Nieuw en gedurfd Jeugdwerk Q SO PiBW Moet de Kerk zich niet aanpassen? B IJ H 8 HM li 1 if ij W HONDENPRAAT Een organisatie op schrift is anders dan in wer lelijkheid Een adembenemende sprong Tot waar moet de Kerk reiken mg De verdwenen Kerk fnstelling voor alle tijden en alle mensen De „tegenwoordige Kerk mm' ZATERDAG 2 JULI 1955 PAGINA 7 Si?°da?T?\ W° i0t Cle COnclU- elk?7nta9Jaak is of lievar' bV elke Zaterdag en Zondag bal. >,U Êf r. HET INSTUIFWERK plDEIiS OP DEZE PAGINA A-J kunt g-c lezen hoc en in welke «in tic Kerk zich aan dc tijd kan cn moet aanpassen. Dit vraagstuk heeft een theoretische èn een practischc kant. Wat dit laatste aspect betreft, trof het bijzonder goed dat we van diocesaan hoofd- aalmoezenier H. M. J. Brans (van lc faarlemse) een uitnodiging oittingen eens over het Instuif* werk te komen praten. Dit goed, want in dc brief redactie schreef de aalmoezenier dat liet een jeugd werk vorm betrof die nieuwer, vrijer en gedurfder was, een zinsnede dus, die er op wees dat het Instuifwerk iets te maken had met de zich tijd aanpassende Kerk. Wij allen dienen voor elkander be zorgd te zijn, op elkanders heil be dacht, een heil hier en het eeuwige hiernamaals. Het is een plicht voor iedereen. Maar deze plicht wordt bij zonder ernstig genomen door de priester-zielzorger en de apostolisch ingestelde katholieke leek. De tijdgeest wil dat wij daar een type onder zijn gaan verstaan. Het beeld daarvan kent ge: dynamisch, in een goed milieu te maken tot een positieve factor in hun opgang naar de volwassenheid". In de doelomschrijving is nauwe lijks meer iets van dc oorspronkelijke gedachtenwereld terug te vinden. Meer omtrent de beide aspecten: 1) het bereiken van de jongeren ter aan wakkering van het nauwelijks nog aanwezige vuur op ontspanningsavon- avonden, speciale clubvorming, ex cursies, die uit de contacten en ontmoetingen van de Instuif geboren worden en de vrijetijd der jongeren zinvol en vruchtbaar maken; d. het ontvankelijk maken van de jongeren voor een meer intensieve levensvorming, zoals deze door de kernvorming in het jongerenwerk beoogd wordt". paste aan <le deze het LADhRhND m een maand- program van de Instuiven te Amsterdamkomen we er toe schrijvem11 UÜ °Ver te .We hebben het u al gezegd er zijn qr twaalf, die gebonden zijn aan parochies. De Instuiven heb ben dus bijna alle eerbiedwaar dige namen. en'^l hljna elke Zaterdag mnftr. 3°iï0?/Uïi die binnenkomen min i kathohek zijn en worden mm of meer geballoteerd, d.w.z e cciste maal dat ze binnen- "omen worden ze genoteerd als informaties genomen op de pastoriegoed zijn, krijgen ze het lidmaadschapsbewijs, waarvoor 'n jaarlijkse contributie wordt gevraagd. Tegen een zeer laag entrée heeft ieder lid nu toegang tot elke Instuif, waar ook in de stad, waar ook m het land. In Amsterdam al leen al is er dus keus genoeg. P de instuif avonden verschijnen aan de toneelkant van de zaal allerlei variété-artisten met com Plete programma's, gecharterd ctoor de Instuifbesturen die zeer zelfstandig kunnen optreden. De aard van de bezoekers loopt im mers vaak zeer uiteen, zodat de behoefte nogal wat anders kan -omen te liggen. Dat neemt niet e9> dat een coördinatie wel erg n°odzakelijk is èn wat betreft de samenstelling van de program ma s èn wat betreft de intensiteit van de Instuifavonden boven dien ge- is er met die zaak veel geld gemoeid, dat kan iedereen begrij Pen. Een directorium en een tech- tsc/ie werkgroep vervullen de c°ordinerende taak. Zn nu dat maandprogramma. Zr waren die maand vier Zater- «affen en vier Zondagen. Gemid deld drie Instuiven waren open. Tie maal acht, dus vier en twin- «9 bals of dansavonden stonden e\ m het boekje vermeld. Som mige van die bals werden dan onderbroken door komische num mers van een xylophonist, een 