PROFESSOR,
MAAR
MONSEIGNEUR,
VOORAL PASTOOR
Ml
RIJKDOM
VAN
INITIATIEVEN
Gouverneur gebruikte ruw argument: een
vliegtuig naar Londen
Mgr Nolet vijf-en-tivintig jaar in
Amsterdam
Wat betekent dat „publieke opinie"?
ZATERDAG 16 JULI 1955
PAGINA
Mwata Wattu, kindlief
Een storm ontketend
Blunder en chantage
Nieuwjaarsreceptie
Initiatieven
Baanbreker
Negerkoning was al te onbescheiden
^PUSSEN twee stortbuien door
poogde ik de Lubiri te berei
ken, het paleis van koning Frederik
Mutesa II, gelegen op de Mengo,
een van de zeven heuvelen waarop
Kampala is gebouwd.
Het lukte niet. In de „winket"
van mijn vriend Kajongo een
ljut van leem en modder, bedekt
met verroeste golfplaten en uitge
klopte benzineblikken moest ik
voor de regen wegvluchten. Ik
hielp Kajongo daar met het ^ber
gen" van de balen meel en bonen.
Het hemelwater gulpte de hut bin
nen. Telkens als ik door de neger-
wijken van onze steden kom, word
ik gegrepen door een verstikkende
woede, die mijn keel dichtknijpt
en het zweet uit mijn slapen perst.
Maar dan moet die woede plaats
maken voor een gevoel van mach
teloosheid. Felle protesten zdu ik
willen uitschreeuwen over de el
lende, die ik er elke keer weer zie.
Maar tegen wie of wat moet ik mij
richten in deze rioolwereld Van
modder, vocht en kou, huiver en
ontbering in de regentijd, stofwol
ken, broeierige hitte, zweet en be
dorven lucht in de droge tijd?
Toen het wat was opgeklaard, sjouw
de ik mijn motor door de modder ver
der. Jozefu Damulira, het hoofd van
de paieispolitie ving me op aan de in
gang van de kunstig, uit riet gevlochten
omrastering, die het koninklijke paleis
en de inlandse parlementsgebouwen om
ringt. „Nkuba Tekukubye nnyo", de re
gen heeft je niet erg geslagen, stel
de Josefu vast, terwijl we, in de rich
ting van de koninklijke privé-vertrekken
liepen. ,,Jeee Ssebo, ja ssebo", antwoord
de ik, hij heeft me niet erg geslagen..
Mbadde e Katwe, ik schuilde in Katv/e.
Even later werd ik door een der privé-
secretarissen aangekondigd bij de ko
ning.
„Come in father, come in!" riep hij
•me van achter zijn bureau toe, terwijl
hij opstond en me hartelijk de hand
drukte .Ga hier dicht bij zitten, dan kun
nen we eens even rustig praten. Vol
gens Kiganda-gewoonte informeerden
we naar eikaars gezondheid, van het
Engels overgaand in het Luganda, de
taal van het land. We bespraken de si-
ii mi ui— .a—MB—mmm
Laren
Negen punten telde de agenda van de
Larense raad en om eerlijk te zijn
de be.angstelling was niet groot. Veertig
procent van de leden was afwezig en
de aanwezigen waren kennelijk in va-
cantiestemming, want over geen enkel
voorstel werd het woord gevraagd en i
gevoerd. Toch was er nog een verras- i
sing: op de tafel vgm B en W prijkte I
een pakje, waarop stond: te openen
vóór agendapunt 7 (een verzoek tot ver
hoging van het aantal drankwetvergun
ningen). De voorzitter werkte eerst ech
ter de gehele agenda af en daarna werd
overgegaan tot opening van het pakket.
Het bleek een fles jenever te bevatten
benevens 12 glaasjes. In een bijgevoegd
gedicht werd waardering geuit voor het
afwijzend advies van B. en W. inzake de
verhoging van het aantal drankwetver
gunningen. Hoewel er twaalf glaasjes
waren en vijftien raadsleden, bleek dit
toch wel met de bedoelingen te kloppen:
de schenker meende, dat de P.v.d.A -
leden rode bessen zouden preferen en
de inhoud van de fles was schone klare.
