„Wie heeft geschreid, die krijgt
een zuivre lach"
witte doek
EEN STEM
aan het mysterie geleend
Op de PLANKEN
Twee bruidsjaponnen voor Grace Kelly
r
Lode Sengers
overleden
Metro Goldwyn Mayer gaat film van
Sir Michael Balcon distribueren
H
Amerikaanse mentaliteit
HEUWE GEDICHTEN VAN GERARD WIJDEVELD
WSSm
J
Veiling kunstwerken
voor Kon. Wilhelmina-
fonds
Marlon Brando onafhankelijk filmproducent
Gedichten van Hons Andreus
Hans van Bergen j
Saterdag 3 maart i956
PAGINA 11
1 f 1
at mij in de verzen van Gerard Wijdeveld altijd bijzonder heeft
^■troffen, is de grote zuiverheid. Na vele jaren verscheen thans een
nieuwe bundel van deze dichter en wederom is het de pure toon, die
('irect aanspreekt, boeit en ontroert. Het vers van Gerard Wijdeveld
ls meestal heel eenvoudig van vorm en klaar van inhoud. Maar het
ls de eenvoud en de klaarheid van de waterdruppel, het hoge sym
bool van de zuiverheid der natuur. Wat in de bundels „Het voor
schot" en „Zomerwolk'* aanwezig was, heeft zich in de nieuwe
verzen („De vijf geheimen"' en andere gedichten, Uitgeverij Het
Spectrum te Utrecht) nog verdiept. Het is de zuivere toon, van
'emand die geleden heeft. Het kwatrijn „In leed" zegt het trouwens
•Het evenveel woorden;
GERAÜD WIJDEVELD
„...Is lijd maar niet een schuilnaam
van de doodV
Edel en fijnzinnig
Een hemel op aarde
Hans Roest
Porseleinen vijfling
Na
het
experiment
Voor kijkdieren
Bevestiging
Grace Kelly in de film „The Swan",
welke op haar trouwdag in Phila
delphia en Monaco in wereld*
première gaat.
Rita Gam uit de film „The Thief" één van
haar bruidsmeisjes
Alan Ladd heeft Darts Day ge
ëngageerd voor een hoofdrol in films,
die door de eigen maatschappijen
van beide sterren worden
geproduceerd
GOVERT VAN DÉN BERGH.
1) Daamen N.V., Den Haag 1955.
2) A. A. M. Stols, Den Haag 1955.
Het leven met zijn leed is een harde
■haar tenslotte wijze leermeester en
tie mens blijft altijd zijn leerling. In het
gedicht „De leerling", waarmede de bun-
del opent, is dit weten eerder een verwor
ven levensinzicht, dat moed geeft en
kracht, dan een duldend aanvaarden.
•En weer ga ik geduldig dwalen,
het deert mij niet, al ga 'k verkeerd,
want zonder 't lesgeld te betalen
is er geen mens die ooit iets leert.
.De bundel bevat twee grote cycli reli
gieuze gedichten „De Kruisweg", veer-
hen verzen van drie tot zes vierregelige
strofen en „De Vijf Geheimen", een dich-
Ki-i'ike evocatie in blanke verzen van de
blijde geheimen. De Kruisweggedichten
tiezitten het simpele en menselijke van
Jhiddeleeuwse afbeeldingen van het Lij
densverhaal. Men ziet Simon, de eenvou-
ti.i.ge boerenman, huiswaarts keren van
Zljn akker, net als iedere dag. Hij is er
Bch geen ogenblik van bewust, dat hij op
is naar iets wereldschokkends. De
tiichter zegt het onvergelijkelijk mooi in
tieze ontroerende verzen:
..Een man die stil de wegen
van zijn akker naar huis toe gaat:
wat kan er zijn gelegen
aan die alledaagse daad?
Och, de onopvallendste daden,
simpel, in sleur gedaan,
zijn soms ineens de paden
waarlangs Gods voeten gaan.
Behalve de twee cycli staan er nog ver
scheidene religieuze verzen in deze bun-
del. Een bijzonder sterk gedicht is gewijd
aan Sint-Petrus. Het is alsof de anders
vaak tere, zangerige stem van de dich
ter hier krachtiaer wordt, driftiger, man
nelijker en strijdbaarder. Wijdeveld te
kent Sint-Petrus als de man >,vol vuur
en met een groot gebaar"; de man die
„zwak en mal en onberekenbaar" was
maar daardoor zo volkomen menselijk.
De man van uitersten, die niet klein kon
leven, maar heftig; die niet een deel van
zichzelf kon geven, maar alles of niets.
