ONDERZOEK OP DE BODEM
VAN ..MARE NOSTRUM
MENSENHARTEN IN EEN
VERSCHEURDE WERELD
Een kardinaal-kerkenbouwer
DE BUIT VAN DE EXPEDITIES
Fascinerende tijdroman van Louis
de Bourbon
In het rode Bologna wordt hij door de
Marxisten geïmiteerd
Nieuwe middelen voor het afdalen in de zee
Observator
Dichterlijk en actueel
Puck" in het nieuwe
seizoen
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1955
PAGINA 3
De mensen bestijgen de hoogste bergen. Ze gaan
de wereldruimte verkennen, dalen in diepe
spelonken af. En nog is hun nieuwsgierigheid
niet bevredigd. Ze hebben de ingewanden dei-
aarde doorwoeld en baar tot in de uiterste hoeken
doorzocht. Thans staan ze voor de poorten van
weer een andere wereld, die van de diepten der
zee. Sinds geruime tijd weet men, dat zich op de
bodem der oceanen hoge gebergten uitstrekken,
waarvan hier en daar de toppen hoven de opper
vlakte der zee uitkomen: eilanden, die de plaats
aanduiden, waar eens een werelddeel verzonk.
Men heeft de loop van grote rivieren in de
oceaanbodem kunnen volgen en terecht is de ver
onderstelling geuit, dat op diepten van wellicht
ettelijke kilometers verzonken steden zullen
kunnen worden gevonden. Het is bekend genoeg,
dat de legende van het ten onder gegane Atlantis
door vele geleerden beschouwd wordt als op
historische gebeurtenissen te berusten. Allerlei
vondsten duiden er telkens sterker op, dat Afrika
en Amerika eens met elkander verbonden moeten
zijn geweest.
Batiscaaf, mesoscaaf en
onderwaterfotografie
Grote mogelijkheden
Dat er grote mogelijkheden zijn, Is wel
bewezen door de vondst bg Tunis ge
daan. Alvorens hierover nader uit te
weiden, stippen we nog aan, dat ook
de Golf van Napels een schepenkerk
hof moet herbergen. Daar was in de
Oudheid het huidige Pozzuoli een grote
zeehaven, terwijl ook de haven van
Pompei zich in een druk scheepvaart
verkeer kon verheugen en de haven
van Cuma een oorlogshaven was. Langs
het schiereiland Baia moet op de bodem
van de zee volgens Prof. Maiuri, de
bekende Italiaanse archeoloog, een rijk
„onderzees museum" liggen. Hjj werkt
momenteel samen met de onderzese on
derzoeker Bucher een plan uit, om dit
museum eens nader te gaan bekijken.
De haven van Miseno in Zuid Italië
was in de Oudheid één groot reparatie
bedrijf, waar schepen uit alle landen
langs de Middellandse Zee gerepareerd
werden. Niet ver er vandaan strekt zich
de z.g. Mare Morte uit, de dode zee. Daar
werden de schepen in de winter opgelegd,
wanneer de antieke zeevaarders niet durf
den te varen, vanwege de onverwacht op
stekende stormen. Ook de Romeinse vloot
heeft er vaak voor anker gelegen en men
veronderstelt, dat daar heel wat over
boord gevallen of geworpen is. Enkele
malen is er een vloot door een storm
overvallen. Ten tijde van Nero verdween
er een groot deel van de Romeinse vloot
tijdens een orkaan in de baren..
De vondst hij Tunis
Andere vondsten
Een Romeinse galei aan de voet van de Faraglioni-rots hij Capri. Zal
op de bodem van de zee het wrak van een dergelijk antiek zeeschip
gevonden worden? (Naar een tekening, voorstellend de villa van
keizer Augustus op het eiland Capri).
Een duiker duikt op uit de zee. Hij heeft naar oude wrakken gezocht
en naar getuigenissen van een beschaving, die tweeduizend jaar geleden
bloeide...-. (Uit Hans Hass: ,,Manta", diepzeeduiken in de Rode Zee.,
Uitgeverij en Drukkerij Hollandia, Baarn
Druk scheepvaartverkeer
in Middellandse Zee
Het geheim der Etrusken
De Phoeniciërs bevoeren duizenden jaren geleden met dergelijke
scheepjes de Middellandse Zee. Zal daar op de bodem eens ook het
wrak van een product van de scheepsbouw dezer beroemde zeevaar
ders ontdekt worden?