Nadat men geconstateerd had. dat het
geen omkoperij betrof (het agendapunt
was reeds onder de hamer doorgegaan),
aanvaardde men het geschenk en de wet
houder voor sociale zaken ging toen wel
doende met de fles rond,
Nieuw Delhi (India) I
Een millionnair uit Nepal heeft zijn
zoon volkomen onterfd. De reden: zoon
lief had te veel kennissen onder de Ame,
rikanen en daar had papa jets tegen
Nieuw Delhi (India) II
Wanneer we de heer Nehru mogen ge
loven, dan staat niets meer een over
weldigend succes van „Genève" in de
weg. Want, zo vertelde hij. na thuis
komst van zijn veertigdaagse rondreis:
Russen en Amerikanen hebben treffen
de overeenkomsten. Beide volken zijn
gastvrij, kameraadschappelijk, openhar
tig en 'ze hebben een op techniek in
gestelde geest. Verder houden zowel
Russen als Amerikanen er van de din
gen in het groot te doen".
tuatie in Buganda in verband met een
publicatie, welke ik aan het voorberei
den was voor de ,,'Munnó" de krant,
waarvan ik directeur was. „Mwana Wat-
tu, we staan er slecht voor. Ik word
van alle kanten bestookt, maar hoop Bu
ganda naar vrede en vrijheid te voeren".
KABAKA (koning) Mutesa spreekt
vrjj en ongedwongen. Het char
mante gebruik, dat hjj weet te ma
ken van 't verkleinwoordje Mwata Wat
tu, kindlief, geeft aan zijn gesprek iets
verfijnd hartelijks. Dit was de laatste
maal, dat we elkaar zagen.
We hebben elkaar van onze eerste ont
moeting af onmiddellijk erg gemogen,
vooral ook omdat hij duidelijk weet
waarheen hij zijn land wil voeren en er
voor past als 'n schertsfiguur behandeld
te worden. Jammer dat gouverneur Sir
Andrew Cohen toch wel de vooruit
strevendste man, die Uganda ooit heeft
gehad, dit laatste niet heeft ingezien
Dan zou Mutesa nooit zjjn afgezet.
Niettemin heeft die onttroning ook weer
zijn goede zijde gehad. Sinds die mor
gen van de 30ste November 1953 is in
de buitenwereld nog nooit zoveel over
Buganda gesproken zij het dan over
het algemeen maar weinig ter zake
kundig.
Kabaka Mutesa heeft een verre van
aangename regeringsperiode achter de
rug. Toen hij in October 1948. na een
driejarig studieverblijf in Engeland, te
rugkeerde, verkeerde het land in een
tijd van uiterste gespannenheid. Natio
nalistische groeperingen eisten het af
treden van drie ministers, die het land
als regenten hadden bestuurd en die
evenals de provincie-chefs zich te
veel als speelpoppen van het Britse be
wind zouden hebben laten gebruiken
De Uganda Farmers Trade Union eiste'
de katoen-ontkorrelingsfabrieken voor
de Afrikanen op, omdat de Indiërs de
mensen bedrogen en met de grote win
sten gingen strijken.
Mutesa kon de opstanden van 20 April
1949 niet voorkomen. Geleidelijk aan
kwam hij daarna tussen de bekende
twee vuren te staan; de nieuwe sterk
marxistisch-beïnvloedde nationalistische
partij: het Uganda National Congress
en de Britse regering. Hoewel er
nieuwe minister kwamen, het aantal
door het volk gekozen afgevaardigden
voor het inlandse parlement tot 60
werd opgevoerd en de Afrikanen eigen
katoen-ontkorrelingsbedrijven kregen
bleef het Uganda National Congress
Frederik Mutesa II en zijn vrouw op een officiële foto, die dateert uit 1951, toen
er van een hooglopend conflict met de gouverneur nog geen sprake was.
de Kabaka verwijten, dat hij niet pro
gressief genoeg was. Aan de andere
kant begon men hem juist om zijn voor
uitstrevendheid te veroordelen. Men
verweet hem, dat hij zich in het publiek
te veel op de voorgrond plaatste en al
dus de gouverneur in de weg liep. De
kinderlijke naijver ging zelfs zover, dat
b.v. de officiële uitnodiging aan de Ka
baka voor de jaarlijkse Gouverneurs
Wielerwedstrijd een evenement van
belang! slechts enkele uren te vo
ren werd verzonden om er toch maar
heel zeker van te zijn, dat de Kabaka
niet zou kunnen komen.
