ENTREE IN
VERSIERD
PRAAG
Armzalig kerkje van Samarinda
werd plotseling kathedraal
In Groningen viel een fiets uit
de lucht
AUGUST COLLAR! kan luiheid niet uitstaan
f 250.000.-
Zalmtrappen naast de stuwen
bleken een teleurstelling
Heeft U reeds RHEUMA- VERRASSINGSCOU VERTJES
Achter het IJzeren Gordijn (I)
-Bij voorbaat—
De sluiswachter van Lith bedient niet alleen schepen
Zijn levensspreuk: een mens moet actief zijn
Gesprek voor
een vertrek
Van het mode-front
guin inspireert
Hele stad vol vlaggen
en spandoeken
DONDERDAG 28 JULI 1955
PAGINA 3
rr hoy. mrt cfrt
Ir jr,!iö v!iÊ/$TYf
VfSLEDKEm^
h STN PRACE
CëSTNÊHO MÊ-i
*ENi sa s bois*
TSi .T1.' ggst
Op vele plaatsen in de
stad waren communistische
leuzen aangebracht
V.
Welkom
Mgr J. Romeijn, de nieuwe Apostolisch
Vicaris op Borneo
Moskou absolveert
Joego-Slavië
Europa's hoofdriool
Albert Nij'veld won hoofdprijs van
Rheumabestri j dingsactie
Et
Geen vis-lift
Glasaal klimt door stro
Heerlijkv
verkwikkend
kleven
nooit
Vruchtencaramels in
handige verpakking],
productfj
Prachtig speelgoed
Kleine Frits ontfermde zich
over opa's geld
M-J-KAUNIfs
(Van onze correspondent
Alfred van Sprang)
PRAAG, Juli 19153
Toen de telefoon in mijn werk
kamer in Den Haag een van de eer
ste dagen van Juli overging, bleek
er aan de andere kant van de lijn
iemand met een sterk-buitenlands
accent naar me te vragen.
„U spreekt met het gezantschap
van Tsjechoslowakije".
„O, ja".
„Het betreft uw aanvrage voor
een visum".
„Ja"
„Wij hebben uit Praag opdracht
gekregen u een visum te verstrek
ken".
„Voor boe lang".
„Twee weken".
Zo begon het bezoek aan Praag.
Tevoren had ik al vele malen gepro
beerd om een kijkje achter het IJzeren
Gordijn te nemen. Alle aanvragen voor
een visum waren echter steeds afgewe
zen. De Tsjechen waren nu de eersten,
die het waagden om een journalist van
uitgesproken niet-communistische huize
te laten zien hoe het leven in een uitge
sproken communistische maatschappij
eigenlijk was.
Peper en sigaretten
En paar dagen later. Een luidspreker
op het vliegveld van Brussel kondigt
aan: Passagiers voor Praag worden ver
zocht. Met wat Belgen, twee Hongaar
se tennisspelers, die van Wimbledon op
weg naar huis zijn, een Britse diplomaat
met zijn vrouw, een gezelschap Polen,
een Franse zakenman en enkele Tsje
chen stap ik in een toestel van de Sa
bena. In de stoel naast me zit een man
met een vervaarlijke snor, een tweed
sportcolbert met leren knopen en een
pijp. Het lijkt een Brit te zijn. In werke
lijkheid is het echter een Tsjech. Heel
voorzichtig knoop ik een gesprek met
hem aan.
„Bent U in België geweest?" vraag ik.
„Ja", antwoordt hij.
„Zaken?"
„Ja".
„Hoe vond U het daar?"
„Het is er voor ons erg goedkoop"
„En wat is U er nog meer opgevallen?"
..Dat de mensen er zoveel Coca Cola
drinken'
Hij haalt een doosje tabak uit zijn zak
en stopt een verse pijp. Het is een
Engelse tabak. Op het doosje zit een
sluitzegel met For U.S. Armed Forces
Overseas. Het is dus kennelijk tabak
voor Amerikaanse militairen.
„Heeft U dat gezien?" wijs ik naar
het zegel.
„Ja" antwoordt hij rustig, „ik heb het
gewoon in 'n winkel in Brussel gekocht"
„Krijgt U daar geen moeilijkheden
mee in Praag?"
„O, nee"
Dit is het eerste in een serie ar
tikelen over het leven in Praag.
