ENTREE IN VERSIERD PRAAG Armzalig kerkje van Samarinda werd plotseling kathedraal In Groningen viel een fiets uit de lucht AUGUST COLLAR! kan luiheid niet uitstaan f 250.000.- Zalmtrappen naast de stuwen bleken een teleurstelling Heeft U reeds RHEUMA- VERRASSINGSCOU VERTJES Achter het IJzeren Gordijn (I) -Bij voorbaat— De sluiswachter van Lith bedient niet alleen schepen Zijn levensspreuk: een mens moet actief zijn Gesprek voor een vertrek Van het mode-front guin inspireert Hele stad vol vlaggen en spandoeken DONDERDAG 28 JULI 1955 PAGINA 3 rr hoy. mrt cfrt Ir jr,!iö v!iÊ/$TYf VfSLEDKEm^ h STN PRACE CëSTNÊHO MÊ-i *ENi sa s bois* TSi .T1.' ggst Op vele plaatsen in de stad waren communistische leuzen aangebracht V. Welkom Mgr J. Romeijn, de nieuwe Apostolisch Vicaris op Borneo Moskou absolveert Joego-Slavië Europa's hoofdriool Albert Nij'veld won hoofdprijs van Rheumabestri j dingsactie Et Geen vis-lift Glasaal klimt door stro Heerlijkv verkwikkend kleven nooit Vruchtencaramels in handige verpakking], productfj Prachtig speelgoed Kleine Frits ontfermde zich over opa's geld M-J-KAUNIfs (Van onze correspondent Alfred van Sprang) PRAAG, Juli 19153 Toen de telefoon in mijn werk kamer in Den Haag een van de eer ste dagen van Juli overging, bleek er aan de andere kant van de lijn iemand met een sterk-buitenlands accent naar me te vragen. „U spreekt met het gezantschap van Tsjechoslowakije". „O, ja". „Het betreft uw aanvrage voor een visum". „Ja" „Wij hebben uit Praag opdracht gekregen u een visum te verstrek ken". „Voor boe lang". „Twee weken". Zo begon het bezoek aan Praag. Tevoren had ik al vele malen gepro beerd om een kijkje achter het IJzeren Gordijn te nemen. Alle aanvragen voor een visum waren echter steeds afgewe zen. De Tsjechen waren nu de eersten, die het waagden om een journalist van uitgesproken niet-communistische huize te laten zien hoe het leven in een uitge sproken communistische maatschappij eigenlijk was. Peper en sigaretten En paar dagen later. Een luidspreker op het vliegveld van Brussel kondigt aan: Passagiers voor Praag worden ver zocht. Met wat Belgen, twee Hongaar se tennisspelers, die van Wimbledon op weg naar huis zijn, een Britse diplomaat met zijn vrouw, een gezelschap Polen, een Franse zakenman en enkele Tsje chen stap ik in een toestel van de Sa bena. In de stoel naast me zit een man met een vervaarlijke snor, een tweed sportcolbert met leren knopen en een pijp. Het lijkt een Brit te zijn. In werke lijkheid is het echter een Tsjech. Heel voorzichtig knoop ik een gesprek met hem aan. „Bent U in België geweest?" vraag ik. „Ja", antwoordt hij. „Zaken?" „Ja". „Hoe vond U het daar?" „Het is er voor ons erg goedkoop" „En wat is U er nog meer opgevallen?" ..Dat de mensen er zoveel Coca Cola drinken' Hij haalt een doosje tabak uit zijn zak en stopt een verse pijp. Het is een Engelse tabak. Op het doosje zit een sluitzegel met For U.S. Armed Forces Overseas. Het is dus kennelijk tabak voor Amerikaanse militairen. „Heeft U dat gezien?" wijs ik naar het zegel. „Ja" antwoordt hij rustig, „ik heb het gewoon in 'n winkel in Brussel gekocht" „Krijgt U daar geen moeilijkheden mee in Praag?" „O, nee" Dit is het eerste in een serie ar tikelen over het leven in Praag. Het zou me niets verbazen als ik aan het einde van deze serie door sommigen van communistische sym pathieën beschuldigd zou worden. Die mogelijkheid heb ik tevoren overwogen. Het heeft geen invloed gehad op de inhoud van deze arti kelen. Wel is deze inleiding er oor zaak van. Misschien is het overbodig