V0DR30HG
W OC/D
HOE MOET IK SPELEN
SCHAKEN
«w1
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
EVEN AANDACHT VOOR I
1706-1956
Vóór 250 jaar werd de Prometheus
van Philadelphia geboren
is m&
Bridge-Rubriek
Roooo
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1956
PAGINA 6
*5
Tf AN AF 5 MAART zijn in België verkrijgbaar de reeds eerder
aangekondigde herdenkingszegels ter gelegenheid van het
Mozart-jaar. Na Oostenrijk en de posterijen van de Duitse Bonds
republiek en de Duitse Democratische Republiek brengt hiermede
ook België een postale hulde aan deze grote componist.
DM-m-EGf
Nieuwe uitgiften
Finland. Het feit
dat Rusland de bez'et-
tinguit Porkkala heeft
teruggetrokken en dit
vlootsteunpunt weder
om aan de Finnen is
teruggegeven was o.m.
aanleiding tot het uit
geven van een herin
neringszegel. Op de
lichtblauwe 25 Mk.
ziet men een vuurto
ren met op de achter
grond een landkaart.
Geen nieuwe aanmaak zegels
Nieuw Guinea
Propaganda voor het
verpleegstersberoep
Stichting gaat voorlichting
stimuleren
m m m m él,
1 'i 9 '9. 'M
0 H '9 B
a o a m o
s S D
a e. o o,
oMo
tójijo
msj3ja
n
iVW
Wi
m a m o
o arb mjh
ann ■o
O O o c.
Prometheus
24 februari: Sint-Matthias, aangewezen door het lot
Oplossing van de
vorige puzzel
RAAD VAN STATE
CORRESPONDENTIE-A DRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
'if'SL
'o o m '9
H mm
m
WÊ i
Sarnia, hoort ge mij?
Wolven in Italië
Canis lupus
Hoe leeft de wolf?
Het is geen toeval, dat dit juist door
onze Zuiderburen geschiedt. Dank zij de
steun en het streven van hun koningin
Elisabeth heeft de naam België immers
de laatste decennia in de muzikale we
reld een goede klank gekregen. Deze spe
ciale postzegeluitgifte door een staat,
welke tijdens Mozarts leven in minder
nauwe relaties met hem stond dan boven
genoemde landen, is er een bewijs temeer
voor, dat men daar de muziek een warm
hart toedraagt.
Men heeft het zich o.m. tof een plicht
gerekend mede te werken aan de stichting
van een internationaal fonds, waartoe
reeds in 1954 door de oprichting van het
zogenaamde „Pro Mozart-werk" in diver
se landen het initiatief werd genomen.
Dit fonds is bestemd om voor een gedeel
te de kosten te dekken van een nieuwe
uitgave van de volledige werken van Mo
zart. De onvolledige vorige uitgave da
teert uit de tweede helft van de vorige
eeuw. Besloten werd om onder bescher
ming van de „Internationale Stiftung
Mozarteum" te Salzburg te komen tot een
herziene en verbeterde herdruk, een uit
gave welke ongetwijfeld het mooiste en
duurzaamste monument is dat ter ver
heerlijking van deze geniale musicus kan
worden opgericht. Tot dit doel dient dan
ook de toeslag, welke op deze nieuwe Bel
gische emissie wordt geheven.
mmü
Van de drie zegels valt op de hoogste
waarde 4 fr. 2 fr. op het portret in een
medaillon van koningin Elisabeth, aan
wie zoals gezegd het muzikale leven in
België zoveel te danken heeft. Daarnaast
komt een harp voor met op de achter
grond de eerste maten van het allegro van
een Mozart-sonate, die in 1763 te Brussel
werd geschreven. In datzelfde jaar Mo
zart was toen zeven trad de knaap op
dn het paleis van Karei van Lotharingen
te Brussel; de gevel van dit gebouw vindt
men op de 80+20 ct. Tenslotte komt op
de 2 fr.+l fr. Mozart voor naar een schil
derij, welke in diez'elfde tijd van hem
werd vervaardigd en die zich thans in
Salzburg bevindt.
Bij het verschijnen van deze nieuwe
reeks willen we hier nog eens wijzen op
een bepaald terrein van de filatelie, op
een hobby tot het verzamelen van postze
gels die op muziek, meer in het bijzonder
op componisten betrekking hebben.
Om ons tot Mozart b.v. te bepalen, de
zegels van de laatste weken kunnen daar
bij een mooie grondslag vormen. Maar
»m»i«
De manier waarop de DUITSE
DEMOCRATISCHE REPUBLIEK
HAAR MOZART-UITGIFTE in om
loop brengt is niet fraai, maar de
zegels zelf zijn het ivèl.
ook in vroegere jaren werden enkele
postzegels aan hem gewijd. Wij noemen
hier de 5 kr. uit de Oostenrijkse compo
nistenserie van 1922; voorts de in 1941
toen het 150 jaar was geleden dat Mozart
overleed verschenen serie Bohemen
en Moravië, waarop de componist en het
concerttheater te Salzburg voorkomen. In
hetz'elfde jaar werd ook in Duitsland de
aandacht hierop gevestigd door een 6 Pf.
met een Mozart-kop.
