ASWOENSDAG en...
HONDEPRAAT
Eersl mijn koetjes op net droge
UITNODIGING
m.
Tussen realiteit
en ideaal-
persoonlijkheid
Is dat christelijke „long hope"?
■Kv'2
mSm
De situatie van de
balling
T*~
r r
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1956
"V- - - 1 A
®lü
g»—g
"m
il I
»flis
v
HÜt
TER BEMOEDIGING
VAN DE GEDOOPTEN
Objectieve en subjectieve
heiligheid
Kracht der toekomst
verwachting
Christelijke hoop
Spelregels
Ander geluk
A t
tm
::8sS:
ill
-V>
M
v'X--
ij zijn zo langzamerhand uit
gescholden op de ouderwetse
levensbesclirijvingen van heiligen,
we zijn het er over eens geworden,
dat zij ondanks alle goede be
doelingen, door hun eenzijdige
verheerlijking van alles wat die
heiligen „van kindsbeen af" ge-
daan hebben en door systematisch
verdoezelen van hun foüten en
menselijkheden, fout zijn geweest.
Daardoor immers samen met
andere factoren kon de nood
lottige dwaling ontstaan, dat
heiligheid iets onmenselijks is,
slechts voor enkelen weggelegd, de
„Zo de graankorrel niet in de
aarde valt en sterft, blijft ze al
leen; maar zo ze sterft brengt
ze rijke vruchten voort".
Waarom eerst dat sterven om
vruchtbaar te kunnen zijn? Om
op dit geheim, dat zo nauw sa
menhangt met het Paasmysterie
wat dieper door te dringen zo
dat het ons eigendom wordt,
nodigt „De Tiltenberg" je uit
om aan de volgende weekends
deel te nemen:
18-19 febr. „Ziet, nu is het de
gunstige tijd" Inl. H. Divendal.
24-25 maart Palmzondagvie
ring. Inl. dr. Th. Vismans O.P.
14-15 april. Ik weet, dat mijn
Verlosser leeft.
Zoals het de gewoonte is op
De Tiltenberg zal in' aansluiting
op de inleiding gesproken wor
den over een aspect van de apos
tolische taak van de jonge vrouw
(Aanmelding mej. m'. E. Bakker,
De Tiltenberg, Vogelenzang, tel.
K 2520-5709),
In het Graalcentrum te Am
sterdam, Koningslaan 30, wor
den op de volgende zaterdagen:
18 en 25 februari en 3, 10, 17, 24
en 31 maart bezinningsavonden
gehouden van 6 tot plm. 9 uur.
Men kan zich melden bij Freule
M. Th. van Voorst tot Voorst,
Koningslaan 30, Amsterdam Z.
tel. 712221.
Tenslotte melden we nog, dat
er gelegenheid is om de Goede
Weekplechtigheden mee te vie
ren in de kapel van de Missie
school te Ubbergen.
Thomas Merlon
overgrote meerderheid bleef
huis-, tuin- en keuken-katholiek",
voor wie de heiligheid, zowel in
objectieve als in subjectieve zin,
een onbereikbaar ideaal, bleef.
Of de vervreemding van H. Schrift
en Liturgie hiervan oorzaak of ge
volg of beide? was, laten we
hier buiten beschouwing. Feit is,
dat het voortdurend beschouwd en
toegesproken worden als „sancti,
gens sancta" (heiligen, heilig volk)
volkomen langs de massa heen-
gleed. De Gemeenschap in het Hei
lige (leven van God) verschrompel
de via de gemeenschap der heili
gen tot een verering van sommige
heiligen in de hemel die ons bij
kiespijn, examens e.d. konden hel
pen.
De moderne heiligen-levens zijn
goddank stukken beter; op gevaar
af soms in het andere uiterste te
vervallen, beschrijven zij uitvoerig
ook de fouten en menselijkheden
van officiële en officieuse heiligen.
Daardoor zijn wij een belangrijke
stap nader gekomen bij het Augus-
tiniaanse princiep: „Die mannen
en die vrouwen hebben het gekund
waarom ik ook niet?"
