„Wie heeft geschreid, die krijgt een zuivre lach" witte doek EEN STEM aan het mysterie geleend Op de PLANKEN Twee bruidsjaponnen voor Grace Kelly r Lode Sengers overleden Metro Goldwyn Mayer gaat film van Sir Michael Balcon distribueren H Amerikaanse mentaliteit HEUWE GEDICHTEN VAN GERARD WIJDEVELD WSSm J Veiling kunstwerken voor Kon. Wilhelmina- fonds Marlon Brando onafhankelijk filmproducent Gedichten van Hons Andreus Hans van Bergen j Saterdag 3 maart i956 PAGINA 11 1 f 1 at mij in de verzen van Gerard Wijdeveld altijd bijzonder heeft ^■troffen, is de grote zuiverheid. Na vele jaren verscheen thans een nieuwe bundel van deze dichter en wederom is het de pure toon, die ('irect aanspreekt, boeit en ontroert. Het vers van Gerard Wijdeveld ls meestal heel eenvoudig van vorm en klaar van inhoud. Maar het ls de eenvoud en de klaarheid van de waterdruppel, het hoge sym bool van de zuiverheid der natuur. Wat in de bundels „Het voor schot" en „Zomerwolk'* aanwezig was, heeft zich in de nieuwe verzen („De vijf geheimen"' en andere gedichten, Uitgeverij Het Spectrum te Utrecht) nog verdiept. Het is de zuivere toon, van 'emand die geleden heeft. Het kwatrijn „In leed" zegt het trouwens •Het evenveel woorden; GERAÜD WIJDEVELD „...Is lijd maar niet een schuilnaam van de doodV Edel en fijnzinnig Een hemel op aarde Hans Roest Porseleinen vijfling Na het experiment Voor kijkdieren Bevestiging Grace Kelly in de film „The Swan", welke op haar trouwdag in Phila delphia en Monaco in wereld* première gaat. Rita Gam uit de film „The Thief" één van haar bruidsmeisjes Alan Ladd heeft Darts Day ge ëngageerd voor een hoofdrol in films, die door de eigen maatschappijen van beide sterren worden geproduceerd GOVERT VAN DÉN BERGH. 1) Daamen N.V., Den Haag 1955. 2) A. A. M. Stols, Den Haag 1955. Het leven met zijn leed is een harde ■haar tenslotte wijze leermeester en tie mens blijft altijd zijn leerling. In het gedicht „De leerling", waarmede de bun- del opent, is dit weten eerder een verwor ven levensinzicht, dat moed geeft en kracht, dan een duldend aanvaarden. •En weer ga ik geduldig dwalen, het deert mij niet, al ga 'k verkeerd, want zonder 't lesgeld te betalen is er geen mens die ooit iets leert. .De bundel bevat twee grote cycli reli gieuze gedichten „De Kruisweg", veer- hen verzen van drie tot zes vierregelige strofen en „De Vijf Geheimen", een dich- Ki-i'ike evocatie in blanke verzen van de blijde geheimen. De Kruisweggedichten tiezitten het simpele en menselijke van Jhiddeleeuwse afbeeldingen van het Lij densverhaal. Men ziet Simon, de eenvou- ti.i.ge boerenman, huiswaarts keren van Zljn akker, net als iedere dag. Hij is er Bch geen ogenblik van bewust, dat hij op is naar iets wereldschokkends. De tiichter zegt het onvergelijkelijk mooi in tieze ontroerende verzen: ..Een man die stil de wegen van zijn akker naar huis toe gaat: wat kan er zijn gelegen aan die alledaagse daad? Och, de onopvallendste daden, simpel, in sleur gedaan, zijn soms ineens de paden waarlangs Gods voeten gaan. Behalve de twee cycli staan er nog ver scheidene religieuze verzen in deze bun- del. Een bijzonder sterk gedicht is gewijd aan Sint-Petrus. Het is alsof de anders vaak tere, zangerige stem van de dich ter hier krachtiaer wordt, driftiger, man nelijker en strijdbaarder. Wijdeveld te kent Sint-Petrus als de man >,vol vuur en met een groot gebaar"; de man die „zwak en mal en onberekenbaar" was maar daardoor zo volkomen menselijk. De man van uitersten, die niet klein kon leven, maar heftig; die niet een deel van zichzelf kon geven, maar alles of niets. Dat menselijke maakt het ons zo ver want: „één van onze soort". En toch was „Gij gaat gebogen, dag na lange dag, en leed slaat u waar het maar raken mag, Hoe t zij, één wetenschap moet gij bewaren: wie heeft geschreid, die krijgt een zuivre lach". deze man de „eeuwenharde" steenrots der Kerk. ..Aan hem zien wij, getroost en met ontzag, wat zelfs de minste mens met God vermag. En. laat daarom de brave jongelingen en lieve dames prevelen en zingen voor heiligen uit gladde, zachte was: Petrus, die ruwe rots, hij is óns ras! Gisterenmiddag is te Leiden, waar hij reeds enige tijd verpleegd werd wegens een ernstige ziekte en verleden week van tie laatste H.H. Sacramenten werd voor- rien, in de ouderdom van 59 jaar overle- l'en de bekende kunstschilder en illustra tor. De overledene, die in 1896 te Rotterdam Werd geboren, heeft zeer veel muurschil- tieringen gemaakt, o.a. in het Erasmia- "um te Rotterdam, in het Sanatorium Berg en Bosch te Bilthoven, O.L. Vrouw ter Eem te Amersfoort en nog talloze Kerken en kloosters in heel het land. Van z'.in hand was o.a. ook een aantal olie verfpanelen aan boord van het vlagge- Schip van de Holland-Amerikalijn, de •.Nieuw Amsterdam". Sengers was een bescheiden werker in tie Nederlandse kunstwereld. Geen man tiie zich op de voorgrond drong of zich Bet voorstaan op zijn kunst. Wie echter "et voorrecht heeft gehad op zijn Leids atelier met Sengers te spreken, weet dat Bij een intelligent en serieus kunstenaar Was met een hoge opvatting van zijn taak, sPeciaal als schilder van religieuze kunst werken. Vele kerk- en kloosterschilde- ringen getuigen daarvan. De kerkelijke KUnst verliest in Lode Sengers een ern stig, bekwaam en toegewijd vakman. Van de wereldse verzen ontroeren voor al een paar liederen aan en over kinde ren speels van ritme, als luchtige lied jes, maar (zoals „Brief aan Anne-Ma- rie") geladen van een diepe bewogen heid. De grote groep kwatrijnen toon* Gerard Wijdeveld als een beheerst dichter die zijn gedachten kernachtig in de stren ge vorm van het vierregelige vers kan uit drukken dichterlijk en zonder gekun steld te zijn. In de grote gedichten is de dichterlijke gedrevenheid vaak als een stroom, die de lezer meevoert; hier is zij verstild en brengt tot nadenken. Elk kwatrijn is een gaaf en afgerond geheel. Dat geldt trou wens ook voor de andere verzen, want Wijdeveld is een van de dichters die al leen schrijven als zij er innerlijk toe wor den gedrongen. Daarom publiceerde hij zo weinig. Maar dat weinige is er des te gaver en schoner door. Moge deze edele fijnzinnige poëzie velen ontroeren en verrijken! De jongste bundel van Michel van der Plas, ,.Een hemel op aarde" (Uitg. A. A. M Stols, Den Haag), moet worden ge zien als de bevestiging van een belofte. De jonge katholieke dichter is, naar ons toeschijnt, meer zichzelf geworden. Hij is los gekomen van zijn inderdaad ontroe rende jeugdpoëzie, die hem weliswaar veel lezers bezorgde, doch zijn talent ten slotte dreigde te verstikken. Bevrijd en .bioeid. toont hij een veel groter veel zijdigheid dan sommigen in hem heb ben vermoed. Aan de echtheid der gevoelens die in een gedicht als „De bruidegom van Ka- na" onder woorden worden gebracht, kan men eenvoudig niet twijfelen. Dit ge dicht komt recht uit het hart en is onge kunsteld. Het oproepen van bijbelse figu ren is zeer zinvol, want in hen heeft de iic' *..r zijn eigen diepe ervaringen ver huld en tegelijk verhevigd. „Een hemel op aarde" is een sterke bundel. Michel van der Plas vervult ons opnieuw van dankbare bewondering en van nieuwe verwachtingen! (Van onze Amsterdamse redactie) De kunstactie van het Koningin-Wil- helminafonds loopt ten einde. Volgende week woensdag en donderdag zal veiling meester H. S. Nieuwenhuis 's middags om vier uur en 's avonds om half acht de geschonken voorwerpen - tot op heden - 651 in totaal In de zalalen van maat schappij „Arti et amieitiae aan 't Rokin in Amsterdam openbaar verkopen. Maandag en dinsdag a.s. is er van 10 tot 