witte doek
LECTUUR voor de menigte
lm de oprici'eHy.
P de PLANKEN
bij
mi
I
m
Romantiek verdient meer
belangstelling
Tentoonstelling
Pieter Scheen
IMP
behoeft geen prul-lectuur te zijn
Zijne Majesteit Gustave Kraus
:Wt (k NACHT WAKBK
SATERDAG 20 AUGUSTUS 1935
PAGINA S
Filmkaderscholen in Nederland Na Den Haag ook Sittard
Filmen op Curagao Kleurenjournaal van koninklijk bezoek
Hoogconjunctuur in Oostenrijkse filmindustrie Tien films
tegelijk op stapel Geen film zonder grazende herten of kwette
rende vogels Sovjets gaven Rosenhügelstudio terug James
Stewart onderscheiden Verantwoordelijkheid van de bioscoop
exploitant Kwets de bezoekers niet Buitenland wordt belang
rijk voor Amerikaanse film Meer geld dan op de thuismarkt
Robert Darène filmt „Gubbiah" Paulette Goddard weer in een
Chaplin-film? Kleurenfilm over Rembrandt en zijn werk
NEDERLANDER SCHILDERT
CHURCHILL
Litterair spoelwater
T riomfreeks
MA.&É
rikaanse Westen, uit de jaren kort na avontuur, tegenslag, lijden en voor-
Hans van Bergen
WERELDNIEUWS
tijdens de Conventie, die de Vereniging
Rosalind Russell speelt een hoofdrol
in „The Girl Rush", een musical in
Vista Vision van Paramount.
De Film kaderschool van de Katholieke
Film-Actie (K.F.A.) en het Katholiek
Filmcentrum voor de Jeugd (K.F.J.) in
Den Haag gaat baar derde cursusjaar in.
De cursus bestaat wederom uit een der
tigtal geïllustreerde lessen éénmaal
per week een les waarin vooral de
filmhistorie, de filmaesthetiek, morele en
sociale problemen, alsmede de theorie
en de praktijk van de filmvorming door
deskundige docenten worden behandeld.
De deelnemers worden tevens in de ge
legenheid gesteld, de cursus met een exa
men te besluiten.
Eventuele gegadigden kunnen zich, liefst
voor 1 September a.s., opgeven bij de
directie van de Kaderschool, Dedelstraat
14 in Den Haag.
Verleden jaar werd de cursus besloten
met een mondeling en schriftelijk exa
men, waaraan door een twintigtal cursus
ten werd deelgenomen en waarvan de re
sultaten bij de opening van het derde cur
susjaar officieel zullen worden bekend ge
maakt.
In October wordt in Sittard een tweede
kaderschool geopend, eveneens met een
jaarcursus, terwijl een derde Kaderschool
voor het Zuidwesten van het land in ge
vorderde staat van voorbereiding is.
Het Bestuurscollege van Curasao heeft
aan een plaatselijke filmmaatschappij, de
Curafilm, een officiële opdracht ver
strekt voor het vervaardigen van een
filmjournaal, in kleuren, over het ko
mende bezoek van het Koninklijke Paar.
De opnamen zullen worden gemaakt door
de cineast Frank Ohumaeeiro. De omroe
per Jan Doedel zal de muziek en de tekst
verzorgen.
Schreven we verleden week over de
moeilijkheden van de Duitse filmindustrie
in Oostenrijk heerst er sinds de oorlog een
ongekende hoogconjunctuur in de film-
branche, al wil dat nog lang niet zeggen
dat alle Oostenrijkse producten op hoog
of zelfs maar gemiddeld internationaal
niveau zouden staan. Rekent men de twee
films, die in de door de Sovjet be
heerde Rosenhügel-studio ,op de vloer"
zijn mee, dan zijn op het ogenblik tien
films tegelijk in productie. De overbelas
ting van de studio's brengt talrijke moei
lijkheden mee. Er heerst gebrek aan film
camera's en belichtingsapparatuur en de
requisieten van Wien-Film-Fundus rei «en
onophoudelijk heel Oostenrijk rond. Van
daag bevinden ze zich in ïschl, mor
gen in het Dachsteingebied en een dag
later in het Burgenland. De daarmee ge
paard gaande technische moeilijkheden
vergen heel wat van de zenuwen der
filmproducenten.
Een bewoner van Wenen, die met va-
cantie gaat, ontmoet overal filmmensen,
want buitenopnamen zijn na het succes
van de film „Forsters vom Silberwald"
de grote mode geworden In de Oostenrijk
se filmerij. Er wordt praktisch geen film
zonder grazende herten of kwetterende
vogels meer gemaakt.
