WALES eist onafhankelijkheid.... 1 m b j§^ W&tÊ m&9i Een groot bridgespeler lAtERQA \ooROonc NEERLANDS ZWAARSTE ONTPLOFFING: WOUD Zuchtendonder het „Engelse juk99 O ui w m i wm Bridge-rubriek 12 januari 1807 DE HEILIGE VAN DE WEEK Het huis bestemd voor al wat leeft HET GRABBELTONNETJE jflam£slere ^uid? Vuurgevecht tussen werklozen en politie Gevaarlijke drukte in het luchtruim Schrikkeljaar 16 januari legende van Sint-Fursy ZATERDAG 14 JANUARI 19S6 PAGINA 6 Bevolking denkt over Engeland als de Egyptenaren over Israël KWESTIE VAN TIJD" Politiek onmondig Eén dode, zestien gewonden GEHEIME STUKKEN OP NIEUW-GUINEA LATEN LIGGEN 0 wM, .„„Jf ^ÉÉf V"'» ''0£W: m m *L- o m f i o 8 #00 p m d n o, o 0 m m m m m m m t - -o 0 m o 0. mm m 0 0 rn rn* 0 0 m, w. 0 0 m i r r 0 0 m m m m f m m o j 0 m m (Van onze Londense correspondent) Een receptiezaal met dikke tapijten in het Londense Piccadillyhotel, een tafel vol met dranken, een zestigtal journalisten vertegenwoordigers van de Britse en de wereldpers) en drie joviale, welgeklede Wallisersziedaar het beeld van de „historische" bijeenkomst, tijdens welke de „Welse Nationale Partij" haar eis tot nationale onafhankelijkheid van Wales wereldkundig heeft gemaakt. Welk een tegenstelling tot de verbeten haat en de bloedige vechtlust, waarmee de Ieren in eeuwenlange strijd hun onafhankelijkheid óp de Britten bevochten hebben! Wij zijn altijd geneigd te spreken van „Engeland"* als wij „Groot-Brittannië bedoelen. De Wallisers geven ons daarin groot gelijk, want hoewel Groot-Brittan nië bestaat uit Engeland. Schotland en Wales, die met Noord-Ierland verbonden zijn in het z.g. „Verenigd Koninkrijk", is het voor hen een uitgemaakte zaak, dat de Britse wereldpolitiek in feite e°n puur-Engelse politiek is. En Wales is het, zo men de „Welse Nationale Partij" mag geloven, moe nog langer mee te torsen aan de „burden of Empire", de drukken de last van grote mogendheid te zijn. Wa les wil lós van Engeland, volkomen los Een zelfstandig, onafhankelijk Wales, dat zijn eigen staatsinrichting en zijn eigen buitenlandse politiek bepaalt, dat is hei einddoel dat wordt nagestreefd door „Plaid Cymru" (spreek uit: Plait Kum- rie"), de „Welse Nationale Partij". Buitenlanders zullen verrast opkijken, als ze horen, dat Wales in alle ernst on afhankelijkheid nastreeft, doch wie door deze prachtige landstreek reist, ervaart al spoedig, dat de levendige, welbespraak te Wallisers net zo over Engeland denken als de Egyptenaren over Israël. Ze voelen zich in hun nationale bestaan bedreigd en daarenboven, economisch achter gesteïd bij Engeland. WALES' pleitzaak werd duidelijk, helder uiteengezet door de heer Gwynfor Evans, de 44-jarige voor zitter, of zo men wil partijleider van „Plaid Cymru". We kunnen zijn betoog als volgt samenvatten. Groot-Brittannië telt 50 miljoen inwo ners waarvan er 43 miljoen in Engeland 5 miljoen in Schotland en 2% miljoen in Wales leven. Eeuwenlang hebben de Wallisers strijd geleverd tegen de En gelsen, doch tegen het eind van de 13 -• eeuw moesten zij hun verzet opgeven, en in 1536 werd Wales bij Engeland inge lijfd. Sindsdien heeft zich een anglise- ringsproces ingezet, dat werd geleid er bevorderd door de centrale regering in Londen. Mijnen en fabrieken kwamen in het bezjt van Engelse ondernemers. Engejs werd verplicht gesteld als voer taal op de scholen, de Welse wetten wer. den in de loop des tijds, op enkele uit zonderingen na ('s zondags moeten b.v. alle café's en bioscopen in Wales geslo ten zijn. in tegenstelling tot die in Enge land) volkomen verengelst. Thans is het Wels, een Keltische taal, nog slechts voor 750.000 Wallisers de voornaamste voertaal; de rest spreekt in de dagelijkse omgang voornamelijk Engels. Indien Wales niet spoedig tot ontwaken komt zal het met de Welse taal en cultuur spoedig gedaan zijn. Het is nog slechts een kwestie van tijd en Engeland zal er'n geslaagd zijn Wales volkomen te assinr- leren. Nog geen 100 jaar geleden sprak elke Walliser Wels. doch allerlei angli- serende invloeden: de pers, literatuur, la ter de bioscoop, radio en televisie, werk ten de verengelsing in de hand. Doch niet alleen cultureel, ook econo misch werd Wales door de grote Engelse broer overweldigd. Economisch neemt Wales t-o.v. Engeland een „koloniale posi. tie" in, d.w.z. Wales levert de grondstof fen (steenkool, ijzer en staal, fin, alumi nium. leisteen, drinkwater, melk. vlees en wol), die naar Engeland worden „uit gevoerd" en in Engelse fabrieken ver werkt en veredeld. Sinds de oorlog zijn er in Wales lichte