der wereldautomobielproduktie 36e R.A.I. Donderdag de Verkouden..? Logische ontwikkeling Grote belangstelling voor een autoshow waarin op iedere stand reeds de voorboden van de auto-van-overmorgen WOENSDAG 22 FEBRUARI 1956 PAGINA 5 „Droom" ivordt werkelijkheid De automatisering Roddelpraat KEELTABLETTEN Sterk desinfecterend STEEDS MEER AUTO'S 1 Pwsonernuto's 'Bedrijfsauto'» Motoirljwlejen mef motordyewielers Z6 '47 '48 %9 '50 'Si '52 SS I1 augushjs (Van een verslaggever) AMSTERDAM, maandag ZELDEN heeft een R.A.I.-tentoonstelling lang vóór de poorten van het R.A.I.-gebouw aan de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat officieel geopend werden, zo sterk in de belangstelling van de experts en van het in automobielen geïnteresseerde publiek gestaan als de 36e R.A.I. voor personenauto's, onderdelen en toebehoren die donderdag 23 februari a.s. officieel door de minister van Verkeer en Waterstaat geopend zal worden en die vervolgens, naar het zich laat aanzien, tot en met 4 maart een recórd aantal bezoekers en.aspirantkopers zal gaan trekken. De huidige, in zekere zin gespannen situatie in de wereld van de automobiel is daar niet vreemd aan. De auto mobielindustrie staat namelijk op het punt, een geheel nieuw en boeiend hoofdstuk toe te voegen aan de toch al bewogen historie van de moderne vervoermiddelen. Het is zeker bezijden de waarheid zo men zou beweren, dat de ontwikkeling der automobieltechniek gedurende, laat ons zeggen, het jongste decennium gestagneerd zou hebben. Integendeel. Zelfs zo men zich beperkt tot een oppervlakkige vergelijking van de automobiel uit de productie-1956, waarvan de R.A.I. nu een volledig over zicht zal gaan geven, en de auto anno-1946, komt men onmiddellijk tot de overtuiging, dat de automobielfa brieken in de achter ons liggende tien jaren verre van stil gezeten hebben en dat zij zich, bij het ontwerpen van de jaarlijkse nieuwe modellen, niet beperkt hebben tot het wijzigen van de lijn hunner, al of niet het oog bekorende doch met het karakter van de wagen slechts zéér zijdelings verwante, radiatorgrilles. Zelfs in de twee jaren, gelegen tussen de jongste ten toonstelling van personenwagens in het R.A.I.-gebouw en de tentoonstelling-1956, heeft de automobielindustrie praktisch over de gehele lijn opmerkelijke winst geboekt. Deze winst werd allereerst behaald in het produktie- proces zelf. Nieuwe legeringen, efficiënter werkmethoden aan de montagelijn, de perfectionering der massafabri- cage zonder het, vroeger daar wel eens uit voortvloei ende kwaliteitsverlies, de vervolmaking der assemblage methoden, dat alles heeft er toe bijgedragen dat tout court de wijze waarop men in 1956 een automobiel vervaardigt, langzamerhand het stadium der volmaakt heid is genaderd, ook al blijven er, variërend van land naar land en van fabriek naar fabriek, graduele ver schillen in de zorg waarmee men het produkt omringt alvorens het de fabriekspootten, klaar voor de weg, verlaat. Dat is het probleem. De automobieltechniek heeft gewoekerd met haar talenten en haar mogelijkheden. Men kan tegenwoordig zelfs met een klein wagentje en een klein budget hoge moyen nes rijden en het probleem zou niet eens bestaan als alle automobilisten maar over de vaardigheid beschikten die volkomen past bij de automobiel welke zij berijden, en als zij bovendien niet geconfronteerd werden met een wegennet dat niet in staat is geweest de ontwikkeling van de motorisch voortbewogen tractie op te vangen. l)e sensatie van de oktober-salon te Parijs en ongetwijfeld ook een der grote trekpleisters vim de R. A. dc nieuwe Citroen D. S. Daarnaast is er. vrijwel op alle fronten, j'hst geboekt op enige uiterst vitale pun- eh van de automobiel, Wij doelen daarbij °P de eerste plaats natuurlijk op het op hoeren van het motorvermogen in de ver