Wij beginnen in te zien, dat wij,
gedoopten, allemaal de objectieve
heiligheid hebben gekregen bij ons
Doopsel; dat wij door de heiligma-
kende genade inderdaad geheiligd
zijn door niets minder dan door
Gods eigen Leven; dat ons hele
menselijke leven daarin opgeno
men is; dat de subjectieve heilig
heid niet bestaat in het onderdruk
ken daarvan maar in het oprecht
streven om dat menselijk leven zo
veel mogelijk aan te passen aan
dat goddelijk leven, door en met
hulp van de God-Mens; dat wij
daardoor elk leven en elke levens
omstandigheden dienstbaar kunnen,
mogen en moeten maken aan Gods
glorie ons eigen gelijk en het geluk
van anderen.
Dat alles is winst en naarmate
dat besef groeit in ons, zullen wij
groeien, „tot de mannenmaat van
Christus", zal Gods Rijk komen en
zich naar binnen en naar buiten uit
breiden.
Naar die mate zullen wij minder
hoeven bedisseld te worden door
wetten en voorschriften om van
buiten af ons geestelijk leven te re
gelen, maar zullen we dat, onder
leiding van de Kerk van binnenuit
doén.
s-
Zj
„In Cortina ben ik niet ge_
weest", aldus Hond strijdlustig
om zich heen kwispelend, „zodat
ik de Winterspelen alleen in de
courant heb kunnen volgen. Wel
nu, Kroesjtsjef heeft het wel weer
voor elkaar gebokst. De Russen
waren op het gladde ijs heer en
meester en zullen terugge
keerd in Moskou daarover wel
vriendelijk onderhouden zijn door
hun heren en meesters op het
gladde ijs der politiek. Nu kan
het bij die Russen altijd vriezen
of dooien hun weermannetjes
zyn uiterst wispelturig dus zij
kunnen zich het. hele jaar door
voorbereiden en intensief trainen.
Bovendien hebben. de Russen,
naar eerst onlangs is komen vast
te staan, zelf de vorst uitgevon
den. In hun eigen taal noemen
zij de vorst „tsaar". Enkele eeu-
Wen na deze uitvinding heeft men
die „tsaar" weer afgeschaft, zo-
dót hij niet meer met ijzige knoet
over steden en steppen kon heer
sen. Spoedig daarop echter bleek
men het toch niet gehêel zon
der vorst te kunnen stellen en
toen hebben ze hem weer inge
voerd, met ijzige knoet en al.
Daarom kan het nu ook weer
vriezen in Rusland, zo vaak als
de vorst maar wil. En zodoende
kunnen de schaatsers naar harte
lust het hele jaar door een rech
te of scheve schaats rijden. Al
leen is het nu zó, dat men na
net rijden van een scheve schaats
zyn training slechts in Siberië
mag voortzetten. Nieuwe tsaren
nieuwe wetten en *s lands wijs
f-j B eer'. zeggen mensen al
tijd. Een typisch Russisch spreek
woord schijnt te zijn: of je nu
van de kat of van de hond gebe
ten wordt
Mogen wij in dit verband niet
noemen de afschaffing niet van
het vasten, van het zich iets ont
zeggen, maar wel van de wet die
dit tot in bijzonderheden en op zon
de voorschreef? Mogen wij in dit
verband ook niet in de toekomst
verwachten de afschaffing niet
van de IT. Communie als specifiek
voedsel voor dat goddelijk leven,
als innigste vereniging met de God-
Mens en als hoogste Liefde-acte;
maar wel de afschaffing van de wet
die het nuttigen van dat voedsel en
die Liefde-acte eens per jaar op
doodzonde verplicht?
Zal het dan nog mogelijk zijn, dat
wij menen, niet goed katholiek te
zijn zonder askruisje op Aswoens
dag, maar zonder bezwaar Jiet ev.
nodig herstel van het goddelijk le
ven uitstellen tot Pasen, omdat we
dan toch ter communie moeten?
Dat het askruisje op ons voorhoofd
praktisch hoger aangeslagen wordt
dan het goddelijk leven in onze ziel?
