ir
OP HET NIPPERTJE
VOOBOOMG
„Coppertgens-Manendach
BBEUOM
9 JANUARI
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
BmimmFmNKUN
Bridgerubriek
EVEN AANDACHT VOOR
Sabbatlamp
14 januari: S.-Felix van Nola
Kalender-puzzle
Een schitterend
schouwspel
Oplossing nieuwjaars'
pnzzle
ZATERDAG 7 JANUARI 1956
PAGINA 6
JJET DOET EEN VERZAMELAAR VAN POSTZEGELS altijd prettig
Nieuwe uitgiften
j
wmm
-
r r
fco
JAN KLAASSEN
m
m a o
1- X
2- X
3- X
4- X
X
X
~i- •••••X»**»»
8. ,.«.X»»«*
9. X
10. a X
11. X
12. X
OMSCHRIJVING
aan, tvanneer hij in een boek of tijdschrift, dat zich niet speciaal op
het gebied van de filatelie beweegt, eens aandacht ziet geivijd aan zijn
hobby. Dat teas ook dezer dagen bij ons het geval.
Wij kregen nl* onder ogen het im
mer fraai uitgevoerde tweemaandelijkse
tijdschrift Rayon-Revue. Naast de textiel-
technische en -wetenschappelijke artike
len is ditmaal zoals de redactie schrijft
een beschouwing gewijd aan een iet
wat luchtiger onderwerp, dat toch in
enigerlei verband staat met het terrein
dat dit tijdschrift bestrijkt. Als onderwerp
werd nl. gekozen: textiel op postzegels.
Op een zestal pagina's zijn postzegels
in kleuren gereproduceerd; ze hebben be
trekking op textiel in de meest uitge
breide zin van het woord en ze zijn af
komstig uit vele landen. Men is hierbij
dug op het terrein van het beeldverzame-
len aangeland.
v::."* «sii £§s
*-'■
v ::x:i
i v
Kent men in Europa de „dag van de
postzegel", Japan wijdde onlangs een
week aan de filatelie, waarbij o.m, deze
zegel werd uitgegeven.
Met een enkel woord wordt de niet-
ingewijde op de hoogte gebracht van wat
men onder beeldfilateiie verstaat, terwijl
in afzonderlijke artikeltjes een en ander
wordt verteld over het ontwerpen van
postzegels en over de drukprocédé's, wel
ke bij het vervaardigen ervan worden
toegepast.
Aan de kleurenpagina's, waarop ruim
zeventig zegels zijn afgedrukt, is veel
zorg besteed. Zelden zagen wij in een
tijdschrift de afbeeldingen zo goed tot
haar recht komen. Alle postzegels zijn
van een toelichtende tekst voorzien. Het
geheel is te beschouwen als een model,
hoe een'beeldverzameling van textiel kan
worden opgezet.
Inzage of aanschaffing van genoemde
uitgifte een publicatie van het N.V.
Int. Rayon Verkoopkantoor (redactie
adres Velperweg 76, Arnhem) kunnen
wij de beeldverzamelaars onder onze le
zers aanbevelen.
De toelichting, welke de redactie van
de Rayon Revue bij deze kleurenpagina's
geeft, besluit zij met een wens. De be
langrijke rol zo lezen wij die textiel
in Nederland speelt, komt in deze ver
zameling niet tot uiting, want tot dusver
verscheen er in ons land geen enkele
zegel, waarop een afbeelding voorkomt,
die in hoever verwijderd verband ook met.
dit onderwerp iets heeft uit te staan. Als
onze P.T.T. deze collectie eens aandach
tig bekijkt, brengt dit haar misschien op
een idee.
Duitsland (Bondsrepubliek). Be
gin dezer maand verscheen hier 'n 20 Pf.
bij gelegenheid van het feit, dat 125 jaar
geleden Heinrich von Stephan geboren
werd, die zoals bekend destijds de stoot
gaf tot oprichting van de Wereld Post
Unie. Het zegel vertoont alleen de waar-
de-aanduiding, met er doorheen de hand
tekening van von Stephan.
F r a n k r ij k. De eerste emissie van
dit jaar zal bestaan uit een 15 fr., waar
op het monument voorkomt dat te Nat-
zwillerStruthof is opgericht ter her
denking van de in het concentratiekamp
aldaar omgekomen gedeporteerden. Op
16 januari komt dit zegel in koers, ter
wijl het in Natzwiller (Beneden Rijn)
reeds van 14 januari af verkrijgbaar zal
zijn.
In de wapenserie zullen op 17 maart
nog verschijnen: 50 ct Maine, 70 ct Na
varre, 80 ct. Nivernais en 1 fr. Bour-
bonnais.
Italië.
Na de emissie van het Vati-
caan werd ook hier
j het feit dat vijf
eeuwen geleden
Fra Angelico (1387
1455) overleed,
herdacht met een
postzegeluitgifte.
