ir OP HET NIPPERTJE VOOBOOMG „Coppertgens-Manendach BBEUOM 9 JANUARI DE HEILIGE VAN DE WEEK HET GRABBELTONNETJE BmimmFmNKUN Bridgerubriek EVEN AANDACHT VOOR Sabbatlamp 14 januari: S.-Felix van Nola Kalender-puzzle Een schitterend schouwspel Oplossing nieuwjaars' pnzzle ZATERDAG 7 JANUARI 1956 PAGINA 6 JJET DOET EEN VERZAMELAAR VAN POSTZEGELS altijd prettig Nieuwe uitgiften j wmm - r r fco JAN KLAASSEN m m a o 1- X 2- X 3- X 4- X X X ~i- •••••X»**»» 8. ,.«.X»»«* 9. X 10. a X 11. X 12. X OMSCHRIJVING aan, tvanneer hij in een boek of tijdschrift, dat zich niet speciaal op het gebied van de filatelie beweegt, eens aandacht ziet geivijd aan zijn hobby. Dat teas ook dezer dagen bij ons het geval. Wij kregen nl* onder ogen het im mer fraai uitgevoerde tweemaandelijkse tijdschrift Rayon-Revue. Naast de textiel- technische en -wetenschappelijke artike len is ditmaal zoals de redactie schrijft een beschouwing gewijd aan een iet wat luchtiger onderwerp, dat toch in enigerlei verband staat met het terrein dat dit tijdschrift bestrijkt. Als onderwerp werd nl. gekozen: textiel op postzegels. Op een zestal pagina's zijn postzegels in kleuren gereproduceerd; ze hebben be trekking op textiel in de meest uitge breide zin van het woord en ze zijn af komstig uit vele landen. Men is hierbij dug op het terrein van het beeldverzame- len aangeland. v::."* «sii £§s *-'■ v ::x:i i v Kent men in Europa de „dag van de postzegel", Japan wijdde onlangs een week aan de filatelie, waarbij o.m, deze zegel werd uitgegeven. Met een enkel woord wordt de niet- ingewijde op de hoogte gebracht van wat men onder beeldfilateiie verstaat, terwijl in afzonderlijke artikeltjes een en ander wordt verteld over het ontwerpen van postzegels en over de drukprocédé's, wel ke bij het vervaardigen ervan worden toegepast. Aan de kleurenpagina's, waarop ruim zeventig zegels zijn afgedrukt, is veel zorg besteed. Zelden zagen wij in een tijdschrift de afbeeldingen zo goed tot haar recht komen. Alle postzegels zijn van een toelichtende tekst voorzien. Het geheel is te beschouwen als een model, hoe een'beeldverzameling van textiel kan worden opgezet. Inzage of aanschaffing van genoemde uitgifte een publicatie van het N.V. Int. Rayon Verkoopkantoor (redactie adres Velperweg 76, Arnhem) kunnen wij de beeldverzamelaars onder onze le zers aanbevelen. De toelichting, welke de redactie van de Rayon Revue bij deze kleurenpagina's geeft, besluit zij met een wens. De be langrijke rol zo lezen wij die textiel in Nederland speelt, komt in deze ver zameling niet tot uiting, want tot dusver verscheen er in ons land geen enkele zegel, waarop een afbeelding voorkomt, die in hoever verwijderd verband ook met. dit onderwerp iets heeft uit te staan. Als onze P.T.T. deze collectie eens aandach tig bekijkt, brengt dit haar misschien op een idee. Duitsland (Bondsrepubliek). Be gin dezer maand verscheen hier 'n 20 Pf. bij gelegenheid van het feit, dat 125 jaar geleden Heinrich von Stephan geboren werd, die zoals bekend destijds de stoot gaf tot oprichting van de Wereld Post Unie. Het zegel vertoont alleen de waar- de-aanduiding, met er doorheen de hand tekening van von Stephan. F r a n k r ij k. De eerste emissie van dit jaar zal bestaan uit een 15 fr., waar op het monument voorkomt dat te Nat- zwillerStruthof is opgericht ter her denking van de in het concentratiekamp aldaar omgekomen gedeporteerden. Op 16 januari komt dit zegel in koers, ter wijl het in Natzwiller (Beneden Rijn) reeds van 14 januari af verkrijgbaar zal zijn. In de wapenserie zullen op 17 maart nog verschijnen: 50 ct Maine, 70 ct Na varre, 80 ct. Nivernais en 1 fr. Bour- bonnais. Italië. Na de emissie van het Vati- caan werd ook hier j het feit dat vijf eeuwen geleden Fra Angelico (1387 1455) overleed, herdacht met een postzegeluitgifte. Twee van zijn fres- 1 co's treft men er op aan, nl. St.