Aan zulk een collectie zou voorts o.m.
kunnen worden toegevoegd de in 1948 in
Oostenrijk uitgegeven serie wederopbouw
kathedraal van Salzburg, waar Mozart in
1799 organist was. Eveneens is hier een
plaats in te ruimen voor de verscheidene
zegels van datzelfde land met de St.-
Stephanus-kathedraal te Wenen, waaraan
de musicus na zijn terugkeer in Oosten
rijk in 1790 als organist was verbonden.
Wij zijn hier op het gebied van de beeld-
filatelie aangeland, een wijze van verza
melen, waar de laatste jaren veel aan
dacht aan wordt geschonken en waaraan
ook naar onze mening wel degelijk veel
plezier en voldoening valt te beleven.
Frankrijk. Als eerste nieuw zegel
in 1956 kwam in omloop een 15 fr. (licht
blauw) met het belfort van Douai erop,
terwijl op 22 februari een blauwe 15 fr.
zal verschijnen 'bij gelegenheid van het
feit, dat vóór veertig jaar kolonel Driant
overleed. Voorts komt op 3 maart nog een
30 fr.; dan is het 40 jaar geleden dat
in de eerste wereldoorlog de slag om
Verdun plaats vond.
Monaco. Verzamelaars van dit landje
en in het algemeen zij die er behoefte aan
hebben hun collectie uit te breiden ten
voordele van de schatkist van dit vorsten
dom, kannen binnenkort weer in hun
portemonnaie tasten. Er komt hier o.m.
een serie FIFEX; dit is de naam van de
binnenkort in New York te houden inter
nationale postzegeltentoonstelling en men
heeft het nodig gevonden om met het oog
hierop een reeks van negen stuks uit te
geven. Voorts komen er 2 zegels Olym
pische Spelen: een 15 fr. Cortina d'Am
pezzo en een 30 fr. Melbourne. Vervol
gens een 100 fr. 26ste Rally van Monte
Carlo. Tenslotte worden de onverkochte
waarden van de reeks portzegels 1953
(tête-bêche) overdrukt en veranderd in
gewone en luchtpostzegels; het betreft
hier 22 exemplaren. De nominale waar
de van el deze nieuwtjes in totaal 34
stuks beloopt een kleine duiz'end fr.
O o s t e n r ij k. In 1947 lag er reeds een
ontwerp gereed voor een zegel, dat zou
worden uitgegeven, wanneer Oostenrijk
tot de Ver. Naties zou toetreden. Het
heeft tot 16 februari 1.1. geduurd eer het
tot een werkelijke uitgifte kon komen. De
roodbruine 2.40 S. toont een in aanbouw
zijnde muur, die voltooid wordt met het
plaatsen van een steen, waarin het Oos
tenrijkse wapen is gebeeldhouwd.
Vaticaan. Een serie luchtpostzegels
van drie exemplaren niet een enkel ze
gel zoals eerder werd gemeld zal bin
nenkort verschijnen ter ere van de aarts
engel Gabriël, die in januari 1952 door
Paus Pius XII werd uitgeroepen tot pa
troon van posterijen, telefoon en telegra
fie. De afbeeldingen dezer zegels zijn ont
leend aan kunstwerken en Leonardo da
Vici, Melozzo da Orli en Pietro Caval-
lini.
Hamilton
(1757—1804)
wordt be
schouwd als
een van de
stichters van
de Ver. Sta
ten. Hij
genoot o.m.
het vertrou
wen van
Washington
en behoorde
tot de meest
gezochte ad
vocaten in
N. York. In
1786 werd
hij lid van de Wetgevende Vergadering
van N. York en droeg later veel bij tot
het ontwerpen van een grondwet. Als se
cretaris van financiën deed hij veel tot
het instellen van een gezond geldelijk be
heer in Amerika.
Van de volgende voor de frankering
geldige zegels van Ned. Nieuw Guinea,
zal de bestaande voorraad worden uitver
kocht; zij zullen hierna niet opnieuw
worden gedrukt.
1. de zegels in het cijfertype van Krim
pen.
2. de zegels (type Hartz) met de beelte
nis van H. M. de Koningin en face.
3. het zegel (type Hartz) van 80 ct. met
de beeltenis van H. M. de Koningin en
profil.
Ver. Naties. Op 7 april a.s. komen
twee z'egels in koers, gewijd aan de We
reld Gezondheids Organisatie, waarvan
het symbool een met lauwertakken
omkranste wereldbol waarboven een es
culaap op beide exemplaren voorkomt.
Als randschrift werden wederom gebruikt
de woorden: „Verenigde Naties" in vijf
talen, alsmede op de 3 ct (blauwgroen) de
letters WHO (World Health Organisa
tion) en op de 8 ct (geel) de letters OMS
(Organisation Mondiale Sanitaire).
Ver. Staten. Een zwarte 5 dollar zal
op 19 maart in omloop komen met een
portret er op van Alexander Hamilton,
zoals hij voorkomt op een schilderij van
John Trumbull in het Nationale Museum
te Washington. Deze postzegel vormt de
vijftiende in de nieuwe reeks van 18 ze
gels voor normaal gebruik.
Namens de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid heeft de directeur
van de volksgezondheid, de heer H. J.
Dijkhuis, arts, dezfer dagen de eerste ver
gadering van de raad van afgevaardigden
van de Stichting tot algemene voorlich
ting over het beroep van verplegenden
voortzetting van het Florence Nigh
tingale herdenkingscomité geopend.