Dat menselijke maakt het ons zo ver
want: „één van onze soort". En toch was
„Gij gaat gebogen, dag na lange dag,
en leed slaat u waar het maar raken mag,
Hoe t zij, één wetenschap moet gij bewaren:
wie heeft geschreid, die krijgt een zuivre lach".
deze man de „eeuwenharde" steenrots
der Kerk.
..Aan hem zien wij, getroost en met
ontzag,
wat zelfs de minste mens met God
vermag.
En. laat daarom de brave jongelingen
en lieve dames prevelen en zingen
voor heiligen uit gladde, zachte was:
Petrus, die ruwe rots, hij is óns ras!
Gisterenmiddag is te Leiden, waar hij
reeds enige tijd verpleegd werd wegens
een ernstige ziekte en verleden week van
tie laatste H.H. Sacramenten werd voor-
rien, in de ouderdom van 59 jaar overle-
l'en de bekende kunstschilder en illustra
tor.
De overledene, die in 1896 te Rotterdam
Werd geboren, heeft zeer veel muurschil-
tieringen gemaakt, o.a. in het Erasmia-
"um te Rotterdam, in het Sanatorium
Berg en Bosch te Bilthoven, O.L. Vrouw
ter Eem te Amersfoort en nog talloze
Kerken en kloosters in heel het land. Van
z'.in hand was o.a. ook een aantal olie
verfpanelen aan boord van het vlagge-
Schip van de Holland-Amerikalijn, de
•.Nieuw Amsterdam".
Sengers was een bescheiden werker in
tie Nederlandse kunstwereld. Geen man
tiie zich op de voorgrond drong of zich
Bet voorstaan op zijn kunst. Wie echter
"et voorrecht heeft gehad op zijn Leids
atelier met Sengers te spreken, weet dat
Bij een intelligent en serieus kunstenaar
Was met een hoge opvatting van zijn taak,
sPeciaal als schilder van religieuze kunst
werken. Vele kerk- en kloosterschilde-
ringen getuigen daarvan. De kerkelijke
KUnst verliest in Lode Sengers een ern
stig, bekwaam en toegewijd vakman.
Van de wereldse verzen ontroeren voor
al een paar liederen aan en over kinde
ren speels van ritme, als luchtige lied
jes, maar (zoals „Brief aan Anne-Ma-
rie") geladen van een diepe bewogen
heid. De grote groep kwatrijnen toon*
Gerard Wijdeveld als een beheerst dichter
die zijn gedachten kernachtig in de stren
ge vorm van het vierregelige vers kan uit
drukken dichterlijk en zonder gekun
steld te zijn.
In de grote gedichten is de dichterlijke
gedrevenheid vaak als een stroom, die de
lezer meevoert; hier is zij verstild en
brengt tot nadenken. Elk kwatrijn is een
gaaf en afgerond geheel. Dat geldt trou
wens ook voor de andere verzen, want
Wijdeveld is een van de dichters die al
leen schrijven als zij er innerlijk toe wor
den gedrongen. Daarom publiceerde hij
zo weinig. Maar dat weinige is er des te
gaver en schoner door. Moge deze edele
fijnzinnige poëzie velen ontroeren en
verrijken!
De jongste bundel van Michel van der
Plas, ,.Een hemel op aarde" (Uitg. A. A.
M Stols, Den Haag), moet worden ge
zien als de bevestiging van een belofte.
De jonge katholieke dichter is, naar ons
toeschijnt, meer zichzelf geworden. Hij is
los gekomen van zijn inderdaad ontroe
rende jeugdpoëzie, die hem weliswaar
veel lezers bezorgde, doch zijn talent ten
slotte dreigde te verstikken. Bevrijd en
.bioeid. toont hij een veel groter veel
zijdigheid dan sommigen in hem heb
ben vermoed.
Aan de echtheid der gevoelens die in
een gedicht als „De bruidegom van Ka-
na" onder woorden worden gebracht, kan
men eenvoudig niet twijfelen. Dit ge
dicht komt recht uit het hart en is onge
kunsteld. Het oproepen van bijbelse figu
ren is zeer zinvol, want in hen heeft de
iic' *..r zijn eigen diepe ervaringen ver
huld en tegelijk verhevigd. „Een hemel
op aarde" is een sterke bundel. Michel
van der Plas vervult ons opnieuw van
dankbare bewondering en van nieuwe
verwachtingen!