-Ste- fanus aalmoezen 4 uitdelend op de blauwe 25 Lire en de H. Laurentius 'op de bruinzwarte 10 Lire. San Marino. De a.s. olympische spelen waren voor de posterijen van dit staatje weer een mooie gelegenheid om een reeks postzegels het licht te doen zien. De serie bestaat uit niet minder dan tien exemplaren, alle met voorstellingen ontleend aan de wintersport. Voorts ko men op elk der zegels de vijf olympische ringen voor en de naam van de plaats, waar de olympische winterspelen worden gehouden: „Cortina 1956". Waarden en kleuren zijn als volgt: 1 L. bruin, 2 L. blauw en rood, 3 L. zwart en lichtbruin, 4 L. groen en zwart, 5 L. rose en blauw, 10 L. donker- en lichtblauw, 25 L. grijs en rood, 50 L. grijsblauw en zwart, 100 L. blauwgroen en zwart en tenslotte 200 L. oranje en zwart. V a t i c a a n. Naar gemeld wordt za' tn de loop van deze maand een luchtpost zegel worden uitgegeven, welke gewijd zal zjjn aan de aartsengel Gabriël als patroon van posterijen, telefoon en tele grafie. Voorts staat ons nog te wachten een serie van 3 zegels bij gelegenheid van het feit, dat negen eeuwen geleden de H. Bartholomeus, een Griekse abt, overleed. Ver. Staten. De 250-ste geboorte dag van Benjamin Franklin zal o.m. worden herdacht met de emissie op 17 januari a.s. van een 3 ct. Als afbeelding werd gekozen een schilderij van Benja min West voorstellende Franklin, die elektriciteit uit de lucht haalt. FRANKLIN, DE UITVINDER VAN DE BLIKSEMAFLEIDER, werd 250 jaar geleden geboren. De Ver. Staten herden ken dit deze maand o.m. met de uitgifte van bovenstaande zegel. Z.-A f r i k a. Een portret van Andries Pretorius, de held van de slag van de Bloedrivier, komt voor op een 2 d., welke onlangs werd uit gegeven. Dit naar aanleiding van het feit, dat honderd jaar geleden boor de .voortrekkers" van deze slag de gelofte werd afge legd ter herinne ring hieraan een kerk te bouwen, die later in Pietermarits- burg verrees. Op deze postzegels, die met twee opschriften (Z. Afrikaans en En gels) werden uitgegeven, komt ook een tekening voor van deze kerk, die thans als museum is ingericht. ja wmiïwm vm Schaakredacteur: P. A. KOETSHEID, Huize Sint-Bennardius, Sassenheim. (Zaterdag 7 januari 1956) ONZE EERSTE RUBRIEK IN 1956 Voor de goede wensen, bij de jaarwis seling door onze lezers aangeboden, dan ken wij hartelijk. Wederkerig hopen wij, dat 1956 voor hen een gelukkig en voor spoedig jaar moge zijn. In deze rubriek brengen wij twee pro blemen en een levendige partij. Een goede inleiding vormt no. 7360. Misschien schrikken onze lezers van no. 7361, want een negenzet is geen peule schilletje. We willen echter de oplosser een handje helpen. De sleutelzet is een schaakzet. Dit komt in problemen zeer weinig voor, doch in meerzetten is het, o.i., minder sporadisch. We zijn benieuwd naar het resultaat. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7349. Dr. W. Speckmann. Opl. 1. Tb4a4 dreigt 2. Dc2 en Dd2t enz. 1 Tf3: (g5), Tg4, Tg6 2. Dd2t, Dc2 enz. No. 7350. Jac. Haring. Opl. 1. Pd6c8 dreigt 2. Tg2—g4ft in „Arb-Skak", waar aan we dit probleem ontleenden, schijnt aan de stand een en ander te ontbreken. Men kan ook spelen 1. Pd6b7 met dubbele dreiging nl. 2. Tg4tt en 2. Pb6ft. Nu is dit door bijvoeging van een zw. R op a8 te verhelpen, zoals ons de auteur liet weten, maar er is nog een moeilijk heid, men kan ook 2. Pf6: spelen en 2. De5ft. Misschien moet de zw. T. van e7 op f7 staan. No. 7351. Jac. Haring. Opl. 1. Dc7—b7 dreigt 2. Db7—b3tf. No. 7352. Jac. Haring. Opl. 1 De5—d4 enz. No. 7353. Jac. Haring Opl. 1. Dd4—h3 dreiging Rd3tt- GOEDE OPLOSSINGEN Deze vijf problemen werden goed opge lost door P.' Baas, Lutjebroek; J. Dickhaut, Nijmegen; L. M. Hageman, Den Haag: F. pij is, Maasbracht; P. Raschdorf, Hannover; 1 C. v. d. Weide, Rotterdam; F. U. J. H Witte, Rotterdam. De tweezetten door: B. Kouwenhoven, Rotterdam: J. S. N. Mineur, Overschie. No. 7350, 7351, 7353 door dr. mr. R. Bromberg, Roermond. No. 7350, 7351 door F. J. T. Vismans, Rotterdam. Nagekomen oplossingen van L. M. Hage man, Den Haag, 7347. 