Het vijftigjarig bestaan van de
Kinderwetten
Kansen te over voor up-to-date
kinderbescherming
Regering moet voorbeeld geven
op 5 Mei
Ontwapening in V.N. besproken
over
Kamerleden bezorgd
economische politiek
Investeringen, inflatie en prijs
controle
de
Capucijnen vierden gouden bestaan van
hun missie op Borneo
„Dankbaarheid moet andere gevoelens overheersen
In Nederland onvoldoende begrip voor
prestige van Katholicisme in Indonesië
Officiële herdenking in de Ridderzaal
„Atoomraad" in
Moskou
Tweede Kamer wil vrijaf voor rijkspersoneel
Grote meerderheid
Britse regering bereid kwestie van staken
van atoomproeven te bespreken
Zelfstandigheid van
Suriname en Nederl.
Antillen erkend
voor uitbreiding
Kamers
Wenken en wensen voor Europese integratie'
DONDERDAG 1 DECEMBER 1955
PAGINA 7
Kinderbescherming 50 jaar
geleden en thans
15-JARIGE „AMBTENAAR'*
KLOM OP TOT REFEREN
DARIS
Geen rapporten meer aan
Ver. Naties
Gedenkboek
150 Tweede- en 75
Eerste-Kamerleden
Atoomverdrag met Amerika
Verre van duidelijk
PAKISTAN'S PREMIER NAAK
PEKING
Eerste mooie missie
Eet. luchtje
Tragisch aspect
„Hoe zit het met de visa?"
Trouwe onderdanen
CONFLICT OVER STICUSA
Bestuur en stichtingsraad gaan
heen
„GERBRANDY MOET
WEER IN DE KAMER
(Van onze verslaggever).
yANMIDDAG heeft in de Ridderzaal
te 's-Gravenhage in aanwezigheid
van H. M. de Koningin de officiële
herdenking plaats gevonden van het 50-
jarig bestaan van de Kinderwetten.
Na de opening der bpeenkomst door mr
P. s'Jacob, voorzitter van het College
van Advies voor de Kinderbescherming,
hield de minister van Jnstitie mr L. A.
Donker een grote herdenkingsrede, waar
in hp een historische terugblik wierp op
de drie Kinderwetten van 1901, die in
1905 in werking traden, en naging, welke
betekenis daaraan toentertijd werd toe
gekend. Drie aspecten, zo concludeerde de
minister na dit historische overzicht, spe
len in de justitiële kinderbescherming
haast om beurten een hoofdrol: de wet
geving, de jurisprudentie en de uitvoering
in de practb'k.
Na de bevrijding ziet men een opbloei
van alle drie aspecten. De practijk vindt
nieuwe vormen onder invloed van de
psychologie, psychiatrie, case- en group-
work en nog vele andere impulsen. De
kinderrechtspraak ontvangt in de spe-
cialisatiewet van 1951 nieuwe kracht. De
wetgeving komt op de helling, nieuwe
stukken worden toegevoegd en deze ont
wikkeling vindt een voorlopige afslui
ting in de zojuist ingediende ontwerpen
tot herziening van het strafrecht en
vaststelling van een nieuwe beginselen
wet. Met de nodige voorzichtigheid meen
ik, aldus spr., te kunnen constateren, dat
thans weer het woord is aan het aspect
van de uitvoering in de practijk.. De
vetten of wetsontwerpen liggen gereed,
aan de rechtspraak zal het niet hoeven
te liggen. Kansen voor een up-to-date
kinderbescherming te over. Deze excla
matie betekent een appèl op de kinder
bescherming in al haar geledingen, in
de eerSte plaats en vooral op het par
ticulier initiatief, maar ook op de nieu
we raden voor kinderbescherming, de
7e afdeling van het departement:
Het appèl, dat de jeugd in nood op ons
allen doet, gaat echter nog veel verder.
Hiermede kwam de bewindsman bij de
perspectieven, die 50 jaar kinderwetten
ons bieden.
In het verleden ging het er om bij het
kind te herstellen, wat scheef groeide.
Daarbij hebben wij ons gerealiseerd, dat
het curatieve altijd ook preventie inhoudt.
Lag vroeger het accent op de onaan
tastbare rechten der ouders, het accent
verschoof naar het welzijn van het kind.
Dit welzijn .vereist -echter, weer verzor
ging en opvoeding door de ouders; het
kind heeft daar recht op. Ouderlijke
macht wordt een sociale plicht. Aller
taak die plicht te helpen vervullen, ook
voor de kinderbescherming in engere
zin. Dan valt de schijnwerper op sa
menwerking. 'eh overleg met de ouders,
het streven naar hun wederaanpassing,
de gezinsverpleging en een doordacht
adoptiebeleid en zelfs op de ondertoe
zichtstelling van onmaatschappelijke ge-
zinnen. Deze accentverschuivingen van
kind naar gezin, van speciaal preventie
ve naar generaal preventieve kinderbe
scherming zullen ook in de toekomst
kinderwetten, kinderrechtspraak en kin-
dérzorg niet overbodig maken. Wij zul
len de ondertoezichtstelling, de onthef
fing en ontzetting, ja ook het kinder
strafrecht niet kunnen missen. Zonder
pleeggezinnen en zonder internaten zal
het öbk niet gaan. De ontwikkeling gaat
echter voort en zal ook hét bestaande,
waarmede wij vertrouwd zijn, niet on
gemoeid laten. Dat geldt ook de Kin
derwetten. die nimmer volmaakt zullen
kunnen aangeven wat ieder kind be
hoeft, zo besloot minister Donker.