het in zoveel woorden te verzekeren. Ik ben geen communist. Het communis me moge voor sommigen, zekere aantrekkelijkheden hebben, voor mij heeft het die absoluut niet. Het ver blijf van twee weken in het commu nistische Tsjechoslowakije heeft in deze overtuiging geen enkele ver andering gebracht. Aan de andere kant is het mijn plicht als verantwoordelijk jour nalist zo eerlijk en objectief mo gelijk verslag uit te brengen van wat er in de wereld gebeurt. Ook in de communistische wereld. Het voeren van propaganda voor of te gen iets behoort tot de competentie van anderen. Het is mogelijk, dat deze beschrij ving van Praag niet in overeen stemming is met andere beschrij vingen. Daar kan ik niets aan doen. Ik kan U slechts verzekeren, dat zij in overeenstemming is met de feiten zoals ik die ter plaatse heb kunnen waarnemen. En met mijn geweten. Alfred van Sprang.^/ „Kunt U nou gemakkelijk naar het buitenland?" „Ja, als het voor zaken is". De Tsjechische handel met het bui tenland is geheel in handen van de staat. Het zijn dus allemaal ambtenaren, die als zakenman naar het buitenland gaan. En uiteraard ambtenaren, waar men vertrouwen in heeft. De man naast me moet er ook zo een zijn. Hij houdt zich echter volkomen op de vlakte. „Hoe gaat het nu in Tsjecho-Slowa- kije?" probeer ik toch. „Er is van alles te krijgen". „Is er nog distributie?" „Nee". „En is het leven duur?" „Nogal". De stewardess serveert een koude lunch. Mijn buurman eet er met smaak van. Daarna steekt hij het papieren strooiertje met peper in zijn zak. Een evenals de andere passagiers zet hij het restant van zijn buitenlandse valuta om In Amerikaanse sigaretten, welke ac cijnsvrij (voor één gulden de twintig) in de lucht verkocht worden. „Die zijn er zeker niet in Praag?" „Alleen zwart". „En wat kosten ze dan?" „Tien gulden een pakje". We vliegen twee uur. Dan strijkt het viermotorige toestel neer op het zonni ge vliegveld van Praag. We taxiën tus- Deelnemers aan de Spartakiade trekken in stoet door de versierde straten van Praag. TERWIJL pater J. Romeijn M.S.F. Maandag in Oudenbosch was om er in het Scholasticaat van de Paters Missionarissen van de H. Familie het feest •nee te vieren van de priesterwijding van enige van zijn jonge confraters, ontving hij een telegram, waarin hem zijn benoe ming waarvan wij reeds melding maak. *en werd meegedeeld tot Apostolisch Vicaris van het onlangs opgerichte vica riaat van Samarinda en tot titulair- bisschop van Zenopolis in Isauria. 1/ E eerste Apostolisch Vicaris van dit nieuwe vicariaat werd geboren op 17 Februari 1906 te Voorschoten. Hij maalite 7-i.in humaniora aan het, missiehuis „Et- Antonius" van de Paters van de H. ïa- milie te Kaatsheuvel. Op 8 September 192/ 'egde hij zijn eerste geloften af in de congregatie. Op 24 Juli 1932 werd bi] tot Priester gewijd te Oudenbosch, Op 6 Juli '933 vertrok hij als missionaris naar Bor neo en werd benoemd tot pastoor te Te- r'ng, naderhand te Barong Tongko. Tij dens de oorlog werd hij door de Japanners geïnterneerd. Na de oorlog werd hij we derom pastoor te Tering. In 1950 werd hij Wegens de uitgebreidheid van het Vica riaat van Bandjarmasin door mgr W. De- marteau, de Apostolisch Vicaris van deze Plaats, benoemd tot gevolmachtigde voor "et gebied van de Beneden-Mahakam. In 1952 werd hij tevens overste van het kloos ter te Tering aan de Mahakam. In die tijd nam hij ook het. Indonesisch staatsburger schap aan. Op 1 Januari 1953 werd hij be noemd tot regionaal superior. Deze func- ÏJ* heeft hij tot op heden waargenomen w*et