Plani op de Pyreneën met verrassende effecten Bfivallop: f HET KLEINE DRAMA de broer vati Sint Petrus Protest-demonstraties tegen Strijdom Jv an een klein genie.. Minou Drouet, acht jaar, werd als een groot dichteres gevierd We eten nog maar voornamelijk graan, rijst en aardappelen V. S. kondigen nieuwe proefnemingen aan Senaatsverkiezingen in Zuid-A frika ZATERDAG 26 NOVEMBER 1955 PAGINA S 'v~* i<> als „electrische centrale Er valt over liet onderwerp „zon in blik" nog het een en ander te vertellen, dat alleszins interessant is. Ten eerste al, om dat het nauw verband houdt met onze voedselvoorziening. Zoals we in ons vorige artikel opmerkten, gebruiken de planten slechts een fractie van de zonne- energie. Ze zetten op heel verkwistende wijze bepaalde stoffen via de zonnestralen in voedsel om. Het grootste gedeelte gaat verloren. Maar we mogen hier de planten geen verwijt van maken. Immers, de zon zelf is buitengewoon verkwistend, in zo verre dan, dat ze een onnoemelijke hoe veelheid energie naar de aarde zendt, zonder er zorg voor te dragen, dat deze haar goede gaven naar behoren verwerkt en er dienovereenkomstig profijt van trekt. Wat de zon ons aan electrische energie toezendt, is ruw geschat gelijk aan milliarden en milliarden kilowatt-uur per jaar. Elk jaar staat de enorme electrische centrale, die de zon is, een overigens betrekkelijk klein percen- tage van haar voorraad aan ons af. We zijn er nog lang niet aan toe, er behoorlijk van te profiteren. Geen wonder eigenlijk, dat ze zo vaak achter de wolken schuil gaat. Ze moet zich werkelijk over ons schamen, want we zijn ten slotte ook wel een beetje haar kinderen Observator Handlg journaliste bracht ontgoocheling Een Parijs uitgever, die veel furore heeft gemaakt met het trieste boek van een achttienjarige, „Bonjour 7 ristesse van I< ranqoise Sagan, is min of meer de dupe geworden van zijn grote succes door als uitgever op te treden van de gedichten ener acht-jarige dichteres uit Bretagne, die door een lid van de Academie Franqaise als een wonderkind, ju nis n genie werd beschouwd en door hem als zodanig werd gepresenteerd. Prof. Fasteur Vallery-Radot is niet de eerste de beste en de uitgever aanvaardde op zijn gezag een klein manuscript, dat een aantal gedichten van de dichteres Minou Drouet uit Bretagne bevatte, alsmede enkele brieven. Gedichten zowel als brieven spraken van een bijzondere geest, onverklaarbaar in een kind van acht jaar. Minou Drouet met haar ambitieuze moeder tijdens de pianoles. $W* Zonlichtvanger De „spiegelcentrale" op de Mont Louis ligt zestien honderd meter hoog in de Pyreneeën. Er kan een hitte van 3400 graden Celsius mee opgewekt worden. Dit is een spiegel van negentig vierkante meter. Hij bestaat uit 3500 kleine spiegels, die elk in een aparte stand staan en daarbij weer verschillende eenheden vormen. nutten der zonne-energie derhalve niet per sé op te lossen. Toch mogen we ons er wel in verdiepen, al was het maar alleen om de interessante perspectieven er van. We zijn toch inderdaad sinds Archimedes flink opgeschoten. Zo deze in Syracuse met zijn zonnespiegels de Romeinse vloot in brand stak, wij hebben toch de grote spiegelcentrale van de Mon! Louis in de Pyreneeën. We hebben hierop vroeger reeds de aandacht ge vestigd. Nu troffen we in een buiten lands technisch blad een uitgebreid artikel over deze spiegelcentrale aan, die werkelijk de zonne-energie in blikt, omdat ze de door haar instal laties verkregen energie condenseert en conserveert, dus opslaat, teneinde haar later voor bepaalde doeleinden Natuurlijk is er voor ons een ver ontschuldiging. Door allerlei oor zaken komt practisch slechts een heel zwakke concentratie van" de zonne-energie tot ons, n.l. maximaal 0.1 watt per vierkante centimeter. Het grootste gedeelte van de zonne- energie wordt door de dampkring en de aardkorst teruggekaatst, zonder dat er veel voordeel uit getrokken wordt. De met sneeuw bedekte, on vruchtbare Poolkappen en de oceanen zenden heel wat licht, dus energie, zonder meer weg. Ze kaatsen het terug en juist niet in de richting, waardoor het de mensheid ten goede zou