In de schaduw
van het schavot
tm
m
Op de PLANKEN
Voorzichtig met technische
nieuwigheden
witte doek
Be
i
Televisie stimulans voor film
bezoek
Proces tegen Gina Lollobrigida
I
Over amateurtonelisten en
Boeiende
historische
herscheppingen
Haar eerste stuk
Interview met een schrijfster
ANTWOORD
aan de heer
HANS VAN BERGEN
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1933
PAGINA 10
H. M. MONS
De Zuidhollandse Uitgeverij Ad. M. C. Stok te
's-Gravenhage, heeft in de laatste tijd enige historische
romans het licht doen zien, die speciale aandacht
verdienen. Twee er van sluiten, wat de decors betreft,
op elkaar aan. „Monsieur de Paris" van H. M. Mons
speelt zich af vóór en tijdens de Franse revolutie.
Daar neemt Edgard Maass de draad op en in „Keizer
lijke Venus" vertelt hij van het einde van de republiek
en van de vestiging, glorie en ondergang van hei
keizerrijk. De beide boeken hebben dit met elkaar
gemeen: dat er een hoofdpersoon in optreedt, die
door functie of staat van nabij en zeer intensief de
geweldige gebeurtenissen beleeft, er direct bij be
trokken is, doch er zelf toch geen invloed op kan
uitoefenen. Zij aanschouwen de ontwikkeling met
ingehouden adem, want him eigen lot hangt er van
af. Persoonlijke gevoelens als liefde en haat en
drang naar gerechtigheid hij „monsieur", en weinig
meer dan zinnelijkheid en ijdelheid bij „Venus"
worden er mede door bepaald-
Hans van Bergen
MOOI EN BEHAAGZIEK
BEELD VAN EEN KONING
Amerikaanse bioscopen gaven meer uit dan
liun netto-inkomen
ZATER
Hans Roest
Maar „gasmeter-tv
een acuut gevaar
„WIJD IS DE HORIZON"
Is het overigens vreemd, dat ik tevens de heer Van Bergen zelf zo zeer ten on-
grootse historische taferelen
Nog niet zo lang geleden was ik op
bezoek bij een jong mevrouwtje, moeder
van vier kleine kinderen, die me binnen
haalde met de enthousiaste mededeling,
dat ze „een toneelstuk gepleegd had".
„Het is echt goed" verzekerde ze. Ik
moest het maar eens vlug lezen, want ze
wilde het zo gauw mogelijk naar de uit
gever sturen.
Het was vermoedelijk, omdat ik zo'n
grote ogen opzette, dat ze plots met een
openhartige bekentenis kwam: „Het baby-
tje is uit zijn wiegje gegroeid en nu moest
er een nieuw ledikantje worden aange
schaft. We hebben zitten peinzen, mijn
man en ik, waar we het geld vandaan
moesten halen. Het is allemaal zo duur
tegenwoordig.. Enfin je weet het zelf
wel, je hebt ook een gezinnetje. Nu.
op een nacht, dat ik daarover wakker
lag, schoot me ineens een interview te
binnen, dat ik eens gelezen heb. De re
dactrice sprak met een heel bekende
schrijfster van historische boerenromans.
De naam ben ik tot mijn schande gran
dioos vergeten, want zelf had ik nog nooit
van haar gehoord- Die romancière ver
telde, dat ze indertijd tot schrijven was
gekomen uit geldnood. Haar man was ziek
of werkeloos en ze had een stel kleine
kindertjes net als wij dus en omdat
ze helemaal niets anders wist, was ze
gaan schrijven. Op goed geluk af. Zo
maar. Verhalen uit haar jeugd of de
jeugd van een vriendin.. Ik dacht: wat
zij kon, kan ik ook. Ik ben journaliste
geweest en ik kreeg altijd complimentjes
voor mijn reportages. Van een reportage
naar een toneelstuk c'est un pas, meen
de ik. Maar eerlijk gezegd viel het toch
een beetje tegen.."
Ik zal „de schrijfster" maar aan het
woord laten, lezers, want in werkelijk
heid kon ik ook geen speld tussen deze
enthousiaste woordenvloed krijgen. Ik
kan u dus geen geijkt interview geven
met deze beginnende amateurtoneel
schrijfster. Ze ratelde verdei;.
„ïk begon de volgende dag al stiekum
tussen de gewone werkjes door te pennen
en schreef 's avonds in één adem het
eerste bedrijf. Tenminste dat dacht ik Ik
gaf het mijn man ter beoordeling en be
keek terwijl hij het tergend langzaam
doornam angstig zijn gezicht..
Hij was enthousiast. Het was goed, zei
hij, prima. Het beloofde wel net zo n ple
zierig stuk te worden als „De nieuwe
veearts'', dat ook door een jonge moeder
geschreven is. Ik was in de wolken..
Maar na kantje zeven verduisterde zijn
blik. Ik verdween de kamer uit, zoge
naamd om koffie te zetten. Maar toen ik
weer binnen kwam. las ik mijn veroor
deling van zijn gezicht: „Wat heb ]e nu
toch allemaal geschreven?! Wat een niets
waardige onzin. Ik dacht niet, dat je
daartoe in staat was. Je valt me zó ver
schrikkelijk tegen.