Hierna voerde een 17-tal meisjes uit het
Jeugdhuis „Dop Bosco" te Scheveningen
twee dansen uit onder leiding van mevr.
W. .Grimbergen-Rammers, n.l. een menuet
van Mozart in costuums uit de hoepejrok-
lcentijd én een poppendans op de muziek
uit de. film Cinderella van Walt Disney.
Na dit elegante intermezzo volgde een
tweede grote rede, uitgesproken door de
vporzlttar van de Nationale Federatie de
Ned. Bond tot Kinderbescherming, mr J.
Overwater. Aan het einde gaf hij daarin
van State; de minister van Staat mr J. R.
H. van Schaik en prof. mr P. S. Gerbran-
dy; mr dr J. Donner, president van de
Hoge Raad; mej. mr M. A. Tellegen, di
recteur van het kabinet der Koningin-
Commissarissen der Koningin in Gelder
land en Drente; oud-ministers; leden van
de Eerste en Tweede Kamer en tal van
rechterlijke autoriteiten.
een interessante typering van het verschil
tussen de Kinderbescherming der eerste
jaren na 1905 en die van thans.
Destijds, aldus spr., bood men hulp aan
het kind als het ware zijns ondanks. Thans
streeft men er naar het actief te betrekken
in het opvoedingsproces. Destijds telde
de eigen persoonlijkheid van het kind wei
nig mee. Thans staat deze in het middel
punt. Destijds lichtte men het kind uit zijn
omgeving en sneed het daarvan af. Thans
kunnen wij het niet meer .log zien van zijn
natuurlijke relaties en de eigen omgeving.
Destijds wist men weinig van het kind af
en werd de opvoeding gekenmerkt door
een zekere uniformiteit. Thans streven wij
er ernstig naar ons in een gedifferen
tieerde therapie te richten naar de uit
komsten van het deskundige onderzoek
naar kind en milieu. Destijds bleef men
bij de beoordeling van misdragingen van
het kind overwegend stilstaan bij de bui
tenkant. Thans wil men er naar streven
een verklaring te vinden van het wange
drag en de oorzaken daarvan op te spo
ren. Het gevolg is een andere beoordeling
en een doeltreffender behandeling. Des
tijds waren het vooral de grove sociale te
kortkomingen van de ouders, inhaerent
aan de samenleving van toen, welke het
ingrijpen bepaalden. Thans zijn de geval
len van ernstige stoffelijke verwaarlozing
in de minderheid en is de hoofdtaak ge
worden hulp te bieden in de talloze geval
len van opvoedings- en aanpassingsmoei
lijkheden, welke niet aan een bepaalde
maatschappelijke laag zijn gebonden, doch
in de gehele samenleving haar funeste in
vloed uitoefenen.
Destijds was het werk overwegend re
pressief, beteugeling van aan de dag ge
treden misstanden en misdragingen. Thans
zien we het daarnaast en eerder overwe
gend preventief, en zulks niet alleen bin
nen de sfeer van de kinderwetten, doch
ook ver daarbuiten, en niet alleen in de
bijzondere jeugdzorg, de hulp aan de in
dividuele gevallen, maar ook, en vooral
ook, in de algemene jeugdzorg, buiten de
directe bemoeiing der kinderbescherming,
en hierin werken wij samen met andere
organen in het belang van kind en gezin.
Destijds zag men onze kinderbescher
ming als iets typisch justitieels. Thans be
seffen wij, dat het ook voor het wezen
van het werk onverschillig is of er een
rechter aan te pas komt. Die rechter is
belangrijk en in bepaalde gevallen onmis
baar, doch de zorg, die men aan het kind
geeft, verandert er niet door van karak
ter.
Zo zien wij de ontwikkeling van ons
werk beheerst door de gedachte, dat men
het kind moet kennen om het goed te
kunnen helpen, dat men het niet moet
zien als een geïsoleerd individu, doch het
steeds moet beschouwen in zijn relatie tot
de engere of wijdere gemeenschap, waar
toe het behoort, dat men met alle krachten
moet streven naar preventieve hulp in
de ruimste zin om een harmonische ont
plooiing van het kind te bevorderen.
Hiermede is ook de ontwikkelingslijn
voor de toekomst aangegeven. Wij be
schikken thans over hulpmiddelen, waar
van onze voorgangers nog geen besef kon
den hebben. In de toekomst beschikt men
wellicht over mogelijkheden, waarover
wij ons zouden verbazen, aldus mr Over-
water.
In Moskou zal een „atoomraad" wor
den ingesteld bestaande uit vertegen
woordigers van de Sovjet-Unie en ande
re landen van het Oosteuropese blok. ai-
dus is Woensdag uit gezaghebbende
bron in Oost-Berlijn vernomen.