Het zou me niets verbazen als ik
aan het einde van deze serie door
sommigen van communistische sym
pathieën beschuldigd zou worden.
Die mogelijkheid heb ik tevoren
overwogen. Het heeft geen invloed
gehad op de inhoud van deze arti
kelen. Wel is deze inleiding er oor
zaak van.
Misschien is het overbodig het in
zoveel woorden te verzekeren. Ik
ben geen communist. Het communis
me moge voor sommigen, zekere
aantrekkelijkheden hebben, voor mij
heeft het die absoluut niet. Het ver
blijf van twee weken in het commu
nistische Tsjechoslowakije heeft in
deze overtuiging geen enkele ver
andering gebracht.
Aan de andere kant is het mijn
plicht als verantwoordelijk jour
nalist zo eerlijk en objectief mo
gelijk verslag uit te brengen van
wat er in de wereld gebeurt. Ook
in de communistische wereld. Het
voeren van propaganda voor of te
gen iets behoort tot de competentie
van anderen.
Het is mogelijk, dat deze beschrij
ving van Praag niet in overeen
stemming is met andere beschrij
vingen. Daar kan ik niets aan doen.
Ik kan U slechts verzekeren, dat
zij in overeenstemming is met de
feiten zoals ik die ter plaatse heb
kunnen waarnemen. En met mijn
geweten.
Alfred van Sprang.^/
„Kunt U nou gemakkelijk naar het
buitenland?"
„Ja, als het voor zaken is".
De Tsjechische handel met het bui
tenland is geheel in handen van de
staat. Het zijn dus allemaal ambtenaren,
die als zakenman naar het buitenland
gaan. En uiteraard ambtenaren, waar
men vertrouwen in heeft. De man naast
me moet er ook zo een zijn. Hij houdt
zich echter volkomen op de vlakte.
„Hoe gaat het nu in Tsjecho-Slowa-
kije?" probeer ik toch.
„Er is van alles te krijgen".
„Is er nog distributie?"
„Nee".
„En is het leven duur?"
„Nogal".
De stewardess serveert een koude
lunch. Mijn buurman eet er met smaak
van. Daarna steekt hij het papieren
strooiertje met peper in zijn zak. Een
evenals de andere passagiers zet hij het
restant van zijn buitenlandse valuta om
In Amerikaanse sigaretten, welke ac
cijnsvrij (voor één gulden de twintig) in
de lucht verkocht worden.
„Die zijn er zeker niet in Praag?"
„Alleen zwart".
„En wat kosten ze dan?"
„Tien gulden een pakje".
We vliegen twee uur. Dan strijkt het
viermotorige toestel neer op het zonni
ge vliegveld van Praag. We taxiën tus-
Deelnemers aan de Spartakiade trekken in stoet door de versierde straten van
Praag.
TERWIJL pater J. Romeijn M.S.F.
Maandag in Oudenbosch was om er
in het Scholasticaat van de Paters
Missionarissen van de H. Familie het feest
•nee te vieren van de priesterwijding van
enige van zijn jonge confraters, ontving
hij een telegram, waarin hem zijn benoe
ming waarvan wij reeds melding maak.
*en werd meegedeeld tot Apostolisch
Vicaris van het onlangs opgerichte vica
riaat van Samarinda en tot titulair-
bisschop van Zenopolis in Isauria.
1/ E eerste Apostolisch Vicaris van dit
nieuwe vicariaat werd geboren op 17
Februari 1906 te Voorschoten. Hij maalite
7-i.in humaniora aan het, missiehuis „Et-
Antonius" van de Paters van de H. ïa-
milie te Kaatsheuvel. Op 8 September 192/
'egde hij zijn eerste geloften af in de
congregatie. Op 24 Juli 1932 werd bi] tot
Priester gewijd te Oudenbosch, Op 6 Juli
'933 vertrok hij als missionaris naar Bor
neo en werd benoemd tot pastoor te Te-
r'ng, naderhand te Barong Tongko. Tij
dens de oorlog werd hij door de Japanners
geïnterneerd. Na de oorlog werd hij we
derom pastoor te Tering. In 1950 werd hij
Wegens de uitgebreidheid van het Vica
riaat van Bandjarmasin door mgr W. De-
marteau, de Apostolisch Vicaris van deze
Plaats, benoemd tot gevolmachtigde voor
"et gebied van de Beneden-Mahakam. In
1952 werd hij tevens overste van het kloos
ter te Tering aan de Mahakam. In die tijd
nam hij ook het. Indonesisch staatsburger
schap aan. Op 1 Januari 1953 werd hij be
noemd tot regionaal superior. Deze func-
ÏJ* heeft hij tot op heden waargenomen
w*et vermoedend, wat hem gedurende1
enige vacantiemaanden in Nederland te
wachten stond, kwam hij als een welkome
gast in het Scholasticaat te Oudenbosch,
waar hij precies 23 jaar na zijn eigen
priesterwijding het, bericht ontving, dat
by tot de bisschoppelijke waardigheid ver.