Verdieping
Tegenover de velen die afvallen
van het karikatuur wat zij zich zelf
van God en het Godsrijk gemaakt
hebben, worden terecht de velen
gesteld, die in deze tijd zonder
de uitwendige vormen te verwer
pen! behoefte hebben aan ver
dieping, aan bezieling, aan de wa
re wijsheid die inziet wat het
zwaarste is en dat dan ook het
zwaarste laat wegen.
In afwachting van een waarlijk
nieuwe catechismus die daaraan
recht laat wedervaren, zoekt de
laatste categorie en men vindt
ze in alle rangen en standen! die
verdieping in geestelijke gesprek
ken en geestelijke lectuur.
Een verblijdend en hoop-gevend
teken! Des te meer zou het te be
treuren zijn, wanneer die gesprek
ken en die lectuur tot dezelfde dwa
ling zouden leiden als de ouderwet
se heiligën-levens; m.a.w. dat gods
dienstig en dus heilig leven zo in
gewikkeld gemaakt en zo hoog op
gevoerd zou worden, dat de grote
massa weer gaat zeggen: niks voor
mij!
Wie zijn oren en ogen de kost
geeft, weet wat wij bedoelen en zal
toegeven, dat dit gevaar lang niet
denkbeeldig is.
Mogen wij met ee.n recent voor
beeld illustreren wat wij menen?
In een vak-blad voor katholieke
intellectuelen, die verondersteld
worden van hun intellect maar ook
van hun geestelijke overvloed aan
jonge mensen mee te delen, vonden
wij dezer dagen als geestelijk punt
je het volgende citaat van Th. Mer-
ton, met een kleine uitleg.
„Alle dingen die gij om henzelf
bemint, behalve God alleen, ver
binden uw verstand, bederven
uw oordeel over de zedelijke
waarden en vervalsen uw keuze,
zodat gü niet helder kunt onder
scheiden tussen goed en kwaad
en Gods Wil niet waarlijk kunt
kennen.Ik vraag mij af. of er
thans wel twintig mensen leven,
die de dingen zien, zoals ze wer
kelijk zijn. Ik geloof niet, dat er
twintig van zulke mensen in de
wereld leven. Maar er moeten er
als oerkracht
in elk geval een paar zijn. Zij zjjn
degenen die alles bijeen houden
en maken dat het heelal niet uit
elkaar valt
In de uitleg niet voor Trap
pisten of voor wie dat willen wor
den maar voor leken in de we
reld! wordt dat nog eens be
nadrukt. Dit doel, Gods glorie en
ons geluk (over het geluk van an
deren en onze zorg daarvoor
wordt natuurlijk weer niet ge
sproken, H.H.) mogen wij geen
ogenblik uit het oog verliezen, al
les moet bewust hierop gericht
zijn".
Nu nemen wij graag aan, dat Th.
Merton een van die paar mensen is
die het zo inzien en waardoor het
heelal niet uit elkaar valt. Maar wij
vragen ons op onze beurt af, of hij
en zijn commentator in dit leken -
tijdschrift, zich er rekenschap van
geven, hoe ontmoedigend zo iets
moet werken op iedere gedoopte, die
oprecht streeft naar de heiligheid;
wat een dergelijke eis te maken
heelt met delekcn-spiritualiteit?
't Is nogal geen kleinigheid!
Niets om zich zelf beminnenal
les ieder ogenblik daarop bewust
richten
Dus verloofden mogen elkaar
ouders hun kinderen kinderen
hun ouders jonge mensen hun
sport kunstliefhebbers hun kunst
etc. etc. niet om zichzelf beminnen.
Ze moeten zich elk ogenblik bewust
zijn, dat ze die mensen of dingen
alleen om God mogen liefhebben!
Natuurlijk zijn er teksten die in
die richting wijzen, b.v. „God al
leen is goed" maar dat zei Chris
tus toch ook niet op de bruiloft van
Cana tegen bruid en bruidegom of
tegen de gasten; die liet hij rustig
van zijn allerbeste wijn profiteren!
Als alle overdrijving schaadt, dan
toch zeker bij het stellen van eisen
tot een gezonde leken-spiritualiteit.
Het is al moeilijk genoeg om zo te
leven, dat wij overeenkomstig onze
roeping als geheiligde door de we
reld gaan! Waarom het nodeloos
ingewikkeld maken en die eisen op
voeren tot een onbereikbaar peil?