industrieën tot ontwik keling gebracht, doch zij zijn vrijwel alle onderafdelingen van Engelse fabrieken zodat Wales geen eigen basisindustrieën bezit, en er dus direct de weerslag van ondervindt als de zaken in Engeland min der florissant gaan. Terwijl in Engeland 40 pet van alle boerderijen voorzien Is van elektriciteit, is dit in Wales met slechts 25 pet der boerderijen het geval. In Noord-Wales bestaan plannen voor de bouw van hydro-elektrische installaties, maar de aldus opgewekte elektriciteit za'. Engeland, niet Wales, ten goede komen. Advertentie) Babyderm-zeep OK politiek wordt Wales onmon dig gehouden. Krachtens de be volkingssterkte zijn er in Wales 36 kieskringen, en hebben er dus 36 Wallisers in het lagerhuis zitting (het telt totaal 630 leden), doch zij hebben zitting louter als leden der drie grote partijen: conservatief, liberaal en so cialisten, en niet als Wallisers. Per zittingsjaar wijdt het parlement aan Welse zaken slechts een halve dag. En hoewel de post van minister voor Wel se zaken bestaat, heeft deze minister geen departement en.geen staf. daar deze taak wordt waargenomen door de minister van binnenlandse zaken, Gwillyn Lloyd George (wiens zuster, Megan Lloyd George, een ijveraarster is voor Wales' onafhankelijkheid). In 1946 werd een Raad voor Wales in het leven geroepen, die de regering advi seert inzake Welse aangelegenheden. En in december van het vorige jaar werd Cardiff door de regering offi cieel als hoofdstad van Wales erkend, waarmee zij dus in feite heeft toege geven, dat Wales een aparte grootheid vormt in het kader van Groot-Brit tannië. Maar dit alles gaat Plaid Cymru lang niet ver genoeg. Alleen zelfbestuur kan zekerheid geven, dat de Welse belangen voldoende worden behartigd en dat de Welse taal als officiële voertaal in ere wordt hersteld. Doch zelfbestuur, hoewel in zichzelf begeerd, is volgens Plaid Cym ru niet, voldoende om Wales zijn zelf bewustzijn te hergeven. Onafhankelijk heid, ook in de regejing van zijn buiten landse betrekkingen, is het einddoel, zo dat Wales bevrijd wordt van de „burden of Empire". Blijkens een onlangs gehou den opinie-onderzoek heeft zij in dit stre ven 80 pet der Welse bevolking achter zich staan. Dit onafhankelijkheidsideaa' wil zij op onbloedige wijze, door kracht van overreding, trachten te verwezenlij ken: het karakter van de dffor Plaid Cym. ru belegde persconferentie is daarom ty perend voor de vredelievende werkmetho den dezer Wels-nationale beweging. Of de Wallisers veel kans van slagen zullen hebben? Misschien kan men de vooruitzichten het beste zo stellen, dat de beweging van Plaid Cymru er onge twijfeld toe zal bijdragen, dat er meer aan dacht en meer geld besteed worden aan de Welse regionale belangen, ja, dat het op den duur zelfs kan komen tot een ze kere mate van zelfbestuur voor Wales. Maar een zelfstandige, Welse staat is nauwelijks een reële propositie te noemen en er is in Engeland daarom nauwelijks één weldenkend mens te vinden, die de Welse eisen in dit opzicht ernstig neemt. Niet temin, het Welse probleem zal nog ge noeg binnenlandse onrust veroorzaken, zij het dan voornamelijk op het politieke vlak. Bij een vuurgevecht tussen de politie en ongeveer duizend werkloze demon stranten, die het raadhuis van Venosa in Zuid-Italië trachtten te bezetten, is gis teren één persoon gedood en werden er zestien zwaar gewond. De demonstranten, die betoogden tegen het tekort aan werkgelegenheid in deze armoedige streek, wierpen barricades °P van wagens en wijnvaten en gooiden ste nen naar de politie, die de straten naar het gemeentehuis afzette. De politie verklaarde later, dat de de monstranten een oud kasteel in de na bijheid hadden bezet en het vuur open den op de politie met geweren en revol vers. Andere demonstranten bekogelden de politie met stenen en stukken van het meubilair uit de ramen van de huizen langs de straat. De politie zou het vuur eerst hebben geopend, nadat verschillende charges mei de gummiknuppel de demonstranten niet hadden kunnen verspreiden. Een der slachtoffers was een kind van vijf jaar, dat tijdens het vuurgevecht zwaar gewond werd door een rlcochet- terende kogel. Volgens <je politie zou de demonstratie door de communisten zijn opgezet. Per dag doen zich in de V. S. gemid deld vier gevallen voor waarbij passa giersvliegtuigen slechts op het laatste ogenblik een botsing kunnen voorkomen. In één van elke vier gevallen kruisen de vliegtuigen elkaar dan op minder dan 35 meter afstand. Dit is verklaard in een verslag van een speciale Amerikaanse