Deze Stichting heeft zich tot taak ge
steld bij het jonge meisje belangstelling
te wekken voor het verpleegstersberoep.
Met een enkel cijfer toonde spreker
aan, dat de belangstelling voor het beroep
niet is gedaald zoals wel eens wordt
verondersteld maar dat de behoefte
aan verpleegsters is toegenomen. In 1946
werden ca. 1400 diploma's A uitgereikt,
in 1953 bedroeg dit aantal ca. 2100.
De gestegen behoefte kan o.m. blijken
uit de zeer sterke uitbreiding van het
aantal ziekenhuisbedden. Ten opzichte
van 1937 is dit aantal met 35% toegeno
men. Daar komt nog bij, dat dank zij
de ontwikkeling van de medische weten
schap een steeds grotere specialisatie
de inschakeling van steeds meer ver
pleegsters vergt.
Ook het sociaal-hygiënische werk is in
de na-oorlogse jaren tot grote ontplooiing
gekomen. De heer Dijkhuis dacht hier
in het bijzonder aan reumatiekbestrijding,
kankerbestrijding, revalidatie, moeder-
schapszorg en kinderhygiëne. Dit werk
ligt voor een groot deel in handen van
de verpleegsters, die hier vooral op het
terrein van voorlichting en preventie bij
zonder waardevol werk verrichten.
De voorzitter van het stichtingsbestuur,
zr. L„ baronesse van Hogendorp, wees
er in haar dankwoord op, dat de voor-
i lichting uiteindelijk wordt overgelaten
aan de organisaties, welke in de stichting
samenwerken. De stichting zal vooral sti
mulerend werken door algemene richt
lijnen aan te geven en materiaal te ver
zamelen.
In de stichting werken samen vrijwel
alle verenigingen op verplegings- en so
ciaal-hygiënisch gebied, alsmede de orga
nisaties van verplegenden.
js iDig sasrsï
r
No. 2096. 18 februari 1956.
Redacteur: G. J. A. VAN DAM,
Vossiiusstraat 18-B, Amsterdam-z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p, postzegel
voor antwoord insluiten.
SNAPSHOTS UIT DE WEDSTRIJD OM
HET KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND.
De strijd om de persoonlijke titel van
landskampioen is dit jaar weer bijzonder
interessant en verrassend. Vandaag en
morgen worden de elfde en twaalfde ron
de gespeeld en momenteel is er nog steeds
een gedrang om de eerste plaats. Koplo
per was en is op het ogenblik nog de
Rotterdammer. J. M. Bom, met (l?f,
tiende ronde) 13 uit 9 partijen, onmiddel
lijk gevolgd door ir. G. E. van i->U
met 13 uit 10 en deze op de voet
gevolgd door Wim de Jong en de
jeugdige Terlouw, ieder met 12 uit
Terlouw speelt voor de eerste keer mede
en zijn debuut is veelbelovend, hoewel
gemis aan wedstrijd-routine (op dit ni
veau) hem nog al eens kansen heeft doen
verspelen. Onze veelvoudige kampioen
R. C. Keiler speelde tot dusver aanzien
lijk beneden zijn kracht, terwijl ook de
verwachtingen ten aanzien van r. uor-
dijn en W. Huisman hoger waren ge
steld. Deze beide laatste spelers behaal
den tot de tiende ronde 10 punten uit 9
partijen, en Keiler precies het gemiddel
de van 10 uit 10.
Onder de vier hoogst geplaatste deel
nemers kan echter nog van alles gebeu
ren, vooral omdat de ontmoetingen, die
Bom nog voor de boeg heeft hem zwaar
dere eisen zullen stellen dan zijn rivalen
te wachten staan. Vooral Van Dijk heeft
in de resterende partijen niet zulke ge
vaarlijke tegenstanders meer als Bom,
Wim de Jong en Terlouw nog tegenover
zich krijgen.
Het vorig jaar waren tegen het einde
de verrassingen van zodanige aard, dat
niemand he definitieve uitslag met ze
kerheid kon voorspellen. Ook nu zijn nog
plotselinge „verschuivingen" (op het bord
zowel als in rangorde) mogelijk.
Hieronder een tweetal mooie partij
fragmenten uit deze spannende wedstrijd.
gekregen. Het heeft niet zo mogen zijn.
Dammen is, evenmin als schaken, een
kansspel, maar toch spelen ook hier soms
psychische, soms fysische factoren een
zódanige rol, dat het eindresultaat, even
als in lichamelijke sporten, er aanzien
lijk door kan worden beïnvloed. Daarom
ook blijven dammen en schaken m.i. een
„kunst" en is het beslist geen „weten
schap'', althans niet voor wat het prak
tisch spel betreft. Hoe onberekenbaar het
wedstrijdspel blijft bewijzen deze twee
partijfragmenten. Térlouw had hier kun
nen winnen door 2933!. 40. 38 x20 26
31. 41. 37x17, 19—24. 42. 20x29, 16—21.
43. 27x7, 18x47 (niet naar 49, dat loopt
remise). 44. 35x24, 13—19. 45. 24x13,
47x48. Uit! Bom wag dan nu geen „kop
loper" geweest.
