V0DR30HG W OC/D HOE MOET IK SPELEN SCHAKEN «w1 DE HEILIGE VAN DE WEEK HET GRABBELTONNETJE EVEN AANDACHT VOOR I 1706-1956 Vóór 250 jaar werd de Prometheus van Philadelphia geboren is m& Bridge-Rubriek Roooo ZATERDAG 18 FEBRUARI 1956 PAGINA 6 *5 Tf AN AF 5 MAART zijn in België verkrijgbaar de reeds eerder aangekondigde herdenkingszegels ter gelegenheid van het Mozart-jaar. Na Oostenrijk en de posterijen van de Duitse Bonds republiek en de Duitse Democratische Republiek brengt hiermede ook België een postale hulde aan deze grote componist. DM-m-EGf Nieuwe uitgiften Finland. Het feit dat Rusland de bez'et- tinguit Porkkala heeft teruggetrokken en dit vlootsteunpunt weder om aan de Finnen is teruggegeven was o.m. aanleiding tot het uit geven van een herin neringszegel. Op de lichtblauwe 25 Mk. ziet men een vuurto ren met op de achter grond een landkaart. Geen nieuwe aanmaak zegels Nieuw Guinea Propaganda voor het verpleegstersberoep Stichting gaat voorlichting stimuleren m m m m él, 1 'i 9 '9. 'M 0 H '9 B a o a m o s S D a e. o o, oMo tójijo msj3ja n iVW Wi m a m o o arb mjh ann ■o O O o c. Prometheus 24 februari: Sint-Matthias, aangewezen door het lot Oplossing van de vorige puzzel RAAD VAN STATE CORRESPONDENTIE-A DRES POSTBUS 8, HILVERSUM 'if'SL 'o o m '9 H mm m WÊ i Sarnia, hoort ge mij? Wolven in Italië Canis lupus Hoe leeft de wolf? Het is geen toeval, dat dit juist door onze Zuiderburen geschiedt. Dank zij de steun en het streven van hun koningin Elisabeth heeft de naam België immers de laatste decennia in de muzikale we reld een goede klank gekregen. Deze spe ciale postzegeluitgifte door een staat, welke tijdens Mozarts leven in minder nauwe relaties met hem stond dan boven genoemde landen, is er een bewijs temeer voor, dat men daar de muziek een warm hart toedraagt. Men heeft het zich o.m. tof een plicht gerekend mede te werken aan de stichting van een internationaal fonds, waartoe reeds in 1954 door de oprichting van het zogenaamde „Pro Mozart-werk" in diver se landen het initiatief werd genomen. Dit fonds is bestemd om voor een gedeel te de kosten te dekken van een nieuwe uitgave van de volledige werken van Mo zart. De onvolledige vorige uitgave da teert uit de tweede helft van de vorige eeuw. Besloten werd om onder bescher ming van de „Internationale Stiftung Mozarteum" te Salzburg te komen tot een herziene en verbeterde herdruk, een uit gave welke ongetwijfeld het mooiste en duurzaamste monument is dat ter ver heerlijking van deze geniale musicus kan worden opgericht. Tot dit doel dient dan ook de toeslag, welke op deze nieuwe Bel gische emissie wordt geheven. mmü Van de drie zegels valt op de hoogste waarde 4 fr. 2 fr. op het portret in een medaillon van koningin Elisabeth, aan wie zoals gezegd het muzikale leven in België zoveel te danken heeft. Daarnaast komt een harp voor met op de achter grond de eerste maten van het allegro van een Mozart-sonate, die in 1763 te Brussel werd geschreven. In datzelfde jaar Mo zart was toen zeven trad de knaap op dn het paleis van Karei van Lotharingen te Brussel; de gevel van dit gebouw vindt men op de 80+20 ct. Tenslotte komt op de 2 fr.+l fr. Mozart voor naar een schil derij, welke in diez'elfde tijd van hem werd vervaardigd en die zich thans in Salzburg bevindt. Bij het verschijnen van deze nieuwe reeks willen we hier nog eens wijzen op een bepaald terrein van de filatelie, op een hobby tot het verzamelen van postze gels die op muziek, meer in het bijzonder op componisten betrekking hebben. Om ons tot Mozart b.v. te bepalen, de zegels van de laatste weken kunnen daar bij een mooie grondslag vormen. Maar »m»i« De manier waarop de DUITSE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK HAAR MOZART-UITGIFTE in om loop brengt is niet fraai, maar de zegels zelf zijn het ivèl. ook in vroegere jaren werden enkele postzegels aan hem gewijd. Wij noemen hier de 5 kr. uit de Oostenrijkse compo nistenserie van 1922; voorts de in 1941 toen het 150 jaar was geleden dat Mozart overleed verschenen serie Bohemen en Moravië, waarop de componist en het concerttheater te Salzburg voorkomen. In hetz'elfde jaar werd ook in Duitsland de aandacht hierop gevestigd door een 6 Pf. met een Mozart-kop. Aan zulk een collectie zou voorts o.m. kunnen worden toegevoegd de in 1948 in Oostenrijk uitgegeven serie wederopbouw kathedraal van Salzburg, waar Mozart in 1799 organist was. Eveneens is hier een plaats in te ruimen voor de verscheidene zegels van datzelfde land met de St.