In de schaduw van het schavot tm m Op de PLANKEN Voorzichtig met technische nieuwigheden witte doek Be i Televisie stimulans voor film bezoek Proces tegen Gina Lollobrigida I Over amateurtonelisten en Boeiende historische herscheppingen Haar eerste stuk Interview met een schrijfster ANTWOORD aan de heer HANS VAN BERGEN ZATERDAG 26 NOVEMBER 1933 PAGINA 10 H. M. MONS De Zuidhollandse Uitgeverij Ad. M. C. Stok te 's-Gravenhage, heeft in de laatste tijd enige historische romans het licht doen zien, die speciale aandacht verdienen. Twee er van sluiten, wat de decors betreft, op elkaar aan. „Monsieur de Paris" van H. M. Mons speelt zich af vóór en tijdens de Franse revolutie. Daar neemt Edgard Maass de draad op en in „Keizer lijke Venus" vertelt hij van het einde van de republiek en van de vestiging, glorie en ondergang van hei keizerrijk. De beide boeken hebben dit met elkaar gemeen: dat er een hoofdpersoon in optreedt, die door functie of staat van nabij en zeer intensief de geweldige gebeurtenissen beleeft, er direct bij be trokken is, doch er zelf toch geen invloed op kan uitoefenen. Zij aanschouwen de ontwikkeling met ingehouden adem, want him eigen lot hangt er van af. Persoonlijke gevoelens als liefde en haat en drang naar gerechtigheid hij „monsieur", en weinig meer dan zinnelijkheid en ijdelheid bij „Venus" worden er mede door bepaald- Hans van Bergen MOOI EN BEHAAGZIEK BEELD VAN EEN KONING Amerikaanse bioscopen gaven meer uit dan liun netto-inkomen ZATER Hans Roest Maar „gasmeter-tv een acuut gevaar „WIJD IS DE HORIZON" Is het overigens vreemd, dat ik tevens de heer Van Bergen zelf zo zeer ten on- grootse historische taferelen Nog niet zo lang geleden was ik op bezoek bij een jong mevrouwtje, moeder van vier kleine kinderen, die me binnen haalde met de enthousiaste mededeling, dat ze „een toneelstuk gepleegd had". „Het is echt goed" verzekerde ze. Ik moest het maar eens vlug lezen, want ze wilde het zo gauw mogelijk naar de uit gever sturen. Het was vermoedelijk, omdat ik zo'n grote ogen opzette, dat ze plots met een openhartige bekentenis kwam: „Het baby- tje is uit zijn wiegje gegroeid en nu moest er een nieuw ledikantje worden aange schaft. We hebben zitten peinzen, mijn man en ik, waar we het geld vandaan moesten halen. Het is allemaal zo duur tegenwoordig.. Enfin je weet het zelf wel, je hebt ook een gezinnetje. Nu. op een nacht, dat ik daarover wakker lag, schoot me ineens een interview te binnen, dat ik eens gelezen heb. De re dactrice sprak met een heel bekende schrijfster van historische boerenromans. De naam ben ik tot mijn schande gran dioos vergeten, want zelf had ik nog nooit van haar gehoord- Die romancière ver telde, dat ze indertijd tot schrijven was gekomen uit geldnood. Haar man was ziek of werkeloos en ze had een stel kleine kindertjes net als wij dus en omdat ze helemaal niets anders wist, was ze gaan schrijven. Op goed geluk af. Zo maar. Verhalen uit haar jeugd of de jeugd van een vriendin.. Ik dacht: wat zij kon, kan ik ook. Ik ben journaliste geweest en ik kreeg altijd complimentjes voor mijn reportages. Van een reportage naar een toneelstuk c'est un pas, meen de ik. Maar eerlijk gezegd viel het toch een beetje tegen.." Ik zal „de schrijfster" maar aan het woord laten, lezers, want in werkelijk heid kon ik ook geen speld tussen deze enthousiaste woordenvloed krijgen. Ik kan u dus geen geijkt interview geven met deze beginnende amateurtoneel schrijfster. Ze ratelde verdei;. „ïk begon de volgende dag al stiekum tussen de gewone werkjes door te pennen en schreef 's avonds in één adem het eerste bedrijf. Tenminste dat dacht ik Ik gaf het mijn man ter beoordeling en be keek terwijl hij het tergend langzaam doornam angstig zijn gezicht.. Hij was enthousiast. Het was goed, zei hij, prima. Het beloofde wel net zo n ple zierig stuk te worden als „De nieuwe veearts'', dat ook door een jonge moeder geschreven is. Ik was in de wolken.. Maar na kantje zeven verduisterde zijn blik. Ik verdween de kamer uit, zoge naamd om koffie te zetten. Maar toen ik weer binnen kwam. las ik mijn veroor deling van zijn gezicht: „Wat heb ]e nu toch allemaal geschreven?! Wat een niets waardige onzin. Ik dacht niet, dat je daartoe in staat was. Je valt me zó ver schrikkelijk tegen. „Dus het is niks?" vroeg ik klein en benepen. „Nog minder