In laatste jaar werd prijsindex
cijfer niet hoger
Nog niet in kannen en kruiken?
Ir F. J. Philips kwart eeuw
bij Philips N.V.
Ramp voltrekt zich aan oude rivierdorpen
STREMMING TREINVERKEER
DORDRECHT-SLIEDRECHT
Sociaal probleem thans niet primair
het vraagstuk der arbeiders
Philippica tegen P.v.d.A.-woordvoerders
Sint Nicolaas
en Spencer
Vacantie in de bouw
vakken
Prijsstop
courantenpapier
Westelijke protesten in
„zaak-Berlijn"
In Krimpen aan de lek
niet veel te redden
VRIJDAG 2 DECEMBER 1955
PAGINA
Interparlementaire.
Beneluxraad
Middenstand
P.B.O- kost tijd
P. B. O.
Mr Ramelan minder opti
mistisch dan mr Luns
Prijsverhoging op 1 Januari
gaat niet door
In de Staatscourant van gisteren heeft
de minister van Economische Zaken een
Prijsstop afgekondigd voor couranten
papier. Deze stop, die vandaag in wer
king trad, houdt in, dat de prijs van hier
te lande vervaardigd courantenpapier
niet hoger mag zijn dan op 24 November
j.l. het geval was.
Het moest...
De dijkverhoging is over een afstand
van 400 meter voltooid en de timmer
man kan zijn wagentje niet meer op
karwei want de dijk sluit zijn terrein
Oude boerderijen komen met boven
lichten en halve vensters boven de ver
hoogde weg uit. De machinefabriek van
Kalkman kan wel inpakken.
OP 6 DECEMBER
Zeeschip zal Baanhoeksspoorbrug
passeren
Rijk geeft schadevergoeding
Een wereldmerk
van Zwitsers
fabrikaat
ook Sl. 'Ni cola as schenkt
OUDE-EN JONGE JENEVER, LIKEUREN
Is er een verrukkelijker traditie dan het
Sinterklaasfeest?! Dat Sint Nicolaas om
streeks 400 n. Chr. bisschop van My ra in
Lycië tras, wist U natuurlijk wel. Maar
weet U óókwie Zwarte Piet was Niemand
anders, dan de duivel self, die geketend
de goedgeefse Sint moest volgen om te
helpen de cadeautjes te dragen.
Zulke oude legenden zijn machtig interessant, maar
interessanter is toch nog wat Uw goede vrienden
op Sint Nicolaas in hun schoentjes zullen vinden.
Zorgt U dat er minstens één doosje Spencer bij is:
een genot dat pen traditie werd.
ttVlALIl}-
CojvrBOii'U-
Dit merk
op elk doosje
Spencer
waarborgt U de
onveranderlijke
kwaliteit
's-GRAVENHAGE, 1 December 1933.
Minister Zijlstra heeft hedenavond, toen liij de sprekers beantwoord 'e,
die Woensdag en deze middag het woord hadden gevoerd over de begroting
van Economische Zaken, afgerekend met het alternatief, dat de heer
Nederhorst (PvdA) aan de hand had gedaan voor de door de minister
i gevoerde polilick tot stabilisatie van lonen en
prijzen. „Ik ben verbaasd en verbijsterd over de
uitspraak van de heer Nederhorst, dat een recht'
vaardige verdeling der welvaart slechts kan wor
den bereikt door een geleidelijke stijging van
lonen en prijzen en dat mijn stabilisatie-politiek
sociaal ondeugdelijk is", zeide de minister. „De
sociale overwegingen van mijn beleid waren: de
nominale loonstijging zoveel mogelijk te ban 1-
haven als een reële stijging en de vergeten
groepen zoveel mogelijk in- bescherming te
nemen. Of ineent de heer Nederhorst, dat de
sociale politiek zich dient te beperken tot de
werknemers?" Dat het hem ernst is niet zijn
stabilisatie-politiek, bewees de minister later op de avond o.m. door de
mededeling, dat hij vandaag een prijsstop heeft afgekondigd voor kranten
papier, nadat de producent vanmorgen een prijsverhoging had aan
gekondigd, welke hierdoor op dezelfde dag weer ongedaan werd gemaakt.
