Het vijftigjarig bestaan van de Kinderwetten Kansen te over voor up-to-date kinderbescherming Regering moet voorbeeld geven op 5 Mei Ontwapening in V.N. besproken over Kamerleden bezorgd economische politiek Investeringen, inflatie en prijs controle de Capucijnen vierden gouden bestaan van hun missie op Borneo „Dankbaarheid moet andere gevoelens overheersen In Nederland onvoldoende begrip voor prestige van Katholicisme in Indonesië Officiële herdenking in de Ridderzaal „Atoomraad" in Moskou Tweede Kamer wil vrijaf voor rijkspersoneel Grote meerderheid Britse regering bereid kwestie van staken van atoomproeven te bespreken Zelfstandigheid van Suriname en Nederl. Antillen erkend voor uitbreiding Kamers Wenken en wensen voor Europese integratie' DONDERDAG 1 DECEMBER 1955 PAGINA 7 Kinderbescherming 50 jaar geleden en thans 15-JARIGE „AMBTENAAR'* KLOM OP TOT REFEREN DARIS Geen rapporten meer aan Ver. Naties Gedenkboek 150 Tweede- en 75 Eerste-Kamerleden Atoomverdrag met Amerika Verre van duidelijk PAKISTAN'S PREMIER NAAK PEKING Eerste mooie missie Eet. luchtje Tragisch aspect „Hoe zit het met de visa?" Trouwe onderdanen CONFLICT OVER STICUSA Bestuur en stichtingsraad gaan heen „GERBRANDY MOET WEER IN DE KAMER (Van onze verslaggever). yANMIDDAG heeft in de Ridderzaal te 's-Gravenhage in aanwezigheid van H. M. de Koningin de officiële herdenking plaats gevonden van het 50- jarig bestaan van de Kinderwetten. Na de opening der bpeenkomst door mr P. s'Jacob, voorzitter van het College van Advies voor de Kinderbescherming, hield de minister van Jnstitie mr L. A. Donker een grote herdenkingsrede, waar in hp een historische terugblik wierp op de drie Kinderwetten van 1901, die in 1905 in werking traden, en naging, welke betekenis daaraan toentertijd werd toe gekend. Drie aspecten, zo concludeerde de minister na dit historische overzicht, spe len in de justitiële kinderbescherming haast om beurten een hoofdrol: de wet geving, de jurisprudentie en de uitvoering in de practb'k. Na de bevrijding ziet men een opbloei van alle drie aspecten. De practijk vindt nieuwe vormen onder invloed van de psychologie, psychiatrie, case- en group- work en nog vele andere impulsen. De kinderrechtspraak ontvangt in de spe- cialisatiewet van 1951 nieuwe kracht. De wetgeving komt op de helling, nieuwe stukken worden toegevoegd en deze ont wikkeling vindt een voorlopige afslui ting in de zojuist ingediende ontwerpen tot herziening van het strafrecht en vaststelling van een nieuwe beginselen wet. Met de nodige voorzichtigheid meen ik, aldus spr., te kunnen constateren, dat thans weer het woord is aan het aspect van de uitvoering in de practijk.. De vetten of wetsontwerpen liggen gereed, aan de rechtspraak zal het niet hoeven te liggen. Kansen voor een up-to-date kinderbescherming te over. Deze excla matie betekent een appèl op de kinder bescherming in al haar geledingen, in de eerSte plaats en vooral op het par ticulier initiatief, maar ook op de nieu we raden voor kinderbescherming, de 7e afdeling van het departement: Het appèl, dat de jeugd in nood op ons allen doet, gaat echter nog veel verder. Hiermede kwam de bewindsman bij de perspectieven, die 50 jaar kinderwetten ons bieden. In het verleden ging het er om bij het kind te herstellen, wat scheef groeide. Daarbij hebben wij ons gerealiseerd, dat het curatieve altijd ook preventie inhoudt. Lag vroeger het accent op de onaan tastbare rechten der ouders, het accent verschoof naar het welzijn van het kind. Dit welzijn .vereist -echter, weer verzor ging en opvoeding door de ouders; het kind heeft daar recht op. Ouderlijke macht wordt een sociale plicht. Aller taak die plicht te helpen vervullen, ook voor de kinderbescherming in engere zin. Dan valt de schijnwerper op sa menwerking. 