ASWOENSDAG en... HONDEPRAAT Eersl mijn koetjes op net droge UITNODIGING m. Tussen realiteit en ideaal- persoonlijkheid Is dat christelijke „long hope"? ■Kv'2 mSm De situatie van de balling T*~ r r ZATERDAG 11 FEBRUARI 1956 "V- - - 1 A ®lü g»—g "m il I »flis v HÜt TER BEMOEDIGING VAN DE GEDOOPTEN Objectieve en subjectieve heiligheid Kracht der toekomst verwachting Christelijke hoop Spelregels Ander geluk A t tm ::8sS: ill -V> M v'X-- ij zijn zo langzamerhand uit gescholden op de ouderwetse levensbesclirijvingen van heiligen, we zijn het er over eens geworden, dat zij ondanks alle goede be doelingen, door hun eenzijdige verheerlijking van alles wat die heiligen „van kindsbeen af" ge- daan hebben en door systematisch verdoezelen van hun foüten en menselijkheden, fout zijn geweest. Daardoor immers samen met andere factoren kon de nood lottige dwaling ontstaan, dat heiligheid iets onmenselijks is, slechts voor enkelen weggelegd, de „Zo de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft ze al leen; maar zo ze sterft brengt ze rijke vruchten voort". Waarom eerst dat sterven om vruchtbaar te kunnen zijn? Om op dit geheim, dat zo nauw sa menhangt met het Paasmysterie wat dieper door te dringen zo dat het ons eigendom wordt, nodigt „De Tiltenberg" je uit om aan de volgende weekends deel te nemen: 18-19 febr. „Ziet, nu is het de gunstige tijd" Inl. H. Divendal. 24-25 maart Palmzondagvie ring. Inl. dr. Th. Vismans O.P. 14-15 april. Ik weet, dat mijn Verlosser leeft. Zoals het de gewoonte is op De Tiltenberg zal in' aansluiting op de inleiding gesproken wor den over een aspect van de apos tolische taak van de jonge vrouw (Aanmelding mej. m'. E. Bakker, De Tiltenberg, Vogelenzang, tel. K 2520-5709), In het Graalcentrum te Am sterdam, Koningslaan 30, wor den op de volgende zaterdagen: 18 en 25 februari en 3, 10, 17, 24 en 31 maart bezinningsavonden gehouden van 6 tot plm. 9 uur. Men kan zich melden bij Freule M. Th. van Voorst tot Voorst, Koningslaan 30, Amsterdam Z. tel. 712221. Tenslotte melden we nog, dat er gelegenheid is om de Goede Weekplechtigheden mee te vie ren in de kapel van de Missie school te Ubbergen. Thomas Merlon overgrote meerderheid bleef huis-, tuin- en keuken-katholiek", voor wie de heiligheid, zowel in objectieve als in subjectieve zin, een onbereikbaar ideaal, bleef. Of de vervreemding van H. Schrift en Liturgie hiervan oorzaak of ge volg of beide? was, laten we hier buiten beschouwing. Feit is, dat het voortdurend beschouwd en toegesproken worden als „sancti, gens sancta" (heiligen, heilig volk) volkomen langs de massa heen- gleed. De Gemeenschap in het Hei lige (leven van God) verschrompel de via de gemeenschap der heili gen tot een verering van sommige heiligen in de hemel die ons bij kiespijn, examens e.d. konden hel pen. De moderne heiligen-levens zijn goddank stukken beter; op gevaar af soms in het andere uiterste te vervallen, beschrijven zij uitvoerig ook de fouten en menselijkheden van officiële en officieuse heiligen. Daardoor zijn wij een belangrijke stap nader gekomen bij het Augus- tiniaanse princiep: „Die mannen en die vrouwen hebben het gekund waarom ik ook niet?" Wij beginnen in te zien, dat wij, gedoopten, allemaal de objectieve heiligheid hebben gekregen bij ons Doopsel; dat wij door de heiligma- kende genade inderdaad geheiligd zijn door niets minder dan door Gods eigen Leven; dat ons hele menselijke leven daarin opgeno men is; dat de subjectieve