7348. CORRESPONDENTIE R J. F. N. te N. Na 1. Tc8, Tc8: 2. Te2, g6 3. Te8t, Te8: volgt 4. fe8 Dt, Kg7 5 Dg6: mat. J. D. te N. De tweede oplossing van 7348 hebben we niet ontvangen. PARTIJ no. 1270 Geweigerd Damegambiet Wit: Fuderer. Ztoart: Milic. Gespeeld te Zagreb 1955 (Aantekeningen van Georg Meijer) (Overgenomen uit Schach Echo) 1. C2-C4 e7—e6: 2. Pbl—c3 d7-d5; 3. d2—d4 Pg8—f6: 4. Lel—g5 Lg8—e7. o. e2—e3 0-0; 6. Tal—cl! h7-h6; 7. Lg5—h4. Wit houdt hier de zet Pf3 op en speelt T. -1 wat nieuwe verwikkelingen schept. 7. pf6e4. In Göteburg 1955 speelde Medina met zwart tegen dezelfde tegenstander 7. b6. Hij kwam echter na 8. cd5. Pdo. 9 Pd5 ed5: 10. Le7: Dec 11 Dc2!, co_ 12 dcó: d4 13. Ld3! in het nadeel. 8. Lh4xe7 Dd8Xe7; 9. Ddl—c2. In de partij Taima- nowGoldenow (kampioenschap UdSSK) werd gespeeld 9. cdö: Pc3: 10. Tc3: ed5. 11. Ld3 c6 12. Pe2! Pd7 13. 0—0 Pf6 14- D^1! Te8 15. b4 met goed spel. 9. c7 c6. 10. Lfld3. Op e4 kan geen pion gewonnen worden, zwart zou zich met Db4f scha^" loos stellen door de witteRochade t<i ver hinderen. 10Pe4Xc311. Dc2Xc3 pje7gó-» Een ggove fout. Zwart mag het feit dat wit Pf3 niet gespeeld heeft wel benutten. Hij vergeet echter dat zijn Damevleugel slecht ontwikkeld is en de open g-lijn gevaren met zich meebrengt. 12 Pgl—f3! Een mooie zet. Menig speler zou bescheiden de zet g3 of Kfl gekozen hebben. 12. Dg5Xg2. Wie A zegt voelt zich dikwijl verplicht B te zeggen. 13. Kei—e2 Dg2—h3; 14. Tel—gl f7—fo. Om het gevaarlijke punt g7 vanaf de 7e rij te dekken 15. Tgl-g3 Dh3-h5; 16. Thl-gl 23. Da3e7f Kg7—h8: 24. Pf3—eö! f4Xe3. Er is geen verdediging meer. Op 24. Pe5: volgt mat in 2 zetten door Df8t, Kh7; 26. Dg8. 25 f2—f4. Zwart geeft op. No. 7360 J. HARING, Den Haag Eerste plaatsing. Mat in twee zetten No. 7361 STEFAN SCHNEIDER le prijs Oesterr. Schachbl. '53 Mat in negen zetten No. 2090 7 januari 1956. Redacteur: G. J. A. van Dam, Vossiusstraat 18-B, Amsterdam-z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen op inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. OPLOSSINGEN. No. 3176. (v. Dam). Wit 39!, 23 (x50A), 3. (x6 gedw.), xl (40 B), x34, (28) 44 6 (45), 1, x45 w. Op A zw. x6, 3 l' (28), 44, 6 (40), 34 (45), 1, 45 w. Öp B zw. 28, 44, 6 (40), 34 (45), 1, 45 w. No. 3177. (v. Dam). Deze opgave ver valt voor de wedstrijd, want er staat op 9 een zwarte schijf te veel. Het bedoelde spelverloop is: 1. 4237 verlokt zwart tot 33—38, waarna wit met 2. 3228 zwart uitnodigt tot de schijnbaar beste zet 1822. Nu wint wit verrassend door 3 37—31, 26x46, 4. 44—39!, 46x33 en 5. 17x48!! No. 3178 (v. Dam). Wit 1. 44—39!, 43x34 gedw. 2. 47—41! 3. 20—14 wint! Ook deze opgave vervalt wegens het dat hier zw. 4 te veel op het bord stond. No. 3179. (Dr. Picard en v. Dam). Wit 18! 12!, 5 (35 gedw. A). 24, 6! (18 ge dw.'), 33 (23), 24 (28), 38 w. Op zw. A 24, x20 (x24), 19! wint. No. 3184 (de Ruiter). Wit 30. 25 (26 gedw.), 23, 31, 40, 6 (34 A. B, C), 1 w. Op A 18, 1 (23), 7- w. Op B 17, 1 (33), 6 w. en op C 33, 1 (17), 6 w. Geestig. No. 3185. (de Ruiter). Wit 20 (25 ge dw.), 48—43!. 38!, 44!, 39, 9 (14 A), 20, (28), 15 (32 B), 10 (38) 5 (24), 37 (43), 48 (49) 30, 44, 34 w. Op A 15, wit 3 (28), 21 (24), 44 (33), 39, 40 12 w Op B 33, wit 10 (24), 4 (39), 15 (30), 38 (34 of 35), 49 w. Een fraai naspel, voorafgegaan door een niét voor de hand liggende combinatie. No; 3186. (de Ruiter). Hier behoort schijf 33 te vervallen. Wit wint dan door 20, 29. 38! 18, 34, 4 (28 A), 15 (10), 4 33), 37, 29 (41), 10 w. Op A zw. 10, wit 15 (28), 38 wint. Een reeds eerder be handeld leerzaam naspel. De meeste voldoening geven de contrac- I te spelen. Oost, die zag dat noord zeer ten, waarin men tot het laatste toe in slecht in de entrees zat. speelde snel de Harten 9, door zuid genomen met de Har tenvrouw en wests kleine ruiten ont hulde, dat oost inderdaad op, o.a., een „vaste troefslag" gedoubleerd had. Zuid speelde toen Ruitenboer na en nam in noord over, waarmee hij weer Harten speelde, oost Harten 10 en zuid Harten heer. west weer een Ruitentje. Had de b^nde nu nog aan slag kunnen komep. dan zou oost zekere troefslag ver dwenen zijn, doch in noord lag niets meer van