FRANKRIJK's traditionele Goede-
Week plechtigheden
Europese invoer uit N.-Amerika
aanmerkelijk toegenomen
m
In 1962 eerste Eindhovense
ingenieurs
Gen. Gruenther acht verkorting
diensttijd onmogelijk
Nationalistisch
meer te keren
getlJ
is met
De H.-Bloedprocessie van Perpignan
Twee doden op de weg
N
D
Vooral vraag naar grond- en hulpstoffen
Amer. transacties met
het buitenland
Tweede Technische Hogeschool begint
in 1957 met enkel eerstejaars
Studieduur van
4V2 a 5 jaar
Nato-landen sterk genoeg 0111 Rusland
te verslaan
Pacificatie van Algerije zal onverzoenlijk-
heid kweken
Dividend Holl. Stoom
boot 10 (9) pet.
DONDERDAG 29 MAART 1956
PAGINA 9
Minder barok dan bij „Semana Santa"
W'el tvat zul
lidelij k
Historisch décor
De devote Christus
Goud- en dollarreserves
niettemin gestegen
In vele opzichten ivas 1955
een recordjaar
Het Amerikaanse ministerie van handel
heeft bekend "emaakt, dat de Ameri
kaanse transacties met andere landen
in de vorm van handel, hulpverlening of
investeringen eind 1955 de grootste om
vang hadden, welke ooit voorkwam.
i VIJFTIEN JAAR GEEIST
WEGENS DOODSLAG OP
ECHTGENOTE
NIEUWE PROVINCIALE
BIBLIOTHEEK TE
LEEUWARDEN
Prijsvraag uitgeschreven
SCHEIDENDE DIRECTEUR
VAN UNILEVER OFFICIER
O. N.
Verkorting van studieduur
Eerste twee jaar geen examens
DIE APEN VAN JONGENS
TOCH!
STEP LAG AAN DE
WALKANT
Knaapje verdronken
kleden, terwijl de oude penitentenvereni
gingen, trots op hun zo eeuwenoud verle
den, alle voorrang opeisten. Bovendien
verliep het verschijnen der groepen pe
nitenten uit de andere parochies niet
zonder lawaai.
De belangrijke wijzigingen in de
liturgie van de Goede Week: bren
gen de vrome oude volksgebruiken
niet in gevaar. De wereldvermaards
„Semana Santa" in Spanje blijft
gehandhaafd en Sevilla zal zijn
roem, die er de bezoekers uit de
gehele beschaafde wereld naar toe
trekt, niet verliezen. In de zuide
lijke landen vooral waar zoveel
traditionele gebruiken ondanks
eeuwen van ontkerstening konden
voortduren, zijn de uiterlijke volks
plechtigheden, waarin het lijden
van Christus herdacht wordt nog
talrijk. Maar in de regel hebben
ze slechts lokale bekendheid. Een
openlijk boetedoen ligt er aan ten
grondslag. Wel bereiken die niet
overal de luister der Spaanse pro
cessies, doch ze hebben zoveel
schoonheid behouden dat zij de
massa ontroeren, zelfs al is die voor
een groot deel voor het Geloof zo
goed als verloren gegaan.
Onverschillig in welke streken die
massa-plechtigheden zich voordoen, ze
hebben iets gemeenschappelijks, dat aan
hun herkomst te danken is. Dat is
vooral duidelijk bij de penitentenpro
cessies van Witte Donderdag en Goede
Vrijdag die op echt volkse wijze de Lij
densweg van Christus in herinnering
willen brengen. Ze dateren reeds uit de
middeleeuwen, doch wat hun karakter
betreft, zijn het vooral de broederschap
pen uit de late middeleeuwen en de zes
tiende eeuw die de vorm hebben be
paald. Die broederschappen kwamen
som® uit het gildenwezen, meestal
echter uit het parochieleven voort. Men
denke bijvoorbeeld aan de broeder
schappen voor het grafwaarts leiden der
doden, voor ziekenhulp en andere daden
van naastenliefde.
Frankrijk ie aan dergelijke traditio
nele plechtigheden zeer rijk. Ze zijn
echter zodanig over de provincies ver
spreid dat ze veelal verborgen blijven.
Tot de voornaamste behoren de passie
spelen en daarop volgen onmiddellijk de
penitentenprocessies der Goede Week.