houding liter/cylinderinhoud-p.k., doch wij schatten de vooruitgang bijvoorbeeld op het gebied van de remmen, schokbrekers, vering, het stuurmechanisme, de algemene technische betrouwbaarheid, wegligging, talvaardigheid en rijveillgheid tenminste ®ven hoog. Niettemin: deze ontwikkeling 's. langs reeds lang geëffende paden zeker let schoksgewijs gegaan. Alle vondsten van de jongste jaren j fs de scrvo-rcmbekrachtiging die. wat :'Pt "tincipe betreft, reeds uit de jaren wintig dateert hadden een lang ont wikkelingsproces achter dc rug- In vele Bevallen waren zij eerst op de racebanen onder hoge belasting beproefd en waren zij rctds, algemeen bekend en gewaardeerd alvorens zij ook tot de gewone automobie len doordrongen. Geen stagnatie dus, en evenmin een stabilisatie, doch Wèl een volkomen ioguche ontwikkeling zonder veel schokken en zonder veel sensaties. eü ^reekt er een ni8UW t!idPei',k vnr,ie R'A'1- zal men dit uidper k tJïiiw i Zlen aankomen- De auto- mobleltechmek zelf ként, voorlopig, blijk baar nog geen grenzen doch zij heeft, naarstig puttende uit haar steeds rijker wordende ervaring, enige andere grenzen wel degelijk bereikt met een produkt dat voor elk probleem dat het oplost twee nieuwe problemen in de wereld roept. Men zou. in het kort, de huidige situatie in de wereld van de automobiel als volgt kunnen kenschetsen Het is niet overdre ven als men de automobiel een instru ment met op de eerste plaats een dienende zaak een zegen voor het mensdom noemt. Het publiek, dat zich door de auto mobiel volledig liet veroveren, heeft dat vSKePen: de fabrikanten die hun produkt arpn? kten, hebben dat. eveneens be- dit ail1' Tegenover de positieve zijde van is nnis staat een negatieve kant. Daar dat ®erste plaats het verkeersprobleem den 1 al volledig opgelost kan wor- nmhi„ er voorlopig een steeds groeiend waVVi zal blijven omdat het tempo aiic i71611 aan €en oplossing werken kan iaff_en ?i °P technische gronden beduidend ook i *t an bet tempo waarin, dagelijks, aantal ederlan<i met een nog groeiend van gJ.0aJJto'3ezitters en met een legioen intensiteit" e,? ,bromficdse"' de verkeers- en hei Pog toeneemt. Daar is verder dat de aatl d belangrijker! het feit, woord ia Zelfmobielf abrikan ten ons tegen- mobielen lev«-V00r betaalbare prijs auto- onder de motneJ? m«t een felle krachtbron rkap en voor het overige voorzien van accessoires die het mogelijk maken, hoge snelheden en hoge moyennes te draaien zonder dat de bestuurder er nog blaren in zijn handen-, en zonder dat zijn passagiers cr hartkramp van behoe ven te krijgen, Om een concreet voorbeeld te geven: rijdt jn een Jaguar Mark VII of, bijvoor beeld, in een Mercedes 190. Heel zo'n koets is op hoge snelheden en felle acce leraties afgestemd. Zo gij achter het stuur zit, vraagt men slechts uw aandacht voor de toerenteller en zo gij. tussen Utrecht en Den Haag, bij toeval een blik werpt op dé snelheidsmeter, ontdekt gi.i. dat gij 170 km per uur zit te rijden met een gevoel alsof het er sléchts 120 waren. Het ge vaar ligt nu daar waar zo'n automobiel, die van nature ook bij 170 km per uur en méér inderdaad veilig is, toevallig in han den mocht komen van een automobilist Wiens „feeling" en wiens reactievermogen wèl tegen 120 km per uur opgewassen zijn, doch niét tegen de 170 km per uur welke hij in werkelijkheid zit te rijden. Als bij een snelheid van 180 km per uur deze automobilist voor een onverwachte situatie komt te staan die snel en accuraat handelen eist, dan is hij al zestig vólle meters verderop alvorens hij zijn „schrik- seconde" teboven is en hij vervolgens, met het gevaar en de crash nu vlak bij de hand. tè bruusk naar het stuur of naar de remmen grijpt. Zo men het anders wil stellen, zou men het aldus kunnen zeggen: er worden in 1956 geen uitgesproken slechte automo bielen