MINISTER ZIJLSTRA
Verbaasd en verbijsterd..
De minister stelde, dat na de forse loon
stijging van 1953 op 1954 een periode van
rust geboden was. Hij schatte, dat van
begin 1953 tot eind 1956 veronderstel
lende, dat ook in 1956 geen algemene
loonronde zal worden toegestaan de
lonen met 22 procent zijn gestegen. Het
prijsindexcijfer per October 1954 was ge
lijk aan dat van October 1955. Hij noemde
dit een goed resultaat. Hoe langer de rust
duurt, des te meer resultaat zal men
kunnen verwachten van de prijspolitiek.
De stabilisatie-politiek was nodig om te
voorkomen, dat men in 1955 de lijn van
1954 zou doortrekken en dat men op on
verantwoorde wijze zou doorschieten ten
koste van de muntwaarde. Hij meende,
dat de Nederlandse volkshuishouding
economisch en sociaal thans beter af is
dan zij zou zijn geweest zonder de stabi
lisatie-politiek
Laat de heren Nederhorst en Roemers
klare wijn schenken, zeide de minister.
Daten zij duidelijk zeggen, of zij hadden
willen doorgaan met loonsverhogingen,
die onvermijdelijk prijsstijgingen ten
gevolge zouden hebben gehad. Laten zij
dan begrijpen, dat iedere effectieve
prijscontrole illusoir geweest zou zijn,
tenzij zij hadden willen terugkeren tot
een rigoureuze prijsbeheersing, die naar
mijn mening alleen geoorloofd was in
de jaren van schaarste, in 1945 en 1946.
De vergeten groepen
De bewindsman zeide voorts van de heer
Nederhorst een andere houding te heb
ben verwacht, ten aanzien van de ver
geten groepen. Het sociale probleem is
niet primair het probleem van de arbei
ders. maar van de achtergeblevenen, de
zwakken en de hulpbehoevenden. Dat zijn
vandaag aan de dag niet de arbeiders; die
hebben zich hieraan gelukkig weten te
ontworstelen.
Voorts wilde hij van de heer Neder
horst horen, of hij nog steeds van mening
is, dat Nederland op alle gebieden eer
goedkoopte-eiland is. Hij zelf had de
indruk, dat dit aantal gebieden voort
durend kleiner wordt. Hetgeen men scherp
in het oog moet houden in het belang van
onze concurrentie-positie op de internatio
nale markt.
De bewindsman bestreed de gebruike
lijke methoden van socialistische reken
sommetjes over de verdeling van het
nationaal inkomen tussen ondernemers en
loontrekkenden. Hij gaf de heer Roemers
in overweging eens na te denken over
de stelling, dat de relatie tussen de in
vesteringen van vandaag en de lonen van
morgen veel stringenter is dan tussen de
investeringen en de lonen van vandaag.
Wat de industrialisatie aangaat, zei
minister Zijlstra, dat hij bij zijn vroegere
prognoses niet te hoog had gemikt en dat
er dus geen reden is om aan te nemen,
dat hij dit nfi wel gedaan zou hebben
Ten aanzien van de vestigingen van
buitenlandse ondernemingen in ons land.
merkte hij op, dat de propaganda hiervoor
op een laag pitje brandt. De selectie,
welke dé heer Blaisse (K.V.P.) had ge
vraagd, achtte hij niet uitvoerbaar. Ook
had hij bezwaar tegen het stopzetten van
de propaganda, want er kunnen andere
slechtere tijden komen. Tot nu toe
hebben de buitenlandse vestigingen trou
wens waardevolle bijdragen geleverd voor
de uitbreiding van ons productie-apparaat.
Over de economische integratie in
Europa was de minister niet ontevreden.