„Dus het is niks?" vroeg ik klein en
benepen.
„Nog minder dan niks," bromde hij met
zijn somberste stem.
„Alleen het begin is goed. Dat is wer
kelijk aardig. Ik nam maar aan, dat hij
dat niet uit medelijden zei en klampte
me eraan vast.
„Dus je denkt wel dat ik het kan?"
Het antwoord kwam weliswaar aarzelend
maar toch bevestigend. En omdat ik die
hele dag al visioenen had gehad van een
heleboel nuttige Sinterklaascadeautjes
die ik nu tegen verwachting in toch
nog zou kunnen kopen „van mijn to
neelstuk'' heb ik opnieuw moed gevat
en ben de volgende dag van voren af aan
begonnen.
Mijn eerste „eerste bedrijf" besloeg
veertien kantjes. Dat moesten er minstens
veertig worden. Maar hoe?
Ik had tot nu toe vier spelers. Dat was
ook niet genoeg.
Wat een problemen levert zo'n stuk.
Enfin, ik heb er nog wat broers en
zussen bij verzonnen en toen ging het ei
genlijk vanzelf. Of het ook herinneringen
uit mijn jeugd zijn? Niks hoor. Het stuk
speelt niet eens hier. Ik begrijp heus zelf
niet, hoe ik op het gegeven gekomen ben.
Nu is het af. In veertien avonden heb
ik het afgepend. Nou ja, halve nachten
erbij hoor. Ik wilde voor de tragische
noot in het tweede bedrijf een ongeluk
laten gebeuren. Een jongen van 21 jaar,
een piloot, morsdood laten vallen. Het stuk
verloopt anders zo gelijkmatig plezierig.
Maar mijn man vond het niet nodig.
Toen hij het echter gelezen had, vroeg
hij verbaasd, waarom ik het niet gedaan
had. Dat had het verhaal nu net nodig,
zei hij. Ja, ze zeggen dat vrouwen wispel
turig zijn!.. Enfin, toen heb ik later nog
maar een klein ongelukje ingelast. Niet
met een vliegtuig, maar met een auto. En
het loopt allemaal goed af.. Lees het
stuk nu gauw. Ik ben doodnieuwsgierig
naar je oordeel.
En voordat is het me goed en wel be
wust was stond ik met het manuscript
in mijn handen weer buiten.
U bent misschien ook nieuwsgierig naar
mijn oordeel?
Ziehier dan:
Ik zou als ik helemaal eerlijk was
de „schrijfster" hebben moeten zeggen:
Uw stuk bevat wel een aardig gegeven
Er valt wel wat van te maken.
Ik heb waarschijnlijk omdat ik, net
als haar man, haar beteuterde gezicht
niet goed kon verdragen gezegd: Het
gegeven is aardig, de stijl is goed, maar
je mist de toneeltechnische schrijfvaar
digheid. Dat vond ze begrijpelijk aange
zien het haar eerste stuk was.
We hebben toen samen het stuk door
genomen en gezien welke scènes verbe
terd moesten worden, welke personen ver
duidelijkt, wat moest wegvallen en waar
hiaten in de handelingen waren, enz. enz,
En omdat de schrijfster een persoontje
is, dat blijkbaar niet ontmoedigd kan
worden (of omdat het babybedje er ko
men moet?) is zij nu weer enthousiast
bezig het hel? stuk opnieuw te schrijven..
Van een reportage naar een toneelstuk
..hoevele passen???
„Monsieur de Paris" was de naam
voor de beul van Parijs, een functie, die
van geslacht op geslacht overging. Dit
boek speelt zich dus af in de schaduw
van het schavot. Maar niet dit in de eer
ste plaats verleent het boek zijn grote
bewogenheid; het is het innerlijke conflict
van de nens, dat ons boeit; de mens,
die door zijn geboorte een ambt krijgt
opgedrongen, en door dit ambt verplicht
is om zijn handen naar het leven van zijn
evennaaste uit te strekken op bevel.
De tragiek van Charles Henri Sanson de
Longval was deze: dat hij er naar hunker
de geneesheer te worden om de mensen
te helpen terwijl zijn afstamming hem
dwong tot het omgekeerde: het doden
van mensen. Hij wilde zich geheel in
dienst stellen van de lijdende mensheid,
doch hij werd door zijn ambt haar na
tuurlijke vijand.
Charles Henri, die in twee gestalten de
ware liefde leerde kennen, leerde ook to
meloos haten. Zijn eerste openbare optre
den (door Mons met geweldige dramati
sche spanning beschreven) riep het con
flict, dat zijn verdere leven zou gaan
beheersen, in volle hevigheid in hem wak
ker. En opeens ging hij zover tot een
daad, waarin men opperste wreedheid wil
de zien, maar die hem werd ingegeven
door een opwelling van barmhartigheid:
hij gebruikte zijn dolk en doodde de ver
oordeelde eigenhandig.
Toen de revolutie uitbrak, waren het
andere figuren die naar het schavot wer
den verwezen. Aan de stroom van terecht
stellingen kwam bijna geen einde. Maar
tenslotte brak dan voor Charies Henri de
dag aan, dat de man, op wiens bevel dui
zenden hoofden waren gevallen, het
schavot moest beklimmen. Toen was zijn
eigen leven echter reeds té zeer gete
kend om een nieuw begin mogelijk te ma
ken.
