Relatie film-televisie derde fase in Nederland is men nog witte doek m Maar met zover EEN MILJOEN BIOSCOOP BEZOEKERS MEER UFA HERRIJST UIT HAAR AS On de PLANKEN Regi Overzicht i sseur en s ipelers van de Grenzen van de taal Mutaties bij toneelkern der N. T. S. West-Duitsland trekt 2.500.000 rijksmark uit voor de goede film De K.F.C. in tweede helft van 1955 Litteraire prijs voor Hans Berghuis Filmbiografie van Buster Keaton Daniel Rops Académicien ZATERDAG 24 MAART 1956 PAGINA 10 Rijk geïllustreerd en gedocumenteerd naslagwerk De Duitse uitgeverij Alfred Kroner te Stuttgart heeft reeds sedert lang haar sporen op het gebied van het naslagwerk de zogenaamde Lexikon) verdiend. In haar serie Taschenausgabe vindt men delen die men beslist niet in zijn zak kan steken omdat zij veel te dik zijn èn omdat zij zo interessant zijn dat men ze vaak raadpleegt. Ernst Biickens „Geschichle der Musik", Franz Martini's „Deutsche Literaturgeschichte" en Herman Grimm's „Das Leben Goethes' zijn, om slechts enkele titels te noemen, algemeen erkend als even bruikbare als betrouwbare handboeken. Thans heeft het Kroner Verlag zijn langdurige en rijke ervaring aangewend voor het samenstellen van een boek, dat een zo breed mogelijk beeld van enige der voornaamste facetten van het Europese kunstleven geeft. Onder de titel „Musisches Eexikon' zijn feiten en inlichtingen samengebracht over „kunstenaars, kunstwerken en motieven uit de dichtkunst, muziek en beeldende kunst". Het lijvige boek bevat meer dan duizend kolommen teksthet gehele werk is gedrukt op kunstdrukpapier, zodat de ruim achthonderd afbeel dingen van kunstwerken en portretten van kunstenaars voortreffe lijk zijn afgedrukt. De samensteller, Willi A. Koch, tverd bij zijn veelomvattende taak bijgestaan door enige specialisten. OM TROTS OP TE ZIJN VORST DER SCHILDERS Hans Roest Van zes spelers het contract niet verlengd HERSTEL ZETTE ZICH VOORT Jaarverslag over 1955 van de Nederlandse Bioscoopbond TONEELPRIJ S VRAAG PROV. ANJERFONDS NOORD-BRABANT Donald O'Connor zal de titelrol spelen Huns van Bergen EUROPESE KUNST Koch verklaart in zijn korte inleiding, dat het niet zijn bedoeling is geweest, een geschiedenis van de Europese kunst te geven. „Het boek wil de lezer die zich wenst te oriënteren, en de jeugd die zich wil ontwikkelen, indrukken en fundamen tele kennis bijbrengen". Het werk is dus alfabetisch ingericht en behandelt slechts de hoofdzaken. In zoverre onderscheidt het zich niet van andere soortgelijke na slagwerken. Belangrijker is de vraag, welke maat staven de samensteller aanlegde bij de keuze van zijn onderwerpen. Hierover vervolgt hij in zijn inleiding: indruk ken en fundamentele kennis over dich ters, musici, schilders, beeldhouwers en ar chitecten, wier namen men bü lectuur of in het gesprek rf de studie tegenkomt en over wie men iets wil weten." Dit wil dus in andere woorden zeggen, dat Koch als basis nam dat wat een al gemeen ontwikkelde Duitser zou moeten veten over de Europese literatuur en beeldende kunst. Liever zouden we ichrijven: een ontwikkelde Europeaan. •naar dat is onmogelijk; want heeft Koch de grenzen weggevaagd waar het de miversele taal van het penseel geldt, voor de literatuur was hij hoofdzakelijk :angewezen op vertalingen. Behalve de allergrootsten heeft hij dus alleen die ■"hrijvers en dichters behandeld, die in het Duits hebben geschreven of wier werk in het Duits werd vertaald Dat legde wat de literatuur betreft aan zijn Lexikon natuurlijk zeer grote beper- :ingen op De hele Nederlandse letterkun- !e is vertegenwoordigd door een handje vol namen. Men vindt er Vondel in en 'fultatuli, van de Vlamingen Gezelle, dat is dan ook alles/.Louis Couperus, Ar- Lhur van Schendel en F. Bordewijk Wal schap, Gorter en Roland Holst het is alsof zij niet meedoen in het Europese koor. Dit bewijst weer eens op pijnlijke wijze, hoe funest het is dat er zo weinig Nederlandse romans en gedichten in an dere talen worden uitgegeven. Zelfs voor ven zo ernstig werk als dit bestaan er -een andere Nederlandse schrijvers dan ie paar. die toevallig wel zijn vertaald en populair zijn geworden. Veel gunstiger komen wij er bij de schilderkunst af. Men treft