In het Dachsteingebied, dat weken 1-ng
verregend is, maar waar de laatste tijd
weer de zon schijnt, zijn twee filmgroe
pen bezig met het maken van buiten
opnamen. Frans Antel is er bijna klaar
met zijn kleurenfilm „Krambambuli
(„Heimatland") en Hans Schott-Schöbin-
ger is er bezig met zijn film „Hofjagd in
Ischl", eveneens in kleuren.
In Salzburg draait Axel von Ambesser
„Ihr erstes Rendez-vous" met Nicole Hees
ters, Wera Frydtberg en Adrian Hoven.
In de straten van Wenen kan men Fritz
Kortner ontmoeten, die er met Luise Uil-
rich en Ewald Balser in de hoofdrollen
een film „Hm Thron und Liebe" draait
de geschiedenis van de aanslag in Se-
rajewo. De Wien-Film is pas begonnen
met de opnamen voor de operettefilm
„Sonnenschein und Wolkenbruch" met
Erni Mangold en Hans Holt. In Tirol wordt
de „Kichfeldpfarrer", eveneens in kleu
ren, in beeld gebracht. Voor deze film,
waarin Erich Auer, Waltraud Haas en
Franziska Kinz de hoofdrollen spelen, is
men op het ogenblik nog op zoek naar
een betere titel.
Gustav Fröhlich, die sinds lang weer
eens in de regiestoel is gaan zitten, is
met zijn mensen naar de Karnter See ge
trokken, waar de opnamen voor de operet
te-film „Seine Tochter is der Peter" wor
den gemaakt. In Wenen en in 't Burgen-
land zijn August Reiger en Karl Stanzi
bezig met de laatste opnamen voor de film
„Geheimnis einer Aerztin". Hilde Krahl
en Ewald Balser spelen in deze film de
voornaamste rollen.
In de Rosenhügel-Studio draait Walter
Felsenstein de kleurenfilm „Fidelio" met
leden van de „Wiener und Münchener
Staatsoper" en de Italiaanse regisseur
Cavalcanti verfilmt er Bert Brecht's
„Herr Puntila und sein Knecht". Of beide
laatste films zullen worden voltooid, staat
nog niet vast. Blijkens inlichtingen, die
de „Koelnischer Rundschau" uit Wenen
ontving, zou de Oostenrijkse regering heb
ben geweigerd, na de overdracht door de
Sovjets van de Rosenhügel-Studio aan een
Oostenrijkse beheerder, deze beide films
over te nemen. Van Duitse zijde toont
men er tot nog toe geen interesse voor
en het is lang niet zeker, dat men voor
een zeer kostbare operafilm en een ten
dentieuze Bert Brecht-film in de Bondi-
republiek een geldschieter zal kunnen vin
den.
James Stewart heeft de hoogste burger
lijke onderscheiding ontvangen, die de
Amerikaanse luchtmacht heeft te verge
ven, namelijk de „Exceptional Service
Award".
Stewart is tijdens de laatste oorlog ge
vechtspiloot geweest en kreeg de onder
scheiding zowel voor zijn diensten als vlie
ger en als artist.
van de Amerikaanse luchtmacht onlangs
in San Francisco heeft gehouden.
Edward Lider, de voorzitter van de on
afhankelijke bioscoopexploitanten in
Nieuw-Engeland, heeft zijn collega's on
langs gewezen op hun verantwoordelijk
heid ten aanzien van datgene, wat ze cp
hun bioscoopscherm vertonen. „Ëen ge
meente", aldus Lider, „heeft het recht de
vertoning van iedere film, die als indecent
wordt beschouwd, stop te zetten. Dit is een
juiste uitoefening van de zogenaamde
politiemacht van de regering
We waarschuwen de exploitanten zich
afzijdig te houden van dubieuze films, die
de bezoekers zouden kunnen kwetsen of
die de verontwaardiging van de open
bare mening zouden kunnen wekken..'
Deze waarschuwing van Mr Lider, ai
dus voegt de „Motion Picture Herald'
aan dit bericht toe, hoort niet alleen te
gelden voor Massachusetts, waar de
censuurwet onlangs in strijd met de grond
wet werd verklaard, maar overal in Ame
rika.