vermoedend, wat hem gedurende1 enige vacantiemaanden in Nederland te wachten stond, kwam hij als een welkome gast in het Scholasticaat te Oudenbosch, waar hij precies 23 jaar na zijn eigen priesterwijding het, bericht ontving, dat by tot de bisschoppelijke waardigheid ver. heven zal worden. In Samarinda staat momenteel slechts .armzalig kerkje, dat nu plotseling tot Kathedraal verheven is. Wel werd onder zijn leiding reeds begonnen met een nieu we kerk, van waaruit straks onder de be- fr'o- j en aIt'id optimistische leiding van de nieuwe bisschop een heilzame in vloed zal uitgaan tot welzijn van zijn ge- ïieiae uayas waaraan hij reeds 22 jaar n zijn priesterleven heeft gewijd. President Tito heeft gisteren bekend gemaakt, dat de Sovjet-Unie aan Joego Slavië een handelsschuld van 96 millioen dollar heeft kwijt gescholden, welke ont stond vóór de breuk van Joego Slavië met de Cominform in 1948. Tito verklaarde, dat de Russische lei ders de economische moeilijkheden van Joego Slavië hadden begrepen en het debet kwijtscholden, dat was voortge vloeid uit Russische leveranties van wa pens en olie. De president zeide te ver wachten, dat andere Oosteuropese landen het voorbeeld zouden volgen. Op de Maas worden vissen geschut sen een Poolse en een Russische machine door naar het platform. Boven het nieu we stationsgebouw zijn vlaggen en wel komstgroeten in vijf talen aangebracht. Het Tsiechische Vitame Vas natuurliik. Daarnaast veelbetekenend het Russische NPNBETCBEYM BAC. En vp''vn erns Welcome, Soyez Bienvenus en Willkom- men. Er voor staan wat afhalers te wachten. „Daar staat mijn vrouw" wijst de Tsjech. Hij wuift geestdriftig. „Ik wens U een prettig verblijf in Praag" zegt hij bij het uitstappen. Even later sta ik in het stationsgebouw met grote foto's van historisch Praag aan de wanden en producten van de Tsjechi sche industrie in vitrines. Een vrouwe lijke immigratie-ambtenaar zet zonder veel formaliteiten een stempel in mijn pas. De douane heeft geen belangstelling voor miin kofeers. Maar ze wil wel pre cies weten wat ik aan buitenlands geld bij me heb. Een bus van de Ceskoslovenske Aero- linie brengt me naar Praag. De stad blijkt helemaal in het teken te staan va de Spartakiade: het grote turnfes- tijn, dat een voortzetting is van de vroe gere Sokolfeesten. Overal waaien rood- wit-blauwe Tsjechische en rode commu nistische vlaggen. De schuttingen zijn volgeplakt met kleurige affiches. De ge- ve's van sommige grote gebouwen gaan schuil onder communistische leuzen van Lenin, Stalin, Kalinin en de overle den Tsjechische pesident Klement Gott- wald Dwars over de straten hangen spandoeken. Boven de ingang van een grote bank is een metershoge foto aange bracht "an Tsieeho-^lowakije's nationale held: Emile Zatopek. Aan de overkant prijkt een afbeelding van een Russisch- uitziende soldaat ro»t een machinege weer voor de borst. De vensters van vele woonhuizen zijn beplakt met kleine, com munistische vlaggetjes en de in deze streken veel voorkomende vredesduiven van wit papier. En de winkels hebben vee' 'verV remaak» van hun eta'aees. „Palace-Hotel" zegt men bij het Staats- resbureau Ccdor waer ik me me'd om een hotelkamer toegewezen te krijgen. „Hoe kom ik daar?' „O, iedere taxi-chauffeur weet het" Maar de taxi-chauffeur, die ik tref Hl v, 'ïrg mefr'J Hii weet me twee-en- een-half maal de officieel vastgestelde betalen. Het 's net alsof ik de kapitalistische wereld nog niet achter me gelaten heb. (Nadruk verboden). (Advertentie) totaal aan prijzen in de Rheuma-ver- rassingsactie. Vraag Uw winkelier Rheuma-verras- singscouvertjes. Ggk. Min, v. jUst. 2?