in het gehele boek niet één portretje van een Ned. of Vlaamse schrijver of musicus aan, doch het aantal afbeeldingen van werken van Nederlandse meesters is werkelijk legio. Op sommige bladzijden ziet men er velfs 'n paar naast elkaar staan, bijvoor beeld van Rubens en Ruysdael. Over het geheel genomen is Musisches Lexikon wat de beeldende kunst betreft vrij volle- lig; van de oude meesters mist men geen enkele naam. Uit de moderne schil ders is een slechts zeer beperkte keuze gedaan: men vindt slechts de klinkendste -amen en node mist men er verschei dene. De jongste Nederlander is voorzover wij hebben kunnen nagaan Vincent van Gogh (1853-1890). De andere mees ters zijn natuurlijk voornamelijk de gro- e primitieven en de schilders uit de DAVID DE JONG met schildersoog gezien Gouden Eeuw. Het is om trots op te zijn als men ze hier, bladzijde na bladzijde, tussen andere genieën van wereldver maardheid ziet. Van Rembrandt, aan wiens leven twee kolommen zijn gewijd, zijn bij de tekst maar liefst drie afbeel dingen opgenomen twee reprodukties van schilderijen, en een van een ets. Bo vendien zijn elders in het boek bij ande re steekwoorden (bijvoorbeeld Faust, Nachtwacht ook nog andere afbeeldingen van Rembrandt geplaatst. Van alle mees ters ter wereld is zijn werk het ruimst vertegenwooridgd. Ter gelegenheid van de viering van de driehonderdvjjftigste geboortedag van Rembrandt (hij zag in 1606 te Leiden het levenslicht) is bij de Uitgeverij Con tact te Amsterdam een grote levensro man van Hollands voornaamste schilder verschenen. De schrijver David de Jong schreef niet een sappige en vlot ver haal, maar hij schiep een breed en in dringend en krachtig beeld van Rem brandt. David de Jong heeft de spannin gen in Rembrandst leven aangevoeld en weergegeven. Hij heeft in „Rembrandt, vorst der schil ders" de mens en kunstenaar zo dicht mogelijk proberen te naderen. Hij bereik te dit door het levensverhaal te laten doen door een tijdgenoot een Jood van Portugese afkomst, die veel met hem te maken had als „huisvriend, huisdokter en huismagiër". Hij poseerde zelfs vele malen voor de meester en kon hem dus ook in zijn werk gadeslaan. Deze band tussen de meester en de verteller verleent de roman een directheid, die de lezers als 't ware in de gebeurtenissen betrekt. Wij leven met dit veelbewogen, soms tra. gische maar altijd grootse schildersleven mede. Het decor is krachtig en levendig ge schilderd. zodat de lezer geen moeite heeft zich in Rembrandts tijd en omge ving in te leven. Rembrandt is een man, aan wie niets menselijks vreemd was. Waardig en steeds met goede smaak ver telt De Jong ons van de dramatische diep. tepunten en heroische hoogtepunten in het leven van de meester. Hij verwart tragiek niet met sentimentaliteit; hij houdt zich aan de historie, en onjuisthe den hoe romantisch ook is hij uit de weg gegaan. Met grote ernst heeft De Jong het leven van Rembrandt her schapen, doch diepe bewondering en liefde geven aan deze roman 'n warme en menselijke ondertoon. Een bijzonder woord van lof verdienen de kleurige Amsterdamse taferelen. En de bladzijden, gewijd aan de etser Hercules Seghers. een tragische figuur, maar een ongeeëvenaard genie. Rembrandt was een der weinigen, die zijn grootheid erkenden; hij deed al les om de arme man te steunen. In zijn verhouding tot Seghers heeft Rembrandt eens temeer bewezen, dat hij niet alleen als kunstenaar groot was, doch ook als mens. En dat heeft David de Jong over tuigend doen uitkomen. Het boek is verlucht vierenveer tig schitterende reproducties. „Rem brandt, vorst der schilders" is een boei ende roman, de meester waardig. WERELDNIEUWS Er is wat deining ontstaan in de toneel wereld over het feit, dat de toneelkern van de Nederlandse Televisie Stichting zes medewerkers(sters) bericht heeft ge zonden. dat hun contract niet wordt ver lengd. Men spreekt van ontslagen, maar naar de N.T.S. mededeelt is van ont slag geen sprake, daar deze acteurs en actrices een jaarcontract hebben, dat met september afloopt. Het betreft hier de ac trices Vera Bondam, Loudy Nijhoff, Elly van Stekelenburg en Ellen de Thouars en de heren Jo van den Bosch en Jacques Bijlevelt. Het gaat