In de raad zullen door de leden on
derling gegevens worden uitgewisseld
met het oog op het gebruik van atoom
energie voor vreedzame doeleinden. De
raad zal eens in de twee of drie maanden
bijeenkomen.
(Van onze correspondent).
In de raadzaal van het oude gemeente
huis te Roosendaal werd Woensdagavond
de gemeentereferendaris, de heer Aerden
een groots afscheid bereid in verband
met het bereiken van de pensioengerich-
tigde leeftijd. Burgemeester A. Freijters,
die de heer Arden, een unieke ambtenaar
noemde speldde daarbij de scheidende
onder luide bijval de ridderorde van
Oranje Nassau op.
Superieuren en personeel lieten hun
blijken van waardering vergezeld gaan
van een aantal fraaie geschenken waar
van Sinterklaas, in hoogsteigen persoon
mede aanwezig. zelf versteld stond. De
heer Vermeerën, ambtenaar bij de ge
meentepolitie, gkf als Brabants Boerke
een even rake als humoristische typering
van de referendaris, die in Roosendaal
zijn carrière op vijftienjarige leeftijd be
gon, vele overuren maakte (waarvoor de
burgemeester hem een geschenk onder
couvert aanbood) en naast zijn werk ter
secretarie nog gelegenheid vond om in
het openbare leven de culturele vooruit
gang van Roosendaai mede te helpen be
vorderen. De voorzitter van Roosendaals
A.R.K.A., de heer L. Gilissen, bood een
speciale attentie aan
m>.
De worsteling van de Franse premier
Edgar Faure om aan het staatsbestel in
Frankrijk de zo hoog nodige vaste vorm
te geven, zij het dan op een wijze, welke
allerwegen critiek opriep, bereikte haar
anti-climax, toen de Franse Assemblee
Dinsdagnacht met 318 tegen 218 stem
men het vertrouwen in haar premier op
zegde.
Het onderbroken wereld-ontwapeningsge
sprek is gisteren te New York hervat.
Dit geschiedde in de politieke commis
sie van de V.N. In Genève waren de mi
nisters van de Grote Vier in deze kwestie
blijven steken zonder aan te geven hoe
het overleg verder zou moeten worden
ter van buitenlandse zaken Koeznetsof,
was gelijk aan die van zijn chef, Molotof,
te Genève. Laten wij zo zei hij het
éérst eens worden over een eerste over
eenkomst op grond van punten waarover
maar weinig verschil van mening be
staat. Die overeenkomst moet uit twee
voortgezet. Zii refereerden toen zelfs niet j punten bestaan. Primo beperking van de
naar het werk van de speciale V.N.-sub- j strijdkrachten der verschillende landen
commissie voor de ontwapening. volgens de bekende normen .- ecundo een
I belofte der mogendheden atoomwapens
Een besluit van de V.N.-commissie voor j niet alg eerste te gebruiken,
ontwapening om het rapport over de Lon- De Rus zei; het westen trekt zich terug
dense en New_Yorkse__bejaa^lagingen j zodra de kans bestaat op essentiële punten
tot overeenstemming te komen. Die kans
is er inderdaad, want de Sovjet Unie
is tegemoet gekomen aan de Westelijke
wensen die o.m. beperking van de strijd
krachten inhielden.
van haar sub-commissie zonder meer naar
de Assemblee door te zenden, opende
evenwel de mogelijkheid deze kwestie op
nieuw op hoog niveau aan de orde te
stellen. Inderdaad is de politieke com
missie van de Assemblee gisteren met
het ontwapeningsdebat begonnen.
Dat de zaak onmiddellijk in een nieuw
licht zou worden gesteld viel, na het echèc
van Genève, niet te verwachten. De dag
van gisteren leverde slechts een scherp
debat op tussen de Sovjet-gedelegeerde en
de Amerikaanse vertegenwoordiger. Zij at
taqueerden elkaar vanuit onwrikbare stel
lingen gepantserd met welbekende oude
argumenten.
De redenering van de Rus, onder-minis-
De kogel is eindelijk door de kerk. Ne
derland zal in de toekomst niet meer ver
plicht zijn te rapporteren aan de beheer-
schapscommissie var de Verenigde Naties
over. de, toestand in Suriname en de Ne
derlandse Antillen óp sociaal, economisch
en opvoedkundig gebied.
Ongeveer een week is de commissie
met deze kwestie bezig geweest. De Ver.
Staten en Brazilië hadden een resolutie
ingediend, waarin werd uitgesproken, dat
het, nu de volken van Suriname en de
Ned. Antillen vrijelijk hun instemming
hebben betuigd met het statuut voor het
nieuwe Koninkrijk, niet meer passend
was Nederland te verplichten tot rappor
teren.
De premiers van Suriname en de An
tillen, dr Ferrier en mr Jonckheer alsook
de leider van de Nederlandse delegatie,
mr C. W. A. Schürmann hebben telkens
opnieuw jn alje toonaarden betoogd, dat
er van enige koloniale status geen sprake
was, doch dat. het statuut was gebaseerd
op vrijwillige samenwerking, het mocht
voor verscheidene commissieleden niet
baten. Zij bleven vinden, dat de beide
rijksdelen in de West niet onafhankelijk
en niet zelfstandig waren.