(Van onze Amsterdamse redactie)
De kunstactie van het Koningin-Wil-
helminafonds loopt ten einde. Volgende
week woensdag en donderdag zal veiling
meester H. S. Nieuwenhuis 's middags om
vier uur en 's avonds om half acht de
geschonken voorwerpen - tot op heden -
651 in totaal In de zalalen van maat
schappij „Arti et amieitiae aan 't Rokin in
Amsterdam openbaar verkopen. Maandag
en dinsdag a.s. is er van 10 tot 4 uur en
's avonds tussen 714 en 10 uur gelegen
heid voor de aspirant-kopers om vast een
keuze te maken.
Het Plof1 tot deze actie is al opgevat in
1952. Bij de aan het eind van dat jaar ge
houden HAAK-IN-campagne was name
lijk gebleken, dat vele mensen, die geen
geldelijke bijdrage hadden te missen, een
kunstvoorwerp afstonden. Door allerlei
omstandigheden, zoals de watersnood
ramp, is het Koningin-Wilhelminafonds
niet in staat geweest het idee op korte
termijn te realiseren. Dit heeft het comi
té van de actie, bestaande uit de heren
C. J, baron Schimmelpenninck van de
Oye. prof mr. de la Fontaine Verwey, J.
J. W. Noordervliet 'en P. H. Siepman van
den Berg, niet weerhouden door te zetten.
De heer Siepman heeft in het afgelopen
jaar ruim 1600 huisbezoeken afgelegd om
kunstwerken in te zamelen. Hij heeft o.a.
een paneel van J. Madou, voorstellende
een interieur met figuren, een vergulde
gothische miskelk uit de vijftiende eeuw,
een doek van Jan Lievens (1609- 1674),
een Manet, een gouache van Ossip Zadki-
ne en ëen tekening van Abel Bertram
„losgekregen". Ook wist het actiecommité
beslag te leggen op Chinees en Duits por
selein, vele zilveren voorwerpen, vier
Franse miniaturen uit de 15de eeuw, een
biscuit plaquette van de hand van John
Raedeker, een damasten tafellaken met
voorstellingen van kastelen en ruiters en
de wapens van Doornik en Bëthune, van
omstreeks 1705 en tal van snuisterijen,
als een 17eeuws beschilder ijzeren geld
kistje, een Louis Quatorze Zilveren thee
bus en een rozenhouten kistje met een re-
liefmedaillon van Lodewijk Napoleon.
Bijzonder omvangrijk was een geschenk
bestaande uit vijf reusachtige vazen, door
de Haagse porseleinfabriek „Rozenburgh"
in 1899 vervaardigd, welke door Koningin
Wilhelmina zijn opgedragen aan Czaar
Nicolaas II van Rusland uit dankbaarheid
voor het initiatief, dat deze heeft genomen
tot het beleggen van de grote internatio
nale Vredesconferentie in Den Haag. Ver
der hangen in „Arti" enige werken van
Charley Toorop, Jan Poortenaar, J. C. 't
Hoen, H. Wiegersma en Jan Sluyters.
WERELDNIEUWS
Marlon Brando als onafhankelijk
producent gaat de technische hulp
aan de onderontwikkelde gebieden
verfilmen
y<K-
Mary Pick ford heeft zich terug
getrokken uit United Artists.
ET experimcnt-1950 is afgelopen, jawel. Maar het schijnt wel ot
velen me' deze vaststelling willen suggereren, dat wij weer rustig
kunnen overgaan tot de orde van de vorige dag. Het was een interessant
tijdsverschijnsel, een uitdrukking van „menselijke verhoudingen" in de
literatuur, het is stof voor toekomstige promovendi, en daarmee uit. Dal
echter is een grondige vergissing. Men zou het experimen>1950 kunnen
vergelijken mei de eerste fase van een revolutie. En wie, die constateert,
dat de revolutie van 1917 voorhij is, zou ons willen suggereren, dat zij
vandaag van geen betekenis meer is? Maar natuurlijk, er is in de literatuur
een sterke reactie. Er zijn, na de eerste schrik, zoveel eigen standjes te
verdedigen als er levende dichters zijn. Er zijn de snobs. En tenslotte zijn
er de talloze epigonen, met meestal nog minder inzicht in de experimen
tele poëzie dar haar meest benepen tegenstanders, die het uitzicht op Je
ware betekenis dezer poëzie aanzienlijk belemmeren. Zij geven voedsel
aan de mythe, dat de sleutel tot het succes gelegen is in het weglaten van
hoofdletters, het willekeurig verknippen van zinnen en het zich toe
spitsen op de meest extreme beeldspraak. Een mythe overigens, die men
niet zozeer mag verwijten aan de experimentelen als wel aan sommige
uitgevers, die het vertrouwen in hun oordeelsvermogen allang verloren
hebben en nu. nog slechts voortgedreven door de vrees, een toekomstige
beroemdheid te zullen miskennen, rijp en groen aan het publiek aan
bieden En toch, er zijn een paar dichters in de „tweede fase", die de zin
van het experiment-1950 onbetwistbaar bevestigen De eerste daarvan was
Lucebert, de tweede is Andreus.