DE moeilijkheden begonnen pas goed
toen op 30 Juni 1953 mr Oliver
Lyttelton, toen staatssecretaris
voor koloniën, tijdens een diner voor
de East African Dinner Club op de mo
gelijkheid van een federatie van Ke
nia, Tanganyika en Uganda zinspeelde
Reeds jarenlang is de vereniging van
de Afrikaanse gebieden het streven van
zijn departement. Voor Noord- en Zuid-
Rhodesia en Nyassaland is dat onlangs
een feit geworden (de z.g. Centraal
Afrikaanse Federatie), ondanks het ver
zet van vele Afrikanen, vooral in Ny
assaland, dat in feite werd doodge
drukt. Voor Kenia, Tanganyika en Ugan
da is men niet verder dan een Hoge
Commissie waarin de drie gouverneurs
zitting hebben, tezamen met een cen
traal wetgevend lichaam met zeer be
perkte macht. Op dit hoge niveau zijn
allerlei regelingen tot stand gekomen:
defensie, PTT douane, luchtvaart etc.
Een grotere eenheid zou voor de doel
treffendheid van het bestuur der drie
gebieden nog belangrijker zijn. Men kan
niet al maar blijven vasthouden aan
grenzen, die jaren geleden zijn vast
gesteld om thans niet meer geldende
redenen. De moderne ontwikkeling
zo wordt althans betoogd toont dui
delijk aan, dat een eenheid nodig is,
besmettelijke ziekten, insecten-plagen,
landbouw, erosie, electriciteitsvoorzie-
ning, oerwouden-ontginning, allemaal
argumenten.
Maar de Afrikanen van Uganda wil
len niets van dit alles weten. Die vin
den zeer terecht dat men ook over
leg kan plegen zonder in een totale
Unie verbonden te zijn. Ze zijn jam
mer misschien voor sommige partijen
juist rijp genoeg om in te zien, dat
federatie nu slechts leiden kan tot heer
schappij van blanke en Indiase minder
heden, zoals dat reeds in Kenia en Rho
desia het geval is. Ongetwijfeld zou
een fusie de kansen voor een snelle
economische, sociale en politieke ont
wikkeling van het Afrikaanse Uganda
errOiig in de weg te staan, Mr Lyttel-
ton had een storm ontketend.
Haastig kwam de gouverneur dan ook
verklaren, dat er van een „Unie vin
Oost Afrika" geen sprake zou zijn, zo
lang dat tegen de publieke opinie in
ging. Maar .wat betekent dat eigenlijk
„publieke opinie?" vroeg Kabaka Mu
tesa in een brief van 6 Augustus 1953
aan de gouverneur. „Als we de geschie
denis nagaan schijnt dat te willen zeg
gen, dat de kleinste bevolkingsgroep
overheersend is, zolang die maar de
meeste stemmen heeft".
De feiten zdn immers dat het wetge
vend lichaam van Uganda toen bestond
uit 16 officiële en 16 niet-oficiële leden,
onder voorzitterschap van de gouver
neur: 16 officiële blanken tegen 8 niet-
officiële Afrikanen, 4 blanken en 4 In
diërs. En onder die Afrikanen maar 2
van Buganda. (Het wetgevend lichaam
is verleden jaar uitgebreid, doch de ver
houding is dezelfde gebleven). Bij de
beslissende momenten werden de ver
tegenwoordigers van Buganda dan ook
volkomen weggestemd door de blanken
die hier slechts een zeer kleine min
derheid (7000) uitmaken op de totale
bevolking van Uganda van vijf-en-een-
kwart mijlioen. Vanwege het gevaar
vroeg of laat onder de voet gelopen te
worden, vroeg de Kabaka derhalve aan
de gouverneur om een plan voor te
bereiden voor de onafhankelijkheid van
Buganda. Dit verzoek ging lijnrecht in
tegen de protectoraatsovereenkomst van
1900, waarin is vastgesteld dat het ge
hele gebied van Uganda, zich in eenheid
zal ontwikkelen. Gouverneur Sir An
drew Cohen heeft dit onmiddellijk naar
voren gebracht en verder getracht de
Kabaka duidelijk te maken, dat een af-
scheiding van Buganda van de andere
drie provincies van het protectoraat
sociaal, politiek en economisch op een
catastrophe moest uitdraaien.