Ons houdend aan H. Schrift en
Liturgie zullen wij het voorbijgaan
de zó genieten dat wij het blijvende
niet verliezen.
H. Helmer CssR
Onze Long Hope
Sprekend over de Christelijke
hoop komt ons een voordracht voor
dc geest van drs. J. M: M. Hornix
gehouden voor jonge mensen. Men
sen dus met een heel leven voor
zich en dus waarachtig met redenen
genoeg de hoop be bezitten. Frag
mentarisch mogen zijn woorden ook
op deze pagina klinken.
Er zijn meer mensen dan Christe
nen op deze aarde en het is zeker
waar dat die anderen mentale eigen
schappen bezitten die waren ze
bezit van Christenen onderpanden
ter zaligheid genoemd zouden kun
nen worden.
Zo tekende drs. Honix de Sovjet
wereldbeschouwing en de consequen
ties daarvan voor de belijders.
JXaar de grosse
Kladderadatsch"
..Hun wereldbeschouwing is dialec
tisch en materialistisch („diamat"),
zij komt tot uitdrukking in 'n theorie,
welke niet alleeen „logisch" de ge
beurtenissen in de historie kent, maar
deze ook kan beïnvloeden. De com
munist meent derhalve in het histo
risch proces te kunnen ingrijpen met
het succes aan zijn zijde. Volgens
hem heeft in de geschiedenis der
mensheid arbeidsverdeling tot split
sing van kapitaal en arbeid geleid,
dit weer tot klassenstrijd en deze
laatste zal volgens Marx door de
„grosse Kladderadatsch" (revolutio
naire omwenteling) omslaan in een
paradijstoestand op aarde: het socia
lisme, waarin geen Staat meer no
dig zal wezen en een ieder vrij en
gelukkig kan zijn.
Dit is het grote geloofspunt van
iedere proletariër. In zijn artikel in
de „Bolschewik" van 15 september
1952 gaf Stalin spaarzaam enige na
dere aanduidingen van deze overgang
van communisme naar (paradijs)-
socialisme. Zeer summier zou men
deze overgang als volgt situationeel
kunnen tekenen.
De wereld is bezet door kapitalis
tische grootmachten, die de staten
regeren en die daarbij gesteund wor-
en weten dientengevolge hoe te han
delen".
Wie een weinig fantasie heeft en
niet ongemerkt het grote spel in bin
nen- en buitenland aan zich voorbij
heeft laten gaan kan voor zich met
respect zien tot welk een voortduren
de, nooit aflatende inspanning een
mens met een sterke hoop in staat
is. De hoop is een drijfveer die ber
gen doet verzetten.
Het rode apparaat is een machtig
fenomeen van de hoop op een mens
komend rijk waarin alle mensen ge
lukkig zullen zijn.
wereld, weten te incorporeren. „Ik
spreek hier als mijn overtuiging uit
dat én in de industrie én in de lucht
macht wij bijv. geheel andere be
grippen zullen krijgen over wat men
thans noemt: discipline, moreel e.d.
omdat we veel meer zullen gaan le
ven in de gedachte: binnen de ge
dragsregels moet je je toch nog we
ten te ontplooien en die ontplooiing
Expressie van de communistische hoop
op wereldrevolutieParade op het Rode
Plein van Moskou.
Wat verwachten wij van het le
ven?
Een van"de Zwolse vierling werd
door een radio-verslaggever ge
vraagd: „en jij, Han wat wil jij
worden? Je hebt er toch zeker al
eens over nagedacht?" Het ant
woord kwam prompt: „Auto-be
stuurder!".
Het antwoord van een jongen
van 13 jaar. Hët is aardig, niet
veel meer. Ik heb er geen idee van
hoe hij zich de heerlijkheid van
„auto-bestuurder" voorstelt. Een
taxi-chauffeur zou hem al gauw
van z'n „long hope" kunnen gene
zen, of een chauffeur van een van
de honderden trucks die dagelijks
over de wegen denderen.
Voor jonge mensen rond de 20
ligt het vermoedelijke antwoord
heel anders. Dan zijn er al serieuze
pogingen ondernomen om „wat te
worden". Maar welk beroep, of
welke staat men ook kiest: het is al
tijd maar een betrekkelijk ideaal.
