1 Nog steeds geen overeenstemming over arbitrageregeling in Genève Vandaag vermoedelijk zekerheid over mislukken of slagen Lelijke breuk in het overleg Bisschoppelijke kritiek op het onderwijsbeleid in N.-Guinea carnaval De „oude" bisdommen in cijfers SPAANSE REGERING TREEDT KRACHTIG OP ISOTONIC! O Voor heel het bedrijfsleven dezelfde tijdvakken voor opruiming Gevoel van onbehagen en vrees leidde tot felle uitbarsting mTïm Na slopende conferentiedag Pa mocht het niet weten Voorlopig 19 dagen Waardeloos kunsthoorn voor 150 mille verzekerd Serieus verzoek om heropening lijn Maastricht-Hasselt Jhr. Van Weede verlaat Rome Kr oesjtsjef-verering hegint al snel! bij oom en Tante Wettelijke subsidieregeling gevraagd in plaats van incidentele beslissingen ZATERDAG 11 FEBRUARI 1956 PAGINA 9 (Van onze speciale verslaggever) GENEVE, vrijdagavond Een slopende conferentiedag is achter de rug. Een dag, waarin de spanning ten top steeg: zou de Nederlands-Indonesische conferentie slagen of niet? Nog is de hoop op een goede afloop niet geheel verloren, maar nu er drie dagen lang over de ge schillenregeling wordt gesproken, zonder tot dusver resultaat te boeken, is het be grijpelijk, dat niet veel enthousiasme te bespeuren is. De Nederlandse en Indone sische ministers en de juridische experts van beide delegaties hebben vandaag bijna constant, van 's ochtends elf tot 's avonds elf vergaderd. Aan het eind van al deze gesprekken luidde het officiële commu niqué: de beprekingen worden morgen ochtend voortgezet, over de arbitrage regeling is nog geen overeenstemming be reikt. Zo'n communiqué geeft in ieder geval geen reden tot juichen. Zo ver als maar mogelijk is Benoeming „opperarbiter" moet mogelijk zijn Burgerlijke rechten beperkt Twee Enschedeërs bekenden oplichting Na carnavaleske stunt Geestig antwoord van dr. Spitzen aan Vic 1 Partij-secretaris wordt „vader" VERMIST MEISJE LOGEERDE allemaal De jury kent elke 14 dagen 20 hoofdprijzen en 500 paardenglazen toe aan inzenders van de leukste paardenmoppen. mg!.s (Van onze correspondent) In het Enschedese raadhuis werd dezer dagen een „verstekeling" aangetroffen. De man zat onder de tafel in een kamer, die weinig wordt gebruikt. Een ambtenaar, die in dit vertrek even rustig wilde telefoneren, trof hem aan. Het bleek een 28-jarige jongeman te zijn, die zijn baantje kwijt was ge raakt en dit thuis niet wilde laten merken. Hij ging als gewoonlijk op een bepaalde tijd weg en kwam evenals vroeger op een bepaald uur weer thuis. Daar tussen in ver toefde hij ergens waar het behaag lijk was en warm. Zo bracht hij een dag door in de Sociëteit van de Twentse Schouwburg en verbleef hij twee dagen in het gemeente huis. De jongeman maakte het zich steeds zo gemakkelijk mogelijk. Zijn jas en hoed hing hij aan de kapstok en dan zocht hij een ge zellig plaatsje op om een boek te gaan lezen. De recherche heeft een onderzoek ingesteld, doch de man kan niets ten laste worden gelegd. Vijf Zaanse dames van de zwemclub „De IJsbeertjes" in Zaandam trotseren iedere dag koude en ijs om toch hun dagelijks openlucht!)bad te kunnen nemen. Zelfs levert het haar geen be zwaar op, als ze eerst een stuk van het zwembad ijsvrij moeten hakken (bo venste foto). Op de onderste foto zien We v.l.n.r. de dames G. Hottentot, M. J. v. d. Weyden, G. Stroo, C. Soff en G. Taai. (De fotograaf kwam snipver kouden uit Zaandam terugJe moet maar niets beters te doen hebben. De staatssecretaris van Economische Zaken verklaart in ztjn memorie van ant woord aan de Tweede Kamer, dat het nimmer zijn bedoeling is geweest, het mogelijk te maken, dat voor