Onverwoestbaar geloof
Maar ziet, deze fraaie passages scha
den de eenheid en de sfeer van het
boek niet. Zjj versterken die eerder in
deze zin, dat zjj de getuigenissen zijn
van het onverwoestbaar geloof van de
dichter in het leven. In de poel van
verwarring en mensenleed, die De
Bourbon ons beschrijft, klinken zij als
de stem van hoop en geloof. Zjj zijn
„de rustige zekerheid" in deze tjjd van
onzekerheid. Ook in deze barre tijd
bloeit de liefde van mens tot mens en
breekt telkens weer de schoonheid van
de natuur open. Telkens weer overwint
het leven, ook op de puinen. En dat
is juist in „Het andere lied" zo overtui
gend tot uitdrukking gebracht.
Zo begint hoofdstuk dertien van het
Tweede Deel met deze passage: „Oorlog
of vrede, het leven gaat voort. Ouden ster
ven, kinderen worden geboren. De vruch
ten van het veld rijpen onder de stralen
der zon, de nacht beschermt de dieven
en de rovers onder mensen en dieren.
Het water, helder of troebel, vindt zijn
weg door kabbelende beekjes of bruisen
de rivieren. En daar ligt de zee, onaf
zienbaar, eindeloos, en ontvangt haar
voedsel uit die talloze stromen. Zij heeft
haar eb en haar vloed. De mens staat
aan de oever van die zee en zijn ziel ver
diept zich in de oneindigheid van dat wa
ter en in de oneindigheid van de azuren
ruimte daarboven. Wie meet de toevloed,
waaruit de zee haar aardseeuwig bestaan
put?"
Méér dan décor
Men merkt het reeds aan de nationa
LOUIS DE BOURBON
eeuwig menselijk heimwee-...."
De nieuwe middelen voor het afdalen
in de zee en het verkennen van de bodem
er van zijn niet alleen de batiscaaf en de
mesoscaaf, maar tevens de onderwater
fotografie en de mogelijkheid, ook onder
water films te maken. De fotografische
lens ontdekt bijzonderheden en merkteke
nen, welke het menselijk, achter bescher
mend glas verscholen oog ontgaan en legt
ze op de gevoelige plaat vast. Men be
schikt bovendien over electronische ca
mera's. Deze hebben het voordeel, dat
ze niet, zoals de mens, het water in be
roering brengen en het hierdoor minder
doorzichtig of zelfs troebel maken.
Dank zij de electronische camera's
heeft men een waar schepenkerkhof ont
dekt, dat zich uitstrekt van de kust van
Ligurië ofwel de Italiaanse Riviera tot
die van de Provence, ofwel de Franse
Riviera. Door de Groupe d'Etudes et Re
cherche sous marines de groep tot be
studering en het onderzoeken van de, wat
wij zouden noemen onderzee, heeft hier
belangrijk pionierswerk verricht. Ze heeft
een ware onderzeese archeologie ingezet
en bij verdere onderzoekingen is komen
vast te staan, dat ook langs de kust van
Spanje vele schepen op de zeebodem lig
gen. Heel wat er van vervoerden wijn in
grote amphoren. Er moet reeds lang vóór
onze jaartelling rond de Middellandse
Zee een uitgebreide wijnhandel gebloeid
hebben, waarin het transport ter zee een
grote rol speelde.
Wat de vondst bij Tunis betreft, ter
hoogte van het haventje Madinia werd
daar door een toeval het wrak ontdekt
van een Romeins schip uit de eerste eeuw
vóór Christus. Dit gebeurde in 1908 en
tot 1930 toe heeft een zestal expedities
het wrak doorzocht. Merkwaardig was
wel, dat de onderzoekingen, door dui
kers op een diepte van veertig meter ver
richt, een groot aantal bronzen kande
laars, Jonische kapitelen ter bekroning
van kolommen, bronzen vazen en bekers
opleverden, die stuk voor stuk uit de mod
derige bodem en de resten van het hou
ten wrak werden opgehaald. Er konden
in het Alaoui Museum te Tunis vijf za
len mee ingericht worden.