'eh overleg met de ouders, het streven naar hun wederaanpassing, de gezinsverpleging en een doordacht adoptiebeleid en zelfs op de ondertoe zichtstelling van onmaatschappelijke ge- zinnen. Deze accentverschuivingen van kind naar gezin, van speciaal preventie ve naar generaal preventieve kinderbe scherming zullen ook in de toekomst kinderwetten, kinderrechtspraak en kin- dérzorg niet overbodig maken. Wij zul len de ondertoezichtstelling, de onthef fing en ontzetting, ja ook het kinder strafrecht niet kunnen missen. Zonder pleeggezinnen en zonder internaten zal het öbk niet gaan. De ontwikkeling gaat echter voort en zal ook hét bestaande, waarmede wij vertrouwd zijn, niet on gemoeid laten. Dat geldt ook de Kin derwetten. die nimmer volmaakt zullen kunnen aangeven wat ieder kind be hoeft, zo besloot minister Donker. Hierna voerde een 17-tal meisjes uit het Jeugdhuis „Dop Bosco" te Scheveningen twee dansen uit onder leiding van mevr. W. .Grimbergen-Rammers, n.l. een menuet van Mozart in costuums uit de hoepejrok- lcentijd én een poppendans op de muziek uit de. film Cinderella van Walt Disney. Na dit elegante intermezzo volgde een tweede grote rede, uitgesproken door de vporzlttar van de Nationale Federatie de Ned. Bond tot Kinderbescherming, mr J. Overwater. Aan het einde gaf hij daarin van State; de minister van Staat mr J. R. H. van Schaik en prof. mr P. S. Gerbran- dy; mr dr J. Donner, president van de Hoge Raad; mej. mr M. A. Tellegen, di recteur van het kabinet der Koningin- Commissarissen der Koningin in Gelder land en Drente; oud-ministers; leden van de Eerste en Tweede Kamer en tal van rechterlijke autoriteiten. een interessante typering van het verschil tussen de Kinderbescherming der eerste jaren na 1905 en die van thans. Destijds, aldus spr., bood men hulp aan het kind als het ware zijns ondanks. Thans streeft men er naar het actief te betrekken in het opvoedingsproces. Destijds telde de eigen persoonlijkheid van het kind wei nig mee. Thans staat deze in het middel punt. Destijds lichtte men het kind uit zijn omgeving en sneed het daarvan af. Thans kunnen wij het niet meer .log zien van zijn natuurlijke relaties en de eigen omgeving. Destijds wist men weinig van het kind af en werd de opvoeding gekenmerkt door een zekere uniformiteit. Thans streven wij er ernstig naar ons in een gedifferen tieerde therapie te richten naar de uit komsten van het deskundige onderzoek naar kind en milieu. Destijds bleef men bij de beoordeling van misdragingen van het kind overwegend stilstaan bij de bui tenkant. Thans wil men er naar streven een verklaring te vinden van het wange drag en de oorzaken daarvan op te spo ren. Het gevolg is een andere beoordeling en een doeltreffender behandeling. Des tijds waren het vooral de grove sociale te kortkomingen van de ouders, inhaerent aan de samenleving van toen, welke het ingrijpen bepaalden. Thans zijn de geval len van ernstige stoffelijke verwaarlozing in de minderheid en is de hoofdtaak ge worden hulp te bieden in de talloze geval len van opvoedings- en aanpassingsmoei lijkheden, welke niet aan een bepaalde maatschappelijke laag zijn gebonden, doch in de gehele samenleving haar funeste in vloed uitoefenen. Destijds was het werk overwegend re pressief, beteugeling van aan de dag ge treden misstanden en misdragingen. Thans zien we het daarnaast en eerder overwe gend preventief, en zulks niet alleen bin nen de sfeer van de kinderwetten, doch ook ver daarbuiten, en niet alleen in de bijzondere jeugdzorg, de hulp aan de in dividuele gevallen, maar ook, en vooral ook, in de algemene jeugdzorg, buiten de directe bemoeiing der kinderbescherming, en hierin werken wij samen met andere organen in het belang van kind en gezin. Destijds zag men onze kinderbescher ming als iets typisch justitieels. Thans be seffen wij, dat het ook voor het wezen van het werk onverschillig is of er een rechter aan te pas komt. Die rechter is belangrijk en in bepaalde gevallen onmis baar, doch de zorg, die men aan het kind geeft, verandert er niet door van karak ter. Zo zien wij de ontwikkeling van ons werk beheerst door de gedachte, dat men het kind moet kennen om het goed te kunnen helpen, dat men het niet moet zien als een geïsoleerd individu, doch het steeds moet beschouwen in zijn relatie tot de engere of wijdere gemeenschap, waar toe het behoort, dat men met alle krachten moet streven naar preventieve hulp in de ruimste zin om een harmonische ont plooiing van het kind te bevorderen. Hiermede is ook de ontwikkelingslijn voor de toekomst aangegeven. Wij be schikken thans over hulpmiddelen, waar van onze voorgangers nog geen besef kon den hebben. In de toekomst beschikt men wellicht over mogelijkheden, waarover wij ons zouden verbazen, aldus mr Over- water. In Moskou zal een „atoomraad" wor den ingesteld bestaande uit vertegen woordigers van de Sovjet-Unie en ande re landen van het Oosteuropese blok. ai- dus is Woensdag uit gezaghebbende bron in Oost-Berlijn vernomen. In de raad zullen door de leden on derling gegevens worden uitgewisseld met het oog op het gebruik van atoom energie voor