- Stephanus-kathedraal te Wenen, waaraan de musicus na zijn terugkeer in Oosten rijk in 1790 als organist was verbonden. Wij zijn hier op het gebied van de beeld- filatelie aangeland, een wijze van verza melen, waar de laatste jaren veel aan dacht aan wordt geschonken en waaraan ook naar onze mening wel degelijk veel plezier en voldoening valt te beleven. Frankrijk. Als eerste nieuw zegel in 1956 kwam in omloop een 15 fr. (licht blauw) met het belfort van Douai erop, terwijl op 22 februari een blauwe 15 fr. zal verschijnen 'bij gelegenheid van het feit, dat vóór veertig jaar kolonel Driant overleed. Voorts komt op 3 maart nog een 30 fr.; dan is het 40 jaar geleden dat in de eerste wereldoorlog de slag om Verdun plaats vond. Monaco. Verzamelaars van dit landje en in het algemeen zij die er behoefte aan hebben hun collectie uit te breiden ten voordele van de schatkist van dit vorsten dom, kannen binnenkort weer in hun portemonnaie tasten. Er komt hier o.m. een serie FIFEX; dit is de naam van de binnenkort in New York te houden inter nationale postzegeltentoonstelling en men heeft het nodig gevonden om met het oog hierop een reeks van negen stuks uit te geven. Voorts komen er 2 zegels Olym pische Spelen: een 15 fr. Cortina d'Am pezzo en een 30 fr. Melbourne. Vervol gens een 100 fr. 26ste Rally van Monte Carlo. Tenslotte worden de onverkochte waarden van de reeks portzegels 1953 (tête-bêche) overdrukt en veranderd in gewone en luchtpostzegels; het betreft hier 22 exemplaren. De nominale waar de van el deze nieuwtjes in totaal 34 stuks beloopt een kleine duiz'end fr. O o s t e n r ij k. In 1947 lag er reeds een ontwerp gereed voor een zegel, dat zou worden uitgegeven, wanneer Oostenrijk tot de Ver. Naties zou toetreden. Het heeft tot 16 februari 1.1. geduurd eer het tot een werkelijke uitgifte kon komen. De roodbruine 2.40 S. toont een in aanbouw zijnde muur, die voltooid wordt met het plaatsen van een steen, waarin het Oos tenrijkse wapen is gebeeldhouwd. Vaticaan. Een serie luchtpostzegels van drie exemplaren niet een enkel ze gel zoals eerder werd gemeld zal bin nenkort verschijnen ter ere van de aarts engel Gabriël, die in januari 1952 door Paus Pius XII werd uitgeroepen tot pa troon van posterijen, telefoon en telegra fie. De afbeeldingen dezer zegels zijn ont leend aan kunstwerken en Leonardo da Vici, Melozzo da Orli en Pietro Caval- lini. Hamilton (1757—1804) wordt be schouwd als een van de stichters van de Ver. Sta ten. Hij genoot o.m. het vertrou wen van Washington en behoorde tot de meest gezochte ad vocaten in N. York. In 1786 werd hij lid van de Wetgevende Vergadering van N. York en droeg later veel bij tot het ontwerpen van een grondwet. Als se cretaris van financiën deed hij veel tot het instellen van een gezond geldelijk be heer in Amerika. Van de volgende voor de frankering geldige zegels van Ned. Nieuw Guinea, zal de bestaande voorraad worden uitver kocht; zij zullen hierna niet opnieuw worden gedrukt. 1. de zegels in het cijfertype van Krim pen. 2. de zegels (type Hartz) met de beelte nis van H. M. de Koningin en face. 3. het zegel (type Hartz) van 80 ct. met de beeltenis van H. M. de Koningin en profil. Ver. Naties. Op 7 april a.s. komen twee z'egels in koers, gewijd aan de We reld Gezondheids Organisatie, waarvan het symbool een met lauwertakken omkranste wereldbol waarboven een es culaap op beide exemplaren voorkomt. Als randschrift werden wederom gebruikt de woorden: „Verenigde Naties" in vijf talen, alsmede op de 3 ct (blauwgroen) de letters WHO (World Health Organisa tion) en op de 8 ct (geel) de letters OMS (Organisation Mondiale Sanitaire). Ver. Staten. Een zwarte 5 dollar zal op 19 maart in omloop komen met een portret er op van Alexander Hamilton, zoals hij voorkomt op een schilderij van John Trumbull in het Nationale Museum te Washington. Deze postzegel vormt de vijftiende in de nieuwe reeks van 18 ze gels voor normaal gebruik. Namens de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft de directeur van de volksgezondheid, de heer