In deze dagen verdient de H. Bloedpro
cessie van Perpignan in de Roussillon
wel in de eerste plaats de aandacht. Zij
komt in luister de Spaanse plechtighe
den al aardig nabij. Ze is allerminst enig
in Frankrijk, want hoe meer men naar
het zuiden komt hoe meer kans men
heeft van die penitentenommegangen
aan te treffen. De oude hoofdstad van
het koninkrijk van Majorca is boven
dien door de rijkdom der Katalaanse
monumenten voor die altijd zeer mid
deleeuws aandoende processies wel een
karaktervolle omlijsting. Wij kunnen
helaas niet aannemen dat het een
groot aantal inwoners is, dat de
vrome traditie uit innerlijke behoefte
wil volgen om in de dagen waarin
Christus' Lijden herdacht wordt in boe
tekleed en in het openbaar hun schuld
besef te belijden. De streek behoort tot
die waarin de ontkerstening het verst
is gevorderd. Maar ook in de grote
volksmassa zijn de sporen van zoveel
eeuwen van Christelijke beschaving niet
uitgewist. Via enig nadenken ontkomt
men dan ook aan de verwondering over
het feit, dat heel een bevolking gevoelig
blijkt te zijn voor de openlijke plechtig
heden waarvan het godddenstig en waar
lijk vroom karakter aan niemand kan
ontgaan. Wat in deze dagen met de
plechtige ommegangen in de stad ge
beurt ds geheel en al repliek op wat in
de kathedraal het kleinood van de be
volking is, het bezit van ,.de devote
Christus" een der meest ontroerende
kruisbeelden die de religieuze kunst ter
wereld heeft voortgebracht.
De vreemdeling die Perpignan bezoekt
zal onverschillig van wie dan ook op zijn
vraag wat hij er moet gaan zien, tot
antwoord krijgen „onze Christus in de
Sint-Jan". Inderdaad bezit de kathedraal
sinds de XVe eeuw reeds het vermaarde
kruisbeeld dat in de geschiedenis der
religieuze kunst beroemd is onder de
benaming „de devote Christus van Per
pignan". Het hangt in een vrij lichte kapel
van de door haar rijkdom donkere kathe
draal. Slechts voor weinige grote inter
nationale tentoonstellingen is het van zijn
plaats geweest. Duizenden en duizenden
komen het ieder jaar bezoeken en er is
niemand geweest die er de blik op kon
richten zonder een intense ontroering te
ondergaan. Het is een kunstwerk uit de
tijd, waarin de laatgothiek ging beïn
vloed worden door het Noorden en Italië
en van vóór het realisme van het Spaan
se polychroom. Het behoort tot de meest
waardevolle kunstwerken van de bloei
periode der Katalaanse kunst- Het is de
uitdrukking van het mysticisme dat
ondanks zijn scherp realisme aan de Ka
talaanse volksziel eigen is gebleven. Het
beeld bleef ons bij sedert wij eens de
penitenten-processie van de Sint-Jans
kathedraal zagen uittrekken en door heel
de stad een diep vrome aandacht zagen
oproepen.
Door de geweldige bekendheid, die aan
de processie van de „Semana Santa" is
gegeven, verplaatste de eerste indruk
van de processie zelf ons volkomen in
Spanje. Maar het zou onjuist zijn de
processie van Perpignan haar eigen ka
rakter te ontzeggen. Zoals ieder jaar op
Witte Donderdag werd dit kruis van de
hoge witte wand ener zijkapel van de
kathedraal gehaald en aan de voet van
een altaar gelegd, dat als reposoir wordt
versierd en verlicht voor de verering van
(het H. Graf. In de kerk zelf heerste een
ietwat hinderlijke drukte want de paro
chiale verenigingen waren zich aan het
Waar in heel Frankrijk zelfs paro
chiale verenigingen het niet zonder trom
melaars kunnen doen, daar was de uit
tocht naar ons gevoelen wel wat zuide
lijk. Maar het boeiend schouwspel ont
roerde spoedig. Als uit de middeleeuwen
te voorschijn gekomen ontrolde zich de
bonte processie vooraf gegaan door een
groot kruishout met de lijdenswerktui
gen die ieder op zichzelf reeds een vro
me overdenking vragen. De oude paro
chiale verenigingen en de organisaties
van naastenliefde vormen op geregelde
afstanden schakels tussen de groepen
deelnemende gelovigen door middel van
een ledengroep die zich naar de oude
wijze der penitenten in het boetekleed
heeft gestoken. Die cagoules bestaan uit
een zeer wijde pij met lendekoord en
een zeer hoge puntkap, die de dragers op
tovernarren doet lijken. Aan die kap is
een huik bevestigd die breed over de
schouders tot aan de lendenen afhangt.