Mons heeft een fascinerende vertel
trant. Hij is in staat grootse historische
taferelen te schilderen, maar ook de diep
ste roerselen van het hart weet hij te
doorgronden en opzuivere wijze weer te
geven. Charles Henri is voor ons een
mens, géén historische schim. Daarom is
dit boek, dat bestemd is voor volwasse
nen, meeslepende lectuur.
Ook Edgar Maass is een goed vertel
ler, maar de hoofdpersoon van zijn roman
is minder interessant dan die van Mons.
De „Keizerlijke Venus" is Pauline Bona
parte, de lievelingszuster van Napoleon,
Pauline (aanvankelijk Paoletta, welke
naam verfranst werd door de oudere broer
Lucien) was een beeldschoon en vroegrijp
meisje, dat wist wat ze wilde. Veel meer
dan mooi en behaagziek zijn heeft ze
niet verricht. Daarom is deze roman (ge
vormde lezers), ook eerder onderhoudend
?n levendig dan belangrijk.
Charles Henri uit „Monsieur de Paris"
was tenslotte een kere] met een scherp
verstand en hoe vreemd dit ook moge
klinken voor 'n beul met 'n hart. Pau
line was niets dan een zinnelijke mooie
vrouw, zonder persoonlijke verdiensten of
qualiteiten. Moraal kende zij ternauwer
nood veel minder dan de veel gesma
de madame de Pompadour, over wie de
Engelse schrijfster Nancy Mitford een
zeer goede biografie schreef.
(Een Nederlandse vertaling van dit boek
verscheen zojuist bij Allert de Lange te
Amsterdam. De bewerking is van de
hand van Clara Eggink. die zich uitste
kend van haar taak heeft gekweten zo
goed zelfs, dat enige hardnekkig volgehou
den kleine fouten bepaald storen. Het
Met deze gehele gedachtengang echter,
weet de heer Van Bergen geen raad.
Hij stelt immers, dat de mensen, die
zeiden alleen voor hun plezier te spelen,
de eerlijke en oprechte kerels van het
boek is rijk geïllustreerd met uitstekende
reproducties).
De doktersroman is in ons land bijzon
der geliefd. De Zuidhollandse Uitgevers
mij. introduceert met „De dans van de
zeven duivels" de eerste middeleeuwse
doktersroman. De schrijver, Fritz Habeck,
verwierf met dit lijvige boek 'n eerste
ling! de grote Goethe-prijs van de
stad Wenen. „De dans van de zeven dui
vels" is inderdaad een historische roman
van formaat. De hoofdpersoon, de
edelman Robin de Morteby, is de verper
soonlijking van de middeleeuwse mens,
in wie het besef van de verantwoordelijk
heid van mens tot mens en de drang naar
gerechtigheid begint te dagen. Ook hier is
het een menselijk conflict, dat zich op de
voorgrond dringt. Het is met bonte kleu
ren geschilderd tegen het decor van de
tijd. Habeck is bijzonder meeslepend in
zijn massa-taferelen, bijvoorbeeld bij een
beschrijving van de pest. Deze passage
zal men niet licht vergeten.
Van een geheel ander genre, maar toch
ook met historische inslag, zijn de boeien
de zeeromans van C. S. Forester, die met
zijn Hornblower een verrukkelijke roman
tische figuur heeft geschapen. Het jongste
deel, „De taal der scheepskanonnen" is
weer Forester op zijn best- Het boek biedt
talloze avonturen en men moet wel een
nurks zijn, wil men er niet enige uren
door geboeid zijn.
Een opvallende historische roman ver
scheen in de bekende Juwelenserie van
de Uitgeverij J. H. Gottmer te Haarlem
Hij werd geschreven door een Amerikaan
met de Nederlands klinkende naam Lau
rence Schoonover. In de Engels spreken
de landen oogstte dit boek een geweldig
succes. De Nederlandse editie, goed. ver
taald en fraai uitgegeven, bestaat uit twee
delen. „Een kroonprins in ballingschap"
en „Koning van Frankrijk".
Het is wel een zeer tragische levens
geschiedenis, die ons hier wordt afgeschil
derd. Lodewijk, de zoon van Karei VII
van Frankrijk was als kind en jonge
man zeer onaanzienlijk. Hij werd ntl'h-
tans de latere Lodewijk XI, die het
verdeelde Frankrijk tot nieuwe eenheid
en kracht bracht. In deze twee boeken
wordt dit veelbewogen leven, van de
geboorte tot aan de dood, beschreven
indringend en boeiend.
Dit is de uitstekende start van de veer
tiende jaargang van de Juwelenserie. Ook
het vorige jaar stond deze reeks, die be
oogt goede ontspanningslectuur te bieden
tegen zeer lage prijs, op hoog peil. Boe
ken als „De kleine barones" van de be
kende verteller Morten Woch en „Xandra.
het verleden keert weer" van Carmen de
Icaza hebben wij met bijzonder genoegen
gelezen. De nieuwe serie belooft weer veel
goeds.