H. J. Dijkhuis, arts, dezfer dagen de eerste ver gadering van de raad van afgevaardigden van de Stichting tot algemene voorlich ting over het beroep van verplegenden voortzetting van het Florence Nigh tingale herdenkingscomité geopend. Deze Stichting heeft zich tot taak ge steld bij het jonge meisje belangstelling te wekken voor het verpleegstersberoep. Met een enkel cijfer toonde spreker aan, dat de belangstelling voor het beroep niet is gedaald zoals wel eens wordt verondersteld maar dat de behoefte aan verpleegsters is toegenomen. In 1946 werden ca. 1400 diploma's A uitgereikt, in 1953 bedroeg dit aantal ca. 2100. De gestegen behoefte kan o.m. blijken uit de zeer sterke uitbreiding van het aantal ziekenhuisbedden. Ten opzichte van 1937 is dit aantal met 35% toegeno men. Daar komt nog bij, dat dank zij de ontwikkeling van de medische weten schap een steeds grotere specialisatie de inschakeling van steeds meer ver pleegsters vergt. Ook het sociaal-hygiënische werk is in de na-oorlogse jaren tot grote ontplooiing gekomen. De heer Dijkhuis dacht hier in het bijzonder aan reumatiekbestrijding, kankerbestrijding, revalidatie, moeder- schapszorg en kinderhygiëne. Dit werk ligt voor een groot deel in handen van de verpleegsters, die hier vooral op het terrein van voorlichting en preventie bij zonder waardevol werk verrichten. De voorzitter van het stichtingsbestuur, zr. L„ baronesse van Hogendorp, wees er in haar dankwoord op, dat de voor- i lichting uiteindelijk wordt overgelaten aan de organisaties, welke in de stichting samenwerken. De stichting zal vooral sti mulerend werken door algemene richt lijnen aan te geven en materiaal te ver zamelen. In de stichting werken samen vrijwel alle verenigingen op verplegings- en so ciaal-hygiënisch gebied, alsmede de orga nisaties van verplegenden. js iDig sasrsï r No. 2096. 18 februari 1956. Redacteur: G. J. A. VAN DAM, Vossiiusstraat 18-B, Amsterdam-z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p, postzegel voor antwoord insluiten. SNAPSHOTS UIT DE WEDSTRIJD OM HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. De strijd om de persoonlijke titel van landskampioen is dit jaar weer bijzonder interessant en verrassend. Vandaag en morgen worden de elfde en twaalfde ron de gespeeld en momenteel is er nog steeds een gedrang om de eerste plaats. Koplo per was en is op het ogenblik nog de Rotterdammer. J. M. Bom, met (l?f, tiende ronde) 13 uit 9 partijen, onmiddel lijk gevolgd door ir. G. E. van i->U met 13 uit 10 en deze op de voet gevolgd door Wim de Jong en de jeugdige Terlouw, ieder met 12 uit Terlouw speelt voor de eerste keer mede en zijn debuut is veelbelovend, hoewel gemis aan wedstrijd-routine (op dit ni veau) hem nog al eens kansen heeft doen verspelen. Onze veelvoudige kampioen R. C. Keiler speelde tot dusver aanzien lijk beneden zijn kracht, terwijl ook de verwachtingen ten aanzien van r. uor- dijn en W. Huisman hoger waren ge steld. Deze beide laatste spelers behaal den tot de tiende ronde 10 punten uit 9 partijen, en Keiler precies het gemiddel de van 10 uit 10. Onder de vier hoogst geplaatste deel nemers kan echter nog van alles gebeu ren, vooral omdat de ontmoetingen, die Bom nog voor de boeg heeft hem zwaar dere eisen zullen stellen dan zijn rivalen te wachten staan. Vooral Van Dijk heeft in de resterende partijen niet zulke ge vaarlijke tegenstanders meer als Bom, Wim de Jong en Terlouw nog tegenover zich krijgen. Het vorig jaar waren tegen het einde de verrassingen van zodanige aard, dat niemand he definitieve uitslag met ze kerheid kon voorspellen. Ook nu zijn nog plotselinge „verschuivingen" (op het bord zowel als in rangorde) mogelijk. Hieronder een tweetal mooie partij fragmenten uit deze spannende wedstrijd. gekregen. Het heeft niet zo mogen zijn. Dammen is, evenmin als schaken, een kansspel, maar toch spelen ook hier soms psychische, soms fysische factoren een zódanige rol, dat het eindresultaat, even als in lichamelijke sporten, er aanzien lijk door kan worden beïnvloed. Daarom ook blijven dammen en schaken m.i. een „kunst" en is het beslist geen „weten schap'', althans niet voor wat het prak tisch spel betreft. Hoe onberekenbaar het wedstrijdspel blijft bewijzen deze twee partijfragmenten. Térlouw had hier kun nen winnen door 2933!. 