vreedzame doeleinden. De raad zal eens in de twee of drie maanden bijeenkomen. (Van onze correspondent). In de raadzaal van het oude gemeente huis te Roosendaal werd Woensdagavond de gemeentereferendaris, de heer Aerden een groots afscheid bereid in verband met het bereiken van de pensioengerich- tigde leeftijd. Burgemeester A. Freijters, die de heer Arden, een unieke ambtenaar noemde speldde daarbij de scheidende onder luide bijval de ridderorde van Oranje Nassau op. Superieuren en personeel lieten hun blijken van waardering vergezeld gaan van een aantal fraaie geschenken waar van Sinterklaas, in hoogsteigen persoon mede aanwezig. zelf versteld stond. De heer Vermeerën, ambtenaar bij de ge meentepolitie, gkf als Brabants Boerke een even rake als humoristische typering van de referendaris, die in Roosendaal zijn carrière op vijftienjarige leeftijd be gon, vele overuren maakte (waarvoor de burgemeester hem een geschenk onder couvert aanbood) en naast zijn werk ter secretarie nog gelegenheid vond om in het openbare leven de culturele vooruit gang van Roosendaai mede te helpen be vorderen. De voorzitter van Roosendaals A.R.K.A., de heer L. Gilissen, bood een speciale attentie aan m>. De worsteling van de Franse premier Edgar Faure om aan het staatsbestel in Frankrijk de zo hoog nodige vaste vorm te geven, zij het dan op een wijze, welke allerwegen critiek opriep, bereikte haar anti-climax, toen de Franse Assemblee Dinsdagnacht met 318 tegen 218 stem men het vertrouwen in haar premier op zegde. Het onderbroken wereld-ontwapeningsge sprek is gisteren te New York hervat. Dit geschiedde in de politieke commis sie van de V.N. In Genève waren de mi nisters van de Grote Vier in deze kwestie blijven steken zonder aan te geven hoe het overleg verder zou moeten worden ter van buitenlandse zaken Koeznetsof, was gelijk aan die van zijn chef, Molotof, te Genève. Laten wij zo zei hij het éérst eens worden over een eerste over eenkomst op grond van punten waarover maar weinig verschil van mening be staat. Die overeenkomst moet uit twee voortgezet. Zii refereerden toen zelfs niet j punten bestaan. Primo beperking van de naar het werk van de speciale V.N.-sub- j strijdkrachten der verschillende landen commissie voor de ontwapening. volgens de bekende normen .- ecundo een I belofte der mogendheden atoomwapens Een besluit van de V.N.-commissie voor j niet alg eerste te gebruiken, ontwapening om het rapport over de Lon- De Rus zei; het westen trekt zich terug dense en New_Yorkse__bejaa^lagingen j zodra de kans bestaat op essentiële punten tot overeenstemming te komen. Die kans is er inderdaad, want de Sovjet Unie is tegemoet gekomen aan de Westelijke wensen die o.m. beperking van de strijd krachten inhielden. van haar sub-commissie zonder meer naar de Assemblee door te zenden, opende evenwel de mogelijkheid deze kwestie op nieuw op hoog niveau aan de orde te stellen. Inderdaad is de politieke com missie van de Assemblee gisteren met het ontwapeningsdebat begonnen. Dat de zaak onmiddellijk in een nieuw licht zou worden gesteld viel, na het echèc van Genève, niet te verwachten. De dag van gisteren leverde slechts een scherp debat op tussen de Sovjet-gedelegeerde en de Amerikaanse vertegenwoordiger. Zij at taqueerden elkaar vanuit onwrikbare stel lingen gepantserd met welbekende oude argumenten. De redenering van de Rus, onder-minis- De kogel is eindelijk door de kerk. Ne derland zal in de toekomst niet meer ver plicht zijn te rapporteren aan de beheer- schapscommissie var de Verenigde Naties over. de, toestand in Suriname en de Ne derlandse Antillen óp sociaal, economisch en opvoedkundig gebied. Ongeveer een week is de commissie met deze kwestie bezig geweest. De Ver. Staten en Brazilië hadden een resolutie ingediend, waarin werd uitgesproken, dat het, nu de volken van Suriname en de Ned. Antillen vrijelijk hun instemming hebben betuigd met het statuut voor het nieuwe Koninkrijk, niet meer passend was Nederland te verplichten tot rappor teren. De premiers van Suriname en de An tillen, dr Ferrier en mr Jonckheer alsook de leider van de Nederlandse delegatie, mr C. W. A. Schürmann hebben telkens opnieuw jn alje toonaarden betoogd, dat er van enige koloniale status geen sprake was, doch dat. het statuut was gebaseerd op vrijwillige samenwerking, het mocht voor verscheidene commissieleden niet baten. Zij bleven vinden, dat de beide rijksdelen in de West niet onafhankelijk