regeringscommis sie over de drukte van het luchtverkeer in de V. S. De commissie is tot de slot som gekomen, dat een kritiek punt be reikt is en dat een deskundige moet wor den aangewezen om een diepgaande stu die te maken van het vraagstuk dat het steeds drukker wordende luchtverkeer vormt. In het kader van de overdracht van de verdediging van Nieuw-Guinea door de Kon. Landmacht aan de Kon. Marine werd de basis Ifar verlaten onder achterlating van geheime stukken. Hierover had het Tweede-Kamerlid de heer Vermeer aan minister Staf vragen gesteld. Het ant woord van de bewindsman publiceerden wij donderdag j.l. Door een verschrijving vermeldde de kop van het desbetreffende bericht, dat de Marine deze' geheime stuk ken had vergeten mee te nemen. Dit moet, zoals overigens uit het bericht duidelijk blijkt, niet de Kon. Marine, doch de Kon. Landmacht zijn. No. 2091. 14 januari 1956 Redacteur: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18b, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. OPLOSSINGEN No. 3199. (Gortmans). Wit zou als lokzet 3530 kunnen spelen, maar hij mag dit niet doen, omdat dit geen lokzet maar een foutzet zou zijn! Zwart wint dan een schijf door 21-27, 22-28, waarna wit te gen 20—24 geen verweer meer heel. Na 3530 zou zwart in de val kunnen lopen door direct 2024 te spelen. Dan zou na 15X35 volgen 34—30!, 25X34 gedw., 39X30, 35X24, 33—29, 24X33 32—27 zw. ad lib., 43—38, zw. ad lib., 48x6, 7—11 (of 6X17, 8—12, 17X8, 13X2 met gelijk spel voor wit. Tenslotte mag zwart na 35-30 niet spelen 22-27, in de verwach ting dat wit schijfverlies nu niet meer kan verhinderen, want dan zou hij bedro gen uitkomen door 30—24, 27 X 4°,29 23 18X31, 34—30, 25X43, 48X39! en 45X1; een verrassend damzetje. No. 3200. (Gortmans). Wit forceert hier schijfwinst door 32—28, 14—19 ge^w 28X17, 12X32, en nu verrassend 29—23. 18X38 gedw., 34—30!, 25X43, 48X39., zw. ad lib. en nu komt weer onverwacht 4943 38X49, 4035, 49X40 en 45X1 wint. Indien na 32-28 wordt vervolgd met 12—17, antwoordt wit 2419!, 14X21, 2924, 3933 en 34X5. En als zwart op 3228 voortzet met 18—23, volgt 28X19., 14 X 23, 29X18!!, 20X38, 40—3o, 12X23, 27X29 waarna dit de zwarte schijf op 38 wint. No. 3201. (V. d. Meer). Hier forceert wit schijfwinst door 31—27 en 36 X 27. Zwart moet nu een schijf offeren want op 7^11 of 12 8—12 of 13, 18—22 enz. kan wit steeds een damzet uitvoeren, terwijl op zw. 1722 zou volgen 2924!, 19X30 gedw., 26-1-21 34—29, 38X49 en 25X1! Gortmans schreef indertijd reeds bij de oplossing van dit mooie vraagstuk het volgende. Van der Meer is een uiterst nauwgezet en betrouwbaar problemist, die zijn stan- den lang bestudeert en tot in details, voor zover mogelijk, tracht te vervolmaken. Een voorbeeld is hier, dat men ten °nrechte zou kunnen denken, dat wit's zetten 29—24 en 26—21 onderling verwisselbaar zijn. Speelt wit echter eerst 26—21 dan vo.gl zw 22X31 wit 29—24. zw. 16X27! w t 14X11 zw.' 9—13 (daarom staat hier deze schijf!), wit 32X21, zw. 23—28 enz. met gelijk spel". No 3202. (Dr. Belinfante t). Wit wint geestig door 30—24, 19X30A, 32—28!, 39X48 41X3 Op A. zw. 37X46 (zw. 37X28 verlfest direct) volgt 24X2 zwi 46X28 en nu wit 2—7!! (en met 2—11 en ook met 2-8!!), zw. 28-46 gedw. (Indien zw. 25-20 en 28—46 dan wit 38—32, 33—29 en 7X4.1, wit 38—32, 46X28, 34—29, 23X43, 7X49, 25—30, 33—29!, 30—35, 29—23 en wint. Belinfante heeft hier twee niet absoluut oorspronkelijke systemen samengevoegd tot één smakelijk, beknopt en licht ver teerbaar geheel, waaraan een pik n smaakje niet ontbreekt. No. 3224. (Gebr. Winter). Wit 48—42, 4641, 42, X4, X12! (X17 de beste) 21! (X13 de beste), 12 (18), 19, 14, (8), 10 (13), 5 wint. Een typische, moeilijk van het bord af dus zonder de stukken aan te raken te volgen afwikkeling. No. 3225. (Osmin Cham). Dit 34—29, 11, 27—22, 31, 47—41, 27, 41, 28, 27, 7, 2 wint. Een leerzame praktische combinatie. No. 3226. (I. Weiss t) Wit speelt als lok zet 3430, zw. meent dat wit nu altijd een schijf gaat verliezen door 1—6, want 30—25 gaaf niet wegens 12—17 en 17—21, terwijl tegen 20—25 geen verweer meer mogelijk schijnt. In dit opzicht blijkt zwart echter juist In de val te zijn gelo- pen want wit speelt nu verrassend 27—-22, dreigt schijfwinst door 3025. Zwart kan dit alleen verhinderen door 20—25 en in dien hij nu denkt dat dit geen nadeel maar zelfs een schijf voordeel oplevert komt hij bedrogen uit, want er volgt dan plotseling 26—21! (16X18), 28-23 (19X39), 30x17 (verwijdert hiermede schijf 12.), 11X22, 38—33, (39X28! en 32X1- Geestig' No 