40. 38 x20 26 31. 41. 37x17, 19—24. 42. 20x29, 16—21. 43. 27x7, 18x47 (niet naar 49, dat loopt remise). 44. 35x24, 13—19. 45. 24x13, 47x48. Uit! Bom wag dan nu geen „kop loper" geweest. In no. 3306 zat het Keiler niét en Van Dijk wèl mee. Van Dijk, die door mooi spel een doorbraak naar dam had ge forceerd, zij het ten koste van twee schij ven, speelde hier 8—2. Keiler, nog over rompeld door de zo pas beëindigde com binatie van zijn tegenstander, zag er geen gat meer in en gaf de partij óp. Hierdoor incasseerde ir. Van Dijk twee punten, terwijl Keiler de remise in handen had door 1923, want op 216 zou zijn ge volgd 611!!, wit moet dan drie schij ven slaan (weliswaar verrassend) met 16x40, en zwart maakt met 32—38 enz. remise. Ook grootmeesters kunnen falen! Kijk dus niet te snel op uzelf neer! VOOR ONZE LADDER-WEDSTRIJD Vier nieuwe openingscombinaties (20X20) No. 3301. No. 3302. JÊ. 'Uk W. 9 f f i I^BJB BI D_ 0 '9 O Él D O B O B 8 Stand: Zw. 1—7, 10 —21 23, 25. Wit 26—28 30—32, 34, 35, 37—40, 42—49. Wit sp. en wint een schijf, (v. D.) Stand: Zw. 1—7 9 —13 15—19, 21, 23, 24. Wit 25 26, 28, 31—33, 35, 37, 38, 4050. Wit sp. en forceert tenminste schijfwinst. (v. D.). No. 3303. No. 3304. 0 SfJI I i i Wy Wy 1 i 1 1 Z*®" Y/Y/, 8 O po O O O O I 9l8 i J tij! 'O StandZw. 19, 11 13—15 17—19, 21* 23—25.' Wit 26, 28' 31—40, 4245, 47—50. Wit sp, en wint 1 schijf. (v.D.) Stand: Zw. 1, 3 13, 15—19, 23 24, 26. Wit 25, 27, 28, 31—33 35—38, 40 —47, 49 50. Wit speeit 2530, wat mag zwart wèl en wat mag hij niét antwoorden? (v. D.) Deze vier openingscombinaties van mij zijn opgenomen in de „Verzameling 20x20 standen" van de heren dr. K. Ve- nema en G. L. Gortmans. Ook deze com binaties zijn nog niet eerder gepubliceerd en wellicht kunnen zij de liefhebbers nog een prettig uurtje bezorgen. De oplossin gen worden gaarne tegemoet, gezien aan het boven deze rubriek vermelde adres tot 28 februari a.s. timm In de afgelopen maand januari heeft Amerika Benjamin Franklin herdacht. De „Prometheus (pro-mee-tuis) van Philadelphia immers werd de 17e januari 1706 te Boston geboren. Dat is dus twee-en- een-halve-eeuw geleden. Prometheus roofde voor de mensen het vuur uit de hemel; tot straf werd hij aan een rots geketend. De reus Heraclés bevrijdde hem. Philadelphia, stad „der broederlijke liefde" en de „geboorteplaats der na tie" dankt aan Benjamin Franklin voor een deel zijn opkomst. Aan de Benjamin Franklin Parkway bevinden zich zijn culturele gebouwen. Benjamin kwam uit een groot gezin. Zijn vader was knecht in een zeepzie- derij en kaarsenmaker. Hij hoorde van verschillende zijden, dat zijn Ben een goeie kop voor de studie had. De mensen vonden, dat hij dóór moest leren. Maar ze vertelden er niet bij, waar vader Franklin de centen van daan moest halen om de studie te be kostigen! Hij kon Ben best gebruiken om hem de zorgen van het huisgezin wat te verlichten. Tussen Ben en zijn oudste broer, die een drukkerij leidde, wou het niet boteren. Er schoot voor de zoveel jongere broer weinig anders over dan naar een andere baas uit te zien. Die vond hij nu juist in de stad „der broederlijke liefde", in Philadel phia. Daar vestigde hij in 1728 een eigen drukkerij. We zullen Franklin hier niet be schouwen als drukker, schrijver, staatsman, diplomaat of politicus', zijn veelzijdige belangstelling richtte zich nu eenmaal op verschillende vraag stukken. Liever willen we iets vertel len, hoe hij aan die naam Prometheus is gekomen. In de maand september 1752 zagen de buren van Franklin iets raars: va der en zoon trokken er gezamenlijk met een vlieger op uit! En dat, terwijl er duidelijk een zwaar onweer boven de stad broeide. De twee Franklins hadden evenwel geen gewone vlieger geconstrueerd: Geen speelgoedvlieger. Maar een zeer bijzondere. Een met een metalen punt op de middenlat. Terwijl onder aan het touw een doodgewone huissleutel bungelde, voorzien van een zijden snoer, dat Benjamin in de hand hield. Het noodweer barstte los, toen de vlieger zich boven een schuilhut be vond. Franklin-senior hoopte nu maar, dat zijn „speelgoed" getroffen zou worden. Doch aanvankelijk bleek het vliegerbot nog te droog. Maar toen de regen het vochtig maakte en de man. een stukje metaal in de hand, met zijn knokkels de