De filmindustrie is voorbestemd om de
eerste grote Amerikaanse industrie te wor
den, die meer afhankelijk zal zjjn van de
export dan van dc thuismarkt. Dit voor
uitzicht betekent, dat de Amerikaanse in
dustrie steeds meer aandacht zal moeten
schenken aan de mogelijkheid tot afzet
in het buitenland. Als de eisen van de
honderden millioenen wekelijkse bioscoop
bezoekers in het buitenland worden ver
waarloosd om uitsluitend de wensen van
de klanten in Amerika te bevredigen,
zal de beheersing van een rijke buiten
landse markt overgaan in handen van die
producenten of dat nu Engelsen, Duit
sers, Italianen, Fransen of zelfs Japan
ners of bewoners van India zijn die
zorgvuldig en met verstand rekening hou
den met de behoeften van de wereldmarkt.
Een overzicht van de toestand in Europa
bevestigt wat reeds is gebleken uit de
rapporten van de afgelopen jaren: de dag
nadert snel, waarop het totale door de
Amerikaanse filmmaatschappijen in het
buitenland verdiende bedrag groter zal
zijn dan dat op de thuismarkt in de Ver
enigde Staten en Canada. Het enige, wat
deze dreigende gebeurtnis voor geruime
tijd kan uitstellen, is een ernstige mili
taire of economische ontwrichting.
James Stewart, piloot tijdens de oor
log, heeft de hoogste onderscheiding
van de Amerikaanse luchtmacht
ontvangen.
Paulette Goddard zou zijn gecontrac
teerd voor een nieuwe film van
Charles Chaplin.
Met het oog op de Rembrandt-herden-
king in Juli 1956 overweegt de minister
van O. K. en W. opdracht te geven tot
het maken van een korte documentaire
film in kleuren over Rembrandt en zijn
werk.
Teneinde een keuze te kunnen doen uit
verschillende mogelijkheden tot bewerking
van de stof heeft de minister door be
middeling van het bestuur der Nederland
se Beroepsvereniging van Filmers de Ne
derlandse cineasten opgewekt vóór 1 Oc
tober a.s. voorstellen voor een scenario
bij zijn ministerie in te zenden.
Is ooit iemand op het vreemde idee ge
komen om een uitvinder aan te klampen
en tot hem te zeggen: „Vind eens even
een uitvinding voor me uit"?
Natuurlijk niet. Maar toch komt de hou
ding, die sommige filmproducenten jegens
de schrijvers van liedjes aannemen onge
veer hierop neer. Neem bijvoorbeeld het
geval van Hugh Martin en Ralph Blane,
die de melodieën schreven voor de „The
Girl Rush' een „musical" in Vista-Vision
van Paramount met Rosalind Russell, Fer
nando Lamas, Eddie Albert en Gloria de
Haven in de hoofdrollen.
Frederick Brisson, de producent van
deze film, zei hun: „Ik heb een muzikaal
thema nodig, dat binnen hef stemver
mogen van alle sterren ligt. En nu jullie
er toch nog zijn, denk er om, dat de
melodie aan elk willekeurig tempo moet
kunnen worden aangepast.
Hoewel het variabele tempo iets nieuws
was, slaagde de beide componisten er in
de opdracht naar genoegen uit te voeren.
Ze kwamen met „Take a chance" op de
proppen, een lied, dat in de film achter
eenvolgens wordt gespeeld en gezongen
als wals, tango, vlugge foxtrot, ballade
enz. enz.
De Italiaanse regisseur Alberto („II
Mulino del Po", „II Cappatto", „Anna")
Lattuada gaat onder de titel „De Zwarte
Koorts" naar een scenario van Marcel
Rivet een film maken, waarin de Franse
acteurs Jean Marais en Simone Signoret
de voornaamste rollen zullen spelen.
Robert Darène, de sympathieke regis
seur van „Chiffonniers d'Emmaus" is mo
menteel bezig aan de film „Gubbiah", een
I talia an sF ra nseJoegoslavische prod u c-
tie, waarin Jean Marais eveneens de
hoofdrol zal spelen.
Yves Ciampi is onlangs uit Japan
teruggekomen, waar hij besprekingen heeft
gevoerd over een FransJapanse produc
tie. Voor deze film zullen in Maart van
het volgende jaar in Japan de eerste op
namen worden gemaakt.
Voor zijn volgende film, die uit een com
binatie van een aantal korte schetsen zal
bestaan en die binnenkort in Marokko
zal worden gedraaid, heeft, naar het Bel
gische blad Libre Belgique" meldt, Char
les Chaplin Paulette Goddard gecontrac
teerd, die ook in de film „Modern Times"
zijn tegenspeelster is geweest.
DE SCHILDER MAX NAUTA heeft op
dracht gekregen het portret te schilde
ren van Sir Winston Churchill. Onze
landgenoot is inmiddels aan het vol
brengen van zijn opdracht begonnen.
Het schilderij zal geplaatst worden in
het Nederlandse Parlementsgebouw.
