ONDERZOEK OP DE BODEM VAN ..MARE NOSTRUM MENSENHARTEN IN EEN VERSCHEURDE WERELD Een kardinaal-kerkenbouwer DE BUIT VAN DE EXPEDITIES Fascinerende tijdroman van Louis de Bourbon In het rode Bologna wordt hij door de Marxisten geïmiteerd Nieuwe middelen voor het afdalen in de zee Observator Dichterlijk en actueel Puck" in het nieuwe seizoen ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1955 PAGINA 3 De mensen bestijgen de hoogste bergen. Ze gaan de wereldruimte verkennen, dalen in diepe spelonken af. En nog is hun nieuwsgierigheid niet bevredigd. Ze hebben de ingewanden dei- aarde doorwoeld en baar tot in de uiterste hoeken doorzocht. Thans staan ze voor de poorten van weer een andere wereld, die van de diepten der zee. Sinds geruime tijd weet men, dat zich op de bodem der oceanen hoge gebergten uitstrekken, waarvan hier en daar de toppen hoven de opper vlakte der zee uitkomen: eilanden, die de plaats aanduiden, waar eens een werelddeel verzonk. Men heeft de loop van grote rivieren in de oceaanbodem kunnen volgen en terecht is de ver onderstelling geuit, dat op diepten van wellicht ettelijke kilometers verzonken steden zullen kunnen worden gevonden. Het is bekend genoeg, dat de legende van het ten onder gegane Atlantis door vele geleerden beschouwd wordt als op historische gebeurtenissen te berusten. Allerlei vondsten duiden er telkens sterker op, dat Afrika en Amerika eens met elkander verbonden moeten zijn geweest. Batiscaaf, mesoscaaf en onderwaterfotografie Grote mogelijkheden Dat er grote mogelijkheden zijn, Is wel bewezen door de vondst bg Tunis ge daan. Alvorens hierover nader uit te weiden, stippen we nog aan, dat ook de Golf van Napels een schepenkerk hof moet herbergen. Daar was in de Oudheid het huidige Pozzuoli een grote zeehaven, terwijl ook de haven van Pompei zich in een druk scheepvaart verkeer kon verheugen en de haven van Cuma een oorlogshaven was. Langs het schiereiland Baia moet op de bodem van de zee volgens Prof. Maiuri, de bekende Italiaanse archeoloog, een rijk „onderzees museum" liggen. Hjj werkt momenteel samen met de onderzese on derzoeker Bucher een plan uit, om dit museum eens nader te gaan bekijken. De haven van Miseno in Zuid Italië was in de Oudheid één groot reparatie bedrijf, waar schepen uit alle landen langs de Middellandse Zee gerepareerd werden. Niet ver er vandaan strekt zich de z.g. Mare Morte uit, de dode zee. Daar werden de schepen in de winter opgelegd, wanneer de antieke zeevaarders niet durf den te varen, vanwege de onverwacht op stekende stormen. Ook de Romeinse vloot heeft er vaak voor anker gelegen en men veronderstelt, dat daar heel wat over boord gevallen of geworpen is. Enkele malen is er een vloot door een storm overvallen. Ten tijde van Nero verdween er een groot deel van de Romeinse vloot tijdens een orkaan in de baren.. De vondst hij Tunis Andere vondsten Een Romeinse galei aan de voet van de Faraglioni-rots hij Capri. Zal op de bodem van de zee het wrak van een dergelijk antiek zeeschip gevonden worden? (Naar een tekening, voorstellend de villa van keizer Augustus op het eiland Capri). Een duiker duikt op uit de zee. Hij heeft naar oude wrakken gezocht en naar getuigenissen van een beschaving, die tweeduizend jaar geleden bloeide...