'lown of een zakkenroller. De combinatie van deze dans- jeesten met de parochiekerk geeft een komisch effect: Zondag 17 April: St J an: Dansen. St Ignatius: Dansen. Tuindorp Oostzaan: Dansen. de rn-r,r-ide meedelingen over ernstige '£°e weQkends staan de hetgeen ™°menten vermeld, over gonnen is™aarvoor dlt be- Woensdag 27 April- "jongeren. Wekelijkse ,J Mis met vuf- mmutenpreek. In de St Jan de Doper om 6.45 uur 's morgens Laat U er maar eens werkelijk toe verleiden deze H. Mis bij te wonen Dit werk nu staat heden in het brandpunt van onze belangstel. ling. Het is een moment van de zich aanpassende Kerk. De moei lijkheden zijn legio. De aalmoeze'- niers tasten en zoeken. De Instuif bereidt de jongeren een dienst of is het een nieuwe jeugdbeweging. Rector Brans wijst er nadrukke lijk op, dat het geen jeugdbewe ging is. Daar is de vraag vrijheid of dwang. Die HMis op Woens dag, legt die geen verplichting op? een goed Instuif lid gaat naar de Instuifmis Hoe wordt de ver houding tot de jongerenorganisa ties geregeld, zoals de K.A-J. Want onherroepelijk dreigt het gevaar dat beide activiteiten el kaar gaan dekken. Het is geens zins de bedoeling dat de Instuiven de gehele ontspanning overnemen aldus deze afromend van de orga nisaties en daardoor de leden aan trekken en overnemen. Ge ziet, moeilijkheden genoeg doch het is een platgetreden pad moeilijkheden zijn er om over wonnen te worden en een heilig boel heiligt vele middelen en de moeiten en de zorgen en de mannen die de arbeid aanpakken- Een nummer van het: Instuif programma wordt voorbereid (Foto afgestaan door de Katli. Illustratie) 4» V E SPREKEN TEGENWOORDIG zo vaak over de mensen, die door geen enkele activiteit, geen enkele Prediking van de Kerk meer geraakt worden. Velen vragen zich dan wel eens af: moet op de eerste plaats de Kerk zich niet aanpassen aan de mensen? Heeft Christus dit ook niet gedaan? God heeft zelfs de menselijke natuur aangenomen, om in alles aan ons gelijk te worden: Hij heeft zich aangepast aan het Joodse volk. Hij sprak de taal der Joden en paste zich aan aan hun gewoonten en gebruiken. Deze aanpassing van God aan de mens was toch wel heel wat groter en prin cipiëler dan een eventuele aanpassing rusteloos, energiek, bekwaam in de organisatie, handig, alleszins i n de wereld, vurig en enthousiast, meestal jong. Vanuit deze kringen, gegrond op een eerlijke bezorgdheid voor de jon geren groeide het Instuifwerk. Bezorgdheid. Dit harde feit lag er immers (het ligt er nog): Talloos veel jonge Amsterdammers gingen aan „Kerk en Kluis" voorbij. Men versta ons niet helemaal letterlijk. Goed, ze gingen niet helemaal aan die Kerk voorbij, ze kwamen er nog, op Zondag en op tijd, maar er woei toch (en waait nog altijd) een geest van lauwheid, van ongeïnteresseerdheid ten aanzien van het rijke bezit dat Geloof is. Omdat dat Geloof zo'n enorm belangrijk mensenbezit is, dat bovendien het gehele dadenleven richt en zelfs verantwoordelijk is voor het „wei-zijn" van kleine en grote gemeenschappendat alles nog afgezien van het feit dat het de weg is naar de hemel, kan het niet anders of lauwheid in een dergelijke gewichtige zaak moet de onrust op wekken van de velen die bezorgd zijn om de ander en bereid zijn tijd en moeiten te offeren, daar iets aan te doen! De vraag is wat, waar en hoe. Ge kent thans de aard der bezorgd heid en om wie het ging. Kapelaan B. C. Hoogeveen van de St Jansparo chie te Amsterdam lanceerde zijn In stuiven. Op de avonden waar veel plezier gemaakt werd en gedanst en een 'bonte stoet variété-artisten op trad troffen honderden jongelui el kaar. En dat was tenminste iets. Er was een aangrijpingspunt. In het sa menzijn, waar ook de priester is, kon de vonk gaan gloeien van een puur der geloofsleven, van een