sleutel naderde, wipte een elektrische vonk van de sleutel op het metaal over. Door de (droge) zijde, zijn slechte „geleider'', gebeurde er met Franklin niets. Had hij zich allèèn van het natte bot bediend, een goede geleider, dan had de proef waar schijnlijk wel even anders uitgepakt. Deze beroemde vliegerproef bewees, dat de bliksem een elektrisch ver schijnsel is. Ze legde de grondslagen voor de constructie van bliksemaflei ders. En dat die grondslagen deugde lijk waren, werd enkele jaren later proefondervindelijk aangetoond. Toen plaatste Franklin op de woning van een vriend de eerste bliksemafleider. Deze werd door het hemelvuur getrof fen. De spits begaf het, maar het huis bleef gespaard. We zullen dus spitsen moeten fabriceren, die de hitte van de bliksemstraal kunnen doorstaan, vond Franklin. Denk nu evenwel niet, dat het tot een algemene toepassing kwam. Zeer velen haalden meewarig de schouders op, wanneer ze over de nieuwe uitvinding hoorden. Benjamin Franklin smaakte pas tegen het einde van zijn lange leven hij is ruim tachtig jaar oud geworden het ge noegen tal van gebouwen met een blik semafleider toegerust te zien. Het was een goed geleidende stang, eindigend in een scherpe punt. Het andere eind had verbinding met de aarde. In de prak tijk bleek ooit de actie-radius, de werkingssfeer, van de spitse punt on voldoende, zodat men iets anders ver zon. Men bouwde om het te beveiligen gebouw een metalen kooi, flink „ge aard". Hoe meer spijlen, hoe meer veiligheidhoe meer onkosten, terwijl men de Franklinse spitsen toch min of meer moest handhaven. Het einde van het lied was, dat men het tenslotte maar weer op die oude Ben hield! Trouwens, het systeem-Frank- lin noch het kooi-systeem Melsens biedt waarborgen voor absolute be scherming tegen inslag. De Amerikanen van tegenwoordig laten geen vliegers meer op om de problemen aan de bliksem verbonden te benaderen. Zij bestuderen het he melvuur in het hoogste gebouw ter wereld, Empire State Building. Deze reus onder de wolkenkrabbers van New York maakte de laatste jaren vele tientallen keren met bliksemin slag kennis, en bracht het er ongedeerd af. De nieuwste bliksemafleiders eindi gen, evenals die van Franklin, óók in een spits, maar onder die spits bevindt zich een radioactieve stof, welke, zo te zeggen, de bliksem naar zich toe trekt. Het is daardoor tevens mogelijk de werkingssfeer belangrijk uit te breiden. Ook op dit terrein is erniets nieuws onder de zon. De oude Egypl tenaren kenden, eeuwen vóór het be gin onzer jaartelling, de uitwerking van spitsen met betrekking tot het, hemelvuur. Oude inscripties gewagen van hoge palen eindigend in vergulde, metalen spitsen, welke de bliksem aantrokken. De uitvinding van de grote Franklin was dus, zó bekeken, een tweedehandse. Judas is verdwenen uit de rij der discipelen; hij is heengegaan naar zijn eigen plaats. Het college der Apostelen telt nog slechts elf leden. En twaalf is het getal van Israels stammen. Bo vendien is twaalf een heilig getal. Het is het getal van Jacobs zonen; van de artikelen des geloofs; van de Sibyllen. „De muur der Stad had twaalf grondvesten en daar op twaalf namen, der twaalf Apos telen des Lams", zegt een der laat ste hoofdstukken uit de H. Schrift. Het getal der verslagen apostel- schaar, elf, moet met èèn worden vergroot. Sint-Petrus geeft de eisen aan, waaraan de nieuwe Apostel zal moeten voldoen. En dan wordt een voordracht van twee personen op gemaakt: Josef, Justus bijgenaamd de rechtvaardige; en Matthias. Na gebed wordt er geloot; het lot valt op Matthias, en hij werd aan de elf Apostelen toegevoegd. Het is misschien vreemd, maar verder vermeldt de H. Schrift over Sint-Matthias niets meer. En toch werd hij op aanwijzing van God in de Apostelenschaar opgenomen. Wie iets méér omtrent hem weten wil, is aangewezen op de Gulden Legende. Deze vermeldt, dat Mat thias het evangelie verkondigde in Judea en Jeruzalem. Hij schonk er aan blinden het gezicht terug, aan doven het gehoor, aan doden het leven. De Joden namen zijn prediking niet aan. Stenigden hem en hieuwen hem het.hoofd af. Kei zerin Helena bracht zijn relieken naar Rome en naar Trier. Deze laatste stad bezit een kerk aan St.