FRANKRIJK's traditionele Goede- Week plechtigheden Europese invoer uit N.-Amerika aanmerkelijk toegenomen m In 1962 eerste Eindhovense ingenieurs Gen. Gruenther acht verkorting diensttijd onmogelijk Nationalistisch meer te keren getlJ is met De H.-Bloedprocessie van Perpignan Twee doden op de weg N D Vooral vraag naar grond- en hulpstoffen Amer. transacties met het buitenland Tweede Technische Hogeschool begint in 1957 met enkel eerstejaars Studieduur van 4V2 a 5 jaar Nato-landen sterk genoeg 0111 Rusland te verslaan Pacificatie van Algerije zal onverzoenlijk- heid kweken Dividend Holl. Stoom boot 10 (9) pet. DONDERDAG 29 MAART 1956 PAGINA 9 Minder barok dan bij „Semana Santa" W'el tvat zul lidelij k Historisch décor De devote Christus Goud- en dollarreserves niettemin gestegen In vele opzichten ivas 1955 een recordjaar Het Amerikaanse ministerie van handel heeft bekend "emaakt, dat de Ameri kaanse transacties met andere landen in de vorm van handel, hulpverlening of investeringen eind 1955 de grootste om vang hadden, welke ooit voorkwam. i VIJFTIEN JAAR GEEIST WEGENS DOODSLAG OP ECHTGENOTE NIEUWE PROVINCIALE BIBLIOTHEEK TE LEEUWARDEN Prijsvraag uitgeschreven SCHEIDENDE DIRECTEUR VAN UNILEVER OFFICIER O. N. Verkorting van studieduur Eerste twee jaar geen examens DIE APEN VAN JONGENS TOCH! STEP LAG AAN DE WALKANT Knaapje verdronken kleden, terwijl de oude penitentenvereni gingen, trots op hun zo eeuwenoud verle den, alle voorrang opeisten. Bovendien verliep het verschijnen der groepen pe nitenten uit de andere parochies niet zonder lawaai. De belangrijke wijzigingen in de liturgie van de Goede Week: bren gen de vrome oude volksgebruiken niet in gevaar. De wereldvermaards „Semana Santa" in Spanje blijft gehandhaafd en Sevilla zal zijn roem, die er de bezoekers uit de gehele beschaafde wereld naar toe trekt, niet verliezen. In de zuide lijke landen vooral waar zoveel traditionele gebruiken ondanks eeuwen van ontkerstening konden voortduren, zijn de uiterlijke volks plechtigheden, waarin het lijden van Christus herdacht wordt nog talrijk. Maar in de regel hebben ze slechts lokale bekendheid. Een openlijk boetedoen ligt er aan ten grondslag. Wel bereiken die niet overal de luister der Spaanse pro cessies, doch ze hebben zoveel schoonheid behouden dat zij de massa ontroeren, zelfs al is die voor een groot deel voor het Geloof zo goed als verloren gegaan. Onverschillig in welke streken die massa-plechtigheden zich voordoen, ze hebben iets gemeenschappelijks, dat aan hun herkomst te danken is. Dat is vooral duidelijk bij de penitentenpro cessies van Witte Donderdag en Goede Vrijdag die op echt volkse wijze de Lij densweg van Christus in herinnering willen brengen. Ze dateren reeds uit de middeleeuwen, doch wat hun karakter betreft, zijn het vooral de broederschap pen uit de late middeleeuwen en de zes tiende eeuw die de vorm hebben be paald. Die broederschappen kwamen som® uit het gildenwezen, meestal echter uit het parochieleven voort. Men denke bijvoorbeeld aan de broeder schappen voor het grafwaarts leiden der doden, voor ziekenhulp en andere daden van naastenliefde. Frankrijk ie aan dergelijke traditio nele plechtigheden zeer rijk. Ze zijn echter zodanig over de provincies ver spreid dat ze veelal verborgen blijven. Tot de voornaamste behoren de passie spelen en daarop volgen onmiddellijk de penitentenprocessies der Goede Week. In deze dagen verdient de H. Bloedpro cessie van Perpignan in de Roussillon wel in de eerste plaats de aandacht. Zij komt in luister de Spaanse plechtighe den al aardig nabij. Ze is allerminst enig in Frankrijk, want hoe meer men naar het zuiden komt hoe meer kans men heeft van die penitentenommegangen aan te treffen. De oude hoofdstad van het koninkrijk van Majorca is boven dien door de rijkdom der Katalaanse monumenten voor die altijd zeer mid deleeuws aandoende processies wel een karaktervolle omlijsting. Wij kunnen helaas niet aannemen dat het een groot aantal inwoners is, dat de vrome traditie uit innerlijke behoefte wil volgen om in de dagen waarin Christus' Lijden herdacht wordt in boe tekleed en in het openbaar hun schuld besef te belijden. De streek behoort tot die waarin de ontkerstening het verst is gevorderd. Maar ook in de grote volksmassa zijn de sporen van zoveel eeuwen van Christelijke beschaving niet uitgewist. Via enig nadenken ontkomt men dan ook aan de verwondering over het feit, dat heel een bevolking gevoelig blijkt te zijn voor de openlijke plechtig heden waarvan het godddenstig en waar lijk vroom karakter aan niemand kan ontgaan. Wat in deze dagen met de plechtige ommegangen in de stad ge beurt ds geheel en al repliek op wat in de kathedraal het kleinood van de be volking is, het bezit van ,.de devote Christus" een der meest ontroerende kruisbeelden die de religieuze kunst ter wereld heeft voortgebracht. De vreemdeling die Perpignan bezoekt zal onverschillig van wie dan ook op zijn vraag wat hij er moet gaan zien, tot antwoord krijgen „onze Christus in de Sint-Jan". Inderdaad bezit de kathedraal sinds de XVe eeuw reeds het vermaarde kruisbeeld dat in de geschiedenis der