-. (Uit Hans Hass: ,,Manta", diepzeeduiken in de Rode Zee., Uitgeverij en Drukkerij Hollandia, Baarn Druk scheepvaartverkeer in Middellandse Zee Het geheim der Etrusken De Phoeniciërs bevoeren duizenden jaren geleden met dergelijke scheepjes de Middellandse Zee. Zal daar op de bodem eens ook het wrak van een product van de scheepsbouw dezer beroemde zeevaar ders ontdekt worden? Onverwoestbaar geloof Maar ziet, deze fraaie passages scha den de eenheid en de sfeer van het boek niet. Zjj versterken die eerder in deze zin, dat zjj de getuigenissen zijn van het onverwoestbaar geloof van de dichter in het leven. In de poel van verwarring en mensenleed, die De Bourbon ons beschrijft, klinken zij als de stem van hoop en geloof. Zjj zijn „de rustige zekerheid" in deze tjjd van onzekerheid. Ook in deze barre tijd bloeit de liefde van mens tot mens en breekt telkens weer de schoonheid van de natuur open. Telkens weer overwint het leven, ook op de puinen. En dat is juist in „Het andere lied" zo overtui gend tot uitdrukking gebracht. Zo begint hoofdstuk dertien van het Tweede Deel met deze passage: „Oorlog of vrede, het leven gaat voort. Ouden ster ven, kinderen worden geboren. De vruch ten van het veld rijpen onder de stralen der zon, de nacht beschermt de dieven en de rovers onder mensen en dieren. Het water, helder of troebel, vindt zijn weg door kabbelende beekjes of bruisen de rivieren. En daar ligt de zee, onaf zienbaar, eindeloos, en ontvangt haar voedsel uit die talloze stromen. Zij heeft haar eb en haar vloed. De mens staat aan de oever van die zee en zijn ziel ver diept zich in de oneindigheid van dat wa ter en in de oneindigheid van de azuren ruimte daarboven. Wie meet de toevloed, waaruit de zee haar aardseeuwig bestaan put?" Méér dan décor Men merkt het reeds aan de nationa LOUIS DE BOURBON eeuwig menselijk heimwee-...." De nieuwe middelen voor het afdalen in de zee en het verkennen van de bodem er van zijn niet alleen de batiscaaf en de mesoscaaf, maar tevens de onderwater fotografie en de mogelijkheid, ook onder water films te maken. De fotografische lens ontdekt bijzonderheden en merkteke nen, welke het menselijk, achter bescher mend glas verscholen oog ontgaan en legt ze op de gevoelige plaat vast. Men be schikt bovendien over electronische ca mera's. Deze hebben het voordeel, dat ze niet, zoals de mens, het water in be roering brengen en het hierdoor minder doorzichtig of zelfs troebel maken. Dank zij de electronische camera's heeft men een waar schepenkerkhof ont dekt, dat zich uitstrekt van de kust van Ligurië ofwel de Italiaanse Riviera tot die van de Provence, ofwel de Franse Riviera. Door de Groupe d'Etudes et Re cherche sous marines de groep tot be studering en het onderzoeken van de, wat wij zouden noemen onderzee, heeft hier belangrijk pionierswerk verricht. Ze heeft een ware onderzeese archeologie ingezet en bij verdere onderzoekingen is komen vast te staan, dat ook langs de kust van Spanje vele schepen op de zeebodem lig gen. Heel wat er van vervoerden wijn in grote amphoren. Er moet reeds lang vóór onze jaartelling rond de Middellandse Zee een uitgebreide wijnhandel gebloeid hebben, waarin het transport ter zee een grote rol speelde. Wat de vondst bij Tunis betreft, ter hoogte van het haventje Madinia werd daar door een toeval het wrak ontdekt van een Romeins schip uit de eerste eeuw vóór Christus. Dit gebeurde in 1908 en tot 1930 toe heeft een zestal expedities het wrak doorzocht. Merkwaardig was wel, dat de onderzoekingen, door dui kers op een diepte van veertig meter ver richt, een groot aantal bronzen kande laars, Jonische kapitelen ter bekroning van kolommen, bronzen vazen en bekers opleverden, die stuk voor stuk uit de mod derige bodem en de resten van het hou ten wrak werden opgehaald. Er konden in het Alaoui Museum te Tunis vijf za len mee ingericht worden. Deze vondst heeft aanleiding gegeven tot het