Z.i. was er in de integratie aanmerkelijk
meer schot gekomen, dan men verleden
jaar had durven denken. Het stond voor
hem vast, <iat een supra-nationaal gezag
voorwaarde ;s voor de totstandkoming
van een gemeenschappelijke markt.
Wat de Benelux betreft is het thans
zover, (lat men kan gaan spreken over
de vormgeving van het verdrag voor
een economische unie. Nog deze maand
zal een wetsontwerp tot instelling van
interparlementaire Benelux raad wor
den ingediend.
Bij de Kolen- en Staal Gemeenschap tc
Luxemburg meende hij een sterke stro
ming waar te nemen, die meer wil
harmoniseren dan het verdrag vraagt en
dan wenselijk is. Hij doelde hier op het
probleem van de vijfdaagse werkweek.
Over de energie-voorziening deelde de
minister nog mede, dat medio 1956 het
rapport kan worden verwacht over de
energievoorziening in de Peel. De com
missie, die over dit vraagstuk zal rappor
teren, houdt contact met deskundigen op
h.et gebied van de kernenergie.
BÜ ,let chapiter middenstand gekomen,
deelde de minister mede, dat de handels-
nli^fttescl,iJtkins n°S niet zal worden In
getrokken. Hij vertrouwde, dat de Kamer
Imïïtin zaI geven zelf het juiste
iUf bedriHs?00r te bePa,en- Dan zal met
het bedrijfsleven i„ overleg worden ge
treden over de vraag, hoe waarborgen
kunnen worden verkrpg.cn voor eejj
gang van zaken In de toekomst.
De critiek op de schorsing van de 30(1.
meter bepaling m het drogistenkartel, wees
de bewindsman van de hand door te zee
gen, dat het voor hem een principiële
zaak is, dat aan de eisen van de Vestigings
wet geen eisen dienen te worden toege
voegd door de reeds gevestigde winke
liers.
Hierna sprak minister De Bruijn over
de P.B.O., over welker ontwikkeling hij
niet ontevreden was. Hij erkende, dat hij
zich vroeger wat de tijd betreft, welke no
dig zou zijn voor de verwezenlijking van
de P.B.O.. had vergist. Voor de hervor
ming van de maatschappij js tüd nodig
meende hij thans. Ook bij de onderne
mers is er echter begrip voor de P.B.O.
De vraag, of er in de toekomst een eigen
ministerie moet komen, liet hij over aan
de toekomstige kabinetsformateur. Hij
verklaarde er geen bezwaar tegen te heb
ben als de bedrijfschappen, alvorens ver
ordeningen uit te vaardigen, eerst advies
vragen aan de vrije organisaties.
Broodprijs en opticiens
Staatssecretaris Veldkamp deed interes
sante mdededelingen omtrent de brood
prijs en de opticiens-kwestie. Op grond
van het kostenverloop meende hij, dat
grotere fluctuaties in de broodprijs mo
gelijk zijn. Weliswaar zijn de loonkosten
en de brandstofprijzen gestegen maar
daar tegenover staat een grotere daling
van de bloemprijs, hetgeen leidt tot een
kostprijsverlaging van 1.65 per honderd
volksbroden en van 1.— per honderd
witte luxebroden. Bovendien is de brood
prijs vandaag wederom verlaagd.
Hij deed de Kamer een boekje open
over de houding van de Bakkerijstichting,
De Dordtse bakkers hebben zich n.l. tot
hem gewend met het verzoek te bemid
delen, zoals hij dat ook in de Bredase
broodoorlog heeft gedaan. Zij hadden hem
meegedeeld, dat de Bakkerijstichting de
bakkers steeds ten sterkste afried contact
op te nemen met het departement. Zij
hadden uiteindelijk dit advies afgeslagen,
omdat zij de kwestie van de Dordtse
broodprijzen niet wensten op te han
gen aan het belang van de Bakkerij-
stichting. De Dordtse bakkers meenden,
dat de Bakkérij stichting liever ziet, dat
de broodprijsoorloigen plaatselijk worden
uitgevochten, omdat zij de landelijke
broodprijs niet in gevaar wil brengen. De
Dordtse bakkers waren echter van oor
deel, dat deze prijs aan de hoge kant is.