en niet zelfstandig waren. Gisteren heeft mr Schürmann in de vergadering van de commissie verklaard dat de nieuwe -staatkundige verhouding tussen Nederland, Suriname en de Ned. Antillen met of zonder haar goedkeuring van kracht zou blijven. Hij drong daarom aan op aanvaarding van de door Brazilië en de Ver. Staten ingediende resolutie omdat deze strikt terzake was en alle te genstrijdige punten, die geen betrekking hadden- oP de onderhavige kwestie, ver meed- Maar. to besloot hij. wa't de beslis sing van de commissie ook moge zijn het kan geep verandering brengen in het feit, dat ons statüüt met of zonder goedkeu ring van deze commissie van kracht blijft, In gelijke geest spraken de heren Fer rier en Jonckheer. Tenslotte kwam daarop de resolutie in stemming. Zij werd aanvaard met 18 te gen 10 stemmen, terwijl 27 afgevaardig den zich van stemming onthielden. India hadde resolutie nog met succes geamendeerd in die zin, dat het besluit geen inbreuk mag maken °P de positie j der Ver.'Naties. Bij Haar aankomst ter vergadering wer den de Koningin bloemen aangeboden door Eleonore Schouten (9 jaar) en Jan Hein Zeijlstra (11 jaar). Tijdens de receptie in de Rolzaal, Wees zaal en Laiïessezaal werd door mr Over water namens de Federatie De Ned. Bond tot Kinderbescherming een exemplaar van het Gedenkboek van deze Federatie aan onze Vorstin aangeboden. Tot de vle genodigden behoorden o.m.: de minister-president; de minister en de staatssecretaris van O.K. en W.: de ge volmachtigde ministers van Suriname en de Nederlandse Antillen; jhr mr F. Beelaerts van Blokland, vice-president van de Raad 's-GRAVENHAGE, 30 Nov. 1955 Bij de aanvang der vergadering van hedenmiddag restten de Kamer aller eerst de twee moties, welke de heren Scheps en Koersen hadden ingediend bij de begroting van Algemene Zaken. Zij betroffen beide de viering van de vijfde Mei als nationale feestdag, maar gingen van een verschillend gezichts punt uit. De heer Scheps wilde, dat de regering het bedrijfsleven voor die viering een vrije dag zou opleggen, de heer Koersen meende, dat met de be staande tegenstellingen de regering niet verder moest gaan dan zelf het voorbeeld geven en het Rijkspersoneel die dag vrijaf geven. De eerste motie werd verworpen met 51 tegen 30 stemmen. Vóór stem den alleen P.v.d.A. en de communis ten. Vóór de stemming over de tweede motie kwam de heer Blom (P.v.d.A.) met een korte verklaring, namelijk, dat de motie- Koersen een ingrijpen betekende in de positie van het overheidspersoneel, wat behoorde tot de taak van het G O. Dat zelfde had de heer Van der Zanden van de K.V.P.. zo zeide hij, dezer dagen zo gesteld, toen het ging om de vacantie- gratificatie van het Rijkspersoneel, waar over hij (Blom) toen een motie had inge diend Desondanks zou de P.v.d.A. toch vóór de motie van de heer Koersen stem men. Zij werd daarna aangenomen met 51 tegen 30 stemmen. Vóór stemden 15 leden van de K.V.P., er tegen 10. onder wie alle Limburgse leden Eveneens stem den voor de P.v.d.A. en de C.P.N, Hierna ging de Kamer voort met de voorstellen tot Grondwetsherziening, welke vervat zijn in de beide voorstellen tot uit breiding van de beide Kamers. Hierbij resteerden nog een amendement-Romme en een van de heer Tilanus (CH.) Prof. Romme wenste de uitbreiding van de candidatenlijst tot 30 personen in de Kies wet vast te leggen en niet in een additio neel artikel van de Grondwet. Minister Beel had het resultaat van de stemming daarover niet eens afgewacht en reeds een nota van wijziging in die geest ingediend. De voorzitter van de Kamer, de heer Van Sleen, daaraan waarschijnlijk niet denkend, liet toch maar het amendement- Romme aannemen. De heer Tilanus. die een uitbreiding van de beide Kamers 'wilde beperkt zien tot resp. 125 en 63 leden, en die dat in zijn amendement had neergelegd, vertelde in gezien te hebben dat zijn voorstel toch geen meerderheid'zou krijgen en trok het daarom in om de Kamer een stemming te besparen. Daarna ontstond er nog enige verwar ring, toen de voorzitter deze beide voor stellen tot grondwetswijziging wilde laten aannemen zonder hoofdelijke stemming. De heer Burger (p.v.d A.) maakte daar tegen terecht bezwaar. Een wijziging van onze hoogste wet is nu maar niet zo iets, dat men zo maar even tussen neus en lippen aanvaardt. Maar prof. Oud, die in zijn rede van Dinsdag blijk had gegeven een grondwetswijziging te beschouwen als een wezenlijke verandering van het