opwerpen van de vraag, of de Romeinen misschien in Griekenland tempels hebben afgebroken en de stuk ken naar Noord Afrika hebben willen vervoeren, precies zoals in onze tijden een schatrijke kunstverzamelaar als de krantenkoning Hearst een heel Norman- disch kasteel opkocht, het netjes liet afbreken en steen voor steen in grote kisten liet inpakken en naar de Ver enigde Staten deed transporteren! In 1948 heeft Henry Broussard van de Club Alpin sous marin te Cannes, in de baai van Anthéor aan de Franse Riviera niet ver van de kust op de bo dem van de zee het wrak van een Ro meins schip ontdekt, dat een vracht ver voerd had van enkele duizenden ampho ren wijnen, grote, stenen kruiken. Onge veer zevenhonderd hiervan konden onge schonden naar de oppervlakte worden ge bracht. Ze waren nog verzegeld, maar in de loop der eeuwen het schip moet on geveer honderd jaar voor onze jaartelling gezonken zijn is de inhoud vervluch tigd. In sommige bevond zich nog een bleekrode vloeistof, overschot van 'n wijn, die twee duizend jaar geleden uit drui ven geperst werd. In 1950 vonden de duikers van het be kende Italiaanse duikerschip „Artiglio II'' in de haven van Albenga aan de Italiaan se Riviera enkele resten van een Ro meins vrachtschip, dat in totaal 3000 amphoren wijn aan boord moet hebben gehad. Ze waren in staat, een groot aan tal amphoren omhoog te halen, alsmede een hoeveelheid vaatwerk. Op de ampho ren stond het wapen van een oude Ro meinse familie uit de Campania (de pro vincie van Napels) welk merk men ook gevonden heeft op amphoren, die in het verwoeste Pompei' uit de lava te voor schijn werden gehaald. Deze familie was blijkbaar leverancierster van wijnen. Wanneer het mogelijk zal zjjn, andere wrakken nauwkeurig te bestuderen, zal men zich eerlang wellicht een goed denk beeld kunnen vormen van de scheeps bouw, zoals deze door de Romeinen be oefend werd. Het mag gerust worden verondersteld, dat er ook wel eens het wrak van een Romeins oorlogsschip zal worden gevonden. Dit zal voor de kennis van de antieke oorlogvoering ter zee van groot belang zjjn en de kans is voorts niet uitgesloten, dat er zelfs wrakken van van Griekse en Phoenisische schepen zul len worden ontdekt. Natuurlijk zal men eens naar deze verzonken gewesten gaan zoeken. Doch, al zijn koene onderzoekers in het zog van een prof. Picard tot bijna vijfduizend meter diepte in de zee afgedaald, zó ver is men nog niet. Er zullen voorlopig nog geen waaghalzerige expedities in de donkere krochten van de oceaanbodem worden ondernomen, waarin men het bestaan ver moedt van reusachtige diersoorten, zij het van een primitieve soort, die er sinds prehistorische tijdentoen op onze aardbol enorme dieren als mammoethen en dinosaurussen leefden, een toevlucht hebben gevonden en tot op onze tijd zijn blijven voortbestaan. Er zijn uit de diepte reeds vervissen opgehaald, waarvan tot dusver slechts exemplaren in gesteente, als fossielen, werden gevonden. Neen, dergelijke expedities zullen nog niet plaats vinden. Men beschikt nog niet over voldoende, betrouwbaar en handel baar materiaal. Een ontmoeting met het oergedierte zou wellicht lelijk aflopen voor de koene duiker en onderwater- zwemmer, die van een soort moederschip uit een onderaards gebergte zou gaan verkennen Er vinden echter reeds sinds geruime tijd andere expedities plaats, welke een onbekend gebied doorzoeken. Sportlieden met wetenschappelijke aspiraties hebben zich aan de taak gezet, om op de bodem van de zee bij de kusten te zoeken naar de overblijfselen van duizendjarige be schavingen, aan de onze voorafgegaan. Het