waarde, zodat zuid uit de eigen hand moest verder spelen. Zuid trok Ruitenaas na. waarop west een Schoppen gooide en oost nog bekende. De situatie was nu de volgende: B63 4 •O - *875 spanning zit of het speelplan slagen zal en waarbij men tevens enige hulp van de tegenpartij nodig heeft en verkrijgt! om het doel te bereiken. Spellen die „altijd gemaakt zullen wor den" vereisen slechts een volmaakte tech nische afwikkeling en als er veel sterke spelers in het veld zitten b.v. bij een' parenwedstrijd zal men met de vaste spellen weinig succes kunnen boeken Het volgende spel, gespeeld in een pa renwedstrijd, laat zien welke gevaren een geoefende speler vaak overwinnen moet, alvorens hij een goede score mag note ren: B 6 3 9 6 4 3 H V 4 8 7 5 4 A V 10 8 2 H 9 5 9? - B 10 9 2 O 9 8 7 6 <>10 5 3 V 10 9 3 Z_J H B 2 7 4 9 A H V 8 7 S 6AB2 A 6 Zuid was de gever, NZ waren kwets baar. Zuid opende het spel met 2 Harten oen goede semiforcing west 2 Schop pen, noord en oost pasten, zuid 3 Harten, gedoubleerd door oost. West kwam uit met klaveren 10, waarop oost de Klaverenheer gooide en zuid met het Aas nam. UC1M11 Zuid vroeg zich af. op welke kaarten Tf8—f7' 17 Dc3—a3! Met de dreiging Dd6 oost we] gedoubleerd kon hebben en hij 17 Pb8d7; 18. Ke2—el! Nu dreigt-ook, kwam tot de conclusie, dat oost vrij zeker nog Le2! In zijn grote nood probeert zwart een wanhoopsaanval te beginnen, maar die wordt overtuigend weerlegd. 18. d5Xc4; 19. Ld3Xc4, f5—f4? 20. Tg3Xg7t Een prachtig torenoffer; 20Tf7Xg7. 21. Lc4Xe6f, Kg8h8; 22. TglXg? Kh8Xg7; alle ontbrekende Hartens in handen moest hebben om zijn doublet te rechtvaardigen. Het. kostte in elk geval niets om die ver onderstelling op de proef te stellen, zodat zuid Ruiten 2 naspeelde n in noord met de Vrouw nam, om vandaaruit Harten 3 H 9 B 2 O B 2 A V 10 8 - O - V 9 3 7 4 9? v 8 7 5 6 Zuid speelde 6 na en na lang denken gooide west een kleine, oost nam met Klaverenheer en speelde weer klaveren, afgetroefd door zuid. Hierop trok zuid Schoppen 4, we'.ke west met de Schoppenvrouw nam. Nog had west het spel nu down kunnen spelen, door gewoon met Schoppenaas te vervol gen en dan weer schoppen, doch west ■dacht dat ..het er nog toe deed" wat hij zou spelen en trok Klaverenvrouw. Deze blunder kostte het spel, zuid kon nog eens introeven met Harten 7 trok weer Schoppen na kreeg de laatste 2 slager met Harten V 8, daar de tegenpartij nu weer naar zijn hartenvork toe moest spelen. MIMIR No. 3187. (de Ruiter). Wit 37, 33, 39, 12, 7, 44, 40, 17 (llü), 4, 38, 27 (39), 49 w. Een voor het voorstellingsvermo gen moeilijk te volgen afwikkeling met een verrassende slotfase. No. 3189 (G. Mantel). Wit 32—28!, 30 —24!!. 8 (6x28 A), 4 (34 gedw.), 30. 1 wint. Op A 39x17, wit 4 (34 gedw.), 30, 40, 1 wint! No. 3190. (G Mantel). Wit 21!, 27!, 17!, 1, 31, 41 wint! No. 3191. (G. Mïmtel). Wit 39!, 28!, 17, 1 (7), 20, 44 wint! No. 3192 (G. Mantel). Wit 28—22 (17x19), 29—23Ü (38x12 A), 21. 41, 33!, 34, en 1 wint. Op zw. A 38x18, 41, 33, x23 wint! Een viertal „vuurwerkjes" van de ver maarde Twentse componist. No. 3195 (S. E v. d. Meer). Wit 29 (36). 41 (33 A), 29, 32, 5 w. Op A zwart 47, wit 37—32, 29, 5 wint. Simple comme bonjour! No. 3196. (S. E v. d. Meer) Wit 41, 29, 22 A (17x28 B), 18, 23, 10, 1 wint. Op zw. B 19x28, wit 10, 21, 1 w. Wit A 21, 22, 10, 1 wint ook. Een ouderwetse „kannetjes"-bewerking. No. 3197. (Dr. Belinfante). Wit 38 (34 gedw.), 29 (24 A), 27, 19, 5 (29), 23 wint. Op A zw. 42, wit 37, 27, 19, 5 wint. On verwacht variantenspelletje. No. 3198 (Gortmans). Wit 30!, 40!, 35, 44, 50 wint. Een pittig „notedopje". In verband met de meer plaatsruimte innemende opl. van de nos, 3199, 3200, 3201 en 3202 volgen'deze in een volgende rubriek. No. 3207 (-v. d. Elzen). Wit 3430, 45, 40, 34, 11, 38. 8, 37!! (18), 32 (23), 28, 27, 17 wint. Éen tamelijk „tamme" in leiding, technisch goed, maar met te wei nig charme. No. 3208 (v. d. Elzen). Wit 42, 32, 30. 