hier niet om persoonlij ke prestaties, maar de „doorstroming" spreekt hier een woordje mee. Men wil "oorkomen dat de televisiekijkers altijd dezelfde gezichten op het televisiescherm zien en de laatste tijd is het voorgekomen, dat er teveel „Mannenstukken" op het cherm kwamen. De heer Rijke van de toneelkern heeft er op gewezen, dat het televisiebedrijf met grote moeilijkheden zit, zeker in Ne derland, door repertoirekeuze en verwer ving van rechten. In het eerste geval moet men rekening houden met de kin deren in de huiskamer, waardoor men niet alles kan uitzenden en bij het ver werven van rechten heeft men te ma ken met de directeuren van de toneelge zelschappen, die een stuk eerst in een theater willen hebben. De ervaring heeft geleerd, dat een kern met ongeveer tweemaal zoveel acteurs als actrices gewenst is en in het eerste 'aar van haar bestaan heeft de televisie toneelkern tien dames gehad tegenover negen heren. Bovendien is er niet vol doende werk voor acteurs en actrices van formaat. De heer Rijken streeft er naar. weer over een vaste kern van twintig mensen te kunnen beschikken en in april komt de markt weer vrij en kunnen weer overeen komsten worden gesloten. Naar wij vernemen, hebben de acteurs en actrices zich bij deze gang van zaken niet neergelegd en de kwestie in handen gesteld van het bestuur der Federatie van Beroepsverenigingen van kunstenaars. Men is van mening, dat de werkperiode voor de televisie nog niet voldoende is om zich een oordeel te vormen over de prestaties van bepaalde acteurs en ac trices voor de televisie, temeer daar ver- scheidenen nog zeer weinig aan bod zijn gekomen. Dit geldt ook. aldus deelt men ons mede, voor degenen, die bericht hebben ontvangen dat zij tegen minder salaris opnieuw een engagement kunnen krijgen. Deze laatsten hebben nog tot 28 maart de tijd om zich hierover te beraden. Het herstel, waarin het film- en bios coopbedrijf zich de laatste jaren mag verheugen, heeft zich ook in 1955 voortge zet, aldus blijkt uit het verslag over het afgelopen jaar van de Nederlandse Bios coopbond. Een groot aantal gemeentebesturen heeft in de loop van het jaar de verma kelijkheidsbelasting herzien. Einde 1955 hadden 270 van de 310 gemeenten, waar bioscopen zijn gevestigd, deze heffing ver laagd tot 25 procent of minder. Er zijn echter nog enige tientallen middelgrote en kleinere gemeenten overgebleven, die een gelijkstelling van de film met het overige vermaak, of aanpassing aan een algemeen geldend tarief van de hand wijzen. Het bioscoopbezoek steeg in 1955 met één miljoen, dat is met anderhalf pro cent tegen twee procent in het jaar tevo ren. Hoewel deze toeneming op een normale ontwikkeling wijst, is zij onvoldoende in dien men in aanmerking neemt dat daar in de teruggang, welke steden als Am sterdam en Den Haag te boeken hadden, is verdisconteerd en dat het bioscoopbe zoek in ons land nog altijd ten achter ia bij dat in het buitenland, aldus wordt vast gesteld. Praktisch geen enkel nieuw bouwplan kan in 't bedrijf meer verwezenlijkt wor den, omdat de betrokken minister de be staande mogelijkheden om zonder zijn spe ciale vergunning bouwwerken uit te voe ren, drastisch heeft beperkt. De beperking betekent welhaast de stopzetting van de bouw van nieuwe en van het verbouwen van bestaande bioscopen. Deze maatregel is fnuikend voor de normale ontwikkeling van het bedrijf. De snelgroeiende bevol king, de toenemende industrialisatie en het ontstaan van nieuwe bevolkingscentra doen de behoefte aan nieuwe ontspan ningsgelegenheden, met name ook aan bioscopen, sterk gevoelen. Niet alleen het bedrijf is door de ministeriële maat regelen ernstig gedupeerd, maar ook de bevolking, aldus het jaarverslag. Het aantal bioscopen is gestegen tot 528 met 250.000 zitplaatsen. Het aantal filmverhuurkantoren bedraagt 38, het aan tal filmfabrieken 10, het aantal filmpro- duktiezaken 29. Het verslag is verlucht, met tal van grafieken en Overzichten, waaruit bijvoor beeld blijkt, dat het aantal ingevoerde hoofdfilms, dat sedert 1946 van 497 bijna onafgebroken daalde tot 404 in 1954. in het verslagjaar weer tot 449 is gestegen. Het aantal kleurenfilms bereikte daarbij het nieuwe