staatsbestel, hetgeen maar niet te hooi en te gras mocht geschieden, mocht dan wel zeggen, dat hij geen t,ezWaar had tegen een aanvaarding z.h.st. waarbij hij dan aantekening vroeg van tegenstemmen door zijn fractie van hem hadden wij het bezwaar hiertegen eerder verwacht dan van de hèer Burger. Intussen was het eerste voorstel, dat tot uitbreiding van <je Tweede Kamer, reeds onder de hamer doorgegaan, maar dat was voor de heer Van Sleen geen bezwaar om toch nog maar een hoofde lijke stemming te houden. Beide voor stellen. tot uitbreiding van de Tweede en Eerste Kamer resp. tot 150 en 75 leden, werden in eerste lezing aanvaard met 75 tegen 6 stemmen. Tegen stemde alleen de V.V.D. Daarna was er nog een wetsontwerp tot goedkeuring van de overeenkomst tussen Nederland en Amerika tot samenwerking betreffende het niet-militaire gebruik van atoomenergie. De heer Ruygers (P.v.d.A.) vroeg hier over een nota. die zou moeten behandelen de ontwikkeling van de atoomenergie en de betekenis daarvan voor Nederland. Minister Luns zei in zijn antwoord, dat samenwerking in Benelux-verband hier moeilijk was dat had de heer Ruygers óók gevraagd omdat de posities van beide landen zo verschillend waren. België levert namelijk uranium en Nederland niet. Dat wilde blijkbaar zeggen, dat België door de levering van uranium wel de geheime gegevens zal kunnen krijgen en Nederland niet. Maar er had volgens minister Luns wel een actieve uitwisseling van gedachten tussen Nederland en België plaats. Het verzoek over die nota zou hij aan zijn collega van Economische Zaken overbrengen. Overigens zou de kwestie van de Toepassing der kernenergie uit voerig worden besproken bij de behande ling van de begroting van Economische Zaken. Het wetsontwerp werd z.h.st. aan vaard. F. S. Cabot Lodge, de Amerikaanse vertegen woordiger wees onmiddellijk op het be slissende punt in deze materie: de weige ring van de Sovjet-Unie de inspectie te accepteren die het Westen terecht een sleutel van het probleem beschouwt. Hij gaf ook een ander, even belangrijk punt aan: het feit, dat voorraden atoomwa pens en -materialen niet met de bekende middelen kunnen worden ongesooord. Het Sovjet-verzoek tot uitschakeling van atoom wapens was daarom „gevaarlijk en hypo- cratisch". Lodge zal binnenkort een lan gere verklaring afleggen. In het Britse Lagerhuis heeft premier Eden gisteren het door een commenta tor van radio-Moskou aangekondigde Rus sische voorstel tot het staken van de atoom proeven besproken. Officieel was de Brit se regering over deze kwestie niet door de Sovjet-Unie benaderd. Eden vond trou wens. dat het voorstel „in een beter licht" zou zijn gekomen als het gedaan was vóór de jongste Russische proeven. Bovendien was het „verre van duidelijk" Eden antwoordde de oppositie-leider Attlec, dat de Britse regering te allen tjjde bereid was de kwestie te bespre ken. Aantal en aard van de proeven die de verschillende landen reeds hadden genomen en wilden nemen zouden dan in aanmerking moeten worden genomen. Een alomvattende ontwapeningsovereen- komt zou trouwens de enige afdoende oplossing zijn. Mohamad Ali, de Pakistaanse eerste minister, heeft een uitnodiging van de regering van communistisch China voor een bezoek aangenomen. Hij zal waar schijnlijk begin Februari naar China gaan. 's-GRAVENHAGE, 30 Nov. 1955 Nadat het „kleine goed" was afgehan deld, is de Tweede Kamer vanmiddag begonnen met de behandeling van de be groting van Economische Zaken en daar mee zal de rest van deze en een gedeelte van de volgende week nog wel gemoeid zijn. Wat is de bedoeling van 's ministers po litiek vroeg de heer Nederhorst (PvdA). Wil hij door een stabilisatiepolitiek ons aan de ons omringende wereld onttrek ken of is dit een tijdelijke politiek om daarna langzaam de lonen en prijzen te laten stijgen? Een geleidelijke stijging om een kosteninflatie tegen te gaan met be waking van de lonen, de prijzen en de investeringen achtte hij onvoldoende; daarnaast zouden specifieke controle middelen nodig zijn. Spr. laakte het, dat ten aanzien van het kartelbeleid de bepalingen omtrent (Van onze verslaggever) TILBURG, Woensdagmiddag. was de oprechte ve •- Ponlianak, EERLIJK gezegd ben ik bang voor Borneo" wi zuchting van de eerste Apostolisch Vicaris van mrg Pacificus Bos O.FM tap., toen dit eiland op 11 Februari 1905 werd toevertrouwd aan de Nederlandse provincie van de paters Capucijnen en daarmede aan deze gebaarde, joviale en