Ziekenfondsen en opticiens
Wat de opticiens-kwestie betreft zei de
heer Veldkamp, dat hij aan de minister
van Sociale Zaken als zijn oordeel te ken
nen heeft gegeven, dat de ziekenfondsen
zich moeten onthouden van het oprichten
van eigen bedrijven. De minister had hem
echter doen weten, dat hij geen aanlei
ding zag stappen te ondernemen. De
staatssecretaris zegde toe over dit ant
woord nader met de minister in discussie
te zullen treden.
De staatssecretaris ving zijn betoog aan
met de stelling, dat bij het economisch,
sociaal en fiscaal beleid rekening is ge
houden met de middenstand en dat het
onjuist is te zeggen, dat in het algemeen
beleid onvoldoende aandacht is geschon
ken aan de middenstand.
Morgen zullen de replieken worden ge
houden.
M iddenstandszaken
Voordat de ministers des avonds aan
het woord kwamen, had in de mid
dagvergadering nog een rij van leden
critiek en wensen geuit speciaal op het
gebied van middenstandsaangelegenheden
en de P.B.O.
Omtrent de handelsmargebeschikking
gaf de heer Hooy (K.V.P.) als zijn oor
deel te kennen, dat deze ten onrechte
algemeen is. Hij vroeg zich af of men in
de textielsector nu exact kan zeggen, dat
een marge van 7 juist is. De heer Van
Eysden (A.R.) wierp de vraag op in hoe
verre integrale handhaving van deze be
schikking gewenst is. Zij moest niet lan
ger worden gehandhaafd dan strikt nood
zakelijk is.
De heer Cornelissen (V.V.D.) erkende,
dat de vervallen omzetbelasting aan de
consument ten goede moest komen, maar
hij kon het middel van de handelsmarge
beschikking niet bewonderen, omdat
kleine winkeliers, vooral op de dorpen,
ook al zijn zij nog zo goedwillend, er niet
uit kunnen komen en hij vroeg daarom
spoedige intrekking van deze ongeluk
kige beslissing".
De heer Hooy meende overigens ook
dat de middenstand de beschikking als
een discriminatie heeft gevoeld en hij
drong op intrekking aan, daar het doel,
dat de minister nastreefde, zo goed als
bereikt is. De gestegen welvaart, zo be
toogde hij, heeft de middenstanders in
vertiaagd tempo bereikt en enkele rege
ringsmaatregelen hebben hun niet tot
voordeel gestrekt. Hij noemde in dit ver
band de minimumbroodprijs naast de han
delsmargebeschikking en het fiscale be
leid.
gering gedaan inzake de broodoorlog in
Dordrecht, die langduriger was?
De heer Cornelissen wilde de voorlich
ting omtrent de bouw van middenstands
panden beperken tot de gemeenten en tot
hen, die zelf willen bouwen. Hij verzocht
ook tat verlenen van Rijksbijdragen voor
de bouw van bedrijfspanden. Bij de bouw
van winkelpanden was z.i. de grote moei
lijkheid hoe men voor zulk een pand in
aanmerking kon komen. Hij vroeg hoe
het kwam, dat bepaalde ondernemingen
steeds op de beste punten in een wijk
beslag konden leggen. Voorts vroeg hij,
waarom bij het hypothecair crediet on-
derscheid werd gemaakt tussen bedrijfs- j
en woonruimte en hij nam stelling tegen
de ziekenfondsen, die eigen optiekzaken
willen beginnen Het examen handelsken
nis verzocht hij aan te passen aan de be
trokken branche.
De heer Van Dis (S.G.P.) vond de eisen
hier te hoog, deze moesten noodzakelijk
worden verlaagd.