Passiegroep in de kathedraal van
Perpignan.
Slechts twee kleine gaatjes zijn voor de
Ogen aangebracht. Voor masker en pij
heeft iedere broederschap of elk bestuur
een eigen kleur gekozen. Doch zwart en
purper hebben de voorkeur.
In Perpignan gaan de boetelingen niet
zo ver dat ze de lange weg door de stad
blootvoets af te leggen en de klachten
over oud-gevangenen met ijzeren kogels
aan 't been of telkens knielende vrouwen
hoorden we gr niet. In dat opzicht is
het schouwspel vee] minder dramatisch
dan in het Spaanse Zuiden. Maar ook
hier voert iedere vereniging niet alleen
haar vaak zeer kostbaar processiekruis
en haar vaandels mee, maar ook de zo
genaamde paseo's, die niet als in Sevilla
grote door aanzienlijke aantallen jonge
mannen boven het hoofd gedragen plat
forms zijn, waarop een heel tafereel uit
de Passie is afgebeeld- Ze zijn hier so
berder en minder met overdadige barok-
sier omslingerd Hier zijn het draagbaren
door een vier- of zestal peniten>;n gedra
gen, waarop Christus in een lijdensscène
is afgebeeld, of een Stabat Mater, of een
patroonheilige. Het geheel maakt een
zeer diepe indruk ook op de eerbiedig
aan beide zijden der straten geschaarde
mensendrommen. Uit het oogpunt van
schilderachtigheid moet men die proces
sie zien tegen de achtergrond van een
der talrijke middeleeuwse monumenten
waaraan Perpignan nog rijk is. Zoals bij
voorbeeld het Castillet en de stadspoort,
het vestingpaleis der koningen van Ma
jorca, of de bloemrijke gothiek van het
voormalige zee-gerecht.
Het treft telkens opnieuw hoe in dit
zeer rode zuiden zulke plechtigheden
tooh de ge-hele bevolking doen meeleven.
Het deel der ongeveer 40.000 bewoners
dat de bisschop van Perpignan tot de
parochianen zijner priesters kan rekenen
is niet groot. Maar dat de religieuze
plechtigheden toch zulk een algemene
eerbied vinden, versterkt weer het ge
voel dat Frankrijk toc-h een land van
Christelijke traditie is gebleven. Iets wat
voor land en bevolking hoopgevend is.
E. KUYPER.
Woensdagmorgen heeft men een per
sonenauto gevonden aan de linkerkant
van de weg bjj de melkfabriek te Reij-
merstock-Gulpen (L.). De auto was blijk
baar in volle vaart tegen een boom ge
reden. In de wagen vond men het stof
felijk overschot van de 36-jarige taxi
chauffeur J. uit Maastricht. De man
was gehuwd én vader van drie kinderen.
De auto had hü gehuurd van een taxi
bedrijf in Maastrioht.
De 14-jarige C. van der Giessen uit
ed Witte van Haemstedestraat te Rot
terdam. werd gisteravond in de 2e Mid
dellandstraat aangereden door een bestel
auto. De jongen kreeg een schedelbasis-
fractuur. Bij aankomst in het ziekenhuis
Coolsingel bleek, dat hij was overleden.
Kruisverering in de kathedraal van
Perpignan door zigeunerkinderen.
Sinds het laatste kwartaal van 1954 Is
de Europese invoer uit Noord-Amerika
aanmerkelijk toegenomen. Deze toene
ming bedroeg van 1954 op 1955 40 pet,
terwijl de intra-Europese invoer in de
zelfde periode met 15 pet toenam.
Een thans door de Organisatie voor
Europese Economische Samenwerking ge
publiceerd rapport, getiteld .Liberalisatie
van de Europese handel met het dollar-
igebied" toont aan, dat de voornaamste
reden voor de invoersstijging de belang
rijke uitbreiding van de Europese pro-
duktie is. De toeneming betrof hoofdza
kelijk grond- en hulpstoffen (ertsen,
non-ferrometalen, ijzer en staal, kolen,
oliën en vetten, papier, pulp, chemische
produkten, granen). De vraag naar deze
produkten overtrof de produktie-capaci-
teit in Europa, zodat het tekort moest
worden aangevuld door Noord-Amerika.
