voor behoud van natuurmonumenten
.„PUStlK.
INDONESIA
BINNENHUISAR CHITECTUUR
IN OUD WIJNPAKHUIS
N'
Jong
trio
maakt
brood
winning
van
hobby
Hef begon
met hef
Naardermeer...
Juist nu moeten we waakzaam blijven 9
Amsterdamse modderspuiters
riepen verzet wakker
bezwarende overblijfselen
van geslonken vermogens
Groot goed
Zelfs een onbewoond
eiland
Waar blijft de natuur
beschermingswet
Veel ging ook verloren
Nog felle strijd te
wachten
ZATERDAG 17 MAART 1956
Blicking Hall in Norfolk, een
landgoed uit 1625. Het park is in
typisch achttiende eeuwse arca
dische stijl aangelegd
De Rhederheide, deel uitmakend
van het Nationale Park „De
Veluwezoom".
ALTIJD „RAAK" IN AMSTERDAM
De Kortenhoefse plas. In deze
streek wil de vereniging in de
naaste toekomst o.a. haar bezit
tingen uitbreiden.
„MUSEUMZIEKTE"
de enige kwaal
die een Lord
zich kan permitteren
COUNTRY HOUSES OPEN TO THE PUBLIC:
Verbleekte schittering
Staaltje van „rake" verlichtings- T~\
Bezuinigingen
(Van onze Amsterdamse redactie).
ONDANKS zijn kleine opper vlak te be
schikt Nederland gelukkig nog
over tal van zogenaamde „woes
te gronden", uitgestrekte en mooie on
gerepte landschappen die karakteristiek
zijn voor de schoonheid van ons land.
Honderdduizenden genieten daar iedere
keer weer van en ook de wetenschaps
beoefenaars, in casu de biologen, kun
nen hun onderzoekingsdrift nog behoor
lijk botvieren. Dat dankt men dan in
de eerste plaats aan de Vereniging tot
Behoud van Natuurmonumenten, die de
zer dagen haar gouden jubileum viert.
Niet minder dan 68 bezittingen waarvan
de aankoop een bedrag van ruim 5Vi
miljoen gulden vergde en waarvan de
totale oppervlakte maar liefst 14.500 ha
is, heeft deze vereniging in de afgelopen
halve eeuw, veelal na veel strijd weten
veilig te stellen als recreatiegebied en
als oord voor de wetenschap. Natuur-
minnende financiers, fabrikanten en za
kenlieden metpersonenuitnatuurweten-
schappelijke kring en vele met minder
aardse goederen bedeelde natuurliefheb
bers zijn in die vijftig jaar immer broe
derlijk vereend geweest om met inzet
van al hun krachten te vechten voor het
behoud van het natuurmonument in Ne
derland, daarbij geleid door een be
stuur dat ook al zo'n brede basis ver
toonde; een basis welke immer de
kracht heeft uitgemaakt en dat nog
doet van de vereniging en haar tot
grote daden in staat stelde en stelt.
Twee namen van pioniers dienen met
een genoemd te worden. De bekende
natuurvorser Jac. P. Thijsse, de man
die met zijn actie tot behoud van het
Naardermeer, het initiatief nam tot op
richting der vereniging en de patriciër
mr. P. G. van Tienhoven, zoon van de
oud-burgemeester van Amsterdam, die
vele jaren penningmeester en daarna
voorzitter van de vereniging geweest is.
FREDERIK Willem van Eeden Sr,
de vader van de literator en een
bekend botanicus, maakte zich in
zijn geschriften in de jaren tachtig al
bezorgd over de voortschrijdende natuur-
aantasting. Hij was het ook die het eerst
het woord „natuurmonument" gebruikte.
Eerst tijdens de eeuwwisseling werd de
natuurbescherming als een der doelstel
lingen door een organisatie aanvaard,
nl. de Nederl'andsche Natuurhistorische
Vereniging. E. Heimans en Jac. P.