dan niks," bromde hij met zijn somberste stem. „Alleen het begin is goed. Dat is wer kelijk aardig. Ik nam maar aan, dat hij dat niet uit medelijden zei en klampte me eraan vast. „Dus je denkt wel dat ik het kan?" Het antwoord kwam weliswaar aarzelend maar toch bevestigend. En omdat ik die hele dag al visioenen had gehad van een heleboel nuttige Sinterklaascadeautjes die ik nu tegen verwachting in toch nog zou kunnen kopen „van mijn to neelstuk'' heb ik opnieuw moed gevat en ben de volgende dag van voren af aan begonnen. Mijn eerste „eerste bedrijf" besloeg veertien kantjes. Dat moesten er minstens veertig worden. Maar hoe? Ik had tot nu toe vier spelers. Dat was ook niet genoeg. Wat een problemen levert zo'n stuk. Enfin, ik heb er nog wat broers en zussen bij verzonnen en toen ging het ei genlijk vanzelf. Of het ook herinneringen uit mijn jeugd zijn? Niks hoor. Het stuk speelt niet eens hier. Ik begrijp heus zelf niet, hoe ik op het gegeven gekomen ben. Nu is het af. In veertien avonden heb ik het afgepend. Nou ja, halve nachten erbij hoor. Ik wilde voor de tragische noot in het tweede bedrijf een ongeluk laten gebeuren. Een jongen van 21 jaar, een piloot, morsdood laten vallen. Het stuk verloopt anders zo gelijkmatig plezierig. Maar mijn man vond het niet nodig. Toen hij het echter gelezen had, vroeg hij verbaasd, waarom ik het niet gedaan had. Dat had het verhaal nu net nodig, zei hij. Ja, ze zeggen dat vrouwen wispel turig zijn!.. Enfin, toen heb ik later nog maar een klein ongelukje ingelast. Niet met een vliegtuig, maar met een auto. En het loopt allemaal goed af.. Lees het stuk nu gauw. Ik ben doodnieuwsgierig naar je oordeel. En voordat is het me goed en wel be wust was stond ik met het manuscript in mijn handen weer buiten. U bent misschien ook nieuwsgierig naar mijn oordeel? Ziehier dan: Ik zou als ik helemaal eerlijk was de „schrijfster" hebben moeten zeggen: Uw stuk bevat wel een aardig gegeven Er valt wel wat van te maken. Ik heb waarschijnlijk omdat ik, net als haar man, haar beteuterde gezicht niet goed kon verdragen gezegd: Het gegeven is aardig, de stijl is goed, maar je mist de toneeltechnische schrijfvaar digheid. Dat vond ze begrijpelijk aange zien het haar eerste stuk was. We hebben toen samen het stuk door genomen en gezien welke scènes verbe terd moesten worden, welke personen ver duidelijkt, wat moest wegvallen en waar hiaten in de handelingen waren, enz. enz, En omdat de schrijfster een persoontje is, dat blijkbaar niet ontmoedigd kan worden (of omdat het babybedje er ko men moet?) is zij nu weer enthousiast bezig het hel? stuk opnieuw te schrijven.. Van een reportage naar een toneelstuk ..hoevele passen??? „Monsieur de Paris" was de naam voor de beul van Parijs, een functie, die van geslacht op geslacht overging. Dit boek speelt zich dus af in de schaduw van het schavot. Maar niet dit in de eer ste plaats verleent het boek zijn grote bewogenheid; het is het innerlijke conflict van de nens, dat ons boeit; de mens, die door zijn geboorte een ambt krijgt opgedrongen, en door dit ambt verplicht is om zijn handen naar het leven van zijn evennaaste uit te strekken op bevel. De tragiek van Charles Henri Sanson de Longval was deze: dat hij er naar hunker de geneesheer te worden om de mensen te helpen terwijl zijn afstamming hem dwong tot het omgekeerde: het doden van mensen. Hij wilde zich geheel in dienst stellen van de lijdende mensheid, doch hij werd door zijn ambt haar na tuurlijke vijand. Charles Henri, die in twee gestalten de ware liefde leerde kennen, leerde ook to meloos haten. Zijn eerste openbare optre den (door Mons met geweldige dramati sche spanning beschreven) riep het con flict, dat zijn verdere leven zou gaan beheersen, in volle hevigheid in hem wak ker. En opeens ging hij zover tot een daad, waarin men opperste wreedheid wil de zien, maar die hem werd ingegeven door een opwelling van barmhartigheid: hij gebruikte zijn dolk en doodde de ver oordeelde eigenhandig. Toen de revolutie uitbrak, waren het andere figuren die naar het schavot wer den verwezen. Aan de stroom van terecht stellingen kwam bijna geen einde. Maar tenslotte brak dan voor Charies Henri de dag aan, dat de man, op wiens bevel dui zenden hoofden waren gevallen, het schavot moest beklimmen. Toen was zijn eigen leven echter reeds té