-ll-'54 LO 51JU/U32. LITH, Woensdag. j (Van onze verslaggever). y AN DUIZENDEN MIJLEN VER komen de glasaaltjes uit de geheimzinnige sargasso-zee met de Golfstroom mee naar onze kusten om daar, landin waarts, tot volwassen paling uit te groeien. Een verbazingwekkend phenomeen in de natuur, waarover generaties biologen zich het hoofd hebben gebroken. Duizenden mijlen! En voor de laatste kilometers blijven de glasaaltjes, op de Maas althans, stekenDe kunstwerken, die de mens bouwde om de water stand te regeleij, zijn voor de „montée" zoals de een paar centimeter lange glasaaltjes worden genoemd een onoverkomelijke barrière. Verder dan de eerste stuw in de Maas, die bij Lith, komt vrijwel geen enkel glasaaltje. Tot nog toe gingen millioenen diertjes op het eerste stuk van de Maas verloren. Niet alleen werd aldus een prachtig gebied voor de aal afgesloten en de bovenstroom van de Maas palingarm, ook voor andere vissoorten zijn de kunst werken in de bedwongen rivier fataal geworden. Snoekbaars, baars, zalm enz. blijven weg. Ondanks de prachtige „zalmtrappen", die men naast de stuwen heeft aangelegd. Want hoe mooie verhalen men ook over de omhoog springende zalm op school vertelt, in feite hebben de betonnen trappen zeer teleurgesteld. En afgesneden van hun vaste „paaigebieden" (elke rivier heeft zijn eigen „zalm familie"), verdween de zalm ook beneden de stuwen. Tussen Lith en de zee werd er dit jaar op de Maas zegge en schrijven slechts een exemplaar verschalkt. Hoeveel goeds de beteugeling van de Maas ook heeft teweeg gebracht, de fa tale teruggang van de visstand is ve len een doorn in het oog. Temeer, waar voor onze andere grote rivieren in dit opzicht, om andere redenen evenwel, de zaak al niet veel gunstiger ligt. De Rijn wordt niet ten onrechte „Europa's hoofd riool" genoemd. Het industriële achterland heeft deze rivier en dus ook de Waal grondig voor de vis bedorven. Men kan er van verzekerd zijn dat elke zalm, die men op de Rijn vangt, niet te eten is. De smaak van de vis is doortrokken van phenol een stabiele chemische stof, die in tegenstelling tot vele andere niet in het water wordt afgebroken. Men heeft er dus veel voor over om althans op de Maas onze visstand op peil te houden en voor de beroepsvisse rij en uit het oogpunt van recreatie, dit laatste vooral voor het Zuidlimburgse industriële gebied. Rijkswaterstaat heeft gezocht naar een oplossing. En thans hoopt de hoofdinge nieur van het arrondissement Maas, ir Hoornenborg, die zich deze zaak speciaal heeft aangetrokken, een afdoende oplos- (Van onze correspondent). Voor de 15-jarige Gro ningse jongen Albert Nij- veld uit de Ambonstraat, leerling tweede klas van de Technische School, kwam gistermiddag een splinternieuwe fiets let terlijk en figuurlijk uit de lucht vallen.Het was de door hem gewonnen hoofdprijs van de Rheu- ma bestrijdingsactie, ge monteerd aan de Hiller- helicopter. die onder grote belangstelling door bestuurder Eeleo Schuller sierlijk op het renbaan terrein in het Stadspark werd neergezet. De jongen was via de radio opgeroepen en was in allerijl naar het stads park gekomen, waar dan de verrassing voor hem uit de lucht kwam. De heer Schuller voelde zich, naar hij zeide, beter thuis in de lucht dan op de grc%d, vooral wanneer het karweitjes betreft met Engelse sleutels. Het losschroeven van de fiets ging hem dan ook hele maal niet best af en hij accepteerde met dank baarheid de hulp van de prijswinnaar, de technicus in de