Het zal het eerste portret zijn van een
buitenlands staatsman dat in het Bin
nenhof zal prijken. Nauta is in Engeland
bekend als de glazenier van de Neder
landse kerk in Austin Friars.
Dezer dagen heeft Churchill voor het
eerst voor Max Nauta geposeerd. Nauta
was Sir Winston's gast bij de lunch op
Chartwell, Churchill's buitenverblijf.
De zitting duurde twee uur. Nauta ver
klaarde na afloop, dat hij Churchill wil
de portretteren als een optimist. ,Ik las
nog eens de speech van Sir Winston uit
de somberste oorlogsdagen waarin hij
zeide dat hij optimistisch gestemd was.
Toen ik dat gelezen had stond voor mij
Churchill's karakter vast". Voorts ver
klaarde Nauta dat hij Churchill niet
geflatteerd zou maken maar „zoals ik
hem zie op het moment". Nauta was
verrast door Churchill's ogen. „Zij heb
ben een ondeugende schittering, die
moeilijk zal zijn te schilderen", aldus de
schilder.
Liefdevol en aandachtig kijken
op de „bloedjes van kinderen" die in
tussen over de halfopen deur het tafe
reel gnuivend gadeslaan, en daartegen
over de afwerende reserve van de rech
ter in zijn pompeuze stoel en het ge
üniformeerd plichtsbesef van de veld
wachter naast hem. De onbeduidende
griffier, weifelend tussen de rol van
ambtenaar en toeschouwer completeert
Om te beginnen een bekende historie, muur onder het boomgroen links, de
Over een dichter, die urenlang wande- wazigheid der verre huizen, de stoffe-
Ien ging. Toen hij thuis kwam vroeg ring met menselijke figuurtjes, het is het beeld,
zijn vrouw bezorgd of hij die dag niet alles met oen zorgvuldig vakmanschap Wij hebben slechts enkele der aan-
behoefde te werken. „Ik héb gewerkt" tot een realiteit gemaakt, die zich ver wezige werken kunnen noemen. Er zijn
was het antwoord. De dichter had ge- boven de beruchte „copieerlust" verheft. ^g^^jon'lkTnd^fMaa^avei^^Rot-
lijk. Kijken, turen naar de fijnheden Springer schilderde iets heel gewoons, Verdam) bijvoorbeeld, of een mooi ge-
van de natuur, naar een vlindervleu- een straatje in Kampen. Maar het ge-
gel of een paddenstoel, naar de bouw wone werd poëzie door de liefde waar
van een varenblad of de wemeling van mee Springer de schoonheid van het
een mierennest, luisteren naar geluid, gewone doorgrondde tot in de bijzon-
opsnuiven van geur, dat betekent voor derheden, en tot in de gevoeligste ze
de dichterlijke mens vertoeven aan de nuwen van de sfeer.
G. G. Haanen, St. Stefansdom te
Wenen. Geëxposeerd bij Pieter
Scheen te Den Haag.
bron van zijn poëtische inspiratie. Aan
dachtig waarnemen is voor hem inten
siever werken dan het schrijven zelf.
Achter de schrijftafel plukt hij van deze
arbeid zijner zintuigen de vruchten.
Hetzelfde geldt voor de schilder. Daar
om moesten wij aan het verhaal van
de dichter denken bij het zien van een
aantal schilderijen van 19e eeuwse Ne
derlandse schilders, die Pieter Scheen
thans in zijn kunsthandel te Den Haag
exposeert.
Want wat hebben de „romantici", zo
als wij de kunstenaars uit die tijd ge
makshalve plegen te noemen, liefdevol
en aandachtig naar de dingen gekeken.
Cornelis Springer moet van de achter
gevel der Kampense Mennonietenkerk
niet alleen ieder detail gespannen ge
observeerd hebben, maar ook tot in het
merg de ziel, de stemming hebben ge
peild van het stadje bij vallende avond.
De kleurharmonie van de gevels en da
ken rechts, het lichten van de witte
De boekenmarkt wordt sinds jaren ook rijkelijk van
boeken voorzien door de zogenaamde abonnementen
fondsen; fondsen, waarbij men zich kan abonneren op
boeken, die in zo n fonds worden uitgegeven en
waarbij het abonnement een voordeel biedt tegenover
de winkelprijs van een boek. De uitgaven van dit soort
fondsen richten zich over het algemeen naar wat men
noemt: de populaire smaak.
Het zou natuurlijk onzinnig zijn om alleen maar
high-brow lectuur te verlangen. De high-brow lectuur
heeft stellig recht van bestaan, want we moeten wel
eens de moed hebben om de dingen op «boog niveau"
te overwegen en verstandelijk en geestelijk af te doen.