het groot winkelbedrijf en de middenstandszaken verschillende opruimingstjjdvakken wor den bepaald. Het ligt voor de hand, dat begonnen zal worden met een algemene, voor het gehele bedrijfsleven geldende bepaling van twee tijdsruimten. De staats secretaris is van mening, dat de seizoen opruiming in beginsel door alle sectoren van het betrokken bedrijfsleven in de- DE explosie, welke gisteren de Stichting van den Arbeid buiten werking heeft gesteld, heeft een ernstige toestand geschapen. Dit niet alleen, omdat het werk, dat de Stichting tot nu toe regel matig verrichtte, o.a. bij de uitvoering van het loonbeleid in samenwerking met het College van Rijkstoemiddelaars, nu moet blijven liggen, of ten minste veel moeizamer tot stand kan komen, maar vooral, omdat de redelijke samenwerking tussen ondernemers en arbeiders, welke in de Stichting verwezenlijkt werd al thans voorlopig verbroken is en mis schien een duurzame knak heeft gekre gen. Indien niet op korte termijn een mid del wordt gevonden om partijen weer tot een aanvaardbaar overleg te brengen, vrezen wij, dat de directe gevolgen van de breuk zeer schadelijk kunnen zijn voor ons volk als geheel; voor de werkgevers maar niet minder voor de werknemers. Het conflict is onverwacht gekomen en men vraagt zich af wat daar wel de oor zaak van kan zijn. Eén van de diepste oor zaken menen wij te moeten zoeken in een breuk, die aan de huidige vooraf is gegaan, nl. het uiteenvallen van de Raad van Vakcentralen, waaraan het NVV in 1954 zijn verdere medewerking ontzegde. Sindsdien zijn de grote arbeidersvakcen- tralen hun eigen weg gegaan, hetgeen het sterkst tot uiting kwam in de afzonder lijke eisen, welke door het NVV reeds begin 1955 werden gesteld ten aanzien van lonen en andere arbeidsvoorwaarden. KAB en CNV konden daar niet mee mee gaan. Zij hadden in dat stadium een an dere visie, wat de KAB betreft speciaal gericht op gedifferentieerde loonpolitiek. Het is echter duidelijk, dat na de breuk in de Raad van Vakcentralen tevens in sterker mate het streven opkwam elkaar te overbieden en het bod van het N-V.V. consequent volgehouden, bleek op den duur toch wel het hoogste. In ieder geval Was het onmogelijk een gecoördineerd standpunt van de drie centralen te bepa len, dat niet door onderlinge mededinging zou zijn geïnfecteerd en dus was het ook zeer moeilijk de arbeidersbeweging mee te krijgen in een overleg met regering en werkgevers. Wij moeten er begrip voor hebben, dat de confessionele vakbeweging onder deze omstandigheden waarvoor niet zij de verantwoordelijkheid droeg! niet het odium op zich kon laden voor haar volge lingen niet het onderste uit de kan te willen halen. TOCH kan hieruit alleen de plotselinge ommekeer in de verhouding tot de werkgevers niet worden verklaard- r zu en hiervoor nog meer oorzaken aanwezig zijn, welke niet alle duidelijk J3" 6 .^re<^en- Wel nemen wij aan, <Jgri]peliSke eensgezindheid tus sen redering en werkgevers betreffende de te voeren politiek van rust m lonen en prijzen tot een zekere prikkelbaarheid neeft geleid en dat de besprekingen, welke de regering onlangs op de Hoge Veluwe over de prijsstabilisatie heeft gevoerd met vertegenwoordigers van ondernemers in handel en industrie, deze prikkelbaarheid nog heeft verhoogd. Vermoedelijk hebben de arbeiders hierin een tactiek gezien van onder één hoedje spelen, om zodoende de arbeidersbeweging te kunnen vangen. een vermoeden, dat in hun ogen misschien zekerheid werd op het moment, dat de voorzitter van de Stichting van den Ar beid gisteren, reeds kort nadat de voor stellen ter tafel waren gebracht, het