-Matthias gewijd, maar een ge deelte van zijn stoffelijk overschot moet zich óók in de kerk van de H. Maria-de-Meerdere bevinden te Rome, „onder een porfieren (pur perkleurig gesteente) zerk'', vol gens genoemde legende. De Apostel wordt afgebeeld met een bijl, een hellebaard, of een zwaard. 1. Réaumur (ree-oo-muur)2. kan. 3. braam. 4. braderij. 5. schavelen. 6. langspeelplaat. 7. ketting. 8. vaars. 9. atm. voor atmosfeer. 10. e(lektriciteit). Vroeger jaren zag men dikwijls een man langs de huizen gaan, die een beer rondleidde, een bruine beer. Ter wijl iemand anders met het centen bakje collecteerde, voerde Bruintje allerlei kunstjes uit. Een bewijs, dat zo'n grote, logge beer heus niet te dom is om wat te leren. Ijsberen zijn evenmin dom. Luister maar! Matrozen van een schip, dat de noordelijke zeeën bevoer in de zui delijke komen ijsberen niet voor wilden graag een ijsbeer hebben. Niet om hem kunstjes te laten doen. Maar om zijn vacht. Die is veel geld waard, tenminste, als ze niet beschadigd is. De kunst was nu, aan een onbescha digde vacht te komen. Maar hoe? De matrozen legden een sterk stuk touw op het ijs. Aan een eind draai den ze een lus. In die lus legden ze een zij spek. Ze dachten; als de ijsbeer het spek uit' de lus wil halen met zijn poot, trekken wij gauw de lus aan en dan zit hij gevangen. Ze gin- gen op de loer liggen. Het duurde met - No. 3305. W. Terlouw No. 3306. R. C. Keiler K. M. Bom Ir. G. E. van Dijk. Stand: Zw. 3, 6, 11, Stand: Zw. 6, 15, 13 16, 18, 19, 21, 19, 32, 34. Wit 8, 31, 24' 26 29, 30. Wit 50. Wit aan zet. 22' 27,' 28, 32, 35— 38, 40, 42, 45, 48. Wit aan zet. In no. 3305 speelde Bom als 39ste zet: 4843?? Terlouw had toen kunnen win nen en hierdoor wellicht de leiding kun nen nemen, misschien zou hij zelfs de titel hebben gewonnen en dan zou de combinatie, welke hU nu met zwart kon uitvoeren historische bekendheid hebben (Schaakredacteur H A. KOETSHEID, Huize St. Bernardus, Sassenheim) (Zaterdag 18 februari 1956). DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK. Deze keer weer twee tweezet-proble- men, waarvoor we twee eerste prijzen beschikbaar stellen. Wat de kwaliteit be treft, moeten we zeggen, dat wij No. 7373 boven No. 7374 prefereren. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 7367. C Goldschmeding. Opl. 1. e2— e4 dreigt 2. Ra3b4:tt. De zet 1. e3 pa reert zwart door 1Rg5e7; en 1. Kcl door 1Pd3t. No. 7368. P. A. Koetsheid en J. Hartong. Opl. 1. Te8c8 dreiging 2. Db7—d7t enz. 1Dd3: 2. Pb4tt. Kd4, 3. Pc2tt 1. Rd3: 2. Pe7t, Kd4, 3. Pf5ft, 1 Tb4, 2. Rc4tt. 1Rd3:, 2. Pe7tt. Kd4:, Pf5tt, 1Kc5, 2. De7t enz.. 1. Tb4, 2. Rc4tt, Kc4:, 3. Pd4ft. 1Tb6: 2. Df7f enz. GOEDE OPLOSSINGEN. Beide problemen werden goed opgelost door J. K. Blom, Rotterdam; J. Dickhaut. Nijmegen; L. M. Hageman, Den Haag; P. v d. Heijden, Budelschoot; B. Kouwen- hoven, Rotterdam; J. Raam, Velsen; Paul Raschdorf, Hannover; W. Verbon, Delft; C. v. d. Weijde. Rotterdam. No. 7367 doorDr. R. Bromberg, Roer mond; P. W. Dekker, Rotterdam; W. H. Haring, Schipluiden; P. de Jong, Rotter dam; M. Nieuwstadt. Kaatsheuvel; F. U. J, H. Witte, Rotterdam. No. 7373. H. HERMANSON. Ie prijs Arbejder Skak 1954 n.' Mat in 2 zetten. /////////A 'V////Y///Y A No. 7374. J. N. VATJLAKOV. Ie prijs Schachmaty 1953. Mat in 2 zetten. cZ Het volgende spel is een uitstekende oefening voor sterke spelers. Het gaat om de altijd moeilijke kwestie van het afwe gen der diverse kansen en de conclusies, die daaruit getrokken moeten worden. OOST WEST A B 8 6 3 G H 10 9 O 5 3 H B 5 0 H 10 9 4 C? A B 7 5 O A 2 «f» A 6 OW zijn, zonder tegenbieden van NZ, in 6 Schoppen terecht gekomen, te spe len door west. Noord komt uit met Ruitenvrouw, de onaangenaamste kleur welke bij OW aan gevallen kan worden. Juist is, direct Ruitenaas te nemen en troef te trekken. Vallen de 0 bij NZ 2:2, dan is er geen kou meer in de lucht, want hierna kan Klaveraas, Klaverheer gespeeld worden en dan een Klavertje afgetroefd in oost. Oost speelt dan Ruiten na en de tegenpartij, die nu aan slag komt, moet óf Harten spelen zodat geen Har tenslag verloren gaat of Ruiten dan wel Klaveren, zodat in oost getroefd kan worden en west zijn derde Harten kan opruimen. Moeilijk wordt het spel echter als zoals in de praktijk gebeurde noord Schoppenvrouw sec bleek te hebben. Als nu drie malen troef wordt