Boeken die uitzicht op de wereld geven Op de PLANKEN D in DRUKINKT witte doek Kennismaking met Benny Hill Financiële depressie in het Amerikaanse filmbedrijf Grace Kelly moet de studio's vaarwel zeggen E WERELD Forum-boekerij biedt boeiend allerlei Waarden voor het praktische leven Sprookjeslanden in werkelijkheid III: Hans van Bergen Missiefilm van Mauriche Cloche „De Fonteintjes" Engelands populairste toneel-, radio- en televisiekomiek Dure films worden in de blikken trommel opgeborgen Zal als prinses genoeg te doen hebben Silvana Mangano naar Hollywood ZATERDAG 4 FEBRUARI 1956 PAGINA 5 De bekende Haagse uitgever Ad. M. C. Stok presen teert onder de naam Forum-boekerij een nieuwe reeks populair-wetenschappelijke werken, waarvan thans de eerste vijf titels zijn verschenen. Het is een alleszins gelukkige startDe boeken zien er buitengewoon ver zorgd en aantrekkelijk uit. Zij zijn royaal uitgegeven en alle rijk geïllustreerd. De verscheidenheid van on derwerpen is veelbelovend. Bijzonder boeiende reis beschrijvingen bieden ons Bob TademaSporry sa liaar echtgenoot, de tekenaar Auke A. Tadema, in „CHRIST ETS HOND IN AFRIKA". Jette Bang be schrijft in „30.000 KM SLEDEVAART' haar soms adembenemende avonturen in fret Iwge noorden Raymond Cartier geeft onder de titel „48 x AMERIKA" een imposant en veelomvattend beeld van.de Verenigde Staten. lies Bordy rakelt in „DE WINDSORS" de geschiedenis van de hertog van W indsor en diens kortstondige koningschap nog eens op; toegegeven moet worden dat hij er een verhaal van heeft gemaakt, dat wat romantiek betreft niet onderdoet voor een roman. Het vijfde deel van de Forum-boekerij is van de hand van Walter Greisling. De titel luidt „Zó ZAL ONS LEVEN WORDENen het geeft op vpor ieder begrijpelijke wijze eqn beeld van de ontwikkeling onzer techniek en de mogelijk- heden, die daar uit voortvloeien. Dit toekomstbeeld getuigt van een grote kennis en ook van een groot geloof in de mensheid. „Zó zal ons leven worden is in vele opzichten een fantastisch boek en toch is het reëel. Dit is de grote betekenis ervan: dat het ons vertrouwen aanmoedigt op grond van feiten en van op wetenschappelijke basis steunende verwachtingen. Het is een optimistisch geluid in deze geschokte wereld. Reeds daarom hopen wij, dut dit interessante boek door velen zal worden gelezen Geen toeristen Zuidzee-avonturen liSiËif 1 - ns Binnenkort hier te lande in vertoning Door Maria de Lannoy. Uitg. N.V. Standaard Boekhandel, Amsterdam „FILMFORUM" Na 44 aanbiedingen te hebben afgewezen Ook met de dieren sluit Auke Tadema direct vriendschap. Het doel, dat de redactie van de Fo rum-boekerij zich voor ogen stelt, is niets minder dan de wijde wereld in de uit gebreidste zin open te stellen en toe gankelijk te maken voor alle belangstel lenden. De vérstrekkende betekenis van belangrijke ontdekkingen kunnen dan pas door de leek worden bgerepen, als ze hem in eenvoudige taal en op prettige wijze worden verklaard. Zonder twijfel heeft de redactie met ze ker vier delen haar doelstelling bena derd, zo niet bereikt. Niet alleen is ge streefd naar een degelijke, betrouwbare inhoud, maar vooral is ook gelet op een heldere, pittige en boeiende verteltrant. De interessantste stof kan door een saaie betoogrant droger worden dan een wet boek;" maar omgekeerd kunnen de, moei- ti'kst'e onderwerpen dank zij een boeiende en instructieve behandeling als het ware tot leven komen. En dat is in Walter Greislings boek over „concrete we gen en mogelijkheden in de toekomst" zeker het geval. Cijfers en feiten, kundig gerangschikt en toegelicht, zijn hier zelfs geladen van betekenis. ..Populair-wetenschappelijk" is voor de rorum-boekerij beslist geen synoniem voor „oppervlakkig". Raymond Cartier snijdt bijvoorbeeld in zijn boek over Amerika moedig enige ernstige problemen aan bijvoorbeeld het neger- en Indianenvraag stuk en hij gaat daar niet licht over heen. Het Nederlandse boek, dat van het echtpaar Tadema, is zeker niet het minst interessante. De Tadema's hebben door Marokko, Tunesië en Algerije