Op twee na alle O.E.E.S.-landen
hebban t.a.v. hun invoer uit Noord-
Amerika liberalisatiemaatregelen geno
men. Als totaliteit hebben de deelnemen
de landen 54 net van hun totale invoer
uit dit gebied') geliberaliseerd. Voor de
verschillende categorieën gelden de vol
gende percentages: 71 pet van de agra
rische invoer, 55 pet van de invoer van
grondstoffen en 36 pet van die van in-
dustrieprodukten.
Frappante veranderingen in het tradi
tionele handelspatroon hebben zich niet
voorgedaan. Niettemin is het nog te vroeg
om conclusies ie trekken met betrekking
t°t het effect van de liberalisatie op in
dustriële verbruiksgoederen, aangezien de
genomen maatregelen te recent zijn en
een te beperkte omvang hebben. In Zwit
serland en in de Belgisch-Luxemburgse
Economische Unie, waar de liberalisatie
van industrieprodukten een hoog niveau
heeft bereikt, vertoont het aandeel van
de Ver. Staten en Canada in de totale
invoer van deze produkten in de laatste
vier jaren over het geheel genomen een
daling, terwijl het aandeel van de andere
O.E.E.S.-landen is toegenomen.
Een verdere vooruitgang t.a.v. de libe
ralisatie van de O.E.E.S.-landen t.o.v. de
invoer uit de Ver. Staten en Canada zal
worden vergemakkelijkt door de maat
regelen, die aan de andere zijde van dé
oceaan worden getroffen om te komen
tot een meer liberale handelspolitiek.
Het rapport geeft een gedetailleerde ana
lyse van de maatregelen die de Ver. Sta
ten hebben getroffen om de markt meer
toegankelijk te maken voor Europese
goederen, te weten: verlaging der douane
formaliteiten, verzachting van de „Buy
America Act", vermindering van de
kwantitatieve invoerbeperkingen en sub
sidies voor bepaalde landbouwprodukten.
Deze maatregelen zijn weliswaar bemoe
digend, maar liet is te hopen, dat hun
gunstig effect niet verzwakt zal worden
door het beroep op ontsnappingsclausules,
die in de Amerikaanse wetgeving zijn
voorzien.
De aanzienlijke uitbreiding van de
Europese produktie en de daaruit voort
vloeiende toeneming van de vraag naar
grondstoffen en basisprodukten hebben
een opmerkelijke stijging van Europa's
tekort op de handelsbalans t.o.v. Noord-
Amerika sinds de tweede helft van 1953
te zien gegeven.
De goud. en dollarreserves van de
deelnemende landen ais totaliteit zijn
niettemin blijven stijgen, dank zij de
de buitengewone uitgaven van de Ver.
Staten in Europa 2.6 miljard). In juni
1955 waren deze reserves gestegen tot
13.4 miljard, d.i. een toeneming met
meer dan 50 pet sinds 1 januari 1953. De
buitengewone uitgaven van de Ver. Sta
ten in Europa zuilen echter igeleidelijk
van het tegenwoordige niveau van 2.6
miljard dalen tof, 1.6 miljard in 1958.
Het is daarom van essentieel belang,
dat de O.E.E.S.-landen zich blijven in
spannen hun uitvoer naar Noord-Amerika
tot ontwikkeling te brengen en Ameri
kaans investeringskapitaal aan te trekken.
Het is ook wenselijk, dat de Ver. Staten
verdere maatregelen nemen om te helpen
op een stevige en duurzame basis te
komen tot een multilateraal wereldhan
dels- en betalingssysteem, dat vrij is van
de beperkingen, die de ontwikkeling van
de internationale handel belemmeren.
Het rapport legt de nadruk op de voor
delen van de liberalisatie en het gevaar
voor de economie dér Europese landen
bij een voortduren van de beperking der
importen van dollargoederen. Vrees t.a.v.
van de liberalisatie-effecten heeft de nei
ging algemeen te worden. De concurren
tiekracht van de dollargoederen moet
niet worden overschat. Evenmin moet da
produktiviteit van de Europese indu
strieën en van Europa's vermogen om
produktie en prijzen aan ie passen wor
den onderschat.
Op basis van particuliere importen
in 1153. Deze percentages kunnen niet
vergeleken worden met percentages van
de intra-Europese liberalisatie, die wor
den berekend op basis van de invoer in
1948.
Volgens een thans gepubliceerd over
zicht hadden in het laatste kwartaal van
het afgelopen jaar de naar het buiten
land gezonden goederen aan andere
landen verleende diensten met 5,8 mil
jard de grootste waarde, welke ooit in
een kwartaal werd bereikt. In dit totaal
zijn begrepen ongeveer S 400 miljoen
voor geschonken militaire leveranties en
verleende diensten voor geallieerde lan
den.