heilig heid niet bestaat in het onderdruk ken daarvan maar in het oprecht streven om dat menselijk leven zo veel mogelijk aan te passen aan dat goddelijk leven, door en met hulp van de God-Mens; dat wij daardoor elk leven en elke levens omstandigheden dienstbaar kunnen, mogen en moeten maken aan Gods glorie ons eigen gelijk en het geluk van anderen. Dat alles is winst en naarmate dat besef groeit in ons, zullen wij groeien, „tot de mannenmaat van Christus", zal Gods Rijk komen en zich naar binnen en naar buiten uit breiden. Naar die mate zullen wij minder hoeven bedisseld te worden door wetten en voorschriften om van buiten af ons geestelijk leven te re gelen, maar zullen we dat, onder leiding van de Kerk van binnenuit doén. s- Zj „In Cortina ben ik niet ge_ weest", aldus Hond strijdlustig om zich heen kwispelend, „zodat ik de Winterspelen alleen in de courant heb kunnen volgen. Wel nu, Kroesjtsjef heeft het wel weer voor elkaar gebokst. De Russen waren op het gladde ijs heer en meester en zullen terugge keerd in Moskou daarover wel vriendelijk onderhouden zijn door hun heren en meesters op het gladde ijs der politiek. Nu kan het bij die Russen altijd vriezen of dooien hun weermannetjes zyn uiterst wispelturig dus zij kunnen zich het. hele jaar door voorbereiden en intensief trainen. Bovendien hebben. de Russen, naar eerst onlangs is komen vast te staan, zelf de vorst uitgevon den. In hun eigen taal noemen zij de vorst „tsaar". Enkele eeu- Wen na deze uitvinding heeft men die „tsaar" weer afgeschaft, zo- dót hij niet meer met ijzige knoet over steden en steppen kon heer sen. Spoedig daarop echter bleek men het toch niet gehêel zon der vorst te kunnen stellen en toen hebben ze hem weer inge voerd, met ijzige knoet en al. Daarom kan het nu ook weer vriezen in Rusland, zo vaak als de vorst maar wil. En zodoende kunnen de schaatsers naar harte lust het hele jaar door een rech te of scheve schaats rijden. Al leen is het nu zó, dat men na net rijden van een scheve schaats zyn training slechts in Siberië mag voortzetten. Nieuwe tsaren nieuwe wetten en *s lands wijs f-j B eer'. zeggen mensen al tijd. Een typisch Russisch spreek woord schijnt te zijn: of je nu van de kat of van de hond gebe ten wordt Mogen wij in dit verband niet noemen de afschaffing niet van het vasten, van het zich iets ont zeggen, maar wel van de wet die dit tot in bijzonderheden en op zon de voorschreef? Mogen wij in dit verband ook niet in de toekomst verwachten de afschaffing niet van de IT. Communie als specifiek voedsel voor dat goddelijk leven, als innigste vereniging met de God- Mens en als hoogste Liefde-acte; maar wel de afschaffing van de wet die het nuttigen van dat voedsel en die Liefde-acte eens per jaar op doodzonde verplicht? Zal het dan nog mogelijk zijn, dat wij menen, niet goed katholiek te zijn zonder askruisje op Aswoens dag, maar zonder bezwaar Jiet ev. nodig herstel van het goddelijk le ven uitstellen tot Pasen, omdat we dan toch ter communie moeten? Dat het askruisje op ons voorhoofd praktisch hoger aangeslagen wordt dan het goddelijk leven in onze ziel? Verdieping Tegenover de velen die afvallen van het karikatuur wat zij zich zelf van God en het Godsrijk gemaakt hebben, worden terecht de velen gesteld, die in deze tijd zonder de uitwendige vormen te verwer pen! behoefte hebben aan ver dieping, aan bezieling, aan de wa re wijsheid die inziet wat het zwaarste is en dat dan ook het zwaarste