gezworven drie landen waar in onze verbeelding nog altijd een beetje de geheimzinnige sfeer van de Oosterse sprookjes over hangt. Onze landgenoten geven de werke lijkheid over dit sprookjesland onzer fan tasie Mevrouw Tadema schreef de tek sten en haar man verluchtte die met schet sen en tekeningen. Er moet de nadruk op worden gelegd, dat de Tadema's niet als toeristen naar Noord-Afrika zijn gegaan. Zij hebben er gezworven, contact zoekend met de ge- tvone mensen, zich voor zover mogelijk voegend naar hun gewoonten en ge bruiken. Grappig en onthullend is de on dervraging van mevrouw Tadema door Berbervrouwen uit Aurès. Kon ze huizen bouwen, geiten slachten, spinnen, leer looien, irrigatiegoten aanleggen, etc. etc. Het antwoord was telkens neen. Het ls dan ook niet te verwonderen, uet e schrijfster aan dit vol humor geschreven hoofdstuk deze ernstige conclusie vast knoopt: ,,Ik voelde me als bij de apen kooi in Artis, met dit verschil dat ik nu achter de tralies zat en dat men zich kostelijk vermaakte met al mijn mallig heden. Want ik was een moderne vrouw. Ik kon tennissen en boeken schrijven en vlees bij de slager halen. Maar ik kon biets, maar dan ook niets van al die doodgewone dingen, die toch eigenlijk de grondslag van het leven vormen". De titel van het boek „Christenhond ln Afrika", is ontleend aan. een betekenis- Vollg belevenis tijdens het luisteren naar et zingen bij een moskee. Toen hun het °ord Roumi (ongelovige christenhond) erd toegevoegd, voelden de Tadema's, !n de toon waarop het werd gezegd, welk j» Wereld hen van deze gelovigen scheid- ?e- En deze kloof zou later op hun zwerf- °cht nog dikwijls merkbaar zijn. Nu moet men niet denken, dat zij niet met Oosterse gastvrijheid werden ontvan- ?etl of dat zij geen ware sympathie on dervormen 't Omgekeerde is eerder waar; ^dar toch was er altijd ergens een grens- Sabied, waar zij tenslotte niet in konden doordringen Hoeveel hartelijkheid en madeieven zij wel genoten in dat op het d®enblik zo roerige hoekje van Afrika, ^djbult mevr. Tadema ons: In praktisch Jfdere oase van de Franse Sahara is des- ,dds gecollecteerd voor de slachtoffers an de overstromingsramp- E" nu n°S li?eg men haar vol belangstelling naar jJ^herstel van het zwaargetroffen Zee- Tadema's zijn niet uitsluitend door. woestijnen en onvruchtbare droge vlakten getrokken. Zij hebben, bij de Algerijnse kust, de toverwereld op de bodem van de zee gezien. Misschien is daar wel het meest bewaard gebleven van de schatten der Oosterse sprookjes. Een ongemeen interessant avonturen boek verscheen bij de Uitgeverij Holland te Amsterdam onder de titel „Zuidzee". De schrijver, de befaamde volkenkundige dr. Hugo A. Bernatzik, maakte een onder- zoekingsreis naar de Salomonseilanden en Nieuw-Guinea. Deze geleerde deed méér dan alleen maar feiten verzamelen: hij sloeg de inheemse bevolking een uitstervend ras niet alleen uit weten schappelijke, doch vooral ook uit louter ™e^Sen^zedenlangStelling Rade in hun le~ Eern®tzik trof als gastheer en tolk een zekere Heinrich Kuper, die een uiterst avontuurlijk leven had geleid en die de onderzoeker veel waardevolle inlichtingen kon verstrekken. En boeiende verhalen kon vertellen. Dr. Bernatzik deed zowel met. het een als het ander zijn voordeel en wij danken er een serie spannende hoofdstukken aan. Dit boek is inderdaad een aaneenscha keling van avonturen. Maar daar tussen door weet de bekwame auteur heel wat wetenswaardigheden in te lassen en dit maakt het boek nog waardevoller. „Zuid zee". overvloedig geïllustreerd met fraaie foto's, is een boek dat men zeker her leest. Duseen boek om te bezitten. R. Als iedere goede vrije-tijds-besteding heeft het beoefenen van het amateurto neel zijn waarde. En hierom alleen al verdient het alle steun, medewerking en tegemoetkoming. Zeer veel vrije-tijds-bestedingen hebben echter behalve haar waarde als vrije-tijds- besteding (en we hebben in vorige artike len gezien, hoe groot deze is) ook nog an dere waarden, nl. vormende waarden. Zo bijvoorbeeld het beoefenen van de schilderkunst