record van 222, bijna 50 pro cent van de totale invoer tegen 46 pet. in 1954 en 32 pet in 1953. Het bioscoopbezoek beliep 66 miljoen tegen 65 miljoen in 1954. waarvan 56,5 pet in de grote en 43,5 pet in de overige gemeenten. Het aandeel van de drie grootste steden Am sterdam, Den Haag en Rotterdam in het totale filmbezoek daalde van 39.1 pet in 1954 tot 38,3 pet in 1955. In 1955 was het Europese aandeel in het bioscoopprogramma 43.33 pet, dat wil zeggen ongeveer hetzelfde als in 1954, toen het percentage 43,45 bedroeg. Naar het land van oorsprong gerekend waren deze percentages; Engeland 8,2 (10,16), Frankrijk 11,49 (9,63), Italië 8,57 (8,74), West-Duitsland 8,92 (8,96). Nederland 1.64 (0,64) en de overige.landen 4,5 (5,32). Hollywood wil Charles Boy er en Ingrid Bergman de hoofdrollen laten spelen in de film W ait for tomorrow". (Van onze filmredacteur) Wie de moeite neemt eens een lijstje op te maken van beroemde filmsterren uit Hollywood, wier namen alleen voldoende worden geacht om het publiek naar de bioscoop te lokken en dat in de prak tijd nog altijd doen ook zou bijna tot de conclusie komen, dat er de laatste tien, vijftien jaar maar heel weinig is veran derd in de hoofdstad van de filmwereld. James Stewart, Clark Gable, Humphrey Bogart, Spencer Tracy, Dick Powell, Kirk Douglas, Fred MacMurray, Jack Benny, Fred Astaire, Frank Sinatra en Bing Crosby, welke laatste, alle praatjes over een spoedig einde van zijn carrière ten spijt, nog altijd een even helder stralende ster is aan het Hollywood-firmanent als twintig jaar geleden, zijn namen, die nog altijd niets van hun glans en aantrekkings kracht hebben verloren. Opvallend tegelijk een bewijs, dat de roem van de vrouwelijke sterren veel meer op de uiterlijke verschijning is gericht is het, dat de 'ijst met namen van be roemde actrices, die aan de tand van tien Alles wijst er op, dat de oude Univer- j treden in een nachtclub te Las Vegas, het sum-Film AG, beter bekend als UFA, uit Amerikaanse Monte Carlo. Er komen een- ter zo weinig mensen naar hem kijken, dat hij op een bijzonder slechte avond het volgende mopje vol gaugehumor tapte: „Ik ben producent, regisseur, schrijver en acteur. Is het niet erg, dat er zoveel van mij en zo weinig van jullie zijn?" De organisatoren van het Filmfestival in Cannes zijn van plan dit jaar met het oog op het prinselijk huwelijk ;n Monaco, hun beste beentje voor te zetten. Het film festijn zal op 23 april worden geopend en achttien dagen duren in plaats van de ge bruikelijke twee weken. De Verenigde Staten en Rusland heb ben al ingeschreven naast een hele serie nieuwe deelnemers, waaronder de Philip- pijnen, Australië en Nieuw Zeeland. Er staan 38 grote speelfilms en veertig korte films op de lijst en de inzendingen komen nog steeds binnen. Onder de filmsterren uit Hollywood, die het Festival persoonlijk zullen bijwonen, bevinden zich Cary Grant, Süzan Hay- ward, Gregory Peck. Frank Sinatra, Fred McMurray, Ginger Rogers en Kim No- vak. De lijst van juryleden is nog met be kend, maar bevat in elk geval de namen van de Amerikaanse regisseur Otto Pre- miger en Maria Romero van Chili. De op volger van wijlen Sir Alexander Korda. de Britse producent, is nog niet aangewe- haar as zal verrijzen om eigen films onder haar vroegere handelsmerk op de markt te brengen. Er zijn reeds aanbiedingen ge daan om de Ufa-complexen in Düsseldorf en Berlijn over te nemen. Gaat de be trokken liquidatiecommissie op deze aan biedingen in, dan zal de aanvankelijk als „Ura-Anlagen-AG" opgezette nieuwe maatschappij in Berlijn onmiddellijk on der de oude naam „Universum-Film-AG" worden opgericht. Zodoende kan de be raamde eigen filmproduktie weer onder het oude handelsmerk op de markt ver schijnen. Intussen is bekend geworden, dat West- Duitsland het volgende jaar 2.500.000 rijksmark (vijfmaal meer dan in vorige jaren) wil besteden aan de bevordering van de produktie van gbede films. Dit be drag is door de begrotingscommissie van de Bondsdag op de begroting voor 1957 goedgekeurd. De Hollywoodse filmregisseur John Ford die van Ierse afkomst is, heeft onlangs een bezoek gebracht aan Dublin, waar hij begonnen is aan de film „Three Leaces of