laat wegen. In afwachting van een waarlijk nieuwe catechismus die daaraan recht laat wedervaren, zoekt de laatste categorie en men vindt ze in alle rangen en standen! die verdieping in geestelijke gesprek ken en geestelijke lectuur. Een verblijdend en hoop-gevend teken! Des te meer zou het te be treuren zijn, wanneer die gesprek ken en die lectuur tot dezelfde dwa ling zouden leiden als de ouderwet se heiligën-levens; m.a.w. dat gods dienstig en dus heilig leven zo in gewikkeld gemaakt en zo hoog op gevoerd zou worden, dat de grote massa weer gaat zeggen: niks voor mij! Wie zijn oren en ogen de kost geeft, weet wat wij bedoelen en zal toegeven, dat dit gevaar lang niet denkbeeldig is. Mogen wij met ee.n recent voor beeld illustreren wat wij menen? In een vak-blad voor katholieke intellectuelen, die verondersteld worden van hun intellect maar ook van hun geestelijke overvloed aan jonge mensen mee te delen, vonden wij dezer dagen als geestelijk punt je het volgende citaat van Th. Mer- ton, met een kleine uitleg. „Alle dingen die gij om henzelf bemint, behalve God alleen, ver binden uw verstand, bederven uw oordeel over de zedelijke waarden en vervalsen uw keuze, zodat gü niet helder kunt onder scheiden tussen goed en kwaad en Gods Wil niet waarlijk kunt kennen.Ik vraag mij af. of er thans wel twintig mensen leven, die de dingen zien, zoals ze wer kelijk zijn. Ik geloof niet, dat er twintig van zulke mensen in de wereld leven. Maar er moeten er als oerkracht in elk geval een paar zijn. Zij zjjn degenen die alles bijeen houden en maken dat het heelal niet uit elkaar valt In de uitleg niet voor Trap pisten of voor wie dat willen wor den maar voor leken in de we reld! wordt dat nog eens be nadrukt. Dit doel, Gods glorie en ons geluk (over het geluk van an deren en onze zorg daarvoor wordt natuurlijk weer niet ge sproken, H.H.) mogen wij geen ogenblik uit het oog verliezen, al les moet bewust hierop gericht zijn". Nu nemen wij graag aan, dat Th. Merton een van die paar mensen is die het zo inzien en waardoor het heelal niet uit elkaar valt. Maar wij vragen ons op onze beurt af, of hij en zijn commentator in dit leken - tijdschrift, zich er rekenschap van geven, hoe ontmoedigend zo iets moet werken op iedere gedoopte, die oprecht streeft naar de heiligheid; wat een dergelijke eis te maken heelt met delekcn-spiritualiteit? 't Is nogal geen kleinigheid! Niets om zich zelf beminnenal les ieder ogenblik daarop bewust richten Dus verloofden mogen elkaar ouders hun kinderen kinderen hun ouders jonge mensen hun sport kunstliefhebbers hun kunst etc. etc. niet om zichzelf beminnen. Ze moeten zich elk ogenblik bewust zijn, dat ze die mensen of dingen alleen om God mogen liefhebben! Natuurlijk zijn er teksten die in die richting wijzen, b.v. „God al leen is goed" maar dat zei Chris tus toch ook niet op de bruiloft van Cana tegen bruid en bruidegom of tegen de gasten; die liet hij rustig van zijn allerbeste wijn profiteren! Als alle overdrijving schaadt, dan toch zeker bij het stellen van eisen tot een gezonde leken-spiritualiteit. Het is al moeilijk genoeg om zo te leven, dat wij overeenkomstig onze roeping als geheiligde door de we reld gaan! Waarom het nodeloos ingewikkeld maken en die eisen op voeren tot een onbereikbaar peil? Ons houdend aan H. Schrift en Liturgie zullen wij het voorbijgaan de zó genieten dat wij het blijvende niet verliezen. H. Helmer CssR Onze Long Hope Sprekend over de