Verder ging het debat hoofdzakelijk
over de P.B.O. Had de heer Roemers
daags te voren minister De Bruijn reeds
geprezen voor de vorderingen, die hij had
gemaakt, ook de heer Van der Ploeg
constateerde een wezenlijke vooruitgang
maar maakte zich daarnaast toch zorgen
over de huidige situatie. In de voedsel-
voorziemngssector is men wel gekomen
tot productschappen, maar niet tot de ho
rizontale bedrijfschappen. In de indu
striële sector zijn er pas twee, die wel
licht spoedig enig gezelschap zullen krij
gen, maar ook dan blijven er nog be
langrijke takken in zeer vitale delen van
het bedrijfsleven ten achter. Toch waar
schuwde hij tegen dwang; beter was een
algehele overeenstemming, al realiseerde
hij zich, dat dit laatste ook zijn nadelen
heeft en wel, dat een klein deel de tot
standkoming kan verhinderen.
De heer Cornelissen moest helemaal
niets van dwang hebben. Hij zag wel vor
deringen, maar vond het nominale succes
toch met bijster groot. Belangrijker was
volgens hem de geest, waardoor de sa
menwerking werd gedragen en hier kon
hij geen groot enthousiasme bespeuren.
De heer Van der Ploeg had ernstig be
zwaar tegen de instelling van een Raad
voor Midden- en Kleinbedrijf, nu de
P.B.O. ;n die sector voortgang maakt. Dit
zou kunnen leiden tot een uithollen van
de P.B.O. De regering, zo meende hij,
behoeft zich toch niet te wapenen tegen'
de organen van het bedrijfsleven!
Over een zelfstandig departement voor
de P.B.O. wenste hij geen discussie te
voeren. De opvatting van de K.V.P. is
bekend en het is overigens een zaak voor
de komende kabinetsformateur.
De heer Koersen (K.V.P.) legde nog
tenslotte verband tussen productiviteits
verhoging en bezitsspreiding en infor
meerde naar de cijfers aangaande de pro
ductieverhoging. Hij constateerde een
stemmigheid bij regering en Kamer aan
gaande het vraagstuk van de bezitsvor
ming, aangezien nagenoeg alle fracties tot
uitdrukking hadden gebracht, dat zij de
bezitsvorming voorstaan. Het gaat bij de
gedachtenwisseling nog slechts om de
Advertentie
OVfiR DE KlEiNf GeVoEGE^S V-EVENS
In verband met de minimumbroodprijs
herinnerde de heer Van Eysden aan de 0
Bredase broodoorlog, waarin de regering VSTS»
had ingegrepen, maar wat heeft de re- worden. ad
„De zaak is nog zeker niet in kannen
en kruiken, hoewel niet kan worden ge
sproken van een impasse". Dit vernamen
wij gisteravond van Indonesische zijde
over de stand van zaken in de voorbe
sprekingen voor een Nederlands-Indone
sische conferentie, na het diner, dat de
Indonesische ambassadeur met bijzonde
re missie, mr. Utoyo Ramelan, op vWis-
ma Duta" had aangeboden en waaraan
o.a. de ministers Luns, Van de Kieft,
Zjjlstra en Van Thiel hebben aangezeten.
Deze mededeling volgde op een ver
klaring van Buitenlandse Zaken na de
ontmoeting van Donderdagochtend tus
sen minister Luns en mr. Utoyo. dat van
Nederlandse zijde de hoop bestaat, dat
het vooroverleg spoedig met succes zal
worden bekroond.
Van Indonesische zijde verklaarde
men gisteravond, dat zowel de kwes
tie van de agendapunten als de plaats
van de conferentie moeilijkheden ople
veren. In Indonesische kringen acht men
ae veronderstelling, dat een Nederlands-
Indonesische conferentie reeds de vol
gende week zal kunnen beginnen gezien
de huidige stand van zaken te optimis
tisch. Inmiddels is nog geen volgende
ontmoeting vastgesteld tussen minister
Luns en mr Utoyo Ramelan. die weder
om in overleg is getreden met zijn rege
ring in Djakarta.