kunnen komen. We hebben ook reeds opgemerkt, dat het benutten van de zonne-energie wel licht het grootste probleem van deze met problemen opgevulde twintigste eeuw zou kunnen worden. Nu zullen we ons hier niet de tolk maken van degenen, die ons het schrikbeeld voorhouden van 'n wereld zonder steenkool, natuurgas, olie en ura nium (het laatste voorlopig nog onontbeer lijk voor het produceren van atoomener gie). Immers, in de laatste jaren zijn weer becijferingen gemaakt over de in de aard- schoot aanwezige voorraden van de ge noemde brandstoffen, die volgens de des kundigen aantonen, dat we voorlopig niet bang behoeven te zijn, op een koude aarde te zullen moeten bivakkeren. Er is nog steenkool en olie genoeg. Met de urani- umvoorraden ziet het er niet zo slecht uit en wie weet, valt er nog niet eens een meteoor met een grote hoeveelheid uranium ergens op de aarde neer. Je kunt nooit weten.. Als de nood het hoogst is, blijkt de hulp nabij. De deskundigen geven ons nog honderd jaar. De twintigste eeuw behoeft het probeem van het be te gebruiken. Men heeft de spiegelcentrale, zoals wij de installatie op de Mont Louis ge makshalve maar zullen blijven noe men, op grote hoogte opgericht, teneinde een maximum aan zonne-energie produc tief te maken De constructie van de cen trale is of hever lijkt, betrekkelijk een voudig Ze bestaat uit twee grote spie gels, een platte en een holle De platte vangt het zonlicht op en kaa „stralen holle spiegel terug, die de zonMstralen op een punt concentreert, dat ong meter van het centrum van de platte spie gel gelegen is. Daar staat de z.g. oven. De holle spiegel doet het belangrijkste werk. Het is een heel bijzondere spiegel. Hij bestaat n.l. uit niet minder dan 3500 kleine spiegels. Elk van deze kleine spie gels is in een aparte stand gezet en func- tionneert derhalve zelfstandig en daar bij zo efficiënt mogelijk. Alle kleine spiegels hebben een krom ming, welke door een bijzondere werkwij ze verkregen wordt, een technische bewer king, waarover men liever geen nadere mededelingen doet. Een aantal kieine spie gels wordt weer tot een eenheid samen gevoegd, die de opgevangen, door de plat te spiegel teruggekaatste zonnestralen op één punt concentreert, waardoor een maximum aan sterkte wordt verkregen. Het is dus concentratie op concentratie. De installatie van de Mont Louis is mo. menteel 's werelds gr "tste op dit gebied. Ze ligt op een hoogte J^an zestienhonderd meter. De platte spiegel is elf meter hoog en dertien meter breed, terwijl de holle spiegel een oppervlakte van negentien vierkante meter heeft. Het is niet bepaald een spiegeltje aan de wand! We mogen in tussen niet vergeten te vermelden dat ook de platte spiegel uit een mozaiek van klei ne spiegels is samengesteld. Bij de laat ste is evenals bij de eerste de graad van beweeglijkheid een belangrijk aspect. De platte spiegel, welke in zijn geheel beweegbaar is, heeft tot taak, de zonne stralen op de holle te richten, die als een reflector functionneert, de opgevangen zonnestralen zoals gezegd op 'n oven con centreert. Deze oven is een horizontaal lig gende, metalen tobbe, welke met grote snelheid rondwentelt en door stromend water wordt afgekoeld. Hij staat juist ter plaatse, waar de weerspiegelde zonnestra len in het brandpunt er van samenkomen. De capaciteit van de oven bedraagt 75 kilowatt, terwijl de temperatuur er zo waar tot 340 graden Ceisius kan oplopen.... Doordat de installatie op de Mont Louis direct aan industriële doeleinden dienst baar is gemaakt, brengt ze haar geld op. Ze dient vrijwel uitsluitend voor het smel ten van metalen. Tegen hoge temperatu ren bestand zijnde metalen kunnen er in versmolten worden tot metalen met een hoge graad van zuiverheid. Door het bij zondere procédé komt het metaal niet met andere substanties in aanraking. Het pro ces voltrekt zich daarbij in de open lucht, zodat de gewenste oxvdatie vrijelijk kan plaats vinden en ongewenste verbindingen met koolstof en eventueel ander metaal voorkomen worden. Op de Mount Louis worden o.a. speciale staalsoorten, koolstof- vrij ijzer en tevens vuurvaste, keramische