In no. 3306 zat het Keiler niét en Van
Dijk wèl mee. Van Dijk, die door mooi
spel een doorbraak naar dam had ge
forceerd, zij het ten koste van twee schij
ven, speelde hier 8—2. Keiler, nog over
rompeld door de zo pas beëindigde com
binatie van zijn tegenstander, zag er geen
gat meer in en gaf de partij óp. Hierdoor
incasseerde ir. Van Dijk twee punten,
terwijl Keiler de remise in handen had
door 1923, want op 216 zou zijn ge
volgd 611!!, wit moet dan drie schij
ven slaan (weliswaar verrassend) met
16x40, en zwart maakt met 32—38 enz.
remise.
Ook grootmeesters kunnen falen! Kijk
dus niet te snel op uzelf neer!
VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD
Vier nieuwe openingscombinaties
(20X20)
No. 3301. No. 3302.
JÊ. 'Uk W.
9 f f i
I^BJB BI D_
0 '9
O Él D
O B O B 8
Stand: Zw. 1—7, 10
—21 23, 25. Wit
26—28 30—32, 34,
35, 37—40, 42—49.
Wit sp. en wint een
schijf, (v. D.)
Stand: Zw. 1—7 9
—13 15—19, 21, 23,
24. Wit 25 26, 28,
31—33, 35, 37, 38,
4050. Wit sp. en
forceert tenminste
schijfwinst. (v. D.).
No. 3303.
No. 3304.
0 SfJI
I i i
Wy Wy
1 i 1 1
Z*®" Y/Y/,
8 O
po O
O O O
I 9l8 i J
tij! 'O
StandZw. 19,
11 13—15 17—19,
21* 23—25.' Wit 26,
28' 31—40, 4245,
47—50. Wit sp, en
wint 1 schijf. (v.D.)
Stand: Zw. 1, 3
13, 15—19, 23 24,
26. Wit 25, 27, 28,
31—33 35—38, 40
—47, 49 50. Wit
speeit 2530, wat
mag zwart wèl en
wat mag hij niét
antwoorden?
(v. D.)
Deze vier openingscombinaties van mij
zijn opgenomen in de „Verzameling
20x20 standen" van de heren dr. K. Ve-
nema en G. L. Gortmans. Ook deze com
binaties zijn nog niet eerder gepubliceerd
en wellicht kunnen zij de liefhebbers nog
een prettig uurtje bezorgen. De oplossin
gen worden gaarne tegemoet, gezien aan
het boven deze rubriek vermelde adres
tot 28 februari a.s.
timm
In de afgelopen maand januari heeft Amerika Benjamin Franklin
herdacht. De „Prometheus (pro-mee-tuis) van Philadelphia immers
werd de 17e januari 1706 te Boston geboren. Dat is dus twee-en-
een-halve-eeuw geleden.
Prometheus roofde voor de mensen
het vuur uit de hemel; tot straf werd
hij aan een rots geketend. De reus
Heraclés bevrijdde hem.
Philadelphia, stad „der broederlijke
liefde" en de „geboorteplaats der na
tie" dankt aan Benjamin Franklin
voor een deel zijn opkomst. Aan de
Benjamin Franklin Parkway bevinden
zich zijn culturele gebouwen.
Benjamin kwam uit een groot gezin.
Zijn vader was knecht in een zeepzie-
derij en kaarsenmaker. Hij hoorde
van verschillende zijden, dat zijn Ben
een goeie kop voor de studie had. De
mensen vonden, dat hij dóór moest
leren. Maar ze vertelden er niet bij,
waar vader Franklin de centen van
daan moest halen om de studie te be
kostigen! Hij kon Ben best gebruiken
om hem de zorgen van het huisgezin
wat te verlichten. Tussen Ben en zijn
oudste broer, die een drukkerij leidde,
wou het niet boteren. Er schoot voor
de zoveel jongere broer weinig anders
over dan naar een andere baas uit te
zien. Die vond hij nu juist in de stad
„der broederlijke liefde", in Philadel
phia. Daar vestigde hij in 1728 een
eigen drukkerij.
We zullen Franklin hier niet be
schouwen als drukker, schrijver,
staatsman, diplomaat of politicus', zijn
veelzijdige belangstelling richtte zich
nu eenmaal op verschillende vraag
stukken. Liever willen we iets vertel
len, hoe hij aan die naam Prometheus
is gekomen.
In de maand september 1752 zagen
de buren van Franklin iets raars: va
der en zoon trokken er gezamenlijk
met een vlieger op uit! En dat, terwijl
er duidelijk een zwaar onweer boven
de stad broeide.
De twee Franklins hadden evenwel
geen gewone vlieger geconstrueerd:
Geen speelgoedvlieger. Maar een zeer
bijzondere. Een met een metalen punt
op de middenlat. Terwijl onder aan
het touw een doodgewone huissleutel
bungelde, voorzien van een zijden
snoer, dat Benjamin in de hand hield.
Het noodweer barstte los, toen de
vlieger zich boven een schuilhut be
vond. Franklin-senior hoopte nu maar,
dat zijn „speelgoed" getroffen zou
worden. Doch aanvankelijk bleek het
vliegerbot nog te droog. Maar toen de
regen het vochtig maakte en de man.
een stukje metaal in de hand, met zijn
knokkels de sleutel naderde, wipte een
elektrische vonk van de sleutel op het
metaal over. Door de (droge) zijde, zijn
slechte „geleider'', gebeurde er met
Franklin niets. Had hij zich allèèn
van het natte bot bediend, een goede
geleider, dan had de proef waar
schijnlijk wel even anders uitgepakt.