["UTESA II betoogde echter dat
alle aangevoerde argumenten
hem niets te zeggen hadden
cn dat hij derhalve bleef bij zijn eis.
Toen gebruikte de gouverneur een
ruw argument om de discussie, die
vflf weken duurde, te beëindigen: een
vliegtuig naar Engeland, èn een ver
klaring, dat Kabaka Mutesa II uit
zijn functie was ontheven omdat hij
de overeenkomst van 1300 verbroken
had door loyale samenwerking met
de protectoraatsregering te weigeren.
De reacties in Buganda zijn bekend.
Er ging een deputatie naar Londen on
der leiding van de katholieke minister
van justitie, Mathias Mugwanya. Er
werden rouwdagen afgekondigd. Er wer
den H. Missen opgedragen en godsdien
stige bijeenkomsten gehouden om de te
rugkeer van Mutesa af te smeken enz.
Onderwijl weigerde een broer van de
Kabaka diens functie over te nemen.
Minder bekend is echter, dat bet Ugan
da National Congress dat zich nu in
eens geroepen voelde de „martelaar" Ka
baka in bescherming te nemen een
felle actie begon tegen de Anglicaanse
en katholieke kerkelijke overheid, die
ervan beticht werd met de gouverneur
te hebben samengespannen. De meest
indrukwekkende reactie hierop kwam
van de inheemse mgr dr Jozefu Kiwa-
nuka, die in zijjj protest niet aileen
komen. Als dit wordt aanvaard, dan
mag negen maanden na de inwer
kingtreding ervan Kabaka Mutesa
als constitutioneel vorst naar zijn land
terugkeren. In principe is het inlandse
parlement het met de plannen wel eens
doch het eist onmiddellijke terugkeer
van de koning.
Begin vorige maand ging een de
putatie van hef inlandse parlement
naar Londen, om de hele zaak op
nieuw tc bespreken. Na bijna vier we
ken is er nog altijd een deadlock. Er
zijn trouwens ook nog andere moei
lijkheden gerezen over de benoeming
van een Aziatisch minister in de pro-
teetoraats-regering waarover de Afri
kanen bijzonder ontstemd zijn. Wat
het eerste de terugkeer van de ko
ning betreft het is te hopen, dat
Colonial Office toegeeft. De terug
keer afhankelijk maken van de aan
vaarding van een regeringsvorm,
maakt in Afrika sterk de indruk
van chantage. Er zijn nu al zoveel
blunders begaan, dat het beter is ach
ter de gehele zaak een punt te zet
ten.
VAN groot belang is dat ook voor
de orde en de rust in Buganda.
Vooral vanwege de oppositie, die
onafgebroken wordt gevoerd door het
(marxistische en onder Moskou-controle
staande) Uganda National Congress,
dat doorgaat met de eis van zelfrege
ring nu. Zelfregeling in, deze handen
zou regering betekenen van een bevoor
rechte anti-christelijke minderheid.
Tot nu toe was de toestand ai Bugan
da als volgt: de Kabaka, de eerste
minister en de minister van financiën
moeten anglicaan zijn, de minister van
justitie katholiek. In 10 van de 20 pro
vincies moeten alle bestuurders van pro
vincie-chef tot dorpshoofd anglicaan
zijn, in 3 provincies zijn dat katholie
ken, in 2 muzelmannen. In de nieuwe
democratische vorm met gelijke rech
ten en kansen zal die verhouding niet
zo blijven. Er zijn op. de vijf-en-een-
kwart millioen inwoners in Buganda
1.300.000 katholieken, 400.000 protestan-
ten(anglicanen, adventisten, malagis-
ten, e.a.) en 155,000 muzelmannen. De
katholieken vormen dus 'n grote meer
derheid. En nog steeds is het bekerings
werk in Uganda in volle gang, zich
voortdurend aanpassend aan de ontwik
keling die het land doormaakt.
