helemaal aan die
Kerk voorbij, ze kwamen er nog, op
Zondag en op tijd, maar er woei toch
(en waait nog altijd) een geest van
lauwheid, van ongeïnteresseerdheid
ten aanzien van het rijke bezit dat
Geloof is. Omdat dat Geloof zo'n
enorm belangrijk mensenbezit is, dat
bovendien het gehele dadenleven
richt en zelfs verantwoordelijk is
voor het „wei-zijn" van kleine en
grote gemeenschappendat alles
nog afgezien van het feit dat het de
weg is naar de hemel, kan het niet
anders of lauwheid in een dergelijke
gewichtige zaak moet de onrust op
wekken van de velen die bezorgd zijn
om de ander en bereid zijn tijd en
moeiten te offeren, daar iets aan te
doen! De vraag is wat, waar en hoe.
Ge kent thans de aard der bezorgd
heid en om wie het ging. Kapelaan
B. C. Hoogeveen van de St Jansparo
chie te Amsterdam lanceerde zijn In
stuiven. Op de avonden waar veel
plezier gemaakt werd en gedanst en
een 'bonte stoet variété-artisten op
trad troffen honderden jongelui el
kaar. En dat was tenminste iets. Er
was een aangrijpingspunt. In het sa
menzijn, waar ook de priester is, kon
de vonk gaan gloeien van een puur
der geloofsleven, van een nieuw
idealisme, zo redeneerde men.
Maar dit alles is te simplistisch ge
zien. In de drie jaren van het Instuif-
bcstaan is er veel gebeurd, veel na
gedacht, veel gerijpt. Bijvoorbeeld
Is het geheel op zichzelf niet zin-
V°1 jonge mensen een goed cn sfeer
vol milieu aan tc bieden voor hun
vrijetijdsbesteding, zonder daarbij
direct aan de herboren vurigheid in
Geloof te denken?
Op 13 junj X955 tekende mgr Ilui-
bers dc statuten van de Instuif cn art.
2 handelend over het doel luidt nu
aldus:
„Het doel van de Stichting is: in
samenwerking met de parochiële of
plaatselijke jongerenorganisaties ge
legenheid te scheppen tot het bijeen
komen van de katholieke jongeren
van 17 tot 25 jaar in seeiëteitsverband,
teneinde hun vrije tijd door het ge
nieten van verantwoorde ontspanning
De zojuist uit een Russisch concen
tratiekamp bevrijde Pater Leoni S.J.
i heeft bij zijn terugkeer in West Euro
pa enige inlichtingen gegeven over de
toestand van de Katholieke Kerk in
Oekraïne. Voordat hij in 1945 door de
Sovjet-autoriteiten werd gearresteerd
had hij als aalmoezenier van de Ita
liaanse troepen in Rusland, geduren
de een jaar zijn ministerie kunnen uit
oefenen in Odessa. Hij werd jn 1945
veroordeeld tot 10 jaar dwangarbeid
en overgebracht naar het werkkamp
van Workuta, waar hij in de mijnen
moest werken. Later werd hij op
nieuw veroordeeld tot 25 jaar gevan
genisstraf omdat hij in het geheim
zijn priesterlijke bediening had uitge
oefend. Kort geleden echter kreeg hij
door bemiddeling van de Italiaanse
Ambassade in Moskou amnestie en
mocht terugkeren.
den en 2) de gelegenheid tot verant
woorde ontspanning als positieve vor
mingsfactor, vinden we terug in de
methodiek (art. 3).
„De Stichting tracht dit doel te be-
eiken door alle middelen, die in de
lijn van haar doelstelling liggen, in
het bijzonder door:
a. het scheppen van gelegenheden tot
godsdienstig verantwoorde cultuur-
genietingen en amusement;
b. het geven van voorlichting bij het
beoordelen van en kiezen uit soort
gelijke gelegenheden in het openbare
leven van stad en land;
c. het bevorderen en organiseren van
al die activiteiten, zoals gespreks-
De andere artikelen van de statu
ten kunnen voor de lezer minder in
teressant genoemd worden. Wat kan
U feitelijk het verdere organisatori
sche bouwwerk schelen?