Twee van zijn fres-
1 co's treft men er
op aan, nl. St.-Ste-
fanus aalmoezen
4 uitdelend op de
blauwe 25 Lire en
de H. Laurentius
'op de bruinzwarte
10 Lire.
San Marino. De a.s. olympische
spelen waren voor de posterijen van dit
staatje weer een mooie gelegenheid om
een reeks postzegels het licht te doen
zien. De serie bestaat uit niet minder dan
tien exemplaren, alle met voorstellingen
ontleend aan de wintersport. Voorts ko
men op elk der zegels de vijf olympische
ringen voor en de naam van de plaats,
waar de olympische winterspelen worden
gehouden: „Cortina 1956". Waarden en
kleuren zijn als volgt: 1 L. bruin, 2 L.
blauw en rood, 3 L. zwart en lichtbruin,
4 L. groen en zwart, 5 L. rose en blauw,
10 L. donker- en lichtblauw, 25 L. grijs
en rood, 50 L. grijsblauw en zwart, 100
L. blauwgroen en zwart en tenslotte 200
L. oranje en zwart.
V a t i c a a n. Naar gemeld wordt za'
tn de loop van deze maand een luchtpost
zegel worden uitgegeven, welke gewijd
zal zjjn aan de aartsengel Gabriël als
patroon van posterijen, telefoon en tele
grafie.
Voorts staat ons nog te wachten een
serie van 3 zegels bij gelegenheid van het
feit, dat negen eeuwen geleden de H.
Bartholomeus, een Griekse abt, overleed.
Ver. Staten. De 250-ste geboorte
dag van Benjamin Franklin zal o.m.
worden herdacht met de emissie op 17
januari a.s. van een 3 ct. Als afbeelding
werd gekozen een schilderij van Benja
min West voorstellende Franklin, die
elektriciteit uit de lucht haalt.
FRANKLIN, DE UITVINDER VAN DE
BLIKSEMAFLEIDER, werd 250 jaar
geleden geboren. De Ver. Staten herden
ken dit deze maand o.m. met de uitgifte
van bovenstaande zegel.
Z.-A f r i k a. Een portret van Andries
Pretorius, de held van de slag van de
Bloedrivier, komt voor op een 2 d., welke
onlangs werd uit
gegeven. Dit naar
aanleiding van het
feit, dat honderd
jaar geleden boor
de .voortrekkers"
van deze slag de
gelofte werd afge
legd ter herinne
ring hieraan een
kerk te bouwen, die later in Pietermarits-
burg verrees. Op deze postzegels, die met
twee opschriften (Z. Afrikaans en En
gels) werden uitgegeven, komt ook een
tekening voor van deze kerk, die thans
als museum is ingericht.
ja wmiïwm vm
Schaakredacteur: P. A. KOETSHEID,
Huize Sint-Bennardius, Sassenheim.
(Zaterdag 7 januari 1956)
ONZE EERSTE RUBRIEK IN 1956
Voor de goede wensen, bij de jaarwis
seling door onze lezers aangeboden, dan
ken wij hartelijk. Wederkerig hopen wij,
dat 1956 voor hen een gelukkig en voor
spoedig jaar moge zijn.
In deze rubriek brengen wij twee pro
blemen en een levendige partij.
Een goede inleiding vormt no. 7360.
Misschien schrikken onze lezers van no.
7361, want een negenzet is geen peule
schilletje. We willen echter de oplosser
een handje helpen. De sleutelzet is een
schaakzet. Dit komt in problemen zeer
weinig voor, doch in meerzetten is het,
o.i., minder sporadisch. We zijn benieuwd
naar het resultaat.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7349. Dr. W. Speckmann. Opl. 1.
Tb4a4 dreigt 2. Dc2 en Dd2t enz. 1
Tf3: (g5), Tg4, Tg6 2. Dd2t, Dc2 enz.
No. 7350. Jac. Haring. Opl. 1. Pd6c8
dreigt 2. Tg2—g4ft in „Arb-Skak", waar
aan we dit probleem ontleenden, schijnt
aan de stand een en ander te ontbreken.
Men kan ook spelen 1. Pd6b7 met
dubbele dreiging nl. 2. Tg4tt en 2. Pb6ft.
Nu is dit door bijvoeging van een zw. R
op a8 te verhelpen, zoals ons de auteur
liet weten, maar er is nog een moeilijk
heid, men kan ook 2. Pf6: spelen en 2.
De5ft. Misschien moet de zw. T. van e7
op f7 staan.
No. 7351. Jac. Haring. Opl. 1. Dc7—b7
dreigt 2. Db7—b3tf.
No. 7352. Jac. Haring. Opl. 1 De5—d4 enz.
No. 7353. Jac. Haring Opl. 1. Dd4—h3
dreiging Rd3tt-
GOEDE OPLOSSINGEN
Deze vijf problemen werden goed opge
lost door P.' Baas, Lutjebroek; J. Dickhaut,
Nijmegen; L. M. Hageman, Den Haag: F.
pij is, Maasbracht; P. Raschdorf, Hannover; 1
C. v. d. Weide, Rotterdam; F. U. J. H
Witte, Rotterdam.
De tweezetten door: B. Kouwenhoven,
Rotterdam: J. S. N. Mineur, Overschie.
No. 7350, 7351, 7353 door dr. mr. R.
Bromberg, Roermond.
No. 7350, 7351 door F. J. T. Vismans,
Rotterdam.
Nagekomen oplossingen van L. M. Hage
man, Den Haag, 7347. 7348.
CORRESPONDENTIE
R J. F. N. te N. Na 1. Tc8, Tc8: 2.
Te2, g6 3. Te8t, Te8: volgt 4. fe8 Dt, Kg7
5 Dg6: mat.
J. D. te N. De tweede oplossing van
7348 hebben we niet ontvangen.
PARTIJ no. 1270
Geweigerd Damegambiet
Wit: Fuderer. Ztoart: Milic.