28, 38, 32, 43, 5, 2 wint door Alix-motief. De „meersiag" vormt 't pakkende ele ment in deze bewerking. No. 3209 (v. d. Linde). Wit 39—33!, 39, 14!, 9 (14 gedw.), 20, met een pseudo- bijtrekkertje door 40 (29), 34 wint. Aar dige inleiding. No. 3210 (v. d. Linde). Wit 18!, 12! 7!. nu pas 39! 23, 38, 8, 41, en 1. Een uit stekende „lange-ii.jn" constructie. No. 3213. (Stuurman). Wit 40, 41, 37, 30, 31!, 38!! een pracht-zet, 36 wint. Een compositie met een originele en geestige winst-methode! No. 3214. (Dr. Picard). Wit 24 (1 A), 35 (45 B), 40, 30, 38 w. Op zw. A 20, wit 30, 40, 38 w. Op zw. B 40, wit 4943!, 30, 38 w. Een variantrijk „notedopje", moeilijk te vinden. No. 3215. (v. d. Elzen). Wit 30, 40, 10!. 6!, 1, 5. Goede bewerking met weinig materiaal Van het „lange-Hjn-motief". No. 3216. (Miss Smid). Wit 23!!, 32 (38 gedw.), 10! 8, 34, 24, 3 en nu volgt gees tig zw 2227 gedw. 32x21711 gedw., 3x17, 21—17, 22x11'en 26—21. De wijze waarop deze bekende slotstand wordt af gedwongen is werkelijk zeer vernuftig én oorspronkelijk van gedachte. No. 3218 (Gortmans). Wit 28—23, 23 (19 gedw.), 14, 20, 6 w. Een zeer mooi miniatuurtje van deze bekende probleem expert. No. 3219 (Woldouby). Wit 3228, zw 25—30 gedw, want 13-18 faalt op 17 (12), 37—31, 3832 met dam, terwijl 22—27 faalt op 19, 22, 37—31, 32, 2 mét dam. Na zwart's 2530 volgt 24x35 (22—27), 37—32 (26—31), 22, 27 met schijfwinst. Een leerzaam stukje prak tisch dammen van wijlen de beroemde neger-dammer. No. 3220 (Ancion). Wit 19, 33, (48 ge dw.), 39 (34 gedw.), 20, 45 wint. Zeer mooi. No. 3221 (Schmidt). Wit, 29, 28, 18, 48!!. de krachtzet; zwart is nu gedw. tot 4349, waarna wit wint met 25 en 45. VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD De eerste vier vraagstukken, die In dit nieuwe jaar ter oplossing worden ge publiceerd zijn van de* bekwame Schie damso componist A. Stuurman. Het zijn problemen, din werkelijk de nieuwe 1 reeks voor 1956 op waardige wi.jze ope nen. De oplossingen hiervan worden gaarne tot W januari a.s. tegemoet ge zien aan het boven deze rubriek ver melde adres. Voor de vele goede wensen die ik ontving hartelijk dank! Gaarne reciproceer ik deze en ik hoop ook in 11956 nog vele oplossingen en problemen I umm Zo heette die maandag vroeger: Koppermaandag. .Maandag spreekt voor zich zelf. Hoe we aan dat woord kopper gekomen zijn, daar kunnen we met de muts naar gooien. Maandag-na- Driekoningen was een feestdag der ambachtslieden. De boekdrukkersge zellen hebben hem nog het langst in ere gehouden; zij boden dan hun be gunstigers toepasselijke gedichten en kalenders aan. Beets heeft 't er nog over, in zijn Camera Obscura, waar hij vermeldt: Koppermaandag, een dag, waarop de boekdrukkersgezellen bij U in de stad de deuren aflopen met een fatsoenlijke bedelarij! Een hunner „ge dichten" begon als volgt: Kopperdigt aan onze Heeren en Meesters. Geachte Zuylen van de Boekdruk kunst aan 't Y; Wijl 't vrooli.jk, vreugdejaar geeijnd is, komen wij Naar oud gebruyk U weer op Kop permaandag groeten Baldadiger drukten andere gezellen zich uit: Doet open en geef koppergeld Aars (anders) loopen we de deur aan stukken. Geen wonder, dat de stedelijke over heden niet dan „met nijdige ogen" deze festiviteiten aanzagen! Zij haastten zich om ze althans binnen enige gren zen' te houden. „Overmits veel gebree- ken gebuertsijn van kijfven ende vech ten onder den coorndragers, meters, setters ende andere arbeyders, die ge- woontlick sijn geweest op coppertgens- Manendach oft anderen daghen ver- gaederingen ende gelagen te maicken" en dan volgden de nodige 'straf maatregelen. Blijkbaar werd er 'n stevige Borrel gedronken. Want iemand uit het jaar Onzes Heren 1607 gewaagt van 'n „Bacchusfeest (Bacchus was immers de wijngod), dwelck sy noemen, verlo ren maendach. 