zeer gete kend om een nieuw begin mogelijk te ma ken. Mons heeft een fascinerende vertel trant. Hij is in staat grootse historische taferelen te schilderen, maar ook de diep ste roerselen van het hart weet hij te doorgronden en opzuivere wijze weer te geven. Charles Henri is voor ons een mens, géén historische schim. Daarom is dit boek, dat bestemd is voor volwasse nen, meeslepende lectuur. Ook Edgar Maass is een goed vertel ler, maar de hoofdpersoon van zijn roman is minder interessant dan die van Mons. De „Keizerlijke Venus" is Pauline Bona parte, de lievelingszuster van Napoleon, Pauline (aanvankelijk Paoletta, welke naam verfranst werd door de oudere broer Lucien) was een beeldschoon en vroegrijp meisje, dat wist wat ze wilde. Veel meer dan mooi en behaagziek zijn heeft ze niet verricht. Daarom is deze roman (ge vormde lezers), ook eerder onderhoudend ?n levendig dan belangrijk. Charles Henri uit „Monsieur de Paris" was tenslotte een kere] met een scherp verstand en hoe vreemd dit ook moge klinken voor 'n beul met 'n hart. Pau line was niets dan een zinnelijke mooie vrouw, zonder persoonlijke verdiensten of qualiteiten. Moraal kende zij ternauwer nood veel minder dan de veel gesma de madame de Pompadour, over wie de Engelse schrijfster Nancy Mitford een zeer goede biografie schreef. (Een Nederlandse vertaling van dit boek verscheen zojuist bij Allert de Lange te Amsterdam. De bewerking is van de hand van Clara Eggink. die zich uitste kend van haar taak heeft gekweten zo goed zelfs, dat enige hardnekkig volgehou den kleine fouten bepaald storen. Het Met deze gehele gedachtengang echter, weet de heer Van Bergen geen raad. Hij stelt immers, dat de mensen, die zeiden alleen voor hun plezier te spelen, de eerlijke en oprechte kerels van het boek is rijk geïllustreerd met uitstekende reproducties). De doktersroman is in ons land bijzon der geliefd. De Zuidhollandse Uitgevers mij. introduceert met „De dans van de zeven duivels" de eerste middeleeuwse doktersroman. De schrijver, Fritz Habeck, verwierf met dit lijvige boek 'n eerste ling! de grote Goethe-prijs van de stad Wenen. „De dans van de zeven dui vels" is inderdaad een historische roman van formaat. De hoofdpersoon, de edelman Robin de Morteby, is de verper soonlijking van de middeleeuwse mens, in wie het besef van de verantwoordelijk heid van mens tot mens en de drang naar gerechtigheid begint te dagen. Ook hier is het een menselijk conflict, dat zich op de voorgrond dringt. Het is met bonte kleu ren geschilderd tegen het decor van de tijd. Habeck is bijzonder meeslepend in zijn massa-taferelen, bijvoorbeeld bij een beschrijving van de pest. Deze passage zal men niet licht vergeten. Van een geheel ander genre, maar toch ook met historische inslag, zijn de boeien de zeeromans van C. S. Forester, die met zijn Hornblower een verrukkelijke roman tische figuur heeft geschapen. Het jongste deel, „De taal der scheepskanonnen" is weer Forester op zijn best- Het boek biedt talloze avonturen en men moet wel een nurks zijn, wil men er niet enige uren door geboeid zijn. Een opvallende historische roman ver scheen in de bekende Juwelenserie van de Uitgeverij J. H. Gottmer te Haarlem Hij werd geschreven door een Amerikaan met de Nederlands klinkende naam Lau rence Schoonover. In de Engels spreken de landen oogstte dit boek een geweldig succes. De Nederlandse editie, goed. ver taald en fraai uitgegeven, bestaat uit twee delen. „Een kroonprins in ballingschap" en „Koning van Frankrijk". Het is wel een zeer tragische levens geschiedenis, die ons hier wordt afgeschil derd. Lodewijk, de zoon van Karei VII van Frankrijk was als kind en jonge man zeer onaanzienlijk. Hij werd ntl'h- tans de latere Lodewijk XI, die het verdeelde Frankrijk tot nieuwe eenheid en kracht bracht. In deze twee boeken wordt dit veelbewogen leven, van de geboorte tot aan de dood, beschreven indringend en boeiend. Dit is de uitstekende start van de veer tiende jaargang van de Juwelenserie. Ook het vorige jaar stond deze reeks, die be oogt goede ontspanningslectuur te bieden tegen zeer lage prijs, op hoog peil. Boe ken als „De kleine barones" van de be kende verteller Morten Woch en „Xandra. het verleden keert weer" van Carmen de Icaza hebben wij met bijzonder genoegen gelezen. De nieuwe serie belooft weer veel goeds. WERELDNIEUWS (Van onze filmredacteur) In 1951 hebben de Amerikaanse bio scoopexploitanten aan nieuwe propectie- systemen een bedrag uitgegeven, dat gro ter is dan hun gezamenlijke netto-inko men. Loren L. Ryder, hoofd van de tech nische afdeling van de Paramountpstudio, heeft het bedrijf dan ook gewaarschuwd om zich eerst eens te bezinnen op de ecoj nomische waarde van verdere verande ringen in de toekomst. „Vele technici", voegde hij er aan toe. „Men vergeet wel eens, dat rekeningen moeten worden be taald. Sommige mensen in de studio's zijn zich alleen maar bewust van de pro ductiekosten, die tussen haakjes angst wekkend snel stijgen. Van nu af aanmoet iedere technicus én vooral iedere fabri kant de economische kosten en de econo mische waarde van zijn aanbiedingen toetsen aan de belangen van het be drijf. En de bioscoopexploitanten moeten niet langer ingaan op nieuwigheden zon der dat eerst haar economische waarde is bewezen. aldus Ryder, „vergeten, dat het doel van het bioscoopbedrijf Beid verdienen is. Volgens cijfers, die door het Departe ment van Handel zijn gepubliceerd, heb ben de ongeveer 20.000 bioscopen in Ame rika een netto-inkomen van S 25.000.000,- tot 30.000.000,- per jaar. In de loop van 1954 hebben circa 12.000 bioscopen nieuwe projectieschermen aangeschaft, 5000 in stalleerden een stereofonische geluidsap paratuur en 12.000 kochten nieuwe stan- daardlenzen plus anamorphische lenzen voor CinemaScope-projectie, hetgeen een totale investering van ruim 30.000.000,- verlegenwoordigt." Fabrikanten van technische apparaten, die cr zich over beklagen, dat de ver koop dit jaar lager is dan in 1954, pro beren volgens Ryder een weg te vinden om blijvend beslag te leggen op de winst der bioscoopexploitanten. „Dat hoeven ze maar vijf jaar achter elkaar te doen en er is helemaal geen bioscoopbedrijf meer". 99 Er zijn man, die tijd nog: i pioensch; Zij gaan Europese kampioer partijen stadion, allure mi toforidis, Dam en v' a V. Bing Crosby zou, volgens Lorrella Parsons, gaan rentenieren. .99 In een artikel, getiteld „Film en tele visie", verschenen in het jongste nummer van „Film, het oraaan van de Neder landse Bioscoopbond", komt de schrijver tot de conclusie, dat de televisie, „het medium "dat veel met de film en niets met de radio heeft te maken, zich zon der de film zelfs niet. ontwikkelen kan (films nemen 55 tot 60 percent van de televisiezendtijd in Amerika in beslag), maar evengoed een eige nbestaansrecht heeft, zodat beide media een modus Vi vendi zullen moeten vinden, een manier om samen te leven met respectering van elkanders terrein. De schrijver acht het even voorbarig als nutteloos om te trachten, zich nu al een idee te vormen van de invloed, die de televisie tenslotte op het filmbedrijf zal hebben. De verhouding tussen beide media wijzigt zich van dag tot dag, soms met verbijsterende snelheid. Vrij algemeen neemt men aan, dat de televisie tot op heden per saldo een on gunstige invloed heeft gehad op de bios coopexploitatie, maar dat er bemoedigen de aawiiringen zijn. dat deze ontwik keling zich ten gunste van het bioscoop bedrijf keert. Het wekelijkse bioscoopbe zoek in Amerika zou in de periode 1946— 1953, juist de tijd van de grootste expansie der televisie, zijn gehalveerd, terwijl van de 19 600 bioscopen die in 1946 in exploi tatie waren, er einde 1953 voor meer dan een kwart hun deuren hadden gesloten. Daarbij speelden tal van factoren een rol, waarvan de televisie misschien de belang rijkste was. Maar nauwelijks een jaar later, in 1954, begon het bioscoopbezoek weer te stijgen en waren de gesloten bios copen weer heropend dan wel vervangen door de „drive-ins" of openluchtbioscopen, die een toenemende populariteit genie- - Hoewel deze laagte exoloüaties in 1946 practisch nog niet bestonden, was haar getal in 1954 tot meer dan 4.000 gegroeid. In zekere zin begint men de televisie in het filmbedrijf zelfs als een soort bond genoot te beschouwen. Niet alleen dat de televisie zich voor de vervaardiging van haar films tot het filmbedrijf wendt, maar in Amerikaanse exploitantenkringen is men tot de conclusie gekomen, dat de televisie op haar beurt een steentje kan bijdragen tot bevordering van de „film- ïndednes" door voorlichting te geven over n-f—we films Het verbod van vertoning van nieuwe films door de televisie slaat