Gisteren heeft mr Schürmann in de
vergadering van de commissie verklaard
dat de nieuwe -staatkundige verhouding
tussen Nederland, Suriname en de Ned.
Antillen met of zonder haar goedkeuring
van kracht zou blijven. Hij drong daarom
aan op aanvaarding van de door Brazilië
en de Ver. Staten ingediende resolutie
omdat deze strikt terzake was en alle te
genstrijdige punten, die geen betrekking
hadden- oP de onderhavige kwestie, ver
meed- Maar. to besloot hij. wa't de beslis
sing van de commissie ook moge zijn het
kan geep verandering brengen in het feit,
dat ons statüüt met of zonder goedkeu
ring van deze commissie van kracht blijft,
In gelijke geest spraken de heren Fer
rier en Jonckheer.
Tenslotte kwam daarop de resolutie in
stemming. Zij werd aanvaard met 18 te
gen 10 stemmen, terwijl 27 afgevaardig
den zich van stemming onthielden.
India hadde resolutie nog met succes
geamendeerd in die zin, dat het besluit
geen inbreuk mag maken °P de positie
j der Ver.'Naties.
Bij Haar aankomst ter vergadering wer
den de Koningin bloemen aangeboden door
Eleonore Schouten (9 jaar) en Jan Hein
Zeijlstra (11 jaar).
Tijdens de receptie in de Rolzaal, Wees
zaal en Laiïessezaal werd door mr Over
water namens de Federatie De Ned. Bond
tot Kinderbescherming een exemplaar
van het Gedenkboek van deze Federatie
aan onze Vorstin aangeboden.
Tot de vle genodigden behoorden o.m.:
de minister-president; de minister en de
staatssecretaris van O.K. en W.: de ge
volmachtigde ministers van Suriname en de
Nederlandse Antillen; jhr mr F. Beelaerts
van Blokland, vice-president van de Raad
's-GRAVENHAGE, 30 Nov. 1955
Bij de aanvang der vergadering van
hedenmiddag restten de Kamer aller
eerst de twee moties, welke de heren
Scheps en Koersen hadden ingediend
bij de begroting van Algemene Zaken.
Zij betroffen beide de viering van de
vijfde Mei als nationale feestdag, maar
gingen van een verschillend gezichts
punt uit. De heer Scheps wilde, dat de
regering het bedrijfsleven voor die
viering een vrije dag zou opleggen, de
heer Koersen meende, dat met de be
staande tegenstellingen de regering
niet verder moest gaan dan zelf het
voorbeeld geven en het Rijkspersoneel
die dag vrijaf geven.
De eerste motie werd verworpen
met 51 tegen 30 stemmen. Vóór stem
den alleen P.v.d.A. en de communis
ten.
Vóór de stemming over de tweede motie
kwam de heer Blom (P.v.d.A.) met een
korte verklaring, namelijk, dat de motie-
Koersen een ingrijpen betekende in de
positie van het overheidspersoneel, wat
behoorde tot de taak van het G O. Dat
zelfde had de heer Van der Zanden van
de K.V.P.. zo zeide hij, dezer dagen zo
gesteld, toen het ging om de vacantie-
gratificatie van het Rijkspersoneel, waar
over hij (Blom) toen een motie had inge
diend Desondanks zou de P.v.d.A. toch
vóór de motie van de heer Koersen stem
men. Zij werd daarna aangenomen met
51 tegen 30 stemmen. Vóór stemden 15
leden van de K.V.P., er tegen 10. onder
wie alle Limburgse leden Eveneens stem
den voor de P.v.d.A. en de C.P.N,
Hierna ging de Kamer voort met de
voorstellen tot Grondwetsherziening, welke
vervat zijn in de beide voorstellen tot uit
breiding van de beide Kamers. Hierbij
resteerden nog een amendement-Romme
en een van de heer Tilanus (CH.) Prof.
Romme wenste de uitbreiding van de
candidatenlijst tot 30 personen in de Kies
wet vast te leggen en niet in een additio
neel artikel van de Grondwet. Minister
Beel had het resultaat van de stemming
daarover niet eens afgewacht en reeds een
nota van wijziging in die geest ingediend.
De voorzitter van de Kamer, de heer
Van Sleen, daaraan waarschijnlijk niet
denkend, liet toch maar het amendement-
Romme aannemen.
De heer Tilanus. die een uitbreiding van
de beide Kamers 'wilde beperkt zien tot
resp. 125 en 63 leden, en die dat in zijn
amendement had neergelegd, vertelde in
gezien te hebben dat zijn voorstel toch
geen meerderheid'zou krijgen en trok het
daarom in om de Kamer een stemming
te besparen.
Daarna ontstond er nog enige verwar
ring, toen de voorzitter deze beide voor
stellen tot grondwetswijziging wilde laten
aannemen zonder hoofdelijke stemming.