Christelijke hoop komt ons een voordracht voor dc geest van drs. J. M: M. Hornix gehouden voor jonge mensen. Men sen dus met een heel leven voor zich en dus waarachtig met redenen genoeg de hoop be bezitten. Frag mentarisch mogen zijn woorden ook op deze pagina klinken. Er zijn meer mensen dan Christe nen op deze aarde en het is zeker waar dat die anderen mentale eigen schappen bezitten die waren ze bezit van Christenen onderpanden ter zaligheid genoemd zouden kun nen worden. Zo tekende drs. Honix de Sovjet wereldbeschouwing en de consequen ties daarvan voor de belijders. JXaar de grosse Kladderadatsch" ..Hun wereldbeschouwing is dialec tisch en materialistisch („diamat"), zij komt tot uitdrukking in 'n theorie, welke niet alleeen „logisch" de ge beurtenissen in de historie kent, maar deze ook kan beïnvloeden. De com munist meent derhalve in het histo risch proces te kunnen ingrijpen met het succes aan zijn zijde. Volgens hem heeft in de geschiedenis der mensheid arbeidsverdeling tot split sing van kapitaal en arbeid geleid, dit weer tot klassenstrijd en deze laatste zal volgens Marx door de „grosse Kladderadatsch" (revolutio naire omwenteling) omslaan in een paradijstoestand op aarde: het socia lisme, waarin geen Staat meer no dig zal wezen en een ieder vrij en gelukkig kan zijn. Dit is het grote geloofspunt van iedere proletariër. In zijn artikel in de „Bolschewik" van 15 september 1952 gaf Stalin spaarzaam enige na dere aanduidingen van deze overgang van communisme naar (paradijs)- socialisme. Zeer summier zou men deze overgang als volgt situationeel kunnen tekenen. De wereld is bezet door kapitalis tische grootmachten, die de staten regeren en die daarbij gesteund wor- en weten dientengevolge hoe te han delen". Wie een weinig fantasie heeft en niet ongemerkt het grote spel in bin nen- en buitenland aan zich voorbij heeft laten gaan kan voor zich met respect zien tot welk een voortduren de, nooit aflatende inspanning een mens met een sterke hoop in staat is. De hoop is een drijfveer die ber gen doet verzetten. Het rode apparaat is een machtig fenomeen van de hoop op een mens komend rijk waarin alle mensen ge lukkig zullen zijn. wereld, weten te incorporeren. „Ik spreek hier als mijn overtuiging uit dat én in de industrie én in de lucht macht wij bijv. geheel andere be grippen zullen krijgen over wat men thans noemt: discipline, moreel e.d. omdat we veel meer zullen gaan le ven in de gedachte: binnen de ge dragsregels moet je je toch nog we ten te ontplooien en die ontplooiing Expressie van de communistische hoop op wereldrevolutieParade op het Rode Plein van Moskou. Wat verwachten wij van het le ven? Een van"de Zwolse vierling werd door een radio-verslaggever ge vraagd: „en jij, Han wat wil jij worden? Je hebt er toch zeker al eens over nagedacht?" Het ant woord kwam prompt: „Auto-be stuurder!". Het antwoord van een jongen van 13 jaar. Hët is aardig, niet veel meer. Ik heb er geen idee van hoe hij zich de heerlijkheid van „auto-bestuurder" voorstelt. Een taxi-chauffeur zou hem al gauw van z'n „long hope" kunnen gene zen, of een chauffeur van een van de honderden trucks die dagelijks over de wegen denderen. Voor jonge mensen rond de 20 ligt het vermoedelijke antwoord heel anders. Dan zijn er al serieuze pogingen ondernomen om „wat te worden". Maar welk beroep, of welke staat men ook kiest: het is al tijd maar een betrekkelijk ideaal. Het uiteindelijk ideaal, de werkelij ke „Long