namelijk niet op „films over films" d.w.z. op voorfilms of filmfragmenten met com tot een werkelijk beleven van ons ge loof om daardoor vanzelf tot getuigen te komen. Dit alleen is de bestaansre den van een W.K.A.". Ik ga daar volkomen mee accoord. Er mentaal. De grotere Amerikaanse produ centen gaan er zelfs meer en meer toe over om dergelijke films speciaal voor de televisie te vervaardigen en de televisie maatschappijen nemen ze graag in haar programma's op, omdat ze het publiek interesseren. Alle geledingen van het Amerikaanse filmwezen beginnen de be tekenis van de televisie als stimulans voor het filmbezoek dan ook te erkennen. Een werkelijk acuut gevaar voor de bioscoopexploitatie ziet de schrijver van het artikel in de oogingen tot invoering van de zogenaamde „gasmetertelevisie", waarbij men bepaalde T.V.-programma's slechts kan ontvangen, als men in het toestel een zeker bedrag deponeert. Het is echter momenteel onmogelijk om ook maar enige voorspelling te doen over de uitslag van deze waarlijk titanische strijd tussen de voor- en tegenstanders van deze vorm van televisie, waarvoer men onlangs in de rubriek „Draadloos Contact" in ons blad een en ander heeft kunnen lezen. Het staat echter wel vast, dat de uitslag niet alleen zal beslissen over de toekomst van het bioscoopbedrijf, maar ook over die van de televisie zelf. Deborah Kerr, de moedigste vrome ter wereld Gina Lollobrigida wordt beschuldigd van „schaamteloosheid" en „vulgariteit" in een aanklacht, bij een Romeinse recht bank tegen haar ingediend door de fami lie van de overleden danseres Lina Cava- lieri, die ze in haar laatste film „De mooi ste vrouw ter wereld" heeft uitgebeeld. De Cavalieri's eisen de inbeslagneming van de film en „morele en materiële schadeloostelling", omdat de familie in haar eer is aangetast. Ze noemen de film „beledigend, vulgair, weerzinwekkend en schaamteloos". In het bijzonder maken zij bezwaar tegen de scène, waarin „La Lollo" zich dcor een Russische prins laat verleiden.; Lina Cavalieri heeft inderdaad aan het Bogarde: „omdat de scènes, die ik door Hef in St. Petersburg met een Russische mijn zenuwen heb bedorven, opnieuw nrins kennis gemaakt, toen zij zich op het staat hij tussen de coulissen te bibberen van de 'plankenkoorts en met een gevoel, of hij zijn maag kwijt is. Dat heb ik iedere voorstelling, heeft hij zelf bekend. Ik ben geen echte acteur en heb een hekel aan acteren. Ik heb altijd schrijver, willen worden. Ik houd niet van dit afschuwelijke bedrijf, waarin de mensen naar je zitten te kijken". Bogarde heeft altijd geweigerd persoon- Tijk op te treden om zijn films te propa geren. Hij weigert lang achtereen in een zelfde stuk op te treden. De laatste maal, dat hij dit deed, kreeg hij een zenuwin storting. „Ik geef de voorkeur aan films", aldus hoogtepunt van haar roem bevond, aldus verklaren de Cavalieri's, maar ze trad met hem in het huwelijk en werd prinses Bariatinsky. kunnen worden gespeeld'" Waarom Bogarde toch aan het toneel is gegaan? „Ik geloof niet, dat ik het nog veel langer als film-ster kan uithouden. Ik ben nu 35, heb in acht jaar 25 films ge- t maakt en 950.000 van Mr Rank getou- Jennifer Jones krijgt de hoofdrol in de cheerd. nieuwe filmversie, die David O, Selznick naar Ernest Hemingway's roman „A Fare well to Arms" gaat maken. Gregory Peck is één van de drie gegadigden voor de mannelijke hoofdrol, die oorspronkelijk door Gary Cooper werd vertolkt. Dirk Bogarde, de Engelse filmacteur, treedt momenteel op in „Summertiipe", zijn eerste toneelkomedie en iedere avond Bing Crosby gaat rentenieren, aldus weet Louelia Parsons. Hollywoods mees' bekende en gevreesde nieuwtjesjaagstei te vertellen. Leden van de Crosby-familie zouden hebben meegedeeld, dal Bing niet allee;, zijn contract met Paramount wil annu leren maar ook het maken van gramo- foonplaten en het optreden voor de te levisie staken. Naar aanleiding van dit bericht heelt Bing zelf verklaard: „Laten we zeggen, dat ik me niet zo dikwijls terugtrek als Sir Winston Churchill maar vaker dan Betty Hutton.. Leslie Caron is in haar schik, maar haar bewonderaars niet. Evenals Moira Shea rer heeft ze het ballet er aan gegeven. Een prima ballerina op 18-jarige leetijd. heeft Leslie, die nu 24 is. verklaard: „Een danseres bereikt het hoogtepunt van haar ière als ze dertig