heven zal worden.
In Samarinda staat momenteel slechts
.armzalig kerkje, dat nu plotseling tot
Kathedraal verheven is. Wel werd onder
zijn leiding reeds begonnen met een nieu
we kerk, van waaruit straks onder de be-
fr'o- j en aIt'id optimistische leiding
van de nieuwe bisschop een heilzame in
vloed zal uitgaan tot welzijn van zijn ge-
ïieiae uayas waaraan hij reeds 22 jaar
n zijn priesterleven heeft gewijd.
President Tito heeft gisteren bekend
gemaakt, dat de Sovjet-Unie aan Joego
Slavië een handelsschuld van 96 millioen
dollar heeft kwijt gescholden, welke ont
stond vóór de breuk van Joego Slavië met
de Cominform in 1948.
Tito verklaarde, dat de Russische lei
ders de economische moeilijkheden van
Joego Slavië hadden begrepen en het
debet kwijtscholden, dat was voortge
vloeid uit Russische leveranties van wa
pens en olie. De president zeide te ver
wachten, dat andere Oosteuropese landen
het voorbeeld zouden volgen.
Op de Maas worden vissen geschut
sen een Poolse en een Russische machine
door naar het platform. Boven het nieu
we stationsgebouw zijn vlaggen en wel
komstgroeten in vijf talen aangebracht.
Het Tsiechische Vitame Vas natuurliik.
Daarnaast veelbetekenend het Russische
NPNBETCBEYM BAC. En vp''vn erns
Welcome, Soyez Bienvenus en Willkom-
men. Er voor staan wat afhalers te
wachten.
„Daar staat mijn vrouw" wijst de
Tsjech.
Hij wuift geestdriftig.
„Ik wens U een prettig verblijf in
Praag" zegt hij bij het uitstappen. Even
later sta ik in het stationsgebouw met
grote foto's van historisch Praag aan de
wanden en producten van de Tsjechi
sche industrie in vitrines. Een vrouwe
lijke immigratie-ambtenaar zet zonder
veel formaliteiten een stempel in mijn
pas. De douane heeft geen belangstelling
voor miin kofeers. Maar ze wil wel pre
cies weten wat ik aan buitenlands geld
bij me heb.
Een bus van de Ceskoslovenske Aero-
linie brengt me naar Praag. De stad
blijkt helemaal in het teken te staan
va de Spartakiade: het grote turnfes-
tijn, dat een voortzetting is van de vroe
gere Sokolfeesten. Overal waaien rood-
wit-blauwe Tsjechische en rode commu
nistische vlaggen. De schuttingen zijn
volgeplakt met kleurige affiches. De ge-
ve's van sommige grote gebouwen gaan
schuil onder communistische leuzen
van Lenin, Stalin, Kalinin en de overle
den Tsjechische pesident Klement Gott-
wald Dwars over de straten hangen
spandoeken. Boven de ingang van een
grote bank is een metershoge foto aange
bracht "an Tsieeho-^lowakije's nationale
held: Emile Zatopek. Aan de overkant
prijkt een afbeelding van een Russisch-
uitziende soldaat ro»t een machinege
weer voor de borst. De vensters van vele
woonhuizen zijn beplakt met kleine, com
munistische vlaggetjes en de in deze
streken veel voorkomende vredesduiven
van wit papier. En de winkels hebben
vee' 'verV remaak» van hun eta'aees.
„Palace-Hotel" zegt men bij het Staats-
resbureau Ccdor waer ik me me'd om
een hotelkamer toegewezen te krijgen.
„Hoe kom ik daar?'