3227. (C. E. St. Maurice t). Wit 24—20, 36—31, 47—41, 32—28!, X10, X3, X19 wint. Jammer is dat de zwarte dam op 46 reeds lin de beginstand aanwezig is. No. 3229. (Boissinot). Wit 138!, 49—43, 43X34, 35X15 en wint in een geestig slot- motief. zwart 13—19 gedw. en nu 25—20'! No. 3230. (Lecocq). Wit wint door 37—31, 29—23 en 43—39!! met de dubbele dreiging 38—32 en 39—34!! Een verrassend slot en een mooi geheel. Een dwangzet na een offer van drie schijven is altijd een pres tatie. No. 3231. (Dr. Molimard t). Wit wint in deze fraaie spelstudie op de volgende mooie maar gecompliceerde wijze. Wij volstaan met de voornaamste varianten te geven en raden onze lezers aan deze stel ling nauwkeurig in finesses te bestuderen. Dan zal deze compositie van de overleden Franse grootmeester nog vele spelers van nut kunnen zijn. Wit 3731. 26X37, 42X31, 9—13 (A.B.C.D.), 31—26 11—17 34—29 23X34, 40X29, 19—24 gedw., 39—33, 17—22 E., 26X17 F. 22X11, 43—39, 12—17, 41—37. 17—21, 47—42, 21—26, 46—41, 8—12. en nu 3934, 30X39. 44—40, 35X44, 48—43, 39X48 50X39, 33X23, 28X6 wint. Op A. 21—26 43—38 26X37. 39—33 30X39, 27—22, 18X27, 32X21, 23X43, 41—37 16X29, 44X2, 35X44, 2X1 wint. Op B. 11—17 28—22, 17X26, 41—36. 21X32, 36—31, 24X37, 39—33, 30X28. 37X39. 44X2 enz. Op C. 20—24 34—29, 24X22, 31—26, 22X31. 26X6, 31—36, 39—34, 30X39, 44X33 wint. Op D. 8—13, 31—26, 11—17. 44—39, 20—24, 28—22 17X37, 26X8, 13X2, 39—33. 30X28, 49—42, 37X39, 44X4, 35X44, 50X30 en wint. Op F. 28X17 volgt 14—19 en 19—23. No. 3232. (Bonnard). Wit forceert schijf winst door 3429!, 3035 gedw., 3228, 17—21A, 31—26. 18—22.B, 26X17, 22X11, 25—20, 14 X 25, 29—23 23—18!! Op A. zw. 18—22, 31—27, 28—23, 33X11. En op B. zw 2—8, 26X17, 19—23, 28X19. 14X43, 45—40!! Een buitengewoon fijne en diepzinnige positiestudie van de vermaarde Franse grootmeester Marcel Bonnard. (Schaakredacteur P. A. Koetsheid, Huize St.-Bernardus, Sassenheim.) Zaterdag 14 januari 1956. De problemen van deze week De opgaven, die deze rubriek bevat, stellen o.i.. onze lezers nie, voor al 'e ingewikkelde problemen. De tweezetten zijn uit een tournooi, waar als voorwaarde werd gesteld, dat het aantal stukken hoog stens twaalf mocht bedragen. De dercL prijs viel, zoals men ziet, aan een trouwe inzender ten deel, waarmee wij hem hier bij gaarne feliciteren. Ons gevoelen, da' deze collectie niet moeilijk is, geldt zeker voor dé driezet No. 7364. No. 7362 T. CZARNECKI WARSCHAU le prijs Sportowiec 1955 mat in 2 zetten No. 7364 J. BUCHWALD, U.S.A. 3e pr. Arbejder-Skak tourn, 1954 II mat in 3 zetten No. 7363 W. H. HARING, SCHIPLUIDEN 3e prijs, tournooi als voren mat in 2 zetten VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD In aansluiting op de in onze vorige ru briek ter oplossing gegeven composities van de heer A. Stuurman te Schiedam volgen hieronder nog een viertal nieuwe vraagstukken, welke wederom speciaal voor de deelnemers aan onze ladderwed- strijd zijn bestemd. No. 3281 komt daarbij in de plaats van no. 3277, dat vervalt we gens bijoplosbaarheid. Jammer, want ook dat was een fraaie constructie. De oplos singen van dit nieuwe „Stuurman-viertal" worden gaarne tot 24 januari a.s. tegemoet gezien aan het boven deze rubriek ver melde adres. No. 3281 No. 3282 t9 m m~* m m i i f •f 0 i m m 0 V m m 0. 0 w o a m n 0 r a 0. rf m Probleemoplossingen No. 7354. L. M. Hageman. Opl. 1. Tb5—b3 enz. Zowel 1. De2 als 1- Pc4: worden beide gepareerd door 1Rgl- No. 7355. P. A. Koetsheid. Opl. 1. Tc5—b5 enz. No. 7356. Jan Wenda. Opl- L Re6.c4 met dubbele dreiging 2- Tf4 en Re2T die door het zwarte spel steeds tot een worden beperkt. 1. Tc5: (Ta5) 2. Rb3:t Tc2 3 Dc2'tt. 1Tb4 2. Pd3, Rc4: 3 Pf2tt' 1 bc5: 2. Tf4 2. Kei 3. Tflft 1T al ad lib 2. Re2+, Kei 3- Pd3+t 1- Pd3 faalt door Tg5+ en 2Rd3:. en 1. Kg3 door 1Tb4. Goede oplossingen Deze drie problemen werden goed op gelost door P. 'Baas, Lutjebroek. J. D'.ck- haut Nijmegen: L. M. Hageman. Den Haag; F. Pijls, Maasbracht; Paul Rasch- dorf, Hannover; W. Verbon, Delft; F. U J. H. Witte. Rotterdam. No 7354 en no. 7355 door A. Buiteman, Etten: P- M. Dekker Rotterdam' H. Th. v. Goor, Voorburg; J. S. N Mineur Overschie; C. v d- Weide. Rotterdam; v. d. Weide. Apeldoorn. No 7355 door dr. R. Bromberg, Roer mond; L. M. v. d. D„ Maassluis; W. H Haring. Schipluiden; F. J- F- Vismans Rotterdam. J, D te N. Uw eerste zet is goed. maar de tweede niet. W. V. te D. Uw bijdragen in dank ont vangen; deze worden onderzocht. Stand: Zw. 8, 9, 18—20, 23, 26, 28, 29, 36. Wit 27, 30, 32, 34, 35, 37, 38, 42—46. Wit speelt en wint. No. 3283 Stand: Zw. 1, 5, 10—13, 18, 21, 22, 26—28, 31, 35. Wit 14, 20, 24, 25, 29, 30, 33. 