Gespeeld te Zagreb 1955
(Aantekeningen van Georg Meijer)
(Overgenomen uit Schach Echo)
1. C2-C4 e7—e6: 2. Pbl—c3 d7-d5; 3.
d2—d4 Pg8—f6: 4. Lel—g5 Lg8—e7. o.
e2—e3 0-0; 6. Tal—cl! h7-h6; 7. Lg5—h4.
Wit houdt hier de zet Pf3 op en speelt T. -1
wat nieuwe verwikkelingen schept. 7.
pf6e4. In Göteburg 1955 speelde Medina
met zwart tegen dezelfde tegenstander 7.
b6. Hij kwam echter na 8. cd5. Pdo.
9 Pd5 ed5: 10. Le7: Dec 11 Dc2!, co_
12 dcó: d4 13. Ld3! in het nadeel. 8. Lh4xe7
Dd8Xe7; 9. Ddl—c2. In de partij Taima-
nowGoldenow (kampioenschap UdSSK)
werd gespeeld 9. cdö: Pc3: 10. Tc3: ed5. 11.
Ld3 c6 12. Pe2! Pd7 13. 0—0 Pf6 14- D^1! Te8
15. b4 met goed spel. 9. c7 c6. 10.
Lfld3. Op e4 kan geen pion gewonnen
worden, zwart zou zich met Db4f scha^"
loos stellen door de witteRochade t<i ver
hinderen. 10Pe4Xc311. Dc2Xc3
pje7gó-» Een ggove fout. Zwart mag het
feit dat wit Pf3 niet gespeeld heeft wel
benutten. Hij vergeet echter dat zijn
Damevleugel slecht ontwikkeld is en de
open g-lijn gevaren met zich meebrengt.
12 Pgl—f3! Een mooie zet. Menig speler
zou bescheiden de zet g3 of Kfl gekozen
hebben. 12. Dg5Xg2. Wie A zegt voelt
zich dikwijl verplicht B te zeggen. 13.
Kei—e2 Dg2—h3; 14. Tel—gl f7—fo. Om
het gevaarlijke punt g7 vanaf de 7e rij te
dekken 15. Tgl-g3 Dh3-h5; 16. Thl-gl
23. Da3e7f Kg7—h8: 24. Pf3—eö! f4Xe3.
Er is geen verdediging meer. Op 24. Pe5:
volgt mat in 2 zetten door Df8t, Kh7; 26.
Dg8. 25 f2—f4. Zwart geeft op.
No. 7360
J. HARING, Den Haag
Eerste plaatsing. Mat in twee zetten
No. 7361
STEFAN SCHNEIDER
le prijs Oesterr. Schachbl. '53
Mat in negen zetten
No. 2090 7 januari 1956.
Redacteur: G. J. A. van Dam,
Vossiusstraat 18-B, Amsterdam-z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen op inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
OPLOSSINGEN.
No. 3176. (v. Dam). Wit 39!, 23
(x50A), 3. (x6 gedw.), xl (40 B), x34,
(28) 44 6 (45), 1, x45 w. Op A zw. x6,
3 l' (28), 44, 6 (40), 34 (45), 1, 45 w.
Öp B zw. 28, 44, 6 (40), 34 (45), 1, 45 w.
No. 3177. (v. Dam). Deze opgave ver
valt voor de wedstrijd, want er staat op
9 een zwarte schijf te veel. Het bedoelde
spelverloop is: 1. 4237 verlokt zwart
tot 33—38, waarna wit met 2. 3228
zwart uitnodigt tot de schijnbaar beste
zet 1822. Nu wint wit verrassend door
3 37—31, 26x46, 4. 44—39!, 46x33 en 5.
17x48!!
No. 3178 (v. Dam). Wit 1. 44—39!, 43x34
gedw. 2. 47—41! 3. 20—14 wint! Ook
deze opgave vervalt wegens het dat
hier zw. 4 te veel op het bord stond.
No. 3179. (Dr. Picard en v. Dam). Wit
18! 12!, 5 (35 gedw. A). 24, 6! (18 ge
dw.'), 33 (23), 24 (28), 38 w. Op zw.
A 24, x20 (x24), 19! wint.
No. 3184 (de Ruiter). Wit 30. 25 (26
gedw.), 23, 31, 40, 6 (34 A. B, C), 1 w.
Op A 18, 1 (23), 7- w. Op B 17, 1 (33),
6 w. en op C 33, 1 (17), 6 w. Geestig.
No. 3185. (de Ruiter). Wit 20 (25 ge
dw.), 48—43!. 38!, 44!, 39, 9 (14 A), 20,
(28), 15 (32 B), 10 (38) 5 (24), 37 (43),
48 (49) 30, 44, 34 w. Op A 15, wit 3 (28),
21 (24), 44 (33), 39, 40 12 w Op B 33,
wit 10 (24), 4 (39), 15 (30), 38 (34 of 35),
49 w. Een fraai naspel, voorafgegaan
door een niét voor de hand liggende
combinatie.
No; 3186. (de Ruiter). Hier behoort
schijf 33 te vervallen. Wit wint dan door
20, 29. 38! 18, 34, 4 (28 A), 15 (10), 4
33), 37, 29 (41), 10 w. Op A zw. 10, wit
15 (28), 38 wint. Een reeds eerder be
handeld leerzaam naspel.
De meeste voldoening geven de contrac- I te spelen. Oost, die zag dat noord zeer
ten, waarin men tot het laatste toe in slecht in de entrees zat. speelde snel de
Harten 9, door zuid genomen met de Har
tenvrouw en wests kleine ruiten ont
hulde, dat oost inderdaad op, o.a., een
„vaste troefslag" gedoubleerd had.