als vrije-tijds-besteding, het beoefenen van de muziekkunst, en ook het beoefenen van de toneelkunst Dergelijke vrije-tijds-bestedingen ont spannen met alleen, maar vormen en ontwikkelen ook de persoon, die ze be oefent. Welk zijn nu de vormende waarden van de beoefening van de toneelkunst? Het zijn er vele. En we hebben er al zo dikwijls over horen praten, dat we ze wel dromen kunnen. De beoefening van de toneelkunst leert vlot spreken en vlot bewegen. Twee dingen, die we zo hard nodig hebben in het dagelijkse leven. Ze leert de plankenkoorts overwinnen. En plankenkoorts hebben we niet alleen als we voor het eerst de planken van het toneel op moeten, maar ook als we in het dagelijks leven ergens voor het eersYop bezoek moeten, naar een nieuwe baan toe stappen, moeten solliciteren of op een ver gadering in debat moeten treden. Al deze plankenkoorts kan de beoefening van het toneel ons doen overwinnen. Haar waar de is dus vrij sterk op het praktische le ven afgestemd. Veel sterker dan van wel ke vrije-tijds-besteding ook! De beoefening van het toneel leert niet alleen vlot spreken en vlot bewegen, maar ook beschaafd spreken en bewegen. Ook alweer onmiddellijk van zo ontzettend groot belang voor het dagelijkse leven. Zij leert ons een zekere stijl, een le vensstijl, waaraan het zo heel velen ont breekt in de2e tijd van grote geestelijke armoede Ze leert ons beheersen. We moeten ons ontzagelijk veel beheersen tijdens ons spel op de planken. Beheersen ten opzich te van onze tekst, beheersen in onze be wegingen en ten opzichte van de anderen Niets zo verschrikkelijk als onbeheerst spel. Beheersing en nogmaals beheersing zijn de eerste regels voor een goed spel. Beheersing en nogmaals beheersing zijn ook één van de eerste regels voor het welslagen in het leven. Beheersing naast doorzettingsvermogen. '-■■■ - Mevrouw Tadema voelt zich overal „thuis". Want ook voor het goed brengen van een toneelspel is een grote dosis doorzettings vermogen vereist. Dit ontgaat de buiten staanders misschien veelal, maar dege nen, die er in zitten, weten hiervan mee te praten. We nemen een spel met veel enthousiasme op ons repertoire en de eer ste repetities zijn een feest, maar dan begint het: op de kleine dingetjes letten, tot tien of twintig maal toe herhalen, nog eens dit loopje, nog eens die beweging, een andere stembuiging. Wat meer naar rechts, wat meer naar links, enzovoorts enzovoorts, allemaal kleine dingen, die ons enthousiasme heus niet meer hebben, maar toch voor het spel van zo ontzag lijk groot belang zijn. Plotselinge uit vallers zijn dan ook geen uitzondering. Vooral bij beginners. Ze hebben er geen zin meer in. Ze hadden nooit gedacht, dat het toneel zoveel van hen vragen zou. Ze vinden het in één woord een vervelen de boel. Ik heb dit zelf dikwijls met kinde ren ondervonden. In het begin reuze - enthousiast! De rol kenden zij bij de eerste repe titie al van buiten. En ze speelden met een vuur en een overgave, waarvan men eenvoudig versteld staat. En dan opeens, na een paar weken repeteren, is al het enthousiasme verdwenen. Men heeft de grootste moeite hun aandacht er bij te houden. En sommigen blijven ook plotse ling weg. Ze mogen niet meer van hun moeder, heet het dan. En de regisseur Jlanz'in best doen anderen te vinden. Kinderen spelen wel gemakkelijk; het is altijd weer een feest hen te regisseren; maar hun uithoudingsvermogen op dit ge- bied schijnt maar heel beperkt. En tenslotte wat ook heel voornaam is, evenzeer voor het dagelijkse leven, is, dat wij ons inleven in de gemoedsbewe gingen van een ander. We komen in het leven tegenover zoveel mensen te staan met geheel andere opvattingen dan wij, uit een geheel ander milieu dan het onze. P1 andere levenservaringen. Wij hebben ons op het toneel leren inleven in hun gemoedsbewegingen. Wij hebben uit ons eigen kleine denkwijze leren treden. En daardoor kunnen we anderen beter begrijpen en ook béter helpen! We kun nen makkelijker met hen samenwerken, omdat we onze blik hebben leren verwij den. We redeneren niet zo