34, 38, 39, 42, 46, 47. Wit speelt en wint. Naspel uit werken. No. 3284 0 i m 0 m f 000 m. 0 m 0 m m 0 0 m m 0 n w. Stand: Zw. 8, 11, 18—20, 23, 29, 30, 33—36. Wit 17, 21, 26 27. 31, 32, 37, 38, 42, 43, 49, 50. Wit speelt en wint. Na spel uitwerken. Stand: Zw. 4, 6, 10, 12, 13. 17. 21, 22, 24, 26 27. 35. Wit 15, 20. 23, 28, 29. 31, 33. 36, 37, 40, 43. 48 Wit speelt en wint. Naspel uitwerken. In de laatste week van het jaar 1955 overleed in Amerika de wereldberoemde bridgespeler Ely Culbertson. Iedereen die wel eens iets met bridge te maken heeft gehad, zal zijn naam hebben horen noemen en in weinig sporten, niet be horende tot de categorie „kijkspelen zal men iemand kunnen vinden die zovéél geld uit zo schijnbaar geringe mogelijk heden heeft weten te maken. Culbertson was een man. die als arme emigrant omstreeks 1920 in Amerika aankwam; zijn enige gaven destijds wa ren een bijzonder helder verstand en een energiek doorzettingsvermogen. Spoed g kreeg hij begrip voor de Amerikaanse „way of livingten" toen hij daarin de hartstocht voor het kaartspel ontdekte, had hij zich zijn doel snel voor ogen gesteld Op echt Amerikaanse wijze pakte hij het bridgespel aan. Zelf was hij een groot kenner van het spel en zijn vrouw, die hem als bridgelerares voor hpt spel ge ïnteresseerd had. werd zijn kundige assistente en, in bridgewedstrijden, zijn meest favoriete partner. Culbertson wist zich de medewerking te verzekeren van vooraanstaande bridgespelers en met de neus van een kundige zakenman wist hij die personen voor zijn bedoelingen te interesseren, die het beste geschik £e~ acht konden worden om het door hem bedachte ..Culbertsonsvsteem" in de prak tijk te demonstreren en.... er successen mee te boeken. Want meer dan enig ander publiek, zijn de Amerikanen gevoelig voor ..succes en Ely Culbertson begreep deze harde men taliteit maar al te goed Hij ging. met een team dat zijn svsteem speelde, verschil lende tegenstanders te lijf die dachten het beter te kunnen, of die hoopten, dat zij door een meer of minder toevallige over winning de gunst van het Amerikaanse publiek zouden kunnen veroveren. In al die wedstrijden, gehouden in het begin van 1930, slaagde Culbertson erin de meerdere te blijven en op bijzonder kundige wijze wist hij dit in zakelijke successen om tp zetten Honderden Ampri- kaanse kranten stelden er prijs op dage lijks zijn bridgecommentaar te kunnen Het gebeurde onder koning Lodewijk, broer van de bekende keizer, van 18061810 regerend over ons land. Tegen zijn zin werd hij tot deze waardigheid gebombardeerd. En met de opdracht: zorg ervoor, dat je op de eerste plaats Fransman blijft. 12 januari 1807, De goedhartige, vriendelijke en een voudige koning had, evenwel, meer voor zijn Nederlanders dan voor zijn machtige broer over. Hem trof dan ook het verwijt: je bestuurt deze na tie als een kapucijn. In ons oog: geen gering compliment. Volgens Napo leons opvatting: een zware belediging. Het liep op den duur dan ook hele maal* mis en in }810 kreeg Lodewijk genoeg van al die standjes. Hij ver trok en Nederland werd bi) Frankrijk ingelijfd. Tjjdens Lodewijks bestuur nu veroorzaakte Leidens ramp de zwaarste ontploffing ooit in Neder land gehoord. In Nederland gehoord? Ook in Friesland, maar dat is toch eveneens Nederland! Doch ook in heel Rijn land, waar deuren opensprongen van de slag. Wat was er gebeurd? Zodra men de lengte van het jaar op ongeveer 365 dag had berekend, lag het voor de hand een jaar van 365 dagen in te voeren, waarbü om de vier jaar een extra dag werd inge voegd (schrikkeljaar). Wij zullen, eer 4000 jaar verstreken zijn, een schrik keldag moeten laten uitvallen. Al dus Prof. Dr G. v d. Bergh. Op school zeggen we het een beetje eenvoudiger. Daar noemen we een schrikkeljaar een jaar, waarin de maand februari een dag meer telt. Ieder jaar dat deelbaar is door 4, is er een. Een eeuwjaar, dat niet d°or 400 deelbaar is, is er geen; 1900 was dus geen schrikkeljaar; 1956 is er wèl een. Zo maken we het in een populai re verklaring en zonder iets weten schappelijks op het oog te hebben, kinderen duidelijk. Tien tegen één dat er dan een vin ger in de hoogte gaat: Meester, waar om noemen ze dat nou een schrikkel jaar? Schrikken de mensen daar zo van? Beste jongen zeggen wij dan; meisjes zijn niet zo „vragerig'' niet de mens schrikt, maar het jaar Of, om heel precies te zijn, feestdagen na de 29e februari „schrikken", d.i.: ver springen, slaan een dag over. Kerst mis zou, was 