nieuw idealisme, zo redeneerde men. Maar dit alles is te simplistisch ge zien. In de drie jaren van het Instuif- bcstaan is er veel gebeurd, veel na gedacht, veel gerijpt. Bijvoorbeeld Is het geheel op zichzelf niet zin- V°1 jonge mensen een goed cn sfeer vol milieu aan tc bieden voor hun vrijetijdsbesteding, zonder daarbij direct aan de herboren vurigheid in Geloof te denken? Op 13 junj X955 tekende mgr Ilui- bers dc statuten van de Instuif cn art. 2 handelend over het doel luidt nu aldus: „Het doel van de Stichting is: in samenwerking met de parochiële of plaatselijke jongerenorganisaties ge legenheid te scheppen tot het bijeen komen van de katholieke jongeren van 17 tot 25 jaar in seeiëteitsverband, teneinde hun vrije tijd door het ge nieten van verantwoorde ontspanning De zojuist uit een Russisch concen tratiekamp bevrijde Pater Leoni S.J. i heeft bij zijn terugkeer in West Euro pa enige inlichtingen gegeven over de toestand van de Katholieke Kerk in Oekraïne. Voordat hij in 1945 door de Sovjet-autoriteiten werd gearresteerd had hij als aalmoezenier van de Ita liaanse troepen in Rusland, geduren de een jaar zijn ministerie kunnen uit oefenen in Odessa. Hij werd jn 1945 veroordeeld tot 10 jaar dwangarbeid en overgebracht naar het werkkamp van Workuta, waar hij in de mijnen moest werken. Later werd hij op nieuw veroordeeld tot 25 jaar gevan genisstraf omdat hij in het geheim zijn priesterlijke bediening had uitge oefend. Kort geleden echter kreeg hij door bemiddeling van de Italiaanse Ambassade in Moskou amnestie en mocht terugkeren. den en 2) de gelegenheid tot verant woorde ontspanning als positieve vor mingsfactor, vinden we terug in de methodiek (art. 3). „De Stichting tracht dit doel te be- eiken door alle middelen, die in de lijn van haar doelstelling liggen, in het bijzonder door: a. het scheppen van gelegenheden tot godsdienstig verantwoorde cultuur- genietingen en amusement; b. het geven van voorlichting bij het beoordelen van en kiezen uit soort gelijke gelegenheden in het openbare leven van stad en land; c. het bevorderen en organiseren van al die activiteiten, zoals gespreks- De andere artikelen van de statu ten kunnen voor de lezer minder in teressant genoemd worden. Wat kan U feitelijk het verdere organisatori sche bouwwerk schelen? Wat hierboven geciteerd is, behelst doel en middelen van het Instuif werk, dat in de loop der jaren zulk een vlucht genomen heeft dat er al 70 Instuiven bestaan, hoofdzakelijk in het Aartsbisdom en in 't Haarlemse- Amsterdam alleen al twaalf. Wij formuleerden: geschreven doel en middelen, want papier en practijk, leer en leven zijn twee onderscheiden zaken. En over die practijk moeten we het nog hebben. Over de Katholieke Kerk zei Pater Leoni dat men welhaast moet zeg gen dat ze heeft opgehouden te be staan. De katholieke priesters in de Oekraïne, een streek waar vroeger het katholieke leven bloeide, staan voor het alternatief, de documenten te tekenen die hen afscheiden van Ro me en onder het gezag stellen van een Patriarch van Moskou, ofwel gearres teerd te worden. Het is overigens niet uit te maken in hoeverre ze nog on der Rome staan. Het gerucht gaat dat er in de Oekraïne nog een Cata comben-Kerk bestaat, maar hierover bestaat geen enkele zekerheid. In het kamp van Workuta, waar Pa ter Leoni gevangen was, bevonden zich verscheidene Oekraïnse en Balti- sche Priesters, die geweigerd hadden zich af te scheiden van Rome, en daarom gevangen zijn genomen van de Kerk aan de moderne mentali teit. Wanneer de Kerk, zo redeneren velen, zoveel mensen niet meer bereikt, dan is dit een duidelijk teken dat zij verouderd is, niet meer past in deze tijd, dat zij eigenlijk een soort museum is van een voorbije tijd, groot en mooi misschien; maar toch maar een