gemakkelijk meer alleen maar vanuit ons eigen ik. Als we anderen helpen willen, moeten we ons eerst kunnen inleven in hun om standigheden, in hun gemoedsbewegingen, in hun denkwijze. Maar dit is een grote kunst. Daarom staan wij vaak zo on handig tegenover anderen, als zij om on ze hulp komen. Het toneel dwingt ons iedere keer weer opnieuw het leven van een ander in al zijn) diepte te peilen. Zijn mentaliteit en zijn omstandigheden moeten we enkele uren geheel tot de onze maken. Ons eigen ik doet hier niet ter zake. Wij zijn de an der. Wij begrijpen hem zoals we onszelf begrijpen. En niemand, die hem beter zou kunnen helpen op dat moment, dan wij, als hij er om vroeg. Binnenkort zal in Nederland in verto ning komen de film „Un Missionnaire" van Maurice Cloche, die ook „Monsieur Vincent" en „Peppino" heeft gemaakt. Charles Vanel en Yves Massart spelen de voornaamste rollen. De film geeft, zoals gemeld, een realis tische weergave van het leven van een missionaris. Het scenario is zonder pa thos. Cameraman is Claude Renoir, die de kleurenfilm grotendeels in Afrika heeft opgenomen. In de missiekringen is de film zeer gun stig ontvangen. De kinderen van meester Fontein, in de wandeling „de Fonteintjes" genaamd, zijn zeer op elkaar gesteld. Vriendjes en vriendinnetjes hebben ze niet nodig ze hebben genoeg aan elkaar. De twee zoons van de dokter, eens hun grote vij anden, worden, daar ze geen moeder meer hebben en min of meer verwilderen, in het gezin van meester Fontein opgeno men. Samen met de Fonteintjes spelen ze op de hei, luisteren ze naar opa's won derlijke avonturen en naar zijn sterren kundige lessen. Zelfs slagen de Fonteintjes met welke benaming men ook de dok tersjongens is gaan aanduiden er in, een stelletje dieven eigenhandig op te sluiten. Een boek, waarvan jongens en meisjes van 1215 jaar zullen smullen. „BU het begin van de nacht", door Germaine Beaumont Uitg. N.V. Uitgeversmij Pax, 's-Gravenhage. Ned. vertaling Louis Thijssen. De oorspronkelijke titel van deze ro man is ,.le dest du jour". Het boek werd onlangs in Frankrijk uitgeroepen tot: de beste liefdesroman van het jaar. En terecht. Het is een psychologsche ro man, knap, gevoelig, geschreven in al haar soberheid. Het gegeven van dit boek is dat van een typisch klassieke Franse ro man. Maria leeft na de dood van haar man eenzaam teruggetrokken met de boeren vrouw en een hond in Meuilly in de om geving van Parijs. Zij was een begaafde portretschildres, maar' zij was in haar hu welijk reeds teleurgesteld, omdat haar echtgenoot niet achter haar stond en haar de kracht niet s.honk, welke zij als vrouw en kunstenares zo behoefde. Hij stierf tenslotte in een ziekenhuis als uiteinde lijk gevolg van zijn drankzucht. Maria dacht dat zij nooit meer lief zou kunnen hebben en dat zij volledig was „uitge blust". Min of meer toevallig ontmoette zij een jonge musicus, Framts genaamd. Ook deze Franfc was door het leven ge slagen en verwachtte ook niets meer, wat hem uit zijn isolement zou verlossen. De twee eenzame personen vatten liefde voor elkander op, hetgeen zij niet wilden toegeven. Zij vechten tegen hun gevoelens voor elkaar, maar uiteindelijk kan een liefdesverklaring niet uitblijven. De roman eindigt zeer tragisch door de plotselinge dood van Maria, een ongeluk vlak voor de eerste ontmoeting na een verwijdering van enige tijd. Een roman van het beste soort. „Dokter aan de wisselmeren", door K. W. J. Boelen, Uitg. Bosch en Keuning N.V., Baarn Wie eens kennis wil maken met de berg- papoea's op Nieuw-Guinea. moet K. Boe- len's boek „Dokter aan de Wisselmeren" zeker ter hand nemen. De titel doet ver moeden, dat de auteur, die in 1951 in dit gebied zijn zware en moeizame arbeid als gouvernementsarts begon, alleen zijn erva ringen als medicus temidden van dit toch zo gastvrije en ongevaarlijke, naieve berg volk optekent. Het is gelukkig niet zo. Dokter Boelen, beslist geen geboren auteur weet ons zijn belevenissen evenwel op een smakelijke en met vele anekdotes doorkruide wijze voor te schotelen; hij be zit ook een