Ik heb achtermekaar een stel Ameri-
Kaans.g toneelstukken gelezen. Geen stuk
ken van beroemde schrijvers, die hier in
tins land een naam hebben gekregen door
tiet beroepstoneel, neen, maar eenvoudige
Gemakkelijke stukken, louter voor het
timateurisme bestemd.
Het Amateurtoneel in Amerika is een
zeer wijd verspreide en boog gewaardeer
de vrije-tijds-besteding. Elke school heeft
Bin clubs. Ja tot zelfs tot. op het bewaar
schooltje toe. In Amerika wordt veel
(tieer in schoolverband gespeeld dan hier
tiij ons. Hoogstwaarschijnlijk omdat zij
tiaar veel meer oog hebben voor de op
voedkundige waarde van de toneelbeoe-
fening.
Hier bij ons ziet men het hoogstens zo
?u en dan op middelbare scholen en dan
maar zeer bij mondjesmaat. Een en-
de keer ziet men het ook wel eens op
®e.n kleuterschool. Bij het lager onder-
™'is ben ik het persoonlijk nog nooit te-
gekomen; op één uitzondering na.
"'aar daar gold het een broedersschool.
Het vraagt natuurlijk nog al wat tijd
,Vati het onderwijzend personeel, want het
Is heel begrijpelijk, dat het niet allemaal
tinder schooltijd kan gebeuren. Stelt u
Jftior: onder schooltijd! terwijl het school-
Ptiogram toch al zo overladen is. Wij zijn
eel te veel overtuigd van de belangrijk
en van ons schoolprogram, dan dat
a ar van ook maar iets zou mogen* wij-
ken
voor het spel op de planken.
tiii)en gevolg van deze minimale beoefe-
w. 8 van het amateurtoneel in school ver
kens' dat men zo 8°ed als geen stuk-
Verh J1 kriigen voor toneel in school
land. Geen schrijver, die er aan denkt
ze te schrijven en geen uitgever, die er
aan denkt, om ze uit te geven, omdat
dergelijke stukken toch geen kans heb
ben van slagen.
In Amerika daarentegen behoeft men
niet ver te zoeken naar geschikte "tuk
ken voor schoolverband. Hele catalogi met
louter stukken voor de schooljeugd ver
schijnen er jaarlijks Dikke boeken met
100 spelen voor de allerkleinsten. Het ene
boek na het andere. En allemaal aller-
charmantste stukjes, die men zo zou wil
len vertalen en uitgeven voor onze klein
tjes van de kleuterschool.
Toch moeten wij voorzichtig zijn met
dat zo maar willen vertalen en zo maar
willen uitgeven voor onze kleintjes. Want
of het nu een stuk geldt voor groteren
of voor kleineren, met zo maar louter
vertalen komen wij er nooit. Het is gek,
maar als je een stuk een allerkostelijkst
blijspelletje bijvoorbeeld, in het Ameri
kaans leest, dan ben je onmiddellijk on
der de bekoring van de charme en de
heerlijke fantasie, die er aan die stukken
ten grondslag liggen, maar zo gauw je
ze in het Hollands omzet, dus vertaalt,
lijken ze wel dood. Alle charme is onmid
dellijk verdwenen. Zit dat in onze nuchte
re taal? Ik geloof het niet. Ik geloof veel
eer dat het in ons gevoel ligt. Wij voelen
de dingen anders aan. Wij zijn Hollan
ders en hebben onze eigen geaardheid.
Daarom moeten die stukken vanuit het
Amerikaans opnieuw levend voor ons ge
maakt worden. Zij moeten volkomen aan
onze geaardheid, aan ons gevoel worden
aangepast. Onze taal bezit haar eigen
charme. En daarom zal een louter ver-
I taald stuk het nimmer op het amateurto
neel doen. Onze taal moet een geheel
nieuwe en eigen charme scheppen.
Stukken, die voor de oudere schooljeugd
zijn geschreven, behoeven daarenboven
nog een veel grotere omwerking, omdat
men hierin veelal (of we kunnen wel zeg
gen: bijna altijd) opbotst tegen een men
taliteit, die hier gelukkig nog steeds geen
ingans vindt.