„O, iedere taxi-chauffeur weet het"
Maar de taxi-chauffeur, die ik tref
Hl v, 'ïrg mefr'J Hii weet me twee-en-
een-half maal de officieel vastgestelde
betalen. Het 's net alsof
ik de kapitalistische wereld nog niet
achter me gelaten heb.
(Nadruk verboden).
(Advertentie)
totaal aan prijzen in de Rheuma-ver-
rassingsactie.
Vraag Uw winkelier Rheuma-verras-
singscouvertjes.
Ggk. Min, v. jUst. 2?-ll-'54 LO 51JU/U32.
LITH, Woensdag.
j (Van onze verslaggever).
y AN DUIZENDEN MIJLEN VER komen de glasaaltjes uit de geheimzinnige
sargasso-zee met de Golfstroom mee naar onze kusten om daar, landin
waarts, tot volwassen paling uit te groeien. Een verbazingwekkend phenomeen
in de natuur, waarover generaties biologen zich het hoofd hebben gebroken.
Duizenden mijlen! En voor de laatste kilometers blijven de glasaaltjes, op de
Maas althans, stekenDe kunstwerken, die de mens bouwde om de water
stand te regeleij, zijn voor de „montée" zoals de een paar centimeter lange
glasaaltjes worden genoemd een onoverkomelijke barrière. Verder dan de
eerste stuw in de Maas, die bij Lith, komt vrijwel geen enkel glasaaltje. Tot
nog toe gingen millioenen diertjes op het eerste stuk van de Maas verloren.
Niet alleen werd aldus een prachtig gebied voor de aal afgesloten en de
bovenstroom van de Maas palingarm, ook voor andere vissoorten zijn de kunst
werken in de bedwongen rivier fataal geworden. Snoekbaars, baars, zalm enz.
blijven weg. Ondanks de prachtige „zalmtrappen", die men naast de stuwen
heeft aangelegd. Want hoe mooie verhalen men ook over de omhoog springende
zalm op school vertelt, in feite hebben de betonnen trappen zeer teleurgesteld.
En afgesneden van hun vaste „paaigebieden" (elke rivier heeft zijn eigen „zalm
familie"), verdween de zalm ook beneden de stuwen. Tussen Lith en de zee werd
er dit jaar op de Maas zegge en schrijven slechts een exemplaar verschalkt.
Hoeveel goeds de beteugeling van de
Maas ook heeft teweeg gebracht, de fa
tale teruggang van de visstand is ve
len een doorn in het oog. Temeer, waar
voor onze andere grote rivieren in dit
opzicht, om andere redenen evenwel, de
zaak al niet veel gunstiger ligt. De Rijn
wordt niet ten onrechte „Europa's hoofd
riool" genoemd.
Het industriële achterland heeft deze
rivier en dus ook de Waal grondig
voor de vis bedorven. Men kan er van
verzekerd zijn dat elke zalm, die men
op de Rijn vangt, niet te eten is. De
smaak van de vis is doortrokken van
phenol een stabiele chemische stof,
die in tegenstelling tot vele andere niet
in het water wordt afgebroken.
Men heeft er dus veel voor over om
althans op de Maas onze visstand op
peil te houden en voor de beroepsvisse
rij en uit het oogpunt van recreatie, dit
laatste vooral voor het Zuidlimburgse
industriële gebied.
Rijkswaterstaat heeft gezocht naar een
oplossing. En thans hoopt de hoofdinge
nieur van het arrondissement Maas, ir
Hoornenborg, die zich deze zaak speciaal
heeft aangetrokken, een afdoende oplos-
(Van onze correspondent).
Voor de 15-jarige Gro
ningse jongen Albert Nij-
veld uit de Ambonstraat,
leerling tweede klas van
de Technische School,
kwam gistermiddag een
splinternieuwe fiets let
terlijk en figuurlijk uit de
lucht vallen.Het was
de door hem gewonnen
hoofdprijs van de Rheu-
ma bestrijdingsactie, ge
monteerd aan de Hiller-
helicopter. die onder
grote belangstelling door
bestuurder Eeleo Schuller
sierlijk op het renbaan
terrein in het Stadspark
werd neergezet.
De jongen was via de
radio opgeroepen en was
in allerijl naar het stads
park gekomen, waar dan
de verrassing voor hem
uit de lucht kwam.