voor stel deed, deze maar aan de regering voor te leggen. Dit deed blijkbaar de maat overlopen. I"* NKELE hierboven genoemde punten |i verdienéb een nadere beschouwing. De arbeiders hebben aanstoot geno men aan de besprekingen op de Hoge Ve luwe, ook al omdat deze werden genoemd: besprekingen met het georganiseerde be drijfsleven. Horen wij niet bij het bedrijfs. leven, zo vroegen zij. Inderdaad, tegen het gebruik van dit woord in dit verband kunnen de werknemers met recht bezwaar maken, maar dan toch slechts een bezwaar van terminologische aard. Dat zij bij de beprekingen betrokken hadden moeten worden, is minder voor de hand liggend, want tot nu toe zijn het niet de werk nemers, die het prijzenbeleid van de on dernemingen bepalen. De regering heeft zich dus op dit punt te verstaan met de ondernemers, niet met be arbeiders. Vo rig jaar omstreeks deze tijd heeft de rege ring eveneens een soortgelijk en nog uit voeriger overleg op de Hoge Veluwe met ondernemers over prijsstabilisatie gevoerd en dit heeft toen geen enkel protest van arbeiderszijde ten gevolge gehad. Het lag dus niet voor de hand, dat de regering deze keer wel arbeidersvertegenwoordi gers bij de besprekingen zou betrekken. Een ander punt is de suggestie, welke de voorzitter van de Stichting van den Arbeid gisteren ter vergadering deed, om de voorstellen van beide partijen aan de regering voor te leggen. Hij deed dit in een ongebruikelijk vroeg stadium van de besprekingen, waarschijnlijk in de eerste plaats, omdat minister Suurhoff hem er telefonisch vóór de vergadering om had verzocht en vervolgens omdat beide stand punten zó ver uit elkaar lagen en blijk baar zó vast zaten, dat veel langer praten toch weinig resultaten zou kunnen opleve ren. Dat minister Suurhoff genoemd ver zoek had gedaan, was waarschijnlijk aan de werknemersvertegenwoordigers op dat monjent nog niet bekend. HST lijkt ons op grond van dit alles niet onwaarschijnlijk, dat zich bij de vertegenwoordigers van de arbeiders beweging geleidelijk een gevoel van on behagen en vrees te worden ingekapseld heeft ontwikkeld, dat gisteren tot een uit barsting heeft geleid. Helaas was de reactie erop onevenredig groot, een reactie, die bovendien nog het gevaar van een multiplier-effect in zich draagt, nu de bevoegde organen der drie vakcentralen maandag a.s- reeds bijeen zullen komen om over nadere stappen te spreken. In deze gemoedsstemming moet de mogelijkheid van onbesuisde beslissin gen niet uitgesloten worden geacht, het geen de zaak nog maar erger zou kunnen maken. Enige bezinning is dus wel op haar plaats- Het conflict lijkt ons opgebouwd uit misverstanden en wederzijds onbegrip en beide partijen zullen de moed moeten opbrengen hiervoor uit te komen en el kaar de verzoenende hand te bieden. Bijzondere wijsheid zal ook worden ge vraagd van de regering, speciaal van mi nister Suurhoff, om in deze kwestie de juiste toon te treffen. Wij hebben de over tuiging, dat beide partijen nog steeds niet uitsluitend een bekrompen eigen belang op het oog hebben, maar zich wel dege lijk bewust zijn, dat juist met behartiging van het nationale belang, in wezen dat persoonlijke belang het beste is gediend. Het is intussen wel duidelijk geworden, dat een verdere verbetering van de ar beidsvoorwaarden niet zal worden af gewezen. Laat dan gemeenschappelijk overleg met de regering de weg zijn, waarlangs bepaald wordt, hoever deze verbetering kan gaan en laten we het in cident zo gauw mogelijk vergeten. Indien vervolgens de thans spontaan tij dens de vergadering van de Stichting van den Arbeid hernieuwde samenwerking der drie