meer gemaakt, er worden boven dien geen onveilige automobielen meer ge maakt; doch er zijn wèl automobielen aan de markt die gevaarlijk kunnen worden zo zij bereden worden door lieden die niet in staat zijn. het karakter van hun eigen wagen te doorgronden en zich daarnaar te gedragen 'bovendien. De DuitseLloyd: op de vorige RA. I. nog een Spartaanse ver schijning uit de lichtste klasse, nu met succes uitgegroeid tot een pit tige, goed geproportioneerde en com fortabele kleine icagen. De Chevrolet, „Bel Air" sportsedan, een der typische vertegenwoordigers uit de Amerikaanse middenprijs klasse: ruim, luxueus, comfortabel, leverbaar met „powerglide"-transmissie, en met voor het overige (in 6-cilinder- uilvoering) ruim 140 paarden onder de, opnieuw langer geworden motorkap, naamste details van de nieuwe „Deèsse" die, uiteraard, ook op de RAI een der belangrijkste trekpleisters zal blijken Een hydropneumatisch veersysteem, een servobekrachtiging op het stuur, de toe passing van schijfremmen op de voor assen (bij Citroën de aandrijfassen), een zelfdragende carrosserie van gedurfde lijn, met een plastic dak, een panoramische voorruit en zeer dunne portierstijlen, be horen tot de details van een wagen die, zeker uit technisch oogpunt, niet zou mis staan in de, nog steeds aanzwellende serie der „dreamcars", rijdende labora toria. automobielen-der-toekomst met de vervaardiging waarvan zich vooral de Amerikaanse automobielindustrie, onder aanvoering van General Motors en Ford, bezig houdt. En wat nu deze „dreamcars"- aangaat, heeft men wel eens verondersteld, dat zij veel eerder uit de publicity-departe- ments dan uit de researchafdelingen dei- fabrieken stamden. Zij golden als show stukken, paradepaarden en blikvangers doch men erkent nu algemeen, dat zij inderdaad voorlopers zijn van de auto- mobiel-van-overmorgen, waarbij, naa» men verwacht, de motor zonder carbura tor doch met directe brandstofinspuiting (onder meer door de Mercedesfabriek in races met succes getest) algemene toe passing zal vinden, voorzover de automo bielindustrie nu al niet in het openbaar zowel als achter de coulissen naarstig flirtende is met een geheel andere kracht bron: de turbinemotor of vondsten als die van de Engelse mister Ferguson. In deze sfeer circuleren vooral sedert het verschijnen van de nieuwe Citroën talloze geruchten omtrent dat wat er in de tekenkamers en laboratoria der fa brieken wordt uitgebroed. Enkele dezer geruchten zijn reeds Juist gebleken. Fiat, de befaamde Turijnse fabriek die pas nog sensatie verwekte met het, ook ter R.A.I. geëxposeerde Multipla-model van het jongste en kleinste succespaard uit de Turijnse stallen, de „600", komt in 1957 inderdaéd met een „400"; een volwassen automobiel, voortgedreven door een krachtbron met een cylinderinhoud waar- aan men vijftien jaar geleden in het frame van een motorfiets nauwelijks vol doende leek te hebben. En de Renaultfabriék rijdt, op Corsica, al proef met een vloot „Dauphines", af- geleid uit de befaamde ,,Quat' Chevaux" en onder meer bedoeld als een Frans wa- i pen in de strijd tegen de, nog steeds tot in alle uithoeken van de wereld voort schrijdende triomftocht van de Volkswa gen. Er zijn wel meer geruchten. Er zijn ook wel meer tekenen die er op wijzen, dat er in de automobielindustrie op het ogenblik koortsig wordt gewerkt. Men ziet dat in een bonte, chroomglimmende staalkaart reeds op de R.A.I.