De heer Burger (p.v.d A.) maakte daar
tegen terecht bezwaar. Een wijziging van
onze hoogste wet is nu maar niet zo iets,
dat men zo maar even tussen neus en
lippen aanvaardt. Maar prof. Oud, die
in zijn rede van Dinsdag blijk had gegeven
een grondwetswijziging te beschouwen als
een wezenlijke verandering van het
staatsbestel, hetgeen maar niet te hooi en
te gras mocht geschieden, mocht dan wel
zeggen, dat hij geen t,ezWaar had tegen
een aanvaarding z.h.st. waarbij hij dan
aantekening vroeg van tegenstemmen
door zijn fractie van hem hadden wij
het bezwaar hiertegen eerder verwacht
dan van de hèer Burger.
Intussen was het eerste voorstel, dat
tot uitbreiding van <je Tweede Kamer,
reeds onder de hamer doorgegaan, maar
dat was voor de heer Van Sleen geen
bezwaar om toch nog maar een hoofde
lijke stemming te houden. Beide voor
stellen. tot uitbreiding van de Tweede en
Eerste Kamer resp. tot 150 en 75 leden,
werden in eerste lezing aanvaard met 75
tegen 6 stemmen. Tegen stemde alleen
de V.V.D.
Daarna was er nog een wetsontwerp tot
goedkeuring van de overeenkomst tussen
Nederland en Amerika tot samenwerking
betreffende het niet-militaire gebruik van
atoomenergie.
De heer Ruygers (P.v.d.A.) vroeg hier
over een nota. die zou moeten behandelen
de ontwikkeling van de atoomenergie en
de betekenis daarvan voor Nederland.
Minister Luns zei in zijn antwoord, dat
samenwerking in Benelux-verband hier
moeilijk was dat had de heer Ruygers
óók gevraagd omdat de posities van
beide landen zo verschillend waren. België
levert namelijk uranium en Nederland
niet. Dat wilde blijkbaar zeggen, dat
België door de levering van uranium wel
de geheime gegevens zal kunnen krijgen
en Nederland niet. Maar er had volgens
minister Luns wel een actieve uitwisseling
van gedachten tussen Nederland en België
plaats. Het verzoek over die nota zou hij
aan zijn collega van Economische Zaken
overbrengen. Overigens zou de kwestie
van de Toepassing der kernenergie uit
voerig worden besproken bij de behande
ling van de begroting van Economische
Zaken. Het wetsontwerp werd z.h.st. aan
vaard. F. S.
Cabot Lodge, de Amerikaanse vertegen
woordiger wees onmiddellijk op het be
slissende punt in deze materie: de weige
ring van de Sovjet-Unie de inspectie te
accepteren die het Westen terecht een
sleutel van het probleem beschouwt. Hij
gaf ook een ander, even belangrijk punt
aan: het feit, dat voorraden atoomwa
pens en -materialen niet met de bekende
middelen kunnen worden ongesooord. Het
Sovjet-verzoek tot uitschakeling van atoom
wapens was daarom „gevaarlijk en hypo-
cratisch". Lodge zal binnenkort een lan
gere verklaring afleggen.
In het Britse Lagerhuis heeft premier
Eden gisteren het door een commenta
tor van radio-Moskou aangekondigde Rus
sische voorstel tot het staken van de atoom
proeven besproken. Officieel was de Brit
se regering over deze kwestie niet door
de Sovjet-Unie benaderd. Eden vond trou
wens. dat het voorstel „in een beter
licht" zou zijn gekomen als het gedaan
was vóór de jongste Russische proeven.
Bovendien was het „verre van duidelijk"
Eden antwoordde de oppositie-leider
Attlec, dat de Britse regering te allen
tjjde bereid was de kwestie te bespre
ken. Aantal en aard van de proeven
die de verschillende landen reeds hadden
genomen en wilden nemen zouden dan
in aanmerking moeten worden genomen.
Een alomvattende ontwapeningsovereen-
komt zou trouwens de enige afdoende
oplossing zijn.
Mohamad Ali, de Pakistaanse eerste
minister, heeft een uitnodiging van de
regering van communistisch China voor
een bezoek aangenomen. Hij zal waar
schijnlijk begin Februari naar China
gaan.
's-GRAVENHAGE, 30 Nov. 1955
Nadat het „kleine goed" was afgehan
deld, is de Tweede Kamer vanmiddag
begonnen met de behandeling van de be
groting van Economische Zaken en daar
mee zal de rest van deze en een gedeelte
van de volgende week nog wel gemoeid
zijn.
Wat is de bedoeling van 's ministers po
litiek vroeg de heer Nederhorst (PvdA).
Wil hij door een stabilisatiepolitiek ons
aan de ons omringende wereld onttrek
ken of is dit een tijdelijke politiek om
daarna langzaam de lonen en prijzen te
laten stijgen? Een geleidelijke stijging om
een kosteninflatie tegen te gaan met be
waking van de lonen, de prijzen en de
investeringen achtte hij onvoldoende;
daarnaast zouden specifieke controle
middelen nodig zijn.
Spr. laakte het, dat ten aanzien van
het kartelbeleid de bepalingen omtrent
(Van onze verslaggever)
TILBURG, Woensdagmiddag.
was de oprechte ve •-
Ponlianak,
EERLIJK gezegd ben ik bang voor Borneo" wi
zuchting van de eerste Apostolisch Vicaris van
mrg Pacificus Bos O.FM tap., toen dit eiland op 11 Februari 1905 werd
toevertrouwd aan de Nederlandse provincie van de paters Capucijnen en
daarmede aan deze gebaarde, joviale en zonnige volgelingen van Sint
Fians, die op hei terrein van missionnering nog volledige „groentjes
waren, als eerste missiegebied het onherbergzame en bergachtige land
„in de schoot'' werd geworpen. Al jaren hadden de Nederlandse Capucijnen
zitten springen om aan het missiewerk te kunnen beginnen. Maar Borneo..