WERELDNIEUWS
(Van onze filmredacteur)
In 1951 hebben de Amerikaanse bio
scoopexploitanten aan nieuwe propectie-
systemen een bedrag uitgegeven, dat gro
ter is dan hun gezamenlijke netto-inko
men. Loren L. Ryder, hoofd van de tech
nische afdeling van de Paramountpstudio,
heeft het bedrijf dan ook gewaarschuwd
om zich eerst eens te bezinnen op de ecoj
nomische waarde van verdere verande
ringen in de toekomst. „Vele technici",
voegde hij er aan toe. „Men vergeet wel
eens, dat rekeningen moeten worden be
taald. Sommige mensen in de studio's
zijn zich alleen maar bewust van de pro
ductiekosten, die tussen haakjes angst
wekkend snel stijgen. Van nu af aanmoet
iedere technicus én vooral iedere fabri
kant de economische kosten en de econo
mische waarde van zijn aanbiedingen
toetsen aan de belangen van het be
drijf. En de bioscoopexploitanten moeten
niet langer ingaan op nieuwigheden zon
der dat eerst haar economische waarde
is bewezen.
aldus Ryder, „vergeten, dat het doel van
het bioscoopbedrijf Beid verdienen is.
Volgens cijfers, die door het Departe
ment van Handel zijn gepubliceerd, heb
ben de ongeveer 20.000 bioscopen in Ame
rika een netto-inkomen van S 25.000.000,-
tot 30.000.000,- per jaar. In de loop van
1954 hebben circa 12.000 bioscopen nieuwe
projectieschermen aangeschaft, 5000 in
stalleerden een stereofonische geluidsap
paratuur en 12.000 kochten nieuwe stan-
daardlenzen plus anamorphische lenzen
voor CinemaScope-projectie, hetgeen een
totale investering van ruim 30.000.000,-
verlegenwoordigt."
Fabrikanten van technische apparaten,
die cr zich over beklagen, dat de ver
koop dit jaar lager is dan in 1954, pro
beren volgens Ryder een weg te vinden
om blijvend beslag te leggen op de winst
der bioscoopexploitanten. „Dat hoeven ze
maar vijf jaar achter elkaar te doen en
er is helemaal geen bioscoopbedrijf meer".
99
Er zijn
man, die
tijd nog: i
pioensch;
Zij gaan
Europese
kampioer
partijen
stadion,
allure mi
toforidis,
Dam en
v' a V.
Bing Crosby zou, volgens Lorrella
Parsons, gaan rentenieren.
.99
In een artikel, getiteld „Film en tele
visie", verschenen in het jongste nummer
van „Film, het oraaan van de Neder
landse Bioscoopbond", komt de schrijver
tot de conclusie, dat de televisie, „het
medium "dat veel met de film en niets
met de radio heeft te maken, zich zon
der de film zelfs niet. ontwikkelen kan
(films nemen 55 tot 60 percent van de
televisiezendtijd in Amerika in beslag),
maar evengoed een eige nbestaansrecht
heeft, zodat beide media een modus Vi
vendi zullen moeten vinden, een manier
om samen te leven met respectering
van elkanders terrein.
De schrijver acht het even voorbarig
als nutteloos om te trachten, zich nu al
een idee te vormen van de invloed, die
de televisie tenslotte op het filmbedrijf
zal hebben. De verhouding tussen beide
media wijzigt zich van dag tot dag, soms
met verbijsterende snelheid.
Vrij algemeen neemt men aan, dat de
televisie tot op heden per saldo een on
gunstige invloed heeft gehad op de bios
coopexploitatie, maar dat er bemoedigen
de aawiiringen zijn. dat deze ontwik
keling zich ten gunste van het bioscoop
bedrijf keert. Het wekelijkse bioscoopbe
zoek in Amerika zou in de periode 1946—
1953, juist de tijd van de grootste expansie
der televisie, zijn gehalveerd, terwijl van
de 19 600 bioscopen die in 1946 in exploi
tatie waren, er einde 1953 voor meer dan
een kwart hun deuren hadden gesloten.
Daarbij speelden tal van factoren een rol,
waarvan de televisie misschien de belang
rijkste was. Maar nauwelijks een jaar
later, in 1954, begon het bioscoopbezoek
weer te stijgen en waren de gesloten bios
copen weer heropend dan wel vervangen
door de „drive-ins" of openluchtbioscopen,
die een toenemende populariteit genie-
- Hoewel deze laagte exoloüaties in
1946 practisch nog niet bestonden, was
haar getal in 1954 tot meer dan 4.000
gegroeid.
In zekere zin begint men de televisie
in het filmbedrijf zelfs als een soort bond
genoot te beschouwen. Niet alleen dat de
televisie zich voor de vervaardiging van
haar films tot het filmbedrijf wendt, maar
in Amerikaanse exploitantenkringen is
men tot de conclusie gekomen, dat de
televisie op haar beurt een steentje kan
bijdragen tot bevordering van de „film-
ïndednes" door voorlichting te geven over
n-f—we films Het verbod van vertoning
van nieuwe films door de televisie slaat
namelijk niet op „films over films" d.w.z.
op voorfilms of filmfragmenten met com
tot een werkelijk beleven van ons ge
loof om daardoor vanzelf tot getuigen
te komen. Dit alleen is de bestaansre
den van een W.K.A.".