De heer Schuller voelde
zich, naar hij zeide, beter
thuis in de lucht dan op
de grc%d, vooral wanneer
het karweitjes betreft
met Engelse sleutels. Het
losschroeven van de fiets
ging hem dan ook hele
maal niet best af en hij
accepteerde met dank
baarheid de hulp van de
prijswinnaar, de technicus
in de dop, die handig met
gereedschap wist om te
gaan. Albert was erg in
zijn schik, al had hij nog
niet zo lang geleden al
een nieuwe fiets van zijn
vader gekregen
Albert Nijveld was op
vacantie te De Wijk, bij
Meppe] en dacht helemaal
niet meer aan de strooi
biljetten. die hij op 2 Tuli
j.l. op het Fiorespiein te
Groningen had gevonden.
Toen hij een brief kreeg
van zijn moeder, waarin
hem werd gezegd, dat er
twee heren waren ge
weest en dat hij beslist
naar Groningen moest
komen, ging hij eigenlijk
tegen zijn zin, maar toen
hij hoorde waarom, vond
hij het niet erg meer.
Vandaag is hij weer naar
de boerderij te De Wijk
gegaan als trotse bezitter
van twéé nieuwe fietsen
Het probleem is evenwel
voor hem, welke fiets hij
nu moet berijden.
Terwijl Albert gisteren
met zijn nieuwe fiets, om
ringd door zijn vriendjes
het stadspark verliet,
was de helicopter al op
weg naar Surhuisterveen.
Frederiksoord en Steen-
wijk, om daar nog andere
kinderen met prijzen ge
lukkig te maken.
«Advertentie)
HST COLLART de Luxemburg- zow+ V,J
UGUST COLLART, de Luxemburg,
se gezant in ons land, is bezig
afscheid te nemen. Op 1? Augus
tus verlaat hij ons land. Door het
raam van zijn residentie in de
Jacob Catslaan te Den Haag heb
ik, terwijl ik wacht om te worden bin
nengelaten, al gezien, dat zijn wagen
voor de deur staat, geflankeerd door
vier motorrijders van de Koninklijke
Marechaussee, twee vóór en twee ach
ter. Dat wil zeggen, dat de gezant
op het punt staat naar H. M. de Ko
ningin op Soestdijk te vertrekken om
er in afscheidsaudiëntie te worden
ontvangen.
Als ik zijn kamer binnenkom, is hij
pas., half gekleed. U moet wel excu
seren, zegt hij, maar ik ben me net
aan het kleden voor mijn bezoek aan
de Koningin en dit uurtje kon er nog
maar net voor U af. Om kwart over
elf moet ik weg. En nu kan men de
heer Collart we) zeggen, dat hij toch
niet zóveel moeite had moeten doen
om mij te ontvangen, men is dan even
wel precies aan het verkeerde adres.
Want de heer Collart is met zijn 65
jaren nog een en ai activiteit. Acti
viteit is het leven, zegt hij, en nu be-
griin ik ook. waarom in het telefoon
boek bij het Luxemburgse gezantschap
staat: kantooruren van negen uur tot
half een en van twee tot zes uur. Dat
vindt men niet veel aan gezant
schappen in Den Haag.
Men moet werken, zegt de heer Col
lart. Er zijn mensen, die hun luiheid
camoufleren met slimheid, maar dan
blijft het tóch luiheid, waarmee men
niets bereikt.
Ik heb 22 jaar hier gewerkt, vertelt
hij dan en ik heb Nederland lief ge
kregen. Hij vindt het erg om ons land
te moeten verlaten. Tot de oorlog is
hij hier geweest als zaakgelastigde; hii
reisde toen heen en weer en bekostig
de alles zelf. Intussen schreef hi-
historische werken over Luxemburg
In het voorwoord van een er van „Af
Wege zur Unabhangigkeit Luxem
burgs" zegt hij. dat hij geen geschied
vorser is. En dat terwijl hij toch cor
responderend lid is van de historische
sectie van de Academie van het Groot
hertogdom. Na de oorlog werd hij mi-
nistre plenipotentiaire en voor het eerst
bezoldigd. Nu moet hij weg, omdat
hij 65 geworden is.
Zijn levensspreuk luidt: een mens
moet werken en actief zijn. Hij kan
luiheid niet uitstaan.
Wat gaat U doen, als U in Luxem
burg terug bent?
Wel, ik ga op mijn landgoed wonen,
maar dat is maar 100 ha. groot, daar
kan ik mijn leven niet mee vullen,
zeSt hij, ik moet méér doen. Mis
schien in de politiek en misschien
schrijven. Ik schrijf graag en gemak
kelijk.