Zuid speelde toen Ruitenboer na en nam
in noord over, waarmee hij weer Harten
speelde, oost Harten 10 en zuid Harten
heer. west weer een Ruitentje.
Had de b^nde nu nog aan slag kunnen
komep. dan zou oost zekere troefslag ver
dwenen zijn, doch in noord lag niets meer
van waarde, zodat zuid uit de eigen hand
moest verder spelen. Zuid trok Ruitenaas
na. waarop west een Schoppen gooide en
oost nog bekende. De situatie was nu de
volgende:
B63
4
•O -
*875
spanning zit of het speelplan slagen zal
en waarbij men tevens enige hulp van
de tegenpartij nodig heeft en verkrijgt!
om het doel te bereiken.
Spellen die „altijd gemaakt zullen wor
den" vereisen slechts een volmaakte tech
nische afwikkeling en als er veel sterke
spelers in het veld zitten b.v. bij een'
parenwedstrijd zal men met de vaste
spellen weinig succes kunnen boeken
Het volgende spel, gespeeld in een pa
renwedstrijd, laat zien welke gevaren een
geoefende speler vaak overwinnen moet,
alvorens hij een goede score mag note
ren:
B 6 3
9 6 4 3
H V 4
8 7 5 4
A V 10 8 2 H 9 5
9? - B 10 9 2
O 9 8 7 6 <>10 5 3
V 10 9 3 Z_J H B 2
7 4
9 A H V 8 7 S
6AB2
A 6
Zuid was de gever, NZ waren kwets
baar.
Zuid opende het spel met 2 Harten
oen goede semiforcing west 2 Schop
pen, noord en oost pasten, zuid 3 Harten,
gedoubleerd door oost.
West kwam uit met klaveren 10, waarop
oost de Klaverenheer gooide en zuid met
het Aas nam.
UC1M11 Zuid vroeg zich af. op welke kaarten
Tf8—f7' 17 Dc3—a3! Met de dreiging Dd6 oost we] gedoubleerd kon hebben en hij
17 Pb8d7; 18. Ke2—el! Nu dreigt-ook, kwam tot de conclusie, dat oost vrij zeker
nog Le2! In zijn grote nood probeert zwart
een wanhoopsaanval te beginnen, maar die
wordt overtuigend weerlegd. 18.
d5Xc4; 19. Ld3Xc4, f5—f4? 20. Tg3Xg7t
Een prachtig torenoffer; 20Tf7Xg7. 21.
Lc4Xe6f, Kg8h8; 22. TglXg? Kh8Xg7;
alle ontbrekende Hartens in handen moest
hebben om zijn doublet te rechtvaardigen.
Het. kostte in elk geval niets om die ver
onderstelling op de proef te stellen, zodat
zuid Ruiten 2 naspeelde n in noord met
de Vrouw nam, om vandaaruit Harten 3
H
9 B 2
O
B 2
A V 10 8
-
O -
V 9 3
7 4
9? v 8 7 5
6
Zuid speelde 6 na en na lang denken
gooide west een kleine, oost nam met
Klaverenheer en speelde weer klaveren,
afgetroefd door zuid.
Hierop trok zuid Schoppen 4, we'.ke west
met de Schoppenvrouw nam. Nog had
west het spel nu down kunnen spelen,
door gewoon met Schoppenaas te vervol
gen en dan weer schoppen, doch west
■dacht dat ..het er nog toe deed" wat hij
zou spelen en trok Klaverenvrouw. Deze
blunder kostte het spel, zuid kon nog eens
introeven met Harten 7 trok weer
Schoppen na kreeg de laatste 2 slager
met Harten V 8, daar de tegenpartij nu
weer naar zijn hartenvork toe moest
spelen. MIMIR
No. 3187. (de Ruiter). Wit 37, 33, 39,
12, 7, 44, 40, 17 (llü), 4, 38, 27 (39),
49 w. Een voor het voorstellingsvermo
gen moeilijk te volgen afwikkeling met
een verrassende slotfase.
No. 3189 (G. Mantel). Wit 32—28!, 30
—24!!. 8 (6x28 A), 4 (34 gedw.), 30. 1
wint. Op A 39x17, wit 4 (34 gedw.), 30,
40, 1 wint!
No. 3190. (G Mantel). Wit 21!, 27!,
17!, 1, 31, 41 wint!
No. 3191. (G. Mïmtel). Wit 39!, 28!,
17, 1 (7), 20, 44 wint!
No. 3192 (G. Mantel). Wit 28—22
(17x19), 29—23Ü (38x12 A), 21. 41, 33!,
34, en 1 wint. Op zw. A 38x18, 41, 33,
x23 wint!
Een viertal „vuurwerkjes" van de ver
maarde Twentse componist.
No. 3195 (S. E v. d. Meer). Wit 29
(36). 41 (33 A), 29, 32, 5 w. Op A zwart
47, wit 37—32, 29, 5 wint. Simple comme
bonjour!
No. 3196. (S. E v. d. Meer) Wit 41,
29, 22 A (17x28 B), 18, 23, 10, 1 wint.
Op zw. B 19x28, wit 10, 21, 1 w. Wit A
21, 22, 10, 1 wint ook. Een ouderwetse
„kannetjes"-bewerking.
No. 3197. (Dr. Belinfante). Wit 38 (34
gedw.), 29 (24 A), 27, 19, 5 (29), 23 wint.