Deze beroemde vliegerproef bewees,
dat de bliksem een elektrisch ver
schijnsel is. Ze legde de grondslagen
voor de constructie van bliksemaflei
ders. En dat die grondslagen deugde
lijk waren, werd enkele jaren later
proefondervindelijk aangetoond. Toen
plaatste Franklin op de woning van
een vriend de eerste bliksemafleider.
Deze werd door het hemelvuur getrof
fen. De spits begaf het, maar het huis
bleef gespaard. We zullen dus spitsen
moeten fabriceren, die de hitte van
de bliksemstraal kunnen doorstaan,
vond Franklin. Denk nu evenwel niet,
dat het tot een algemene toepassing
kwam. Zeer velen haalden meewarig
de schouders op, wanneer ze over de
nieuwe uitvinding hoorden. Benjamin
Franklin smaakte pas tegen het einde
van zijn lange leven hij is ruim
tachtig jaar oud geworden het ge
noegen tal van gebouwen met een blik
semafleider toegerust te zien. Het was
een goed geleidende stang, eindigend in
een scherpe punt. Het andere eind had
verbinding met de aarde. In de prak
tijk bleek ooit de actie-radius, de
werkingssfeer, van de spitse punt on
voldoende, zodat men iets anders ver
zon. Men bouwde om het te beveiligen
gebouw een metalen kooi, flink „ge
aard". Hoe meer spijlen, hoe meer
veiligheidhoe meer onkosten,
terwijl men de Franklinse spitsen toch
min of meer moest handhaven. Het
einde van het lied was, dat men het
tenslotte maar weer op die oude Ben
hield! Trouwens, het systeem-Frank-
lin noch het kooi-systeem Melsens
biedt waarborgen voor absolute be
scherming tegen inslag.
De Amerikanen van tegenwoordig
laten geen vliegers meer op om de
problemen aan de bliksem verbonden
te benaderen. Zij bestuderen het he
melvuur in het hoogste gebouw ter
wereld, Empire State Building. Deze
reus onder de wolkenkrabbers van
New York maakte de laatste jaren
vele tientallen keren met bliksemin
slag kennis, en bracht het er ongedeerd
af. De nieuwste bliksemafleiders eindi
gen, evenals die van Franklin, óók in
een spits, maar onder die spits bevindt
zich een radioactieve stof, welke, zo
te zeggen, de bliksem naar zich toe
trekt. Het is daardoor tevens mogelijk
de werkingssfeer belangrijk uit te
breiden.
Ook op dit terrein is erniets
nieuws onder de zon. De oude Egypl
tenaren kenden, eeuwen vóór het be
gin onzer jaartelling, de uitwerking
van spitsen met betrekking tot het,
hemelvuur. Oude inscripties gewagen
van hoge palen eindigend in vergulde,
metalen spitsen, welke de bliksem
aantrokken. De uitvinding van de
grote Franklin was dus, zó bekeken,
een tweedehandse.
Judas is verdwenen uit de rij
der discipelen; hij is heengegaan
naar zijn eigen plaats.
Het college der Apostelen telt
nog slechts elf leden. En twaalf is
het getal van Israels stammen. Bo
vendien is twaalf een heilig getal.
Het is het getal van Jacobs zonen;
van de artikelen des geloofs; van
de Sibyllen. „De muur der Stad
had twaalf grondvesten en daar
op twaalf namen, der twaalf Apos
telen des Lams", zegt een der laat
ste hoofdstukken uit de H. Schrift.
Het getal der verslagen apostel-
schaar, elf, moet met èèn worden
vergroot.
Sint-Petrus geeft de eisen aan,
waaraan de nieuwe Apostel zal
moeten voldoen. En dan wordt een
voordracht van twee personen op
gemaakt: Josef, Justus bijgenaamd
de rechtvaardige; en Matthias. Na
gebed wordt er geloot; het lot valt
op Matthias, en hij werd aan de
elf Apostelen toegevoegd.
Het is misschien vreemd, maar
verder vermeldt de H. Schrift over
Sint-Matthias niets meer. En toch
werd hij op aanwijzing van God in
de Apostelenschaar opgenomen.
Wie iets méér omtrent hem weten
wil, is aangewezen op de Gulden
Legende. Deze vermeldt, dat Mat
thias het evangelie verkondigde
in Judea en Jeruzalem. Hij schonk
er aan blinden het gezicht terug,
aan doven het gehoor, aan doden
het leven. De Joden namen zijn
prediking niet aan. Stenigden hem
en hieuwen hem het.hoofd af. Kei
zerin Helena bracht zijn relieken
naar Rome en naar Trier. Deze
laatste stad bezit een kerk aan
St.-Matthias gewijd, maar een ge
deelte van zijn stoffelijk overschot
moet zich óók in de kerk van de
H. Maria-de-Meerdere bevinden te
Rome, „onder een porfieren (pur
perkleurig gesteente) zerk'', vol
gens genoemde legende.
De Apostel wordt afgebeeld met
een bijl, een hellebaard, of een
zwaard.