museum en meer niet. Deze kwestie is niet te beantwoorden met een ja of nee. Op de eerste plaats moeten we voor ogen blijven houden, dat de Kerk, welke Christus gesticht heeft, was bedoeld voor alle tijden en voor alle mensen. Zij is universeel, zij is „Katholiek" voor allen. Zij is er niet voor deze of die mensen, voor dit of dat volk, maar voor allen. Christus sprak tot de Joden in hun taal, maar richtte zich over hun hoofden heen naar alle mensen. Evenmin als de men selijke natuur in de loop der tijden wezenlijk veranderd is, is dit de Kerk. Maar we zien nu wel bij de mensen bijkomstige veranderingen: we zien een verschil tussen de verschillende volke- TTEVIG BLIJFT HET ons inte- AA resseren tot hoe ver de Kerk (haar bedienaren en ijverige lid maten) in organisatievorm moet gaan ter uitoefening van de aposto lische taak. Gegeven een tijd waar Geloof cn leven naast elkaar be slaan, (dc slechtste positie voor het Geloof) kan men stellen dat op elke plaats waar de jongeren te bereiken zijn in casu op de dansvloer de Geest kan gaan waaien, Die waait immers waar Hij wil. Het is een vorm van aanpassen, zo hij de tijd te zijn dat men precies weet waar cn wanneer de jongeren tc treffen zijn.... en dat schijnt dan vandaag aan de slag de feest zaal cn de dansvloer te zijn. Dat nu is soms een moeilijk te ver teren brok. De bedienaar van het altaar krijgt er een nieuw enorm werk bij- in- stuifaalmoezenier. Een- of tweemaal in de week is de danszaal zijn werk terrein. Er is echter meer. De statu ten wijzen uit dat de clerus aange duid moet worden als alleenheer ser van de Instuif. De aalmoezenier en de pastoor van de parochie heb ben de gehele macht in handen. Er staat bijv.. „Elk nieuw bestuurslid wordt op voordracht van de be stuursleden aangewezen door de aalmoezenier, eveneens in overleg met de pastoor van de parochie" Art. 8 vermeldt: „Geen besluiten kunnen genomen worden zonder overlegd met de aalmoezenier". Dit alles betekent dus, dat het voortaan de bedienaren van de Kerk zijn met hun lekenhelpers, die de ontspanning verzorgen van het ka tholieke jonge volk. Hoe groots het doel ook moge zijl nl. de zielzorg voor de jonge mens het lijkt ons een adembenemend grote sprong op een dergelijke plaats in het leven binnen te dringen. Punt van discussie: Teneinde de jongelui tot heil van hun zielen van dienst te zijn, reikt de priester tot op de dansvloer. Het was niet zulk een verschrikkelijk probleem, ware het niet dat de kerken, de godshui zen, de verzamelplaatsen van gods dienstige gelovigen leeg zijn, of min stens half leeg en zeker te leeg. Wat moeten we beginnen, hoe moeten we aanpassen? In de feestzaal en van daar terug naar de Kerk? Gaat dat, denkt U? In die feestzaal komt de jeugd in elk geval wel, bij honder den. Hoe voor de hand ligt het dan zulke gelegenheden open te stellen onder het opschrift „aanpassen". Maar er blijven bezwaren, die niet gemakkelijk te ontzenuwen zijn. 1. Het is moeilijk uit te maken waar de grens ligt tussen aanpassen en concessies doen. Mensen ophalen op de plaats waar men ze treft wordt een hachelijke onderneming als de afstand tot de plek waar ze moeten zijn te groot Wordt. Wat dunkt U van de afstand Instuif-Kerk? 2. Wij hebber er enorm bezwaar tegen geleefd te worden. Wij niet al leen, ieder van ons. We zijn immers blij 's avonds vrij te zijn en dan te doen wat we willen, iets te onderne men, onszelf te zijn. De expansie van het grote bedrijf op levensgebied^ waar het eigenlijk niet thuis hoort (ontspanning, opleiding van de kin deren van het personeel) verdient bezorgde aandacht, niet zozeer van wege de kwaliteit van het gebodene, maar vanwege de gemakzucht, het geleefd worden, de onvrijheid. Als er met de Instuif niet voorzichtig ge manoeuvreerd wordt, dreigt het