Het uiteindelijk ideaal, de werkelij
ke „Long Hope" van de christen
ligt elders. Eigenlijk moest die
Long Hope ons hele leven als een
enorme magneet beheersen en aan
trekken.
Christus heeft ons een Liong Ho
pe gegeven.
Daar moet ons hele leven op zijn
ingesteld.
Maar Christus spreekt er niet dik
wijls over en als Hij het doet ge
beurt het in vage termen, vaag
naar onze begrippen, vaag voor
ons verduisterde verstand. Hij zegt
„In het huis van Mijn Vader zijn
vele woningen". „Wanneer Ik zal
zijn heengegaan en u een plaats zal
hebben bereid".... Hij noemt de
hemel: een feestmaal, waar velen
uitgenodigd worden; een recht
vaardig loon voor de arbeiders in
Zijn wijngaard. De hemel is voor
alles, zoals Christus zegt in het
Hogepriesterlijk gebed: God en
Zijn Zoon Jezus Christus en het ge
luk in het aanschouwen van hun
wezen.
De Kerk is evenzeer sober ln
haar leer omtrent het eeuwig ge
luk. Godgeleerden, zich bezig hou
dend met het weetbare in het ge
loof, spreken van een zalige aan
schouwing; het geloof en de hoop
verdwijnen, de liefde blijft en we
zullen God rechtstreeks zien. Zijn
glorie wordt ons geluk. Iedere mens
daartoe opgenomen zal op de heel
eigen wijze waarop hij en hij alleen
in staat is volmaakt gelukkig zijn
als mens, naar ziel en lichaam. En
de bron van dit geluk zal zijn het
in volmaakte liefde schouwen in
en deelhebben aan Gods eigen in
nerlijk leven.
Maar nog zijn wij in de situatie
van de balling: voor ons verstand
is de hemel gesloten en onze ver
beelding moet na elk pogen weer
zwijgen. Het geloof geeft niet meer
dan een vaag vermoeden van de
werkelijkheid.
Ook hier eist het geloof du«
weer een onverbiddelijke, radicale
overgave. Een overgave aan
Christus, die ons niet teleur zal
stellen.
Tegenover de „voorstelbare*
socialistische heilstaat van d«
communist, tegenover de verwan'i
ting van de kosmische mens heeft
de christen niets anders te h ie dei.
dan wat in het geloof hem ge
openhaard is. Zijn „Long Hope"
is Christus.
den door de heersende bourgeoisie-
klassen (tijdperk van het imperialis
me). De proletariërs worden onder
drukt, doch aan hen, de arbeidenden,
behoort de wereld. Zij voeren in de
communistische partijen reeds on
dergronds en bovengronds verzet. Zij
bezitten zelfs al een bolwerk (de
U.S.S.R.), een sterk leger (de Sov
jet-armee) en bovendien een verbin-
dingsapparaat (de Kominform). Zij
benutten de U.N.O. als luister- en
spionnagepost. De grote verzetsleiders
en bevrijders van alle proletariërs
hebben ongeveer 35 jaren nodig ge
had, om hun bolwerk te consolide
ren en uit te bouwen. Thans zijn zij
nagenoeg gereed en kan de „grosze
Kladderadatsch" praktisch een aan
vang nemen (periode van de prole
tarische revolutie). Leger, partisa-
nen en ondergronders, allen zullen
daaraan mede dienen te werken,
hoewel de omwenteling natuurnood
zakelijk komen moet (de vroed
vrouw-theorie der revolutie). De
proletarische revolutie komt als de
tijd er rijp voor is, zij verloopt enigs
zins schoksgewijs en kan volgens de
theorie niet mislukken. De Sovjet
leiders als grote historische zieners
zullen het uur „U" bepalen.