Doch zij hebben het geklaard. En op welk een bewonderenswaardige wijze
werd gisteren wel dubbel en dwars aangetoond, toen te Tilburg het feit
werd herdacht, dat het nü een halve eeuw is geleden, dat de eerste
missionarissen met mgr Bos erheen vertrokken. I an hen leeft, nog de
GO-jarige „broeder Willemkeen in het klooster te Tilburg, waar tftj thans
woont, mocht hij gisteren van de huidige Apostolische Vicaris, Z. H. Exc.
mgr Tarcisius 11. J. van Valenberg, een warm woord van hulde in ontvangst
nemen.
De plechtige herdenking werd ingezet I kele trekken schetste deze de eerste
met een Pontificale Hoogmis in de Capu-
cijnenkapel aan de Korvelseweg. Mgr
Van Valenberg werd daarbij geassisteerd
door de provinciaal, pater dr Clementinus
van Vlissingen als presbyter assistens, de
provinciaal van de Missionarissen van de
H. Familie, pater B. Welling M.S.F. en de
provinciaal van de Montfortanen, pater C.
M Heiligers als troondiakens, terwijl als
diaken en subdiaken resp. fungeerden de
consultor van de Passionisten, pater P.
Karei en pater Evodius. procurator der
missie van de Capucijnen.
Tijdens de herdenkingsbijeenkomst in
het nabij gelegen Katholiek Militair Te
huis, welke Werd „ingeluid" door het fra
terskoor uit. Udenhout met de sfeervolle
compositie van hun Chinese medebroeder
Marinus, nl. Psalm 116 Laudate Dnminum,
sprak allereerst pater provinciaal, In en-
schreden van de Nederlandse Capucijnen
op het figuurlijk en ook letterlijk gladde
en steile pad van de missie op Borneo.
Pater Tarcisius herinnerde ook aan het
tekort aan krachten onder de Capucijnen,
waardoor soms zeer drastisch moest
worden geput uit de „voorraad" paters.
Iedereen, die geschikt was voor de mis
sie was er ook terecht gekomen en in
de toekomst zullen ook zoveel mogelijk
Capucijnen worden uitgezonden. De bloei
van de Borneo-missie meende de provin
ciaal het beste te kunnen aantonen door
te wijzen op het feit, dat in dit jubeljaar
een klooster voor religieuzen te Pon-
tianak in oprichting is, de eerste stappen
zijn ondernomen inzake de opleiding van
de eigen clerus en dat de eerste Dayase
zusters werden geprofest.
Aan het verzoek om de feestrede te
Z H Exc mgr Tarcisius II. J. van Valen-
beril O F M Cap-, Apostolisch Vicaris
van Pontianak.
houden had oud-minister en oud-direc
teur van onderwijs te Batavia, P. Ker-
stehs «aarne gevolg gegeven. Allereerst
wees deze op de wederopleving van de
liefde in ons land voor het missiewerk,
hctseGn tot govolë hsd d3t op 22 Juli
1807 de éérste twee wereldgeestelijken
uit Nederland naar Oost-Indië trokken.
Groot respect moet men daarvoor hebben,
aldus spreker Dat men uit ons land toen
maals niet naar de éigen gebieden ter
missionnering ging, vond volgens de heer
Kerstens zijn oorzaak in diverse feiten!
Behalve, dat het al eeuwenlang aan pries
ters verboden was Indië te betreden, zo
dat de eerste missionarissen elk steun
punt elke missie-traditie zouden missen,
speelde ook het menselijk opzicht een
rol: in fatsoenlijke Hollandse burgerlijke
kringen vond men, dat aan degenen, die
naar dat land van kolonialen en apen
gingen, een luchtje zat.
Pas in de tweede helft van de vorige
eeuw gingen de Nederlandse regulieren
zich de missie in ,ons Indië aantrekken
De eersten, die er een werkterrein aan
vaardden, waren de Jezuieten in 1859.
Doch met het vertrek van Missionarissen.
de prijzen eerst op de tweede plaats kwa
men en het exclusieve verkeer op de eer
ste plaats.
Hjj vestigde de aandacht op de moei
lijke positie van de dagbladpers. De mi
nister zou acht moeten geven op de prij
zen, welke de gastbladen moeten betalen.
Dit en óók de prijzen van het kranten
papier zal de minister onderzoeken, maar
hij moet er haast mee maken, daar an
ders aan een prijsverhoging niet is te ont
komen.
De heer Nederhorst laakte het .°°k
de regering, dat zii in de K.S.G. niet had
willen spreken over verkorting van de
arbeidstijd, welke reeds door een der
aangesloten landen was ingevoerd. Er
was volgens hem niets tegen, dit pro
bleem in ieder geval te onderzoeken en
zich te laten voorlichten. Hij vond het
onverstandig, dat de regering hier zo de
boot had afgehouden. Eveneens laakte
hij het dat de Nederlandse regering zich
het laatste jaar in Straatsburg nauwelijks
had laten zien.