Deze vondst heeft aanleiding gegeven
tot het opwerpen van de vraag, of de
Romeinen misschien in Griekenland
tempels hebben afgebroken en de stuk
ken naar Noord Afrika hebben willen
vervoeren, precies zoals in onze tijden
een schatrijke kunstverzamelaar als de
krantenkoning Hearst een heel Norman-
disch kasteel opkocht, het netjes liet
afbreken en steen voor steen in grote
kisten liet inpakken en naar de Ver
enigde Staten deed transporteren!
In 1948 heeft Henry Broussard van de
Club Alpin sous marin te Cannes,
in de baai van Anthéor aan de Franse
Riviera niet ver van de kust op de bo
dem van de zee het wrak van een Ro
meins schip ontdekt, dat een vracht ver
voerd had van enkele duizenden ampho
ren wijnen, grote, stenen kruiken. Onge
veer zevenhonderd hiervan konden onge
schonden naar de oppervlakte worden ge
bracht. Ze waren nog verzegeld, maar in
de loop der eeuwen het schip moet on
geveer honderd jaar voor onze jaartelling
gezonken zijn is de inhoud vervluch
tigd. In sommige bevond zich nog een
bleekrode vloeistof, overschot van 'n wijn,
die twee duizend jaar geleden uit drui
ven geperst werd.
In 1950 vonden de duikers van het be
kende Italiaanse duikerschip „Artiglio II''
in de haven van Albenga aan de Italiaan
se Riviera enkele resten van een Ro
meins vrachtschip, dat in totaal 3000
amphoren wijn aan boord moet hebben
gehad. Ze waren in staat, een groot aan
tal amphoren omhoog te halen, alsmede
een hoeveelheid vaatwerk. Op de ampho
ren stond het wapen van een oude Ro
meinse familie uit de Campania (de pro
vincie van Napels) welk merk men ook
gevonden heeft op amphoren, die in het
verwoeste Pompei' uit de lava te voor
schijn werden gehaald. Deze familie was
blijkbaar leverancierster van wijnen.
Wanneer het mogelijk zal zjjn, andere
wrakken nauwkeurig te bestuderen, zal
men zich eerlang wellicht een goed denk
beeld kunnen vormen van de scheeps
bouw, zoals deze door de Romeinen be
oefend werd. Het mag gerust worden
verondersteld, dat er ook wel eens het
wrak van een Romeins oorlogsschip zal
worden gevonden. Dit zal voor de kennis
van de antieke oorlogvoering ter zee van
groot belang zjjn en de kans is voorts
niet uitgesloten, dat er zelfs wrakken van
van Griekse en Phoenisische schepen zul
len worden ontdekt.
Natuurlijk zal men eens naar deze verzonken gewesten gaan zoeken.
Doch, al zijn koene onderzoekers in het zog van een prof. Picard tot bijna
vijfduizend meter diepte in de zee afgedaald, zó ver is men nog niet. Er
zullen voorlopig nog geen waaghalzerige expedities in de donkere krochten
van de oceaanbodem worden ondernomen, waarin men het bestaan ver
moedt van reusachtige diersoorten, zij het van een primitieve soort, die er
sinds prehistorische tijdentoen op onze aardbol enorme dieren als
mammoethen en dinosaurussen leefden, een toevlucht hebben gevonden en
tot op onze tijd zijn blijven voortbestaan. Er zijn uit de diepte reeds
vervissen opgehaald, waarvan tot dusver slechts exemplaren in gesteente,
als fossielen, werden gevonden.
Neen, dergelijke expedities zullen nog
niet plaats vinden. Men beschikt nog niet
over voldoende, betrouwbaar en handel
baar materiaal. Een ontmoeting met het
oergedierte zou wellicht lelijk aflopen
voor de koene duiker en onderwater-
zwemmer, die van een soort moederschip
uit een onderaards gebergte zou gaan
verkennen
Er vinden echter reeds sinds geruime
tijd andere expedities plaats, welke een
onbekend gebied doorzoeken. Sportlieden
met wetenschappelijke aspiraties hebben
zich aan de taak gezet, om op de bodem
van de zee bij de kusten te zoeken naar
de overblijfselen van duizendjarige be
schavingen, aan de onze voorafgegaan.