1956 geen schrikkeljaar, op maandag moeten vallen, immers in 1955 viel het feest op zondag. Nu valt het op dinsdag, het „schrikkelt" een dag, niet als die dronkaard, van wie men in Vlaanderen zei: hij schrik kelt niet één kroeg! Hij slaat geen kroeg over! Daar straks zeiden we: verspringen. De Engelsen hebben dat ook dóór. Immers, ze spreken van een „leap-year" (liep-jier), en het werk woord to leap betekent o.a.: over slaan, laten springèn. De maatregel van het schrikkeljaar is genomen, om het burgerlijk jaar zo na mogelijk met het werkelijke, het astronomische, geiiik te houden. Het heet, dat, in 't schrikkeljaar niet de jongeman het meisje, maar het meisje de jongeman mag „vra gen". En bij pen schrikkeldans vraagt de dame de heer, die ze weer naar zijn plaats mag sturen om dan een ander uit te nodigen. publiceren en de uitgevers verdrongen zich bij hem, om zijn uitstekende bridge boeken te mogen publiceren. In enkele jaren tijd slaagde hij erin, een flink vermogen te vergaren en door het oprichten van een bridgeschool liet hij zijn systeem in heel Amerika propa geren door kundige leraren, die er alle belang bij hadden met de populaire Ely te mogen samenwerken. Na een fantastische reeks successen, waarbij Culbertson er vaak voor zorgde die tegenstanders te kiezen, waarvan hij wist vrij gemakkelijk te kunnen winnen, kwam in 1937 de eerste tegenslag. Het Oostenrijke bridgeteam onder aanvoering van de vermaarde Karl Schneider maakte betrekkelijk korte metten met het Cul- bertsonteam. Hoewel Culbertson direct daarop een grote revanche-wedstrijd voorstelde, waren de Oostenrijkers slim genoeg om daarop voorlopig niet in te gaan; wat zij wel deden, was het publice ren van boeken, waarin hun „Weense systeem" aan de man werd gebracht. Vele bridgers die meenden en nog menen dat bridge uitsluitend een kwestie van „biedsysteem" is, gingen hun sympathie aan Weens geven. Culbertson ging naar Amerika terug en het viel hem niet al te moeilijk, de Ameri kaanse openbare mening nog voor hem te winnen. Tenslotte is er nog zoiets als .toeval" in het bridgespel en Culbertson beweerde, dat slechts deze factor hem dit keer per ongeluk de match tegen de Oostenrijkers had doen verliezen. Enkele jaren later brak de oorlog uit en bridge kwam natuurlijk in Amerika op één van de laatste plaatsen. Culbertson ging zich met de politiek bemoeien, want hij hoopte daarin óók een beroemdheid te worden Het pad der politiek bleek echter veel glibberiger dan dat van het bridgespel en wereldkampioen in de poli tiek is hij nimmer geworden. Nu kwam dat er niet zo erg opaan, want Ely had zijn schaapjes op het droge en de politiek was voor hem niet meer dan een gezellig tijdverdrijf, dat niet al teveel risico's bood. Nog eenmaal, omstreeks 1953. probeerde hij het verloren terrein als bridge- publicist te herwinnen. Zijn faam in Europa kennende ging hij op reis naar de oude wereld ontmoette daar veel waardering maakte er veel tam-tam, doch bleef een figuur die niet meer op het eerste plan kon staan. Vele iongeren had den hem ook in bridge voorbij gestreefd, doch geen hunner zal het ooit. gelukken de naam te krijgen die Ely Culbertson zich verworven had Die jongeren waren slechts volgelingen doorbouwende op zijn oorspronkelijke ideëen en nimmer zou hun reputatie de zijne kunnen overtreffen MIMIR. In het Rapenburg lag 'n schip ge laden met kruit. Op maandag 12 januari, 's middags om 4 uur „bliksemde" het over de stad. Terstond daarop volgde de ont zettende ontploffing; de alarmtrom men werden geroerd; de brandklok luidde; het hart der stad lag in puin. De befaamde Pieterskerk en de Hoog landse bleken zwaar gehavend. Rook en vlammen woedden alom. Honder den huizen bleken vernield. Ver over de honderd mensen om precies te zjjn; honderddrieënvijftig schoten er het leven bij in". Hoe was het gekomen? Dat is nooit precies vastgesteld. Het schip was van Adam van Schie en had 37000 pond buskruit geladen in de buurt van Ouderkerk a.d. Amstel, Het schijnt, dat de dekknechts bezig waren vet uit tebraden(?) De schipper zelf was niet aan boord. Men houdt 't ervoor, dat de vlam in de pan geslagen is, met het verschrikkelijke gevolg. Brandend hout kwam op huizen neer. die een prooi der vlammen werden. Bij de zeer primitieve blusmiddelen uij die dagen, duurde het lang, eer het vuur be dwongen was; toen was het 13 januari zes uur 's morgens. Koning Lodewijk vertrok weer naar 's-Gravenhage. Inderdaad was de vorst de hele nacht op de been geweest. Ontroerd door het gekerm der gewonden onder de puinhopen, loofde hij tien goud stukken uit aan ieder, die 'n gekwet ste wist te bevrijden. Hier ging geen vreemdeling door de geteisterde stad, OPLOSSING DER KALENDER PUZZEL DRIEKONINGEN. 