spreekt vanzelf, dat hiertoe de Mid dellandse zee het aangewezen gebied is. Sinds mensenheugenis halen vissers daar in hun netten telkens weer frag menten van beeldhouwwerken op, bron zen vazen, gouden en zilveren voorwerpen etc. Langs de kust is hier en daar een in de zee verzonken villa gevonden en op sommige plaatsen werd een tamelijk in tact wrak ontdekt. Deze vondsten zullen op den duur evenwel in te niet verzinken bij hetgeen een systematisch onderzoek van de kusten der landen rond de Oude Wereldzee zullen opleveren. Duizenden jaren achtereen heeft er over de „Mare Nostrum", onze zee, zo als de oude Romeinen haar noemden, een druk scheepvaartverkeer in alle rich tingen plaats gevonden. Menigmaal, ja honderden malen, moet er een schip ver gaan en naar de bodem gezonken zijn, met een min of meer kostbare lading. Duizenden jaren heeft de zee deze wrak ken in haar schoot verborgen gehouden. Mogelijk zijn er heel wat volkomen door zeegewassen en schaaldieren overwoe kerd, mogelijk ging veel er van verloren. Maar het is zo goed als zeker, dat hon derden wrakken zowel langs de kusten als verderop rusten, slechts wachtend op de ondernemende onderzoeker, die de lang bewaarde geheimen er van onthul len zal Honderden schipbreuken, zeiden we. Het waren er zeer waarschijnlijk dui zenden en aldus werden in de wrakken wellicht vele dingen bewaard, die op het land door oorlog en natuurcatastrofen verloren gingen. De archeologie en de kunst zullen eerlang vermoedelijk met onvergelijkelijke schatten verrijkt wor den en het is b.v. niet eens gewaagd om te veronderstellen, dat het geheim der Etrusken tenslotte ontsluierd zal kunnen worden dank zjj vondsten in een duizenden jaren geleden vergaan schip gedaan. De Romeinen, die de Etrusken over wonnen en veel van hun beschaving over namen, hebben hun hele literatuur vernie tigd. Hun alphabet is nog steeds niet ont- cijferd kunnen worden. Zou de sleutel tot deze even onbekende als fascinerende cul tuur op de bodem van de zee liggen? Het ls een vraag, waarop de velen, die thans door de drukbezochte Haagse tentoonstel ling nader kennis maken met de cul tuur en de kunst der fameuze Etrusken, Sraag een antwoord zullen krijgen. Ook de geleerde en de kunstwereld zullen er dankbaar voor zijn. Ze zullen de resultaten van de aan de Song zijnde onderzoekingen moeten af wachten. Of die onmiddellijk opzienba rende resultaten zullen opleveren, valt "aoeilijk te voorspellen. Toch, de vond sten, tot dusver met veel bescheidener middelen en uitrustingen gedaan dan thans de onderzoekers van de diepten der zee ter beschikking staan, wettigen de ver wachting, dat men binnen niet al te lange tijd interessante ontdekkingen zal doen. Cods wegen zijn wonderbaar. Mensen, die gescheiden zijn door duizenden en duizenden kilometers, door ras en stand en levensbeschouwing, kruisen rlkaars pad en gaan in elkanders leven een rol spelen. Het zijn mensen harten, die elkaar vinden in een verscheurde wereld. Over vier van zulke mensen heeft Louis de Bourbon een tijdsroman geschreven, die zowel boeit als tot nadenken stemt. Het toeval schijnt in het leven van deze mensen twee mannen en twee vrouwen een wat erg grote rol te spelen en twee gelukkige huwelijken aan het einde lijkt wel een beetje al te romantisch. Maar dit hebben wij in de laatste vijftien jaar heel overtuigend geleerd: dat de werkelijkheid dikwijls moeilijker Ie geloven is dan de grilligste verbeelding. Daarom is de fantasie, die Louis de Bourbon voor ons oproept, heel wat werkelijker dan men wel denkt. Louis de Bourbon is een dichterlijk dromer