Dei-gelijke stukken krioelen meestal van
jeugdige figuren, waarom men in Ame
rika schijnt te lachen maar waaraan
men zich hier dood zou ergeren. Vrese
lijke eigenwijze en eigengereide jongens
en meisjes bijvoorbeeld van dertien en
veertien jaar oud. die grapies met hun
leraren en ouders uithalen, waarvoor men
ze hier een verdiende oorvijg zou geven,
maar waarom zij daar de helden van de
leugd zijn en door ouderen worden ge
prezen en aangemoedigd.
Vroegrijpe zelfstandigheid schijnt daar
nu eenmaal het ideaal van de jeugd en
de opvoeding te zijn. Ook waar het op
verdienen aankomt. Een kind van zes
iaar weigert pertinent iets voor ziin moe
der te doen, als het er niet voor betaald
wordt. Een dergelijke eis vindt men flink,
getuigt van jong zakelijk inzicht en wijst
op een spoedig uitgroeiende zelfstandig
heid. Geen ouder, die hier dan ook tegen
in zal gaan.
Elk stuk voor de jeugd getuigt hier
weer opnieuw van. Het komt ook niet zel
den voor dat jonge kinderen hom ouders
of liever nog hun oudere broers of zusters
trachten te chanteren. Een jongetje bij
voorbeeld heeft een geheime minnebrief
van een oudere zuster gestolen en wei
gert deze terug te geven, als hij er niet
voor betaald wordt. Dit vindt men kos-
teliik grappig. Wij vinden het verregaand
bedorven.
Zo zien we, dat we niet zo maar zon
der meer de Amerikaanse stukken voor
de schooljeugd hier in ons landje zouden
kunnen gebruiken, hoe rijk ze ook zijn
aan fantasie en vol beweging en actie.
Gelukkig maar dat deze mentaliteit onze
mentaliteit nog niet is. Hoe lang echter
nog?
Andreus debuteerde als dichter van
een meestal vriendelijk soort lied
jes, „Muziek vppr kijkdieren", dat
enigszins aan van Ostayen deed den
ken, maar een herkenbaar eigen en
zeer belangrijk 'talent openbaarde.
Daarop stortte ook hij zich, mis
schien onder invloed van magiër Lu
cebert, in dat typische experimentele
avontuur, dat nog altijd stelselmatig
miskend wordt. Men zegt immers,
dat iedere echte dichter experimen
teert? Maar het gaat de experimen
telen helemaal niet om het experi
ment in de poëzie: zij willen op expe
rimentele, dat is proefondervindelijke
wijze tot de poëzie komen. Het gaat
hen om hun bestaansrecht als dich
ter. Alleen wanneer zij zonder artis
tieke pretentie, zonder overgeleverde
schema's (zonder vouwbeen op hun
tafel, zou Van Ostayen zeggen)
ja, men zou haast zeggen on
danks zichzelf al schrijvende een lied
vonden, zou proefondervindelijk het
bestaan van de poëzie en van hun
dichterschap blijken, als een existen
tiële werkelijkheid. Zij willen het ge
dicht niet schrijven, maar vinden.
Daarmee keren zij terug naar een
zeer oude bron, waar de dichter nog
trouvère, dat is vinder, heet. Inder
daad, men spreekt van re-volutie, te-
rug-wenteling, kentering naar de oor
sprong.
Dit is de noodzakelijke weg sinds
de schoonheid, bij de gratie waarvan
eens de dichters bestonden „haar ge
zicht verbrand" heeft, zoals Lucebert
zei. In de degeneratie van schoon
heid tot louter schoonheidsontroering
ligt de kern van de bestaanscrisis der
poëzie, die na de romantiek steeds
meer acuut geworden is. De experi
mentelen hebben en daarin ligt
hun grote „programmatische" bete
kenis deze degeneratie ten einde
toe geproefd: de laatste zekerheid
blijkt niets meer dan de sensatie, het
effect. Die vond men dan ook in „De
taal der dieren" van Andreus, voor
de poëzieliefhebber niet direct een
bundel om blij mee te zijn, maar,
juist als dieptepunt een uitermate
belangrijk punt.
Want eerst daar, in „het explosie
ve uur" 1) vond Andreus het
lied, de bevestiging van zijn
dichterschap. Men denkt aan de psal
men. Ook daar staat niet: ik dicht
een lied, maar: een lied ontwelt mijn
keel. Deze associatie is trouwens niet
zo dwaas als zij sommigen zal schij
nen. Omdat deze bundel van Andreus
bevestigt, wat men op zo fatale wij
ze vergeten was: dat alle kunst, alle
ware kunst een daad van religie is.