Tegen de machinaties van het Ugan
da National Congress en dus van het
communisme in, moet de zorg der ka
tholieken zich óók naar 't politieke ter
rein uitstrekken. Wat er reeds op soci
aal en economisch gebied is gepresteerd
is indrukwekkend. Jarenlang heeft de
zorg voor de volksgezondheid op de
schouders van de missionnering alleen
gerust. De gehele geestelijke, materiële
en administratieve zorg voor de 1250
missiescholen in Uganda (waarvan het
er 500 geheel zonder subsidie moeten
doen!) berust bij priesters, broeders en
zusters. Sedert kort worden ze op de
middelbare scholen bijgestaan door 45
leken-leraren. Eerst onlangs is de rege
ring zich gaan interesseren voor het
vakonderwijs. Intussen zijn echter vrij
wel alle van de duizenden gediplomeer
den en vele duizenden niet-gediplomeer-
den, die over het gehele land in allerlei
ambachten werkzaam zijn, opgeleid aan
katholieke scholen, daarnaast werkt?
de missie voor de landbouw, voor de
pers enz.
Nu echter is de tijd gekomen om
de aandacht van de katholieken van
Uganda (en elders in Afrika ligt het
niet veel anders) op het politieke te
richten. De zwaarste en meest be
langrijke taak bestaat nu in de orga
nisatorische opbouw van arbeidsbewe-
gingen, vakbonden, economische en
politieke instellingen. De successen
hierin zjjn nog niet zo bijzonder groot,
mede vanwege het enorme tekort aan
kader. Maar speelde de vrees voor
risico's, die ongetwijfeld verbonden
zijn aan het lanceren van „onrijpe''
Afrikanen op dit terrein, niet even
eens een rol? En misschien ook de
vrees voor de moeilijkheden, die zou
den kunnen ontstaan met autoriteiten
In Londen wordt op het ogenblik
een felle strijd gestreden of koning
Frederik Mutesa II, die daar als
balling van de Britse regering ver
blijft, naar zijn land, Buganda,
mag terugkeren. Buganda is ver
reweg het belangrijkste deel van
Uganda. Met de Northern, West
ern en Eaestern Province kwam
het bij het verdrag van 1900 als
èèn protectoraat onder Brits be
stuur.
van een bewind, dat zich nog slechts
luttele jaren zal kunnen handhaven?
De economische ontwikkeling van
Afrika heeft in het geheel geen gelijke
tred gehouden met de sociale en poli
tieke. Er vormt zich een steeds groter
leger van proletariërs en sous-proleta-
riërs in een volkomen uit zijn even
wicht geslagen Afrikaanse samenleving.
Voor de katholieken is het een vitale
kwestie georganiseerd te demonstreren,
dat Quadragesimo Anno en Rerum No
varum niet alleen gelden voor de z.g.
„oud-christelijke landen", maar ook
voor de missies. Het is de hoogste tijd,
dat de katholieke Afrikanen en met hen
de katholieke blanken, die in hun iand
wonen, georganiseerd hun plaats op
eisen op sociaal en politiek terrein.
In de nieuwe regeringsvorm gaat Bu
ganda een minister van sociale zaken,
van welvaart en binnenlands bestuur
krijgen. Wie zal effectief het Katholieke
standpunt verdedigen en waar maken
in deze nieuwe wereld, die bezig is een
evenwicht te zoeken? De Kerk van U-
ganda (en Afrika) ziet zich geplaatst
voor de noodzakelijkheid haar zonen te
vormen, niet alleen voor het eeuwige,
maar ook voor het burgerlijke, econo
mische, sociale en zelfs politieke leven
van dit dikwijls al te aardse bestaan.
Op het Afrikaanse congres van de KA
te Kisubi in Buganda is de vraag ge
steld: „Hoe kunnen we zonen zijn van
de Kerk zonder op te houden Afrikaan
te zijn?" Op die vraag zal binnen de
kortste keren een practisch antwoord
moeten komen. Inderdaad, de missio
narissen in Uganda zijn sedert enkele
jaren bezig met de vorming van lei
ders. Maar het lanceren en organiseren
op sociaal, economisch en politiek ter
rein met alle risico's van dien, is nu
meer acuut dan ooit.