-1956 die voor het eerst in dit tentoonstellingensei- De jongste Skoda: 60 jaar ervaring in de automobielbouw geconcentreerd in een nieuw type van de Tsjechische fabriek die na de jongste oorlog ook in Nederland een belangrijk afzetgebied veroverde. Een der vele troeven van het Fordeoncern: de Anglia de Luxe; snel, z, elegant zonder zijn Engelse afkomst geheel te verbloemen De nieuwe D.K.W. 3 i= 6 in doorsnee: groter, ruimer; het voormalige „Kleine Wutidernu in alle opzichten een snelle, betrouwbare en comfortabel raspaard. Enkele jaren geleden liep aangaande een nieuw type van een oud en bekend Europees merk het wijd en zijd ver spreide roddelverhaal, .dat het bii het nemen van een bocht met enige 'snel heid een fatale neiging tot omkantelen vertoonde. Nu stond die wagen inder daad zo op het eerste oog „wat hoog op de poten", zoals dat in automobilisten jargon plastisch he-et, en dat maakte het verhaal nog waarschijnlijker- Proef ondervindelijk stelden wij later, tijdens een tocht door de Pyreneeën en de Franse Alpen, vast, dat de wagen niette min over een. voor zijn doen en zijn type meer dan veilige wegligging be schikte. De oorzaak van een serie ongevallen met bedoelde wagen bleek uitsluitend het gevolg tê zijn geweest van het feit. dat de fabriek haar produkt een robuste motor en een opmerkelijk hoge topsnel heid had meegegeven (voornamelijk be. d-oeld voor de eindeloos rechte stukken der speciale autowegen), en dat talrijk» automobilisten, misleid door die top snelheid, nu ook bij het bochtenwerk te keer gingen op een manier welke de normale eisen die men aan een een- Uimg, voudige, pretentieloze huis-, tuin. en keukenautomobiel uit de kleine klasse stelt verre overschreed. Een der sierlijkste wagens uit de Europese produktie 1956; de Mercedes -.20 cabriolet, een voortreffelijk voorbeeld van de wijze waarop men in de Mercedes Werke oog heeft voor (en liefderijke zorg besteedt aanook het kleinste detail van een klassewagen. Die ontwikkeling is enorm. Ook op de R.A.I. vindt gij „Amerikanen" met 250 paardekrachten onder de motorkap. Dui delijker nog en overzichtelijker dan op de tentoonstellingen in Londen en Parijs, die toch altijd op de eerste plaats het accent werpen op de nationale industrie, zal men op de R.A.I. kunnen zien hoe de automatisering steeds meer terrein wint (met volautomatische versnellingsbakken en stuur- en remmechanismen die, dank zij de servobekrachtiging, van de man echter het stuur nog slechts een com mando en niet meer de volle kracht zijner spieren verlangen). Deze automatisering typeert wel de richting waarin de automobielindustrie de laatste jaren werd gedrongen. Zij moest wel buigen voor de massa. Deze massa lijkt slechts in He verte op de pur-sang- automobiüst uit vroeger jaren die gaarne ook nu nog zélf behalen wil welke ver snelling hij kiest en die daarom een ver- snellingshandle (liever nog op de voeten plank dan aan het stuurwiel) veel mooier speelgoed vindt dan een volautomatische gangwissel die vlot, onverstoorbaar en tegenwoordig al volop betrouwbaar de automobilist het werk letterlijk uit de hand heeft genomen. Doch de massa wil haar gemak. De massa wil comfort, en nu al. in 1956, kan men zien, dat de pur-sang die voorlopig nog in een wijde boog om de automatisering heenloopt, het pleit op Hen duur gaat verliezen. In dit stadium een overgangsstadium heeft in oktober J.l. de nieuwe Citroën D.S. terecht sensatie verwekt. Hier lan ceerde een oude en gerenommeerde Fran- i se fabriek, die met nadruk reeds bewezen had, automobielen te kunnen creëren, die, hun t(id ver vooruit, twintig jaar achter- j een op de Rist der Europese bestsellers blijven, een wagen die in tal van opzich ten het overgangstijdperk reeds achter de rug had en die in Uiterlijk zowel als in karakter en construetiedetails door de experts vrijwel algemeen de „automobiel van overmorgen" werd gedoopt. Men keilt uit onze verslagen van de Parijse Salon de l'Automobile de voor- zoen een vrijwel volledig overzicht geeft van de stand van zaken. En zo wij u nu in deze eerste, wat algemene beschouwing naar aanleiding van onze Nederlandse automobielten toonstelling, juist in het kader van dat wat wij hierboven schreven, voor uw