Op A zw. 42, wit 37, 27, 19, 5 wint. On
verwacht variantenspelletje.
No. 3198 (Gortmans). Wit 30!, 40!, 35,
44, 50 wint. Een pittig „notedopje".
In verband met de meer plaatsruimte
innemende opl. van de nos, 3199, 3200,
3201 en 3202 volgen'deze in een volgende
rubriek.
No. 3207 (-v. d. Elzen). Wit 3430, 45,
40, 34, 11, 38. 8, 37!! (18), 32 (23), 28,
27, 17 wint. Éen tamelijk „tamme" in
leiding, technisch goed, maar met te wei
nig charme.
No. 3208 (v. d. Elzen). Wit 42, 32, 30.
28, 38, 32, 43, 5, 2 wint door Alix-motief.
De „meersiag" vormt 't pakkende ele
ment in deze bewerking.
No. 3209 (v. d. Linde). Wit 39—33!, 39,
14!, 9 (14 gedw.), 20, met een pseudo-
bijtrekkertje door 40 (29), 34 wint. Aar
dige inleiding.
No. 3210 (v. d. Linde). Wit 18!, 12! 7!.
nu pas 39! 23, 38, 8, 41, en 1. Een uit
stekende „lange-ii.jn" constructie.
No. 3213. (Stuurman). Wit 40, 41, 37,
30, 31!, 38!! een pracht-zet, 36 wint. Een
compositie met een originele en geestige
winst-methode!
No. 3214. (Dr. Picard). Wit 24 (1 A),
35 (45 B), 40, 30, 38 w. Op zw. A 20,
wit 30, 40, 38 w. Op zw. B 40, wit 4943!,
30, 38 w. Een variantrijk „notedopje",
moeilijk te vinden.
No. 3215. (v. d. Elzen). Wit 30, 40, 10!.
6!, 1, 5. Goede bewerking met weinig
materiaal Van het „lange-Hjn-motief".
No. 3216. (Miss Smid). Wit 23!!, 32 (38
gedw.), 10! 8, 34, 24, 3 en nu volgt gees
tig zw 2227 gedw. 32x21711 gedw.,
3x17, 21—17, 22x11'en 26—21. De wijze
waarop deze bekende slotstand wordt af
gedwongen is werkelijk zeer vernuftig
én oorspronkelijk van gedachte.
No. 3218 (Gortmans). Wit 28—23, 23
(19 gedw.), 14, 20, 6 w. Een zeer mooi
miniatuurtje van deze bekende probleem
expert.
No. 3219 (Woldouby). Wit 3228, zw
25—30 gedw, want 13-18 faalt op 17
(12), 37—31, 3832 met dam, terwijl
22—27 faalt op 19, 22, 37—31, 32, 2 mét
dam. Na zwart's 2530 volgt 24x35
(22—27), 37—32 (26—31), 22, 27 met
schijfwinst. Een leerzaam stukje prak
tisch dammen van wijlen de beroemde
neger-dammer.
No. 3220 (Ancion). Wit 19, 33, (48 ge
dw.), 39 (34 gedw.), 20, 45 wint. Zeer
mooi.
No. 3221 (Schmidt). Wit, 29, 28, 18,
48!!. de krachtzet; zwart is nu gedw. tot
4349, waarna wit wint met 25 en 45.
VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD
De eerste vier vraagstukken, die In
dit nieuwe jaar ter oplossing worden ge
publiceerd zijn van de* bekwame Schie
damso componist A. Stuurman. Het zijn
problemen, din werkelijk de nieuwe
1 reeks voor 1956 op waardige wi.jze ope
nen. De oplossingen hiervan worden
gaarne tot W januari a.s. tegemoet ge
zien aan het boven deze rubriek ver
melde adres. Voor de vele goede wensen
die ik ontving hartelijk dank! Gaarne
reciproceer ik deze en ik hoop ook in
11956 nog vele oplossingen en problemen I
umm
Zo heette die maandag vroeger:
Koppermaandag. .Maandag spreekt
voor zich zelf. Hoe we aan dat woord
kopper gekomen zijn, daar kunnen we
met de muts naar gooien. Maandag-na-
Driekoningen was een feestdag der
ambachtslieden. De boekdrukkersge
zellen hebben hem nog het langst in
ere gehouden; zij boden dan hun be
gunstigers toepasselijke gedichten en
kalenders aan. Beets heeft 't er nog
over, in zijn Camera Obscura, waar hij
vermeldt: Koppermaandag, een dag,
waarop de boekdrukkersgezellen bij U
in de stad de deuren aflopen met een
fatsoenlijke bedelarij! Een hunner „ge
dichten" begon als volgt:
Kopperdigt aan onze Heeren en
Meesters.
Geachte Zuylen van de Boekdruk
kunst aan 't Y;
Wijl 't vrooli.jk, vreugdejaar geeijnd
is, komen wij
Naar oud gebruyk U weer op Kop
permaandag groeten
Baldadiger drukten andere gezellen
zich uit:
Doet open en geef koppergeld
Aars (anders) loopen we de deur aan
stukken.
Geen wonder, dat de stedelijke over
heden niet dan „met nijdige ogen" deze
festiviteiten aanzagen! Zij haastten
zich om ze althans binnen enige gren
zen' te houden. „Overmits veel gebree-
ken gebuertsijn van kijfven ende vech
ten onder den coorndragers, meters,
setters ende andere arbeyders, die ge-
woontlick sijn geweest op coppertgens-
Manendach oft anderen daghen ver-
gaederingen ende gelagen te maicken"
en dan volgden de nodige 'straf
maatregelen.