1. D. voor 500. 2. ora (bid). 3. Vlist. 4. Schelde. 5. Schokland. 6. Oostvoor- ne's. 7. Sint-Antonius. 8. scheiding. 9. Kuinder. 10. Regge. 11. Eem. 12 N (oorden). mon maar een vader, die ook tevoren reeds op middelen had gezonnen om het vervallen Leiden er weer bovenop te helpen. Soldaten uit ^en Haag moes ten in allerijl naar de plaats des on- heils om aan het blussen deel te ne men. Vier brandspuiten werden op wagens gezet en naar Leiden gediri geerd. Kwestie van minuten, tegen woordig. Toen; kwestie van veel lan gere adem, want de tractie bestond uit paarden. Ook de aanvoer van brood werd geregeld. We willen nu het woord laten aan een ooggetuige. (De Vacature; 20.XII.'55) Geen stad, hoe lang ook door de vijand beschoten, kon immer aan zulk een vernieling blootgesteld zijn, dan die haar in een ogenblik trof door het opspringen van het schip. De huizen aan beide zijden van het Rapenburg waren in bergen van puin veranderd. Het gerucht van de ramp deed ter stond veel inwoners der nabijgelegen plaatsen naar de verwoeste stad snel len. De vorst verlaat terstond zijn re sidentie, komt 's avonds half negen aan en deelt' hartelijk in de treurige omstandigheden, waarin Leidens inge. zetenen gedompeld zjin. Reeds de vol gende morgen kwam een aantal vreemdelingen aan om vrienden en bloedverwanten te bezoeken. Burgers en vreemden schenen geheel verbroe derd te zijn. De levenden riepen el kaar toe: „Goddank, wij leven nog!" Allerlei plannen werden gevormd voor de bebouwing der ruïne. Daar zou een nieuw, groot academiegebouw komen, een kazerne, een schouwburg, maar geen van deze plannen werd uitgevoerd. Tenslotte werd het ^an der Werffpark aangelegd op de plaats waar door de ramp vernielde huizen (800) gestaan hadden. Koning Lodewijk toonde zich even eens begaan met de slachtoffers van zware overstromingen in de Betuwe en in Zeeland. Prof. Blok zegt van hem; gedurende de korte tijd van zjjn verblijf, had hij zich werkelijk de lief de en het vertrouwen van velen ver worven. En hij roemt „zijn hartelijke toewijding aan 's lands belangen". Na een weinig gelukkig leven, overleed hij 24 juli 1846 te Livorno. De feestdag van Sint-Fursy, abt van Lagny, valf. op 16 januari. Met betrekking tot twee kinderen, verhaalt men van hem de volgen de legende: Ten tijde van Sint-Fursy (600), ook wel geschreven; St.-Foursy, regeerde koning Brendin over een deel van Ierland. Zijn echtgenote schonk hem een tweeling, een zoontje en een dochtertje. De blijd schap was niet lang van duur; kort na hun geboorte stierven de kinderen en wel op dezelfde dag. Men durfde hen niet te hegraven, want er was hans, dat heidenen de Ijjken zouden verminken. De ko ning. Aedfind, vertrouwde de bei de doden aan zeeschuimers toe. Hij gaf hun het bevel ze aan een vreemde kusj in alle stilte een christelijke begrafenis te geven. De zeelui deden wat de koning hun bevolen had. Tenminste: gedeelte lijk. Ze legden de dode kinderen vóór de kluis van St.-Fursv neer, en lieten de begrafenis aan hem over. Toen de kluizenaar de lichaam pjes vond, bad hjj tot God. En zie, het leven keerde erin terug! Heel verwonderd keken de kinderen el kander aan. Waar moesten ze naar toe? Dat wist de vrome man ook niet! Nam zijn kluizenaarsstaf en ging met de jongen en het meisje naar het strand der zee. Kijk, zei hij. Ik gooi nu mijn staf in het wa ter. Hij gaat jullie vooruit. Loopt hem maar na, dan komen jullie vanzelf waar ie wezen moet! Zo gezegd, zo gedaan. St.-Fursy vertrouwde zijn staf aan de golfjes toe. De kinderen volgden 't spoor, dat hij door het zeewater trok. Eindelijk kwamen ze, veilig en wel, in hun vaderland aan, waar hun ouders hen verheugd in hun armen sloten. Zo noemen vrome joden het kerk hof en zo staat het ook in het °u^" Testament. Anderen spreken van; nee huis der graven, het huis der eeuwig- Wanneer we van Hilversum naar Amsterdam reizen, zien we, onder de rook van het station Muiderpoort, wel de uitgebreidste Israëlitische be graafplaatsen van ons land. Rechtop staande zerken; geen heesters, noch bomen; geen bloemen. Wel eens min der eerbiedig genoemd: het domino spel van de dood. Vrome joden begraven hun dierbare overledenen; zij verbranden hen niet. De legende verhaalt, dat Adam en Eva eens 'n raaf zagen, die haar ge storven jong begroef. Hierin meen den zij de vinger Gods te bespeuren. Trouwens, werd Mozes niet door Jah weh in