Ook zonder dat men rekening houdt
met de militaire verschepingen werd met
het zenden van goederen naar en het
verlenen van diensten aan andere landen
een record bereikt. De betalingen aan
andere landen voor goederen en diensten
bereikten met 4.567 miljoen eveneens
een record-omvang,
Over het gehele jaar 1955 hebben de Ver.
Staten, volgens mededeling van het mi
nisterie, het buitenland voorzien met goe
deren en diensten tot een bedrag van
ongeveer 21,8 miljard, welk bedrag
bijna 1 miljard groter is dan het
totaal van 1954.
De goud. en dollaractiva van andere
landen namen in 1955 met ongeveer 1,5
miljard toe. Hoewel dit ongeveer 250
miljoen minder is dan de toeneming van
1954, was 1955 het zesde achtereenvolgen
de jaar, dat de buitenlandse goud- en
j dollaractiva toenamen,
De advocaat-generaal bij het gerechtshof
te 's-Hertogénbosch heeft tegen de 33-jari-
ga opperman M. J. van der V. uit Eindho
ven, wegens, doodslag op diens echtgenote
een gevangenisstraf van 15 jaar geëist.
Deze eis is gelijk aan het vonnis van de
rechtbank te 's-Hertogenbosch. Zowel ver
dachte als het Openbaar Ministerie had
den beroep tegen het vonnis van de recht
bank aangetekend.
De provincie Friesland zal een prijs
vraag uitschrijven voor een ontwerp voor
de bouw van een nieuwe provinciale bi
bliotheek te Leeuwarden. Aldus is in de
dinsdag gehouden vergadering van de
Provinciale Staten besloten met 24 tegen
22 stemmen. Gedeputeerde Staten hadden
geadviseerd een eerder genomen besluit
tot het uitschrijven van een prijsvraag in
te trekken om verschillende praktische
redenen en om het feit dat waarschijnlijk
geen architecten van naam aan de prijs
vraag zouden deelnemen. De staten wa
ren het hier niet mee eens en zo zal toch
een prijsvraag worden uitgeschreven.
Voorts werd besloten de Buma-bibüo-
theek te Leeuwarden in het nieuwe ge
bouw van de provinciale bibliotheek te
huisvesten. Het huidige gebouw van de
Buma-bibliotheek zal dan ter beschik
king komen van de Fryske Akademy.
j
De heer A. G. Stoon,' directeur van de
Unilever Grondstoffen Maatschappij N.V.
die wegens het bereiken van de pensioen
gerechtigde leeftijd de N.V. verlaat, heeft
gistermiddag tijdens een receptie op het
hoofdkantoor te Rotterdam afscheid ge
nomen. Hij werd namens de minister van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie
ning toegesproken door mr. V, Marijnen,
adjunt-directeur van de buitenlandse
agrarische handelsaangelegenheden van
het
De tweede Technische Hogeschool,
welke in Eindhoven zal worden ge
vestigd, zal uitsluitend met eerste
jaars studenten beginnen. Wanneer
men nu rekent met een aanvang van
het onderwijs in september 1957, dan
zullen de eerste Eindhovense
ingenieurs in 1962 afstuderen. Aldus
zegt minister Cals in zijn memorie
van antwoord aan de Tweede Kamer
betreffende het wetsontwerp tot
wijziging van de Hoger-onderwijswet.
De noodzaak van decentralisatie van
het technisch hoger onderwijs, zo zegt
mr. Cats, is gebiedend, mede gezien de
door de industrialisatie in de toekomst
steeds groter wordende behoefte aan
academisch gevormde technische kracht,
waarbij ook gedacht wordt aan de ont
wikkeling van de wetenschap op het ge
bied der kernenergie.
De verhoging van het studierendement
moet, aldus de minister, worden nage
streefd met het oog op de behoefte aan
ingenieurs, die aan de huidige maatschap
pelijke eisen voldoen, als op de wenselijk
heid de studieduur zoveel mogelijk te be
perken. Daarbij wordt gedacht, zowel aan
een verkorting van de werkelijke (gemid
delde) studieduur als aan die van de no
minale (ideale) studieduur. Bovendien aan
een betere verhouding van het aantal af
gestudeerden met het oorspronkelijk aan
tal nieuw ingeschrevenen.