Hope" van de christen ligt elders. Eigenlijk moest die Long Hope ons hele leven als een enorme magneet beheersen en aan trekken. Christus heeft ons een Liong Ho pe gegeven. Daar moet ons hele leven op zijn ingesteld. Maar Christus spreekt er niet dik wijls over en als Hij het doet ge beurt het in vage termen, vaag naar onze begrippen, vaag voor ons verduisterde verstand. Hij zegt „In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen". „Wanneer Ik zal zijn heengegaan en u een plaats zal hebben bereid".... Hij noemt de hemel: een feestmaal, waar velen uitgenodigd worden; een recht vaardig loon voor de arbeiders in Zijn wijngaard. De hemel is voor alles, zoals Christus zegt in het Hogepriesterlijk gebed: God en Zijn Zoon Jezus Christus en het ge luk in het aanschouwen van hun wezen. De Kerk is evenzeer sober ln haar leer omtrent het eeuwig ge luk. Godgeleerden, zich bezig hou dend met het weetbare in het ge loof, spreken van een zalige aan schouwing; het geloof en de hoop verdwijnen, de liefde blijft en we zullen God rechtstreeks zien. Zijn glorie wordt ons geluk. Iedere mens daartoe opgenomen zal op de heel eigen wijze waarop hij en hij alleen in staat is volmaakt gelukkig zijn als mens, naar ziel en lichaam. En de bron van dit geluk zal zijn het in volmaakte liefde schouwen in en deelhebben aan Gods eigen in nerlijk leven. Maar nog zijn wij in de situatie van de balling: voor ons verstand is de hemel gesloten en onze ver beelding moet na elk pogen weer zwijgen. Het geloof geeft niet meer dan een vaag vermoeden van de werkelijkheid. Ook hier eist het geloof du« weer een onverbiddelijke, radicale overgave. Een overgave aan Christus, die ons niet teleur zal stellen. Tegenover de „voorstelbare* socialistische heilstaat van d« communist, tegenover de verwan'i ting van de kosmische mens heeft de christen niets anders te h ie dei. dan wat in het geloof hem ge openhaard is. Zijn „Long Hope" is Christus. den door de heersende bourgeoisie- klassen (tijdperk van het imperialis me). De proletariërs worden onder drukt, doch aan hen, de arbeidenden, behoort de wereld. Zij voeren in de communistische partijen reeds on dergronds en bovengronds verzet. Zij bezitten zelfs al een bolwerk (de U.S.S.R.), een sterk leger (de Sov jet-armee) en bovendien een verbin- dingsapparaat (de Kominform). Zij benutten de U.N.O. als luister- en spionnagepost. De grote verzetsleiders en bevrijders van alle proletariërs hebben ongeveer 35 jaren nodig ge had, om hun bolwerk te consolide ren en uit te bouwen. Thans zijn zij nagenoeg gereed en kan de „grosze Kladderadatsch" praktisch een aan vang nemen (periode van de prole tarische revolutie). Leger, partisa- nen en ondergronders, allen zullen daaraan mede dienen te werken, hoewel de omwenteling natuurnood zakelijk komen moet (de vroed vrouw-theorie der revolutie). De proletarische revolutie komt als de tijd er rijp voor is, zij verloopt enigs zins schoksgewijs en kan volgens de theorie niet mislukken. De Sovjet leiders als grote historische zieners zullen het uur „U" bepalen. „De toekomstverwachting van het socialistische paradijs speelt dus voor de communist een zeer grote rol. Wij, westersen, zien dat als een Utopie d.w.z. als een luchtkasteel, dat nooit verwezenlijkt kan worden omdat b.v. de sterke macht en het straffe regiem, dat het communisme strategisch eis te, maar niet op slag en stoot afge schaft kan worden. Belangrijker is echter dat de communistische