de vallei van het land Moab hegraven? En moest zeKs een gehan gene niet zjjn graf hebben? „Ge zult zjin dood lichaam begraven". De be kende Romeinse geschiedschrijver, Tacitus, /heeft ons verhaald, dat de joden de gewoonte hadden hun doden te begraven: Er waren uitzondering; wie wegens een allerzwaarste zonde gedood werd, moest worden verbrand, een smaad, die alleen de lijken van zware boosdoeners te beurt viel. Ze ker, het stoffelijk overschot van ko ning Saul werd eveneens verbrand, doch dit was geheel in strijd met de algemene zede. In Duitsland moet de gewoonte van de rechtopstaande grafzerken zijn ont staan, een gewoonte, naar Nederland overgebracht. Elders kent men zelfs monumenten boven een graf. Aanvan kelijk droegen de zerken geen inscrip tie, zelfs geen naam. Toen kende men ook geen doodkisten. Een grafsteen was in die verre dagen een ge denkteken zonder enige versiering. We lezen. dat. Jakob voor zijn gestor ven vrouw Rachel zulk een gedenk teken oprichtte langs de weg leidende naar Ephratar in de nabijheid van Bethlehem. Het bestond nog in Mozes tijd en werd, terecht, door de Israëlie ten in hoge ere gehouden. Pas veel later kerfde men opschriften in de zerken en bracht men zinnebeeldige figuren aan, bijv. een korenaar, als symbool der verrijzenis; een bazuin, zinnebeeld der opstanding; een palm tak als teken, dat de ontslapene de goede strijd had gestreden. Hier en daar zelfs een zevenarmige kande laar, want zegt de Schrift niet: 'smensen ziel is des Heren lamp? Hetgeen eigenlijk niet moest opval len: menige zerk behelst het verzoek voor de overledene te bidden. Immers, we lezen reeds in het oude verhaal omtrent Judas, de Macchabeeër, hoe hij verwachtte, dat zijn gesneuvelde soldaten, die afgodische amuletten on der hun kleren hadden gedragen, door gebed en smeking algehele ver giffenis van deze overtreding mochten verwerven? Een inzameling bracht tweeduizend drachmen op, waarvoor te Jeruzalem zoenoffers moesten wor den opgedragen. Omtrent, het graf van onze Godde lijke Zaligmaker leren we, dat het met een grote, ronde steen was afge sloten, die kon worden weggerold. Dit gebeurde in die dagen meer, om zo doende te voorkomen, jdat. jakhalzen zich van de doden zouden meester maken. In de meeste kerken zijn nu de kerstkribben weer weggezet tot het volgende kerstfeest. De herders en de drie koningen moeten wachten tot de cember, voor zij opnieuw een plaatsje in het, kerkgebouw krijgen. Bjj ons thuis stond een herder naar het kind je Jesus te kijken met ®en madeliefje in zijn hand! Mensen, die ons een be zoek kwamen brengen, vroegen wat dat te betekenen had. Kjjk. zeiden we, onder de herders was er één. die geen cadeautje voor de kleine Jesus had meegebracht. Geen schaap, geen lammetje, geen vacht, niets. Hij stond met lege handen. Bedroefd ging hfj naar huiten. waar de echo van het lied der engelen nog over het veld zwierf Wat zag hij daar staan? Een madeliefje! H(»t was zo wit als vers gevallen sneeuw. Hij plukte het gauw af. en vroeg aan de andere herders, nf hij óók even bil het kribje mocht kjjken. Hij had een mooie bloem voor het kindje meegebracht. De herders begonnen hard te lachen! Wat epn cadeau! 'n Madeliefje! Wat had de kleine Jesus nu aan een madeliefje? Nu. vooruit dan maar Onze herder ging naar het Kindie toe Kijk. het green het b'nempje en bracht het aan zjjn lippen. Toen de herder het terug kreeg, zat er een rood stipje op ieder van de witte blaadjes, Precies op de plaats, waar Jesus die gekust had. Wat i® in de kerk bj) de kribbe óók niet. hebt gezien? Dat kleine, lie ve meisje, met het zwarte haar en die donkere ogen! Hoe heette ze ook weer? O ja, Magdalena heette ze. Bjj ons thuis stond ze tussen de drie koningen in, met een rode roos in haar hand, de kleine Magdaleentje. Was óók te arm om iets aan Jesus te kunnen geven, net als die herder. Ze begon te schreien. Eén van de enge len, die op een gouden harp zat te spelen, kwam naar haar toe. Waarom schrei je? Het leek de engel Gabriël wel. maar dat Is niet zeker. O, ziet u, ik heb niks om aan het kindje te ge ven! Zo, dat is erg jammer. En wat wou je dan geven? Ik houd zo van rozen, maar die bloeien niet midden in de winter! De engel streek nu met zjjn hand over de grond, en wiekte weg. En toen Magdaleentje keek, stond het daar vol rozen, rode rozen. Ze plukte een nrachtigp ruiker af en bracht, die naar het kindje. Ze kreeg één roos terug en die droeg ze nog, toen Jesus haar na Zjjn verrjjzenis verscheen, op Paas- morgen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 6