dop, die handig met gereedschap wist om te gaan. Albert was erg in zijn schik, al had hij nog niet zo lang geleden al een nieuwe fiets van zijn vader gekregen Albert Nijveld was op vacantie te De Wijk, bij Meppe] en dacht helemaal niet meer aan de strooi biljetten. die hij op 2 Tuli j.l. op het Fiorespiein te Groningen had gevonden. Toen hij een brief kreeg van zijn moeder, waarin hem werd gezegd, dat er twee heren waren ge weest en dat hij beslist naar Groningen moest komen, ging hij eigenlijk tegen zijn zin, maar toen hij hoorde waarom, vond hij het niet erg meer. Vandaag is hij weer naar de boerderij te De Wijk gegaan als trotse bezitter van twéé nieuwe fietsen Het probleem is evenwel voor hem, welke fiets hij nu moet berijden. Terwijl Albert gisteren met zijn nieuwe fiets, om ringd door zijn vriendjes het stadspark verliet, was de helicopter al op weg naar Surhuisterveen. Frederiksoord en Steen- wijk, om daar nog andere kinderen met prijzen ge lukkig te maken. «Advertentie) HST COLLART de Luxemburg- zow+ V,J UGUST COLLART, de Luxemburg, se gezant in ons land, is bezig afscheid te nemen. Op 1? Augus tus verlaat hij ons land. Door het raam van zijn residentie in de Jacob Catslaan te Den Haag heb ik, terwijl ik wacht om te worden bin nengelaten, al gezien, dat zijn wagen voor de deur staat, geflankeerd door vier motorrijders van de Koninklijke Marechaussee, twee vóór en twee ach ter. Dat wil zeggen, dat de gezant op het punt staat naar H. M. de Ko ningin op Soestdijk te vertrekken om er in afscheidsaudiëntie te worden ontvangen. Als ik zijn kamer binnenkom, is hij pas., half gekleed. U moet wel excu seren, zegt hij, maar ik ben me net aan het kleden voor mijn bezoek aan de Koningin en dit uurtje kon er nog maar net voor U af. Om kwart over elf moet ik weg. En nu kan men de heer Collart we) zeggen, dat hij toch niet zóveel moeite had moeten doen om mij te ontvangen, men is dan even wel precies aan het verkeerde adres. Want de heer Collart is met zijn 65 jaren nog een en ai activiteit. Acti viteit is het leven, zegt hij, en nu be- griin ik ook. waarom in het telefoon boek bij het Luxemburgse gezantschap staat: kantooruren van negen uur tot half een en van twee tot zes uur. Dat vindt men niet veel aan gezant schappen in Den Haag. Men moet werken, zegt de heer Col lart. Er zijn mensen, die hun luiheid camoufleren met slimheid, maar dan blijft het tóch luiheid, waarmee men niets bereikt. Ik heb 22 jaar hier gewerkt, vertelt hij dan en ik heb Nederland lief ge kregen. Hij vindt het erg om ons land te moeten verlaten. Tot de oorlog is hij hier geweest als zaakgelastigde; hii reisde toen heen en weer en bekostig de alles zelf. Intussen schreef hi- historische werken over Luxemburg In het voorwoord van een er van „Af Wege zur Unabhangigkeit Luxem burgs" zegt hij. dat hij geen geschied vorser is. En dat terwijl hij toch cor responderend lid is van de historische sectie van de Academie van het Groot hertogdom. Na de oorlog werd hij mi- nistre plenipotentiaire en voor het eerst bezoldigd. Nu moet hij weg, omdat hij 65 geworden is. Zijn levensspreuk luidt: een mens moet werken en actief zijn. Hij kan luiheid niet uitstaan. Wat gaat U doen, als U in Luxem burg terug bent? Wel, ik ga op mijn landgoed wonen, maar dat is maar 100 ha. groot, daar kan ik mijn leven niet mee vullen, zeSt hij, ik moet méér doen. Mis schien in de politiek en misschien schrijven. Ik schrijf graag en gemak kelijk. Welke steden in Nederland vond U nu het mooist. En tot mijn verbazing krijg ik niet te horen