leer een eschatologisch karakter draagt Er is hoop voor de toekomst, zegt de communist; misschien niet voor ons, maar dan toch voor onze kinderen en kindskinderen. De communisten kennen dus, wat men zou kunnen noe men een „long hope", zij hebben een voor hen klare visie op de toekomst Hoe Christelijk klinkt dat toch eigenlijk. In de discussie stelde drs. Hornix deze vraag: Wat vormt voor ons westersen (te genover het rode oosten dus) de „long hope", dus waar kunnen wij datgene opbouwen, waarmee wij de toekomst tegemoet treden? Aangezien de zaal gevuld was met jonge Christenmensen kon het niet anders of het allesbepalende Chris tendom moest in de discussie haar plaats bekomen. En toch de Christelijke hoop bleek nauwelijks ontdekt. Drs. Hornix ant woordde zo: Het antwoord luidt: Wij zijn op aar de om hier en hiernamaals gelukkig te worden. Dat betekent dus dat hier en hier namaals met elkaar in verband moe ten staan en wel door het dienen van God. En dan schetst de inleider een huidig maatschappijbeeld waarin steeds sterker een spelelement aan wijsbaar wordt. In het leven gaat het er om binnen de gedragsregels, de spelregels een vrije persoonlijkheid te ontwikkelen; d.w.z. de variatie mogelijkheden zien te ontdekken, in arbeid, vrijetijdsbesteding, gezin en zelfs in het geestelijk leven als zo danig, „Ik geloof, dat binnen deze gedach ten nl. jezelf bepaalde gedragsregels stellen en daarnaast jezelf een taak stellen, juist aanknopingspunten te vinden zijn met de religieuse wereld en ook met de humanistische wereld. Ook in deze laatste leeft de drang, om bepaalde gedragsregels voor de mens te stellen en dan binnen die ge dragsregels dat rpel van mens-zijn te laten voltooien en te laten voltrek ken. Ik geloof daarom dat begrippen als rechtvaardigheid, als liefde enz. pas waarde voor ons krijgen, wanneer wij deze in een spel, waarin wij dus allen gelijke kansen hebben in deze moet dan uitgaan van de kant van de bodem waar je op staat: de reali teit, en van de kant van het plafond: de ideale persoonlijkheid, voor een groot gedeelte voortkomend uit Chris telijke waarden. Iif de realiteit van het leven, in de arbeid en in de vrije tijd, in het gezin en temidden der kameraden, als militair en als staats burger, in voor- en tegenspoed moet deze persoonlijkheidsvorming plaats vinden. Zij moet plaatsvinden onder de intentie van God te dienen, om daardoor hier (op aarde) en hierna maals gelukkig te zijn. De aarde is de plaats van God en de vrije tijd is Gods tijd". De lezer die even aandachtig is ge weest kan de grote gedachte van het betoog vatten: Hun „long hope" is het socialisti sche Paradijs en ziet hoe zij alle krachten er op samen spannen. Hoe veel te meer dan wij, Christenen met ons Evangelie. Wij geloven in een ander geluk dat geen mens zelfs maar meten kan en dat hier op aarde zijn afstralingen al hebben kan. Is dat geen geweldige reden om te hopen? Onze toekomstverwachting, zulk een toekomstverwachting zou een. bergertverzettende Christelijke „Jong hope" moeten creëren; in concreto naar bovenstaand betoog vertaald: dagelijks moeten we er op uit zijn in de concrete situaties van het leven die voor ieder anders zijn beter mens te worden, omdat dat alleen maatgevend en essentieel is voor het bereiken van ons geluk dat hier op aarde voor een deel en na de dood in oneindige mate ons deel zal zijn. Hebben wij geen reden vaak om het hoofd te buigen over de gering heid van onze