4 uur en 's avonds tussen 714 en 10 uur gelegen heid voor de aspirant-kopers om vast een keuze te maken. Het Plof1 tot deze actie is al opgevat in 1952. Bij de aan het eind van dat jaar ge houden HAAK-IN-campagne was name lijk gebleken, dat vele mensen, die geen geldelijke bijdrage hadden te missen, een kunstvoorwerp afstonden. Door allerlei omstandigheden, zoals de watersnood ramp, is het Koningin-Wilhelminafonds niet in staat geweest het idee op korte termijn te realiseren. Dit heeft het comi té van de actie, bestaande uit de heren C. J, baron Schimmelpenninck van de Oye. prof mr. de la Fontaine Verwey, J. J. W. Noordervliet 'en P. H. Siepman van den Berg, niet weerhouden door te zetten. De heer Siepman heeft in het afgelopen jaar ruim 1600 huisbezoeken afgelegd om kunstwerken in te zamelen. Hij heeft o.a. een paneel van J. Madou, voorstellende een interieur met figuren, een vergulde gothische miskelk uit de vijftiende eeuw, een doek van Jan Lievens (1609- 1674), een Manet, een gouache van Ossip Zadki- ne en ëen tekening van Abel Bertram „losgekregen". Ook wist het actiecommité beslag te leggen op Chinees en Duits por selein, vele zilveren voorwerpen, vier Franse miniaturen uit de 15de eeuw, een biscuit plaquette van de hand van John Raedeker, een damasten tafellaken met voorstellingen van kastelen en ruiters en de wapens van Doornik en Bëthune, van omstreeks 1705 en tal van snuisterijen, als een 17eeuws beschilder ijzeren geld kistje, een Louis Quatorze Zilveren thee bus en een rozenhouten kistje met een re- liefmedaillon van Lodewijk Napoleon. Bijzonder omvangrijk was een geschenk bestaande uit vijf reusachtige vazen, door de Haagse porseleinfabriek „Rozenburgh" in 1899 vervaardigd, welke door Koningin Wilhelmina zijn opgedragen aan Czaar Nicolaas II van Rusland uit dankbaarheid voor het initiatief, dat deze heeft genomen tot het beleggen van de grote internatio nale Vredesconferentie in Den Haag. Ver der hangen in „Arti" enige werken van Charley Toorop, Jan Poortenaar, J. C. 't Hoen, H. Wiegersma en Jan Sluyters. WERELDNIEUWS Marlon Brando als onafhankelijk producent gaat de technische hulp aan de onderontwikkelde gebieden verfilmen y<K- Mary Pick ford heeft zich terug getrokken uit United Artists. ET experimcnt-1950 is afgelopen, jawel. Maar het schijnt wel ot velen me' deze vaststelling willen suggereren, dat wij weer rustig kunnen overgaan tot de orde van de vorige dag. Het was een interessant tijdsverschijnsel, een uitdrukking van „menselijke verhoudingen" in de literatuur, het is stof voor toekomstige promovendi, en daarmee uit. Dal echter is een grondige vergissing. Men zou het experimen>1950 kunnen vergelijken mei de eerste fase van een revolutie. En wie, die constateert, dat de revolutie van 1917 voorhij is, zou ons willen suggereren, dat zij vandaag van geen betekenis meer is? Maar natuurlijk, er is in de literatuur een sterke reactie. Er zijn, na de eerste schrik, zoveel eigen standjes te verdedigen als er levende dichters zijn. Er zijn de snobs. En tenslotte zijn er de talloze epigonen, met meestal nog minder inzicht in de experimen tele poëzie dar haar meest benepen tegenstanders, die het uitzicht op Je ware betekenis dezer poëzie aanzienlijk belemmeren. Zij geven voedsel aan de mythe, dat de sleutel tot het succes gelegen is in het weglaten van hoofdletters, het willekeurig verknippen van zinnen en het zich toe spitsen op de meest extreme beeldspraak. Een mythe overigens, die men niet zozeer mag verwijten aan de experimentelen als wel aan sommige uitgevers, die het vertrouwen in hun oordeelsvermogen allang verloren hebben en nu. nog slechts voortgedreven door de vrees, een toekomstige beroemdheid te zullen miskennen, rijp en groen aan het publiek aan bieden En toch, er zijn een paar