en tegelijkertijd een man, die met twee benen stevig op de grond staat. Hij kan in jubel geraken over de liefde en de natuur maar ook kan hij nuch- Bologna s strijdbae kardinaal Lercaro, die de twijfelachtige eer geniet en de tegelijkertijd zware taak heeft toebedeeld gekregen, zijn herderlijke ambt in het grootste communistische bolwerk van Italië: de stad Bologna en omgeving uit te oefenen, heeft onlangs een voorbeeld gesteld, dat door zijn felle tegenstanders, de communisten en andere marxistische elemen ten, onmiddellijk nagevolgd trerd. De kardinaal had zich reeds geruime tijd zorgen gemaakt over het feit, dat in de zich steeds uitbreidende buitenwijken van de grote industriestad geen of te wei nig kerken werden gebouwd, waardoor het onmogelijk was, een gezond en heilzaam parochieleven tot ontwikkeling te brengen en het godsdienstige leven in het alge meen te bevorderen. Als tegenwicht tegenover de luidruchti ge propaganda van de mannen van de hamer en de sikkel besloot hij onlangs tot een, nu ja we kunnen gerust zeggen, opzienbarende propagandastunt. Hij ver liet zijn paleis in een open auto. waarin, hij elf kruisen had laten plaatsen. Hier na begaf hij zich naar de buitenwijken. Daar waren van te voren, in overeen stemming met de gemeentelijke autoritei ten of de eigenaren van de bouwgrond, de plaatsen vastgesteld, waar een nieuwe kerk zal komen. De eerste keer, dat de kardinaal zijn chauffeur liet stoppen, steeg hij, het kruis op zijn schouders torsend uit en plantte het in de grond. Er neven werd daarna een paal geplaatst met een bord, waarop stond te lezen: Hier zal, met Gods hulp en die van de bewoners van Bologna een kerk verrijzen, toegewijd aan San Pio X. Op de tien volgende plaatsen, waar de auto van de kardinaal stopte, gebeurde hetzelfde, met telkens de naam van een andere patroonheilige. Er was de nodi ge bekendheid aan gegeven en overal stonden vele Katholieken opgesteld, om de kardinaal-aartsbisschop van hun stad te verwelkomen. Velen betuigden hun le vendige belangstelling voor dit initiatief en anderen storten reeds ter plaatse een vaak niet onaanzienlijke bijdrage. Kardinaal Lercaro was tot zijn bijzonde re manier om aan de weg te timmeren gekomen na de bestudering van een rap port, uitgebracht ten aanzien van de ker kelijke situatie in Bologna. Het bleek hem dat 110.000 inwoners, die binnen de oude stadsmuren woonden, over 58 kerken be schikten, terwijl aan 203.000 mensen bui ten die muren, dus wonend in de buiten wijken en de voorsteden, slechts 38 ker ken ten dienste stonden. In verschillen de buurten en wijken ontbrak voorts een kerk en de mensen dreigden er volkomen van de Kerk te vervreemden, waaraan de communistische activiteit ook niet vreemd was. Intussen, op de plaatsen, waar het kruis thans aanduidt, dat er een kerk zal ko men, welke belofte al spoedig heel wat jjveraars een hart onder de riem stak, zal nog meer verrijzen en wel een com pleet parochiecentrum, met parochiehuis sportvelden, speelgelegenheid en een zaal met toneel, alsmede scholen. Hoe de kar dinaal aan al het geld moet komen, dat hiervoor nodig is, baart hem nog grote zorgen waarvan hjj, naar hjj verklaarde, af en toe niet kan slapen. Maar kardinaal Lercaro, die de bijnaam draagt van da „Vechtende Kardinaal" alhoewel hij niet bokst, zoals Don Ca- millo, is voor geen klein geruchtje ver vaard en hij weet, hoe hij de mensen moet aanpakken. Op een Zondag daalde hij na een liefdadigheidspredikatie in de San Pe- tronio van de kansel, af, nam, zijn gouden kruis, en legde dit op de schaal, die hij in zijn hand had. Aldus