Deze verzen van Andreus ademen
die elementaire religiositeit, die onze
aandacht schept. Aandacht niet voor
het gedicht op zichzelf als „moo
ding", maar voor het mysterie, waar
van het zijn adem haalt en in het
hart waarvan het ons plaatst;
Zo komt het nader:
de ogen leggen vrezen bloot,
halsbrekend verlies en doodsge
vaar.
Intussen mene men niet, dat het
hier gaat om „religieuze poëzie" in de
tegenwoordig gebruikelijke, enge be
tekenis van het woord. Er is hier al
leen sprake van poënzie, „echte" poë'
zie, die alle theorieën doorbreekt. Zo
wekt het geen verwondering, wanneer
tweemaal het woord „geest" in deze
bundel staat. Ook dat kan, nee, het
moest;
Het is allemaal anders,
maar dat hindert niet.
Het betekent hetzelfde
en men ziet wat het is,
eenmaal:
kijk, de lucht
en het heelal doorschijnend;
zie de man, de vrouw, het kind
geboren uit tweemaal liefde,
uit zon en aarde, vuur en duur.
Zoek het explosieve uur
wanneer de ruimte spreekt,
de geest het lichaam binnen
breekt.
DE DICHTER als vates, „razen
de", ziener, stem aan het my
sterie geleend, dat is wat ex
perimentelen als Lucebert en Andreus
uiteindelijk voor ogen staat. Vandaar
ook, dat Hölderlin hun man is. Die
verwantschap blijkt opnieuw in een
tweede bundel van Andreus „Empe-
docles de ander" 2). Ook Hölderlin
schreef een drama „Empedocles".
Beiden zijn zij gegrepen door die won
derlijke man, die leefde omstreeks 450
voor Christus, filosoof, dichter, won
derdoener, die van zichzelf verklaar
de, dat hij een god was en plotseling,
na ongeveer zestig jaar van leven
verdween zonder een spoor. Voor bei
den ook is deze Empedocles een ge
stalte, waarin zij eigen ideëen uitge
drukt vinden. Voor Hölderlin is hij
vooral de vertrouwde van de natuur,
de profeet van zijn natuur-godsdienst.
Voor Andreus is hij meer, namelijk
„het van ver voor Christus dateren
de symbool van dood, hergeboorte en
opstanding." Hij schrijft „Empedo
cles de ander", Empedocles na zijn
verdwijnen, die hij ziet als een her
geboorte, een hervinden van zichzelf:
Maar ik riep hen op tot revolutie,
gaf hun een wetgeving, ontnam de
aristocratie haar privileges, verplaat
ste hun bergen, veranderde hun moe
rassen in wijngaarden, en verzorgde
mjjn grootste wapenfeit de
bruidschat voor een paar honderd
imbeciele maagden.
Hoort nu de koren mijn weldaden
bezingen. Ziet hoe de nauwkeurige
beeldhouwers der geschiedenis krepe-
ren voor mijn standbeeld. Maar die
Ik ben, ikzelf?
Ik reis door de ruimte, zoek de
dood en zoek naar wat verloren ging.
Dat de keuze van dit symbool der
opstanding arbitrair is, geeft An
dreus zelf toe. Maar het is dat niet
alleen, het is ook een ontoereikend
symbool. Men kan, als Andreus, Em
pedocles zien als exponent van het
Orphisme (dat door sommigen ten
onrechte als de eigenlijke historische
oorsprong van het Christendom wordt
beschouwd), maar blijft een peilloze
afgrond. In de opstanding van Em
pedocles is geen verlossing. Ook dat
wordt ons uit de tekst van Andreus
gaandeweg duidelijk. Andreus is er
inderdaad in geslaagd en daaruit
blijkt het buitengewone formaat van
zijn kunstenaarschap om in de huid
van Empedocles te kruipen dit is
de stem van een onverloste mens.
Als zodanig is deze Empedocles-fi-
guur ook „van deze tijd", waarin
voor velen de Blijde Boodschap zo-
(Van onze filmredacteur)
Sir Michael Balcon en zijn filmgroep
van de Ealingstudio's hebben een over
eenkomst aangegaan met Metro Goldwyn-
Mayer in zake de distributie van hun
films over de hele wereld door deze Ame
rikaanse maatschappij.
Sir Michael, een 'van Engeiands beste
en meest bekende filmproducenten heeft,
zoals we enige tijd geleden reeds meid
den, na tien jaar de Rank Organisatie
verlaten. Zijn Ealingstudio's zijn, naar
men weet, verkocht aan de B.B.C.-televi-
sie, maar de naam, die wereldvermaard
heid heeft gekregen, zal verbonden blij
ven aan de films, welke het met finan
ciële steun van M.G.M. maakt. Op deze
wijze zullen per jaar drie tot vijf films
door Balcon worden geproduceerd, waar
van de vertoning over de hele wereld
door de Amerikaanse maatschappij wordt
gegarandeerd.