zonnige volgelingen van Sint Fians, die op hei terrein van missionnering nog volledige „groentjes waren, als eerste missiegebied het onherbergzame en bergachtige land „in de schoot'' werd geworpen. Al jaren hadden de Nederlandse Capucijnen zitten springen om aan het missiewerk te kunnen beginnen. Maar Borneo.. Doch zij hebben het geklaard. En op welk een bewonderenswaardige wijze werd gisteren wel dubbel en dwars aangetoond, toen te Tilburg het feit werd herdacht, dat het nü een halve eeuw is geleden, dat de eerste missionarissen met mgr Bos erheen vertrokken. I an hen leeft, nog de GO-jarige „broeder Willemkeen in het klooster te Tilburg, waar tftj thans woont, mocht hij gisteren van de huidige Apostolische Vicaris, Z. H. Exc. mgr Tarcisius 11. J. van Valenberg, een warm woord van hulde in ontvangst nemen. De plechtige herdenking werd ingezet I kele trekken schetste deze de eerste met een Pontificale Hoogmis in de Capu- cijnenkapel aan de Korvelseweg. Mgr Van Valenberg werd daarbij geassisteerd door de provinciaal, pater dr Clementinus van Vlissingen als presbyter assistens, de provinciaal van de Missionarissen van de H. Familie, pater B. Welling M.S.F. en de provinciaal van de Montfortanen, pater C. M Heiligers als troondiakens, terwijl als diaken en subdiaken resp. fungeerden de consultor van de Passionisten, pater P. Karei en pater Evodius. procurator der missie van de Capucijnen. Tijdens de herdenkingsbijeenkomst in het nabij gelegen Katholiek Militair Te huis, welke Werd „ingeluid" door het fra terskoor uit. Udenhout met de sfeervolle compositie van hun Chinese medebroeder Marinus, nl. Psalm 116 Laudate Dnminum, sprak allereerst pater provinciaal, In en- schreden van de Nederlandse Capucijnen op het figuurlijk en ook letterlijk gladde en steile pad van de missie op Borneo. Pater Tarcisius herinnerde ook aan het tekort aan krachten onder de Capucijnen, waardoor soms zeer drastisch moest worden geput uit de „voorraad" paters. Iedereen, die geschikt was voor de mis sie was er ook terecht gekomen en in de toekomst zullen ook zoveel mogelijk Capucijnen worden uitgezonden. De bloei van de Borneo-missie meende de provin ciaal het beste te kunnen aantonen door te wijzen op het feit, dat in dit jubeljaar een klooster voor religieuzen te Pon- tianak in oprichting is, de eerste stappen zijn ondernomen inzake de opleiding van de eigen clerus en dat de eerste Dayase zusters werden geprofest. Aan het verzoek om de feestrede te Z H Exc mgr Tarcisius II. J. van Valen- beril O F M Cap-, Apostolisch Vicaris van Pontianak. houden had oud-minister en oud-direc teur van onderwijs te Batavia, P. Ker- stehs «aarne gevolg gegeven. Allereerst wees deze op de wederopleving van de liefde in ons land voor het missiewerk, hctseGn tot govolë hsd d3t op 22 Juli 1807 de éérste twee wereldgeestelijken uit Nederland naar Oost-Indië trokken. Groot respect moet men daarvoor hebben, aldus spreker Dat men uit ons land toen maals niet naar de éigen gebieden ter missionnering ging, vond volgens de heer Kerstens zijn oorzaak in diverse feiten! Behalve, dat het al eeuwenlang aan pries ters verboden was Indië te betreden, zo dat de eerste missionarissen elk steun punt elke missie-traditie zouden missen, speelde ook het menselijk opzicht een rol: in fatsoenlijke Hollandse burgerlijke kringen vond men, dat aan degenen, die naar dat land van kolonialen en apen gingen, een luchtje zat. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw gingen de Nederlandse regulieren zich de missie in ,ons Indië aantrekken De eersten, die er een werkterrein aan vaardden, waren de Jezuieten in 1859. Doch met het vertrek van Missionarissen. de prijzen eerst op de tweede plaats kwa men en het exclusieve verkeer op de eer ste plaats. Hjj vestigde de aandacht op de moei lijke positie van de dagbladpers. De mi nister zou acht moeten geven op de prij zen, welke de gastbladen moeten betalen. Dit en óók de prijzen van het kranten papier zal de minister onderzoeken, maar hij moet er haast mee maken, daar an ders aan een prijsverhoging niet is te ont komen. De heer Nederhorst laakte het .