Thijsse trachtten in die dagen door hun
populaire werken het volk nader tot de
natuur te brengen. Er werd toen al over
gedacht om gebieden die voor flora of
fauna van uitzonderlijke betekenis wa
ren door aankoop te beschermen. De ge
meente Amsterdam verschafte een con
crete aanleiding om dit plan te realise
ren. In 1904 kwamen zij met het voorstel
het Naardermeer. „die waardeloze
plas", met stadsvuil te dempen. Daar
tegen ontbrandde een fel verzet. Thijsse
bond de strijd tegen de „Amsterdamse
modderspuiters en natuurverknoeiers"
met kracht aan en het regende adres
sen bij de hoofdstedelijke gemeenteraad.
Het voorstel werd met twee stemmen
meerderheid verworpen, niet echter om
de argumenten die Thijsse en zijn aan
hangers hadden gebezigd doch omdat
de meerderheid van de raad voordeel
zag in vuilverbranding. Het natuurmo
nument Naardermeer was gespaard,
maar het moest ook behouden blijven.
Besloten werd het van de familie Rut
gers van Rozenburg aan te kopen, doch
daarvoor moest een bedrag van ander
halve ton worden bijeengebracht. De
door Thijsse en zijn natuurvrienden
opgerichte Vereniging tot behoud van
Natuurmonumenten schreef een obliga
tielening van 160.000 uit. Het succes
was groot, zelfs uit Indië en uit Enge
land kwamen aanvragen voor „Naarder-
meer-obligaties". De gekozen werkwij
ze bleek dus uitnemend effect te sorte
ren, reden waarom de vereniging zich
voortaan daaraan hield, al kwamen la
ter natuurlijk ook gewone aankopen
voor.
HET Naardermeer was vooral uit we
tenschappelijk oogpunt, als een
van de weinige lepelaarskolonies,
belangrijk. Mr. van Tienhoven bleek in
de aanvang de fervente propagandist
voor het behoud van natuurmonumen
ten uit oogpunt van „wandeloord". Op
die manier zou nl. natuurbescherming
een zaak van het gehele volk worden.
De decennia die nu tot het verleden be
horen. hebben wel bewezen dat deze
zienswijze juist was. Ruim twintigdui-
zend leden telt de vereniging thans en
ongeveer de helft van haar bezittingen
zijn opengesteld als recreatiegebied voor
iedereen, zodat men dus gerust mag stel
len dat een groot goed voor het volk
behouden is gebleven dank zij het on
vermoeide streven van de natuurbe
schermers.
Gaat men in vogelvlucht na welke ter
reinen allemaal wel veilig gesteld
werden een volledig overzicht is in dit
kort bestek natuurlijk niet mogelijk
dan moeten o.a. genoemd worden de vo
gelbroedplaatsen op Tessel, waar de ver
eniging in 1909 reeds haar eerste bezit
kreeg. Een jaar later redde zij het
Leuvenumse Bos bij Ermelo onder de
bijl van de houthakkers vandaan, en leg
de zij door de aankoop van het land
goed Hagenau bij Dieren de grondslag
voor het grootste natuurmonument nl.
het Nationale Park „De Veluwezoom",
thans bestaande uit Hagenau, Rheder-
oord, Beekhuizen, Onzalige Bossen, Im-
bosch, Het Asselt en Rheder- en Worth-
rheder Heide, tezamen nu 4000 ha groot.
DE OISTERWIJKSE vennen vormen
al sinds vele jaren een recratie-
gebied bij uitstek, terwijl ook de
biologen iedere keer weer opnieuw daar
belangrijke ontdekkingen doen. Ook dit
brok heerlijke natuurschoon zou echter
verloren zijn gegaan wanneer de vere
niging niet op haar hoede was geweest.
Zij verhinderde in 1912 het plan van
een exploitatiemaatschappij enkele be
koorlijke vennen te draineren en bossen
te vellen en breidde langzaam maar
zeker haar bezit daar steeds verder uit.
In Brabant „haalde" ze verder nog bin
nen de Loonse en Drunense duinen en
erfde ze van de familie Tienhoven het
landgoed Kampina bij Boxtel, een ju
weel van een heide- en bosgebied. Beide
stroken werden later samengevoegd tot
één natuurmonument, waarvan Kampi
na volgens velen het mooiste bezit van
de vereniging is.