Het spreekt vanzelf, dat hiertoe de Mid
dellandse zee het aangewezen gebied is.
Sinds mensenheugenis halen vissers
daar in hun netten telkens weer frag
menten van beeldhouwwerken op, bron
zen vazen, gouden en zilveren voorwerpen
etc. Langs de kust is hier en daar een
in de zee verzonken villa gevonden en op
sommige plaatsen werd een tamelijk in
tact wrak ontdekt. Deze vondsten zullen
op den duur evenwel in te niet verzinken
bij hetgeen een systematisch onderzoek
van de kusten der landen rond de Oude
Wereldzee zullen opleveren.
Duizenden jaren achtereen heeft er
over de „Mare Nostrum", onze zee, zo
als de oude Romeinen haar noemden,
een druk scheepvaartverkeer in alle rich
tingen plaats gevonden. Menigmaal, ja
honderden malen, moet er een schip ver
gaan en naar de bodem gezonken zijn,
met een min of meer kostbare lading.
Duizenden jaren heeft de zee deze wrak
ken in haar schoot verborgen gehouden.
Mogelijk zijn er heel wat volkomen door
zeegewassen en schaaldieren overwoe
kerd, mogelijk ging veel er van verloren.
Maar het is zo goed als zeker, dat hon
derden wrakken zowel langs de kusten
als verderop rusten, slechts wachtend op
de ondernemende onderzoeker, die de
lang bewaarde geheimen er van onthul
len zal
Honderden schipbreuken, zeiden we.
Het waren er zeer waarschijnlijk dui
zenden en aldus werden in de wrakken
wellicht vele dingen bewaard, die op het
land door oorlog en natuurcatastrofen
verloren gingen. De archeologie en de
kunst zullen eerlang vermoedelijk met
onvergelijkelijke schatten verrijkt wor
den en het is b.v. niet eens gewaagd
om te veronderstellen, dat het geheim
der Etrusken tenslotte ontsluierd zal
kunnen worden dank zjj vondsten in een
duizenden jaren geleden vergaan schip
gedaan.
De Romeinen, die de Etrusken over
wonnen en veel van hun beschaving over
namen, hebben hun hele literatuur vernie
tigd. Hun alphabet is nog steeds niet ont-
cijferd kunnen worden. Zou de sleutel tot
deze even onbekende als fascinerende cul
tuur op de bodem van de zee liggen? Het
ls een vraag, waarop de velen, die thans
door de drukbezochte Haagse tentoonstel
ling nader kennis maken met de cul
tuur en de kunst der fameuze Etrusken,
Sraag een antwoord zullen krijgen. Ook
de geleerde en de kunstwereld zullen er
dankbaar voor zijn.
Ze zullen de resultaten van de aan de
Song zijnde onderzoekingen moeten af
wachten. Of die onmiddellijk opzienba
rende resultaten zullen opleveren, valt
"aoeilijk te voorspellen. Toch, de vond
sten, tot dusver met veel bescheidener
middelen en uitrustingen gedaan dan
thans de onderzoekers van de diepten der
zee ter beschikking staan, wettigen de ver
wachting, dat men binnen niet al te lange
tijd interessante ontdekkingen zal doen.
Cods wegen zijn wonderbaar. Mensen, die gescheiden zijn door duizenden
en duizenden kilometers, door ras en stand en levensbeschouwing, kruisen
rlkaars pad en gaan in elkanders leven een rol spelen. Het zijn mensen
harten, die elkaar vinden in een verscheurde wereld.
Over vier van zulke mensen heeft Louis de Bourbon een tijdsroman
geschreven, die zowel boeit als tot nadenken stemt. Het toeval schijnt in
het leven van deze mensen twee mannen en twee vrouwen een wat
erg grote rol te spelen en twee gelukkige huwelijken aan het einde lijkt
wel een beetje al te romantisch. Maar dit hebben wij in de laatste vijftien
jaar heel overtuigend geleerd: dat de werkelijkheid dikwijls moeilijker
Ie geloven is dan de grilligste verbeelding. Daarom is de fantasie, die Louis
de Bourbon voor ons oproept, heel wat werkelijker dan men wel denkt.
Louis de Bourbon is een dichterlijk
dromer en tegelijkertijd een man, die
met twee benen stevig op de grond staat.