gezonde dosis humor, waarvan zijn rake typeringen van de kinderlijke „Zindelijk denken" door dr. A. F. G. van Hoesel Uitg. H. Nelis- sen, Bilthoven. De democratisering van het maatschap pelijk leven, waardoor onze tijd geken merkt wordt, doet 't aantal vergaderingen besprekingen, conferenties en discussiebij eenkomsten geweldig toenemen. Al dit ge praat draagt echter vaak niet zoveel vrucht als men zou wensen door de fou tieve denkwijzen en oneerlijke discussie methoden, waaraan velen zich in de dis cussie schuldig maken. Dit was voor dr. Van Hoesel de aanleiding tot het schrijven van dit boek je, waarin hij op populair-wetenschappe lijke wjjze de verschillende fouten eij on eerlijke discussiemethoden, die geregeld terugkeren in onze gesprekken, onder de loep neemt. Hjj illustreert zjjn betoog met vele sprekende voorbeelden uit het dagelijkse leven. Een heel nuttig werkje, dat wij als bijdrage tot zindelijk denken in onze gesprekken, van harte aanbevelen. en slimme behendigheid der bergpapoea's getuigen. De schrijver vertelt over hun leefgewoon ten. hun „kleding", liefdeleven, vreemde en griezelige methodes om zieken en ge wonden te genezen, hun oorlogjes bij de vleet, waarbij de mannen elkaar duchtig met stokken om de oren slaan, hun roem ruchte en geruchtvolle varkensfeesten en over 't werk van missie en zending. Alles wordt onverbloemd en sober beschreven, doch boeiend en even vriendelijk als de goedmoedige bergpapoea in wezen zelf is. Van deze laatste eigenschap spreken ook de vele foto's met breed-lachende zwarte gezichten. Nieuw-Guinea staat momenteel in het brandpunt van de belangstelling. Uit de rijke bronnen van dit actuele boek zal men nog meer kennis hieromtrent kunnen put ten. in het bijzonder over dat bergvolk, hetwelk naast 'n vaak verbijsterende pri mitiviteit, een beschaving aan de dag legt. waaraan de lezer niet zonder verbazing zal kunnen voorbij gaan. v. T. „Eenvoudige Belastingkunde" door W J. Visser. Uitg. Bureau FED, Amsterdam. Zij die zelf hun belastingzaken behar tigen, zullen van dit boekje, waarin de fiscale problemen aan de hand van de aangiftebiljetten, inkomsten- en vermo gensbelasting worden toegelicht en waar in tevens de loonbelasting en verevemings- h.ffing worden behandeld, veel plezier kunnen beleven. Het werkje, dat de om vang heeft van een „pocketbook" telt niettemin nog 222 bladzijden. De indeling is handig, een trefwoordenregister ver gemakkelijkt het naslaan van bepaalde onderwerpen. Ook hen die zich voorbe reiden op examens waar een niet al te diepgaande kennis van het belastingrecht wordt vereist en hen die vaak met belas tingen te maken hebben doch zelf geen deskundigen zijn, kunnen wij lezing van „Eenvoudige Belastingkunde" aanraden. „Onze baby" voor en na de ge boorte" door dr. F. Scherer en dr. G. Loop, Ned. bewerking: J. A. H. Eleveld, arts Uitg. Ad. Don ker, Rotterdam. Dit boekje heeft tot oorspronkelijke ti tel „Unser Baby". De Nederlandse verta ling is van Hermine van Vorst. De illustra ties zijn van Traute Becker en de kinder tekeningen van Otto Dicke. Dit boekje is een naslag-werkje voor de aanstaande en de jonge moeder. Zij vindt hierin allerlei vragen beantwoord wélke betrekking hebben op „onze baby" vanaf het moment, dat deze zich heeft gemeld, tot de dag dat hij zijn eerste le vensjaar heeft beëindigd. A.s. en jonge moeders zijn dikwijls zo gevoelig voor raadgevingen en zij krijgen deze volop van vriendinnen en kennissen. Zij worden met de beste bedoelingen gegeven, maar somwijlen raakt de a.s. moeder er in ver ward. Dit boekje nu ia door ervaren medici geschreven, waarvan twee vrouwelijke artsen, die zelf zo dicht bij de problemen staan die het moederschap naast de vreug den met zich meebrengen. Op een duide lijke en rustige manier zijn hier onderwer pen behandeld, nauw verwant aan de vrouw en de zwangerschap, haar perike len, leef- en voedingswijzen tijdens de tijd van verwachting geboorte- en kraambed, het kind en de voeding en verzorging ervan. Ook werden wenken gegeven bij de opvoeding en wordt de ontwikkeling