Blijkbaar werd er 'n stevige Borrel
gedronken. Want iemand uit het jaar
Onzes Heren 1607 gewaagt van 'n
„Bacchusfeest (Bacchus was immers
de wijngod), dwelck sy noemen, verlo
ren maendach. 't Wort overal sowel
op den dorpen als in den steden in 't
openbaeren ghehouden". Ja, sommi
gen vonden de maandag alleen nog
niet mooi genoeg; ze pikten er blijk
baar de dinsdag ook nog bij. Want
onze Amsterdamse vrolijke Frans, de
kluchtenschrijver Breêro. laat de oude
Geertrui in zijn „Moortje" zeggen:
„Jou vader was soo milt en soo roy
aal,
dat hij ons, sonder vragen,
Gaf een nieuwe jaer met een
teerpenningh tegen de Kopper-
dagen".
Kopperdagen! Het bleef dus niet bij
één. Vooral in Utrecht zal men de
feesten in de benen gevoeld hebben.
Want daar liep men dan op stelten!
Toen in 1552 Amsterdamse nachtwa
kers de „communisten" uit die verre
dagen, Wederdopers, hadden gearres
teerd. schonk de anders niet zo erg
scheutige, stedelijke overheid zestien
schellingen aan hun „kappeteyn ende
zijne XXXII waickers tot een copper-
omme lieffelijck mit malcanderen te
verteeren".
Wie met volledige instemming van
het stedelijk bestuur de kopperdagen
vierden, waren de melaatsen, degenen
dus die aan lepra leden. Men durfde
die akelige kwaal niet bij haar ware
naam te noemen, evenmin als de pest.
„de gave Gods". Men sprak dan ook
niet van melaatsen, maar van: zieken.
Welnu:
De Siekgens zijn zeer verblijt
Als sij sien den Coppertijt,
Om te maken den kanne-man;
Den trommel sij dan reppen,
Met de clappen sij cleppen,
En spelen ook met Janneman.
(De melaatsen gebruikten vroeger
een klep, of klap, om de voorbijgan
gers op hun aanwezigheid attent te
maken, de Lazarusklap).
Deze arme zieken nu vormden op
koppermaandag en dinsdag 'n hele
stoet. Het houtzagersgilde zorgde voor
een vrolijk stukje muziek. En ande
ren voerden een rondedansje uit. On
dertussen werd er ijverig gecollec
teerd, want de „Sieckgens" hielden
een bord op de schoot, waarin elke be
langstellende zijn goede gave kon stor
ten. Des maandags was er 'n feest-
eten in 't gasthuis, des dinsdags in
het burgerweeshuis: „Hoe deze Le-
proozen op Coppertjes Maandagh en
Dinghsdagh met Sleeden, Pijpen en
Trommels door de Stadt reeden, aan
der goeder luyden deur Aalmoessen
ontfangende, den eersten dagh haar
middaghmaal in 't Gasthuys en de
tweede in 't Weeshuys houdende en
daer dan wèl getracteert wierden". In
later jaren trok deze (treurige) stoet
zoveel bekijks, dat de „optogt" werd
afgelast.
Meester Ter Gouw, die ons zoveel
over oud-Amsterdam heeft weten te
vertellen en die dan ook een jaargeld
van 800 kreeg toegekend voor
1885 nog niet zo gering! wegens
zijn bizondere verdiensten, heeft met
dat woordje „kopper" toch eigenlijk
geen raad geweten. Hij was nu een
maal geen taalgeleerde!
Kopperen wil, volgens hem, zeggen:
smullen, feest vieren en goede sier
maken. Wetenschappelijke taalvorsers
zien er 'n kop in, 'n drinkbeker. An
deren: hij die met de kop loopt, haalt
geld op! Hoe dit zij, vrolijke dagen wa
ren 't, waarop heel wat Hoendren en
Cappoenen" (gemeste hanen) het
moesten ontgelden!
m ouo
en God heeft de zevende dag
gezegend en hem geheiligd
staat er in het tweede hoofdstuk van
de Bijbel. De sabbat, voor de vrome
jood de laatste dag der week, afgezon
derd tot rust van dagelijkse bezighe
den en toegewijd aan de verering van
Jahweh. Aanvangend des vrijdags
avond, eindigetid des zaterdag»
avonds
Vóór 's vrijdags de zon ondergaat,
steekt de orthodoxe jood de sabbat
lamp aan, of, juister, het is de taak
van de vrouw des huizes om het licht
te ontsteken, dat gedurende de sabat
brandt. Alleen waar géén huisvrouw
is, daar verricht de man de vrome
handeling. Is het 'n plicht? Of slechts
'n verdienstelijke daad? Bij het aan
steken zegt de vrouw: Gezegend zijt
Gij die ons geheiligd hebt door Uw ge
boden en ons voorschreef het sabbat-
licht te ontsteken. Meestal worden
hieraan toegevoegd gebeden voor ge
zondheid en voorspoed in de familie
kring. Onderwijl houdt de vrouw de
handen met de palmen naar de twee,
of ook wel zeven lichtjes toegekeerd.