Wat hierboven geciteerd is, behelst
doel en middelen van het Instuif
werk, dat in de loop der jaren zulk
een vlucht genomen heeft dat er al 70
Instuiven bestaan, hoofdzakelijk in
het Aartsbisdom en in 't Haarlemse-
Amsterdam alleen al twaalf.
Wij formuleerden: geschreven doel
en middelen, want papier en practijk,
leer en leven zijn twee onderscheiden
zaken. En over die practijk moeten
we het nog hebben.
Over de Katholieke Kerk zei Pater
Leoni dat men welhaast moet zeg
gen dat ze heeft opgehouden te be
staan. De katholieke priesters in de
Oekraïne, een streek waar vroeger
het katholieke leven bloeide, staan
voor het alternatief, de documenten
te tekenen die hen afscheiden van Ro
me en onder het gezag stellen van een
Patriarch van Moskou, ofwel gearres
teerd te worden. Het is overigens niet
uit te maken in hoeverre ze nog on
der Rome staan. Het gerucht gaat
dat er in de Oekraïne nog een Cata
comben-Kerk bestaat, maar hierover
bestaat geen enkele zekerheid.
In het kamp van Workuta, waar Pa
ter Leoni gevangen was, bevonden
zich verscheidene Oekraïnse en Balti-
sche Priesters, die geweigerd hadden
zich af te scheiden van Rome, en
daarom gevangen zijn genomen
van de Kerk aan de moderne mentali
teit. Wanneer de Kerk, zo redeneren
velen, zoveel mensen niet meer bereikt,
dan is dit een duidelijk teken dat zij
verouderd is, niet meer past in deze
tijd, dat zij eigenlijk een soort museum
is van een voorbije tijd, groot en mooi
misschien; maar toch maar een museum
en meer niet.
Deze kwestie is niet te beantwoorden
met een ja of nee. Op de eerste plaats
moeten we voor ogen blijven houden,
dat de Kerk, welke Christus gesticht
heeft, was bedoeld voor alle tijden en
voor alle mensen. Zij is universeel, zij
is „Katholiek" voor allen. Zij is er niet
voor deze of die mensen, voor dit of
dat volk, maar voor allen. Christus
sprak tot de Joden in hun taal, maar
richtte zich over hun hoofden heen
naar alle mensen. Evenmin als de men
selijke natuur in de loop der tijden
wezenlijk veranderd is, is dit de Kerk.
Maar we zien nu wel bij de mensen
bijkomstige veranderingen: we zien een
verschil tussen de verschillende volke-
TTEVIG BLIJFT HET ons inte-
AA resseren tot hoe ver de Kerk
(haar bedienaren en ijverige lid
maten) in organisatievorm moet
gaan ter uitoefening van de aposto
lische taak. Gegeven een tijd waar
Geloof cn leven naast elkaar be
slaan, (dc slechtste positie voor het
Geloof) kan men stellen dat op elke
plaats waar de jongeren te bereiken
zijn in casu op de dansvloer
de Geest kan gaan waaien, Die
waait immers waar Hij wil.
Het is een vorm van aanpassen,
zo hij de tijd te zijn dat men precies
weet waar cn wanneer de jongeren
tc treffen zijn.... en dat schijnt
dan vandaag aan de slag de feest
zaal cn de dansvloer te zijn.
Dat nu is soms een moeilijk te ver
teren brok.