van de baby in het eerste levensjaar besproken. Tenslotte geven de schrijvers een uiteen zetting over de medische verzorging en de plaats die de huisdokter in het leven van de baby inneemt. Al met al een goed boekje, dat zekér de belangstelling van veel a.s. moeders verdient. Hygiëne" door 1. A. Eleveld, arts, dr. D. G. G. van Ringelestein, D. Wijma Uitg, Nijgh van Dit- mar 's-Gravenhage. Dit aardige boekje is bestemd voor het onderwijs in de gezondheidsleer voor de lagere school en het voortgezet lager on derwijs. Het geheel is bevattelijk voor het kind gemaakt en aardig geïllustreerd door H.Benserik. Voor de opvoeders is dit boekje tevens oen goede leidraad. Zij kun nen in hun lessen veel van de raadgevin gen voor een goed hygiënisch leven ver werken. „De gunsteling van Koeblai Khan" door J. D. Degreef, en „De tove naar van Menlo-Park", door San- dor Kis Uitg. „Helmond", Hel mond. Bij uitgeverij „Helmond" verschenen deel 4 en 5 van de Heldenserie, spannende en gevens leerzame lectuur voor jongens van 1216 jaar. Deel 4, „De gunsteling van Koeblai Khan", vertelt het leven van de ontdekkingsreiziger Marco Polo. Het boek je is zeer interessant, vooral voor jon gens, die belangstelling hebben voor verre, vreemde landen. Deel 5. „De tovenaar van Menlo-Park", beschrijft het leven van Thomas Alva Edison. Diens ontdekkingen worden op een voor jongere lezers begrij pelijke manier uitgelegd. WERELDNIEUWS Binnen afzienbare tijd zal het Neder landse publiek, vla de film, kennis kun nen maken met Benny Hill, op het ogen blik één van de meest populaire toneel-, radio- en televisiekomieken in Engeland. Benny maakte zijn filmdebuut in „Who done it?", een dolle komedie van Sir Mi chael Balcon, waarvoor T.E.B. („Tibby") Clarke, de auteur van „Passport to Pim- lico" en „The Lavender Hill Mob" met Alec Guinness, het scenario schreef. In deze film krijgt men Benny niet al leen te zien als een bebrilde professor, maar tevens als handige verkoper, onuit staanbare leider van televisiespelletjes en manusje van alles bij een kunstijs baan, Clarke heeft de mimiek van Benny geruime tijd tijdens diens optreden op het toneel en voor de televisie bestudeerd om de rol, die hij in „Who done it?" voor hem schreef, volledig aan zijn capaciteiten te kunnen aanpassen. Het resulaat is zo grappig, dat zelfs de technici in de stu dio, die wel het een en ander gewend zijn, soms niet konden bijkomen van het lachen. Sir Michael Balcon. het hoofd van de (vroegere) Ealing-studio's, die deze ko medie produceert, gaat na tien jaar de Rank Organisatie verlaten. Tot nog toe werden zijn films gedistribueerd door mr. J. Arthur Rank en gedeeltelijk met Rank- geld vervaardigd. Daaronder waren suc cessen als „The Cruel Sea", „The Blue Lamp" en „The Ladykillers", een kome die met Alec Guinness, die hier te lande nog niet in vertoning is gekomen. Betreffende zijn besluit om zich los te ma ken van Rank heeft Sir Michael verklaard „Met de verkoop van de Ealing-studio's aan de B.B.C.-televisie is de hele situa tie anders komen te liggen. Ik ga nu voor mezelf werken en ik wil, dat dit duidelijk naar buiten blijkt. Ik heb in het geheel geen onaangenaamheden met Mr. Rank gehad. Integendeel, ik heb altijd met het grootste genoegen met hem sa mengewerkt". In de komende maanden zal Balcon in Australië „The Dunkirk Story" en „Man Sir Michael Balcon gaat de Rank- Organisation verlaten en zelfstandig films produceren Benny Hill, Engelands populairste toneel-, radio- en televisiester. Boven als de bebrilde en besnorde profes sor in de film- „Who done it?". On der zoals hij er in het dagelijkse leven uitziet, ontdaan van zijn film attributen. in the Sky" maken met Jack Hawkins in de hoofdrol. „Wie mijn films zal distribueren, weet ik nog niet", aldus Sir Michael. „Ik ben alleen maar filmproducent". In het jongste nummer van „Filmfo rum" werpt L. J. Jordaan een „terugblik" op zijn meer dan vijftigjarige loopbaan als filmcriticus, waarin hij zich probeert te realiseren, wat hem nu eigenlijk pre cies aantrok in de eerste films: „deze primitieve, half-barbaarse voorlopers van één der geraffineerdste uitdrukkingsvor men onder cultuur". Een vraag, waarop hij het antwoord tenslotte schuldig moet blijven, hoewel hij verdere beschouwin gen in het vooruitzich stelt. A. Koolhaas toont er zich hevig ver ontwaardigd over, dat dit jaar, een Rem- brandt-jaar, geen herdenking van deze grote Nederlandse schilder plaats vindt door middel van het medium film, het geen hij een nationale schande acht en bovendien een grove miskenning van wat film eigenlijk is als cultureel middel, ter wijl A. G. Nieuwendijk de waarde van de film als documentatiemateriaal belicht, dus als registratiemiddel van het heden en als bron van informatie voor de toe komst. Naast de maandelijkse, min of meer uit voerige besprekingen van films, die on langs in vertoning zijn gekomen, of die binnen afzienbare tijd in de Nederlandse bioscopen zullen verschijnen, bevat dit nummer de voortzetting van het histo- risch-filosofische overzicht, dat Laszlo Bu- benik onder de titel „Phaenomenologie van de Cinematografie" geeft van de ont wikkeling der film. Ditmaal zijn aan de beurt de thaumatroop of wonderschijf, een voorloper van de film, die berust op het stroboscopische effect de nawer king van een beeld op het netvlies van het menselijke oog en de psychologi sche fundamenten van de cinematografie. Tijdens de slotscènes voor de film „The Battle of the River Plate", die gedeelte- lijk in de haven van Montevideo zijn op genomen, verzamelde zich daar praktisch de hele stad. Op een gegeven moment meldde men aan Powell en Pressburger, die dit ver haal over de ondergang van de „Graf Spee" verfilmen, dat de politie duizenden mensen terugstuurde. Bezorgd informeer- den ze, waarom dat eigenlijk gebeurde. ,„Dat spreekt toch vanzelf", luidde het antwoord van de hoofdcommissaris van politie. „Ik weet, dat de echte strijd in 1939 plaats vond en daarom laat ik nie mand toe, die een moderne auto heeft"-.. (Van onze filmredacteur) het ogenblik één van de ergste financiële depressies te doorstaan. Verleden jaar blijkt het bioscoopbezoek met niet min- Aan de filmloopbaan van Grace Kelly komt een einde, zodra ze met,prins nier III van Monaco in het huwelijk treedt, aldus heeft de Prins zelf verklaard tijdens een persinterview dat hij onlange heeft gehouden op het buitengoed, dat hij tijdens zijn verblijf in Hollywood heef, gehuurd. In antwoord op vragen, die hem wer den gesteld naar de toekomst van Mis Kelly, verklaarde hij: ,jk geloof. Jat a beter is. als ze haar loopbaan alt etrice niet voortzet. Ik moet daar (i" Ionaco) leven en zij zou hier wonen. D ,.an nou', goed zijn". der dan vier tot vijf procent te zijn ge- i daald. En het meest merkwaardige is Het Amerikaanse filmbedryf heeft op nQg we, dat Hollywood, zoals we verle den week reeds opmerkten, voor bijna de helf sommigen spreken zelfs van 55 procent op de buitenlandse markt is aangewezen wat zijn inkomsten betreft, Dure films worden zuinig in de blikken trommels bewaard, terwijl Hollywood zoekt naar middelen om het publiek van zijn televisietoestellen weg te lokken en terug te brengen in de bioscopen. In 1944 bezochten in Amerika gemid deld 85.000.000 mensen per week de bio scoop. In 1954 bewoog dit cijfer zich rond de 49.000.000. Er zijn dan ook heel wat theaters, die hun deuren op werkdagen sluiten en die alleen op vrijdag, zaterdag en zondag voorstellingen geven. Een van de redenen, waarom de Ame rikanen weigeren hun T.V.