wordt. Tegen die l r carrière als ze dertig wordt. Tegen die tijd wil ik wat genoten hebben. Nu ik mei langer oefen, ben ik voor het eerst in mijn leven gelukkig." Gene Kelly heeft haar, zoals men zich wellicht zal herinneren, te Parijs „ont dekt" en haar tot zijn tegenspeelster ge maakt in de film ,-An American in Pa ris" Gina Lollobrigida wordt beschuldigd van „schaamteloosheid en „vulgariteit Thelma Ritter is van mening, dat De borah Kerr de dapperste vrouw ter we- reld is. Tijdens de opnamen voor de Pa ramount-film „The Proud and Profane* op de Virginische eilanden moest Thelma, die de leidster speelt van een aantal Ro- de-Kruiszusters. onder wie ook Deborah Kerr, deze laatste in een gedeukte jeep naar een dozijn verschillende plaatsen op het eiland rijden. Op zich eenvoudig ge noeg, behalve dan dat Thelma niet chauf feren kon. Ze kreeg haar eerste rijles vlak voordat met de opnamen werd be gonnen. „Ik moest", aldus Thelma, „Deborah I door de drukste straten van de stad. over de markt en langs bochtige bergwegen rij den. Iedereen, van producent William Perlberg en regisseur George Seaton af tot de jongste assistent toe gilde adviezen en waarschuwingen naar me, wat de zaak alleen nog maar moeilijker maakte. De arme Deborah, die toevallig uitstekend kan chaufferen, zei echter geen woord. Ze bleef grimmig en zwijgend voor zich i uitkijken, al zei ze misschien wel een paar schietgebedjes. Een paar maal dacht Ik, dat we er aan gingen. Eens schrok ik zelfs zo, dat ik flauwviel en uit de jeep moest worden gedragen. Maar Deborah bleef onveranderlijk zichzelf. Persoonlijk i heb ik haar een medaille voor boven menselijke koelbloedigheid en dapperheid toegekend". In de heuvels rond Rome. waar enige tijd geleden de Limburgse dichter Felix Rutten, Bertus Aafjes en de toneelspeler Fons Rademakers bijeen waren, is het plan geboren om een filmdocumentaire te ma ken over het Limburgse schuttersleven. Het door Rutten geopperde plan werd overgenomen door Fons Rademakers, die zoals men weet met een beurs van het Rijk in de studio's van Rome en onder leiding van niemand minder dan Vittorio de Sica de eerste beginselen van het filmen leert en die Bertus Aafjes ver zocht, het scenario voor deze documen taire te schrijven. De plannen zijn. naar „De Nieuwe Lim burger'' verneemt, in een vergevorderd stadium. Er is al een bedrag van 100.000 bijeen, maar vóór de plannen kunnen wor den verwezenlijkt, moet men over 500.000 kunnen beschikken. Men rekent er niette min op, dat deze eerste „Rademakers"- film binnen afzienbare tijd zal kunnen worden geproduceerd. gezelschap waren. (Dat zulks impliceert blijkt alleen maar uit hoe terecht enthou- dat de rest oneerlijk en onoprecht is, is siast ik was, dat onze leden plezier had- de heer Van Bergen waarschijnlijk ont- den om de vormende waarden. Daaruit gaan. Gentlemanlike is het in elk geval bleek immers, dat er een ideaal, een be niet). wust levende mens achter staat. maaTvan Alb,* ,,n «j. bij- lijk beleven van ons geloof om daar door van zelf tot getuigen te komen. Dit alleen is de bestaansreden van een werkverband Katholiek amateurto neel". Een werkelijk beleven van ons geloof betekent ten aanzien van onze vrije-tijds- besteding; Een goed lid van onze verenl- voorbeeld heb ik uit zijn optreden op Wanneer ik de1vechtende het toneel afgeleid, dat hij katholiek amateurtoneel-wereid m twee veentende moet zijn Veel later pas werd mij dit kluwens ver^re1^'als door andere feiten bevestigd. En zo het ba?t'on.„,,lr.„ri '„nriDr zou ik wel andere katholieke beroeps- de slechte 1 R denkenden, acteur- kunnen aanhalen" Wanneer de heer Van Bergen wenst, dat De lezer heeft imüsse„ opgemerkt, dat ik serteus neem moet hij niet net ik met de eigen woorden van de heer Van doe J *s anders geschre- Bergen heb geantwoord op de door hem ven heeft dan.Onschuldige dmgen,^aar- et). wust levende mens achter staat. oergexi „eu gea.uwuura aag' van het niet erg is de helft te" vergeten, ging zijn, goed spelen en betrouwbare en Even verder zegt hij: „Iets ander., is Bijaldien vraag ik me af waar de heer zeer onvoorzichtig aan mij ®andaan Komen wij tot de laatste vraag, die mij goede vrienden zijn, in Christelijke zm- door Margaret Morrison Ukg. Z.