Het bestuur van de Ned. Chr. Aanne
mers- en Bouwvakpatroonsbond heeft op
de algemene vergadering van deze or
ganisatie de vrijheid gekregen om bij de
besprekingen met de werkgeversorganisa
ties over de vacanties in het kader van de
bekende wijziging van de secundaire ar
beidsvoorwaarden ,te komen tot een re
geling waarbij aan de vacantieweek de
daaraan voorafgaande Zaterdag en de
daarop volgende Maandag worden toege
voegd.
Ir F. J. Philips, vice-voorzitter van de
Raad van Bestuur der N.V. Philips'
Gloeilampenfabrieken, die in de loop der
jaren ontelbaar vele werknemers dezer
onderneming bij hun zilveren, robijnen
of gouden jubileum heeft gehuldigd, was
gisteren zelf jubilaris. Toen herdacht hij
j"'" xb1?' 'e"-dat. b'' Jaar geleden bij
de N.V. in dienst trad.
Op 16 April 1905 werd de jubilaris in
Eindhoven geboren. van 1923 tot 1929
studeerde hij aan de T.H. te Delft, waar
hij de titel behaalde van werktuigbouw
kundig ingenieur. Zijn eerste functie
was bedrijfsingenieur van de Philite fa
briek, waar hij in Mei 1931 werd be.
noemd tot bedrijfsleider. Achtereenvol
gen, werd hij daarna belast met de lei
ding van de machinefabriek en van alle
mechanische werkplaatsen. Daarna werd
hij mede-verantwoordelijk gesteld voor
de ontwikkeling van afdelingen waar
producten werden vervaardigd dié voor
heen buiten de scope van Philips lagen
Philips produceerde toen nog voorna
melijk alleen radiotoestellen en lampen.
De ontwikkeling van producten waar
mede ir Philips werd geconfronteerd lag
o.m. op electro-acoustisch gebied lasge-
bied en licht (Sasontladingslampen, zoals
natrium en kwik).
In 1936 volgde zijn benoeming tot on
derdirecteur en in 1939, vlak voor het
uitbreken van de oorlog werd hij be
noemd tot directeur. Hij maakte toen
deel uit van een directie, die uit vier
Gedurende de bezetting
bleef ir Philips - by het uitbreken van
de oorlog was hij in militaire dienst
in Nederland en als gevolg daarvan
rustte op hem en een viertal colle
ga's in deze moeilijke jaren het be-'
tad van de N.V. Bij de instelling van dc
Raad van Bestuur in 1946 werd ir Philips
benoemd tot vice-voorzitter
In de jaren na de oorlog'hield de ju
bilaris zich in het kader van de werk
verdeling van de Raad van Bestuur
onder meer intensief bezig met het so
ciale beleid. Doordat ir Philips deel uit
maakte van het bestuur der Nederlandse
Werkgeversbonden door drukke werk
zaamheden heeft hij onlangs deze func
tie neergelegd heeft hij ook nationaal
een belangrijk aandeel gehad in het in
dustriële en sociale beleid. Ir Philips
heeft, in de na-oorlogse jaren veel ini
tiatief ontplooid om voor het nijpende
na-oorlogse woningentekort een oplos
sing te vinden. Ook de scholing en vor
ming van jongeren heeft zijn grote be
langstelling. Het is mede aan zijn stre
ven te danken, dat het besluit gevallen
is een tweede technische hogeschool op
te richten.
De jubilaris houdt morgen receptie in
De Nederlandse industrie voor couran
tenpapier had met ingang van 1 Januari
a.s. een prijsverhoging aangekondigd, en
aan het verzoek van de minister om
hangende het rentabiliteitsonderzoek.
dat door het ministerie van Economische
Zaken wordt ingesteld van deze prijs
verhoging af te zien. heeft zij geen ge
hoor gegeven. Met het oog hierop en
gezien het prijs- en kostenverloop in
deze sector heeft de minister in het ka
der van de huidige politiek van prijs-
stabilisatie deze prijsstop afgekondigd.