a Shamrock" in de hoop er een permanen- 1 te studio te kunnen vestigen. De arbeids voorwaarden in Ierland zijn namelijk la ger dan in de Verenigde Staten. Hollywood wil Ingrid Bergman, Char les Boyer en Robert Michum de hoofdrol len laten spelen in een film naar de ro man „Wait for to morrow" over een ver jaagde koning, die een persagent huurt om naar Amerika te kunnen emigreren Bing Crosby gaat niet naar Monaco om er het huwelijk tussen Grace Kelly en Prins Rainier II bij te wonen. „Monaco zal één groot gekkenhuis zijn. Het hele land is nauwelijks groter dan het restaurant van de Metro Goldwyn Mayer-studio", aldus Bing. Orson Welles is, zoals we hebben ge meld onlangs als variété-artiest gaan op- jaar tijds weerstand hebben weten te bie den, heel wat korter is, al hebben vrou wen als Claudette Colbert, Bette Davis, Katharina Hepburn, Ingrid Bergman en Ginger Rogers de depressie in het film bedrijf, de komst van de televisie en de daaruit voortvloeiende verschijning van CinemaScope, panoramascherm en Vista Vision overleefd. Maar al zijn de gezichten dan niet ver anderd, de rollen, die ze spelen zijn dat wel. Bing Crosby is niet langer de gladde „crooner", die met een vriendelijke grijns door de serie zogenaamde „Road"-films wandelt. Als de dronkaard met het mart telende sehuldcomplex in „The Country Girl'' zullen de meesten van zijn bewon deraars hem nauwelijks hebben herkend Frank Sinatra ziet men niet meer, zoals een tiental jaren geleden, in dwaze films over passagierende zeelui. Hij treedt op in een film als „High Society", een produk tie met heel wat méér pretentie Het niveau en de kwaliteit van de films zijn in het algemeen aanzienlijk ge stegen, hetgeen voor een niet gering deel is te danken aan de televisie. De betrekkingen tussen film en televisie hebben in enkele luttele jaren verschil lende fasen doorlopen. Eerst wensten de filmmensen niets met de televisie te ma ken hebben en hoopten alleen maar vurig, dat de nieuwe concurrent zo gauw moge lijk zou verdwijnen. Televisie was een woord, dat zelfs niet fluisterend in de filmstudio's mocht worden uitgesproken. Deze eerste fase kon natuurlijk niet eeuwig duren en tenslotte besloot men in Hollywood er maar het beste van ie maken, de televisie voor oigen doeleinden te gebruiken en er desnoods iets van te lenen. Dus „leende" men de beste ver halen, zoals bijvoorbeeld „Marty" en „The Catered Affair" (welke laatste film hier te lande nog met is vertoond), de beste sterren zoals Eva Marie Saint en Charlton Heston en zelfs technische snufjes. Daar entegen was de bijdrage van de film tot de televisie niet zo best. Men begon slor dige films van een half uur te maken die binnen de twee dagen werden opgenomen met oude sterren, cie al lang hun vroe gere aantrekkingskracht hadden verlo ren. De filmmaatschappijen gingen zelf aan televisie doen met eigen programma's om hun eigen films te adverteren en dat deden ze, met de gunstige uitzondering van Walt Disney allemaal even slecht. Daarin begint nu en zo komen we waarschijnlijk aan de derde fase in de relatie film-televisie echter verande ring te komen. In plaats van zijn slechtste produkten op de televisie te vertonen, ziet het, er riaar uit, dat het bedrijf zijn beste films voor dit doel ter beschikking gaat stellen. De film „Richard III" van Sir Laurence Olivier is, zoals gemeld, door de NBC-televisie uitgezonden voor dat zij in de Amerikaanse bioscopen werd vertoond. „Richard III" is niet alleen een film van de allereerste rang, die hemels breed verschilt van de twintig tot dertig jaar Oude rolprenten, welke tot nog toe op het TV-scherm werden geprojecteerd, maar het is, wat veel belangrijker is, een nieuwe film. Een tweede bewijs van de veranderde koers in Hollywood is de uitzending van de film „High Tor" met Bing Crosby door de CBS-televisie. Het betreft hier bovendien een film, die uitsluitend voor de televisie werd gemaakt, al is er sprake van, dat ze later in de bioscopen zal wor den vertoond. In Nederland is de Bioscoopbond die het filmbeleid met betrekking tot de te levisie bepaalt, nog maar nauwelijks aan de tweede fase loe: volkomen „uitgedraai de" rolprenten in de veertiendaagse (van 1 april