artikelen vervaardigd. De productie daar van is aanzienlijk en in ieder geval ren dabel. Daarom denkt men er in Frankrijk ernstig over, naar we in ons vorige ar tikel reeds schreven, een aantal van deze installaties in Noord Afrika op te rich ten en wel in de Sahara. De spiegelcentrale heeft veertig jaar geleden een voorganger gehad in 'n soort gelijke installatie bij Cairo. Daar werd een hitte van 800 graden Celsius bereikt. Hiermede verkreeg men een capaciteit van 70 P.K. en met deze electrische ener gie werd een pomp in beweging gebracht welke diende voor het oppompen van Nijl- water ten behoeve van de irrigatie. Omtrent de installaties voor het maken van zoetwater uit zeewater, welke in de Ver. Staten in bedrijf ztin, kunnen we nog mededelen, dat er momenteel onge veer 500 functionnneren, intussen ook voor andere doeleinden. En wat het pro duceren van voedsel betreft door middel van het kweken van algen, met behulp van zonne-energie, hierover zijn de deskundi gen het niet eens. naar op het te Rucson in Arizona gehouden congres gebleken is. De voedselanalysten, welke daar 't woord voerden, waarschuwden in de eerste plaats voor een overschatting van de voedings waarde van deze zeeplanten. Tegenover wat de landbouw produceert, moeten de algen toch altijd als inferieur beschouwd worden. In vergelijking met suikerbieten, suikerriet en bamboe bevatten de algen, van welke soort ook, slechts weinig door zonne-energie verwekte voor het mense lijke voedsel waardevolle bestanddelen. De hoger ontwikkelde planten zijn betere .machines" en presteren uiteindelijk toch meer dan de algen. Het bezwaar is na tuurlijk, voor suikerbieten, suikerriet etc., dat die niet overal gedijen, terwijl voor de cultuur van algen slechts water nodig is. Ofschoon men zal moeten blijven doorgaan met het verbeteren van de voedsel producerende, hogere plan ten, blijft het kweken van algen daarnaast toch altijd nog een moge lijkheid, om de zonne-energie beter aan het heil der mensheid dienst- Algen, primitieve plantenvorm, die desondanks in staat zijn, snel het licht van de zon in voedselhoudcnde stoffen om te zetten. Het is weer zover. Eerste Zondag van de Advent. „Tijd", om St. Paulus' woord te gebruiken „om op te staan. Immers de nacht loopt ten einde en de dag breekt aan". Weer gaan we ons bij de aanvang van het nieuwe „Kerkelijke Jaar" op maken en ons op de komst van de Heer voorbereiden. De Zondag van morgen is derhalve werkelijk een dag met de aparte in slag van bezinning. Tenminste, wan neer we wensen te behoren tot de groep der daad-christenen, wien het geestelijk „hogerop" ernst is. Deze ernst eist een telkens herbeginnen. Zonder deze ernst heeft het leven weinig zin. Maar onder de overmach tige invloed van aardse aangelegenhe den wettigt de houding van een groot deel van het mensdom de indruk, dat we voor hier inplaats van voor de eeuwigheid zijn geschapen. Het tijde lijke wordt met perfecte eeuwigheids- zorgen omgeven, aan het eeuwige doen we tijdelijk wel eens wat. In dit opzicht komen vele katholie ken, die het eigenlijk goed moesten weten en doen, schromelijk tekort. De Kerk houdt ons daarom zeer te recht elke week figuren voor die voor beelden kunnen zijn van toepassing van de leer van Christus. Want om de toepassing gaat het tenslotte. Een merkwaardig voorbeeld in de eerstvolgende dagen, is St. Andreas, broer van St. Petrus. In het evangelie van de vigilie-dag van deze apostel lezen we baar te maken. Het verbeteren en veredelen van voedsel producerende planten staat voor het overige in een groot deel van de wereld nog in de kinderschoenen. Van de ongeveer een derde millioen planten op onze aardbol beeft de mens er tot dusver nog slechts ongeveer drieduizend aan de voedselproductie dienstbaar weten te maken. Ongeveer honderd daarvan brengen voldoende op, om er een wereldstapelproduct van te maken. Feitelijk verkrijgt de meer derheid van de wereldbevolking haar voedsel uit de vruchten van slechts een twaalftal soorten. Deze twaalf omvatten graan en rijst, aard appelen en de daaraan verwante cassave en voorts bonen, de banaan en de cocosnoot. Nog heden ten