Omtrent het aantal geeft de talmoed
(Hebr.; leer) geen voorschrift. De olie
in de sabbatlamp, mag geen vet, óók
geen was zijn; bij voorkeur bezigt men
olijfolie. Soms heeft de lamp de vorm
onzer godslampen. In Israëlitische
gemeenschappen kondigden vroeger
zes trompetsignalen de nadering van
de sabbat aan. Bij het derd» ont
stak men dan het devotie-licht.
Sommige joden, zich beroepend op
het woord door God tot Mozes gespro
ken (Exod. 35), wilden niets van sab-
batlicht weten. Immers, er staat ge
schreven: Ge zult geen vuur aanste
ken in enige uwer woningen op de
sabbatdag, de dag der heiligheid, al
wie dan werk verricht, zal gedood
worden.
Zijn vader was een Romeins of
ficier. Maar Felix werd katholiek
opgevoed. De bisschop van Nola
wijdde hem tot priester. Toen hij
zich genoodzaakt zag zijn leven te
beveiligen tegen de vervolgingen,
bleef Felix achter om voor de ge
lovigen te zorgen. Het duurde niet
lang. of hij werd gegrepen en in
de gevangenis geworpen. Daar be
stond zijn rustbed uit 'n plank be
zaaid met potscherven.
Op zekere nacht was de cel vol
licht. Een engel slaakte Felix' boei
en en bracht hem buiten de stad.
Daar vond hij zijn bisschop weer.
Beiden keerden terug en hervatten
hun priesterlijke taak. Zodra de Ro
meinen dit gewaar werden, wilden
zij Felix opnieuw gevangen nemen
Tijdens een toespraak zag de pries
ter hen aankomen en mengde zich
terstond onder de aanwezigen. „Is
de priester Felix hier ook voorbij
gekomen?" vroegen de beulen. „Wij
hebben hier niemand voorbij zien
gaan!" Dat was ook zo, want toen
de gelovigen zich verzamelden,
stond Felix er al, van voorbijgaan
was dus geen sprake. De priester
zette zijn onderricht voort. Maar.
onverhoeds kwamen de soldaten te
rug. Hij kon nog juist door een gat
in 'n muur ontkomen. Ogenblikke
lijk weefde een spin haar web voor
de opening. ..Hier hoeven we niet
te zoeken, want wanneer hij mer
zat, zou dat web toch stuk moeten
zijn!" vonden de beulen. Liepen
door en zochten verder tevergeefs.
Toe de oude bisschop van Nola
overleed, zagen de goede mensen in
F'elix zijn opvolger, maar hij acht
te zich de eer van het bisschops
ambt niet waardig. Ongeveer 260
stierf hij. De H. Kerk kende hem
de eretitel van „Martelaar" to»
We hebben allemaal wel eens de
poppenkast gezien, het Jan-Klaassen-
spel.
Maar wie heeft er ooit bij gedacht,
dat Jan Klaassen en zijn lang niet ge
makkelijke vrouw Katrijn echt bestaan
hebben? En toch is dat zo! Katrijn
Pieters en Jan Klaassen waren Am
sterdammers en ze woonden in de
Moddermanssteeg, maar daar hoef je
niet meer naar te gaan zoeken in de
Willemsstraat, want die bestaat niet
meer. Omstreeks het jaar 1690 was de
poppenkast al in heel Amsterdam be
kend.
Jan was 'n doodgewone, Amsterdam
se jongen uit die dagen. Schrijven had
hij nooit geleerd. Als hij zijn naam
moest zetten, tekende hij 'n kruisje,
ziin vrouw óók. Er zijn ook tegenwoor
dig nog wel oude mensen die het zo
doen.
Het echtpaar trouwde in de Nieuwe
Kerk, je weet wel, die staat rechts van
het paleis. Dat gebeurde in het be
roemde jaar 1686, om precies te zijn:
de 17e september. Alweer 'n nieuw
jaartal erbij!
..Jan Klaassen. wat doe je voor de
kost?" vroeg men hem ooit. „Ik ben
trekwerker", antwoordde Jan dan.
Dat baantje bestaat tegenwoordig niet
meer. Het was in een weverij. Maar
eerder had Jan een veel leukere baan
gehad! Trompetter, bij de prinsenrui-
ters, de soldaten.
'n Trompetter verdiende niet veel.
en 'n trekwerker evenmin. En zo
kwam de goede Jan op de gedachte
pen pnrmenkast in elkaar te zetten.
Terwiil hij de poppen bewoog, ging z n
lieve Katrijn met. 't centenbakje rond
Heel vaak op de Dam. vóór het pa
leis. Daar wordt ook tegenwoordig de
poppenkast nog vertoond.
Jan hoefde zijn verbalen niet te ver
zinnen. Hij speelde voor de mensen,
wat zich in zijn eigen huis afspeelde.
Wij zeiden immers al, dat zijn lieve
Katrijntje geen katje was om zonder
handschoenen aan te pakken Zij dronk
een. stevige borrel en was voor Jan
allesbehalve gemakkelijk. Dat liep zo
hoog, dat Jan eindelijk bij haar van
daan ging en apart ging wonen. Dat
mocht natuurlijk niet. En daarom
moesten ze allebei laten we maar zeg
gen: voor de dominee komen. Dat was
de 4e februari 1706. Toen hadden ze
hun zilveren bruiloft dus nog lang niet
gevierd. Beiden „hebben haer sooda-
nig verbitterd getoont en elcanderen
sooveel booze stucken" verweten
staat er in een oud boek dat er
niets meer aan te doen viel. Ze wouën
niet meer samen gaan wonen, 'n Paar
maanden later ging de goede Jan dood.
tenminste dat schijnt zo. En zijn vrouw
vijf jaar na hem.
van de talrijke lezers van deze rubriek
te mogen ontvangen.