Onder verwijzing naar de conclusie van
de commissie-'s Jacob, dat aan het van
verschillende zijden geuite verlangen de
opleiding te Eindhoven slechts vier jaren
te laten duren een enkele uitzondering
daargelaten niet zou kunnen worden
voldaan, deelt de minister mede, gemeend
te hebben ten aanzien van de verkorting
van de studieduur enigszins verder te
moeten gaan. Hij heeft daartoe aan de
professoren Holst en Dorgelo verzocht, in
overleg met toekomstige hoogleraren van
de tweede Technische Hogeschool, een
studieprogramma uit te werken, dat de
nominale studieduur zal brengen op vier
jaren, te vermeerderen met de tijd, nodig
voor het afstudeeronderwerp, zodat bij
een overigens gunstige ontwikkeling van
de verhoudingen binnen de academische
gemeenschap van de Technische Hoge-
de elektrotechniek en de werktuigbouw
kunde een feitelijke studieduur van
tot 5 jaar bereikbaar te maken.
De minister wijdt voorts enige beschou
wingen aan de in dit wetsontwerp voor
gestelde bepalingen met betrekking tot
de mogelijkheid van ontzegging van toe
lating tot de examens in de eerste twee
studiejaren en het voorschrift, dat de af
delingen van de Technische Hogescholen
een regeling voor de studie en in verband
daarmede een normale studieduur voor
elk examen zullen moeten vaststellen en
op de naleving daarvan zullen moeten
Zaterdag begint het grote festijn,
voor de voetballende schooljeugd, üc
uitverkorenen zijn thans met hun
laatste training bezig.
toezien. Deze bepalingen, aldus de mi
nister, moeten worden gezien als een
sluitstuk op een geheel van maatregelen,
die alle de verhoging van het studieren
dement tot doel hebben.
Wanneer omstreeks september 1962 de
eerste Eindhovense ingenieurs afstuderen,
zal het aantal Delftse ingenieurs, gelet
op het aantal ingeschreven eerstejaars
der laatste jaren, zich eveneens weer in
stijgende lijn bevinden, een stijging, die
te sterker zal zijn. wanneer, bovendien
tengevolge van grotere efficiency bij de
studie, het aantal afstuderenden toe
neemt. Uit statistische gegevens is even
wel duidelijk gebleken, dat deze stijging
niet een dergelijke orde van grootte kan
aannemen, als door decentralisatie van
het technisch hoger onderwijs kan worden
bereikt en in het belang van de industria
lisatie van ons land nodig moet worden
geacht in het licht van de toenemende be
hoefte aan ingenieurs.
het ministerie,die mededeelde, dat
H.M. had behaagd, de scheidende direc-
teur te benoemen tot officier in de Orde school te Eindhoven, het wellicht moge
van Oranje Nassau. Hjk zal zijn, althans voor de opleiding in
Generaal Gruenther, opperbevelhebber
van de Nato-strjjdkrachten in Europa,
heeft gisteren op een persconferentie te
Parijs verklaard, dat het uit militair
oogpunt bezien, niet mogelijk is de dienst
tijd te verkorteu. Hij wees er in dit ver
hand op, dat er geen Sovjet-sateliet-
staat is, waar de diensttijd minder dan
twee jaar bedraagt, en dat in de mees
te gevallen de recruten zeifs drie jaar
in dienst moeten blijven.
Wat de luchtmachten betreft, legde de
generaal er de nadruk op, dat de Sovjet
unie en haar satellieten jagers bezitten,
die van grasbanen op kunnen stijgen,
terwijl de jagers van de westelijke landen
gebonden zijn aan verharde banen.
Verwijzend naar de onlangs verwezen
lijkte coördinatie van de luchtverdediging
van Noord-, Zuid- en Centraal-Europa en
van het Verenigd Koninkrijk, noemde
Gruenther dit „een revolutie in het den
ken van de Nato". Het is thans niet lan
ger mogelijk om over nationale luchtver
dediging te spreken", zo zeide hij.
„De luchtverdediging ré op het ogen
blik ons grootste probleem", zo vervolg
de Gruenther. „Wat wij thans nodig heb
ben is: 1. betere radar; 2. meer gelei
de projectielen; 3. geïntegreerde onder
schepping van vijandelijke vliegtuigen
door jagers en geleide projectielen."
De generaal zeide voorts, dat het wes
ten wel verklaren kan waarom de Sovjet
unie 170 divisies heeft, waarom de satel
lieten er 75 hebben en waarom de Sovjet-
Unie een luchtvloot van 20.000 vliegtui
gen hoofdzakelijk straalvliegtuigen
heeft, doch dat het westen in geen geval
kan verklaren, waarom de Sovjet-Unie
400 onderzeeboten heeft. „De onderzeeër
is een aanvalswapen bij uitstek", zo zeide
hij, „en in het afgelopen jaar bouwde de
Sovjet-Unie meer onderzeeboten dan welk
land ook in de vrije wereld".