dage put zestig procent der wereldbevolking ongeveer 80 pet. van haar energie uit één product van een plant de rijst, die aldus de helft van de door het mensdom geproduceerde energie voor haar rekening neemt Dr Mangelsdorf van het biologisch la boratorium van de beroemde Harvard Universiteit, drong er daarom op aan. de zonne-energie vooral te exploiteren door de verbetering van de soorten, speciaal via de mutatie en het kweken van z.g. bastaardsoorten, waarmede vooral met het graan in de Verenigde Staten reeds veel bereikt is. De Sovjet-Russische geleerden en landbouwdeskundigen, die onlangs een reis door de voornaamste landbouwgebie den van de Middle West ondernamen ston den verbaasd over hetgeen hun getoond werd en ze hebben tal van monsters mee genomen, om hun eigen graan te kunnen veredelen en de voedselwaarde er van op te voeren. Een Engels deskundige, Dr Norman Pirie van het Landbouwkundig Laboratorium te Harpenden, in Engeland, verklaarde dezelfde mening te zijn toege daan. Ook hem leek het niet verstandig, zich op de algen dood te staren. Er be staan immers al enkele uitstekende „cen trales" in de natuur. We hebben in ons vorige artikel de koe aangehaald, op ge zag der deskundigen. Nu doen we dit ten aanzien van de suikerbiet. In een land als het onze, waar niet bepaald in zonne schijn gebaad wordt, zijn de dure installa ties, welke in de Verenigde Staten voor het kweken van algen in gebruik zijn, nog al riskant. We zullen vermoedelijk beter doen, het bij onze suikerbieten te houden! We willen inmiddels nog even uitwei den over het proces, waarmede de plan ten de zonnestralen doeltreffend weten te benutten. De wetenschap noemt 't „photo- synthese". Het eerste woord is afkomstig van het Griekse „photos" ofwel licht. Het woord synthese is duidelijk genoeg. Via de photosynthese zetten de planten orga nische verbindingen om. Ze hebben dit al sinds het ontstaan van de aarde gedaan en juist onze voorraden steenkool bewij zen, hoe doelmatig ze het deden. Het is bekend genoeg, steenkool en ook olie zijn producten van planten, variërend van zee algen tot woudreuzen. En ofschoon de planten heden ten dage dan slechts 1 pet. van de zonne-energie efficiënt verwerken, ze produceren toch 300 millioen ton organische materie per jaar. En hierbij is het chlorophyl, de stof, die aan de plan ten hun groene kleur geeft, de „agens" ofwel het werkend bestanddeel. De op slorping van het zonnelicht door het chlo rophyl stelt de planten in staat, uit kool zuur en water suikers te vormen, die de grondstoffen zijn voor alle organische mo leculen. zo lazen we dezer dagen in het Novembernummer van „De Essobron", waaraan nevenstaande illustraties ont leend zijn. Men weet voor het overige nog niet precies, hoe het chemische proces werkt. De electrische centrale, genaamd plant bewaart nog enkele geheimen. Senator Clinton Anderson, voorzit ter van de Amerikaanse Congrescom missie voor atoomenergie, heeft gis teren verklaard, dat de V.S. van plan zijn het volgend jaar in het gebied van de Stille Oceaan „zeer belangrijke proeven met waterstofwapens te ne men. In antwoord op de vraag, of de V.S. de proeven met waterstofbommen moeten voortzetten in verband met de bekendmaking deze week, dat de Sow- jet-Unie haar grootste kernontplof fing tot dusver heeft teweeg gebracht, zeide Anderson: „Ik hoop, dat wij met deze proeven en met onze huidige plannen om het komende voorjaar in het gebied van de Stille Oceaan enkele zeer belangrijke proeven te doen, voort zullen gaan". De Zuidafrikaanse oppositieleider Strauss, voorzitter van de Verenigde Partij, is gisteren samen met zijn aan hangers uit het college getreden, dat nieuwe senatoren voor Transvaal kiest. Strauss verliet het kiescollege bij wijze van protest, nadat de voorzitter van het college, de gouverneur van de provincie Transvaal, bepaald had, dat er geen redevoeringen mogen wor den gehouden, daar hierdoor de proce dure zou worden gerekt. Volgens de oppositieleider staat de uitslag van te voren vast, daar de regeringspartij, de nationale partij, de meerderheid in het college h^eft. Nu er geen redevoeringen mogen