-toestel in de steek te laten, is de uitzending door de televisiestations van eerste klas films. Een andere reden zijn de hoge toegangs prijzen, die de exploitanten vragen. Voor de vertoning van een bijna een jaar oude film in een buurtheater moet men een dollar 3-80) betalen. En voor dat men die te zien krijgt, moet men eerst een verouderde „Western" ondergaan, die nog niet goed genoeg is om via de televisie te worden uitgezonden. Geen wonder dat de bioscopen praktisch leeg staan. Op de vraag, of hij er in zou toestem men, dat miss Kelly in Europa voor films optreedt, antwoordde hij: „Dat geloof ik niet". Hij voegde er aan toe, dat hij deze aangelegenheid met zijn verloofde had besproken en dat zij het volkomen met hem eens was. Op het ogenblik treedt Miss Kelly, zoals gemeld, op in de film „High Society" voor Metro Goldwyn Mayer, waarmee ze nog een contract van vier jaar heeft lopen. Prins Reinier verklaarde tenslotte nog, dat zijn toekomstige vrouw als prinses genoeg te doen zou hebben, al zou zij niet worden betrokken bij het bestuur van het kleine vorstendom. Eindelijk is ook Silvana Mangano gezwicht voor de almachtige dollars van Hollywood. Maar haar man, De Laurentiis blijft haar films produceren Gedurende de vijftig jaar van zijn be staan heeft Hollywood met even luidruch tige als onweerstaanbare hardnekkigheid iedere gevierde schoonheid, acteur of per soonlijkheid tot zich proberen te trekken en men kan moeilijk beweren, dat ve len hunner aan de gouden verlokkingen van 's werelds filmhoofdstad hebben we ten te weerstaan. Silvana Mangano, de sensationele Ita liaanse ster, die men binnenkort te zien zal krijgen in „Every Day's a holiday", een nieuwe Ponti-De Laurentiis-produktie. welke door Paramount wordt gedistribu eerd, is een van de velen, die voor de verleiding van de Hollywoodse dollars is bezweken, al heeft ze heel lang stand weten te houden. Miss Mangano is met één slag wereld beroemd geworden door haar eerste film „Bittere Rijst", het realistische drama over de Italiaénse rijstpluksters in de Po-vlakte. Sinds haar eerste film heef zij niet minder dan 44 uitnodigingen van grote filmstudio's, regisseurs en agenten om naar Hollywood te komen en de hoofdrol te spelen in Amerikaanse films, van de hand gewezen. Tenslotte is ze toch nog voor de aan biedingen van Hollywood bezweken, maar de producent van „Every day's a holiday" is nog steeds De Laurentiis, haar man. Nu „Every day's a holiday", die wordt geregisseerd door Vittorio de Sica en die uit vier episodes bestaat, zal ze de hoofdrol spelen in „Judith en Holopher- nes" en vervolgens in een andere be- langrijke film» die door haar echtgenoot zal worden geproduceerd. Geen wonder dat Silvana er geen be zwaar meer tegen had om voor Holly wood te gaan werken. In de historie van de film zijn maar be trekkelijk weinig actrices door de eerste film, waarin zij optraden, beroemd ge worden. Greta Garbo was er één van, Marlène Dietrich was een tweede. En Ingrid Bergman lukte het ook, met .In termezzo". Het merkwaardige van Silvana Man gano is, dat Ze met „Bittere Rijst" een ster werd, na als mannequin te zijn ont slagen. Ze stond er toen financieel zo slecht voor, dat ze met beide handen een baantje als figurante in „Bittere Rijst" zou hebben aangegrepen, indien men haar niet toevallig de hoofdrol had aangebo den. Deze rol maakte niet alleen een ster van haar, maar bezorgde haar bovendien een man; de filmproducent De Laurentiis liet haar een contract voor het leven te kenen. Ze hebben nu drie kinderen, waarvan de jongste in februari van ver leden jaar werd geboren. Na „Bittere Rijst" trad Silvana in twee andere films op: „II Lupo della Silla" en „II Brigante Musolino", gevolgd door „Anna", een melodrama. Later speelde zij nog in „Mambo" met Vittorio Gassman en Shelley Winters en in „Olyssee" met Kirk Douglas en Anthony Qumn „Ik ben tevreden om in Italië films te maken met mijn man", luidde haar ant woord steeds. „Ik vind mijn taak als echt genote en moeder belangrijker dan mijn loopbaan als actrice. Ik weet, dat ik in Italië beide kan combineren. In Holly wood zou ik daarvan niet zo zeker zijn". Silvana Mangano is 25 jaar. Haar vader is een Spaans-Siciliaanse treinconducteur. Haar moeder een Engelse. Reeds op 6-ja- rige leeftijd kreeg zij balletlessen. Toen ze veertien werd, moest ze werk zoeken om haar vader te helpen zijn gezin met zes kinderen te onderhouden. Twee jaar later wisten vriendinnen haar over te halen, deel te nemen aan een schoon heidswedstrijd. Daarbij werd ze tot „Miss Rome" gekozen en later tewerkgesteld als mannequin.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 5