Amsterdam, Groningen of Maastricht, maar.Emmen. U moet mij goed begrijpen, zegt hij, ik zeg niet, dat ik Emmen inderdaad de mooiste stad van Nederland vind maar ik ben gegrepen door Emmen, omdat dit het prototype is van Ne derland. Emmen is gebouwd op 100 pet armoede. Dat is een wonder. Em- men is een bezienswaardigheid van de eerste rang. Het is de activiteit, die het daar gewonnen heeft van de ar moede. Intussen komt er een telefoontje voor de gezant. Als hij uitgesproken is, zegt hij: dat is nou Luxemburgs. Welnee, zeg ik, dat is Mastreechs. Dat is hetzelfde, zegt de heer Collart. Het lijkt er precies op. u verstaat geen Mastreechs, ik wel. Maas»richt is ongeveer vier uur met de trein van Luxemburg, dat is dichter bij dan Den Haag. In Assen zegt hij, werd ik eens fees telijk ontvangen. Er was voor het stad huis een rode loper uitgelegd. Maar men had daar dan ook een bur'gemes- ter gehad, die Collart heette en daar zal het wel aan gelegen hebben, dat feestvertoon En wat denkt U van de Benelux, Excellentie? De Benelux werkt, maar men moet niet direct 100 pet verlangen. In Hol land wil men alles voor de volle 100 pet perfect hebben. Beter Is het de zaak te laten groeien. Doorwerken en actief zijn. Dan vertelt hij nog wat van zijn le ven. Op 9 Mei 1940 was ik in Nederland, toen de oorlog uitbrak. Ais vertegen woordiger van mijn kleine land logeer de ik altijd in Hotel des Indes. Ik kwam telkens voor een week naar Nederland om de zaken te regelen, dus ik had op die negende Mei dan ook niet meer dan voor acht dagen geld bij mij. Toen naar Brussel en Frankrijk en daarna, na de wapensilstand terug naar Luxemburg. Bü een razzia werd ik gearresteerd en kwam ik in een concentratiekamp terecht, waaruit ik na korte tijd werd ontslagen, omdat men mij niets ten laste kon leggen Maar kort daarna werd ik met miin vrouw en dochter gedeporteerd en ge bracht naar Leubus aan de Oder, waar wij werden ondergebracht met een aan tal Slovenen in een oud klooster. Twee jaar en acht maaanden moesten wij daar verblijven. Mijn gehele ver mogen, alle roerende en onroerende goederen werden door de Duitsers ge- "onfiskeerd. Einde April 1945 kwam ik in Luxemburg terug. Daarna is de heer Collart eind 1945 als gezant van zijn land weer in Ne derland gekomen. En nu moet ik naar de Koningin, anderbreekt hij het gesprek. Ik keek ap mijn horloge en zag. dat het 11.05 lur was. Om kwart over elf moest hij vegrijden, want alles was op de minuut af „gepland". Hij had net nog tien -ninuten om zich verder te kleden. Ik bleef buiten even wachten. Precies 10 •ninuten later kwam hij met zijn vrouw ?n dochter naar buiten. De motoren knalden en voorafgegaan en gevolgd door de Koninklijke Marechaussee ver trok hij naar Soestdijk voor een lunch met de Koningin. Actief als altiid En verheugd, dat hem een eer te beurt viel, die in het protocol alleen ambassadeurs is beschoren. F.S. sing te hebben gevonden. De ideeën deed men in Schotland en in Ierland op. Men heeft plannen uitgewerkt voor een vis- elevator en een „montée-goot" en bij wijze van proef de zalmtrap van de stuw bij Lith, de eerste barrière dus voor de uit zee komende vis, volledig omge bouwd. EN vis-elevator, geen „vis-lift' want de vis wordt niet van het ene rivierpand in het andere „gehesen" maar geschut. Die vis-elevator zal dan vooral zijn nut moeten bewijzen in de tijd van de vistrek, die vooral in Mei valt. Men hoopt op deze wijze voorlopig het eerste pand in de Maas, van Lith tot aan de stuw bij Grave, weer te kunnen be volken. Slagen de proeven bij Lith, dan