dichters in de „tweede fase", die de zin van het experiment-1950 onbetwistbaar bevestigen De eerste daarvan was Lucebert, de tweede is Andreus. Ik heb achtermekaar een stel Ameri- Kaans.g toneelstukken gelezen. Geen stuk ken van beroemde schrijvers, die hier in tins land een naam hebben gekregen door tiet beroepstoneel, neen, maar eenvoudige Gemakkelijke stukken, louter voor het timateurisme bestemd. Het Amateurtoneel in Amerika is een zeer wijd verspreide en boog gewaardeer de vrije-tijds-besteding. Elke school heeft Bin clubs. Ja tot zelfs tot. op het bewaar schooltje toe. In Amerika wordt veel (tieer in schoolverband gespeeld dan hier tiij ons. Hoogstwaarschijnlijk omdat zij tiaar veel meer oog hebben voor de op voedkundige waarde van de toneelbeoe- fening. Hier bij ons ziet men het hoogstens zo ?u en dan op middelbare scholen en dan maar zeer bij mondjesmaat. Een en- de keer ziet men het ook wel eens op ®e.n kleuterschool. Bij het lager onder- ™'is ben ik het persoonlijk nog nooit te- gekomen; op één uitzondering na. "'aar daar gold het een broedersschool. Het vraagt natuurlijk nog al wat tijd ,Vati het onderwijzend personeel, want het Is heel begrijpelijk, dat het niet allemaal tinder schooltijd kan gebeuren. Stelt u Jftior: onder schooltijd! terwijl het school- Ptiogram toch al zo overladen is. Wij zijn eel te veel overtuigd van de belangrijk en van ons schoolprogram, dan dat a ar van ook maar iets zou mogen* wij- ken voor het spel op de planken. tiii)en gevolg van deze minimale beoefe- w. 8 van het amateurtoneel in school ver kens' dat men zo 8°ed als geen stuk- Verh J1 kriigen voor toneel in school land. Geen schrijver, die er aan denkt ze te schrijven en geen uitgever, die er aan denkt, om ze uit te geven, omdat dergelijke stukken toch geen kans heb ben van slagen. In Amerika daarentegen behoeft men niet ver te zoeken naar geschikte "tuk ken voor schoolverband. Hele catalogi met louter stukken voor de schooljeugd ver schijnen er jaarlijks Dikke boeken met 100 spelen voor de allerkleinsten. Het ene boek na het andere. En allemaal aller- charmantste stukjes, die men zo zou wil len vertalen en uitgeven voor onze klein tjes van de kleuterschool. Toch moeten wij voorzichtig zijn met dat zo maar willen vertalen en zo maar willen uitgeven voor onze kleintjes. Want of het nu een stuk geldt voor groteren of voor kleineren, met zo maar louter vertalen komen wij er nooit. Het is gek, maar als je een stuk een allerkostelijkst blijspelletje bijvoorbeeld, in het Ameri kaans leest, dan ben je onmiddellijk on der de bekoring van de charme en de heerlijke fantasie, die er aan die stukken ten grondslag liggen, maar zo gauw je ze in het Hollands omzet, dus vertaalt, lijken ze wel dood. Alle charme is onmid dellijk verdwenen. Zit dat in onze nuchte re taal? Ik geloof het niet. Ik geloof veel eer dat het in ons gevoel ligt. Wij voelen de dingen anders aan. Wij zijn Hollan ders en hebben onze eigen geaardheid. Daarom moeten die stukken vanuit het Amerikaans opnieuw levend voor ons ge maakt worden. Zij moeten volkomen aan onze geaardheid, aan ons gevoel worden aangepast. Onze taal bezit haar eigen charme. En daarom zal een louter ver- I taald stuk het nimmer op het amateurto neel doen. Onze taal moet een geheel nieuwe en eigen charme scheppen. Stukken, die voor de oudere schooljeugd zijn geschreven, behoeven daarenboven nog een veel grotere omwerking, omdat men hierin veelal (of we kunnen wel zeg gen: bijna altijd) opbotst tegen een men taliteit, die hier gelukkig nog steeds geen ingans vindt. Dei-gelijke stukken krioelen meestal van jeugdige figuren, waarom men in Ame rika schijnt te lachen maar waaraan men zich hier dood zou ergeren. Vrese lijke eigenwijze en eigengereide jongens en meisjes bijvoorbeeld van dertien en