De ambassadeurs van Groot-Brittannië,
Frankrijk en de V-S. in West Duitsland
hebben Donderdag in een nota aan de
Sobjet-autoriteiten in Berlijn geprotesteerd
tegen generaal Diborva's bekende ver
klaring. dat Oost-Berljjn deel uitmaakt van
de „Duitse Democratische Republiek".
Deze verklaring die met klem wordt ver
worpen is strijdig met het Westerse stand
punt. De Westelijken houden vast aan de
vier-landenstatus van Berlijn zoals die
indertijd met de Sovjet-Unie is overeen
gekomen.
Ambassadeur Conant van de V.S. zou
heden in Berlijn de toestand bespreken
met de Amerikaanse autoriteiten aldaar.
Gisteren besprak hij de zaak reeds te
Bonn met dr Adenauer en de Westber-
lijnse burgemeester dr Otto Suhr.
Reuter verneemt uit Londen dat Dibor
va's verklaring over de status van Oost-
Berlijn regeringskringen in de Britse
hoofdstad enige zorgen baart. Men acht het
o.m. onvermijdelijk, dat de Westberlijners
nu nog meer zullen aandringen op opna
me van deze „buitenpost" in de West-
dultse bondsrepubliek, zoals indertijd al
ten sterkste werd voorgestaan door wij
len burgemeester Ernst Reuter. De sta
tus van de Westelijke troepen in de vroe
gere Duitse hoofdstad zou na zo'n opna
me verschillende problemen meebrengen.
VV7" ANNEER men van het Capel-
ler veer komt en over de dijk
weg naar Krimpen aan de Lek wan
delt, komt men langs de Noord.
Maar zij, die daar in het voorjaar
al passeerden, zullen dit stuk van
hun wandeling niet meer herken
nen, het is alsof sedertdien de
oude „kleine kom" een meter in de
grond is gezakt.
Zo staat dan Krimpen aan de Lek ei
voor en men heeft er zich bij neerge
legd, omdat men de noodzaak inziet van
de beveiliging des lands tegen het ge
weld van storm en water. Maar nog al
tijd is het hemd nader dan de rok en zo
voelt de Krimpenaar het eerst dat hij
met zijn huis ongeveer een meter onder
de dijk zakt terwijl de overige Neder
lander, zich alleen maar beveiligd ge
voelen.
Het mag geen verbazing wekken, da*
er zich onmiddellijk een actie-comité
„Gevolgen Dijkverhoging" vormde dat
onder leiding van de heer W. Mijnlieff
een geweldige werkzaamheid ontwik
kelde.
Er stond lueel wat op het spel.
Krimpen aan de Lek heeft een be
volking van 3600 zielen. „De vrees
bestaatzegt de heer Mijnlieff, „dat
een grot deel van het dorp afgebro
ken zal moeten worden".
Niets wees er in den beginne op, dal
iemand anders de schade voor zijn re
kening zou moeten nemen dan de huis
eigenaren, want dijkhuizen bouwt men
met alle risico's daaraan verbonden ten
aanzien van de dijk zelf.
Bij Dijkgraaf en Hoogheemraden va i
de Krimpenerwaard vond men een willig
oor en er werden allerlei projecten be
keken, die tot de minste schade aan
leiding zouden kunnen geven. Men dacht
aan een kade langs de dijk en het op
vijzelen van alle buitendijkse huizen,
maar Waterstaat had hiertegen bezwaar
omdat men geen huizen een rol wenste
te zien spelen bij de waterkering.
Even heeft de dijkaanleg stop gestaan
toen men meende een voor allen aan
vaardbaar plan te hebben gevonden.
Helaas, na de bouwvacanties moest het
Hoogheemraadschap melden, dat het plan
was afgekeurd en besloten was eenvou
dig tot ophoging van de dijken.
Wel kwamen er geruststellende woor
den van ministeriële zijde over vergoe
dingen, maar een positief bevestigend
schrijven bleef uit.