„De toekomstverwachting van het
socialistische paradijs speelt dus voor
de communist een zeer grote rol. Wij,
westersen, zien dat als een Utopie
d.w.z. als een luchtkasteel, dat nooit
verwezenlijkt kan worden omdat b.v.
de sterke macht en het straffe regiem,
dat het communisme strategisch eis
te, maar niet op slag en stoot afge
schaft kan worden. Belangrijker is
echter dat de communistische leer
een eschatologisch karakter draagt
Er is hoop voor de toekomst, zegt de
communist; misschien niet voor ons,
maar dan toch voor onze kinderen
en kindskinderen. De communisten
kennen dus, wat men zou kunnen noe
men een „long hope", zij hebben een
voor hen klare visie op de toekomst
Hoe Christelijk klinkt dat toch
eigenlijk.
In de discussie stelde drs. Hornix
deze vraag:
Wat vormt voor ons westersen (te
genover het rode oosten dus) de „long
hope", dus waar kunnen wij datgene
opbouwen, waarmee wij de toekomst
tegemoet treden?
Aangezien de zaal gevuld was met
jonge Christenmensen kon het niet
anders of het allesbepalende Chris
tendom moest in de discussie haar
plaats bekomen.
En toch de Christelijke hoop bleek
nauwelijks ontdekt. Drs. Hornix ant
woordde zo:
Het antwoord luidt: Wij zijn op aar
de om hier en hiernamaals gelukkig
te worden.
Dat betekent dus dat hier en hier
namaals met elkaar in verband moe
ten staan en wel door het dienen van
God. En dan schetst de inleider een
huidig maatschappijbeeld waarin
steeds sterker een spelelement aan
wijsbaar wordt. In het leven gaat het
er om binnen de gedragsregels, de
spelregels een vrije persoonlijkheid
te ontwikkelen; d.w.z. de variatie
mogelijkheden zien te ontdekken, in
arbeid, vrijetijdsbesteding, gezin en
zelfs in het geestelijk leven als zo
danig,
„Ik geloof, dat binnen deze gedach
ten nl. jezelf bepaalde gedragsregels
stellen en daarnaast jezelf een taak
stellen, juist aanknopingspunten te
vinden zijn met de religieuse wereld
en ook met de humanistische wereld.
Ook in deze laatste leeft de drang,
om bepaalde gedragsregels voor de
mens te stellen en dan binnen die ge
dragsregels dat rpel van mens-zijn te
laten voltooien en te laten voltrek
ken.
Ik geloof daarom dat begrippen als
rechtvaardigheid, als liefde enz. pas
waarde voor ons krijgen, wanneer
wij deze in een spel, waarin wij dus
allen gelijke kansen hebben in deze
moet dan uitgaan van de kant van
de bodem waar je op staat: de reali
teit, en van de kant van het plafond:
de ideale persoonlijkheid, voor een
groot gedeelte voortkomend uit Chris
telijke waarden. Iif de realiteit van
het leven, in de arbeid en in de vrije
tijd, in het gezin en temidden der
kameraden, als militair en als staats
burger, in voor- en tegenspoed moet
deze persoonlijkheidsvorming plaats
vinden. Zij moet plaatsvinden onder
de intentie van God te dienen, om
daardoor hier (op aarde) en hierna
maals gelukkig te zijn. De aarde is
de plaats van God en de vrije tijd is
Gods tijd".
De lezer die even aandachtig is ge
weest kan de grote gedachte van
het betoog vatten:
Hun „long hope" is het socialisti
sche Paradijs en ziet hoe zij alle
krachten er op samen spannen. Hoe
veel te meer dan wij, Christenen
met ons Evangelie.
Wij geloven in een ander geluk dat
geen mens zelfs maar meten kan en
dat hier op aarde zijn afstralingen al
hebben kan.
Is dat geen geweldige reden om te
hopen?
Onze toekomstverwachting, zulk
een toekomstverwachting zou een.
bergertverzettende Christelijke „Jong
hope" moeten creëren; in concreto
naar bovenstaand betoog vertaald:
dagelijks moeten we er op uit zijn in
de concrete situaties van het leven
die voor ieder anders zijn beter
mens te worden, omdat dat alleen
maatgevend en essentieel is voor het
bereiken van ons geluk dat hier op
aarde voor een deel en na de dood in
oneindige mate ons deel zal zijn.
Hebben wij geen reden vaak om
het hoofd te buigen over de gering
heid van onze Christelijke hoop?