°°k de regering, dat zii in de K.S.G. niet had willen spreken over verkorting van de arbeidstijd, welke reeds door een der aangesloten landen was ingevoerd. Er was volgens hem niets tegen, dit pro bleem in ieder geval te onderzoeken en zich te laten voorlichten. Hij vond het onverstandig, dat de regering hier zo de boot had afgehouden. Eveneens laakte hij het dat de Nederlandse regering zich het laatste jaar in Straatsburg nauwelijks had laten zien. Wat de Europese integratie betreft, waarschuwde hij er voor de beginselen voorop te stellen en daarop de landen vast te pinnen, wat Engeland eens had doen weglopen. Het was beter eerst de gevolgen van een gemeenschappelijke markt onder het oog te zien en zo te ko men tot supra-nationale organen. Met het stellen van prealabelen komt het gesprek over een Europese eenheid niet op gang. De heer Blaisse (K.V.P.) over de in ternationale samenwerking sprekend, ging uit van een breed opgezette douane unie, een gemeenschappelijk beleid en een gemeenschappelijke herstelpoiitiek. Van een werkelijk gemeenschappelijk be leid is echter, zo zeide hij, in de O.E.E.S. en in de Benelux nog geen sprake ge weest. Hij betoogde de noodzaak alle krachten in te zetten voor een gemeen schappelijke markt in Europa. Het resul taat van Brussel biedt mogelijkheden; laten de regeringen van de Beneluxlan- den deze kansen benutten. Hij vroeg de minister een debat over de Europese in tegratie, maar dan vóór de gemeenschap pelijke vergadering van de K.S.G., die be gin Maart zal worden gehouden. Bet behoeft geen betoog, dat de socia listische heer Nederhorst de investerings fondsen door de overheid wilde zien ge financierd. De heer Janssen (K.V.P.) stelde het aldus: de krachten te elimi neren die een omslag van de hoogconjuc- tuur zouden kunnen bewerken. Wjj moe ten streven naar bestendiging en expan sie van onze welvaart. Hij vroeg of de exportvraag wel zo helemaal alleen be slissend was. Er zijn vele deelmarkten die niet kunnen exporteren door een te kort aan beschikbaar arbeidspotentieel en apparatuur. Het aanbod kan niet wor den vergroot. De winstdeling zag hij als een aantrek kelijke oplossing om de arbeiders te doen delen in de gestegen welvaart. Deze winstdeling is immers niet van invloed op de lonen en prijzen en dus ook niet op de export. Als de overheid door de maat regelen tot investeringsbeperking een schot voor de boeg had gegeven, moesten ook de overheidsinvesteringen worden be perkt. Het prijsbeleid ten aanzien van enige artikelen noemde de heer Janssen niet schokkend voor het huishoudbudget. Wat onze energiebronnen betreft vroeg hij voorzichtigheid ten aanzien van de Peel. Het zou 25 jaar vergen om daar de kolenlagen tot exploitatie te brengen en intussen zou de kernenergie zich ontwik kelen en ook wist men niet hoe rijk of arm deze kolenlagen zouden zijn. Voor de ontwikkelingsgebieden vroeg hij de onderzoekingen met kracht voort van het H. Hart in 1903, als tweede con gregatie naar de Kei-eilanden, was eigen lijk pas het eerste schaap over de brug. Vele paters, broeders en zusters, ook van andere congregaties, volgden immers spoedig daarna. De heer Kerstens wees o.m. ook nog op het tragische aspect, dat de Nederlandse katholieken geen goed denkbeeld hebben van het prestige, dat het Katholicisme ook in het huidige Indonesië geniet. Indien dit wel zo was geweest, aldus spreker, zouden wellicht die revolutionnaire jaren anders zijn gelopen! Borneo was een zeer moeilijke missie, zo besloot de feestrede naar, maar nu is de Kerk er gegrond vest, tot in eigen priesters toe. Een vertegenwoordiger van het Hoge Commissariaat van de Republiek Indo nesië, Z.Exc. Kweedjiehoo, was ook op het gouden jubilé aanwezig. In een korte speech stelde hij de vraag, die iedereen voor in de mond lag: „Hoe zit het met de visa?" „Ik bid mét U, aldus spreker, dat hierin spoedig verbetering zal komen Positieve toezeggingen bleven helaas uit. Z.Exc. wees op de veranderde houding van het nieuwe Indonesië tegenover de missie. Ik meen begrepen te hebben, zo zeide hij, dat er in Rome nieuwe ideeen ten aanzien van de missie leven: aanpas sing van de missionaris aan de gedachten- wereld en atmosfeer van het missiege- gebied En hij koppelde aan deze gedach te de woorden van Christus vast: Geef God wat God toekomt en aan de keizer wat van de keizer is. Indien deze woorden de leidraad voor de missionnering zullen zijn, dan zal de missie in de toekomst in Indonesië veel succes hebben, zo besloot spreker. Tenslofle was het woord aan mgr Van Valenberg, die warme woorden van dank en hulde sprak. Dank vooral moet alle andere gevoelens overheersen, al dus mgr, die er met de ^rootste nadruk op wees allerminst tot degenen te behoren en daarmede onderstreepte hij de woorden van de