„Illegalen"
Intussen ging het werk gewoon door
De dijk rees tot de bovenlichten, winke
liers zagen hun etalages verdwijnen
onder straatniveau, de leiding van be-
Zo schilderachtig en vredig lag daar eens een hoekje in de „kleine kom"
van Krimpen.
zó ziet men hetzelfde hoekje thans. Het regenwater van de dijk
loopt de huizen in.
drijven ging zich reeds in andere gebie
den oriënteren om het dorp te kunnen
verlaten.
Een groep ontevredenen, die het of
ficiële comité te grote duldzaamheid
verweet, verenigde zich in een illegale
commissie, die met pamfletten werkte
en zelfs werden symptomen van sabo
tage waargenomen.
Drie weken geleden werden tal van
bedrijven stilgelegd, omdat men geen
kans meer zag van de erven op de weg
te komen en toen de heer Mijnlieff stad
Dinsdag a.s. zal het treinverkeer tus
sen Dordrecht en Sliedrecht van 9.50 tot
12.20 uur zijn gestremd. De treinen zul
len worden vervangen door autobussen.
Bij ongunstig weer gaat de stremming
van het treinverkeer niet door. Dit zal
echter pas één uur tevoren bekend zijn.
Dinsdagmorgen omstreeks elf uur
wordt dan namelijk een overspanning
verwijderd uit de Baanhoeksspoorbrug
over de Merwede om de doorvaart van
een zeeschip mogelijk te maken. Er
....wordt dan doortocht verleend aan het
de Philips Jubileumhal van 12.15 tot j 2300 ton metende motorvrachtschip „Par-
14.00 uur.
gasport", gebouwd bij de N.V. scheeps- Noordzee.
werf en machinefabriek „De Merwede"
te Hardinxveld in opdracht van een
Finse rederij op het eiland Pargas.
Dinsdagmorgen vertrekt het schip om
tien uur van de werf en met hoog water
(omstreeks 10.50 uur) zal het tussen de
brugpijlers doorvaren. De te verwijderen
overspanning heeft een lengte van on
geveer dertig meter en weegt 120 ton.
Het brugdeel zal worden gelicht dooi de
drijvende bok „Heracles" van de firma
Kraaijeveld en Peters te Rotterdam. De
werkzaamheden worden uitgevoerd on
der leiding van de firma Penn en Bau-
duin te Dordrecht onder toezicht van de
Ned. Spoorwegen. Het schip zal Vrijdag
9 December een proeftocht maken op de
en land weer eens afreisde, vernam hij
dat men meende dat de zaak „tot rust
gekomen" was en dat voorspelde het
ergste.
Over een afstand van 400 meter wer
den reeds 26 woningen en 9 bedrijfs
ruimten het slachtoffer. De totale scha-
dekosten daarvan werden begroot op
f336.800,en wie zou dat betalen?
Totdat Woensdagavond een ministe
rieel telegram bjj de Dijkgraaf binnen
kwam, waarin werd bevestigd, dat het
Rijk tot een regeling bereid bleek.
Deze regeling komt overeen met een
voorstel, dat naar voren is gekomen bij
tussen het actie-comité en de Provin
ciale waterstaat gevoerde besprekingen.
Volgens de heer Mijnlieff behelsde het
voorstel van destijds een bijdrage van
het rijk van 75 procent in de kosten, be
nodigd voor het opvijzelen van wonin
gen; bij afbraak vergoeding van rijks
wege voor de volledige taxatiewaarde
vóór de dijkverhoging en honderd pro
cent vergoeding voor de aanleg van af
ritten. Deze regeling geldt alleen voor
de bewoners aan de nu gereedgekomen
400 meter verhoging van „De Noord" en
hiermee is geen precedent geschapen, al
dus de dijkgraaf. Zij geldt dus niet voor
de rest van het dorp en ook niet voor
andere gemeenten. Andere dijkverho
gingen zullen geval voor geval worden
bekeken, zodat het actie-comité reden
zegt te hebben actief te blijven. De nu
toegezegde regeling zou derhalve gelden
voor elf panden, die afgebroken moeien
worden en voor veertien, die door opvij
zelen weer op straathoogte kunnen ko
men.