Zelfs zonder die vergelijking met
het rode oosten (die ons gemis aan
hoop alleen maar feller doet uitko
men) zouden wij reden hebben ons
te kortschieten in deze groot en ern
stig te noemen.
Wie was het toch die met zijn
lantaarntje mensen liep te zoeken?
De oude wijsgeer kere terug om met
zijn lantaarntje op zoek te gaan naar
de christelijke hoop.
De mensen zijn anders geworden
sedert de tijd der antieken.
Aan antiek hebben we eeh hekel,
dat moet de man begrijpen! Wij wil
len vooruit zien en niet achterom.
Dat is al hoop, ontdekt de oude.
Daarin schuilt toekomstverwach
ting, het is een op weg zijn naar het
begeerde onbekende nieuwe!
Hij vermoedt de draad gevonden te
hebben, want een jeugd die vooruit
wil zien, hoopt.
Hij tilt zijn lantaarn omhoog naast
een jong gezicht.
„Waar hoop je op, jonge vriend?"
„Op één-nul, a.s. zondag, want ik
heb gewed."
En jij?
Op een jongen met zwart haar en
blauwe ogen, humor en een zeilboot.
En jij?
Op een carrière.
Op een huis, op een baan, op sala
risverhoging, op een goed rapport, op
een vrijer, op een snipperdag, op
nieuwe schaatsen, op een aarbol vol
nuttige, prettige, mooie en goeie din
gen.
Waarom loopt die oude door? Dat
is toch hoop? Hij geeft het graag toe
maar is het ook long hope? Daar
vroeg hij naar, niet naar kruimeltjes-
hoop, die ken ik zelf, zegt hij, want
ik hoop dat mijn lantaarntje niet uit
zal gaan en hij profeteertU zal
lang moeten zoeken, immers
Hij klampt ouderen aan.
We zijn 7.0 blij. Onze Jan is einde
lijk verstandig geworden. En we heb
ben wat met hem gesukkeld. Hij voer
de in zijn wilde jaren geen snars uit.
Het is alleen omdat ze overal jongens
nodig hebben, anders hadden zijn ba
zen hem overal weggestuurd. Die tijd
is hij te boven. Hij ziet in dat hij wer
ken moet. Er is een last van ons ge
vallen. We hebben er geen omkijken
meer naar. Hij stuurt recht op zijn
doel af. 't Is nu een fijne jongen die
weet wat hij wil.
De oude gaat verder. Waarom? Dit
was toch hoop.
Goed, het was hoop, maar long hope
van een christen?
Duizend keer hoort hij het zeggen in
duizend variaties. Als je zo doorgaat,
kom je goed terecht.
„Terecht", dat is: op een plaatsje in
de maatschappij waar je het goed
hebt.
Welke jongen is goed op school?
Die zijn best doet te slagen. Over hem
zijn we tevreden.
Let op wat daar staat.
Dc norm waarnaar dc jeugd door
zovelen gemeten wordt is de mate
waarin hij ernst maakt met het be
reiken van een plaats in de maatschap
pij. Alsof we hier op aarde onze vaste
woonplaats hebben!
Waar hoop je op? Op de eeuwige
zaligheid. Een dergelijk antwoord is
in de mond van christenen bespotte
lijk. Wie zegt er zo iets? Nonnen
misschien, maar gewone mensen niet.
En als we het zeggen, vallen we hope
loos door de mand bij de volgende
vraag. Getuigt je leven daarvan?
De oude zoekt en beklaagt zijn op
dracht. Zijn lichtje in de lantaarn
ligt op sterven als hij concludeert:
Ik vond veel hoop, eerlijke hoop
goedbedoelde hoop, maar het bleef
allemaal draaien rond een eschatolo
gie in de richting van koeien op het
droge. De hoop eens binnen te ge
raken.
„Christelijk" en „long" alleen, was
de aantekening dat er ook nog ge
hoopt werd op de hemel. Dat is dat
oord met God de Vader en-veel ge
lukzalig volk op de been, waar je in
rolt als je je hier min of meer fat
soenlijk gedraagt.
't Is niet veel zei de oude.
Moet ik verder zoeken, mijn lan
taarntje is haast uit?
F. B.