bezoek aan de Ferdinand Bolstraat (en de „nevenbedrijven": Ford exposeert bo vendien nog bedrijfswagens in een tent op het Scheldeplein, terwijl General Mo tors bedrijfsautomobielen in de Apollo- Hal exposeert), een raad mogen geven: behandel, zo gij van uw bezoak aan de R.A.I. het onderste uit de kan en een boeiend overzicht wenst, de Stands van deze tentoonstelling niet naar de altijd wat toevallige volgorde van de tentoon stellingscatalogus. Maak, veel liever, uw eigen indeling. Déze indeling bijvoor beeld: I. De Onbetaalbaren. Wij bedoelen de Rolls Royces, de Bentleys, de duurste Daimlers, Je Alfa's en de Lancia's met kostelijke, door maestro Pinin Farina en andere vermaarde koets werkenbouwers speciaal ontworpen carrosserieën. Gij zult (met 50 mille of daaromtrent in de hand) wel niet in de rij behoeven te staan tussen de kooplustigen, doch gij moot het, al ware het slechts bij wijze van curiosum, wel allemaal zien: de dis tinctie, de voornaamheid der lijnen, het volmaakte comfort der interieurs en de kostelijke machinerie onder de motorkappen. II. De Sportwagens. Een belangrijk tentoon stellingsbrok tegenwoordig, ook op de R.A.I. De sport wagen die vlak voor de jongste we reldoorlog reeds ten dode opgeschre ven leek, neeft tegen alle verwach tingen in lijdens een tweede jeugd furore gemaakt. Men zegt wel eens, dat de pur-sang-automobilist tegen woordig uit angst voor alle comfort en alle automatische attracties van de gewone gebruikswagens, in de sportwagen vlucht als hij daartoe slechts even de kans ziet. Europa (Engeland met zijn Jaguars en zijn Aston Martins en, in een lagere prijs klasse, met zijn Triumph, zijn Austin Healey en zijn, ook in Nederland reeds vele jaren zo populaire M.G.; Italië met zijn Ferrari s, Lancia's, Ma. serati's. Alfa Romeo's en niet in het minst met zijn Fiat 1100 T.V., de 2-persoons Spider Cabriolet die ook op de R.A.I. te bewonderen is; Duits land met de roemruchte, met lauwe ren overladen Mercedes-sportwagens, de Porches en de jongste B.M.W.) Europa heeft ten deze na de oorlog pionierswerk verricht, doch ook de Amerikaanse industrie heeft zich (men zie onder meer de stands van Ford en General Motors) niet onbe tuigd gelaten en het ziet er naar uit dat deze ontwikkeling zich nog ver der voort zal zetten. III. De huis-, tuin- en keukenauto. Ver geet hierbij niet, dat zelfs de enorme Amerikaanse luxe-sleeën met al die honderden p.k.'s in het vooronder in feite (en zeker in Amerika zelf) ge wone, alledaagse automobielen willen zijn en dat, van de andere kant, de technische prestatie die aan de basis ligt van kleine automobielen als de Fiat „600" of, bijvoorbeeld, de Duitse Lloyd, of de Franse Citroën 2 C.V. en de Renault „4", of de Engelse Austin „A 30", de populaire Morris Minor en de „kleinste" Fords uit de Engelse serie, relatief zeer zeker niet geringeT is. Gij zijt, bij uw bezoek van de R.A.Ï., nu op het boeiendste terrein. Gij vindt er alle varianten, in prijzen, in cylinderinhoud, in afmetingen, in comfort, in snelheid, in acceleratievermogen en vooral In karakter. Gjj zult ontdekken, dat alle Amerikaanse automobielen bepaalde ty pische eigenschappen gemeen hebben, zoals alle Franse, alle Duitse, alle Itali aanse automobielen (even goed als de re presentant van de Tsjechische industrie: de nieuwe Skoda), biyk geven van typisch Europese opvattingen en smaak, doch daarnaast ook nationale karaktereigen schappen bergen in zóveel honderden glanzende kilogrammen van staal, plastic, glas en paardekrachten. (Advertentie). PHILIP O X A N E KR'JGT NEDERLAND Modern, elegant, snel (190 k m.m!) naar toch klassiek en een goed voorbeeld van Duits perfectionisme: dc d. i\iIV* Loupe met 3.2 htcr V-8 motor en een vermogen van 140 p.k. Boeiende staalkaart

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 5