Welke steden in Nederland vond U
nu het mooist.
En tot mijn verbazing krijg ik niet
te horen Amsterdam, Groningen of
Maastricht, maar.Emmen.
U moet mij goed begrijpen, zegt hij,
ik zeg niet, dat ik Emmen inderdaad
de mooiste stad van Nederland vind
maar ik ben gegrepen door Emmen,
omdat dit het prototype is van Ne
derland. Emmen is gebouwd op 100
pet armoede. Dat is een wonder. Em-
men is een bezienswaardigheid van de
eerste rang. Het is de activiteit, die
het daar gewonnen heeft van de ar
moede.
Intussen komt er een telefoontje voor
de gezant.
Als hij uitgesproken is, zegt hij: dat
is nou Luxemburgs.
Welnee, zeg ik, dat is Mastreechs.
Dat is hetzelfde, zegt de heer Collart.
Het lijkt er precies op. u verstaat
geen Mastreechs, ik wel. Maas»richt
is ongeveer vier uur met de trein van
Luxemburg, dat is dichter bij dan
Den Haag.
In Assen zegt hij, werd ik eens fees
telijk ontvangen. Er was voor het stad
huis een rode loper uitgelegd. Maar
men had daar dan ook een bur'gemes-
ter gehad, die Collart heette en daar
zal het wel aan gelegen hebben, dat
feestvertoon
En wat denkt U van de Benelux,
Excellentie?
De Benelux werkt, maar men moet
niet direct 100 pet verlangen. In Hol
land wil men alles voor de volle 100
pet perfect hebben. Beter Is het de
zaak te laten groeien. Doorwerken en
actief zijn.
Dan vertelt hij nog wat van zijn le
ven.
Op 9 Mei 1940 was ik in Nederland,
toen de oorlog uitbrak. Ais vertegen
woordiger van mijn kleine land logeer
de ik altijd in Hotel des Indes. Ik
kwam telkens voor een week naar
Nederland om de zaken te regelen, dus
ik had op die negende Mei dan ook
niet meer dan voor acht dagen geld bij
mij. Toen naar Brussel en Frankrijk
en daarna, na de wapensilstand terug
naar Luxemburg. Bü een razzia werd
ik gearresteerd en kwam ik in een
concentratiekamp terecht, waaruit ik
na korte tijd werd ontslagen, omdat
men mij niets ten laste kon leggen
Maar kort daarna werd ik met miin
vrouw en dochter gedeporteerd en ge
bracht naar Leubus aan de Oder, waar
wij werden ondergebracht met een aan
tal Slovenen in een oud klooster.
Twee jaar en acht maaanden moesten
wij daar verblijven. Mijn gehele ver
mogen, alle roerende en onroerende
goederen werden door de Duitsers ge-
"onfiskeerd. Einde April 1945 kwam
ik in Luxemburg terug.
Daarna is de heer Collart eind 1945
als gezant van zijn land weer in Ne
derland gekomen.
En nu moet ik naar de Koningin,
anderbreekt hij het gesprek. Ik keek
ap mijn horloge en zag. dat het 11.05
lur was. Om kwart over elf moest hij
vegrijden, want alles was op de minuut
af „gepland". Hij had net nog tien
-ninuten om zich verder te kleden. Ik
bleef buiten even wachten. Precies 10
•ninuten later kwam hij met zijn vrouw
?n dochter naar buiten. De motoren
knalden en voorafgegaan en gevolgd
door de Koninklijke Marechaussee ver
trok hij naar Soestdijk voor een lunch
met de Koningin. Actief als altiid
En verheugd, dat hem een eer te
beurt viel, die in het protocol alleen
ambassadeurs is beschoren.
F.S.
sing te hebben gevonden. De ideeën deed
men in Schotland en in Ierland op. Men
heeft plannen uitgewerkt voor een vis-
elevator en een „montée-goot" en bij
wijze van proef de zalmtrap van de stuw
bij Lith, de eerste barrière dus voor de
uit zee komende vis, volledig omge
bouwd.
EN vis-elevator, geen „vis-lift'
want de vis wordt niet van het ene
rivierpand in het andere „gehesen"
maar geschut. Die vis-elevator zal dan
vooral zijn nut moeten bewijzen in de
tijd van de vistrek, die vooral in Mei
valt.