De bedienaar van het altaar krijgt
er een nieuw enorm werk bij- in-
stuifaalmoezenier. Een- of tweemaal
in de week is de danszaal zijn werk
terrein. Er is echter meer. De statu
ten wijzen uit dat de clerus aange
duid moet worden als alleenheer
ser van de Instuif. De aalmoezenier
en de pastoor van de parochie heb
ben de gehele macht in handen. Er
staat bijv.. „Elk nieuw bestuurslid
wordt op voordracht van de be
stuursleden aangewezen door de
aalmoezenier, eveneens in overleg
met de pastoor van de parochie"
Art. 8 vermeldt: „Geen besluiten
kunnen genomen worden zonder
overlegd met de aalmoezenier".
Dit alles betekent dus, dat het
voortaan de bedienaren van de Kerk
zijn met hun lekenhelpers, die de
ontspanning verzorgen van het ka
tholieke jonge volk.
Hoe groots het doel ook moge zijl
nl. de zielzorg voor de jonge mens
het lijkt ons een adembenemend
grote sprong op een dergelijke plaats
in het leven binnen te dringen.
Punt van discussie: Teneinde de
jongelui tot heil van hun zielen van
dienst te zijn, reikt de priester tot
op de dansvloer. Het was niet zulk
een verschrikkelijk probleem, ware
het niet dat de kerken, de godshui
zen, de verzamelplaatsen van gods
dienstige gelovigen leeg zijn, of min
stens half leeg en zeker te leeg. Wat
moeten we beginnen, hoe moeten we
aanpassen? In de feestzaal en van
daar terug naar de Kerk? Gaat dat,
denkt U? In die feestzaal komt de
jeugd in elk geval wel, bij honder
den. Hoe voor de hand ligt het dan
zulke gelegenheden open te stellen
onder het opschrift „aanpassen".
Maar er blijven bezwaren, die niet
gemakkelijk te ontzenuwen zijn.
1. Het is moeilijk uit te maken
waar de grens ligt tussen aanpassen
en concessies doen. Mensen ophalen
op de plaats waar men ze treft wordt
een hachelijke onderneming als de
afstand tot de plek waar ze moeten
zijn te groot Wordt. Wat dunkt U
van de afstand Instuif-Kerk?
2. Wij hebber er enorm bezwaar
tegen geleefd te worden. Wij niet al
leen, ieder van ons. We zijn immers
blij 's avonds vrij te zijn en dan te
doen wat we willen, iets te onderne
men, onszelf te zijn. De expansie van
het grote bedrijf op levensgebied^
waar het eigenlijk niet thuis hoort
(ontspanning, opleiding van de kin
deren van het personeel) verdient
bezorgde aandacht, niet zozeer van
wege de kwaliteit van het gebodene,
maar vanwege de gemakzucht, het
geleefd worden, de onvrijheid. Als er
met de Instuif niet voorzichtig ge
manoeuvreerd wordt, dreigt het ge
vaar dat, juist, als het bedrijf, de ka
pelaan voor de ontspanning gaat zor
gen, waarbij we direct aannemen
dat de kwaliteit uitmuntend is,
maar is dat zijn werk?
Rector Brans manoeuvreert voor
zichtig, dat is ons zeer duidelijk ge
worden. Ten aanzien van punt 2 bij
voorbeeld mogen wc wijzen op de
Instuifactiviteit die de rector na aan
liet hart ligt nl. het wijzen op voor
treffelijke ontspanningsmogelijkhe
den in stad en land opdat de jeugd
op juiste wijze leert genieten van het
openbare leven.
Niemand kan ontkennen dat het
een zwaar karwei is met dit schip
te varen op deze zee vol obstakels,
tot complete mijnen toe. Met een
groot doel zijn er toch bezorgde man
nen mee uitgevaren. Het doel moge
bereikt worden!