Krachtens deze nieuwe overeenkomst
zullen dit jaar nog in de Elstreestudio's
drie films worden gemaakt en wel „The
Shiralee" naar de „bestseller" van de
Australische schrijver D'Arcy Niland,
„Man in the Sky", een oorspronkelijk
filmverhaal over een testpiloot met Jack
Hawkins in de hoofdrol en „The Story
of Dunkirk", waarvoor de Engelse to
neelschrijver R. C. Sheriff het scenario
schrijft.
„Ik kan", aldus heeft Sir Michael Bal
con verklaard, „mijn films nog altijd
volgens mijn eigen opvattingen vervaar
digen en daarbij gebruik maken van het
beste talent, dat beschikbaar is".
Marlon Brando, de filmacteur, is voor
nemens te gaan optreden als onafhanke
lijke filmproducent. De eerste film, die
hij, als zodanig gaat maken, zal zich be
zighouden met de technische hulp, welke
de Verenigde Naties verlenen aan de on
derontwikkelde gebieden. „In de wereld
van vandaag wordt er geen opwindender,
romantischer en belangrijker werk ver
richt", aldus Brando. Hij en zijn mede
werkers zullen binnenkort op reis gaan
om voor de film, waarin „een menselijk
verhaal" wordt vertéld, opnamen te gaan
maken op de Philippijnen. in Indonesië
waar hij een week zal blijven Sin
gapore, Borneo, Thailand, Ceylon, Birma,
India en Pakistan.
Brando is overigens niet de enige ac
teur, die zijn eigen filmmaatschappij heeft
opgericht. Er zijn er zoveel, dat ze elkaar
in dienst moeten nemen. Zo zal Doris Dav
de hoofdrol spelen in een film, die wordt
gemaakt door de maatschappij van Alan
Ladd, terwijl Alan Ladd de hoofdrol
krijgt in een film, die door de maat
schappij van Doris Day wordt geprodu
ceerd.
Mary Pickford daarentegen heeft ge
noeg van films produceren. Ze heeft haar
aandelenpakket in United Artists ver
kocht en haar belangen overgedaan aan
de groep jonge mensen, die op het ogen
blik de leiding heeft van deze maatschap
pij. Daarmee heeft ze het voorbeeld ge
volgd, dat haar collega Charles Chaplin
een jaar geleden gaf.
Naast de zakelijke is er ook een sen
timentele kant aan deze transactie, want
de kleine vrouw, die 37 jaar geleden met
Chaplin, D. W. Griffith en Douglas Fair
banks Sr een filmmaatschappij oprichtte,
waarvan het doel was het artistieke ni
veau van de „photoplay industry" te
verhogen en op te komen voor de belangen
van de kunstenaars, die films maakten,
komt er weer even door in het middel
punt van de belangstelling te staan.
In 1919, toen United Artists werd „ge
boren". stond Mary Pickford evenals haar
„mede-vennoten" op het hoogtepunt van
haar roem en werd in vijf werelddelen
aanbeden als „The World's Sweetheart".
De laatste der beroemde namen uit de
oude tijd is nu uit de leiding van United
Artists verdwenen, waarin David O. Sel-
znick, Samuel Goldwyn en wijlen Sir
Alexander Korda een rol hebben gespeeld.
Thans berust de leiding in handen van
Robert S Benjamin en Arthur B. Krim.
Zij waren firmanten in een advocatenfir-
ma, doch trokken zich het lot van United
Artists in 1951 aan, toen het verlies van
de matatschappij honderdduizend dollars
per week bedroeg. Thans hebben Krim
en Benjamin en hun medewerkers 40
miljoen dollars in de filmproduktie ge
ïnvesteerd en voor het komende jaar ver
wachten ze een bruto-opbrengst van 65
miljoen dollars. Hun jongste succes is
de film „The Man with the Golden Arm"
van Otto Preminger. Hun meest ambiti
euze produktie van het jaar: „Alexander
the Great" van regisseur Robert Rossen,
zal binnenkort haar wereldpremière be
leven.
Day heeft Alan Ladd en..
Doris
zeer onhoorbaar is geworden, dat zij
als onverlosten zijn.