het voorbeeld ge vend, ging hij de kerk rond Hij had toen en ook met zijn actie voor de nieuwe kerken groot succes, met het ge volg, dat de communisten een tegenactie begonnen. Op een ochtend ontwaakten de Bolognezen en troffen op de aanplakbor den affiches aan, waarop de communis tische partij een groots programma voor de bouw van nieuwe volkshuizen aankon digde. „Gedwongen door de aanvallen van de reactie", aldus luidde de manifesten, hebben we besloten onze organisatie te versterken en de strijd voor het volk aan te binden". Het programma omvatte voorlopig de bouw van vijf volkshuizen, waarvan er enkele vlak tegenover de plaats zouden komen, waar kardinaal Lercaro, een kerk met parochiecentrum wilde bouwen. Ook de communisten namen reeds symbolisch bezit van de grond. Natuurlijk plaatsten ze er geen hamer en sikkel, dat zou de mensen afschrikken, maar wel een groot bord en ook zij riepen de omwonenden bijeen. In zijn toespraak riep een der com munisten uit: de kardinaal hoopt op hulp van de Voorzienigheid, wij rekenen op uw daadwerkelijke steunEn vermoe delijk vooraf geïnstrueerde toehoorders boden demonstratief een enveloppe aan. De katholieken bleven intussen niet stil zitten en richten naast de kruisen borden op, waar men kon lezen: Waar Christus is, wordt de duivel uitgebannen En kardinaal Lercaro bleef in zijn re devoeringen niet achter. Hij hield en houdt niet op te betogen, van welk een grote waarde de parochie niet alleen voor het geestelijke leven der Kaholieken, is, maar tevens voor het handhaven van de per soonlijke vrijheid tegenover de dictatuur van het communisme. Kardinaal Lercaro, die verleden jaar het oude, Middeleeuwse bisschoppelijke paleis betrok, is de grote tegenstander van de communistische burgemeester Dozza. De ze regeert sinds tien jaar, van de bevrij ding af, over het rode bolwerk Bologna en doet dit niet grote handigheid. Hij slaagt er telkens in, bij de burgerlijke partijen in het gevlij te komen en wan neer een pastoor aan het gemeentebestuur om een subsidie vraagt, is hij de eerste, om die in de gemeeneraad te verdedigen. Van Amerikaanse zijde werden hem grote bedragen beschikbaar gesteld, om in Bo logna te besteden en hij zorgt er voor, dat de bevolking meent, dat het alle maal communisische zegeningen zijn, die hg over de stad uitstort. Zelf uit arme ouders geboren, weeit kar dinaal Ceroaro, wat armoede is. Hij weet echter ook, dat de opvatting als zou het communisme slechts tieren iin steden en streken, waar grote armoe heerst, in de practijk niet opgaat. Althans niet voor Bologna en omgeving. Dit gebied behoort tot de welvarendste van Italië. Zijn werk wordt daardoor dubbel moeilijk. Een ding is zeker, kardinaal Lercaro heeft zich reeds een grote populariteit in Bologna verworven en hij bestrijdt de communis ten met hun eigen middelen en op hun eigen errein. ter de harde feiten van de dag onder ogen zien en ze trachten te duiden in oorzaak en gevolg. Hij kan zingen van dankbare verrukking hij kan ook de angst en nood van deze tijd in een schrij nende verbeelding gestalte geven. Dichterlijkheid en actualiteit zijn zij dan werkelijk en beslist onverzoenlijk? Wie De Bourbons roman „Het andere lied" (Uitg. Het Thijmfonds. Den Haag) leest, zal moeten toegeven dat de schrij ver hier een soms beklemmend juist beeld van de wereld van het ogenblik heeft gegeven. Toch heeft hij ook in deze tijdsroman zijn persoonlijke, beeldenrijke stijl gehandhaafd. Hier en daar wint zelfs de dichter het even van de verteller. Hier gaan dichterlijkheid en actualiteit in ruimere zin wel bijzonder