gespeeld, is er geen troef in oost meer over als daar nog Klaveren moet worden ingetroefd. Wordt twee malen troef gespeeld, dan kan zuid later met Ruiten aan slag komende gewoon troef naspelen en moet west Hartenvrouw tóch „zoeken". Een technisch goede speelwijze is als de troeven 3:1 vallen met de Vrouw sec de troeven te halen en dan Hartenheer en Hartenaas te spelen. Valt de Harten vrouw. dan wordt zelfs groot-slam ge maakt en als de Hartenvrouw niet valt, kan altijd nog het snijden in Klaveren ge probeerd worden, om de verliezende Rui ten op te ruimen. Tegen zwakke spelers is een aardig plan, drie malen troef te halen en dan Ruiten te spelen. Misschien verleent de tegenpartij nu hulp. door Ruiten of Har ten na te trekken. Tegen sterke spelers moet men echter niet al te zeer op der gelijke presentjes rekenen. Nog een redelijk plan is, drie malen troef spelen, dan Klaverenaas en Klave- renheer en dan Klaverenboer. Gooit noord de Klaverenvrouw, dan in oost een Ruiten opruimen! Durft noord nu geen Ruiten te spelen en trekt hij Harten of Klaveren, dan is het contract gewonnen. Een laatste en zeker niet slechtste plan is, het toch op het snijden van Har tenvrouw te laten aankomen. Dus: drie malen troef en dan Ruiten na net zo als tegen de zwakke spelers! Zuid aan slag speelt Klaveren en west maakt, met aftroeven mee, drie slagen in die kleur. Langzamerhand moet dan al het een en ander over de kaartverdeling bekend zijn. West weet nu b.v., dat noord 1 Schoppen en drie Klaveren had en vermoedelijk niet meer dan vijf Ruitens. Het is natuurlijk toch nog allemaal gissen doch het komt wel eens voor, dat west zéér duidelijke gegevens verkrijgt, b-v. als noord de der de Klaveren niet meer zou bekennen! Daar noord dan slechts één Schoppen en twee Klavertjes gehad heeft en omdat hij niets bpod zeker geen zevenk^art in Ruiten is de kans op lange Hartqns bij noord groot en moet west de Hartensnit over noord maken. Zuiver academisch is het speelplan: drie malen troef en dan Hartenaas en Harten- heer het beste. Doch met academisch bridge komt men niet altijd het verste en tegen véle tegenstanders verdient het aan beveling ze maar eens een keerje aan slag te brengen misschien maken ze wel de beslissende fout! MIMIR lang of daar kwam een witjas aange wandeld. Hij rook het spek. Pakte het met de rechter poot uit de lus. En streek met de klauw van de linker het touw weg, dat om de rechter zat. Eén-nul voor de ijsbeer! De matrozen pro-beerden het nog een keer. De ijsbeer schoof de lus een voudig dicht en pakte toen het vlees weg. De mannen keken lelijk op hun neus! Ik weet wat we doen moeten, zei de stuurman. We maken een kuil m in die kuil leggen we een stuk spek. Boven de opening van de kuil komt de lus. En over de lus de sneeuw. De beer zal het vlees ruiken. Hij wil het met een poot uit de kuil halen. Moet door de lus met die poot. En dan trek ken wij het touw aan. Zo gezegd, zo gedaan. Het kostte nogal wat moeite en graven. De rest ging haast vanzelf. De sneeuw pakte bijzonder goed. En ook, de beer liet het niet aan medewerking ontbreken. Snuffelde om de kuil rond. Begon voorzichtig de sneeuw weg te krab ben. Smeet mét de sneeuw de ver raderlijke lus weg. Maakte zich mees ter van het heerlijke hapje en sukkel de ermee naar zee. De matrozen had den het nakijken! Strenge winter in Amerika. De te legraafkabel tussen Port-Huron en Port-Sarnia, door breed water van elkaar gescheiden, geeft het op. Wat te doen? Iemand krijgt 'n reuzen-idee! Bestelt een locomotief en geeft seinen met de stoomfluit. Korte, lange, vol gens het gewone receift aan elke tele grafist bekend. Bij „ontleding" komt de vraag te voorschijn: „Sarnia, hoort ge mij?" Van de overzijde laat het antwoord niet lang op zich wachten: „Wij horen u!" De telegrafische gemeenschap tussen beide "plaatsen is nu hersteld. Het kind van een spoorwegambte naar speelt op de spoorbaan. Het heeft geen erg in een aanstormende loco motief. De vader gilt het uit. Iemand haalt het wicht tussen de kaken van de dood uit. Ongedeerd. De overge lukkige vader leert hem de telegraaf bedienen. Hij wordt telegrafist pa» veertien jaar oud. Deze iemand en de iemand van Port-Huron en Port-Sarnia zijn de zelfde persoon: Thomas Alva Edison! (1847-1931). Vroeger krantenjongen op de Grand-Trunk-baan. Nederlands bloed in zijn aderen. „De tovenaar van Menlo Park", 40 km van New York gelegen, de plaats, waar later zijn fa brieken stonden. Tovenaar? Zoals de wereld er mjar weinig ge kend heeft. Zijn doofheid beschouwde hij als een gelukkige eigenschap; des te beter kan ik mijn aandacht aan mijn werk schenken! 