veertien jaar oud. die grapies met hun leraren en ouders uithalen, waarvoor men ze hier een verdiende oorvijg zou geven, maar waarom zij daar de helden van de leugd zijn en door ouderen worden ge prezen en aangemoedigd. Vroegrijpe zelfstandigheid schijnt daar nu eenmaal het ideaal van de jeugd en de opvoeding te zijn. Ook waar het op verdienen aankomt. Een kind van zes iaar weigert pertinent iets voor ziin moe der te doen, als het er niet voor betaald wordt. Een dergelijke eis vindt men flink, getuigt van jong zakelijk inzicht en wijst op een spoedig uitgroeiende zelfstandig heid. Geen ouder, die hier dan ook tegen in zal gaan. Elk stuk voor de jeugd getuigt hier weer opnieuw van. Het komt ook niet zel den voor dat jonge kinderen hom ouders of liever nog hun oudere broers of zusters trachten te chanteren. Een jongetje bij voorbeeld heeft een geheime minnebrief van een oudere zuster gestolen en wei gert deze terug te geven, als hij er niet voor betaald wordt. Dit vindt men kos- teliik grappig. Wij vinden het verregaand bedorven. Zo zien we, dat we niet zo maar zon der meer de Amerikaanse stukken voor de schooljeugd hier in ons landje zouden kunnen gebruiken, hoe rijk ze ook zijn aan fantasie en vol beweging en actie. Gelukkig maar dat deze mentaliteit onze mentaliteit nog niet is. Hoe lang echter nog? Andreus debuteerde als dichter van een meestal vriendelijk soort lied jes, „Muziek vppr kijkdieren", dat enigszins aan van Ostayen deed den ken, maar een herkenbaar eigen en zeer belangrijk 'talent openbaarde. Daarop stortte ook hij zich, mis schien onder invloed van magiër Lu cebert, in dat typische experimentele avontuur, dat nog altijd stelselmatig miskend wordt. Men zegt immers, dat iedere echte dichter experimen teert? Maar het gaat de experimen telen helemaal niet om het experi ment in de poëzie: zij willen op expe rimentele, dat is proefondervindelijke wijze tot de poëzie komen. Het gaat hen om hun bestaansrecht als dich ter. Alleen wanneer zij zonder artis tieke pretentie, zonder overgeleverde schema's (zonder vouwbeen op hun tafel, zou Van Ostayen zeggen) ja, men zou haast zeggen on danks zichzelf al schrijvende een lied vonden, zou proefondervindelijk het bestaan van de poëzie en van hun dichterschap blijken, als een existen tiële werkelijkheid. Zij willen het ge dicht niet schrijven, maar vinden. Daarmee keren zij terug naar een zeer oude bron, waar de dichter nog trouvère, dat is vinder, heet. Inder daad, men spreekt van re-volutie, te- rug-wenteling, kentering naar de oor sprong. Dit is de noodzakelijke weg sinds de schoonheid, bij de gratie waarvan eens de dichters bestonden „haar ge zicht verbrand" heeft, zoals Lucebert zei. In de degeneratie van schoon heid tot louter schoonheidsontroering ligt de kern van de bestaanscrisis der poëzie, die na de romantiek steeds meer acuut geworden is. De experi mentelen hebben en daarin ligt hun grote „programmatische" bete kenis deze degeneratie ten einde toe geproefd: de laatste zekerheid blijkt niets meer dan de sensatie, het effect. Die vond men dan ook in „De taal der dieren" van Andreus, voor de poëzieliefhebber niet direct een bundel om blij mee te zijn, maar, juist als dieptepunt een uitermate belangrijk punt. Want eerst daar, in „het explosie ve uur" 1) vond Andreus het lied, de bevestiging van zijn dichterschap. Men denkt aan de psal men. Ook daar staat niet: ik dicht een lied, maar: een lied ontwelt mijn keel. Deze associatie is trouwens niet zo dwaas als zij sommigen zal schij nen. Omdat deze bundel van Andreus bevestigt, wat men op zo fatale wij ze vergeten was: dat alle kunst, alle ware kunst een daad van religie is. Deze verzen van Andreus ademen die elementaire religiositeit, die onze aandacht schept. Aandacht niet voor het gedicht op zichzelf