Christelijke hoop? Zelfs zonder die vergelijking met het rode oosten (die ons gemis aan hoop alleen maar feller doet uitko men) zouden wij reden hebben ons te kortschieten in deze groot en ern stig te noemen. Wie was het toch die met zijn lantaarntje mensen liep te zoeken? De oude wijsgeer kere terug om met zijn lantaarntje op zoek te gaan naar de christelijke hoop. De mensen zijn anders geworden sedert de tijd der antieken. Aan antiek hebben we eeh hekel, dat moet de man begrijpen! Wij wil len vooruit zien en niet achterom. Dat is al hoop, ontdekt de oude. Daarin schuilt toekomstverwach ting, het is een op weg zijn naar het begeerde onbekende nieuwe! Hij vermoedt de draad gevonden te hebben, want een jeugd die vooruit wil zien, hoopt. Hij tilt zijn lantaarn omhoog naast een jong gezicht. „Waar hoop je op, jonge vriend?" „Op één-nul, a.s. zondag, want ik heb gewed." En jij? Op een jongen met zwart haar en blauwe ogen, humor en een zeilboot. En jij? Op een carrière. Op een huis, op een baan, op sala risverhoging, op een goed rapport, op een vrijer, op een snipperdag, op nieuwe schaatsen, op een aarbol vol nuttige, prettige, mooie en goeie din gen. Waarom loopt die oude door? Dat is toch hoop? Hij geeft het graag toe maar is het ook long hope? Daar vroeg hij naar, niet naar kruimeltjes- hoop, die ken ik zelf, zegt hij, want ik hoop dat mijn lantaarntje niet uit zal gaan en hij profeteertU zal lang moeten zoeken, immers Hij klampt ouderen aan. We zijn 7.0 blij. Onze Jan is einde lijk verstandig geworden. En we heb ben wat met hem gesukkeld. Hij voer de in zijn wilde jaren geen snars uit. Het is alleen omdat ze overal jongens nodig hebben, anders hadden zijn ba zen hem overal weggestuurd. Die tijd is hij te boven. Hij ziet in dat hij wer ken moet. Er is een last van ons ge vallen. We hebben er geen omkijken meer naar. Hij stuurt recht op zijn doel af. 't Is nu een fijne jongen die weet wat hij wil. De oude gaat verder. Waarom? Dit was toch hoop. Goed, het was hoop, maar long hope van een christen? Duizend keer hoort hij het zeggen in duizend variaties. Als je zo doorgaat, kom je goed terecht. „Terecht", dat is: op een plaatsje in de maatschappij waar je het goed hebt. Welke jongen is goed op school? Die zijn best doet te slagen. Over hem zijn we tevreden. Let op wat daar staat. Dc norm waarnaar dc jeugd door zovelen gemeten wordt is de mate waarin hij ernst maakt met het be reiken van een plaats in de maatschap pij. Alsof we hier op aarde onze vaste woonplaats hebben! Waar hoop je op? Op de eeuwige zaligheid. Een dergelijk antwoord is in de mond van christenen bespotte lijk. Wie zegt er zo iets? Nonnen misschien, maar gewone mensen niet. En als we het zeggen, vallen we hope loos door de mand bij de volgende vraag. Getuigt je leven daarvan? De oude zoekt en beklaagt zijn op dracht. Zijn lichtje in de lantaarn ligt op sterven als hij concludeert: Ik vond veel hoop, eerlijke hoop goedbedoelde hoop, maar het bleef allemaal draaien rond een eschatolo gie in de richting van koeien op het droge. De hoop eens binnen te ge raken. „Christelijk" en „long" alleen, was de aantekening dat er ook nog ge hoopt werd op de hemel. Dat is dat oord met God de Vader en-veel ge lukzalig volk op de been, waar je in rolt als je je hier min of meer fat soenlijk gedraagt. 't Is niet veel zei de oude. Moet ik verder zoeken, mijn lan taarntje is haast uit? F. B.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 7