In Drente werd een enorm heideveld
bij Dwingeloo voor het nageslacht ge
spaard, terwijl men zich vorig jaar ein
delijk een representatieve bezitting in
Limburg verschafte door aankoop le
gen bijna 4ton van het kasteel-land
goed Genhoes bij Valkenburg. Behalve
een belangrijk monument van Iaat-Mid-
deleeuwse bouwkunst kreeg men daar
mee ook een deel van het wondermooie
Gerendal met zijn rijke hellingbossen en
zijn vele soorten orchideeën, tot 16 soor
ten toe, in handen. Een ander monu
ment, dat ongetwijfeld een unicum in
de reeks is, zal de vereniging waarschijn
lijk in de toekomst moeten afstaan aan
het water. Wij bedoelen het onbewoon
de eiland Griend in de Waddenzee hal
verwege tussen Harlingen en Terschel
ling, een broedplaats van duizenden zee
vogels. Het dreigt echter door de zwa
re stormvloeden opgeslokt te worden
Desondanks, is het huidige bestuur van
de vereniging ervan overtuigd, dat het
juist in de naaste toekomst nog heel
wat werk verzetten moet, wil Neder
land niet tot het laatste stukje opgedeeld
z'jn. „Ons wacht nog een felle strijd"
zo meent de voorzitter dr J. A. van
Steijn. Tal van streken zullen nog
voor de wetenschap een wetenschap
pelijke commissie van de vereniging on
derzoekt elk nieuw bezit nauwkeurig en
maakt er vegetatiekaarten van en
voor de recreatie gereserveerd dienen
te worden. „En al is het overleg met
„oorlog" en „Landbouw" de laatste tijd
erg vriendschappelijk, waakzaam moe
ten we blijven".
Aangaande toekomstplannen is men
niet al te mededeelzaam. Uitbreiding
en afronding van het noordelijk Vecht
plassengebied een legkaart van klei
ne perceeltjes, waarvan de aankoop een
jarenlang geduld werk zal vormen en
van de plassen in de kop van Overijs
sel, natuurmonumenten in het moeras
gebied die kunnen uitgroeien tot natio
nale parken, staat als eerste op het
program. Verder denkt men aan de zo
vele bedreigde bossen, heiden e.d. die
meer en meer hun rol moeten vervul
len van „longen" van ons volk. Ook
moet zowel overheid als parlement het
besef worden bijgebracht dat een Na
tuurbeschermingswet toch eindelijk wel
een dringende noodzaak wordt. In de
Troonrede van 1928 werd deze wet al
aangekondigd maar ze is er nog steeds
niet, ondanks de grote reeks van ont
werpen die echter nimmer de Kamer be
reikten. Het laatste ontwerp, dat ergens
ten departemente rust, schijnt nog her
zien te moeten worden. Ai met al zal
men in ons land gelijk dat in het bui
tenland al lang de gewoonte is in de
toekomst ook moeten gaan inzien dat
met aankoop niet alle natuurschoon te
beschermen is.
Maar al deze problemen mogen toch
niet verhinderen dat het gouden feest
met vreugde gevierd wordt. Dat ge
beurt vandaag in het Concertgebouw
te Amsterdam, waar een plechtige
herdenkingsbijeenkomst wordt gehou
den, welke door Koningin Juliana
die Beschermvrouwe is zal worden
bijgewoond. Voorts verschijnt er een
pracht van een gedenkboek, kostelijk
geillustreerd. Er is zoveel belangstel
ling voor, dat er al een tweede druk
nodig is. Ook wordt een wervingsac
tie gehouden, die nu reeds 500 nieuwe
leden heeft opgebracht. Zij en de
20.000 anderen hebben het voordeel dat
ze behalve van de voordelen van het
lidmaatschap ook kunnen genieten van
het natuurschoon op 365 particuliere
landgoederen, waartoe ze vrije toe
gang hebben.
VEEL echter ook heeft de vereniging
tegen de bierkaai moeten vechten
en zag zij terreinen die zij zo graag
tot de hare had willen maken, verloren
gaan.
Daarbij is bv. die Sint Pietersberg, die
door de cementindustrie geruïneerd
werd. Behoud is niet mogelijk gebleken.