Naar de vorm is de bundel een
experiment in een soort verkon di
gende toon, die nogal aan „Also
spracli Zarathustra" van Nietzscl.e
doet denken. Eigenlijk is het for
meel geen poëzie en evenmin proza
gedicht of „ritmies" proza. Maar
wat is oen vorm-definitie van be
lang? En laten wij ook niet zeggen,
dat liet een onchristelijk en dus een
slecht boek is. Laten wij zeggen dat
het kunst is: een zaak die U aan
gaat, een mens die „zoekt naar wat
verloren ging", die hunkert naar
verlossing.
Herinnert u zich nog Rita Gam, het
filmsterretje, dat bekend werd door de
film „The Thief", waarin geen woord
werd gesproken? Nu, in april krijgt ze
opnieuw een zwijgende rol. Ze zal name
lijk één van de bruidsmeisjes zijn bij het
huwelijk van Grace Kelly met Prins Rai
nier III van Monaco.
Toen Rita het verheugende nieuws hoor
de was ze verre van sprakeloos. Opge
wonden vertelde ze haar vriendinnen en
kennissen: „Grace belde me uit Hollywood
en vroeg alleen maar: „Voel je er wat
voor om één van mijn bruidsmeisjes te
zijn?"
Ik vind het heerlijk. Het is voor het
eerst, dat ik bruidsmeisje ben. Dat is al
tijd leuk, maar dubbel zo heerlijk in dit
geval.
Grace Kelly en Rita Gam hebben el
kaar vijf jaar geleden bij de New Yorkse
televisie leren kennen. Ze werden dikke
vriendinnen en woonden samen op ka
mers, toen ze in Hollywood filmden.
In totaal zullen er zes bruidsmeisjes
zijn. De andere vijf zijn Prinses Antoi
nette, een zuster van Prins Radnier, Mrs.
Jay Kantor, de echtgenote van een im
presario, Mrs. Peggy Davis, een zuster
en Mrs Marcia Pamp, een schoolvriendin
van Grace.
Mrs Elizabeth Gray de 25-jarige moe
der van twee kinderen, zal als eredame
bij het huwelijk fungeren. Mrs Gray heeft
in 1947 met Grace op kamers gewoond,
toen ze nog aan de American Academy
of Dramatic Arts studeerden. Maar ter
wijl Grace naar Hollywood ging, trouw
de Elizabeth met de directeur van een
plastiefirma en ging in Belmont in Mas
sachusetts wonen.
Mrs Sally Richardson en Mrs Carolyn
Reyboid zullen eveneens ais eredames
optreden, omdat ze in New York buren
van Grace zijn geweest, toen ze nog als
mannequin werkte en haar „suiker en
dergelijke hebben geleend", als ze tekort
kwam.
Grace Kelly krijgt twee bruidsjaponnen,
beide ontworpen door Helen Rose, de
mode-ontwerpster van Metro Goldwyn
Mayer, die ook de toiletten voor haar
laatste twee films „High Society" en „The
Swan" ontwierp en die thans bezig is met
de garderobe voor haar volgende film
Designing Woman".
Helen Rose is in Chicago geboren en
bezocht daar de Academie voor beelden
de kunsten. Sinds 1942 is zij mode-ont
werpster bij M.G.M. en heeft de toiletten
vervaardigd voor sterren als Lana Turner,
Elizabeth Taylor. Ava Gardner. Cyd Cha-
risse, Esther Williams en, natuurlijk, ook
Grace Kelly.
De twee bruidsjaponnen voor Grace
zijn bestemd voor het burgerlijke en het
kerkelijke huwelijk, die op verschillende
dagen plaats vinden. De japon voor de
kerkelijke plechtigheid zal 'worden ver
vaardigd van zware witte zijde en 125
jaar oude Brusselse kant met hoge hals
en lange mouwen. Helen Rose heeft de
grootste moeite gehad om die prachtige
oude kant te vinden. Uit vrees voor na
bootsing door „piraten" zullen de schet
sen voor de japonnen pas drie dagen vóór
het huwelijk worden vrijgegeven.
Op 15 maart a.s. zal miss Kelly af
scheid nemen van Hollywood en naar
haar ouderlijke woning in Philadelphia
vertrekken, waar de lijst van gasten bij
haar huwelijk definitief zal worden opge
steld.
Na een verblijf van drie dagen in New
York vertrekt miss Kelly met haar
ouders naar Monaco, ongeveer een week
voor de huwelijksplechtigheid.
Kunt u raden, waar de première wordt
gehouden van de film „The Swan" met
Grace Kelly in de rol van prinses? Na
tuurlijk in Philadelphia, haar woonplaats
en in Monaco. De datuip is 18 april, de
dag, waarop ze met Prins Rander in het
huwelijk treedt.