arbeidersvakcentralen weer tot een meer blijvende samenwerking zou kunnen leiden, zou het huidige conflict nog niet zozeer hoeven te worden betreurd. zelfde tijdsruimten moet worden gehouden en dat slechts bij uitzondering voor een bedrjjf of een groep verkoopplaatsen een afwijkende tijdsruimte mag worden be paald- Ten aanzien van de duur van de sei zoenopruimingen heeft de staatssecretaris op ruime schaal advies ingewonnen bij het bedrijfsleven- Een tijdsruimte van 13 werkdagen werd door veel organisaties welke zich over dit onderwerp uitspraken te kort geoordeeld. Men achtte bovendien een overgang van de thans geldende ter mijn van een maand naar een van 13 da gen te groot. Indien evenwel later mocht blijken, dat het bedrijfsleven toch aan een tijdsruimte van 13 dagen boven een van 19 dagen de voorkeur geeft, kan op een voudige wijze, namelijk bij ministeriële beschikking, aan deze wens worden vol daan. Aangezien het gewenst is, dat de bepa ling van deze tijdsruimten kan worden aangepast aan zich wijzigende economi sche omstandigheden, meent de staats secretaris, dat met de behoefte van het bedrijfsleven dienaangaande het gemak kelijkst kan worden rekening gehouden, door die tijdsruimten niet in de wet zelf vast te leggen, doch deze bij ministeriële beschikking te doen bepalen. Zoals bekend, wordt de instelling van hoofdbedrijfschappen voor de detailhandel en het ambacht voorbereid. Naar de me ning van de staatssecretaris zullen deze bij uitstek geschikt zijn de tijdsruimten voor de seizoenopruimingen vast te stel len. Zodra deze hoofdbedrijfschappen zul len zijn tot stand gekomen, zal hij zich nader beraden over het tijdstip, waarop tot delegatie zal worden overgegaan, en over de regelen, die daarbij eventueel zullen moeten worden gesteld. Gelet op deze ontwikkeling, meent de staatssecre taris, dat er geen bezwaar tegen bestaat, de mogelijkheid van delegatie aan de S.E.R. te doen vervallen. Bij de nota van wijzigingen is een wijziging daartoe op genomen. De Nederlandse en Indonesische minis ters vergaderen nog steeds niet in het af gehuurde Maison de la Presse. Mede door de ziekite van de minister van staat, Moh. Roem, geven zij de voorkeur aan de hui selijke gezelligheid van hotel des Bengues. De conferentietafel is afgezworen. De be windslieden voeren de gesprekken rond de haard om de ijzige koude, die overal doordringt,te ontlopen. Koud is het in Genève. Hóe koud, is het grote voorpagi nanieuws van de Zwitserse bladen. Als men deze mag geloven, zou het sinds 1822 de eerste keer zijn. dat het blauwe water van het Meer van Genève is bevroren. Wil deze conferentie, die reeds een goed deel is gevorderd, nog slagen. da,n zal de Indonesische delegatie water in de wijn moeten doen door werkelijk een geschil lenregeling te aanvaarden. En niet door net te doen. alsof zij dat wil, terwij] zij dan met voorstellen komt die met een arbitrageregeling alleen de naam nog maar gemeen heeft. De Nederlandse delegatie is tijdens de urenlange bespreking zo ver gegaan als maar mogelijk is. Nu Indonesië bereid is t.z.t. een arbitrageverdrag te sluiten, heeft zij voorgesteld de overgangsperiode te overbruggen met een regeling die v.eel lijkt op de bepalingen voor het Unie-hof van arbitrage, welke tijdens de R.T.C van 1949 zijn aanvaard. Dat wil zeggen, dat de Nederlandse ministers het voor stel hebben gedaan een vaste arbitrage commissie te benoemen, samengesteld uit een gelijk aantal Nederlanders en Indo nesiërs. Als deze commissie niet tot resul taat zou komen, kan zij zich wenden tot het Internationale Hof van Just.tie, of tot een andere instantie