a.s. af wekelijkse) filmavonden, al zijn de films niet bepaald twintig jaar oud en korte fragmenten uit films, die binnenkort in vertoning zullen komen. Voorlopig ziet het er niet naar uit, dat men hier op korte termijn aan de derde fase toe zal zijn. Dat mag men trouwens niet verlangen. Daarvoor zijn de verschil len tussen de Amerikaanse en Neder landse televisie, alleen al wat het aantal kijkers en het bestel betreft, te groot. Verwacht wordt, dat het festijn een re cord-aantal bezoekers zal trekken. Het geconstateerd tekort aan voor ama teurgezelschappen geschikte toneelstukken heeft het bestuur van het Provinciaal An jerfonds Noord-Brabant doen besluiten enige toneelschrijvers uit te nodigen een toneelstuk te ontwerpen met een eigen tijds de bevolking van Noord-Brabant aansprekend karakter. Na beoordeling van het door elk der schrijvers ingezonden terste bedrijf door een daartoe ingestelde commissie heeft ge noemd bestuur besloten de heren Melissen te Zevenbergen en A. Jurriaan Zoetmulder te Eindhoven te verzoeken hun gehele toneelstuk uit te werken. Het toneelstuk geschreven door de heer L. Melissen, is getiteld „Eiland in nood" en het stuk van de hand van de heer A. Zoetmulder „De kinderen de Goey" In het Lido te Amsterdam werd vrij dagmiddag een vrolijke receptie ge houden ter gelegenheid van het hu welijk van de Nederlandse artiest Ro land Wagter jr. met de Italiaanse actrice Lily Scaringi, dat vrijdag in de hoofdstad werd voltrokken en waarbij Cees de Lange en Lou Bandy als ge tuigen optraden. De foto toont bruid en bruidegom aan de arm van Lou Bandy die 'met een keurige strohoed en een onverwoestbaar vrolijk humeur ter receptie verscheen. Anna Magnani, die een Oscar won met haar rol in de film „The Rose Tattoo", ziet men hier tijdens de opnamen in gesprek met regisseur Daniel Mann rechtsen scenarioschrijver Tennessee Williams. De uitslagen van de katholieke film keuring in het tweede halfjaar van 1955 zijn der traditiegetrouw samengebracht in een handig boekje, dat onder nummer 19 door de Katholieke Film-Centrale (KFC) Prinsengracht, 656 te Amsterdam, is uit gegeven, In genoemde periode heeft de K.F.C. blijkens dit boekje een definitieve uitspraak gedaan over 545 films, waar onder 232 hoofdfilms met een gemiddelde lengte van 2500 meter en een vertonings- duur van anderhalf uur. Van deze hoofd films werden er 45 toegelaten voor alle leeftijden, 78 voor personen boven 14 jaar, 67 voor personen boven 18 jaar, .27 voor volwassenen en 7 voor strikt vol wassenen, terwijl er 8 ontoelaatbaar wer den verklaard. Voor dezelfde leeftijds klasse als door de rijkskeuring werden door de K.F.C. 201 hoofdfilms (86.6 toegelaten. 23 (9.9 werden toegelaten .voor een hogere leeftijdsklasse en 8 (3.5 werden niet toegelaten. Van de 232 hoofdfilms moesten er 21 (8.6 één- of tweemaal worden herkeurd alvorens een definitieve uitspraak tot stand kwam. Een eerste herkeuring vindt plaats in een Noordbrabantse of Limburgse gemeente (in de regel Eindhoven of Heerlen), een tweede herkeuring geschiedt steeds door een speciale commissie in Eindhoven. Het boekje bevat voorts een korte sa menvatting van de brief, die mgr. A, dell'Acqua namens de H. Vader heeft ge richt aan de voorzitter van het Office Catholique International du Cinéma bij gelegenheid van de internationale studie dagen, die van 3 tot en met 7 juli 1955 te Dublin zijn gehouden, alsmede van de opzienbarende en belangwekkende toe spraak, die de H. Vader op 21 juni 1955 tot de vertegenwoordigers van de Itali aanse filmindustrie en op 28 oktober 1935 ten overstaan van de vertegenwoordigers van de internationale unie van bioscoop exploitanten heeft gehouden. (Eigen bericht) Hans Berghuis heeft de litteraire prijs van Kerkrade gewonnen. De prijs is kort geleden ingesteld en wordt thans voor het eerst uitgereikt. De toekenning van de prüs is vanmiddag bekendgemaakt tij dens de zitting in het raadhuis te Kerk rade, waar wethouder V. d. Weyer de prijs uitreikte. Hans Berghuis heeft de Kerkraadse prijs gewonnen met eeii no velle „Gabriel de Grupello", een levens schets van de beeldhouwer van die naam die in de nadagen van de barok in Kerk rade heeft gewoond en