vorige spreker die zeggen, dat met de Republiek Indonesië geen zee te bevaren is. De Apostolisch Vicaris gaf de verzekering, dat alle missionarissen trou we onderdanen zullen zijn van het Indo nesische gezag. Nog een polyphonisch koorwerk klonk en daarna was het officiële gedeelte ten einde van deze herdenking, die o.m. werd bijgewoond door mgr Brans, oud-Aposto- hsch-Vicaris van Sumatra, abt Willibrord van Dijk van de Trappisten, mgr H J, J. van Hussen, directeur van de Pauselijke Missiegenootschappen in ons land. pater Keller S J.. directeur van het Indonesisch missiebureau, mgr prof. dr A. Mulders, deken Van Dijck van Nijmegen en de oversten van de Fraters van Tilburg, de broeders van Huvhergen en de zustercon gregaties van Veghel en Etten, welke te zetten, congregaties op Borneo werkzaam zijn, Be heer Van Leeuwen (V.V.D.) had be- alsmede door de burgemeester van Til- I zwaren tegen de binding van Economi- burg. Ische Zaken aan de P.B.O., twee tegen strijdige grootheden, naar hjj zeide. De prijzen moesten volgens hem niet kunst matig laag worden gehouden, daar dit gebeurde ten koste van het interne van bestaande activa. Hij verzette zich ook tegen een nivellering naar beneden; men moest dit naar boven doen. Bezitsvorming bepleitte hij door fiscale tegemoetkomingen met andere woorden: belastingvrij sparen. Volgens de heer Blaisse (K.V.P.) moest men de tegenstelling tussen conjuncture le en structuele politiek niet overdrijven en de betekenis van de overspanning der arbeidsmarkt niet overschatten. De struc tuurpolitiek had voorrang en de conjunc turele politiek moest in dienst worden gesteld van de economische politiek op lange termijn. Hij waarschuwde er voor geen over haaste maatregelen te nemen tegen het afremmen van de conjunctuurpolitiek i.e. tegen de investeringen. De investerings activiteit had nog geen onruistbarende vormen aangenomen. Hij vroeg de mi nister welke soort bestedingen zou moe ten worden beperkt. De buitenlandse in vesteringen moeten er toe dienen de industriële basis te verbreden. De tijd was nu aangebroken om te dien aanzien selec tief op te treden. De heer Roemers (P.v.d.A.) toonde zich zeer ingenomen met het beleid van r^er Bruün ten aanzien van de P;B-0. Tegen het instellen van product- of bedrijfschappen bij wet had hij geen bezwaar, maar men moest hierin zeer be hoedzaam zijn. Wel was hij tegen een apart ministerie voor de P.B.O. De heer Hazenbosch (A.R.) zeide ten slotte, dat men de kansen van onze hoog conjunctuur niet moet missen om onze economische structuur te verbeteren, dus moest men voorzichtig zijn met het af remmen van deze conjunctuur. Dit moet men alleen doen als deze spanningen te groot worden, maar het is de vraag, zo zeide hij, of wij daaraan al toe zijn. Voorts vroeg hij de minister, in welke sectoren hij zal beginnen. Ook vroeg hü, welke prijsverlagingen nog mogelijk zijn, hoe de minister dit wil doen en wanneer. Hy drong erop aan de politiek van de prijsstabilisatie voort te zetten. Morgen zullen de algemene beschou wingen worden voortgezet. F. S. De leden van bestuur en stichtingsraad van de Stichting voor culturele samen werking te Amsterdam delen ons mede, dat zij eenstemmig hebben besloten hun functies neer te leggen. Bij het nemen van dit besluit hebben zij overwogen, dat gezien de ontijdige regeringspublicatie over de aanstaande opheffing van de Sticusa en de reeds aan. stonds toegepaste beperking van de be voegdheden der Stichting zij de ver antwoordelijkheid voor het beleid niet langer kunnen dragen. Ook de verant woordelijkheid voor de liquidatie kunnen noch wensen zij te dragen. Hiertoe ont breekt bij hen het vertrouwen in de wer king van de nieuwe opzet. De Kamerkieskringen Amsterdam en Dordrecht van de A. R.-partij hebben prof. mr P. S. Gerbrandy weer op de voorlopige candidatenlijst geplaatst, nadat het cen traal comité van A R.-kiesverenigingen had besloten deze staatsman niet meer voor een candidatuur in de nieuwe Twee de Kamer in aanmerking te doen komen. Als overweging zou. zo werd ons mede gedeeld, hebben gegolden de omstandig heid, dat prof. Gerbrandy de 70-jarige leeftijd reeds heeft bereikt. Uit leden van de bovengenoemde kies kringen heeft zich een „Comité P.S.G (de initialen van prof. Gerbrandy) ge vormd met het doel „een actie te beg n- nen teneinde prof. Gerbrandy eer eer volle plaats op de A. R.-lijst te verzeh ren".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 7