Ik ga daar volkomen mee accoord. Er
mentaal. De grotere Amerikaanse produ
centen gaan er zelfs meer en meer toe
over om dergelijke films speciaal voor de
televisie te vervaardigen en de televisie
maatschappijen nemen ze graag in haar
programma's op, omdat ze het publiek
interesseren. Alle geledingen van het
Amerikaanse filmwezen beginnen de be
tekenis van de televisie als stimulans voor
het filmbezoek dan ook te erkennen.
Een werkelijk acuut gevaar voor de
bioscoopexploitatie ziet de schrijver van
het artikel in de oogingen tot invoering
van de zogenaamde „gasmetertelevisie",
waarbij men bepaalde T.V.-programma's
slechts kan ontvangen, als men in het
toestel een zeker bedrag deponeert.
Het is echter momenteel onmogelijk om
ook maar enige voorspelling te doen over
de uitslag van deze waarlijk titanische
strijd tussen de voor- en tegenstanders
van deze vorm van televisie, waarvoer
men onlangs in de rubriek „Draadloos
Contact" in ons blad een en ander heeft
kunnen lezen. Het staat echter wel vast,
dat de uitslag niet alleen zal beslissen
over de toekomst van het bioscoopbedrijf,
maar ook over die van de televisie zelf.
Deborah Kerr, de moedigste vrome
ter wereld
Gina Lollobrigida wordt beschuldigd van
„schaamteloosheid" en „vulgariteit" in
een aanklacht, bij een Romeinse recht
bank tegen haar ingediend door de fami
lie van de overleden danseres Lina Cava-
lieri, die ze in haar laatste film „De mooi
ste vrouw ter wereld" heeft uitgebeeld.
De Cavalieri's eisen de inbeslagneming
van de film en „morele en materiële
schadeloostelling", omdat de familie in
haar eer is aangetast. Ze noemen de film
„beledigend, vulgair, weerzinwekkend en
schaamteloos".
In het bijzonder maken zij bezwaar
tegen de scène, waarin „La Lollo" zich
dcor een Russische prins laat verleiden.;
Lina Cavalieri heeft inderdaad aan het Bogarde: „omdat de scènes, die ik door
Hef in St. Petersburg met een Russische mijn zenuwen heb bedorven, opnieuw
nrins kennis gemaakt, toen zij zich op het
staat hij tussen de coulissen te bibberen
van de 'plankenkoorts en met een gevoel,
of hij zijn maag kwijt is.
Dat heb ik iedere voorstelling, heeft
hij zelf bekend. Ik ben geen echte acteur
en heb een hekel aan acteren. Ik heb altijd
schrijver, willen worden. Ik houd niet
van dit afschuwelijke bedrijf, waarin de
mensen naar je zitten te kijken".
Bogarde heeft altijd geweigerd persoon-
Tijk op te treden om zijn films te propa
geren. Hij weigert lang achtereen in een
zelfde stuk op te treden. De laatste maal,
dat hij dit deed, kreeg hij een zenuwin
storting.
„Ik geef de voorkeur aan films", aldus
hoogtepunt van haar roem bevond, aldus
verklaren de Cavalieri's, maar ze trad
met hem in het huwelijk en werd prinses
Bariatinsky.
kunnen worden gespeeld'"
Waarom Bogarde toch aan het toneel is
gegaan? „Ik geloof niet, dat ik het nog
veel langer als film-ster kan uithouden. Ik
ben nu 35, heb in acht jaar 25 films ge-
t maakt en 950.000 van Mr Rank getou-
Jennifer Jones krijgt de hoofdrol in de cheerd.
nieuwe filmversie, die David O, Selznick
naar Ernest Hemingway's roman „A Fare
well to Arms" gaat maken. Gregory Peck
is één van de drie gegadigden voor de
mannelijke hoofdrol, die oorspronkelijk
door Gary Cooper werd vertolkt.
Dirk Bogarde, de Engelse filmacteur,
treedt momenteel op in „Summertiipe",
zijn eerste toneelkomedie en iedere avond
Bing Crosby gaat rentenieren, aldus
weet Louelia Parsons. Hollywoods mees'
bekende en gevreesde nieuwtjesjaagstei
te vertellen.
Leden van de Crosby-familie zouden
hebben meegedeeld, dal Bing niet allee;,
zijn contract met Paramount wil annu
leren maar ook het maken van gramo-
foonplaten en het optreden voor de te
levisie staken.
Naar aanleiding van dit bericht heelt
Bing zelf verklaard: „Laten we zeggen,
dat ik me niet zo dikwijls terugtrek als
Sir Winston Churchill maar vaker dan
Betty Hutton..
Leslie Caron is in haar schik, maar haar
bewonderaars niet. Evenals Moira Shea
rer heeft ze het ballet er aan gegeven.
Een prima ballerina op 18-jarige leetijd.
heeft Leslie, die nu 24 is. verklaard: „Een
danseres bereikt het hoogtepunt van haar
ière als ze dertig wordt. Tegen die l r
carrière als ze dertig wordt. Tegen die
tijd wil ik wat genoten hebben. Nu ik mei
langer oefen, ben ik voor het eerst in
mijn leven gelukkig."