als „moo ding", maar voor het mysterie, waar van het zijn adem haalt en in het hart waarvan het ons plaatst; Zo komt het nader: de ogen leggen vrezen bloot, halsbrekend verlies en doodsge vaar. Intussen mene men niet, dat het hier gaat om „religieuze poëzie" in de tegenwoordig gebruikelijke, enge be tekenis van het woord. Er is hier al leen sprake van poënzie, „echte" poë' zie, die alle theorieën doorbreekt. Zo wekt het geen verwondering, wanneer tweemaal het woord „geest" in deze bundel staat. Ook dat kan, nee, het moest; Het is allemaal anders, maar dat hindert niet. Het betekent hetzelfde en men ziet wat het is, eenmaal: kijk, de lucht en het heelal doorschijnend; zie de man, de vrouw, het kind geboren uit tweemaal liefde, uit zon en aarde, vuur en duur. Zoek het explosieve uur wanneer de ruimte spreekt, de geest het lichaam binnen breekt. DE DICHTER als vates, „razen de", ziener, stem aan het my sterie geleend, dat is wat ex perimentelen als Lucebert en Andreus uiteindelijk voor ogen staat. Vandaar ook, dat Hölderlin hun man is. Die verwantschap blijkt opnieuw in een tweede bundel van Andreus „Empe- docles de ander" 2). Ook Hölderlin schreef een drama „Empedocles". Beiden zijn zij gegrepen door die won derlijke man, die leefde omstreeks 450 voor Christus, filosoof, dichter, won derdoener, die van zichzelf verklaar de, dat hij een god was en plotseling, na ongeveer zestig jaar van leven verdween zonder een spoor. Voor bei den ook is deze Empedocles een ge stalte, waarin zij eigen ideëen uitge drukt vinden. Voor Hölderlin is hij vooral de vertrouwde van de natuur, de profeet van zijn natuur-godsdienst. Voor Andreus is hij meer, namelijk „het van ver voor Christus dateren de symbool van dood, hergeboorte en opstanding." Hij schrijft „Empedo cles de ander", Empedocles na zijn verdwijnen, die hij ziet als een her geboorte, een hervinden van zichzelf: Maar ik riep hen op tot revolutie, gaf hun een wetgeving, ontnam de aristocratie haar privileges, verplaat ste hun bergen, veranderde hun moe rassen in wijngaarden, en verzorgde mjjn grootste wapenfeit de bruidschat voor een paar honderd imbeciele maagden. Hoort nu de koren mijn weldaden bezingen. Ziet hoe de nauwkeurige beeldhouwers der geschiedenis krepe- ren voor mijn standbeeld. Maar die Ik ben, ikzelf? Ik reis door de ruimte, zoek de dood en zoek naar wat verloren ging. Dat de keuze van dit symbool der opstanding arbitrair is, geeft An dreus zelf toe. Maar het is dat niet alleen, het is ook een ontoereikend symbool. Men kan, als Andreus, Em pedocles zien als exponent van het Orphisme (dat door sommigen ten onrechte als de eigenlijke historische oorsprong van het Christendom wordt beschouwd), maar blijft een peilloze afgrond. In de opstanding van Em pedocles is geen verlossing. Ook dat wordt ons uit de tekst van Andreus gaandeweg duidelijk. Andreus is er inderdaad in geslaagd en daaruit blijkt het buitengewone formaat van zijn kunstenaarschap om in de huid van Empedocles te kruipen dit is de stem van een onverloste mens. Als zodanig is deze Empedocles-fi- guur ook „van deze tijd", waarin voor velen de Blijde Boodschap zo- (Van onze filmredacteur) Sir Michael Balcon en zijn filmgroep van de Ealingstudio's hebben een over eenkomst aangegaan met Metro Goldwyn- Mayer in zake de distributie van hun films over de hele wereld door deze Ame rikaanse maatschappij. Sir Michael, een 'van Engeiands beste en meest bekende filmproducenten heeft, zoals we enige tijd geleden reeds meid den, na tien jaar de Rank Organisatie verlaten. Zijn Ealingstudio's zijn, naar men weet, verkocht aan de B.B.C.