Hij kan in jubel geraken over de liefde
en de natuur maar ook kan hij nuch-
Bologna s strijdbae kardinaal Lercaro, die de twijfelachtige eer geniet
en de tegelijkertijd zware taak heeft toebedeeld gekregen, zijn herderlijke
ambt in het grootste communistische bolwerk van Italië: de stad Bologna
en omgeving uit te oefenen, heeft onlangs een voorbeeld gesteld, dat door
zijn felle tegenstanders, de communisten en andere marxistische elemen
ten, onmiddellijk nagevolgd trerd.
De kardinaal had zich reeds geruime
tijd zorgen gemaakt over het feit, dat in
de zich steeds uitbreidende buitenwijken
van de grote industriestad geen of te wei
nig kerken werden gebouwd, waardoor het
onmogelijk was, een gezond en heilzaam
parochieleven tot ontwikkeling te brengen
en het godsdienstige leven in het alge
meen te bevorderen.
Als tegenwicht tegenover de luidruchti
ge propaganda van de mannen van de
hamer en de sikkel besloot hij onlangs
tot een, nu ja we kunnen gerust zeggen,
opzienbarende propagandastunt. Hij ver
liet zijn paleis in een open auto. waarin,
hij elf kruisen had laten plaatsen. Hier
na begaf hij zich naar de buitenwijken.
Daar waren van te voren, in overeen
stemming met de gemeentelijke autoritei
ten of de eigenaren van de bouwgrond,
de plaatsen vastgesteld, waar een nieuwe
kerk zal komen.
De eerste keer, dat de kardinaal zijn
chauffeur liet stoppen, steeg hij, het kruis
op zijn schouders torsend uit en plantte
het in de grond. Er neven werd daarna
een paal geplaatst met een bord, waarop
stond te lezen: Hier zal, met Gods hulp
en die van de bewoners van Bologna een
kerk verrijzen, toegewijd aan San Pio X.
Op de tien volgende plaatsen, waar de
auto van de kardinaal stopte, gebeurde
hetzelfde, met telkens de naam van een
andere patroonheilige. Er was de nodi
ge bekendheid aan gegeven en overal
stonden vele Katholieken opgesteld, om
de kardinaal-aartsbisschop van hun stad
te verwelkomen. Velen betuigden hun le
vendige belangstelling voor dit initiatief
en anderen storten reeds ter plaatse een
vaak niet onaanzienlijke bijdrage.
Kardinaal Lercaro was tot zijn bijzonde
re manier om aan de weg te timmeren
gekomen na de bestudering van een rap
port, uitgebracht ten aanzien van de ker
kelijke situatie in Bologna. Het bleek hem
dat 110.000 inwoners, die binnen de oude
stadsmuren woonden, over 58 kerken be
schikten, terwijl aan 203.000 mensen bui
ten die muren, dus wonend in de buiten
wijken en de voorsteden, slechts 38 ker
ken ten dienste stonden. In verschillen
de buurten en wijken ontbrak voorts een
kerk en de mensen dreigden er volkomen
van de Kerk te vervreemden, waaraan
de communistische activiteit ook niet
vreemd was.
Intussen, op de plaatsen, waar het kruis
thans aanduidt, dat er een kerk zal ko
men, welke belofte al spoedig heel wat
jjveraars een hart onder de riem stak,
zal nog meer verrijzen en wel een com
pleet parochiecentrum, met parochiehuis
sportvelden, speelgelegenheid en een zaal
met toneel, alsmede scholen. Hoe de kar
dinaal aan al het geld moet komen, dat
hiervoor nodig is, baart hem nog grote
zorgen waarvan hjj, naar hjj verklaarde,
af en toe niet kan slapen.
Maar kardinaal Lercaro, die de bijnaam
draagt van da „Vechtende Kardinaal"
alhoewel hij niet bokst, zoals Don Ca-
millo, is voor geen klein geruchtje ver
vaard en hij weet, hoe hij de mensen moet
aanpakken. Op een Zondag daalde hij na
een liefdadigheidspredikatie in de San Pe-
tronio van de kansel, af, nam, zijn gouden
kruis, en legde dit op de schaal, die hij
in zijn hand had. Aldus het voorbeeld ge
vend, ging hij de kerk rond
Hij had toen en ook met zijn actie voor
de nieuwe kerken groot succes, met het ge
volg, dat de communisten een tegenactie
begonnen. Op een ochtend ontwaakten de
Bolognezen en troffen op de aanplakbor
den affiches aan, waarop de communis
tische partij een groots programma voor
de bouw van nieuwe volkshuizen aankon
digde. „Gedwongen door de aanvallen van
de reactie", aldus luidde de manifesten,
hebben we besloten onze organisatie te
versterken en de strijd voor het volk aan
te binden".