voor de benoe ming van noa een arbitragereeht«r waar door dus de paritaire samenstelling van de vaste commissie wordt doorbroken. Er moet echter voorkomen worden, dat de benoeming van een nieuwe rechter niet door een der partijen kan worden tegen gehouden. Dit zeer milde voorstel, ongetwijfeld een concessie vergeleken bij de oplossing die de Missie-Soenarjo in 1954 heeft aan vaard (als laatste mogelijkheid beroep door een der partijen op het Internationale Hof), is door de Indonesische delegatie van de hand gewezen. De Indonesiërs willen geen vaste arbitragecommissie. Zij willen voor elk afzonderlijk geschil een commissie ad hoe benoemen. Neen, zo zegt de Nederlandse delegatie, dit is voor ons niet aanvaardbaar, omdat de instel ling van zo'n commissie ad hoe de zaak reeds direct in een conflictsfeer brengt. Voordat de arbitrage wordt ingesteld zijn er al ellenlange debatten gevoerd of de commissie ad hoe wel moet worden ingesteld en welke leden er deel van uit moeten maken. Het is dus nu wel volkomen duidelijk dat de Nederlandse delegatie met een wa terdichte geschillenregeling thuis wil ko men. De instelling van tijdelijke abitra- gecommissies is stellig niet waterdicht. Dat Indonesië tot vannacht eigenlijk niet bereid is een echte arbitrageregeling te aanvaarden blijkt ook wel uit het feit, dat het Nederlandse voorstel is afgewe zen om de president van het Internatio nale Gerechtshof in te schakelen bij de benoeming van de leden van de commis sie ad hoe als een der partijen daartoe niet bereid zou zijn. Voor de commissie ad hoe wenst de Nederlandse delegatie dus de garantie dat deze commissie ook inderdaad bij elkaar kan komen. En voor de vaste commissie wenst zij vast te leg gen. dat een der partijen de benoeming van een ..opperarbiter" kan doorzetten. Zoals op de Nederlands-Indonesische conferentie langzamerhand gebruike lijk is, moest de nacht weer raad brengen. De grote vraag was: is dit de laatste nacht? Talloze voorstellen zijn nu geopperd. Drie dagen lang praat men nu over dezelfde zaak. De verstandhouding is niet slecht al kan men uit Indonesische mond weer het traditionele verwijt horen, dat er bij de Nederlandse delegatie een gebrek aan vertrouwen bestaat. De Neder landse delegatie blijft vrij opgewekt en in ieder geval koel en zakelijk. Zij hoopt op een toegevende houding van de Indonesiërs, maar langzamerhand wordt zij het praten over de arbitrage clausule moe Na een lange kabinetszitting, die van morgen in de vroege ochtenduren eindig de, heeft de Spaanse regering aangekon digd, dat een aantal burgerlijke rechten Bevrijd van alle zenuwklachten! Wilt U zich rustig en opgewekt voelen, nèem»dan Want NEUROTONIC voedt, sterkt en kalmeert Uw zenuwen en het doet dit op de enig juiste wijze: zonder verdoving van Uw zenuwen en door vergroting van Uw energie. Dat is het geheim van NEUROTONIC, waardoor dit belangrijke prae» paraat reeds zeer velen volledige genezing heeft gebracht Begin aan een kuur en NEUROTONIC «I een openbaring voor U zijn! VOORRADIG BIJ ALLE APOTHEKERS EN DROGISTEN (Van onze correspondent) Twee Enschedeërs, de 44-jarige katoen agent J.H.J.G. en de 34-jarige H.E.B. hebben bekend, dat zij enkele jaren gele den een partij van 30.000 kg waardeloze kunsthoorn, die zü voor 500 gulden had den aangekocht hadden verzekerd voor f 150.000. Daarna hadden zij de kelder, waarin het kunsthoorn was opgeslagen on der water laten lopen, om daardoor in het bezit te komen van de verzekerings penningen. De verzekeringsmaatschappij had hun daarna 25.000 uitbetaald. Het kunsthoorn werd in 1953 te Veen- dam aangekocht en