No. 3277. >T«- 3278.
'O 'O
Stand: Zw. 2, 6, 8
9, 12 17, 18, 20, 21.
22, 24 27, 30. Wi<
16 23', 31, 33, 36
37, 40, 42—46, 48.
Wit speelt en wint!
No. 3279.
Itand: Zwart 8 9,
16, 20, 28 33, '38.
Wit 21, 27. 30, 31,
37, 41, 48. Wit
:peelt en wint.
Nó. 3280.
Stand: Zw, 810,
18 27, 35, 38. Wit
33 34, 36, 41, 42,
44' 49, 50. Wit
speelt en wint.
u 'h
Stand: Zw. 11, 12
15 19, 20, 22, 24,
25'. Wit 21. 30. 34,
35, 38 -40, 50. Wil
speelt en wint.
Op de 12 kruisjes komt een feestdag
uit de kerkelijke kalender van deze
tijd.
1. Romeins getalmerk; 500.
2. Begin van een bekende, Latijnse
spreuk; bid.
3. Waterloop van Schoonhoven naar
Haastrecht.
4. Ontspringt in Artesië op 'n hoogte
van 200 m.
5. Voormalig eiland, thans opgenomen
in de Noordoostpolder.
6. In duinen zoeken 's zomers
veel badgasten verpozing. (Voorne).
7. Dorpje onder Opio. ten Z.W. an
Boxmeer, genoemd naar een heilige.
3. Buurt onder Drunen op de met
Heusden.
9. Voormalig riviertje in Friesland,
loen ook wel genaamd Tjonger.
10. Linkerzijrivier van de Vecht,
stroomt langs Goor, en bereikt de
Vecht beneden Ommen.
11. Rivier, bij Amersfoort ontstaande,
en zonder sluis in het IJselmeer uit
komend.
12. Duidt het, noorden aan.
Oplossing volgende keer
voor degenen, die graag 'ns 'n
oogje' aan de sterrenhemel wagen....
signaleren we in deze weken de glan
zende ster Jupiter aan avond- en och
tendhemel. Alleen is het jammer, dat
er zoveel bewolking is, zodat „het ver
schijnsel" zich ooit aan onze waarne
ming onttrekt. Intussen heeft 'n aan
dachtige lezer ons al op de vingers ge
tikt. En terecht! Want.... Jupiter is
geen ster. Der-goden-opperhoofd, van
wie alle verschijnselen aan het lucht
ruim uitgaan, straalt in onbeweeglijk,
rustig licht. Een ster flonkert, schittert,
trilt. Jupiter niet. Jupiter is 'n pla
neet, net als onze aarde. En niet maar
'n planeet neen, de grootste pla
neet van ons zonnestelsel. Middellijn
143.000 km, meer dan tienmaal die der
aarde. Alleen zon, maan. Mars en de
planeet Venus winnen het soms van
deze tijdelijke gast in helderheid.
Zulke voorname personages reizen
niet alleen. In de buurt, rechts, schit
tert een ander hemellichaam, geen
planeet, 'n ster, genaamd: Regulus.
Dit woord staat in betrekking tot: rex,
koning. Is de ster misschien genoemd
naar de Romeinse consul, die. namens
Carthago, de Romeinen tot vrede
moest bewegen; hij spoorde hen even
wel aan de oorlog voort te zetten! Bin
nen Carthago teruggekeerd, zou hij
daar ter dood gebracht zijn. Hoe dan
ook, 'n koninklijk licht verspreidt Re
gulus, wit, 250 maal zoveel als de zon.
(Dat Jupiter en Regulus slechts 'n
vingerbreed van elkaar verwijderd
staan is natuurlijk „gezichtsbedrog").
Als vanzelf dringt zich de vraag
naar voren zou Jupiter bewoond zijn?
'n Vraag, die wij onszelf ook wel stel
len, wanneer we naar de planeet kij
ken. Het is er zo mee gesteld: ook
hier is niet alles goud wat er blinkt,
en de aanwezigheid van 'n tiental ma
nen kan dat niet goedmaken! Ju
piter's atmosfeer bestaat uit schade
lijke gassen: ammoniak en vooral,
mijngas, methaan. Voor „óns soort
mensen" is er dus niet veel te begin
nen. De yaste kern is bedekt met een
ijslaag van duizenden kilometers dik
te er zou dus wèl gelegenheid zijn
de ijzers eens onder te binden! Maar
men zou zich dan toch in poolkleding
moeten steken, want de temperatuur
is er zo'n 135 graden C. beneden nul.
Ergens ten zuiden van de equator,
heeft men 'n rode vlek vastgesteld, die
naar sommigen vermoeden, een „gas
vlam" is. afkomstig uit het inwendi
ge van de planeet. Al met al, gelijk
prof. dr. G. v. d Bergh het noemt: een
griezelig onherbergzaam oord. Voor
lopig lijkt de aarde verre boven „de
reus onder de planeten" te verkiezen!
Besnijdenis. 1. b (verlaagt. imVrtna
geplaatst vóór een noot. die noot mei
'n halve toon). 2. Eem, 3. besje. 4.
staniol. ook wel: stanniool. 5. schrijn-
tje. 6. Noordhorn. 7. Schelde. 8. ba
nen. 9. nis. 10. S.