worden gehouden heeft het geen zin, dat de oppositie langer blijft, aldus Strauss. Twee kleinere oppositiepartijen, de socialisten en de conservatieven, heb ben de verkiezingen geboycot. Premier Strijdom heeft na de stap van Strauss zijn teleurstelling geuit over het „schandalige gedrag" van de leider van de Verenigde Partij. Inmiddels zijn gisteren in de vier provincies Transvaal, de Kaappro vincie, Natal en Oranje-Vrijstaat en in Zuidwest Afrika 67 senatoren aangewezen. Volgende week zal de regering er nog achttien benoemen. Met de vier senatoren, die de belan gen van de naturellen vertegenwoor digen,. zullen het er in totaal dus 89 zijn, in vergelijking met 48 leden in de oude Senaat. Men mag aannemen, dat 77 zetels door de Nationale Partij zullen wor den ingenomen, terwijl de overige twaalf door aanhangers van de Ver enigde Partij zullen worden bezet. Tn de oude Senaat had de partij van oremier Strijdom slechts 28 zetels. Door de vergroting van het aan- il leden van de Senaat krijgt de 'ationale Partij de benodigde twee- erde meerderheid voor een grond wetswijziging, die het plaatsen van de kleurlingen op een aparte kie zerslijst mogelijk zal maken. Leden van de „Vrouwenliga ter be scherming van de grondwet" hielden in Pretoria en andere steden „zwij gende" protestacties tegen wat zij noemen het „ten grave dragen van de constitutie". Van het paleis van jus titie in Pretoria woei gisterochtend een zwarte vlag met een doodskop, die evenwel spoedig door de Zuidafri kaanse vlag werd vervangen. de blik op Jesus, Die voorbijging, zeide hij Zie het Lam Gods. En de twee leerlingen hoorden Hem spre ken en gingen Jesus achterna. Andreas nu, de broeder van Simon Petrus, was een van de twee, die dit van Joannes hoorden en Hem ach terna gingen. Deze ontmoet eerst zijn eigen broer Simon, en zegt hem We hebben de Messias (d.i. Chris tus) gevonden. En hij leidde hem tot Jesu s". Hoe vaak horen w ij niet in Paus, bisschoppen en priesters de Chiistus. Doch aan hun vermaan of aansporing gevolg geven? Geen interesse, geen tijd. En wat d o e n w ij, die ook de Chris tus hebben gevonden? Van een bren gen naar Hem door woord, voorbeeld en gebed is ook zo vaak weinig sprake. Wat een geestdrift en wat een vreug de bij St. Andreas over zijn ontmoe ting met de Christus. Wat weinig diepte, wat weinig, fel heid in ons geloof. Welk een verschil ook met die andere heilige van de week, St. Franciscus Xaverius, patroon der missionarissen. Hij doorkruiste een half werelddeel. Wij zuchten al bij een gulden voor een der Pauselijke Mis siegenootschappen. Helaas, men kijkt ons het geloof niet van het gelaat, nog minder blijkt het uit onze daden. Maar wat niet is, kan komen. Morgen begint, gelijk reeds in het begin werd geschreven, een nieuwe periode. Zoek de Christus en breng an- deren bij Hem. De rest is niet zó be- „In die tijd stond Joannes daar langrijk. Doch dat zien zeer velen pas met twee zijner leerlingen. En met in op hunsterfbed. De uitgever liet ze drukken. Niet meer dan vijf honderd exemplaren, die alleen aan litteraire critici en belangstellen den in de letterkunde werden toe gezonden. En enkele litteraire bla den kwamen met bewonderende recen sies. In de „Nouvelles Litteraires" schreef de bekende criticus Robert Kemp, dat de gedichten van Minou Drouet de geboorte van een genie voorspelden. In het week blad „Combat" schreef een andere criti cus vol bewondering: ik zal hier geen oordeel geven over het geniale in deze gedichten. Voor mij is dit kind de oud ste kindergeest ter wereld. Maar in een ander blad „La Nation Francaise" schreef de auteur van de best-seller „Les Aristo- crates" Michel de Saint Pierre: Kind, ga toch liever met je poppen spelen.. Vermoedelijk nog onder de indruk van het succes van de achttienjarige Fran- coise Sagan die met haar boek enkele millioenen verdiende begon het grote pu bliek zich voor de kleine dichteres Minou Drouet te interesseren. Toen maakte de boulevardpers zich van haar meester. Er verschenen lange artikelen over haar. Het kan niet ontkend worden, dat ze op een bijzonder handige manier geïntrodu ceerd werd. Daar was