1. Réaumur (ree-oo-muur)2. kan. 3.
braam. 4. braderij. 5. schavelen. 6.
langspeelplaat. 7. ketting. 8. vaars. 9.
atm. voor atmosfeer. 10. e(lektriciteit).
Vroeger jaren zag men dikwijls een
man langs de huizen gaan, die een
beer rondleidde, een bruine beer. Ter
wijl iemand anders met het centen
bakje collecteerde, voerde Bruintje
allerlei kunstjes uit. Een bewijs, dat
zo'n grote, logge beer heus niet te
dom is om wat te leren.
Ijsberen zijn evenmin dom. Luister
maar! Matrozen van een schip, dat de
noordelijke zeeën bevoer in de zui
delijke komen ijsberen niet voor
wilden graag een ijsbeer hebben. Niet
om hem kunstjes te laten doen. Maar
om zijn vacht. Die is veel geld waard,
tenminste, als ze niet beschadigd is.
De kunst was nu, aan een onbescha
digde vacht te komen. Maar hoe?
De matrozen legden een sterk stuk
touw op het ijs. Aan een eind draai
den ze een lus. In die lus legden ze een
zij spek. Ze dachten; als de ijsbeer
het spek uit' de lus wil halen met
zijn poot, trekken wij gauw de lus
aan en dan zit hij gevangen. Ze gin-
gen op de loer liggen. Het duurde met
-
No. 3305.
W. Terlouw
No. 3306.
R. C. Keiler
K. M. Bom Ir. G. E. van Dijk.
Stand: Zw. 3, 6, 11, Stand: Zw. 6, 15,
13 16, 18, 19, 21, 19, 32, 34. Wit 8, 31,
24' 26 29, 30. Wit 50. Wit aan zet.
22' 27,' 28, 32, 35—
38, 40, 42, 45, 48.
Wit aan zet.
In no. 3305 speelde Bom als 39ste zet:
4843?? Terlouw had toen kunnen win
nen en hierdoor wellicht de leiding kun
nen nemen, misschien zou hij zelfs de
titel hebben gewonnen en dan zou de
combinatie, welke hU nu met zwart kon
uitvoeren historische bekendheid hebben
(Schaakredacteur H A. KOETSHEID,
Huize St. Bernardus, Sassenheim)
(Zaterdag 18 februari 1956).
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK.
Deze keer weer twee tweezet-proble-
men, waarvoor we twee eerste prijzen
beschikbaar stellen. Wat de kwaliteit be
treft, moeten we zeggen, dat wij No. 7373
boven No. 7374 prefereren.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 7367. C Goldschmeding. Opl. 1. e2—
e4 dreigt 2. Ra3b4:tt. De zet 1. e3 pa
reert zwart door 1Rg5e7; en 1.
Kcl door 1Pd3t.
No. 7368. P. A. Koetsheid en J. Hartong.
Opl. 1. Te8c8 dreiging 2. Db7—d7t enz.
1Dd3: 2. Pb4tt. Kd4, 3. Pc2tt 1.
Rd3: 2. Pe7t, Kd4, 3. Pf5ft, 1
Tb4, 2. Rc4tt. 1Rd3:, 2. Pe7tt. Kd4:,
Pf5tt, 1Kc5, 2. De7t enz.. 1.
Tb4, 2. Rc4tt, Kc4:, 3. Pd4ft. 1Tb6:
2. Df7f enz.
GOEDE OPLOSSINGEN.
Beide problemen werden goed opgelost
door J. K. Blom, Rotterdam; J. Dickhaut.
Nijmegen; L. M. Hageman, Den Haag; P.
v d. Heijden, Budelschoot; B. Kouwen-
hoven, Rotterdam; J. Raam, Velsen; Paul
Raschdorf, Hannover; W. Verbon, Delft;
C. v. d. Weijde. Rotterdam.
No. 7367 doorDr. R. Bromberg, Roer
mond; P. W. Dekker, Rotterdam; W. H.
Haring, Schipluiden; P. de Jong, Rotter
dam; M. Nieuwstadt. Kaatsheuvel; F. U.
J, H. Witte, Rotterdam.
No. 7373.
H. HERMANSON.
Ie prijs Arbejder Skak 1954 n.'
Mat in 2 zetten.
/////////A 'V////Y///Y A
No. 7374.
J. N. VATJLAKOV.
Ie prijs Schachmaty 1953.
Mat in 2 zetten.
cZ
Het volgende spel is een uitstekende
oefening voor sterke spelers. Het gaat om
de altijd moeilijke kwestie van het afwe
gen der diverse kansen en de conclusies,
die daaruit getrokken moeten worden.
OOST
WEST
A B 8 6 3
G H 10 9
O 5 3
H B 5
0 H 10 9 4
C? A B 7 5
O A 2
«f» A 6
OW zijn, zonder tegenbieden van NZ,
in 6 Schoppen terecht gekomen, te spe
len door west.
Noord komt uit met Ruitenvrouw, de
onaangenaamste kleur welke bij OW aan
gevallen kan worden.
Juist is, direct Ruitenaas te nemen en
troef te trekken. Vallen de 0 bij NZ 2:2,
dan is er geen kou meer in de lucht,
want hierna kan Klaveraas, Klaverheer
gespeeld worden en dan een Klavertje
afgetroefd in oost. Oost speelt dan Ruiten
na en de tegenpartij, die nu aan slag komt,
moet óf Harten spelen zodat geen Har
tenslag verloren gaat of Ruiten dan
wel Klaveren, zodat in oost getroefd kan
worden en west zijn derde Harten kan
opruimen.