Zelfregering - nu!
de verdachtmakingen weerlegde, maar
ook duidelijk naar voren bracht, dat
hij in de hele affaire door geen enkele
autoriteit was geconsulteerd, Het ge
val wil, dat de kerken mede-onderteke
naren zijn van het verdrag van
1900. Het was niet meer dan normaal
geweest, als het gouvernement in een
zo belangrijke aangelegenheid als een
onttroning de mede-ondertekenaren me
de zou hebben geconsulteerd. Dit is niet
gebeurd. Men krijgt sterk de indruk,
dat er nogal voorbarig js gehandeld
volgens het bekende adagium: aan een
boom zo vol geladen (met negerkonink
jes) mist men een klein pruimpje (Ka
baka Mutesa) niet.
Resoluut zei men o.m. in het Lager
huis aanvankelijk dat de beslissing de
finitief was. De onttroning bleek echter
steeds duidelijker een blunder te zijn
geweest. Een commissie, gekozen door
het inlandse parlement van Buganda,
voerde wekenlange besprekingen met
experts over de mogelijkheid van in
voering van 'n constitutionele regerings
vorm. In die commissie hadden o.a.
zitting mgr Kiwanuka, mgr Kasule, mgr
Ngabo en de hoofdredacteur van „Mun-
node wereldgeestelijke, dr Masagasi.
Uiteindelijk is „Londen" met een voor
stel voor de nieuwe regeringsvorm ge-
Op 27 Juli a.s. zal het 25 jaar ge
leden zijn dat Mgr Nolet als pastoor
zijn intrede deed in Amsterdam ah
opvolger van pastoor Pichot in de
bekende Amsterdamse „Papegaai'.
Hiermede kwam een zeer mar
kante figuur de hoofdstad binnen.
Met de rechte haren, de door
dringende ogen, en de wat sterk-
docerende stem, zo nu en dan zelfs
wat krakend wanneer een argument
kracht bijgezet moest worden, maakte
hij zeer sterk de indruk van de hoog
leraar. Onomwonden kon men het
toen ook horen in de parochie: we
hebben een professor gekregen, een
doctor nog welmaar zal het ook
een pastoor zijnDat is heel erg
meegevallen. Het blijft een feit, er
wordt veel opgebeld om de professor,
de doctor of ook wel om
Monseigneur, zo zelfs dat, wanneer
men vraagt naar de pastoor, stereo
tiep 't antwoord volgt „ik zal zien of
monseigneur thuis is". Het blijft ook
waar dat pastoor Nolet zich met een
geweldige activiteit bewogen heeft en
beweegt op allerlei 'gebied, dat des
professors is, maar alle activiteiten
hadden dan toch maar immer een
zeer pastorale inslag.
Het kinderachtige incident bij de Gouverneurs Wielerwedstrijden. Door het opzeteljjk te laat verzenden van de uit-
nodigmg kon de Kabaka bij dit voor Uganda zq grote evenement niet aanwezig zijn. De gouverneur van Uoanda
Sir Andrew Cohen, reikt hier dus alleen de hoofdprijs uit aan de winnaar, nummer 5. Rechts van hem twee bestuurs
leden van de Uganda Sycle Club, o.w. de schrijver van dit artikel, de Witte Pater Suasso de Lima de Prado. Typerend
voor de situatie in Uganda is dat de burgemeester van de belangrijkste stadKampala, een Indiër is. Hy en zijn echt
genote staan hier links op de achtergrond. Rechts op de foto staat met de hand in zijn broekzak) secretaris
Kiwanuka van het Uganda National Congress. Hij is aller waarschijnlijkst een van de belangrijkste communistische
leiders in dit land. Ook hij is bestuurslid van de Uganda Cycde Club. In alle min of meer belangrijke organisaties
zijn de communisten doorgedrongen. Achter Kiwanuka staat (uiterst rechts) prins Badru, mohammedaans lid van
het koninklijke huis en leider van de muzelmannen in Uganda.