Kort geleden heeft Kardinaal Fel-
tin, in een toespraak in de Notre Dame
van Parijs, met grote ernst er op gewe
zen dat de verlossende en reddende
kracht van de Kerk van Christus voor
al in de tegenwoordige tijd overal
aanwezig moet zijn waar ellende, sla
vernij en armoede zijn. „Tegenover het
lijden, de ellende, de honger is nu voor
de loyale en zeker voor de Christe
lijke mens het uur gekomen om de
zware last van het geweten te erken
nen en te laten uitbreken tot onrust
die tot daden brengt. Door voorlich
ting van de openbare mening, door
activiteiten die er op gericht zijn al
gemene maatregelen uit te lokken en
gemeenschappelijke initiatieven; door
de vermindering van onze eigen le
vensstandaard.
Het gewetensonderzoek der Christe
nen dat maar al te dikwijls blijft
staan bij louter formalistische gebre
ken, moet in" onze tijd een andere
maatstaf krijgen. Deze verruimde lief
de moet niet alleen bestaan ln stof
felijke daden, maar zij moet zich uiten
in een oprechte eerbied voor de naas
te en in een open, veelvuldig en har
telijk contact met alle medemensen.
Iedereen ieder gezin, iedere instel
ling, parochie, college, vereniging of
beweging moet deze vernieuwing,
geleidelijk of ineens, tot stand brengen,
op straffe van niet te beantwoorden
aan de scherpe roepstem die tot ons
doordringt vanuit de grote problemen
van de tegenwoordige tijd. Hierbij her
inneren wij ons het woord van een an
dere Kardinaal van deze tijd, de Grote
Faulhaber: „Vox temporis vox Dei"!
De stem van de tegenwoordige tijd is
de stem van God", een waarschuwende
stem, een reddende stem. De verlossing
van deze tijd zal slechts kunnen be
werkt worden door het antwoord aan
deze Eeuwige Stem, die heel de nood
van onze tijd plaatst in het oneindige
perspectief van Zijn verheven Voor
zienigheid *en Wil om iedere mens te
redden.
„MOGE DE GEEST VAN JEZUS
CHRISTUS UW HART VERLICH
TEN OPDAT GE MOOGT INZIEN;
WELKE GROTE VERWACHTIN
GEN DOORKLINKEN IN DEZE
STEM".
(Ef 1,18—).
ren en rassen, we zien een verschil op
treden tussen de mensen van verschil
lende tijden.
Zo gaat het ook met de Kerk. De
Kerk blijft alle tijden dezelfde, blijft
zoals Christus haar gesticht heeft. Geen
enkele wezenlijke verandering kunnen
en mogen we aannemen. Wanneer we
dus vragen, dat de Kerk, wil zij de
mensen beter kunnen bereiken, zich
meer aanpast aan de mensen, kan dit
nooit gaan om een wezenlijke verande
ring. Door dat feit zelf zou de Kerk
helemaal niet meer passen op de men
sen, zou zij geen enkele mens meer
werkelijk bereiken.
Maar we kunnen ons wél afvragen,
of de Kerk zich niet meer in bijkom
stige dingen zou kunnen aanpassen. En
hier moet het antwoord bevesti
gend luiden» Zo heeft de Kerk het ook
altijd gepractiseerd. De Joodse Kerk in
Palestina was in haar verschijning an
ders dan de Kerk in Griekenland en
Rome. We zien die verschillen nu nog.
De geünieerde Grieks-Katholieke Kerk
is in haar uitwendig verschijnen geheel
anders dan de Kerk. die onder de in
vloed van Rome staat: Zij heeft een
andere liturgie, ander recht, andere ge
woonten, andere devoties.
Zelfs in het Westen kunnen we in
de loop der tijden een ontwikkelings
gang zien en een aanpassing aan de
verschillende omstandigheden en ver
anderingen van het geestesklimaat. Zo
kunnen we b.v., om een grove onder
scheiding te maken een feodale Kerk,
een renaissance Kerk en een bour-
geoiskerk onderscheiden.