-televi- sie, maar de naam, die wereldvermaard heid heeft gekregen, zal verbonden blij ven aan de films, welke het met finan ciële steun van M.G.M. maakt. Op deze wijze zullen per jaar drie tot vijf films door Balcon worden geproduceerd, waar van de vertoning over de hele wereld door de Amerikaanse maatschappij wordt gegarandeerd. Krachtens deze nieuwe overeenkomst zullen dit jaar nog in de Elstreestudio's drie films worden gemaakt en wel „The Shiralee" naar de „bestseller" van de Australische schrijver D'Arcy Niland, „Man in the Sky", een oorspronkelijk filmverhaal over een testpiloot met Jack Hawkins in de hoofdrol en „The Story of Dunkirk", waarvoor de Engelse to neelschrijver R. C. Sheriff het scenario schrijft. „Ik kan", aldus heeft Sir Michael Bal con verklaard, „mijn films nog altijd volgens mijn eigen opvattingen vervaar digen en daarbij gebruik maken van het beste talent, dat beschikbaar is". Marlon Brando, de filmacteur, is voor nemens te gaan optreden als onafhanke lijke filmproducent. De eerste film, die hij, als zodanig gaat maken, zal zich be zighouden met de technische hulp, welke de Verenigde Naties verlenen aan de on derontwikkelde gebieden. „In de wereld van vandaag wordt er geen opwindender, romantischer en belangrijker werk ver richt", aldus Brando. Hij en zijn mede werkers zullen binnenkort op reis gaan om voor de film, waarin „een menselijk verhaal" wordt vertéld, opnamen te gaan maken op de Philippijnen. in Indonesië waar hij een week zal blijven Sin gapore, Borneo, Thailand, Ceylon, Birma, India en Pakistan. Brando is overigens niet de enige ac teur, die zijn eigen filmmaatschappij heeft opgericht. Er zijn er zoveel, dat ze elkaar in dienst moeten nemen. Zo zal Doris Dav de hoofdrol spelen in een film, die wordt gemaakt door de maatschappij van Alan Ladd, terwijl Alan Ladd de hoofdrol krijgt in een film, die door de maat schappij van Doris Day wordt geprodu ceerd. Mary Pickford daarentegen heeft ge noeg van films produceren. Ze heeft haar aandelenpakket in United Artists ver kocht en haar belangen overgedaan aan de groep jonge mensen, die op het ogen blik de leiding heeft van deze maatschap pij. Daarmee heeft ze het voorbeeld ge volgd, dat haar collega Charles Chaplin een jaar geleden gaf. Naast de zakelijke is er ook een sen timentele kant aan deze transactie, want de kleine vrouw, die 37 jaar geleden met Chaplin, D. W. Griffith en Douglas Fair banks Sr een filmmaatschappij oprichtte, waarvan het doel was het artistieke ni veau van de „photoplay industry" te verhogen en op te komen voor de belangen van de kunstenaars, die films maakten, komt er weer even door in het middel punt van de belangstelling te staan. In 1919, toen United Artists werd „ge boren". stond Mary Pickford evenals haar „mede-vennoten" op het hoogtepunt van haar roem en werd in vijf werelddelen aanbeden als „The World's Sweetheart". De laatste der beroemde namen uit de oude tijd is nu uit de leiding van United Artists verdwenen, waarin David O. Sel- znick, Samuel Goldwyn en wijlen Sir Alexander Korda een rol hebben gespeeld. Thans berust de leiding in handen van Robert S Benjamin en Arthur B. Krim. Zij waren firmanten in een advocatenfir- ma, doch trokken zich het lot van United Artists in 1951 aan, toen het verlies van de matatschappij honderdduizend dollars per week bedroeg. Thans hebben Krim en Benjamin en hun medewerkers 40 miljoen dollars in de filmproduktie ge ïnvesteerd en voor het komende jaar ver wachten ze een bruto-opbrengst van 65 miljoen dollars. Hun jongste succes is de film „The Man with the Golden Arm" van Otto Preminger. Hun meest ambiti euze produktie van het jaar: „Alexander the Great" van regisseur Robert Rossen, zal binnenkort haar wereldpremière be leven. Day heeft Alan Ladd en.. Doris zeer onhoorbaar is geworden, dat zij als onverlosten zijn. Naar de vorm is de bundel een experiment in een soort verkon di gende toon, die nogal aan „Also spracli Zarathustra" van