Moeilijk wordt het spel echter als
zoals in de praktijk gebeurde noord
Schoppenvrouw sec bleek te hebben. Als
nu drie malen troef wordt gespeeld, is
er geen troef in oost meer over als daar
nog Klaveren moet worden ingetroefd.
Wordt twee malen troef gespeeld, dan kan
zuid later met Ruiten aan slag komende
gewoon troef naspelen en moet west
Hartenvrouw tóch „zoeken".
Een technisch goede speelwijze is als
de troeven 3:1 vallen met de Vrouw sec
de troeven te halen en dan Hartenheer
en Hartenaas te spelen. Valt de Harten
vrouw. dan wordt zelfs groot-slam ge
maakt en als de Hartenvrouw niet valt,
kan altijd nog het snijden in Klaveren ge
probeerd worden, om de verliezende Rui
ten op te ruimen.
Tegen zwakke spelers is een aardig
plan, drie malen troef te halen en dan
Ruiten te spelen. Misschien verleent de
tegenpartij nu hulp. door Ruiten of Har
ten na te trekken. Tegen sterke spelers
moet men echter niet al te zeer op der
gelijke presentjes rekenen.
Nog een redelijk plan is, drie malen
troef spelen, dan Klaverenaas en Klave-
renheer en dan Klaverenboer. Gooit
noord de Klaverenvrouw, dan in oost een
Ruiten opruimen! Durft noord nu geen
Ruiten te spelen en trekt hij Harten of
Klaveren, dan is het contract gewonnen.
Een laatste en zeker niet slechtste
plan is, het toch op het snijden van Har
tenvrouw te laten aankomen. Dus: drie
malen troef en dan Ruiten na net zo
als tegen de zwakke spelers! Zuid aan
slag speelt Klaveren en west maakt, met
aftroeven mee, drie slagen in die kleur.
Langzamerhand moet dan al het een en
ander over de kaartverdeling bekend zijn.
West weet nu b.v., dat noord 1 Schoppen
en drie Klaveren had en vermoedelijk niet
meer dan vijf Ruitens. Het is natuurlijk
toch nog allemaal gissen doch het komt
wel eens voor, dat west zéér duidelijke
gegevens verkrijgt, b-v. als noord de der
de Klaveren niet meer zou bekennen!
Daar noord dan slechts één Schoppen en
twee Klavertjes gehad heeft en omdat
hij niets bpod zeker geen zevenk^art in
Ruiten is de kans op lange Hartqns bij
noord groot en moet west de Hartensnit
over noord maken.
Zuiver academisch is het speelplan: drie
malen troef en dan Hartenaas en Harten-
heer het beste. Doch met academisch
bridge komt men niet altijd het verste en
tegen véle tegenstanders verdient het aan
beveling ze maar eens een keerje aan
slag te brengen misschien maken ze wel
de beslissende fout!
MIMIR
lang of daar kwam een witjas aange
wandeld. Hij rook het spek. Pakte het
met de rechter poot uit de lus. En
streek met de klauw van de linker
het touw weg, dat om de rechter zat.
Eén-nul voor de ijsbeer!
De matrozen pro-beerden het nog een
keer. De ijsbeer schoof de lus een
voudig dicht en pakte toen het vlees
weg. De mannen keken lelijk op hun
neus!
Ik weet wat we doen moeten, zei
de stuurman. We maken een kuil m
in die kuil leggen we een stuk spek.
Boven de opening van de kuil komt
de lus. En over de lus de sneeuw. De
beer zal het vlees ruiken. Hij wil het
met een poot uit de kuil halen. Moet
door de lus met die poot. En dan trek
ken wij het touw aan.
Zo gezegd, zo gedaan. Het kostte
nogal wat moeite en graven. De rest
ging haast vanzelf. De sneeuw pakte
bijzonder goed. En ook, de beer liet
het niet aan medewerking ontbreken.
Snuffelde om de kuil rond. Begon
voorzichtig de sneeuw weg te krab
ben. Smeet mét de sneeuw de ver
raderlijke lus weg. Maakte zich mees
ter van het heerlijke hapje en sukkel
de ermee naar zee. De matrozen had
den het nakijken!
Strenge winter in Amerika. De te
legraafkabel tussen Port-Huron en
Port-Sarnia, door breed water van
elkaar gescheiden, geeft het op. Wat
te doen? Iemand krijgt 'n reuzen-idee!
Bestelt een locomotief en geeft seinen
met de stoomfluit. Korte, lange, vol
gens het gewone receift aan elke tele
grafist bekend. Bij „ontleding" komt
de vraag te voorschijn: „Sarnia, hoort
ge mij?" Van de overzijde laat het
antwoord niet lang op zich wachten:
„Wij horen u!"
De telegrafische gemeenschap tussen
beide "plaatsen is nu hersteld.
Het kind van een spoorwegambte
naar speelt op de spoorbaan. Het heeft
geen erg in een aanstormende loco
motief. De vader gilt het uit. Iemand
haalt het wicht tussen de kaken van
de dood uit. Ongedeerd. De overge
lukkige vader leert hem de telegraaf
bedienen. Hij wordt telegrafist pa»
veertien jaar oud.