't Wort overal sowel op den dorpen als in den steden in 't openbaeren ghehouden". Ja, sommi gen vonden de maandag alleen nog niet mooi genoeg; ze pikten er blijk baar de dinsdag ook nog bij. Want onze Amsterdamse vrolijke Frans, de kluchtenschrijver Breêro. laat de oude Geertrui in zijn „Moortje" zeggen: „Jou vader was soo milt en soo roy aal, dat hij ons, sonder vragen, Gaf een nieuwe jaer met een teerpenningh tegen de Kopper- dagen". Kopperdagen! Het bleef dus niet bij één. Vooral in Utrecht zal men de feesten in de benen gevoeld hebben. Want daar liep men dan op stelten! Toen in 1552 Amsterdamse nachtwa kers de „communisten" uit die verre dagen, Wederdopers, hadden gearres teerd. schonk de anders niet zo erg scheutige, stedelijke overheid zestien schellingen aan hun „kappeteyn ende zijne XXXII waickers tot een copper- omme lieffelijck mit malcanderen te verteeren". Wie met volledige instemming van het stedelijk bestuur de kopperdagen vierden, waren de melaatsen, degenen dus die aan lepra leden. Men durfde die akelige kwaal niet bij haar ware naam te noemen, evenmin als de pest. „de gave Gods". Men sprak dan ook niet van melaatsen, maar van: zieken. Welnu: De Siekgens zijn zeer verblijt Als sij sien den Coppertijt, Om te maken den kanne-man; Den trommel sij dan reppen, Met de clappen sij cleppen, En spelen ook met Janneman. (De melaatsen gebruikten vroeger een klep, of klap, om de voorbijgan gers op hun aanwezigheid attent te maken, de Lazarusklap). Deze arme zieken nu vormden op koppermaandag en dinsdag 'n hele stoet. Het houtzagersgilde zorgde voor een vrolijk stukje muziek. En ande ren voerden een rondedansje uit. On dertussen werd er ijverig gecollec teerd, want de „Sieckgens" hielden een bord op de schoot, waarin elke be langstellende zijn goede gave kon stor ten. Des maandags was er 'n feest- eten in 't gasthuis, des dinsdags in het burgerweeshuis: „Hoe deze Le- proozen op Coppertjes Maandagh en Dinghsdagh met Sleeden, Pijpen en Trommels door de Stadt reeden, aan der goeder luyden deur Aalmoessen ontfangende, den eersten dagh haar middaghmaal in 't Gasthuys en de tweede in 't Weeshuys houdende en daer dan wèl getracteert wierden". In later jaren trok deze (treurige) stoet zoveel bekijks, dat de „optogt" werd afgelast. Meester Ter Gouw, die ons zoveel over oud-Amsterdam heeft weten te vertellen en die dan ook een jaargeld van 800 kreeg toegekend voor 1885 nog niet zo gering! wegens zijn bizondere verdiensten, heeft met dat woordje „kopper" toch eigenlijk geen raad geweten. Hij was nu een maal geen taalgeleerde! Kopperen wil, volgens hem, zeggen: smullen, feest vieren en goede sier maken. Wetenschappelijke taalvorsers zien er 'n kop in, 'n drinkbeker. An deren: hij die met de kop loopt, haalt geld op! Hoe dit zij, vrolijke dagen wa ren 't, waarop heel wat Hoendren en Cappoenen" (gemeste hanen) het moesten ontgelden! m ouo en God heeft de zevende dag gezegend en hem geheiligd staat er in het tweede hoofdstuk van de Bijbel. De sabbat, voor de vrome jood de laatste dag der week, afgezon derd tot rust van dagelijkse bezighe den en toegewijd aan de verering van Jahweh. Aanvangend des vrijdags avond, eindigetid des zaterdag» avonds Vóór 's vrijdags de zon ondergaat, steekt de orthodoxe jood de sabbat lamp aan, of, juister, het is de taak van de vrouw des huizes om het licht te ontsteken, dat gedurende de sabat brandt. Alleen waar géén huisvrouw is, daar verricht de man de vrome handeling. Is het 'n plicht? Of slechts 'n verdienstelijke daad? Bij het aan steken zegt de vrouw: Gezegend zijt Gij die ons geheiligd hebt door Uw ge boden en ons voorschreef het sabbat- licht te ontsteken. Meestal worden hieraan toegevoegd gebeden voor ge zondheid en voorspoed in de familie kring. Onderwijl houdt de vrouw de handen met de palmen naar de twee, of ook wel zeven lichtjes toegekeerd. Omtrent het aantal geeft de talmoed (Hebr.; leer) geen voorschrift. De olie in de sabbatlamp, mag geen vet, óók geen was zijn; bij voorkeur bezigt men olijfolie. Soms heeft de lamp de vorm onzer godslampen. In Israëlitische gemeenschappen kondigden vroeger zes trompetsignalen de nadering van de sabbat aan. Bij het derd» ont stak men dan het devotie-licht. Sommige joden, zich beroepend op het woord door God tot Mozes gespro ken (Exod. 35), wilden niets van sab- batlicht weten. Immers, er staat ge schreven: Ge zult geen vuur aanste ken in enige uwer woningen op de sabbatdag, de dag der heiligheid, al wie dan werk verricht, zal gedood worden. Zijn vader was een Romeins of ficier. Maar Felix werd katholiek opgevoed. De bisschop van Nola wijdde hem tot priester. Toen hij zich genoodzaakt zag zijn leven te beveiligen tegen de vervolgingen, bleef Felix achter om voor de ge lovigen te zorgen. Het duurde niet lang. of hij werd gegrepen en in de gevangenis geworpen. Daar be stond zijn rustbed uit 'n plank be zaaid met potscherven. Op zekere nacht was de cel vol licht. Een engel slaakte Felix' boei en en bracht hem buiten de stad. Daar vond hij zijn bisschop weer. Beiden keerden terug en hervatten hun priesterlijke taak. Zodra de Ro meinen dit gewaar werden, wilden zij Felix opnieuw gevangen nemen Tijdens een toespraak zag de pries ter hen aankomen en mengde zich terstond onder de aanwezigen. „Is de priester Felix hier ook voorbij gekomen?" vroegen de beulen. „Wij hebben hier niemand voorbij zien gaan!" Dat was ook zo, want toen de gelovigen zich verzamelden, stond Felix er al, van voorbijgaan was dus geen sprake. De priester zette zijn onderricht voort. Maar. onverhoeds kwamen de soldaten te rug. Hij kon nog juist door een gat in 'n muur ontkomen. Ogenblikke lijk weefde een spin haar web voor de opening. ..Hier hoeven we niet te zoeken, want wanneer hij mer zat, zou dat web toch stuk moeten zijn!" vonden de beulen. Liepen door en zochten verder tevergeefs. Toe de oude bisschop van Nola overleed, zagen de goede mensen in F'elix zijn opvolger, maar hij acht te zich de eer van het bisschops ambt niet waardig. Ongeveer 260 stierf hij. De H. Kerk kende hem de eretitel van „Martelaar" to» We hebben allemaal wel eens de poppenkast gezien, het Jan-Klaassen- spel. Maar wie heeft er ooit bij gedacht, dat Jan Klaassen en zijn lang niet ge makkelijke vrouw Katrijn echt bestaan hebben? En toch is dat zo! Katrijn Pieters en Jan Klaassen waren Am sterdammers en ze woonden in de Moddermanssteeg, maar daar hoef je niet meer naar te gaan zoeken in de Willemsstraat, want die bestaat niet meer. Omstreeks het jaar 1690 was de poppenkast al in heel Amsterdam be kend. Jan was 'n doodgewone, Amsterdam se jongen uit die dagen. Schrijven had hij nooit geleerd. Als hij zijn naam moest zetten, tekende hij 'n kruisje, ziin vrouw óók. Er zijn ook tegenwoor dig nog wel oude mensen die het zo doen. Het echtpaar trouwde in de Nieuwe Kerk, je weet wel, die staat rechts van het paleis. Dat gebeurde in het be roemde jaar 1686, om precies te zijn: de 17e september. Alweer 'n nieuw jaartal erbij! ..Jan Klaassen. wat doe je voor de kost?" vroeg men hem ooit. „Ik ben trekwerker", antwoordde Jan dan. Dat baantje bestaat tegenwoordig niet meer. Het was in een weverij. Maar eerder had Jan een veel leukere baan gehad! Trompetter, bij de prinsenrui- ters, de soldaten. 'n Trompetter verdiende niet veel. en 'n trekwerker evenmin. En zo kwam de goede Jan op de gedachte pen pnrmenkast in elkaar te zetten. Terwiil hij de poppen bewoog, ging z n lieve Katrijn met. 't centenbakje rond Heel vaak op de Dam. vóór het pa leis. Daar wordt ook tegenwoordig de poppenkast nog vertoond. Jan hoefde zijn verbalen niet te ver zinnen. Hij speelde voor de mensen, wat zich in zijn eigen huis afspeelde. Wij zeiden immers al, dat zijn lieve Katrijntje geen katje was om zonder handschoenen aan te pakken Zij dronk een. stevige borrel en was voor Jan allesbehalve gemakkelijk. Dat liep zo hoog, dat Jan eindelijk bij haar van daan ging en apart ging wonen. Dat mocht natuurlijk niet. En daarom moesten ze allebei laten we maar zeg gen: voor de dominee komen. Dat was de 4e februari 1706. Toen hadden ze hun zilveren bruiloft dus nog lang niet gevierd. Beiden „hebben haer sooda- nig verbitterd getoont en elcanderen sooveel booze stucken" verweten staat er in een oud boek dat er niets meer aan te doen viel. Ze wouën niet meer samen gaan wonen, 'n Paar maanden later ging de goede Jan dood. tenminste dat schijnt zo. En zijn vrouw vijf jaar na hem. van de talrijke lezers van deze rubriek te mogen ontvangen. No. 3277. >T«- 3278. 