Men hoopt op deze wijze voorlopig het
eerste pand in de Maas, van Lith tot aan
de stuw bij Grave, weer te kunnen be
volken. Slagen de proeven bij Lith, dan
zal men daarna verder gaan bij de vijf
andere stuwen, tot Borgharen toe Bo
vendien zal men dan bij de Rijn-kanali
satie van deze vinding gebruik maken.
Eerst over twee jaar zal men de vol
ledige resultaten kennen. Voorlopig blijft
men nauwkeurig observeren.
Nu is dat laatste erg moeilijk, de vis
zwemt nog altijd onder water en meldt
zich bij het passeren van de vis-sluis
niet bij de sluiswachter. Evenmin re
gistreert een vis-verkeersdrempel hun
voorbijtrekken.
Ook daar heeft men wat op gevon
den. In de betonnen wanden, die de vis-
elevator afsluiten, heeft men op twee
plaatsen onder waterpeil grote vensters
gemaakt. Achter de plastic-ruiten bij
zonder dik om de druk van het water
te kunnen weetstaan kan men rustig
en droog de vis de sluis zien binnen
zwemmen of verlaten.
En zo zjjn wjj dan gisteren langs ijze
ren ladders „onder water" gedaald om
de vis-elevator in de praktijk te zien
werken. Veel geluk hadden we niet, de
grote trek was voorbij. Het bleef beperkt
tot enkele kleine baarsjes en een ver
dwaalde dikke paling, die de zaak kenne
lijk niet vertrouwde en aarzelend „op
stroom bleef liggen" voor het kozijn, van
waarachter wij een onbescheiden blik
„binnenkamers" in de Maas sloegen.
IJ DE BOUW van de vis-elevator was
men beperkt in de mogelijkheden,
doordat men de breedte van de oude
zalmtrap moest aanhouden. Deze drie
meter brede ruimte is nu in tweeën ge
splist. Links is de montée-goot gebouwd.
Het principe daarvan is eigenlijk een
voudig. De glasaaltjes zwemmen vlak
langs de oevers van de rivier en wor
den achter schotten opgevangen in een
kleine ruimte Schuin omhoog tot bijna
onder het peil van de waterstand van
het hoger gelegen rivierpand loopt een
ondiepe goot. Boven afgesloten met een
schuif, waardoor men het omlaag stro
mende water kan regelen en kan beper
ken tot een zeer zwak stroompje. Dit
dient als richtingwijzer. Zonder „lok-
stroom" is de glasaal gedesoriënteerd
en zou zijn pogingen om rivieropwaarts
te komen staken. De goot zelf is volge-
legd met rijshout. Door het hout heen,
tegen het kabbelende water op, kan de
jonge aal zien gemakkelijk omhoog wer
ken om dan te komen in een bak van
waar verticaal omhoog een veertig cen
timeter met stro gevulde hoge koker,
loopt. Door dit stro klimt letterlijk de
glasaal de laatste decimeters recht om
hoog om het vr'gende rivierpand te be
reiken. De totale klim (goot plus stro-
pijp) duurt ongeveer tien minuten. In de
eerste dagen zijn reeds duizenden en dui
zenden jonge aaltjes „doorgekomen". En
het staat wel vast, dat de „montée-
goot" een succes zal worden.
Ingewikkelder is de constructie van
de elevator voor de schubvis. Ook deze
wordt opgevangen met een lok-stroom,
die echter veel sterker is. De vissen
komen in een afgesloten ruimte, waarin
een sterke stroming ig. Achter hen valt
dan een schuif omlaag, snel als een val
bijl om te voorkomen, dat de door de ge
wijzigde stroming verontruste vis zal te-
rugzwemmen. In de „wachtkamer" be
gint het water vervolgens snel te stij
gen. Met een betonnen drempel en een
riolen-systeem houdt men er steeds de
nodige lokstroom in. Bereikt het water
de hoogste stand, dan wordt de „sluis
deur" aan de andere kant opengedraaid
en de vis kan vrij weg zwemmen. Hij is
„geschut'
Men heeft achter de kozijnen
kunnen constateren, dat de vis inder
daad van de elevator gebruik maakt.