Nu staan we in het Westen plotse
ling voor het feit van een snelle struc
tuurverandering: met name de indus
trialisatie en de verstedelijking hebben
in onze samenleving een revolutie te
weeggebracht, waarvan we de portée
moeilijk nog kunnen overzien. In sa
menhang hiermee en ook als reactie
hierop zien we ook een nieuwe menta
liteit opkomen, welke we met een paar
grote woorden „materialistisch" en
„existentialistisch" kunnen noemen.
Het is begrijpelijk, dat er door deze
snel opgekomen veranderingen een
kloof ontstond tussen de Kerk en met
name het jonge geslacht. Algemeen
hoort men daarom ook de critiek op de
Kerk en een roep om vernieuwing:
vernieuwing van de prediking, van het
liturgische leven, vernieuwing van het
verenigings- en organisatieleven, van
de kunst. Instellingen en devoties, wel
ke een vorig geslacht aanspraken,
schijnen nu uit de tijd en eerder een
rem dan een bevordering van het chris
telijke leven. De Kerk heeft hier be
grip voor en op alle gebied vinden we
vernieuwingspogingen. Maar de jeugd
is onstuimig; ze zou graag nu en op
eens het mes zetten in de verschillende
aspecten van het godsdienstige leven.
Maar hier is oppassen geboden. Dat
gaat zo niet ineens. We zouden dan
gevaar lopen kostbare erfgoederen te
verliezen. Ook is het niet mogelijk op
iedere nieuwe stroming zo maar een
antwoord te geven. De Kerk zou dan
voortdurend in onrust verkeren en ner
gens zou er meer zekerheid en veilig
heid zijn. Wij die in een bepaalde tijd
leven kunnen zo moeilijk hier onder
scheid maken, omdat we alles zien door
een gekleurde bril. Daarom is een rem
mend optreden van de Kerkelijke
Overheid nu en dan gewenst, opdat er
iota van de leer van Christus verloren
ga.
H. B.
IMIMfflOTm W.TO'
„Mensen hebben ook altijd wat",
aldus Hond vroeg in de morgen dé
ochtendkrant van zich afschuivend.
„Nu hebben ze weer ruzie over een
pamfletje, over een stukje papier no
ta bene, dat O 56 of zoiets heet en
dat sommigen mooi en anderen le
lijk vinden. Ik heb Zondag j.l. zo'n
vod van het kerkplein weggegrist en
snap na ernstige lezing niet waar
over men zich eigenlijk zo druk
maakt. Het is, als ik het goed heb be
grepen. een blad met een geheim.
Wie het geheim ontdekt kan dui
zend gulden krijgen. Dat is toch
zeer aanvaardbaar! Daar kun je als
mens toch alleen maar wijzer van
worden! Vooral nu dat geheim er
zo dik boven op ligt. Ik had het
tenmmste_ direct te pakken. Het ge
heim zit in die kleine ronde plaat
jes, die medaljes met hun keerzijde
als je het mij vraagt. De lezers moe
ten raden, dunkt me, wat de hele
keerzijde van de hele medalje is.
ivoc-v»
nadat ze de afzonderlijke plaatjes
en praatjes goed hebben bestudeerd.
Welnu, men beproeve eens de vol
gende methode om de oplossing te
vinden: men neme het blad, schrij
ve een korte verhandeling over de
apostolische waarde ervan, steke
zijn rechtervinger beurtelings door
alle kleine ronde plaatjes (door
braak!) en kijke vervolgens door de
aldus ontstane opening naar het Oos
ten. Wie dan nog een brede basis
ontwaart, moet onmiddellijk de E.
H.B.O. opbellen en ontvangt een
noodverband met duizend gulden
belastingverlaging.
Wie de E.H.B.O. aldus opbelt en
dan door de telefoon de voorzitter
hoort blaffen, mag erop rekenen
voortaan niet meer gebeten te wor
den.
Wie zijn noodverband niet los kan
krijgen mag drie keer raden welke
derde hond er met het been van
de twee anderen vandoor gaat...."