Gene Kelly heeft haar, zoals men zich
wellicht zal herinneren, te Parijs „ont
dekt" en haar tot zijn tegenspeelster ge
maakt in de film ,-An American in Pa
ris"
Gina Lollobrigida wordt beschuldigd
van „schaamteloosheid en
„vulgariteit
Thelma Ritter is van mening, dat De
borah Kerr de dapperste vrouw ter we-
reld is. Tijdens de opnamen voor de Pa
ramount-film „The Proud and Profane*
op de Virginische eilanden moest Thelma,
die de leidster speelt van een aantal Ro-
de-Kruiszusters. onder wie ook Deborah
Kerr, deze laatste in een gedeukte jeep
naar een dozijn verschillende plaatsen op
het eiland rijden. Op zich eenvoudig ge
noeg, behalve dan dat Thelma niet chauf
feren kon. Ze kreeg haar eerste rijles
vlak voordat met de opnamen werd be
gonnen.
„Ik moest", aldus Thelma, „Deborah I
door de drukste straten van de stad. over
de markt en langs bochtige bergwegen rij
den. Iedereen, van producent William
Perlberg en regisseur George Seaton af tot
de jongste assistent toe gilde adviezen en
waarschuwingen naar me, wat de zaak
alleen nog maar moeilijker maakte. De
arme Deborah, die toevallig uitstekend
kan chaufferen, zei echter geen woord.
Ze bleef grimmig en zwijgend voor zich
i uitkijken, al zei ze misschien wel een
paar schietgebedjes. Een paar maal dacht
Ik, dat we er aan gingen. Eens schrok
ik zelfs zo, dat ik flauwviel en uit de jeep
moest worden gedragen. Maar Deborah
bleef onveranderlijk zichzelf. Persoonlijk
i heb ik haar een medaille voor boven
menselijke koelbloedigheid en dapperheid
toegekend".
In de heuvels rond Rome. waar enige
tijd geleden de Limburgse dichter Felix
Rutten, Bertus Aafjes en de toneelspeler
Fons Rademakers bijeen waren, is het plan
geboren om een filmdocumentaire te ma
ken over het Limburgse schuttersleven.
Het door Rutten geopperde plan werd
overgenomen door Fons Rademakers, die
zoals men weet met een beurs van het
Rijk in de studio's van Rome en onder
leiding van niemand minder dan Vittorio
de Sica de eerste beginselen van het
filmen leert en die Bertus Aafjes ver
zocht, het scenario voor deze documen
taire te schrijven.
De plannen zijn. naar „De Nieuwe Lim
burger'' verneemt, in een vergevorderd
stadium. Er is al een bedrag van 100.000
bijeen, maar vóór de plannen kunnen wor
den verwezenlijkt, moet men over 500.000
kunnen beschikken. Men rekent er niette
min op, dat deze eerste „Rademakers"-
film binnen afzienbare tijd zal kunnen
worden geproduceerd.
gezelschap waren. (Dat zulks impliceert blijkt alleen maar uit hoe terecht enthou-
dat de rest oneerlijk en onoprecht is, is siast ik was, dat onze leden plezier had-
de heer Van Bergen waarschijnlijk ont- den om de vormende waarden. Daaruit
gaan. Gentlemanlike is het in elk geval bleek immers, dat er een ideaal, een be
niet). wust levende mens achter staat.
maaTvan Alb,* ,,n «j. bij-
lijk beleven van ons geloof om daar
door van zelf tot getuigen te komen.
Dit alleen is de bestaansreden van een
werkverband Katholiek amateurto
neel".
Een werkelijk beleven van ons geloof
betekent ten aanzien van onze vrije-tijds-
besteding; Een goed lid van onze verenl-
voorbeeld heb ik uit zijn optreden op Wanneer ik de1vechtende
het toneel afgeleid, dat hij katholiek amateurtoneel-wereid m twee veentende
moet zijn Veel later pas werd mij dit kluwens ver^re1^'als
door andere feiten bevestigd. En zo het ba?t'on.„,,lr.„ri '„nriDr
zou ik wel andere katholieke beroeps- de slechte 1 R denkenden,
acteur- kunnen aanhalen" Wanneer de heer Van Bergen wenst, dat
De lezer heeft imüsse„ opgemerkt, dat ik serteus neem moet hij niet net
ik met de eigen woorden van de heer Van doe J *s anders geschre-
Bergen heb geantwoord op de door hem ven heeft dan.Onschuldige dmgen,^aar-
et). wust levende mens achter staat. oergexi „eu gea.uwuura aag' van het niet erg is de helft te" vergeten, ging zijn, goed spelen en betrouwbare en
Even verder zegt hij: „Iets ander., is Bijaldien vraag ik me af waar de heer zeer onvoorzichtig aan mij ®andaan Komen wij tot de laatste vraag, die mij goede vrienden zijn, in Christelijke zm-
door Margaret Morrison
Ukg. Z.-Hollandsche Uitgevers
Maatschappij, Den Haag.