Ondanks alles, zo ging de generaal
voort, zouden de Sovjet-Russen op dit
ogenblik een oorlog verliezen.
Sprekend over de Franse acties in Al
gerije verklaarde generaal Gruenther, dat
deze in het belang zijn van de veiligheid
van de vrije wereld.
WANNEER Frankrijk dat per se wil
en daar ziet het nu naar uit
dan zal het de opstand in Alge
rije wel, zij het ten koste van grote
offers, kunnen neerslaan. Maar het is
niet aan te nemen, dat het Algerije
vervolgens met enkel militair geweid
in de hand zal kunnen houden. Militair
geweld is nimmer afdoend gebleken,
niet in Indo-China, niet in Cyprus en
niet in Marokko.
Zeker, Frankrijk stelt zich ernstig
voor om, wanneer de rust eenmaal
hersteld is, met in verkiezingen aan te
wijzen Algerijnse vertegenwoordigers
onderhandelingen te voeren over ve
lerlei hervormingen, die al sinds lang
nodig zijn. Maar zullen zulke hervor
mingen dan nog wel welkom zijn?
In een vorig artikel (zie ons blad van
27 maart 1956) zetten wij uitvoerig de
redenen uiteen, die voor zulke onder
handelingen op dit moment pleiten.
Men kan tegenwerpen, dat er in Alge
rije geen bevoegde onderhandelings
partners zijn, dat verkiezingen nodig
zijn om deze gesprekspartners aan te
wijzen, en dat verkiezingen, gegeven
de huidige onrust, onmogelijk zijn. Dit
argument is echter slechts gedeeltelijk
waar. Wanneer Frankrijk inderdaad
gesprekspartners in Algerije zou wen
sen, dan vindt het die, ongetwijfeld.
Natuurlijk is onafhankelijkheid voor
Algerije, zoals de Tunesische leider
Habib Bourguiba, die bijvoorbeeld eist.
op het ogenblik volstrekt ondenkbaar,
ten enenmale uitgesloten. Algerije is op
het ogenblik geen natie, al begint het
juist in de huidige strijd van de in
heemse bevolking tegen de Fransen
meer en meer een natie te worden.
Wanneer Frankrijk zich op het ogen
blik uit Algerije zou terugtrekken, dan
zou dit niets anders dan een misdaad
zijn. Algerije zou daardoor aan chaos
en anarchie worden overgeleverd. Bui
ten de Franse communisten en voorts
Habib Bourguiba, denkt over deze mo
gelijkheid dan ook geen mens in Frank
rijk.
E vraag, die voor Frankrijk op dit
ogenblik ten aanzien van Algerije
rijst, is dan ook veeleer, of het
niet vrijwillig een eindweegs met de
feitelijke ontwikkeling moet meegaan,
om op deze manier die ontwikkeling
te kunnen dirigeren, dan wel of het
zich ertegen wil verzetten met alle
gevaar erdoor te worden meegesleurd.
Dit is in wezen dezelfde vraag, die zich
op een gegeven ogenblik ten aanzien van
Indo-China, van Tunesië en Marokko,
en ten aanzien van nog zovele andere
voormalige koloniale gebieden heeft
gesteld. Het is grotendeels een kwestie
van tijdskeuze. Wanneer men het juis
te moment voorbij laat gaan, kan dat
wel eens onherroepelijk zijn.
Zou Frankrijk er niet goed aan doen
om aan Algerije nu reeds datgene te
geven Wat aan het politiek-rijpe Tu
nesië reeds op zeer late datum op
te late datum werd aangeboden,
zelfbestuur, autonomie, met een recht
vaardige vertegenwoordiging van de
beida Algerijnss bevolkingsgroepen*
U Marokko en Tunesië onafhanke
lijk zijn en zich, mèt de gehele
Arabische Liga en mèt alle Azia
tische landen, solidair verklaren met
de aspiraties van de Algerijnse Arabie
ren, zal het voor de Fransen onmoge
lijk zijn om Algerije met de wapens te
behouden. Het nationalistische getij is
niet meer te keren, ook niet met een
naïef beroep op de formeel-juridische
fictie als zou Algerije een deel van
Frankrijk zijn. Dat kan wel in de Fran
se constitutie staan, maar de evidente
werkelijkheid is anders. Constitutioneel
gezien is het mischien wel juist om de
Algerijnse opstandelingen zonder meer
als binnenlandse onruststokers te be
schouwen, doch volgens reëler criteria
gaan deze zienswijzen zeker niet op.