Maar ook de „populariteit" heeft recht van bestaan.
Want de dingen worden op „hoog niveau" overwogen
en verstandelijk en geestelijk afgedaan om later
gevulgariseerd te kunnen worden. Overigens is er
genoeg high-brow lectuur die niet, en genoeg popu
laire lectuur, die wèl tot de literatuur gerekend kan
worden.
Maar bij de opzettelijkheid, die door
de populaire abonnementenfondsen of
de reeksen wordt betracht, zit heel
dikwijls niet de literatuur voorop: men
wenst om welke motieven kan bui
ten beschouwing blijven) een zo uitge
breid mogelijk mensenvlak te bestrij
ken en waakt er angstvallig voor om
niet boven het smaakniveau van de
menigto te komen.
Ik geloof, dat we er naar moeten stre
ven om ook daarvoor begrip te krij
gen. Het is niet uitsluitend een zake
lijk verschijnsel, het hangt samen met
een cultuurverschijnsel uit de laatste
decenniën, dat als oorzaak heeft de
doorbraak van de menigte naar diver
se gebieden van het leven, die voorheen
slechts het bezit waren van kleine
groepen bevoorrechten. We staan in
dit opzicht overigens nog aan het be
gin van een typische ontwikkeling,
waarvan het verloop onmogelijk te
voorspellen is.
De tijden van een doorbraak zelf
zijn nooit de gunstigste. Er wordt veel
nodeloos vernield, veel verdwijnt on
der waardeloos slib en het nieuwe,
het werkelijk veranderde is nog altijd
vormeloos.
Om nu, zonder beeldspraak, btf de
literatuur te blijven: veel stilistische
vormverfijning is teloor gegaan, de
weldoende rust evenals de enerveren
de geestesonrust van de elite is be
dolven geraakt onder de larmoyante
angst en rusteloosheid van de moder
ne onzekerheid. En dan is er nog de
vloedgolf van gedrukt prulwerk, waar
voor eigenlijk geen ander woord te
vinden is dan: litterair spoelwater.
Dat litteraire spoelwater nu wordt
graag door abonnementen-fondsen aan
de menigte, als moderne afneemster
van de literatuur, aangeboden en dan
De onderscheiding werd hem uitgereikt nog opgediend alsof het iets van ex
quise soort is. En de menigte kan
nog niet onderscheiden. Dat komt (mis
schien) pas met de loop van tiental
len jaren.
Om die reden is het bedrijf van de
populaire fondsen, van de abonnemen
tenfondsen, van de populaire reek
sen toch van veel belang. Daarom
moet alle daarin getoonde wansmaak
onvriendelijk worden tegemoet getre
den. Doch daartegenover verdient een
beleid, dat, rekening houdend met het
opnemingsvermogen van de menigte,
gericht is op het weren van smaak-
bederving en op geleidelijke smaak ver
betering des te meer te worden ge
waardeerd. Ik geloof een dergelijk be
leid te hebben kunnen opmerkén in
de „Triomfreeks" van de uitgeverij
J. van Tuyl te Antwerpen.
In de reeks van dit jaar zijn o.a.
verschenen: „Het oude hospitaal"
van Helen Ashton, „Het beloofde land
van William Donohue Ellis. „Moon-
fleet" van J. Meade Falkner, „Met
de zon mee" van Geoffrey Cotterell,
een door Clara Eggink vertaalde ro
man, een roman in twee delen van
Thomas B. Costain „Helden zonder
land of vlag". Verder zien we bij de
namen als K. van der Geest, Rico
Bulthuis, Valère Depauw, Jean du
Pare, Aart Romijn.
De reeks heeft niet het karakter van
de gepatenteerde volkslectuur. Er is
gestreefd naar afwisseling van toon. Er
is avontuur, zoals in „Helden zonder
land of vlag", een boek dat vertelt
over de tijd van de Engelse koning
Jacobus I en waarin de lezers wor
den meegevoerd op rauwe tochten
met Engelse piraten, die mede gezorgd
hebben voor de vestiging van Enge-
lands heerschappij over de zeeën. In
„Het beloofde land" van William Do
nohue Ellis kan men iets meemaken
van het harde pioniersleven in het Ame-
de Amerikaanse vrijheidsoorlog. De
roman geeft een bijzonder boeiende
beschrijving van het leven van de vee
boer Tom Woodbridge, die, hardnek
kig gelovend in een goed idee (het op
fokken van een bepaald soort varkens),
een der grondslagen legt voor de late
re rijkdom van Amerika: veebezit. Het
is een romantisch verhaal van een fic
tieve persoonlijkheid, maar het ver
beeldt op werkelijk uitstekende wijze de
harde werkelijkheid van het oude pio
niersleven. Het boek is gezond, is vlot
te-lezen en getuigt van litteraire smaak.