ge vaar dat, juist, als het bedrijf, de ka pelaan voor de ontspanning gaat zor gen, waarbij we direct aannemen dat de kwaliteit uitmuntend is, maar is dat zijn werk? Rector Brans manoeuvreert voor zichtig, dat is ons zeer duidelijk ge worden. Ten aanzien van punt 2 bij voorbeeld mogen wc wijzen op de Instuifactiviteit die de rector na aan liet hart ligt nl. het wijzen op voor treffelijke ontspanningsmogelijkhe den in stad en land opdat de jeugd op juiste wijze leert genieten van het openbare leven. Niemand kan ontkennen dat het een zwaar karwei is met dit schip te varen op deze zee vol obstakels, tot complete mijnen toe. Met een groot doel zijn er toch bezorgde man nen mee uitgevaren. Het doel moge bereikt worden! Kort geleden heeft Kardinaal Fel- tin, in een toespraak in de Notre Dame van Parijs, met grote ernst er op gewe zen dat de verlossende en reddende kracht van de Kerk van Christus voor al in de tegenwoordige tijd overal aanwezig moet zijn waar ellende, sla vernij en armoede zijn. „Tegenover het lijden, de ellende, de honger is nu voor de loyale en zeker voor de Christe lijke mens het uur gekomen om de zware last van het geweten te erken nen en te laten uitbreken tot onrust die tot daden brengt. Door voorlich ting van de openbare mening, door activiteiten die er op gericht zijn al gemene maatregelen uit te lokken en gemeenschappelijke initiatieven; door de vermindering van onze eigen le vensstandaard. Het gewetensonderzoek der Christe nen dat maar al te dikwijls blijft staan bij louter formalistische gebre ken, moet in" onze tijd een andere maatstaf krijgen. Deze verruimde lief de moet niet alleen bestaan ln stof felijke daden, maar zij moet zich uiten in een oprechte eerbied voor de naas te en in een open, veelvuldig en har telijk contact met alle medemensen. Iedereen ieder gezin, iedere instel ling, parochie, college, vereniging of beweging moet deze vernieuwing, geleidelijk of ineens, tot stand brengen, op straffe van niet te beantwoorden aan de scherpe roepstem die tot ons doordringt vanuit de grote problemen van de tegenwoordige tijd. Hierbij her inneren wij ons het woord van een an dere Kardinaal van deze tijd, de Grote Faulhaber: „Vox temporis vox Dei"! De stem van de tegenwoordige tijd is de stem van God", een waarschuwende stem, een reddende stem. De verlossing van deze tijd zal slechts kunnen be werkt worden door het antwoord aan deze Eeuwige Stem, die heel de nood van onze tijd plaatst in het oneindige perspectief van Zijn verheven Voor zienigheid *en Wil om iedere mens te redden. „MOGE DE GEEST VAN JEZUS CHRISTUS UW HART VERLICH TEN OPDAT GE MOOGT INZIEN; WELKE GROTE VERWACHTIN GEN DOORKLINKEN IN DEZE STEM". (Ef 1,18—). ren en rassen, we zien een verschil op treden tussen de mensen van verschil lende tijden. Zo gaat het ook met de Kerk. De Kerk blijft alle tijden dezelfde, blijft zoals Christus haar gesticht heeft. Geen enkele wezenlijke verandering kunnen en mogen we aannemen. Wanneer we dus vragen, dat de Kerk, wil zij de mensen beter kunnen bereiken, zich meer aanpast aan de mensen, kan dit nooit gaan om een wezenlijke verande ring. Door dat feit zelf zou de Kerk helemaal niet meer passen op de men sen, zou zij geen enkele mens meer werkelijk bereiken. Maar we kunnen ons wél afvragen, of de Kerk zich niet meer in bijkom stige dingen zou kunnen aanpassen. En hier moet het antwoord bevesti gend luiden» Zo heeft de Kerk het ook altijd gepractiseerd. De Joodse Kerk in Palestina was in haar verschijning an ders dan de Kerk in Griekenland en Rome. We zien die verschillen nu nog. De geünieerde Grieks-Katholieke Kerk is in haar uitwendig verschijnen geheel anders dan de Kerk. die onder de in vloed van Rome staat: Zij heeft een andere liturgie, ander recht, andere ge woonten, andere