Het programma omvatte voorlopig de
bouw van vijf volkshuizen, waarvan er
enkele vlak tegenover de plaats zouden
komen, waar kardinaal Lercaro, een kerk
met parochiecentrum wilde bouwen. Ook
de communisten namen reeds symbolisch
bezit van de grond. Natuurlijk plaatsten
ze er geen hamer en sikkel, dat zou de
mensen afschrikken, maar wel een groot
bord en ook zij riepen de omwonenden
bijeen.
In zijn toespraak riep een der com
munisten uit: de kardinaal hoopt op hulp
van de Voorzienigheid, wij rekenen op uw
daadwerkelijke steunEn vermoe
delijk vooraf geïnstrueerde toehoorders
boden demonstratief een enveloppe aan.
De katholieken bleven intussen niet stil
zitten en richten naast de kruisen borden
op, waar men kon lezen: Waar Christus is,
wordt de duivel uitgebannen
En kardinaal Lercaro bleef in zijn re
devoeringen niet achter. Hij hield en houdt
niet op te betogen, van welk een grote
waarde de parochie niet alleen voor het
geestelijke leven der Kaholieken, is, maar
tevens voor het handhaven van de per
soonlijke vrijheid tegenover de dictatuur
van het communisme.
Kardinaal Lercaro, die verleden jaar het
oude, Middeleeuwse bisschoppelijke paleis
betrok, is de grote tegenstander van de
communistische burgemeester Dozza. De
ze regeert sinds tien jaar, van de bevrij
ding af, over het rode bolwerk Bologna
en doet dit niet grote handigheid. Hij
slaagt er telkens in, bij de burgerlijke
partijen in het gevlij te komen en wan
neer een pastoor aan het gemeentebestuur
om een subsidie vraagt, is hij de eerste,
om die in de gemeeneraad te verdedigen.
Van Amerikaanse zijde werden hem grote
bedragen beschikbaar gesteld, om in Bo
logna te besteden en hij zorgt er voor,
dat de bevolking meent, dat het alle
maal communisische zegeningen zijn, die
hg over de stad uitstort.
Zelf uit arme ouders geboren, weeit kar
dinaal Ceroaro, wat armoede is. Hij weet
echter ook, dat de opvatting als zou het
communisme slechts tieren iin steden en
streken, waar grote armoe heerst, in
de practijk niet opgaat. Althans niet voor
Bologna en omgeving. Dit gebied behoort
tot de welvarendste van Italië. Zijn werk
wordt daardoor dubbel moeilijk. Een ding
is zeker, kardinaal Lercaro heeft zich
reeds een grote populariteit in Bologna
verworven en hij bestrijdt de communis
ten met hun eigen middelen en op hun
eigen errein.
ter de harde feiten van de dag onder
ogen zien en ze trachten te duiden in
oorzaak en gevolg. Hij kan zingen van
dankbare verrukking hij kan ook de
angst en nood van deze tijd in een schrij
nende verbeelding gestalte geven.
Dichterlijkheid en actualiteit zijn zij
dan werkelijk en beslist onverzoenlijk?
Wie De Bourbons roman „Het andere
lied" (Uitg. Het Thijmfonds. Den Haag)
leest, zal moeten toegeven dat de schrij
ver hier een soms beklemmend juist
beeld van de wereld van het ogenblik
heeft gegeven. Toch heeft hij ook in deze
tijdsroman zijn persoonlijke, beeldenrijke
stijl gehandhaafd. Hier en daar wint zelfs
de dichter het even van de verteller.