Doch men zal voorlopig tot Mei moeten
wachten om een definitief oordeel te
kunnen vellen. Doch de sluiswachter,
die nu behalve schepen ook vissen be
dient, verzekerde ons, dat ze er dan
met hele scholen tegelijk gebruik van
zullen maken.
NKELE UREN VOORDAT
Manguin de collecties opende
toonden de Parijse kappers
de creaties, die zij voor de komen
de winter ontwierpen en die een
einde moeten maken aan de
Audrey Hepburnkapsels. Zij noe
men hun nieuwe lijn „harlekijn-
lijn". Hiervoor moeten de haren
duchtig aangroeien. Uitgedund be
hoeven zij ook niet meer, w„nt
deze winter is een overvloedige
haardos nodig, wil men zich naar
de mode kappen. Opzij is een
scheiding gelegd, golft het haar
hoog op. De zijkanten zijn breed
uit de hoogte opgekamd, wat
eigenlijk een geciviliseerd polichi
nel hoofd geeft. Het achterhaar is
ook veel langer en wordt ook ge
golfd naar boven gekapt. De
streepjes op gebleekt haar zijn de
mode uit. Nu worden zij eerst
gebleekt en daarna geverfd, wat
eigenlijk alleen maar gecompli
ceerder maakt. Maar dit neemt
niet weg, dat de kapsels oneindig
veel vrouwelijker zijn dan die,
welke wij de laatste jaren zagen.
Ook de mannequins bij Manguin
hebben langer haar, dat goed staat
bij de cloches met hoge bol, die zij
meestal dragen. Deze hoedjes wor
den afgewisseld met lage bol
hoedjes, zoals de amazones vroe
ger droegen.
De hele collectie is trouwens
geïnspireerd op een tijd, toen de
vrouwen sportief konden zijn zon
der haar vrouwelijkheid te ver
liezen, een tijd, die Manet op
menig schilderij vereeuwigde.
Mantels en tailleurs zijn van een
sobere eenvoud, zonder al te grote
strengheid. De eerste tussen recht
en wijd in en bij de tweede vallen
de manteltjes nauwsluitend om het
middel. Zij hebben een hoog om
geslagen fluwelen kraagje en lan-
gervallende schootjes Deze bas
ques maken het effect niet rondom
van dezelfde lengte, omdat zij
soms naar de buitenkant omge
slagen worden. In de bijpassende
rokken heerst een grote ver
scheidenheid. Sommige zijn beslist
nauw, andere vallen een weinig
klokkend uit, terwijl bij sommige
mantelpakken een zeer ruim aan
gezette rok onder het jasje uit
komt.
Er zijn veel midi-minuit tailleurs;
de japonnen zijn dan altijd ge
garneerd met incrustaties in pun
ten van hetzelfde goed, maar in
andere vleug genomen. Doordat zij
veel minder gedecolleteerd zijn,
kan men ze gemakkelijk dragen.
De rokken bij M .nguin vallen
MADAME MANGUIN
beslist iets langer, dan wij de laat
ste jaren gewend zijn. Voor wat
het kleurengamma betreft denkt
men aan de tinten, die Degas heeft
aangewend in zijn „sous-bois", de
beroemde schilderijen, die onder
een maar even doorlichte hospartij
aan alle kleuren iets zijde-achtigs
geven.
Madame Manguin noemde ze:
bois d'amourette: een beige met
rose gloed, die bepoederd lijkt met
grijs; bois de violette: weerschijn
van blauwe bosbessen; bois vert:
de blauwgroene weerschijn van de
vijvers, ebbenhout en het blank
van het witte hout.
i
van
(Van onze correspondent).
Toen de ruim 80-jarige opa Frits
it«n *Tens 'n het Limburgse dorpje
Meterik er achter kwam, dat hü bij
het aantrekken van zijn jas, zijn
portefeuille met 450 op de grond
moest hebben laten vallen, was
het al te laat. Zijn 3-jarige klein
zoon Frits had zich reeds over het
vreemde speelgoed met de gekleur
de papiertjes ontfermd en kwistig
het geld laten rollen. Op aanwij
zing van de jeugdige geldverkwis
ter heeft men later nog een tientje
teruggevonden in de gierkelder,
een tientje in de waterput en een
briefje van twintig onder een ker
seboom. Ook vond men nog een
deel van het geld terug In de por
tefeuille, maar meer dan de helft
van de 450 schijnt de kleine Frits
in het brandende fornuis te hebben
gestopt.