De stewardessenroman „Hoog in de
lucht", waarin met de lotgevallen van
Annetze de Steur de ontwikkeling van de
K.L.M. zo boeiend wordt geschilderd, be
sloot met het uitbreken van de oorlog.
In dit boek komt Annetze de Steur op uit
nodiging terug in het na-oorlogse Neder
land om in ogenschouw te nemen, wat de
K.L.M. en wat Nederland doet om zich
aan het oorlogsleed te ontworstelen. We
derom blijkt dat de Engelse schrijfster,
Margaret Morrison Nederland een warm
hart toedraagt. Met diepe deernis be
schrijft zij, hoe Annetze de Steur Neder
land direct na de oorlog aantreft. Co
Kars zorgde voor een goede vertaling.
Een boeiend boek, voor allen, die zich
interesseren voor het leven van een ex-
K.L.M.-stewardes. Het is opgedragen
aan de nagedachtenis van dr A. Plesman,
in leven president van de K.L.M.
Met de heer Van Bergen is het niet een
voudig debatteren omdat hij nogal gemak
kelijk tegenovergestelde dingen beweert,
zich slecht eerder gedane uitspraken
het, als we over het nut van het toneel- Van Bergen nu eigenlijk heen wil
spelen gaan praten. Wat kunnen wij er Maar er is meer.
allemaal niet van leren?"' en weer ver- Ik meende te weten en daarom be-
„Waar haalt
j u e „pi van zien of hij gesteld werd: eerlijk te schrijven (alsof
koliek nisr'mUitdu;P èigken%èweringen ik het oneerlijk zou doen) wit ik denk Welnu;
van de bestaansgrond en de taak van het
der: „We spelen in diepste zin voor ons trok ik hem juist in mijn betoog - dat dus bbnn we opnieuw een W.K.A. Ik moet dat dan doen tegenover
plezier toneel". de heer Van Bergen een overspannen re- Maar inmiddels hebben v L .„„tv a vanuit een tvnl-
plezier toneel". de heer Van Bergen een overspannen re
Die redenering is m.i. onjuist, omdat ze ligieus element in de toneelwereld wil
plezier en nut scheidt. Die zaken zijn na- zien. Ik was n.l, blij, dat niemand op ge-
herinnert en moeilijk de consequenties tuurlijk niet te scheiden. Het is natuurlijk noemde bijeenkomst daaraan meedeed. Nu
van zijn eigen theorieën overziet. Met
dank aan de redactie moge ik desniette
min een antwoord opstellen.
Er was dus een W.K.A.-kringbijeen-
komst te Rotterdam. Daarop ontstond
een gesprek over de vraag: „waarom
speel ik eigenlijk?" Van dat gesprek
deed ik verslag in ..Elckerlijc, waarbij
ik inderdaad de heer Van Bergen betrok.
Ik uitte in dat verslag mijn enthousias
me omdat bij de beantwoording van de
vraag de aanwezigen zo duidelijk de
helemaal niet wat anders: „over het nut zich, tot mijn niet geringe verbazing, een
heer Van Bergen, die zich tegenspreekt, iemand de het W.K.A. vanuit een typl-
Tn het verleden was er een zoals ik sche vorige-eeuws katholieke geestesge-
aantoonde met religieus overspannen steldheid ziet Dat blijkt uit hetgeen de
ideeën en sedert verleden week een die heer Van Bergen (alweer concluderend
uit zijn publicaties) van het W.K.A.
denkt.
Op dit gehele terrein zowel het meer
technische als het meer ideële deel heeft
het W.K.A. een stimulerende en coördi
nerende taak.
Tenslotte dit:
1. De heer Van Bergen vindt mij geen
gentleman. Uit mijn betoog acht ik vol
doende gebleken, dat aan hem het recht
1. Hijgeeft duidelijk blijk van een. van niet toekomt mij in dezen een verwijt te
het niet-katholieke afkerig, enghartig se- maken. Ik heb nu trouwens uitvoerig
paratisme; van de oude hekkenzetterij, geantwoord.
in dit geval om de katholieke amateurto
neelwereld.
2. Met betrekking tot mijn uitdruk
king; „het tot de ander zijn in gemeen-
2. Hij continueert een Roomse front- schapszin" merkt hij op; „U heeft dus
mentaliteit. Ten overvloede nog een ci- 0ok al een boek over het existentialisme
taat daaromtrent: „De N.A.T.U. is veel gelezen". Het is geenszins nodig daar het
•n *v»ii mal J. L laai uuuiv...». w.i, „.aa.a.w. aö gClCT/,Cll 11lö ^CCII OZ.1110 UUUlg Uddl 'U-L
van toneelspelen gaan praten". Men speeltzeer nuchtere heer Van Bergen aan mij met beide oenen op de grond denkt te groter, veel machtiger! Dat is niet nood- existentialisme bij te halen. Het Evange-
vormende waarden van het toneelspelen tnnppi VOor zijn plezier en dat plezier voordoet, die juist mij van hoogdraverij staan. w;; 1. -a—u
in het plezier er om betrokken, naast ontspanning- de vor- beschuldigt, moet ik mijn oorspronke- deel, dat de heer Van Bergen het ergens
dus het ontspanningselement dat even- Deleelt meu r «ni,i
mende waarden! de persoonlijke uiting, lijke mening verklaren.