daarna verscheept naar Amsterdam met als bestemming Mannheim. Er werd een transportverze kering afgesloten voor f 150.000. G. en B deelden de verzekeringsmaatschappij mee dat zij onderhandelden met Oostduitse za kenlieden, die belangstelling hadden voor het produkt. Zij lieten zelfs stukken zien, waaruit dat zou blijken. Deze stukken ble ken echter vals te zijn. De goederen wer den te Amsterdam in een kelder opge slagen waarna men een buis van de waterleiding stuk sloeg met het gevolg, dat het kunsthoorn onder water kwam te staan. De Enschedeërs deelden de ver zekeringsmaatschappij mee, dat 't produkt in het water waardeloos was geworden. De maatschappij betaalde echter niet vlot het verzekerde bedrag uit. Tenslotte moes ten G. en B. met slechts f 25.000 genoe gen nemen. Enkele weken geleden werd B. door de Enschedese recherche gearresteerd als verdacht van brandstichting in een kno- penfabriek te Enschede in 1952. Bij het verhoor kwamen toen bovenstaande fei ten aan het licht. vorlnpig zullen woidcn opgeschort. De beslissing betreft In de eerste plaats het recht van de burgers hun eigen woon plaats te kiezen en heeft in de tweede plaats betrekking op de inhechtenisne ming. Deze beslissing is genomen naar aan leiding van de relletjes die in de afgelo pen dagen in Madrid hebben plaats ge vonden en zal met kracht worden toege past tegen allen, „die direkt of indirekt de vrede hebben verstoord of die in de toekomst zullen pogen de publieke orde te verstoren of onenigheid onder het Spaanse volk te veroorzaken". De opgeschorte rechten waren gega randeerd in artikel 14 en 18 van een bij zondere in juli 1954 afgekondigde wet. Artikel 18 waarborgde, dat Spaanse on derdanen slechts in bij de wet omschre- Na de carnavaleske „overval" op een trein voor de heropening van de lijn MaastrichtHasselt, welke woensdag te Roermond door de „Limburgse Republi keinen" werd gepleegd, hebben Prins Carnaval van Maastricht, de Raad van Elf der carnavalsvereniging „De Tempe- leers" en vertegenwoordigers van diverse lichamen en corporaties en belangheb benden bij het gebruik van de spoorlijn MaastrichtHasselt, aan de minister van Verkeer en Waterstaat een telegram ge stuurd, waarin zij er op aandringen de heropening van deze spoorlijn voor per sonenvervoer, welke woensdag op carna valeske manier was geschied, spoedig door een officiële opening door de minis ter te doen volgen. Prins Vic 1 heeft gisteren een ant- woordtelegram ontvangen van het mini sterie, dat luidt als volgt: „Hoewel wordt betwijfeld of een officiële opening na de heropening uwerzijds van de lijn Maas trichtHasselt nog nodig zal zijn, zullen wij in Den Haag de inhoud van uw tele gram in zijn luchtige en ernstige bete kenis in aanmerking nemen". Het tele gram was getekend door de secretaris generaal van het ministerie, mr. D. G. W. Spitzen. Naar wij uit Den Haag vernemen zal de Nederlandse gezant bij de Heilige Stoel, jhr. mr. Mark van Weede, in de loop van maart door de Nederlandse re gering worden overgeplaatst naar een nieuwe post, in de rang van ambassa deur. Jhr. Van Weede is bijna twaalf jaar gezant geweest bij het Vaticaan. De naam van zijn opvolger is nog niet bekend ge maakt. Jhr. Van Weede was de eerste Neder landse gezant bij de H. Stoel sinds het herstel van de diplomatieke betrekkin gen tussen Nederland en hèt Vaticaan in 1944. De titel „vader", die gewoonlijk werd gebruikt om de „liefde" van het Sovjet volk jegens Stalin uit te drukken, werd gisteren, waarschijnlijk voor de eerste maal. toegemeten aan Nikita Kroesjtsjef, de secretaris van de Russische communis, tische partij. De