ten eerste de ge heimzinnigheid ontrent haar afkomst en de plaats waar ze woonde. Ergens in Bre tagne. land van poëtische zielen. Niemand kon haar verblijfplaats te weten komen. De kleine dichteres mocht niet in con tact komen met het profane gewoel van de gewone wereld.. Wat er over haar verteld werd was voldoende om menige sentimentele ziel tot tranen toe te roeren. Minou Drouet was een wees, kind van ouders, die na de oorlog gestorven waren. Ze hadden de naweeën er van niet kunnen overwinnen. Een pleegmoeder had de kleine fijnbe snaarde wees uit het donkere, van liefde verstoken weeshuis opgehaald en met gro te tederheid omringd. Toen was opeens de poëzie opgebloeid. In haar schoolschriften Na het interview bleef Michèle Per- rein in het dorp en informeerde daar en in de omgeving naar Madame Drouet en de kleine Minou. Ze kreeg nogal zon derlinge informaties. Niemand had er ooit gehoord, dat de kleine gedichten maakte. Op school blonk ze niet uit. Het was een wat stil, maar aardig meisje. Meer wisten de dorpelingen niet over de grote dichteres te vertellen. Michèle Perrein toog ook naar Rennes waar ze sprak met de coadjutor van de bis schop, die volgens Madame Drouet Minou's geestelijke promotor zou zij ngeweest. Het bleek dat de coadjutor zelfs nooit van Minou Drouet gehoord had.. En zo ging het door. Een tweede interview bracht de beslissing. Madame Drouet viel door de mand, nadat Minou bij 'n ondervraging duidelijk blijk had gegeven sommige ge dichten uit het hoofd te hebben geleerd zonder er ook maar iets van te begrij pen. En.. Michèle Perrein kon op een sen sationeel bericht bogen en te Parijs steeg sommige critici het schaamrood naar de kaken. Intussen zo groot was de belangstelling van het Franse publiek voor de kleine dichteres, dat velen Mi nou geld stuurden en een Amerikaanse impresario was zelfs met een aanbie ding gekomen voor een contract van vijftig duizend dollar om in Amerika een tour- née te maken. Hij trok het aanbod na het bericht van Michèle Perrein niet eens in. Ten slotte, zei hii. is Minou een aardig klein blond meisje, dat in Ame rika veler harten vertederen zal, alleen al omdat het de hoofdpersoon in een klein drama van ijdelheid en zucht naar roem is geweest. K.H. schreef de kleine Minou gedichten welke direct de bewondering van haar pleeg moeder opwekten, een lerares in Rus sisch, Duits en wiskunde. Pleegmoeder Drouet zocht contact met erkende letterkundigen en het resultaat was, dat de gedichten van de kleine Mi nou bij de uitgever op tafel kwamen. Inmiddels ontstond er een heftige pole miek in de Franse pers. Wie was Minou Drouet? Waren de gedichten werkelijk van deze acht-jarige? Het antwoord werd gegeven door een vrouwelijke journalist een verslaggeefster van het damesblad j-.Elle", Ze wist van de uitgever los te krij- vgen waar Minau Drouet woonde en ging op speurtocht uit, vergezeld van een fo tograaf. Het tweetal arriveerde versto len in het dorpje Le Pouliguen en slaag de erin madame Drouet over te halen een interview toe te staan. Dit ging na tuurlijk tegen de tot dusver gevolgde me thode van geheimzinnigheid in. De jour naliste Michèle Perrein had zich terdege gewapend. Ze kende de gedichten van Mi nou uit het hoofd en was er persoonliik van overtuigd, dat ze niet door een kind konden zijn gemaakt, evenals de brie ven waarin Minou o.a. over muziek van Bach sprak als over „een boom, die zijn hoge takken in de hemel steekt, waar ze tot twee bloedige handen worden". Toen Madame Drouet er tenslotte In toestemde Minou door de journaliste te laten ondervragen had ze feitelijk al het pleit verloren. Michèle Perrein meende reeds ontdekt te hebben, dat het kind he lemaal onder de suggestie van de nogal gedecideerde en volgens haar ijdele en heerszuchtige pleegmoeder stond. Minou antwoordde slechts op vragen na een geruststellend knikje van Madame Drouet. Ze bleek een meisje, dat niet over een al te grote intelligentie beschikte en bo vendien lange tijd bijna blind was ge weest. Haar poëtische uitingen zouden door een emotionele schok veroorzaakt zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 3