Deze iemand en de iemand van
Port-Huron en Port-Sarnia zijn de
zelfde persoon: Thomas Alva Edison!
(1847-1931). Vroeger krantenjongen
op de Grand-Trunk-baan. Nederlands
bloed in zijn aderen. „De tovenaar van
Menlo Park", 40 km van New York
gelegen, de plaats, waar later zijn fa
brieken stonden.
Tovenaar?
Zoals de wereld er mjar weinig ge
kend heeft.
Zijn doofheid beschouwde hij als
een gelukkige eigenschap; des te beter
kan ik mijn aandacht aan mijn werk
schenken!
1400 patenten staan op zijn naam.
Belangrijkste uitvindingen? Fono
graaf microfoon treintelegraaf
elektrisch gloeilicht cinematograaf
enz. enz. Zo gaan er geen twaalf
in een dozijn!
Volgens de dagbladen maken troe
pen hongerige wolven het Italiaanse
bergland onveilig. Herders moeten in
felle sneeuwstormen ware veldslagen
leveren om hun kudden tegen de wol
ven te beschermen. De dieren bemoei
lijken de bevoorrading van inge
sneeuwde dorpen.
De wolf offici«el is zijn van-*
canis lupus behoort tot de famiïïe
der honden, de canidae. Vroeger jaren
kwam hij vrijwel in geheel Europa
voor; nog in 1894 werden er in de
Elsasz acht neergelegd. Tegenwoordig
maakt hij het bergland van Italië,
van Spanje en Portugal onveilig. In
het hoge noorden van Scandinavië, de
Balkan, Polen en Rusland leven er
nog heel wat, en van verschillend ras.
Vooral 's winters wagen deze wolven
zich tot dicht bij dorpen en steden.
De magere wolfdieren met hun
'spitse snuit, scheef geplaatste ogen en
ingetrokken buik vormen voor de
mensen een echte plaag. Lang geleden
leefden er ook in ons land, op de
zandgronden, heel wat van deze die
ren. Thans komen zij in Nederland,
België, geheel Engeland en Ierland,
Denemarken, Frankrijk en Duitsland
nagenoeg niet meer voor.
De wolf geniet geen al te beste
reputatie. Hij geldt als het zinnebeeld
der vraatzucht en der gierigheid.
Christus, de goede herder, waar
schuwt tegen de huurling, die geen
hart heeft voor zijn schapen en „de
wolf rooft en verstrooit ze". Zodoen
de is de wolf symbool der ketterij,
die de H. Kerk van haar kinderen
berooft. Sint-Remaclus, bisschop van
Maastricht, wordt wel afgebeeld met
een wolf aan zijn zijde; hij verdreef
de wolf uit de omgeving van Stave-
lot, waar hij eveneens woonde, als
abt. En iedereen kent de legende van
St.-Franciscus, die de boze wolf van
Gubbio berispte.
De kinderen in het oude Rome ge
bruikten een lupinus, een bepaalde
boon, bij hun spelen in plaats van geld.
Dit woord houdt verband met lupus,
wolf. Trouwens, ook de stichters der
eeuwige stad, Romulus en Remus, de
tweelingbroers, zouden iets met wol
ven te maken hebben gehad: een wol
vin bracht hen groot en de herder
Faustulus voedde hen op.
Gedurende de lente en de zomer
vrij eenzaam, 's Winters vormen wol
ven troepen, aangevoerd door een lei
der. Zulke benden zien tegen uitge
breide zwerftochten niet op, ze leggen
soms tientallen kilometers per nacht
af. Als ze de kans krijgen, vallen ze
paarden, runderen en zelfs beren aan;
mensen gaan ze liever zoveel moge
lijk uit de weg. In de omgeving van
boerderijen, landbouwdorpen e.d. ma
ken ze graag op honden jacht, terwijl
ze nogal liefst door velen beschouwd
worden als de verre voorvaders van
9nze huishonden! Van je familie moet
je het maar hebben!
Volgens Brehm zal één wolf voor
een man met een knuppel op zij gaan;
hij is zo laf als hij mager is! Maar
voor vrouwen, kinderen, slapenden,
koestert hij geen vrees.
De wolvin brengt ieder jaar 48
jongen groot, die aanvankelijk blind
zijn. De Duitse bioloog, Fritz Bley,
heeft het ergens over een wolvengezin,
hij vertelt van een voorbeeldige vader,
een „Mustervater", die voedsel voor de
jpngen aansleepte, méér, zegt hij, zo
„iemand" is een zeldzaamheid onder de
wolven! Over hele afstanden kwam
hij met het voer aanzetten, braakte het
uit vóór het hol, en gaf het vrouw en
kroost te eten!
Jagers weten de roofdieren met aas
te lokken. Betrekken de wacht. En
schieten de aansluipende rovers neer.
Bij drijfjachten wordt méér lokaas
neergelegd. Een groot bos met in
petroleum gedrenkte touwen afgezet.
De wolven durven daar niet onder
door. Drijvers jagen hen de kant uit.
waar de jagers zioh bevinden. En
dezen leggen de angstige dieren ge
makkelijk neer.
Bley stelt, dat in het hoge noordeé
gevangen, jonge wolven worden opg«*
fokt met het doel hen te kruisen m*
honden. Ook de bastaarden van wol
en hond zijn vruchtbaar.