uitdrukking verscheen in „Komso mol Pravda", het blad van het Jong-com- munistisch Verbond. Daarin stond een verslag afgedrukt van een redevoering van een jonge boer, die in Kazakstan het gebied dat thans op grote schaal in cultuur wordt gebracht vertelde van zijn ontmoeting met de partij-secretaris. Hillechien Bremer, het dertien-jarige meisje uit Emmen, dat sinds maandag morgen uit het Doorgangshuis te Gronin gen was verdwenen, is terecht. Het kind was naar Tinaarloo (Dr.) gegaan en lo geerde bij een oom en tante, die niets ven gevallen en op bij de wet omschreven vermoedden van de grote ongerustheid, urn-TQ m Aehj-nn nrnr/4nn am i, De onzekerheid of in Nieuw-Guinea een school, door missie of zending begonnen, overheidssteun zal ontvangen, daar elke nieuwe subsidie volstrekt afhankelijk is van de incidentele beslissing der over heid, is voor mgr. A. Cremers, apostolisch vicaris van Hollandia, aanleiding tot kri tiek op het onderwijsbeleid van de minis ter van overzeese rijksdelen. Met name richt hü zich tegen de normen der be hoefte-erkenning, waarop de minister zijn onderwijspolitiek baseert en die de reden zijn, waarom hij de beslissing over sub sidie in handen legt van de ambtenaren in plaats van haar te binden aan wettelij ke voorschriften. Ook al zouden die incidentele beslissin gen, aldus mgr. Cremers in het laatste nummer van „Het Schoolbestuur", stuk voor stuk blijk geven van feilloos inzicht in de situatie en van bewonderenswaar dige onbevangenheid tegenover de onder nemers der school, dan nog moet het on gewenst en bezwaarlijk worden geacht, indien dingen, die wettelijk geregeld kun nen zijn of ter afhandeling waarvan of ficieel vastgestelde regelingen of richt lijnen gevolgd kunnen worden, afhanke lijk gehouden worden van incidentele be slissingen overeenkomstig het subjectief inzicht van functionarissen, die heden fungeren en morgen door andere vervan gen worden. Mgr. is het eens met de minister, wan neer deze zegt. dat de situatie in Nieuw Guinta geheel anders ligt dan in Neder land. maar hij bestrijdt de ministeriële conclusie, dat de bestaande gouvernemen tele regeling de meest wenselijke toestand zou zijn. Het gouvernement, zó betoogt hij is niet in staat althans niet in belangrijke mate het daadwerkelijke onderwijs te verzorgen. Door het o«derwijs van missie en zending te stellen onder objectieve wettelijke normen verandert haar positie niet en dringen zij zich evenmin als de schoolbesturen in Nederland op de plaats van de overheid. Evenzeer bestrijdt mgr 's ministers opinie, dat op Nieuw Guinea geen onderwijsstelsel opgebouwd moet worden, dat bij zelfstandigwording van dat land onbetaalbaar zal blijken. De apostolisch vicaris gaat eraan voorbij, dat de onderwijskosten, maar een bescheiden deel zijn van de totaalkosten. evenals aan de vraag of Nieuw-Guinea bij zelfstandig wording de onbetaalbaarheid van een goed en onmisbaar onderwijsstelsel niet eerder voor lief zal nemen dan vele an dere en grotere onbetaalbaarheden. Schrijver stelt dan de vraag of het mo gelijk en gewenst is, zonder invoering van een leerplichtwet te komen tot een wettelijke objectivering van de zorg der Gverheid om zo mogelijk alle kinderen gelegenheid te bieden tot althans enig elementair onderwijs. Aan de wenselijkheid mag niet getwij feld worden, zo antwoordt hij, evenmin aan de wenselijkheid om de normen van subjectieve inzichten van wisselende functionarissen te vervangen door nor men van wettelijke objectivering, noch aan de wenselijkheid óm zo mogelijk alle kinderen deelachtig te maken aan enig elementair onderwijs. Niemand kan er