Dat was ook het geval met het Twiskege-
bied. een vogelbroedplaats van uitzon
derlijke waarde bij Oostzaan dat mo
menteel ingepolderd wordt. En wat er
voor de eeuwwisseling aan natuurschoon
vernield is? Men behoeft er boeken en
geschriften uit die tijd maar op na te
lezen. Zo moet er bij Beekbergen een
romantisch bos gestaan hebben, dat in
de winter alleen toegankelijk was over
het ijs en dat in 1876 gekapt werd. En
'a kwart eeuw eerder ging de lepelaars
kolonie op Schollevaarseiland bij de
drooglegging van de Prins Alexander-
polder ten Noordoosten van Rotterdam
te gronde.
Hetzelfde lot trof de ooievaars
broedplaats in 't Horstermeer in 't Gooi.
Zelfs het nu beroemde Naardermeer
is in 1883. voor het grootste gedeelte
ingepolderd geweest. De lepelaars hiel
den gelukkig een klein stukje over en
bleven daar huizen zodat, toen men
twee jaar later de onrendabele draine
ring ongedaan maakte, zij opnieuw
een uitgestrekte „huisvesting" van bijna
750 ha kregen. In West-Europa komen
lepelaarskolonies alleen in Nederland
voor, nu op drie plaatsen, nl. Naarder
meer, Zwanenwater bij Callantsoog en
op Texel. Een aalschoiverskolonie treft
men aan bij Wanneperveen in N.W.
Overijssel, op een gebied van de vere
niging.
Wat de fauna verder aangaat, de
vereniging heeft in „De Veluwezoom"
het neusje van de zalm. Daar huizen
het trotse edelhert, het wilde zwijn, de
vos en boommarter en daar is de ree
enstand ronduit schitterend. En het
Leuvense bos bij Ermelo is een roof-
vogelgebied bij uitstek. De buizerd,
sperwer en de havik komen in dit stuk
ongerepte natuurschoon in grote aan
tallen voor.
"ATUURLIJK is men dankbaar en
verheugd over de bereikte resulta
ten. Doch men is zich er wel van
bewust dat in de toekomst nog grote
taken wachten. Het Nederlandse volk is
in de bestaanstijd van de vereniging bij
na verdubbeld en dc nog overgebleven
„woeste gronden" worden steeds schaar
ser door woningbouw, wegenaanleg ont
ginning en ruilverkavelingen niet te ver
geten door de militaire oefeningen. Hoop
vol vindt men het vanzelfsprekend wel,
dat. nu de overheid aan de zijde van de
natuurbeschermers staat. O. K. en W.
hebben in samenwerking met de vereni
ging een rijksaankooppian opgesteld,
dat dertig miljoen gulden vraagt. Op de
begrotingen zal tien jaar lang drie mil
joen gulden voor dit doel paraisseren.
Twee jaar geleden is het rijk daarmee
begonnen.
gelegenheid wordt gegeven hun scheppin
gen tentoon te stellen. Op het ogenblik
bijv. worden de wanden gesierd door af
fiches van de typografische kunstenaar
Nan Platvoet, tekeningen van Harry van
Rosmalen en schilderijen van Tonny Ros,
die wonderwel passen in het fleurige up-
to-date interieur.
De drie „apostelen der binnenhuisarchi
tectuur" zijn zich wel degelijk bewust dat
hun onderneming een ietwat vreemd ide
alistische basis heeft. Men heeft hun stap
zelfs een „economisch misdrijf" genoemd.
Zij geloven echter stellig dat vele ande
ren genoeg waardering zullen hebben voor
„de schone kant van het leven" om hen
in staat te stellen van hun hobby hun
werk te maken.
uizen
Bedfordshire, Woburn Abbey, Ilis Grace the Duke of Bedford,
Argyllshire, Inveraray Castle, His Grace the Duke of Argyll, Kent,
Penshurst Place, Viscount De Lisle, V. C. (oud-minister van luchtvaart),
West Lothian, Hopetoun House, Marquess of Linlithgow Wiltshire,
Corsham Court, the Lord Methuen, Yorkshire, Harewood House, The
Princess Royal (zuster van wijlen koning George VI).
Ziehier een kleine bloemlezing uit
de officiële lijst der' buitenverblijven
in Engeland, die de toerist ook het ko
mende seizoen weer kan bezoeken.