Helen Ashtons boek „Het oude hos
pitaal" is weer een werk van geheel
andere aard. In een goed gecompo
neerd verhaal en psychologisch hel
der en reëel uitgewerkte gestalten
heeft Helen Ashton een roman ge
schreven over dokters, verpleegsters,
ziekenhuisregenten en patiënten, die
allemaal samen de aparte wereld vor
men van een oud Engels ziekenhuis,
vol tradities en tegelijk vol progres
sieve menselijkheid. Over het geheel
genomen zijn dokters- en ziekenhuis
romans slechts weinig verschillend
van elkaar. De wereld van het zieken
huis is natuurlijk een zeer bepaalde we
reld, vol lotgevallen die overal eender
zullen zijn. Slechts door de persoon
lijkheid van een auteur kan zo'n zie
kenhuiswereld een eigen, een afzon
derlijke wereld worden, waarin men
andere ziekenhuizen, verpleegsters
dokters en patiënten zal herkennen
zonder dat zij een herhaling worden,
van de ziekennuizen. verpleegsters enz.
die men al uitentreure heeft leren ken
nen. Helen Ashton blijkt als schrijfster
voldoende kracht en individualiteit te
bezitten om aan haar ziekenhuiswe
reld een eigen kleur te kunnen geven.
„Moonfleet" van J. Meade Falkner
is een roman vol ouderwetse liefdes-
romantiek, die plezierige en gedemot
gevoelige romantiek, waarin liefde,
spoed ieder weer een eigen tint aan
de romantiek geven, zodat deze zeer
afwisselend is. Al blijft de grondtoon
die van het wat omslachtig verleide
familie-verhaal.
Uit de keuze van de boeken geeft
de „Triomf-reeks" ook te kennen een
reeds voor het gezin te willen zijn. Zo
is ook het laatst verschenen boek
„Met de zon mee" een boek, dat niet
alleen met veel genoegen door de op
groeiende dochters uit een gezin zal
worden gelezen, maar door alle ge
zinsleden. De toon van het boek (ze
ker ook bepaald door de goede verta
ling) is licht en prettig.
Uit al deze boeken blijkt, dat een
reeks voor het gezin te willen zijn. Zo
worden afgestemd, zonder dat het
nodig is zijn toevlucht te nemen tot de
onnozele gepatenteerde volkslectuur of
tot het litteraire prul, dat alleen door
zijn kaft een plaats °P de boekenplank
waard is.
Dick Ouwendijk
Van Wouter Verschuur, de paarden-
schilder, is er op dezelfde tentoonstel
ling een paneel dat een kar afbeeldt,
door een wijd landschap getrokken
door een vierspan. Verschuur heeft zo
lang naar de paarden gekeken, dat hij
de karakteristiek in hun houding bij
grote krachtinspanning, de zwelling der
spieren, de uitbarsting van energie bij
iedere stap, kon schilderen. Zijn schil
derij werd evenwel geen anatomische
les, maar een brok leven dat schoon is
door de liefde waarmee het werd ge
schilderd.
Zo zijn er meer voorbeelden te noemen
op de expositie bij Scheen. George Gil
lis Haanen bijvoorbeeld voelde zich bij
zonder aangetrokken tot de atmosfeer
van het kerkinterieur tijdens een gods
dienstige plechtigheid. Of het nu de Ste
fansdom in Wenen is die bij schilderde
(zoals de catalogus wil) of een kerk
die uit zijn fantasie ontsproot (zoals
meer waarschijnlijk is) doet er weinig
toe. Wat zijn oog van het kerkelijk
ceremonieel vasthield, gaf hij suggestief
weer: de hoge ruimte, de ietwat ru
moerige aandacht der voorname kerk
bezoekers, die verstilt naarmate zij
overgaat in het gouden licht en de wie-
rookmist waarin het priesterkoor is ge
huld. De fijne tekening der kerkornamen-
tiek, de wijdheid van de kerkruimte, de
gouden wazigheid waarin de ceremo-
niarii der heilige handelingen zich in
vol ornaat bewegen. Haanen heeft de
sfeer van dit alles zeer dikwijls en met
zeer veel aandacht in moeten drinken
om het zo levenswaar en zo schoon te
kunnen uitbeelden.