gewerkt. te eten, maar ook om ervan te genieten ste gezicht menen. Neem bijvoorbeeld de prestatie toch wel van a. tot z. kunst zijn. om ons ermee geestelijk te verrijken. kunst van gezelligheid om zich heen Dat wil zeggen een schepping. Van ons- Zo is steen aan de beeldhouwer gege- scheppen, van sfeer aanbrengen in huis zelf. Zoals wij het voelen. Zoals wij het ven om er zijn ideeën, zijn gedachten, en omgeving, van een ander troosten, beleefd hebben. Iets van ons eigen ik. zijn innerlijke rijkdom in uit te drukken, noem maar op. het zijn allen even zovele Dus geen nabootsing. Geen reproduktie. zodat het steen voor ons een gedaante- overbrengingen van eigen rijkdom op de Geen duplicaat. verandering ondergaat, die ons weer op- materie rond om ons heen. We mogen nooit iets doen, nooit een Klff- ffJ'a on Tiff snrnrent transDira- nieuw bezielt, verrijkt en inspireert. Natuurlijk, de een voelt zich meer aan- mimiek of gebaar maken, dat wij zelf voor negenennegentig p t P opvoeders is het levende ma- getrokken tot deze kunst, de andere tot niet aanvoelen, maar dat wij maar doen. We hebben vorige maal de waarde van scheppende arbeid gezien. Iets scheppen kan alleen de kunstenaar. Maar wij heb ben allen wel iets van de kunstenaar. En dat iets kan ontwikkeld, ontplooid wor den. Oefening baart kunst, luidt een oud spreekwoord. En het gezegde, dat kunst inspfraet?e,Vuronseohok niet ^kend?*?» teria^l gl^evèmDTkindë^n^om ^aVn^^ de aanleg van deper- omdat de wi&rörWdat dit tCJ. laai gvgvv vin t—i- - r:~v:;r"r'riïï laatste waar is daar wil soonlijkheden van te maken, sterke mooie soon in kwestie. Wij voelen ons heel m ons heeft voor gedaan. Zo gauw we ik Jan af 7iin maar zeker is 'dat er veel karakters, vaders en moeders voor de het bijzonder aangetrokken tot de toneel- doen, wordt ons spel dood. Wij worden aarheirt in schuilt Dit wil natuurlijk toekomst. En wij beginnen niets met dit kunst. Die heeft nu eenmaal ons hart. marionetten in de handen van de regis- Er komt al weer een filmbiografie. Pa ramount gaat „The Buster Keaton Story" verfilmen met Donald O'Connor in de ti telrol. Scenario en produktie zijn in han den van Robert Smith en Sidney Sheldon, welke laatste ook de regie zal voeren. Keaton, een der populairste komieken uit de geschiedenis van Hollywood, die zelf zal assisteren bij de voorbereiding van de produktie, begon zijn loopbaan als baby in het acrobatennummer van zijn ouders „The Three Keatons". In de periode van de stomme film kwam hij naar Hollywood en stond al spoedig aan de top ais de hoofdrolspeler in komische tweeakters en in de jaren twintig als ster in hoofdfilms. Zijn meest bekende successen zijn „The Navigator" en „The General". Met de opnamen van de film in Vista Vision en technicolor wordt in juni a.s. begonnen. Daniel Rops (Henri Pétiot) de bekende Franse katholieke schrijver, die enige tijd geleden benoemd werd tot lid van de Académie Frangaise. heeft donderdag zijn intrede gedaan „onder de koepel tijdens een drukbezochte plechtigheid waarbij o.a. kardinaal Feltin en de pauselijke nuntius in Frankrijk aanwezig waren. Zoalg gebruikelijk heeft Daniel Rops bij zijn inaugurale rede als Académicen een lofrede gehouden op zijn voorganger, de filosoof Edouard Ie Roy, die in 1955 door zijn overlijden een plaats in de befaamde Académie open liet. Men weet, dat een deel van le Roy's werk door de commissie van de congregatie der riten op de Index is geplaatst. Speciaal richtte deze veroor deling z'ch tegen le Roy's houding be treffende het modernisten-vraagstuk. Rops, die uitvoerig op het werk van zijn voorganger inging en de veelzijdigheid en de rijkdom van le Roy's gedachten prees, had eveneens woorden van lof voor de nobele houding van onderwerping die le Roy in acht nam tegenover de kerkelijke beslissing. Na de toespraak van de nieuwe Acadé micien werd hij beantwoord door de pro testant André Siegfried, die zijn geloofs overtuiging tegenover de katholieken stelde en de verschilounten die op het ogenblik een belangrijke rol spelen samen vatte. waarheid in schuilt. Dit wil natuurlijk - - - niet zeggen, dat wij allen een even hoge levende materiaal^ al^.w'J zf. AA:„." mate van het kunstenaarschap