Wat de Europese integratie betreft,
waarschuwde hij er voor de beginselen
voorop te stellen en daarop de landen
vast te pinnen, wat Engeland eens had
doen weglopen. Het was beter eerst de
gevolgen van een gemeenschappelijke
markt onder het oog te zien en zo te ko
men tot supra-nationale organen.
Met het stellen van prealabelen komt
het gesprek over een Europese eenheid
niet op gang.
De heer Blaisse (K.V.P.) over de in
ternationale samenwerking sprekend,
ging uit van een breed opgezette douane
unie, een gemeenschappelijk beleid en
een gemeenschappelijke herstelpoiitiek.
Van een werkelijk gemeenschappelijk be
leid is echter, zo zeide hij, in de O.E.E.S.
en in de Benelux nog geen sprake ge
weest. Hij betoogde de noodzaak alle
krachten in te zetten voor een gemeen
schappelijke markt in Europa. Het resul
taat van Brussel biedt mogelijkheden;
laten de regeringen van de Beneluxlan-
den deze kansen benutten. Hij vroeg de
minister een debat over de Europese in
tegratie, maar dan vóór de gemeenschap
pelijke vergadering van de K.S.G., die be
gin Maart zal worden gehouden.
Bet behoeft geen betoog, dat de socia
listische heer Nederhorst de investerings
fondsen door de overheid wilde zien ge
financierd. De heer Janssen (K.V.P.)
stelde het aldus: de krachten te elimi
neren die een omslag van de hoogconjuc-
tuur zouden kunnen bewerken. Wjj moe
ten streven naar bestendiging en expan
sie van onze welvaart. Hij vroeg of de
exportvraag wel zo helemaal alleen be
slissend was. Er zijn vele deelmarkten
die niet kunnen exporteren door een te
kort aan beschikbaar arbeidspotentieel
en apparatuur. Het aanbod kan niet wor
den vergroot.
De winstdeling zag hij als een aantrek
kelijke oplossing om de arbeiders te doen
delen in de gestegen welvaart. Deze
winstdeling is immers niet van invloed op
de lonen en prijzen en dus ook niet op
de export. Als de overheid door de maat
regelen tot investeringsbeperking een
schot voor de boeg had gegeven, moesten
ook de overheidsinvesteringen worden be
perkt.
Het prijsbeleid ten aanzien van enige
artikelen noemde de heer Janssen niet
schokkend voor het huishoudbudget.
Wat onze energiebronnen betreft vroeg
hij voorzichtigheid ten aanzien van de
Peel. Het zou 25 jaar vergen om daar de
kolenlagen tot exploitatie te brengen en
intussen zou de kernenergie zich ontwik
kelen en ook wist men niet hoe rijk of
arm deze kolenlagen zouden zijn.
Voor de ontwikkelingsgebieden vroeg
hij de onderzoekingen met kracht voort
van het H. Hart in 1903, als tweede con
gregatie naar de Kei-eilanden, was eigen
lijk pas het eerste schaap over de brug.
Vele paters, broeders en zusters, ook van
andere congregaties, volgden immers
spoedig daarna.
De heer Kerstens wees o.m. ook nog op
het tragische aspect, dat de Nederlandse
katholieken geen goed denkbeeld hebben
van het prestige, dat het Katholicisme ook
in het huidige Indonesië geniet. Indien
dit wel zo was geweest, aldus spreker,
zouden wellicht die revolutionnaire jaren
anders zijn gelopen! Borneo was een zeer
moeilijke missie, zo besloot de feestrede
naar, maar nu is de Kerk er gegrond
vest, tot in eigen priesters toe.
Een vertegenwoordiger van het Hoge
Commissariaat van de Republiek Indo
nesië, Z.Exc. Kweedjiehoo, was ook op
het gouden jubilé aanwezig. In een korte
speech stelde hij de vraag, die iedereen
voor in de mond lag: „Hoe zit het met de
visa?" „Ik bid mét U, aldus spreker, dat
hierin spoedig verbetering zal komen
Positieve toezeggingen bleven helaas uit.
Z.Exc. wees op de veranderde houding
van het nieuwe Indonesië tegenover de
missie. Ik meen begrepen te hebben, zo
zeide hij, dat er in Rome nieuwe ideeen
ten aanzien van de missie leven: aanpas
sing van de missionaris aan de gedachten-
wereld en atmosfeer van het missiege-
gebied En hij koppelde aan deze gedach
te de woorden van Christus vast: Geef
God wat God toekomt en aan de keizer
wat van de keizer is. Indien deze woorden
de leidraad voor de missionnering zullen
zijn, dan zal de missie in de toekomst in
Indonesië veel succes hebben, zo besloot
spreker.
Tenslofle was het woord aan mgr Van
Valenberg, die warme woorden van dank
en hulde sprak. Dank vooral moet alle
andere gevoelens overheersen, al dus mgr,
die er met de ^rootste nadruk op wees
allerminst tot degenen te behoren en
daarmede onderstreepte hij de woorden
van de vorige spreker die zeggen, dat
met de Republiek Indonesië geen zee te
bevaren is. De Apostolisch Vicaris gaf de
verzekering, dat alle missionarissen trou
we onderdanen zullen zijn van het Indo
nesische gezag.