devoties. Zelfs in het Westen kunnen we in de loop der tijden een ontwikkelings gang zien en een aanpassing aan de verschillende omstandigheden en ver anderingen van het geestesklimaat. Zo kunnen we b.v., om een grove onder scheiding te maken een feodale Kerk, een renaissance Kerk en een bour- geoiskerk onderscheiden. Nu staan we in het Westen plotse ling voor het feit van een snelle struc tuurverandering: met name de indus trialisatie en de verstedelijking hebben in onze samenleving een revolutie te weeggebracht, waarvan we de portée moeilijk nog kunnen overzien. In sa menhang hiermee en ook als reactie hierop zien we ook een nieuwe menta liteit opkomen, welke we met een paar grote woorden „materialistisch" en „existentialistisch" kunnen noemen. Het is begrijpelijk, dat er door deze snel opgekomen veranderingen een kloof ontstond tussen de Kerk en met name het jonge geslacht. Algemeen hoort men daarom ook de critiek op de Kerk en een roep om vernieuwing: vernieuwing van de prediking, van het liturgische leven, vernieuwing van het verenigings- en organisatieleven, van de kunst. Instellingen en devoties, wel ke een vorig geslacht aanspraken, schijnen nu uit de tijd en eerder een rem dan een bevordering van het chris telijke leven. De Kerk heeft hier be grip voor en op alle gebied vinden we vernieuwingspogingen. Maar de jeugd is onstuimig; ze zou graag nu en op eens het mes zetten in de verschillende aspecten van het godsdienstige leven. Maar hier is oppassen geboden. Dat gaat zo niet ineens. We zouden dan gevaar lopen kostbare erfgoederen te verliezen. Ook is het niet mogelijk op iedere nieuwe stroming zo maar een antwoord te geven. De Kerk zou dan voortdurend in onrust verkeren en ner gens zou er meer zekerheid en veilig heid zijn. Wij die in een bepaalde tijd leven kunnen zo moeilijk hier onder scheid maken, omdat we alles zien door een gekleurde bril. Daarom is een rem mend optreden van de Kerkelijke Overheid nu en dan gewenst, opdat er iota van de leer van Christus verloren ga. H. B. IMIMfflOTm W.TO' „Mensen hebben ook altijd wat", aldus Hond vroeg in de morgen dé ochtendkrant van zich afschuivend. „Nu hebben ze weer ruzie over een pamfletje, over een stukje papier no ta bene, dat O 56 of zoiets heet en dat sommigen mooi en anderen le lijk vinden. Ik heb Zondag j.l. zo'n vod van het kerkplein weggegrist en snap na ernstige lezing niet waar over men zich eigenlijk zo druk maakt. Het is, als ik het goed heb be grepen. een blad met een geheim. Wie het geheim ontdekt kan dui zend gulden krijgen. Dat is toch zeer aanvaardbaar! Daar kun je als mens toch alleen maar wijzer van worden! Vooral nu dat geheim er zo dik boven op ligt. Ik had het tenmmste_ direct te pakken. Het ge heim zit in die kleine ronde plaat jes, die medaljes met hun keerzijde als je het mij vraagt. De lezers moe ten raden, dunkt me, wat de hele keerzijde van de hele medalje is. ivoc-v» nadat ze de afzonderlijke plaatjes en praatjes goed hebben bestudeerd. Welnu, men beproeve eens de vol gende methode om de oplossing te vinden: men neme het blad, schrij ve een korte verhandeling over de apostolische waarde ervan, steke zijn rechtervinger beurtelings door alle kleine ronde plaatjes (door braak!) en kijke vervolgens door de aldus ontstane opening naar het Oos ten. Wie dan nog een brede basis ontwaart, moet onmiddellijk de E. H.B.O. opbellen en ontvangt een noodverband met duizend gulden belastingverlaging. Wie de E.H.B.O. aldus opbelt en dan door de telefoon de voorzitter hoort blaffen, mag erop rekenen voortaan niet meer gebeten te wor den. Wie zijn noodverband niet los kan krijgen mag drie keer raden welke derde hond er met het been van de twee anderen vandoor gaat...."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 7