Wie werkelijk de pastoor wil leren ken
nen, die moet zich op de eerste Januari
na de Hoogmis begeven naar de Nieuw
jaarsreceptie op de Nieuwe Zjjds. Daar
treft hij de „echte" Herder die al zijn
parochianen kent, we zouden haast zeg
gen, van binnen en van buiten. Dat „van
binnen" moge voor de menselijke observa
tor verborgen blijven het „van buiten"
komt daar dubbel en dwars tot zijn recht
Deze pastoor n.l. heeft een zeer rake
wijze van praten. Hij kan zijn mensen
meesterlijk karakteriseren. En dat doet hij
op die receptie. Ieder krijgt er wat hem
toekomt. Ieder wordt er gewaaxieerd en
hogelijk geprezen voor wat hij voor de
Papegaai doet; maar dikwijls voelt hij
tussen de regels door een tikje om wat
hij achterwege liet. Maar dat de pastoor
zijn parochie en parochianen kent dat
blijkt er duidelijk; ook de oudjes en de
kinderen, met wie hij vaderlijk hartelijk
weet om te gaan. Op hun snoepje kunnen
ze daar altijd rekenen. En zo is 'inderdaad
pastoor Nolet bij alle initiatieven en
het zijn er tientallen gebleven de Her
der van de schare van St. Petrus en Pau-
lus, een parochie die nu eenmaal meer
moet zijn dan een geconcentreerde paro
chie, een kerk welke zo'n beetje parochie
is van heel de stad en vooral des Zon
dags van heel velen van buiten, die hier
in het hart van Amsterdam de H. Mis
bijwonen en heus van de pastoor een aar
dig preekje meekrijgen.
Maar ook door de week is de Papegaai
heel de dag open en ook bezet. Hier vindt
menige ziel rust in het gejaagde leven
van de grote stad en het is inderdaad pas
toor Nolet die als een echte Herder
zijn kudde weet te leiden. Pastoor Nolet
is overal. Wanneer hij rustig door zijn
kerk wandelt, getooid met de wijde Al
ma Viva, dan ontgaat hem niets. Zijn
schrandere ogen boeien bij het eerste ge
zicht en wie het genoegen had nader met
hem kennis te maken komt vanzelf onder
de indruk van zijn markante persoon
lijkheid. En wie het genoegen had met
hem te mogen discussiëren die weet wat
het zeggen wil vraagstukken op te ne
men met deze machtige strijder, deze
prettige debater en liefhebbende priester.
Noem een initiatief van belang waaraan
Mgr Nolet in de hoofdstad niet betrok
ken was. De open Deureen uitvin,
ding (cn welk een uitvinding) van pas
toor Nolet. „Het kwartier voor God" (on
langs nagevolgd door Rotterdam en
Den Haag) een makelij van pastoor No
let. De Radio Raad, U vond er pastoor
Nolet: De St. Adelbertpastoor Nolet is
de grote stimulator in Amsterdam; Pe
trus Canisiusde professor" speelde
er een grote rol, maar evenzeer de pas
toor in de na-Warmondse tijd met
zijn grote vriend Mgr dr G. C- van
pastoor Nolet als haar grote vereerder
en actief propagandist; de Abdij van Eg-
mond zou deze er gekomen zijn zonder
de activiteiten van pastoor Nolet? Last
not least St. Donatus! Ja, dat Donatus
was bijna oorzaak geweest dat de Pape
gaai baar markante Herder had moeten
missen.
Tijdens het emeritaat van de laatste
Deken van msterdam Mgr. G. van Noort
een emeritaat dat gepaard ging met
het opzichnemen van een adjunct-direc
teursschap van St. Donatus was de top
leiding toevertrouwd aan Mgr Nolet en
toen na de dood van Mgr van Noort
de zaak verder aan de orde kwam, toen
gingen er stemmen op deze scherpe fi
guur zich geheel te doen wijden aan het
werk van St. Donatus, waardoor hij zijn
intrek zou nemen in het schone patriciërs
huis aan de Keizersgracht!
Wij menen te weten dat de jubilerende
herder er inderdaad sterk aan gedacht
heeft maar gelukkig voor zijn Papegaai
en zeker ook voor Katholiek Amsterdam
is hij pastoor gebleven. Hij is gelukkig
niet in de dorre cijfers ondergedoken, wat
niet wegneemt, dat hij ook aan Donatus
een heel stuk van krachten heeft gegeven.