Het gaat de Britse Lords niet bijzon
der goed. De hoge successierechten en
grondbelastingen hebben de in vroegere
eeuwen dank zij een stelselmatige land
bouwpolitiek, „dank zij" oorlogen en ko
loniaal bewind bijeen gegaarde vermo
gens geheel opgesoupeerd. Wat er van
die enorme vermogens nog rest zijn de
grote „Manors", ..Courts", „Houses" en
„Abbeys" die de voorvaderen in veel
pracht en praal maar niet altijd zeer
stijlvol door de beste architecten lie
ten optrekken.
Het leven was goed en schoon op het
Britse platteland, waar de landheer als
^en vorst regeerde over de hem toebe
horende dorpen. Tijdens de „season" be
trok hij zijn Londens Home en nam hij
.teel aan het hof- en societyleven. Soms
verscheen hij dan in het Hogerhuis en
ds hij de kans schoon zag werd hij
minister op een post zonder departe
ment. minister voor aangelegenheden
van Wales bv. Of hij werd gouverneur
van een dominion of kolonie of kolonel-
honorair van een der vele regimenten
tie dikwijls alleen in naam bestonden.
Na afloop van de Victorian Age is
ie hele schittering snel verbleekt. De
'ermogens slonken. En de weelderige
indhuizen, die volgens de ongeschreven
zetten van de Britse traditie nu een-
naai in het geslacht bewaard moeten
>1 ij ven en een graadmeter zijn voor de
tand en het aanzien, waarmee de Lord
ioor het leven dient te gaan, werden
poedig een al te zware last voor hun
•igenaars.
'te financiële stuiptrekkingen, welke dc
.ords vertoonden en nog vertonen, gren
en aan het ongelooflijke. Een er van
is het openstellen van de landgoederen
zoor het „gewone publiek". In dat geval
ordt dc belasting op het bezit aanzien-
ijk gereduceerd, aangezien het gebouw
.an gelijk wordt gesteld met een mu
seum. Vervolgens brengen de entree
gelden een niet onaanzienlijke som op,
torhniolf \J Mansvelt, electrotechnicus en
bouwkundige E. C. Njjnens, accoun
tant, en C.O. Lockhorn, die in Amsterdam
letterkunde heeft gestudeerd, hebben per
1 januari j.l. hun functies in het bedrijfs
leven er aan gegeven om van hun hobby-
„dc schone kant van het leven" hun
broodwinning te maken. Z(j willen name
lijk verhinderen op oudere leeftijd tot de
conclusie te moeten komen dat zö finan
cieel misschien wel zijn geslaagd maar
domweg vergeten hebben te leven. De
eiectrotcchnicus en de letterkundige zijn
resp. technisch en commercieel directeur
geweest van een mctaalwarenfabriek en
de accountant heeft de administratie ge-
voerd voor een middelgroot bedrijf. De
zakelijke beslommeringen lieten hun ech-
ter geen tijd om zich te vermeien in de
letterkunde, de muziek en de beeldende
kunsten. Eind vorig jaar viel derhalve
hef grote besluit: „Wij richten Raak" op i
en maken daarvan een trefpunt voor allen
die belangstelling hebben voor de inte
rieurkunst. zoals architecten, woningin
richtingzaken en particulieren".
Het ondernemende trio heeft de hand
weten te leggen op een oud wijnkoptrs-
pakhuis aan de Prinsengracht 777 in
Amsterdam, dat zij volledig hebben ge
moderniseerd. De heer Mansvelt, die zich
gespecialiseerd heeft in de lichttechniek
stelt zich voor van hieruit wetenschap
pelijke adviezen te geven op het gebied
van de illuminatie en lens- en spiegelop-
tieken te ontwerpen, waarmee men zeer
leuke lichteffecten kan bereiken, die vol
komen aangepast zijn aan een bepaald
modern interieur. Verder zullen hij en
zijn compagnons zich bezighouden met ex
clusieve wandibekleding, ceramiek, klein-
meubelen en het ontwerpen van textiel
dessins. Zij werken nauw samen met kun
stenaars uit diverse landen, zoals Holm
Sorensen, een binnenhuisarchitect uit Ko
penhagen, Isami Noguchi. een New
Yorks architect en de Zweed Johann
Bengt Gullberg, die meubels en verlich
ting ontwerpt. Zij allen ijveren voor de
„haute-couture verlichting" en het moder
ne interieur en zullen in het vervolg ge
regeld exposities op dit gebied in „Raak"
organiseren.