gelukkig samen. En even verder lezen we: „O eeuwigheid van leven en wereld. O, eeu wigheid van het bedrog der liefde, waar uit de mensheid voortbestaat. O, fluiste ringen van de nachtelijke wind, die de geur der bloemen verspreidt en dromen verwekt in de argeloze slapers, in wie, ongemerkt en ongewild, de bloesems ont luiken bloesems van verbeelding, bloe sems van verwachting, bloesems aan de ladder van het verlangen, van het eeuwig menselijk heimwee naar geluk geluk, liefde, bescherming". Deze zinnen komen dus voor in een tijdsroman. De gebeurtenissen in dit boek zjjn zo talrijk en zo nauw met el kaar verweven, dat zjj niet in het kort zjjn samen te vatten. De vier jonge mensen, die het voorbijgaande toed van deze wereld van haat en verdeeldheid intens beleven, maar die tenslotte het blijvende geluk van de liefde vinden, zjjn een Nederlander, dr. Herman van Veen, een Hongaarse, Ilona Howart, een Rus, Iwan Kazérin, en het Chinese meisje Ko-shu-an. Vooral de twee vrou wenfiguren heeft Louis de Bourbon bij zonder zuiver getekend. De mannen zijn rechtschapen, echter zonder vol maakt te zijn. liteiten: de schrijver heeft de actualiteit doelbewust gezocht. In deze vier lands aarden (als men Van Veen ziet als de representant van het Westen) ligt de kern van het wereldprobleem besloten. We zien het groeien, vanaf de bolsjewisti sche revolutie in Rusland tot de perio de direct na de Tweede Wereldoorlog. Het is méér dan een d?cor, deze on heilspellende achtergrond, want diep en onafwendbaar grijpt de ontwikkeling in het bestaan van iedere sterveling in en dit ervaren wij in de belevenissen der vier jonge mensen, die Louis de Bourbon ten tonele voert. Wij „beleven" deze tijd in het leven van deze vier. Inderdaad is, zoals op het stofomslag staat, deze roman „een aanklacht tegen de grootste gruwel der moderne tijden: de oorlog, geïnspireerd door haat, machtswellust, hebzucht of vals natio nalisme". Maar het boek is in de eerste plaats een getnigenis van het geloof in het le ven en in de kracht van de liefde; als zodanig is het een aanklacht tegen het uiterste van liefdeloosheid, de oorlog. De vier hoofdpersonen maken de vrese lijkste dingen mee; niets blijft hun be spaard. Maar tenslotte is alles niet tever geefs geweest, want dan klinkt in hun le ven „het andere lied", waarvan J.W.F. Werumeus Buning dichtte: Toen riep een stem mij aan en zei: dit is verleden, herinner U, gij hebt een vlucht gedaan op andere vleugelen, dit roepen is ver gaan. Ik geef in Uwen mond een ander lied, een vrede, dat gij na het eerst gezang thans lief de moogt verstaan. H.R. Zoals bekend zal de toneelgroep „Puck" het nieuwe seizoen openen met een serie voorstellingen van „Do-kter tegen wil en dank" van Molière onder gastregie van George Vitaly. Daarna zullen gespeeld worden „Dood door schuld" van Bert Kroon, „Wie is wie" van Cas Baas en voor kinderen van 612 jaar: „Pierrot" van Ben Minoli. Dit laatste stuk wordt geregisseerd door Hans Tiemejjer. Verder blijven op net repertoire „Cycloon 3 ant woordt niet", „Het wederzijds huwelijks bedrog" en „Jacht op een ponnie". Een keus zal worden gedaan uit .Ariadne' van Hella Haasse, „La dama Boba" van Lope de Vega, „Donadieu" van Fritz Hochwal- der, „Les romanesques" van Edin Ros tand, en „Uitkomst" van Herman Heyer- mans. „Stad op stelten" is het nieuwe kin derstuk van Mies Bouhuys dat eveneens op „Puck'"s repertoire voorkomt. De leiding van het gezelschap blijft in handen van Cas Baas, Egbert van Pari don en Hans Tobi. Dramaturg is Guus Verstraete.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 3