'O 'O Stand: Zw. 2, 6, 8 9, 12 17, 18, 20, 21. 22, 24 27, 30. Wi< 16 23', 31, 33, 36 37, 40, 42—46, 48. Wit speelt en wint! No. 3279. Itand: Zwart 8 9, 16, 20, 28 33, '38. Wit 21, 27. 30, 31, 37, 41, 48. Wit :peelt en wint. Nó. 3280. Stand: Zw, 810, 18 27, 35, 38. Wit 33 34, 36, 41, 42, 44' 49, 50. Wit speelt en wint. u 'h Stand: Zw. 11, 12 15 19, 20, 22, 24, 25'. Wit 21. 30. 34, 35, 38 -40, 50. Wil speelt en wint. Op de 12 kruisjes komt een feestdag uit de kerkelijke kalender van deze tijd. 1. Romeins getalmerk; 500. 2. Begin van een bekende, Latijnse spreuk; bid. 3. Waterloop van Schoonhoven naar Haastrecht. 4. Ontspringt in Artesië op 'n hoogte van 200 m. 5. Voormalig eiland, thans opgenomen in de Noordoostpolder. 6. In duinen zoeken 's zomers veel badgasten verpozing. (Voorne). 7. Dorpje onder Opio. ten Z.W. an Boxmeer, genoemd naar een heilige. 3. Buurt onder Drunen op de met Heusden. 9. Voormalig riviertje in Friesland, loen ook wel genaamd Tjonger. 10. Linkerzijrivier van de Vecht, stroomt langs Goor, en bereikt de Vecht beneden Ommen. 11. Rivier, bij Amersfoort ontstaande, en zonder sluis in het IJselmeer uit komend. 12. Duidt het, noorden aan. Oplossing volgende keer voor degenen, die graag 'ns 'n oogje' aan de sterrenhemel wagen.... signaleren we in deze weken de glan zende ster Jupiter aan avond- en och tendhemel. Alleen is het jammer, dat er zoveel bewolking is, zodat „het ver schijnsel" zich ooit aan onze waarne ming onttrekt. Intussen heeft 'n aan dachtige lezer ons al op de vingers ge tikt. En terecht! Want.... Jupiter is geen ster. Der-goden-opperhoofd, van wie alle verschijnselen aan het lucht ruim uitgaan, straalt in onbeweeglijk, rustig licht. Een ster flonkert, schittert, trilt. Jupiter niet. Jupiter is 'n pla neet, net als onze aarde. En niet maar 'n planeet neen, de grootste pla neet van ons zonnestelsel. Middellijn 143.000 km, meer dan tienmaal die der aarde. Alleen zon, maan. Mars en de planeet Venus winnen het soms van deze tijdelijke gast in helderheid. Zulke voorname personages reizen niet alleen. In de buurt, rechts, schit tert een ander hemellichaam, geen planeet, 'n ster, genaamd: Regulus. Dit woord staat in betrekking tot: rex, koning. Is de ster misschien genoemd naar de Romeinse consul, die. namens Carthago, de Romeinen tot vrede moest bewegen; hij spoorde hen even wel aan de oorlog voort te zetten! Bin nen Carthago teruggekeerd, zou hij daar ter dood gebracht zijn. Hoe dan ook, 'n koninklijk licht verspreidt Re gulus, wit, 250 maal zoveel als de zon. (Dat Jupiter en Regulus slechts 'n vingerbreed van elkaar verwijderd staan is natuurlijk „gezichtsbedrog"). Als vanzelf dringt zich de vraag naar voren zou Jupiter bewoond zijn? 'n Vraag, die wij onszelf ook wel stel len, wanneer we naar de planeet kij ken. Het is er zo mee gesteld: ook hier is niet alles goud wat er blinkt, en de aanwezigheid van 'n tiental ma nen kan dat niet goedmaken! Ju piter's atmosfeer bestaat uit schade lijke gassen: ammoniak en vooral, mijngas, methaan. Voor „óns soort mensen" is er dus niet veel te begin nen. De yaste kern is bedekt met een ijslaag van duizenden kilometers dik te er zou dus wèl gelegenheid zijn de ijzers eens onder te binden! Maar men zou zich dan toch in poolkleding moeten steken, want de temperatuur is er zo'n 135 graden C. beneden nul. Ergens ten zuiden van de equator, heeft men 'n rode vlek vastgesteld, die naar sommigen vermoeden, een „gas vlam" is. afkomstig uit het inwendi ge van de planeet. Al met al, gelijk prof. dr. G. v. d Bergh het noemt: een griezelig onherbergzaam oord. Voor lopig lijkt de aarde verre boven „de reus onder de planeten" te verkiezen! Besnijdenis. 1. b (verlaagt. imVrtna geplaatst vóór een noot. die noot mei 'n halve toon). 2. Eem, 3. besje. 4. staniol. ook wel: stanniool. 5. schrijn- tje. 6. Noordhorn. 7. Schelde. 8. ba nen. 9. nis. 10. S.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 6