Het is een onderwaardering voor de
ze poëtische aandacht, voor dit ver
edeld kijken geweest die de kunst uit
de eerste helft der 19e eeuw bij ons
in discrediet heeft gebracht. Daarnaast
was het natuurlijk de eigentijdse kunst
stijl, die de romantiek in haar waarde
aantastte. Want gaf de romanticus de
beschouwer met fijne penseelstreken
het geheel van zijn poëtische indruk
ken, de moderne schilder, niet minder
„dichter" dan zijn voorgangers, wil van
zijn opgespaarde impressies ineens het
eindresultaat op het doek werpen. In
zijn aard en in zijn voorbereidend werk
geenszins anders dan vroegere kunste
naars, hanteert hij eenvoudig een ande
re schilderstaal. Het is dwaas hem hier
om bij de ouderen achter te stellen.
Maar even dwaas is het zijn wijze van
schilderen als alleenzaligmakend te
huldigen. De 19e-eeuwers, de verfijnde
schilders van landschap, interieur, win-
tergezicht of genrestuk, de Schelfhouts
en de Bakker Korffs, de Leickerts en
de Springers zijn minstens evenzeer de
aandacht waard. Zij maken deel uit van
een tijd, die zoal geen grootmeesters
van wereldformaat, dan toch een groot
aantal vooraanstaande schilders ople
verde waarmee ons land met ere voor
de dag kan komen.
Wanneer het inderdaad nog eens zo
ver komt dat de kunstliefhebbers hier en
in den vreemde onze 19e eeuw volle
dig voor vol aanzien en het lijkt er
op dat dit gaat gebeuren dan zal dat
voor een niet gering deel het werk zijn
van Pieter Scheen. Deze Haagse kunst
handelaar is nu reeds sinds 1946 bezig
ieder halfjaar zijn nieuwe collectie
uit de periode van Romantiek en Haag
se School te tonen. En iedere keer
wordt men gefrappeerd door de uitgele
zen kwaliteit. Wij geloven dat de expo
sitie van deze zomer een nieuw top
punt in de serie Scheen-tentoonstellin-
gen betekent. Zulk een mooie Schelf
hout als die „Vissers op het ijs", een
van de sfeerrijkste wintertaferelen die
wij sinds lang zagen, is zonder meer
een museumstuk. Ook het woelige,
echt romantische gezicht op de Noord-
Franse kust van Schelfhout is voortref
felijk. Echt romantisch is ook een knap
geschilderd werk „Gezicht op de Rijn"
van B. C. Koekkoek, meesterlijk in de
plan-verdeling en in de uitbeelding van
bomen en bosschages. En hoe bijzonder
fijn van toon schilderde J. Hilverdink
het Scheveningse strand!
Interessant zijn de genrestukjes „Het
kookstertje" van Bakker Korff, „Inte
rieur" van de Belg Constant Wauters
en vooral „De rechtszitting" van F. Ver-
heyden. Hier schilderde Verheyden het
complete drama van een veroordeling
in a nutshell, in de kamer van een
dorpsnotabel. De vrouw pleitend over
de tafel gebogen, de vriendin wijzend
detailleerd inferieur van A. van Strij,
een riviergezicht van Jan Weissenbruch
en landschappen van Roelofs, Bilders en
Kruseman. Aandachtige beschouwing
zijn deze werken meer dan waard. Het
is het verdiende loon voor het liefde
vol observeren waarvan de 19e eeuwse
schilders met zoveel fijngevoeligheid
en vakmanschap blijk gaven.
V—
Als U nu werkelijk eens een voorbeeld
van frisheid en originaliteit wilt hebben,
dan kan ik u het zojuist verschenen en
uit het Duits vertaalde stuk ZIJNE MA
JESTEIT GUSTAVE KRAUS aanbevelen.
Geen enkele reactie, die u verwacht
zoudt hebben en toch zulke juiste reacties
Waarom had u ze dan niet verwacht?
Omdat wij het in onze toneelstukken zo
heel anders gewend zijn. Wij zijn gewend
dat waar de kinderen in opstand komen
tegen het ouderlijk gezag, de vader met
de vuisten op tafel zijn gezag kracht bij
zet! Dit maakt toneel. Dit maakt saènes.
Wij zijn gewend, dat waar vader en zoon
in hevige mate met elkaar botsen, de var
der zijn zoon in een adembenemende scène
voorgoed de deur wijst. Maar wij zijn met
gewend dat waar een langer samenwonen
van vader en kinderen onmogelijk gewor
den is, de vader laconiek zijn koffertje
pakt en weg gaat, stom verbaasd nage
staard door zijn kinderschaar.