Hier gaan dichterlijkheid en actualiteit
in ruimere zin wel bijzonder gelukkig
samen. En even verder lezen we: „O
eeuwigheid van leven en wereld. O, eeu
wigheid van het bedrog der liefde, waar
uit de mensheid voortbestaat. O, fluiste
ringen van de nachtelijke wind, die de
geur der bloemen verspreidt en dromen
verwekt in de argeloze slapers, in wie,
ongemerkt en ongewild, de bloesems ont
luiken bloesems van verbeelding, bloe
sems van verwachting, bloesems aan de
ladder van het verlangen, van het eeuwig
menselijk heimwee naar geluk geluk,
liefde, bescherming".
Deze zinnen komen dus voor in een
tijdsroman. De gebeurtenissen in dit
boek zjjn zo talrijk en zo nauw met el
kaar verweven, dat zjj niet in het kort
zjjn samen te vatten. De vier jonge
mensen, die het voorbijgaande toed van
deze wereld van haat en verdeeldheid
intens beleven, maar die tenslotte het
blijvende geluk van de liefde vinden,
zjjn een Nederlander, dr. Herman van
Veen, een Hongaarse, Ilona Howart,
een Rus, Iwan Kazérin, en het Chinese
meisje Ko-shu-an. Vooral de twee vrou
wenfiguren heeft Louis de Bourbon bij
zonder zuiver getekend. De mannen
zijn rechtschapen, echter zonder vol
maakt te zijn.
liteiten: de schrijver heeft de actualiteit
doelbewust gezocht. In deze vier lands
aarden (als men Van Veen ziet als de
representant van het Westen) ligt de
kern van het wereldprobleem besloten.
We zien het groeien, vanaf de bolsjewisti
sche revolutie in Rusland tot de perio
de direct na de Tweede Wereldoorlog.
Het is méér dan een d?cor, deze on
heilspellende achtergrond, want diep en
onafwendbaar grijpt de ontwikkeling in
het bestaan van iedere sterveling in en
dit ervaren wij in de belevenissen der
vier jonge mensen, die Louis de Bourbon
ten tonele voert. Wij „beleven" deze tijd
in het leven van deze vier.
Inderdaad is, zoals op het stofomslag
staat, deze roman „een aanklacht tegen
de grootste gruwel der moderne tijden:
de oorlog, geïnspireerd door haat,
machtswellust, hebzucht of vals natio
nalisme".
Maar het boek is in de eerste plaats
een getnigenis van het geloof in het le
ven en in de kracht van de liefde; als
zodanig is het een aanklacht tegen het
uiterste van liefdeloosheid, de oorlog.
De vier hoofdpersonen maken de vrese
lijkste dingen mee; niets blijft hun be
spaard. Maar tenslotte is alles niet tever
geefs geweest, want dan klinkt in hun le
ven „het andere lied", waarvan J.W.F.
Werumeus Buning dichtte:
Toen riep een stem mij aan en zei: dit
is verleden,
herinner U, gij hebt een vlucht gedaan
op andere vleugelen, dit roepen is ver
gaan.
Ik geef in Uwen mond een ander lied,
een vrede,
dat gij na het eerst gezang thans lief
de moogt verstaan.
H.R.
Zoals bekend zal de toneelgroep „Puck"
het nieuwe seizoen openen met een serie
voorstellingen van „Do-kter tegen wil en
dank" van Molière onder gastregie van
George Vitaly. Daarna zullen gespeeld
worden „Dood door schuld" van Bert
Kroon, „Wie is wie" van Cas Baas en
voor kinderen van 612 jaar: „Pierrot"
van Ben Minoli. Dit laatste stuk wordt
geregisseerd door Hans Tiemejjer. Verder
blijven op net repertoire „Cycloon 3 ant
woordt niet", „Het wederzijds huwelijks
bedrog" en „Jacht op een ponnie". Een
keus zal worden gedaan uit .Ariadne' van
Hella Haasse, „La dama Boba" van Lope
de Vega, „Donadieu" van Fritz Hochwal-
der, „Les romanesques" van Edin Ros
tand, en „Uitkomst" van Herman Heyer-
mans. „Stad op stelten" is het nieuwe kin
derstuk van Mies Bouhuys dat eveneens
op „Puck'"s repertoire voorkomt.
De leiding van het gezelschap blijft in
handen van Cas Baas, Egbert van Pari
don en Hans Tobi. Dramaturg is Guus
Verstraete.