Het is gemakkelijk genoeg te voor
zien, dat, wanneer Frankrijk eerst ge
heel Algerije zou willen pacificeren
alvorens tot min of meer ingrijpende
hervormingen over te gaan, het geheel
Noord-Afrika Tunesië, Marokko en
Algerije binnenkort onverzoenlijk
tegenover zich zal vinden. De recente
uitlatingen van Habib Bourguiba en
van sultan Ben Joessef, laten aan dui
delijkheid niets te wensen over. Alle
represailles tegen de Algerijnse op
standelingen zullen voortaan alleen
nog maar dienen tot het opwekken van
haat tegen Frankrijk en tegen het ge
hele Westen in de Arabische en Aziati
sche wereld.
Alleen door een ruim gebaar, op dit
ogenblik, tegenover Algerije zal Frank
rijk zal het Westen nog iets als
gevoelens van respect van de Noord-
afrikaanse en Arabische volkeren we
ten te winnen. Daar zal het meer mee
gebaat zijn dan met haat. Want dat
Frankrijk, goedschiks of kwaadschiks.
Algerije vroeg of laat verliezen zal,
daarover kan geen twijfel bestaan. Het
kolonialistische tijdperk behoort tot
het verleden, onherroepelijk.
De N.V. Hollandsche Stoomboot Mij
heeft in 1955 een exploitatiesaldo behaald
van 4.476.313 (4.099.929). Na afschrijvingen
o.a. op de vloot ad 1.731.810, op 't nieuwe
kantoorgebouw ad 262.727 een dotatie aan
de reserve diverse belangen ad 1.540.00Ö,
een reserve voor bijzondere bedrijfskos
ten en belastingen ad 1.063.380, een dota
tie aan de pensioenenfondsen ad 350.000
resteert een winstsaldo van 815.606
(681.427). Voorgesteld wordt een dividend
uit te keren van 10 pet (v.j. 9).
De ontvangsten in 1955 hebben een be
vredigend verloop gehad maar de uitga
ven zijn in verhouding belangrijk geste
gen. De charterafdeling heeft haar be
staansrecht bewezen en heeft zeer bevre
digende resultaten afgeworpen. In het
afgelopen jaar zijn vier nieuwe schepen
ingezet op de H.W.A.L. welke thans over
een vloot beschikt van tien moderne
schepen. Hiermee is het enige jaren gele
den nieuwbouwprogramma uitgevoerd.
Hét vervoer van de uitgaande en inko
mende lijnen heeft zich op hetzelfde ni
veau bewogen als in 1954. De resultaten
hebben ln de tweede helft van 1955 een
lichte verbetering ondergaan na de ver
hoging van de vrachttarieven.
De totale reserve diverse belangen be
draagt nu 3.250.000. Zij oiedt, aldus het
jaarverslag, een meer dan voldoende com
pensatie voor de verschuiving van de be
lastingdruk naar volgende jaren, welke
het gevolg is van de in het verleden en
ook in het afgelopen jaar toegepaste ver
vroegde fiskale afschrijvingen. De motor
schepen paraisseren nu op de balans voor
19.875.000 (10.663.300).
(Van onze correspondent)
Enkele kwajongens hebben in een on
bewaakt ogenblik 't nachthok van de apen
in het Burgers Dierenpark geopend, ten
gevolge waarvan verschillende van deze
dieren de vrijheid hebben gekozen. Toen
dit werd ontdekt, konden vijf apen worden
opgevangen, maar er zitten nog verschil
lende dieren in en buiten het park. De po
litie is in de zaak gemengd en deze heeft
reeds twee knapen aangehouden, die de
bet zijn aan deze kwajongensstreek. De
jacht op de nog in vrijheid levende apen
duurt voort.
Gisteravond is het 5-jarig zoontje van
de fam. M. te Ellewoutsdijk in de haven
aldaar te water geraakt en verdronken.
Omstreeks zes uur miste men de jongen.
Men ging op onderzoek uit ena an de
rand van de haven vond men de step van
het knaapje. Onmiddellijk ging men dreg
gen en na een poosje gelukte het, het vent
je op het droge te krijgen; pogingen om
de levensgeesten op te wekken, waren
vruchtsloos.