GUSTAVE KRAUS is een heel bijzonde
re persoonlijkheid. Hij leeft voor zijn
werk, een paardenhandel, en heeft voor
niets anders aandacht of ook maar de
minste interesse. Voor zijn kinderen zorgt
zijn vrouw. Hij heeft er geen tijd voor.
Hij kent ze amper. Als hij thuis komt,
dan is het eventjes in grote haast alleen
maar om te zeggen, dat hij weg gaat.
paardenmarkt in Italië. Moeder blijft dan
met haar kinderen achter. Zij heeft er
dan voor te zorgen dat de bevelen van
vader worden nagekomen. Maar haar kin
deren zijn al 22 en 23 en 24 jaar oud.
En dat zijn nu bepaald geen leeftijden,
om bevelen van ouders zonder tegenwer
pingen na te komen. Kinderen van derge
lijke leeftijden beschikken meestal over
een eigen wil.
Moeder is dan ook wel zo wijs, om zich
van vaders bevelen niets aan te trekken.
Vader is nooit thuis en zij moet het huis
houden regeren. En zij doet dit in zeer
wijs overleg met haar' grote kindelien
Vader heeft er niet het minste vermoe
den van, hoe zijn huishouden in werkelijk
heid verloopt. Hij heeft verordoneerd dat
zijn oudste zoon vee-arts moest worden
en deze studeert heel rustig in overleg
met zijn moeder voor gewoon arts, om
dat hij nu eenmaal niets voelt voor het
vak vee-arts. Hij heeft bepaald met wie
zijn kinderen om mochten gaan, maar de
vriendenschaar die dag in dag uit bij
hen over de vloer komt, is een heel an
dere als hij vermoedt. Zijn dochter is
met goedkeuring van haar moeder verloofd
met iemand, die vader beslist niet in zijn
huis wenst. En zolang vader nu maar
dat leven van arbeiden en afwezig zijn vol
houdt, gaat alles goed. Maar een leven
In dat eventjes deelt hij zijn bevelen uit van ENKEL arbeiden houdt niemand vol
en eist, dat deze stipt worden nagekomen
En nog voordat iemand een woord heeft
kunnen zeggen, is hij al gevlogen naar
Budapest of Hamburg of eeu bekende
ook Gustave Kraus niet. Een onverwach
te hartaanval maakt voor goed een eind
aan dat arbeidzame leven. Hij wordt ge
dwongen thuis te blijven. De vader schikt
zich erin en neemt zich nu voor in te ha
len wat hij zijn hele leven verzuimd heeft
namelijk om zich meer voor zijn kinde
ren te Interesseren. Wat hij altijd ge
mist heeft, wil hij nu hebben: een ge
zellig huiselijk leven met zijn kinderen.
Maar al spoedig komt hij tot de grote
ontdekking, dat hij zijn kinderen volko
men ontgroeid is. Dat zijn kinderen hun
eigen weg gaan. Dat hij niets meer over
ze te vertellen heeft. Dat zijn kinderen er
helemaal niet van gediend zijn, om gezel
lig iedere avond met vader onder het hent
van een schemerlamp te zitten praten of
om met hem naar de schouwburg te
gaan. De kinderen hebben hun eigen vrien
den en hun eigen hobbies. En zij zijn met
gewend, dat vader thuis is. Zij hebben
nooit met vader kunnen praten en dat
kunnen ze ook nu niet meer.
Gustave Kraus moet dit met lede ogen
aanzien. Maar hij is er de man niet
naar, om zijn gevoelens aan zijn kinderen
te laten merken. Hij is er de man niet
naar om hierover in woede uit te barsten.
Zelfs weten zijn kinderen en zijn vrouw
niet dat hij zijn werk heeft MOETEN neer
leggen van de dokter. Hij heeft ze wijsge
maakt dat hij zijn werk neergelegd heeft
om de eenvoudige reden, dat hij lang ge
noeg gewerkt heeft, dat hij nu ook wel
eens wil profiteren van het leven en wil
genieten van zijn kinderen en zijn thuis-
Hij zal hen dus zeker niet zijn desillu
sie laten merken, maar hij stelt eenvou
dig de nuchtere feiten vast: hij heeft zijn
kinderen verwaarloosd, hij past niet meer
bij zijn kinderen en daarom zal hij weer
gaan. Net als vroeger zal hij weer gaan-
En nog voordat iemand een woord heeft
kunnen zeggen, om hem tegen te houden,
is hij al weg met zijn koffertje en zijn
jas., net als vroeger naar Budapest, naar
Hamburg of een bekende paardenmarkt in
Italië..