aan twijfelen of een gouvernement, dat een achtergebleven land openlegt moet, opkomen voor de le- niging van de lichamelijke nood van de eerst nu onder menselijk bereik komende primitieven. Maar veel meer moet men het hen ap preciëren, dat aanstonds ook de geeste lijke ontwikkeling van deze achtergeble ven mensen behartigd wordt. Want juist door de aanraking met het gouvernement ontstaat er prompt in de geesten van deze mensen onzekerheid, desintegratie, chaos. Terwijl het ongewild de veroorzaker is van dit kwaad, is het gouvernement zelf allerminst de instantie, die hier helend kan optreden. Maar wèl mag dan een gou vernement zich gelukkig prijzen, indien de meest geëigende instanties daarvoor, n.l. missie en zending klaar staan om daadwerkelijk op te treden. De specifieke taak hier van missie en zending is een reïntegreren van het gees telijk leven der geschokte mensen en een oriënteren daarvan op een nieuwe toe komst. Een wezenlijk onderdeel van dit laatste is elementair onderricht in lezen, schrij ven en rekenen. Dit werk, dat het beste gezien kan worden als onderdeel van de geestelijke bewerking dezer mensen in haar geheel, zou niettemin, strikt geno men. daarvan losgemaakt kunnen worden en door het gouvernement zelf behartigd kunnen worden. Doch als het daar nu eenmaal geen kans toe ziet en het de facto gaarne overlaat aan missie en zen ding, dan zou het wel voor de hand lig gen dat het gaarne bereid is de kosten te dragen van dit elementair onderwijs. Het. gouvernementele beleid heeft nood zakelijkerwijs consequenties op geestelijk en moreel gebied, welke alleen door mis sie en zending kunnen worden opgevan gen. De bisschop geeft aan hoe de geconsta teerde wenselijkheid kan worden gereali seerd en besluit met de opmerking, dat indien de zaken op Nieuw Guinea aldus geregeld worden, dit de omvang van het onderwijs zeker te goede komt, de gou verneur zich het odium van incidentele beslissingeh kan besparen, terwijl missie en zending zich door deze regeling geani meerd zouden voelen. wijze mochten worden gearresteerd, en dat arrestanten binnen 72 uur na hun inhechtenisneming aan de rechterlijke macht zouden worden overgegeven. welke allerwegen omtrent het meisje be stond. Via de radio hoorden ze het op sporingsverzoek. Hillechien is thans weer in het Doorgangshuis. 3H0£F'JZERS mensen Inzendingen, waarbij 2 „Drie Hoefijzers"-doppen gevoegd moeten worden, aan POSTBUS 13, BREDA. Gisteren hebben wij een aantal cijfers weergegeven, welke in de jaargang 1956 van het „Annuario Pontificio" worden vermeld omtrent de bisdommen Rotterdam en Groningen. Hieronder kan men nu de gegevens vinden welke het pauselijke jaarboek vermeldt voor de vijf „oude" bisdommen. Kerken Parochies Sec. Priesters Seminaristen Rel. priesters Kloosters mann. Kloosterlingen Kloosters vr Kloosterlingen Scholen jong Leerlingen Scholen meisjes Leerlingen Katholieken Inwoners Oppervlakte (km2) Liefd. inst Verpleegden Utree ht Den Bosch Roermond Haarlem Breda 298 386 322 195 134 294 362 312 183 129 697 809 823 460 433 193 154 144 120 57 410 1.484 1.007 160 370 72 134 89 45 45 900 3.766 2.817 1.400 178 342 241 150 125 4.300 10.119 7.494 3.450 350 405 550 123 233 70.500 113.000 86.882 29.561 53.260* 310 410 487 107 62.100 110.000 75.268 28.391 650.000 1.055.150 698.117 650.000 374.542 ,500.000 1.194.000 Sï*2.528 1.950.224 447.954 8.745 4.127 2.119 2.632 1.995 145 220 86 100 28 Bij het aantal scholen en leerlingen in het bisdom Breda zijrt de jongens- en meisjesscholen plus de leerlingen in de cijfers samengetrokken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 9