„Geïndustrialiseerde schoonheid"
HET achttiende eeuwse wijnkoperspak
huis is door de drie mannen samen
met twee architecten voor dit doel
ingericht. Men heeft de wanden bekleed
met „geweven hout"-fineerstokken met
ragfijn draad aan elkaar verbonden
glasfiberplaten en dunne vinylplaten, wel
ke raffia, hennep, textieldraden en gras
sen omhullen. Zeer charmante behangsels,
De deuren, het portaal e.d. zijn geschil-
of kunstenaar is. de personificatie van derd in vro!i jk stemmende kleuren en na-
welke aangewend kan worden voor het
onderhoud van huis en park, dat schat
ten kost. Tenslotte zijn er de laatste tijd
naamloze vennootschappen opgericht die
ten doel hebben het landgoed te onder
houden en te exploiteren, wat het moge
lijk maakt successierechten te omzeilen.
His Lordship, het hoofd van de familie,
blijft generatie op generatie president
van de raad van commissarissen en kan
rustig het landgoed bewonen. Men kan
op die manier ook reserves kweken voor
restauratie, afschrijvingen doen enz.
Het was te voorzien, dat de belastin
gen welke de Lords moesten opbrengen
hen dreef tot verschillende bezuinigin
gen. De huizen in Londen werden vefelal
van de hand gedaan, de Rolls Royce
veranderde in een Austin en dikwijls
moest men ook de landerijen verkopen
enerzijds om de belastingen op te bren
gen, anderzijds omdat deze onteigend
werden voor de uitbreidingen van ste
den en het wegennet. Daarnaast zijn de
Lords nu ook conservator geworden van
hun privé museum en dikwijls zullen zij
de bezoekers persoonlijk rondleiden. Dat
spaart weer een gids uit! „De museum
ziekte" is de enige kwaal geworden die
een Lord volgens de traditie nog kan be
zitten. In de nu ook kwijnende clubs
spreken de weinige heren leden over hun
verdiensten, over de restauratiezorgen
en over hypotheken. De Lord dreigt,
vooj-zover hij niet een in de adelstand
verheven politicus, bankier, zakenman
een Britse nationale tragedie te worden.
En het merkwaardige is dat men daar
reclame mee maakt. Om mensen te
trekken, die elk met een paar shillings
de armoede van de Britse adelstand moe
ten opheffen en in ruil daarvoor een blik
mogen werpen in het verleden., en in
de diepe financiële put, waarin de adel
is geraakt.
Hoe diep die put is, kan men aflei
den uit het officiële toeristenblad van
Groot-Brittannië, „Coming Events in
Britain", dat zijn maartnummer gro
tendeels wijdt aan deze nationale trage
die en een niet minder dan vier pagina's
lange lijst afdrukt van hertogen, markie
zen, graven, baronnen en ridders met
zeer bekende namen, die gaarne de ge
wone man bij zich op bezoek zouden
hebberi. Pecunia non olet.. Etiam aris-
tocratiae.
tuurlijk is alle zorg besteed aan de ver
lichting. De verdieping kan door enkele
op rollagers gemonteerde schotten in ver
schillende ruimten, al naar gelang een
expositie het eist, worden verdeeld of zij
worden geheel ter zijde geschoven, waar
na er één groot lokaal ontstaat voor het
houden van lezingen en muziekavonden.
Op het ogenblik kan men er lampen
bewonderen, die aan lampions doen den
ken en ontworpen zijn door Isami Nogu
chi, en verüchtingsornamenten van Johann
Gullberg, bestaande uit witte nylondra
den, die de wonderlijkste figuren vormen.
Men kan uitrusten in Kandyastoelen uit
Denemarken of koffie drinken uit cera
miek. dat afkomstig is uit Zwitserland,
Zweden, Denemarken en Italië. Ieder
een kan even bij „Raak" aanwippen en
er ongestoord genieten van „geïndustria
liseerde schoonheid" of het werk te be
zichtigen van jonge kunstenaars, aan wie