Nietzscl.e doet denken. Eigenlijk is het for meel geen poëzie en evenmin proza gedicht of „ritmies" proza. Maar wat is oen vorm-definitie van be lang? En laten wij ook niet zeggen, dat liet een onchristelijk en dus een slecht boek is. Laten wij zeggen dat het kunst is: een zaak die U aan gaat, een mens die „zoekt naar wat verloren ging", die hunkert naar verlossing. Herinnert u zich nog Rita Gam, het filmsterretje, dat bekend werd door de film „The Thief", waarin geen woord werd gesproken? Nu, in april krijgt ze opnieuw een zwijgende rol. Ze zal name lijk één van de bruidsmeisjes zijn bij het huwelijk van Grace Kelly met Prins Rai nier III van Monaco. Toen Rita het verheugende nieuws hoor de was ze verre van sprakeloos. Opge wonden vertelde ze haar vriendinnen en kennissen: „Grace belde me uit Hollywood en vroeg alleen maar: „Voel je er wat voor om één van mijn bruidsmeisjes te zijn?" Ik vind het heerlijk. Het is voor het eerst, dat ik bruidsmeisje ben. Dat is al tijd leuk, maar dubbel zo heerlijk in dit geval. Grace Kelly en Rita Gam hebben el kaar vijf jaar geleden bij de New Yorkse televisie leren kennen. Ze werden dikke vriendinnen en woonden samen op ka mers, toen ze in Hollywood filmden. In totaal zullen er zes bruidsmeisjes zijn. De andere vijf zijn Prinses Antoi nette, een zuster van Prins Radnier, Mrs. Jay Kantor, de echtgenote van een im presario, Mrs. Peggy Davis, een zuster en Mrs Marcia Pamp, een schoolvriendin van Grace. Mrs Elizabeth Gray de 25-jarige moe der van twee kinderen, zal als eredame bij het huwelijk fungeren. Mrs Gray heeft in 1947 met Grace op kamers gewoond, toen ze nog aan de American Academy of Dramatic Arts studeerden. Maar ter wijl Grace naar Hollywood ging, trouw de Elizabeth met de directeur van een plastiefirma en ging in Belmont in Mas sachusetts wonen. Mrs Sally Richardson en Mrs Carolyn Reyboid zullen eveneens ais eredames optreden, omdat ze in New York buren van Grace zijn geweest, toen ze nog als mannequin werkte en haar „suiker en dergelijke hebben geleend", als ze tekort kwam. Grace Kelly krijgt twee bruidsjaponnen, beide ontworpen door Helen Rose, de mode-ontwerpster van Metro Goldwyn Mayer, die ook de toiletten voor haar laatste twee films „High Society" en „The Swan" ontwierp en die thans bezig is met de garderobe voor haar volgende film Designing Woman". Helen Rose is in Chicago geboren en bezocht daar de Academie voor beelden de kunsten. Sinds 1942 is zij mode-ont werpster bij M.G.M. en heeft de toiletten vervaardigd voor sterren als Lana Turner, Elizabeth Taylor. Ava Gardner. Cyd Cha- risse, Esther Williams en, natuurlijk, ook Grace Kelly. De twee bruidsjaponnen voor Grace zijn bestemd voor het burgerlijke en het kerkelijke huwelijk, die op verschillende dagen plaats vinden. De japon voor de kerkelijke plechtigheid zal 'worden ver vaardigd van zware witte zijde en 125 jaar oude Brusselse kant met hoge hals en lange mouwen. Helen Rose heeft de grootste moeite gehad om die prachtige oude kant te vinden. Uit vrees voor na bootsing door „piraten" zullen de schet sen voor de japonnen pas drie dagen vóór het huwelijk worden vrijgegeven. Op 15 maart a.s. zal miss Kelly af scheid nemen van Hollywood en naar haar ouderlijke woning in Philadelphia vertrekken, waar de lijst van gasten bij haar huwelijk definitief zal worden opge steld. Na een verblijf van drie dagen in New York vertrekt miss Kelly met haar ouders naar Monaco, ongeveer een week voor de huwelijksplechtigheid. Kunt u raden, waar de première wordt gehouden van de film „The Swan" met Grace Kelly in de rol van prinses? Na tuurlijk in Philadelphia, haar woonplaats en in Monaco. De datuip is 18 april, de dag, waarop ze met Prins Rander in het huwelijk treedt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 11