zal men daarna verder gaan bij de vijf andere stuwen, tot Borgharen toe Bo vendien zal men dan bij de Rijn-kanali satie van deze vinding gebruik maken. Eerst over twee jaar zal men de vol ledige resultaten kennen. Voorlopig blijft men nauwkeurig observeren. Nu is dat laatste erg moeilijk, de vis zwemt nog altijd onder water en meldt zich bij het passeren van de vis-sluis niet bij de sluiswachter. Evenmin re gistreert een vis-verkeersdrempel hun voorbijtrekken. Ook daar heeft men wat op gevon den. In de betonnen wanden, die de vis- elevator afsluiten, heeft men op twee plaatsen onder waterpeil grote vensters gemaakt. Achter de plastic-ruiten bij zonder dik om de druk van het water te kunnen weetstaan kan men rustig en droog de vis de sluis zien binnen zwemmen of verlaten. En zo zjjn wjj dan gisteren langs ijze ren ladders „onder water" gedaald om de vis-elevator in de praktijk te zien werken. Veel geluk hadden we niet, de grote trek was voorbij. Het bleef beperkt tot enkele kleine baarsjes en een ver dwaalde dikke paling, die de zaak kenne lijk niet vertrouwde en aarzelend „op stroom bleef liggen" voor het kozijn, van waarachter wij een onbescheiden blik „binnenkamers" in de Maas sloegen. IJ DE BOUW van de vis-elevator was men beperkt in de mogelijkheden, doordat men de breedte van de oude zalmtrap moest aanhouden. Deze drie meter brede ruimte is nu in tweeën ge splist. Links is de montée-goot gebouwd. Het principe daarvan is eigenlijk een voudig. De glasaaltjes zwemmen vlak langs de oevers van de rivier en wor den achter schotten opgevangen in een kleine ruimte Schuin omhoog tot bijna onder het peil van de waterstand van het hoger gelegen rivierpand loopt een ondiepe goot. Boven afgesloten met een schuif, waardoor men het omlaag stro mende water kan regelen en kan beper ken tot een zeer zwak stroompje. Dit dient als richtingwijzer. Zonder „lok- stroom" is de glasaal gedesoriënteerd en zou zijn pogingen om rivieropwaarts te komen staken. De goot zelf is volge- legd met rijshout. Door het hout heen, tegen het kabbelende water op, kan de jonge aal zien gemakkelijk omhoog wer ken om dan te komen in een bak van waar verticaal omhoog een veertig cen timeter met stro gevulde hoge koker, loopt. Door dit stro klimt letterlijk de glasaal de laatste decimeters recht om hoog om het vr'gende rivierpand te be reiken. De totale klim (goot plus stro- pijp) duurt ongeveer tien minuten. In de eerste dagen zijn reeds duizenden en dui zenden jonge aaltjes „doorgekomen". En het staat wel vast, dat de „montée- goot" een succes zal worden. Ingewikkelder is de constructie van de elevator voor de schubvis. Ook deze wordt opgevangen met een lok-stroom, die echter veel sterker is. De vissen komen in een afgesloten ruimte, waarin een sterke stroming ig. Achter hen valt dan een schuif omlaag, snel als een val bijl om te voorkomen, dat de door de ge wijzigde stroming verontruste vis zal te- rugzwemmen. In de „wachtkamer" be gint het water vervolgens snel te stij gen. Met een betonnen drempel en een riolen-systeem houdt men er steeds de nodige lokstroom in. Bereikt het water de hoogste stand, dan wordt de „sluis deur" aan de andere kant opengedraaid en de vis kan vrij weg zwemmen. Hij is „geschut' Men heeft achter de kozijnen kunnen constateren, dat de vis inder daad van de elevator gebruik maakt. Doch men zal voorlopig tot Mei moeten wachten om een definitief oordeel te kunnen vellen. Doch de sluiswachter, die nu behalve schepen ook vissen be dient, verzekerde ons, dat ze er dan met hele scholen