En nog iedere dag in het namiddaguur
kan men de nu een tikje strompelende
Herder zien kuieren over de grachten en
door de steegjes van de binnenstad voet
je voor voetje de weg met zijn tik-
stokje afzoekend naar hobbelige keien
naar zijn Bureau op St. Donatus.
En wie vergeet zijn propaganda voor
het Individueel onderwijs in de Hoofd
stad, waarbij het kind zoveel doenlijk een
opvoeding krijgt, aangepast aan eigen
aard en eigen kwaliteiten? Ook hier was
pastoor Nolet de baanbreker.' Het pio
nierswerk op dit terrein van andersden
kenden hogelijk waarderend, kon hij het
toch niet verkroppen dat de „eigen" men
sen zouden achterblijven. Hij nam de zaak
ter hand en zijn we wel ingelicht, dan zal
de eerstdaags te openen eerste nieuwe
individuele school in Amsterdam Zuid niet
ten onrechte de naam „Mgr. Noletschool"
dragen.
Van de laatste ons bekende initiatie
ven want hoeveel zullen er ons ont
gaan zijn? moet zeker genoemd wor
den het Studium Catholicum Amstelo-
damense, waarin de pastoor een grote
schare intellectueen bijeen heeft weten
te brengen die op praatavonden, in per
soonlijke gesprekken en door referaten het
contact levendig houden tussen de Phi-
losofie en Theologie" en de andere" we
tenschappen. Hier worden ook studieker
nen gevormd en wetenschappelijke plan
nen uitgedokterd. Hier wist de pastoor in
derdaad een én voor de Kerk én voor'
de wetenschap bloeiend intellectueel een
trum te scheppen.
Vergeten mag ook niet worden zijn werk
in de Kath. Academische Kring, de gro
te stoot ook die hij gaf aan de Nederlands-
Vlaamse vereniging Noord en Zuid, een
uit louter niet-katholieken bestaande ver
eniging welke vooral beoogde Vlaande
ren cultureel en politiek dichter tot Ne
derland te brengen. Deze creatie lijd:
echter een wat kwijnend bestaan, niet
door pastoor Nolet, maar door de weini
ge belangstelling welke er in Nederland
voor Vlaanderen bestaat.
Typisch voor de originele geest van
Mgr Nolet is de nieuwe ingang die hij
in de Kalverstraat liet ontwerpen door
Arch van Driel- Een tourniquet ingang zo
als geen kerk in Nederland bezit, maar
die juist in de drukke zakelijke Kalver
straat zo tot zijn recht komt. Ook het in
ere herstellen van „de oude Papegaai"
die zo lang gekooid was in het Museum
Amstelkring waar hij tussen haakjes
ook al veel voor deed is Mgr Nolet's
werk zeker vermeldenswaard, is zijn grote
belangstelling voor de Pers. Pastoor Nolet
acht de Pers HET apostolaat bij uitne
mendheid en onomwonden komt de jubi
laris er voor uit, dat hij een hoofdredac
teurschap van een groot blad wel eens ge
ambieerd heeft in zijn jongere jaren. Hij
was het ook die toen de onderdrukkers
de R.K. pers knevelden in de oorlog
met Mgr van Noort en enkele leken het
initiatief nam tot een specifiek katho
lieke uitgave voor de hoofdstad. De pjan-
nen waren op papier gereed, «aaar wer
den verhinderd. We menen niet ver van
de waarheid te zijn, wanneer w» beweren
dat het latere Sursum Corda uit deze
plannen is voortgekomen.
Zo hebben wij die het gehele pasto
raat mochten medemaken iets van de
ze grote pastoor verteld, maar we zul
len zeker minstens evenveel vergeten
hebben. Zoals b.v. de spreekkamer van
de pastoor, de professor en de Monseig
neur. Zou er in Nederland één spreek
kamer zijn waar zoveel raad werd ge
vraagd en zoveel wijze adviezen werden
gegeven? Moge de jubilaris nog vele ja
ren gespaard blijven voor de Kerk van
Nederland en voor de Papegaai van Am
sterdam.
G. O.