-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Den Haag. De stewardessenroman „Hoog in de lucht", waarin met de lotgevallen van Annetze de Steur de ontwikkeling van de K.L.M. zo boeiend wordt geschilderd, be sloot met het uitbreken van de oorlog. In dit boek komt Annetze de Steur op uit nodiging terug in het na-oorlogse Neder land om in ogenschouw te nemen, wat de K.L.M. en wat Nederland doet om zich aan het oorlogsleed te ontworstelen. We derom blijkt dat de Engelse schrijfster, Margaret Morrison Nederland een warm hart toedraagt. Met diepe deernis be schrijft zij, hoe Annetze de Steur Neder land direct na de oorlog aantreft. Co Kars zorgde voor een goede vertaling. Een boeiend boek, voor allen, die zich interesseren voor het leven van een ex- K.L.M.-stewardes. Het is opgedragen aan de nagedachtenis van dr A. Plesman, in leven president van de K.L.M. Met de heer Van Bergen is het niet een voudig debatteren omdat hij nogal gemak kelijk tegenovergestelde dingen beweert, zich slecht eerder gedane uitspraken het, als we over het nut van het toneel- Van Bergen nu eigenlijk heen wil spelen gaan praten. Wat kunnen wij er Maar er is meer. allemaal niet van leren?"' en weer ver- Ik meende te weten en daarom be- „Waar haalt j u e „pi van zien of hij gesteld werd: eerlijk te schrijven (alsof koliek nisr'mUitdu;P èigken%èweringen ik het oneerlijk zou doen) wit ik denk Welnu; van de bestaansgrond en de taak van het der: „We spelen in diepste zin voor ons trok ik hem juist in mijn betoog - dat dus bbnn we opnieuw een W.K.A. Ik moet dat dan doen tegenover plezier toneel". de heer Van Bergen een overspannen re- Maar inmiddels hebben v L .„„tv a vanuit een tvnl- plezier toneel". de heer Van Bergen een overspannen re Die redenering is m.i. onjuist, omdat ze ligieus element in de toneelwereld wil plezier en nut scheidt. Die zaken zijn na- zien. Ik was n.l, blij, dat niemand op ge- herinnert en moeilijk de consequenties tuurlijk niet te scheiden. Het is natuurlijk noemde bijeenkomst daaraan meedeed. Nu van zijn eigen theorieën overziet. Met dank aan de redactie moge ik desniette min een antwoord opstellen. Er was dus een W.K.A.-kringbijeen- komst te Rotterdam. Daarop ontstond een gesprek over de vraag: „waarom speel ik eigenlijk?" Van dat gesprek deed ik verslag in ..Elckerlijc, waarbij ik inderdaad de heer Van Bergen betrok. Ik uitte in dat verslag mijn enthousias me omdat bij de beantwoording van de vraag de aanwezigen zo duidelijk de helemaal niet wat anders: „over het nut zich, tot mijn niet geringe verbazing, een heer Van Bergen, die zich tegenspreekt, iemand de het W.K.A. vanuit een typl- Tn het verleden was er een zoals ik sche vorige-eeuws katholieke geestesge- aantoonde met religieus overspannen steldheid ziet Dat blijkt uit hetgeen de ideeën en sedert verleden week een die heer Van Bergen (alweer concluderend uit zijn publicaties) van het W.K.A. denkt. Op dit gehele terrein zowel het meer technische als het meer ideële deel heeft het W.K.A. een stimulerende en coördi nerende taak. Tenslotte dit: 1. De heer Van Bergen vindt mij geen gentleman. Uit mijn betoog acht ik vol doende gebleken, dat aan hem het recht 1. Hijgeeft duidelijk blijk van een. van niet toekomt mij in dezen een verwijt te het niet-katholieke afkerig, enghartig se- maken. Ik heb nu trouwens uitvoerig paratisme; van de oude hekkenzetterij, geantwoord. in dit geval om de katholieke amateurto neelwereld. 2. Met betrekking tot mijn uitdruk king; „het tot de ander zijn in gemeen- 2. Hij continueert een Roomse front- schapszin" merkt hij op; „U heeft dus mentaliteit. Ten overvloede nog een ci- 0ok al een boek over het existentialisme taat daaromtrent: „De N.A.T.U. is veel gelezen". Het is geenszins nodig daar het •n *v»ii mal J. L laai uuuiv...». w.i, „.aa.a.w. aö gClCT/,Cll 11lö ^CCII OZ.1110 UUUlg Uddl 'U-L van toneelspelen gaan praten". Men speeltzeer nuchtere heer Van Bergen aan mij met beide oenen op de grond denkt te groter, veel machtiger! Dat is niet nood- existentialisme bij te halen. Het Evange- vormende waarden van het toneelspelen tnnppi VOor zijn plezier en dat plezier voordoet, die juist mij van hoogdraverij staan. w;; 1. -a—u in het plezier er om betrokken, naast ontspanning- de vor- beschuldigt, moet ik mijn oorspronke- deel, dat de heer Van Bergen het ergens dus het ontspanningselement dat even- Deleelt meu r «ni,i mende waarden! de persoonlijke uiting, lijke mening verklaren. nog heeft over niet-katholieke adviseurs, eens plezier verschaft. Er waren ook ie- dinsen"dlê"hét toneel- "ik kreeg "die mening uit zijn publicaties die we op ons dak gestuurd krijgen en den. die zeiden enkel voor hun plezier in de kolommen te spelen en ze zeiden dat natuurlijk op sPe'en biedt. zo'n komische manier van ..Jullie moe- Hoe onmogelijk moeilijk en tegenst a ten het me niet kwalijk nemen van deze krant. Hij zegt, dat we die adviseurs en die ge- heeft het gehad over W.K.A.