tegelijk gebruik van zullen maken. NKELE UREN VOORDAT Manguin de collecties opende toonden de Parijse kappers de creaties, die zij voor de komen de winter ontwierpen en die een einde moeten maken aan de Audrey Hepburnkapsels. Zij noe men hun nieuwe lijn „harlekijn- lijn". Hiervoor moeten de haren duchtig aangroeien. Uitgedund be hoeven zij ook niet meer, w„nt deze winter is een overvloedige haardos nodig, wil men zich naar de mode kappen. Opzij is een scheiding gelegd, golft het haar hoog op. De zijkanten zijn breed uit de hoogte opgekamd, wat eigenlijk een geciviliseerd polichi nel hoofd geeft. Het achterhaar is ook veel langer en wordt ook ge golfd naar boven gekapt. De streepjes op gebleekt haar zijn de mode uit. Nu worden zij eerst gebleekt en daarna geverfd, wat eigenlijk alleen maar gecompli ceerder maakt. Maar dit neemt niet weg, dat de kapsels oneindig veel vrouwelijker zijn dan die, welke wij de laatste jaren zagen. Ook de mannequins bij Manguin hebben langer haar, dat goed staat bij de cloches met hoge bol, die zij meestal dragen. Deze hoedjes wor den afgewisseld met lage bol hoedjes, zoals de amazones vroe ger droegen. De hele collectie is trouwens geïnspireerd op een tijd, toen de vrouwen sportief konden zijn zon der haar vrouwelijkheid te ver liezen, een tijd, die Manet op menig schilderij vereeuwigde. Mantels en tailleurs zijn van een sobere eenvoud, zonder al te grote strengheid. De eerste tussen recht en wijd in en bij de tweede vallen de manteltjes nauwsluitend om het middel. Zij hebben een hoog om geslagen fluwelen kraagje en lan- gervallende schootjes Deze bas ques maken het effect niet rondom van dezelfde lengte, omdat zij soms naar de buitenkant omge slagen worden. In de bijpassende rokken heerst een grote ver scheidenheid. Sommige zijn beslist nauw, andere vallen een weinig klokkend uit, terwijl bij sommige mantelpakken een zeer ruim aan gezette rok onder het jasje uit komt. Er zijn veel midi-minuit tailleurs; de japonnen zijn dan altijd ge garneerd met incrustaties in pun ten van hetzelfde goed, maar in andere vleug genomen. Doordat zij veel minder gedecolleteerd zijn, kan men ze gemakkelijk dragen. De rokken bij M .nguin vallen MADAME MANGUIN beslist iets langer, dan wij de laat ste jaren gewend zijn. Voor wat het kleurengamma betreft denkt men aan de tinten, die Degas heeft aangewend in zijn „sous-bois", de beroemde schilderijen, die onder een maar even doorlichte hospartij aan alle kleuren iets zijde-achtigs geven. Madame Manguin noemde ze: bois d'amourette: een beige met rose gloed, die bepoederd lijkt met grijs; bois de violette: weerschijn van blauwe bosbessen; bois vert: de blauwgroene weerschijn van de vijvers, ebbenhout en het blank van het witte hout. i van (Van onze correspondent). Toen de ruim 80-jarige opa Frits it«n *Tens 'n het Limburgse dorpje Meterik er achter kwam, dat hü bij het aantrekken van zijn jas, zijn portefeuille met 450 op de grond moest hebben laten vallen, was het al te laat. Zijn 3-jarige klein zoon Frits had zich reeds over het vreemde speelgoed met de gekleur de papiertjes ontfermd en kwistig het geld laten rollen. Op aanwij zing van de jeugdige geldverkwis ter heeft men later nog een tientje teruggevonden in de gierkelder, een tientje in de waterput en een briefje van twintig onder een ker seboom. Ook vond men nog een deel van het geld terug In de por tefeuille, maar meer dan de helft van de 450 schijnt de kleine Frits in het brandende fornuis te hebben gestopt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 3