Nog een polyphonisch koorwerk klonk
en daarna was het officiële gedeelte ten
einde van deze herdenking, die o.m. werd
bijgewoond door mgr Brans, oud-Aposto-
hsch-Vicaris van Sumatra, abt Willibrord
van Dijk van de Trappisten, mgr H J, J.
van Hussen, directeur van de Pauselijke
Missiegenootschappen in ons land. pater
Keller S J.. directeur van het Indonesisch
missiebureau, mgr prof. dr A. Mulders,
deken Van Dijck van Nijmegen en de
oversten van de Fraters van Tilburg, de
broeders van Huvhergen en de zustercon
gregaties van Veghel en Etten, welke te zetten,
congregaties op Borneo werkzaam zijn, Be heer Van Leeuwen (V.V.D.) had be-
alsmede door de burgemeester van Til- I zwaren tegen de binding van Economi-
burg. Ische Zaken aan de P.B.O., twee tegen
strijdige grootheden, naar hjj zeide. De
prijzen moesten volgens hem niet kunst
matig laag worden gehouden, daar dit
gebeurde ten koste van het interne van
bestaande activa. Hij verzette zich ook
tegen een nivellering naar beneden; men
moest dit naar boven doen.
Bezitsvorming bepleitte hij door fiscale
tegemoetkomingen met andere woorden:
belastingvrij sparen.
Volgens de heer Blaisse (K.V.P.) moest
men de tegenstelling tussen conjuncture
le en structuele politiek niet overdrijven
en de betekenis van de overspanning der
arbeidsmarkt niet overschatten. De struc
tuurpolitiek had voorrang en de conjunc
turele politiek moest in dienst worden
gesteld van de economische politiek op
lange termijn.
Hij waarschuwde er voor geen over
haaste maatregelen te nemen tegen het
afremmen van de conjunctuurpolitiek i.e.
tegen de investeringen. De investerings
activiteit had nog geen onruistbarende
vormen aangenomen. Hij vroeg de mi
nister welke soort bestedingen zou moe
ten worden beperkt. De buitenlandse in
vesteringen moeten er toe dienen de
industriële basis te verbreden. De tijd was
nu aangebroken om te dien aanzien selec
tief op te treden.
De heer Roemers (P.v.d.A.) toonde
zich zeer ingenomen met het beleid van
r^er Bruün ten aanzien van de
P;B-0. Tegen het instellen van product-
of bedrijfschappen bij wet had hij geen
bezwaar, maar men moest hierin zeer be
hoedzaam zijn. Wel was hij tegen een
apart ministerie voor de P.B.O.
De heer Hazenbosch (A.R.) zeide ten
slotte, dat men de kansen van onze hoog
conjunctuur niet moet missen om onze
economische structuur te verbeteren, dus
moest men voorzichtig zijn met het af
remmen van deze conjunctuur. Dit moet
men alleen doen als deze spanningen te
groot worden, maar het is de vraag, zo
zeide hij, of wij daaraan al toe zijn.
Voorts vroeg hij de minister, in welke
sectoren hij zal beginnen. Ook vroeg hü,
welke prijsverlagingen nog mogelijk zijn,
hoe de minister dit wil doen en wanneer.
Hy drong erop aan de politiek van de
prijsstabilisatie voort te zetten.
Morgen zullen de algemene beschou
wingen worden voortgezet.
F. S.
De leden van bestuur en stichtingsraad
van de Stichting voor culturele samen
werking te Amsterdam delen ons mede,
dat zij eenstemmig hebben besloten hun
functies neer te leggen.
Bij het nemen van dit besluit hebben
zij overwogen, dat gezien de ontijdige
regeringspublicatie over de aanstaande
opheffing van de Sticusa en de reeds aan.
stonds toegepaste beperking van de be
voegdheden der Stichting zij de ver
antwoordelijkheid voor het beleid niet
langer kunnen dragen. Ook de verant
woordelijkheid voor de liquidatie kunnen
noch wensen zij te dragen. Hiertoe ont
breekt bij hen het vertrouwen in de wer
king van de nieuwe opzet.
De Kamerkieskringen Amsterdam en
Dordrecht van de A. R.-partij hebben prof.
mr P. S. Gerbrandy weer op de voorlopige
candidatenlijst geplaatst, nadat het cen
traal comité van A R.-kiesverenigingen
had besloten deze staatsman niet meer
voor een candidatuur in de nieuwe Twee
de Kamer in aanmerking te doen komen.
Als overweging zou. zo werd ons mede
gedeeld, hebben gegolden de omstandig
heid, dat prof. Gerbrandy de 70-jarige
leeftijd reeds heeft bereikt.
Uit leden van de bovengenoemde kies
kringen heeft zich een „Comité P.S.G
(de initialen van prof. Gerbrandy) ge
vormd met het doel „een actie te beg n-
nen teneinde prof. Gerbrandy eer eer
volle plaats op de A. R.-lijst te verzeh
ren".