-leden met mengde cursussen overboord moeten ullie moe- heer Van Bergen redeneert blijkt een ontstellend gebrek aan katholiek be- gooien om ons katholieken voor verdere niet zo van die verheven motieve^heb uit het slot van zijn betoog, waar hij. die wustzijn. Hij heeft heftig stelling Benomen vervlakking te behoeden dan mag ik met met zo van cue veraeien motieven nep „,p dienste zin tegen gezamenlijke cursussen van W.K.A. bet hoger gemelde citaat over dat uren- ik soeel gewoon voor miin Diezier' zojuist beweerde, dat we in diepste zin tegen gezamenlijke a waarop ik repliceerde dat ze dat hele- voor ons plezier toneelspelen en die niet en N.A.T.U., die hij voor katholieken ver- ang onderwijs gemeten met met-ka ho maal niet zo schuchter behoefden te zeg- horen wilde van andere speelmotieven derfelijk acht; ,,We zitten doodgemoede- heken, toch concluderen, dat heer gen zakelijk!" Hij denkt, in zwak en sterk, in politieke machtsverhoudingen. 3. Om een sterker W.K.A. te bereiken, (dat hij weer in die machtsstrijd noodza kelijk acht) zegt hij. dat het W.K.A. op de eerste plaats zijn leden wat te bie den moet hebben. Opportunisme en machtspolitek van het zuiverste water. De meest biedende heeft immers de meeste leden. Dat er in de eerste plaats van onderop een innerlijke drijfveer omdat hun antwoord eigenlijk op (zoals het beleven van enige gemeen- reerd een hele winter lang (misschien zelfs 5p"*?ing Lp5?pihltn.uT.i gl" moet zijn om samen te werken in een het zelfde neerkwam, immers een zin- schapszin; het geconfronteerd worden wel twee of drie winters lang) uren ach- andersdenkende medemensen toch wel ge werkverband, - iJ i.JUn j i i m «4 1 oor7Qtn ♦•nnoolfiryiiT'o»-!') Kournort' toroan nor IITPplf P TV) on TYÏPt Til fit—kstllO— brGk 3311 n33StGnllGf QG VGTlOOnt Gil öUS vrijetijdsbesteding, die je goed ver- met leerzame toneelfiguren) nu beweert: t.ereen per week tezamen met niet-katho- brek aan naastenliefde vertoo voor ie plezier, is een edel spel- „Er moet wel degelijk een ideaal ach- lieken onderwijs te genieten van niet-ka- helemaal niet gentlemanlike is. ter staan, zoals de geestelijk adviseur tholieke docenten! Heerlijke vruchtbare Finai-mede heh ifc uetraeht van het W.K.A. indertijd betoogde: geestrijke avonden waarvan ie iets mee- Goed katholiek toneel kan alleen ont- neemt voor heel je leven!" Ook het vol staan, wanneer er een bewust levende gend» citaat is in dit verband belangrijk: mens achter staat. We moeten komen „En het is gek (inderdaad, F. B.), volle richt motief met zeer vormende waarde. Deze mensen, die zo antwoordden staan de motieven, waarom ze handelen, alleen i niet zo verstandelijk voor de geest. Dat is natuurlijk ook helemaal niet nodig. vanuit de verenigingen zelf dus, ontgaat de heftig in het rond Daarmede heb ik getracht te staven, slaande heer Van Bergen, wat hij mijn beweringen en dikke en Voor mijn eigenlijke antwoord sluit ik holle woorden noemt, dis ik dan over en mij aan bij het betoog van de geestelijk van hem gezegd zou hebben. -adviseur van het. W.K.A., het citaat dat lie spreekt er op iedere bladzijde van. Daarom vind ik het juist zo pijnlijk de heer Van Bergen in dezen op onvoorzich tigheden te moeten wijzen. De opmer king maakt bovendien duidelijk, dat hij zelf met deze materie onbekend is. 3. Waar hij pretendeert, dat het zijn grootste zorg altijd geweest is. dat er veel te weinig verenigingen lid zijn van het W.K.A. moet hij wel bedenken dat het met die bezorgdheid niet overeenkomt van een W.K.A.-kringvergadering te schrijven, dat er maar een paar eerlijke en oprechte kerels waren en ook niet om ondoordachte dingen te schrijven en he lemaal niet om het W.K.A. verkeerd voor te stellen. F. L. TH. BRAKKEE, Bestuurslid W.K.A. kring Roterdam»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 10