1400 patenten staan op zijn naam. Belangrijkste uitvindingen? Fono graaf microfoon treintelegraaf elektrisch gloeilicht cinematograaf enz. enz. Zo gaan er geen twaalf in een dozijn! Volgens de dagbladen maken troe pen hongerige wolven het Italiaanse bergland onveilig. Herders moeten in felle sneeuwstormen ware veldslagen leveren om hun kudden tegen de wol ven te beschermen. De dieren bemoei lijken de bevoorrading van inge sneeuwde dorpen. De wolf offici«el is zijn van-* canis lupus behoort tot de famiïïe der honden, de canidae. Vroeger jaren kwam hij vrijwel in geheel Europa voor; nog in 1894 werden er in de Elsasz acht neergelegd. Tegenwoordig maakt hij het bergland van Italië, van Spanje en Portugal onveilig. In het hoge noorden van Scandinavië, de Balkan, Polen en Rusland leven er nog heel wat, en van verschillend ras. Vooral 's winters wagen deze wolven zich tot dicht bij dorpen en steden. De magere wolfdieren met hun 'spitse snuit, scheef geplaatste ogen en ingetrokken buik vormen voor de mensen een echte plaag. Lang geleden leefden er ook in ons land, op de zandgronden, heel wat van deze die ren. Thans komen zij in Nederland, België, geheel Engeland en Ierland, Denemarken, Frankrijk en Duitsland nagenoeg niet meer voor. De wolf geniet geen al te beste reputatie. Hij geldt als het zinnebeeld der vraatzucht en der gierigheid. Christus, de goede herder, waar schuwt tegen de huurling, die geen hart heeft voor zijn schapen en „de wolf rooft en verstrooit ze". Zodoen de is de wolf symbool der ketterij, die de H. Kerk van haar kinderen berooft. Sint-Remaclus, bisschop van Maastricht, wordt wel afgebeeld met een wolf aan zijn zijde; hij verdreef de wolf uit de omgeving van Stave- lot, waar hij eveneens woonde, als abt. En iedereen kent de legende van St.-Franciscus, die de boze wolf van Gubbio berispte. De kinderen in het oude Rome ge bruikten een lupinus, een bepaalde boon, bij hun spelen in plaats van geld. Dit woord houdt verband met lupus, wolf. Trouwens, ook de stichters der eeuwige stad, Romulus en Remus, de tweelingbroers, zouden iets met wol ven te maken hebben gehad: een wol vin bracht hen groot en de herder Faustulus voedde hen op. Gedurende de lente en de zomer vrij eenzaam, 's Winters vormen wol ven troepen, aangevoerd door een lei der. Zulke benden zien tegen uitge breide zwerftochten niet op, ze leggen soms tientallen kilometers per nacht af. Als ze de kans krijgen, vallen ze paarden, runderen en zelfs beren aan; mensen gaan ze liever zoveel moge lijk uit de weg. In de omgeving van boerderijen, landbouwdorpen e.d. ma ken ze graag op honden jacht, terwijl ze nogal liefst door velen beschouwd worden als de verre voorvaders van 9nze huishonden! Van je familie moet je het maar hebben! Volgens Brehm zal één wolf voor een man met een knuppel op zij gaan; hij is zo laf als hij mager is! Maar voor vrouwen, kinderen, slapenden, koestert hij geen vrees. De wolvin brengt ieder jaar 48 jongen groot, die aanvankelijk blind zijn. De Duitse bioloog, Fritz Bley, heeft het ergens over een wolvengezin, hij vertelt van een voorbeeldige vader, een „Mustervater", die voedsel voor de jpngen aansleepte, méér, zegt hij, zo „iemand" is een zeldzaamheid onder de wolven! Over hele afstanden kwam hij met het voer aanzetten, braakte het uit vóór het hol, en gaf het vrouw en kroost te eten! Jagers weten de roofdieren met aas te lokken. Betrekken de wacht. En schieten de aansluipende rovers neer. Bij drijfjachten wordt méér lokaas neergelegd. Een groot bos met in petroleum gedrenkte touwen afgezet. De wolven durven daar niet onder door. Drijvers jagen hen de kant uit. waar de jagers zioh bevinden. En dezen leggen de angstige dieren ge makkelijk neer. Bley stelt, dat in het hoge noordeé gevangen, jonge wolven worden opg«* fokt met het doel hen te kruisen m* honden. Ook de bastaarden van wol en hond zijn vruchtbaar.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 6