nog heeft over niet-katholieke adviseurs,
eens plezier verschaft. Er waren ook ie- dinsen"dlê"hét toneel- "ik kreeg "die mening uit zijn publicaties die we op ons dak gestuurd krijgen en
den. die zeiden enkel voor hun plezier in de kolommen
te spelen en ze zeiden dat natuurlijk op sPe'en biedt.
zo'n komische manier van ..Jullie moe- Hoe onmogelijk moeilijk en tegenst a
ten het me niet kwalijk nemen
van deze krant. Hij zegt, dat we die adviseurs en die ge-
heeft het gehad over W.K.A.-leden met mengde cursussen overboord moeten
ullie moe- heer Van Bergen redeneert blijkt een ontstellend gebrek aan katholiek be- gooien om ons katholieken voor verdere
niet zo van die verheven motieve^heb uit het slot van zijn betoog, waar hij. die wustzijn. Hij heeft heftig stelling Benomen vervlakking te behoeden dan mag ik met
met zo van cue veraeien motieven nep „,p dienste zin tegen gezamenlijke cursussen van W.K.A. bet hoger gemelde citaat over dat uren-
ik soeel gewoon voor miin Diezier' zojuist beweerde, dat we in diepste zin tegen gezamenlijke a
waarop ik repliceerde dat ze dat hele- voor ons plezier toneelspelen en die niet en N.A.T.U., die hij voor katholieken ver- ang onderwijs gemeten met met-ka ho
maal niet zo schuchter behoefden te zeg- horen wilde van andere speelmotieven derfelijk acht; ,,We zitten doodgemoede- heken, toch concluderen, dat heer
gen
zakelijk!" Hij denkt, in zwak en sterk, in
politieke machtsverhoudingen.
3. Om een sterker W.K.A. te bereiken,
(dat hij weer in die machtsstrijd noodza
kelijk acht) zegt hij. dat het W.K.A. op
de eerste plaats zijn leden wat te bie
den moet hebben. Opportunisme en
machtspolitek van het zuiverste water.
De meest biedende heeft immers de
meeste leden. Dat er in de eerste plaats
van onderop een innerlijke drijfveer
omdat hun antwoord eigenlijk op (zoals het beleven van enige gemeen- reerd een hele winter lang (misschien zelfs 5p"*?ing Lp5?pihltn.uT.i gl" moet zijn om samen te werken in een
het zelfde neerkwam, immers een zin- schapszin; het geconfronteerd worden wel twee of drie winters lang) uren ach- andersdenkende medemensen toch wel ge werkverband,
- iJ i.JUn j i i m «4 1 oor7Qtn ♦•nnoolfiryiiT'o»-!') Kournort' toroan nor IITPplf P TV) on TYÏPt Til fit—kstllO— brGk 3311 n33StGnllGf QG VGTlOOnt Gil öUS
vrijetijdsbesteding, die je goed ver- met leerzame toneelfiguren) nu beweert: t.ereen per week tezamen met niet-katho- brek aan naastenliefde vertoo
voor ie plezier, is een edel spel- „Er moet wel degelijk een ideaal ach- lieken onderwijs te genieten van niet-ka- helemaal niet gentlemanlike is.
ter staan, zoals de geestelijk adviseur tholieke docenten! Heerlijke vruchtbare Finai-mede heh ifc uetraeht
van het W.K.A. indertijd betoogde: geestrijke avonden waarvan ie iets mee-
Goed katholiek toneel kan alleen ont- neemt voor heel je leven!" Ook het vol
staan, wanneer er een bewust levende gend» citaat is in dit verband belangrijk:
mens achter staat. We moeten komen „En het is gek (inderdaad, F. B.),
volle
richt
motief met zeer vormende waarde. Deze
mensen, die zo antwoordden staan de
motieven, waarom ze handelen, alleen
i niet zo verstandelijk voor de geest. Dat
is natuurlijk ook helemaal niet nodig.
vanuit de verenigingen
zelf dus, ontgaat de heftig in het rond
Daarmede heb ik getracht te staven, slaande heer Van Bergen,
wat hij mijn beweringen en dikke en Voor mijn eigenlijke antwoord sluit ik
holle woorden noemt, dis ik dan over en mij aan bij het betoog van de geestelijk
van hem gezegd zou hebben. -adviseur van het. W.K.A., het citaat dat
lie spreekt er op iedere bladzijde van.
Daarom vind ik het juist zo pijnlijk de
heer Van Bergen in dezen op onvoorzich
tigheden te moeten wijzen. De opmer
king maakt bovendien duidelijk, dat hij
zelf met deze materie onbekend is.
3. Waar hij pretendeert, dat het zijn
grootste zorg altijd geweest is. dat er veel
te weinig verenigingen lid zijn van het
W.K.A. moet hij wel bedenken dat het
met die bezorgdheid niet overeenkomt
van een W.K.A.-kringvergadering te
schrijven, dat er maar een paar eerlijke
en oprechte kerels waren en ook niet om
ondoordachte dingen te schrijven en he
lemaal niet om het W.K.A. verkeerd
voor te stellen.
F. L. TH. BRAKKEE,
Bestuurslid W.K.A. kring Roterdam»