kunnen bereiken, als wij maar oefenen en ons inspannen. Neen. een ieders aanleg is zeer verschillend en zoals overal, geldt ook op dit gebied, dat er genieën zijn, begenadigden die ver boven allen uit steken én bijna geen oefening van node hebben. Dit zijn onze grote kunstenaars. In geen van ons allen gaat er waar schijnlijk zo'n groot kunstenaar schuil, maar wel een klein kunstenaar, een heel klein kunstenaar misschien, maar een kunstenaar. En deze aanleg mogen wij niet in ons verborgen houden, maar moet voor de dag treden. Deze aanleg maakt ons leven mooi en rijk. Het maakt het le ven waardevol. Het haalt ons uit de kou de sfeer van het materialisme en omringt ons met warmte en kleur en liefde. Kunst is iets scheppen, iets moois te voorschijn toveren, dat er van te voren nog niet was. Kunst is iets van je eigen rijkdom, van je eigen innerlijk uitdruk ken in de stof. De stof, de materie, die gegeven is, dus een gedaanteverandering doen ondergaan. De stof, de materie doen schitteren. Welk een gave van onze Schepper, die ons in beperkte mate tot Zijn medeschep pers gemaakt heeft. Uit het niets kunnen wij niets maken; dat kan alleen God, maar de stof de materie, die Hij ons ge geven heeft, heeft Hij ons ook ter be werking gegeven. Niet alleen om ervan ben. Als we zelf innerlijk arm zijn. Alleen uit onze eigen rijkdom kunnen wij putten, om dit over te dragen op onze pupillen. Maar dan moeten wij er ook honderd pro cent kunst van maken. Dat wil niet zeg gen, dat onze prestaties uitingen moeten zijn' van het hoogste kunstenaarschap, Maar wat is ons gegeven, om te be werken, zult u onmiddelijk vragen? Och, zo onnoemelijk veel. Als we de moge lijkheden maar niet onaangeroerd la ten. En als we maar niet altijd onmid dellijk willen stijgen tot de hoogste graad van kunstenaarschap. Dit is maar weini gen gegeven. Onze produkten behoeven helemaal niet de aandacht van het grote publiek te trekken. Dit is helemaal niet nodig. Scheppende arbeid verrijkt de be oefenaar al zozeer, dat de beloning al in de arbeid zelf opgesloten ligt. Zoals wij vorige keer schreven, zijn er veel meer kunsten, dan wij op het eer- seur. Hij is degene, die speelt, die aan voelt, wii maken slechts de gebaren, de voorgeschreven gebaren waarvan wij de samenhang met de tekst niet voelen. Nu is dit een pas beginnend gezelschap je graag te vergeven. We moeten ons eerst wat thuis gaan voelen op de plan ken en dan komt al gauw de ontwikke ling, het eigen inzicht, de zelfstandige persoonlijkheid. Maar voor een meer ge vorderd gezelschapje, is dit uit de boze. Wat is dan de taak van de regisseur ten opzichte van de spelers? Niet voor doen. nooit voordoen, maar wijzen op de fouten. Uitleggen. Begrip bijbrengen. Schaven. Och toneeltechnische kneepjes mogen natuurlijk wel voorgedaan worden, zoals bijvoorbeeld, hoe je oen deur moet bin nen komen en hoe niet. maar nooit het spel zelf voordoen. Het spel moet een eigen schepping van de speler blijven. Dit wil niet zeggen, dat een ieder maar zijn want dan moeten wij overgaan naar het beroepstoneel. Dan zijn wij immers be genadigden. Dan mogen wij ons licht niet eigen gang kan gaan en een interpreta- langer plaatsen onder de korenmaat. tie naar eigen willekeur mag geven, er Nee, wij zijn maar kleine kunstenaars, moet ook hierin wel degelijk discipline Onze kunst behoeft niet eens de aandacht zijn en het is de taak van de regisseur te trekken van het grote publiek. Wij be- 0m een eenheid te scheppen in de veel- oefenen de kunst als loutere vrije-tijds- heid van rollen en personen. Want ook besteding om een tegenwicht le hebben voor onze dikwijls dode arbeid, waar mee wij ons dagelijks brood verdienen. Wij beoefenen de kunst om het plezier van de kunst. Maar alhoewel we maar een klein be scheiden kunstenaartje zijn, kan onze dn regisseur moet van zijn kant een kun stenaar zijn. Maar hiervoor een volgende keer. Bing Crosby, die niet naar Monac° gaat, omdat het er één groot gekke huis zal ivorden, in gesprek met c Franse ballerina-actrice J eanrnairC tijdens de opnamen van „Anythi"! en musical in Vista Vision <4 goes technicolor van Paramount.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 10