religieuze kunst beroemd is onder de benaming „de devote Christus van Per pignan". Het hangt in een vrij lichte kapel van de door haar rijkdom donkere kathe draal. Slechts voor weinige grote inter nationale tentoonstellingen is het van zijn plaats geweest. Duizenden en duizenden komen het ieder jaar bezoeken en er is niemand geweest die er de blik op kon richten zonder een intense ontroering te ondergaan. Het is een kunstwerk uit de tijd, waarin de laatgothiek ging beïn vloed worden door het Noorden en Italië en van vóór het realisme van het Spaan se polychroom. Het behoort tot de meest waardevolle kunstwerken van de bloei periode der Katalaanse kunst- Het is de uitdrukking van het mysticisme dat ondanks zijn scherp realisme aan de Ka talaanse volksziel eigen is gebleven. Het beeld bleef ons bij sedert wij eens de penitenten-processie van de Sint-Jans kathedraal zagen uittrekken en door heel de stad een diep vrome aandacht zagen oproepen. Door de geweldige bekendheid, die aan de processie van de „Semana Santa" is gegeven, verplaatste de eerste indruk van de processie zelf ons volkomen in Spanje. Maar het zou onjuist zijn de processie van Perpignan haar eigen ka rakter te ontzeggen. Zoals ieder jaar op Witte Donderdag werd dit kruis van de hoge witte wand ener zijkapel van de kathedraal gehaald en aan de voet van een altaar gelegd, dat als reposoir wordt versierd en verlicht voor de verering van (het H. Graf. In de kerk zelf heerste een ietwat hinderlijke drukte want de paro chiale verenigingen waren zich aan het Waar in heel Frankrijk zelfs paro chiale verenigingen het niet zonder trom melaars kunnen doen, daar was de uit tocht naar ons gevoelen wel wat zuide lijk. Maar het boeiend schouwspel ont roerde spoedig. Als uit de middeleeuwen te voorschijn gekomen ontrolde zich de bonte processie vooraf gegaan door een groot kruishout met de lijdenswerktui gen die ieder op zichzelf reeds een vro me overdenking vragen. De oude paro chiale verenigingen en de organisaties van naastenliefde vormen op geregelde afstanden schakels tussen de groepen deelnemende gelovigen door middel van een ledengroep die zich naar de oude wijze der penitenten in het boetekleed heeft gestoken. Die cagoules bestaan uit een zeer wijde pij met lendekoord en een zeer hoge puntkap, die de dragers op tovernarren doet lijken. Aan die kap is een huik bevestigd die breed over de schouders tot aan de lendenen afhangt. Passiegroep in de kathedraal van Perpignan. Slechts twee kleine gaatjes zijn voor de Ogen aangebracht. Voor masker en pij heeft iedere broederschap of elk bestuur een eigen kleur gekozen. Doch zwart en purper hebben de voorkeur. In Perpignan gaan de boetelingen niet zo ver dat ze de lange weg door de stad blootvoets af te leggen en de klachten over oud-gevangenen met ijzeren kogels aan 't been of telkens knielende vrouwen hoorden we gr niet. In dat opzicht is het schouwspel vee] minder dramatisch dan in het Spaanse Zuiden. Maar ook hier voert iedere vereniging niet alleen haar vaak zeer kostbaar processiekruis en haar vaandels mee, maar ook de zo genaamde paseo's, die niet als in Sevilla grote door aanzienlijke aantallen jonge mannen boven het hoofd gedragen plat forms zijn, waarop een heel tafereel uit de Passie is afgebeeld- Ze zijn hier so berder en minder met overdadige barok- sier omslingerd Hier zijn het draagbaren door een vier- of zestal peniten>;n gedra gen, waarop Christus in een lijdensscène is afgebeeld, of een Stabat Mater, of een patroonheilige. Het geheel maakt een zeer diepe indruk ook op de eerbiedig aan beide zijden der straten geschaarde mensendrommen. Uit het oogpunt van schilderachtigheid moet men die proces sie zien tegen de achtergrond van een der talrijke middeleeuwse monumenten waaraan Perpignan nog rijk is. Zoals bij voorbeeld het Castillet en de stadspoort, het vestingpaleis der koningen van Ma jorca, of de bloemrijke gothiek van het voormalige zee-gerecht. Het treft telkens opnieuw hoe in dit zeer rode zuiden zulke plechtigheden tooh de ge-hele bevolking doen meeleven. Het deel der ongeveer 40.000 bewoners dat de bisschop van Perpignan tot de parochianen zijner priesters kan rekenen is niet groot. Maar dat de religieuze plechtigheden toch zulk een algemene eerbied vinden, versterkt weer het ge voel dat Frankrijk toc-h een land van Christelijke traditie is gebleven. Iets wat voor land en bevolking hoopgevend is. E. KUYPER. Woensdagmorgen heeft men een per sonenauto gevonden aan de linkerkant van de weg bjj de melkfabriek te Reij- merstock-Gulpen (L.). De auto was blijk baar in volle vaart tegen een boom ge reden. In de wagen vond men het stof felijk overschot van de 36-jarige taxi chauffeur J. uit Maastricht. De man was gehuwd én vader van drie kinderen. De auto had hü gehuurd van een taxi bedrijf in Maastrioht. De 14-jarige C. van der Giessen uit ed Witte van Haemstedestraat te Rot terdam. werd gisteravond in de 2e Mid dellandstraat aangereden door een bestel auto. De jongen kreeg een schedelbasis- fractuur. Bij aankomst in het ziekenhuis Coolsingel bleek, dat hij was overleden. Kruisverering in de kathedraal van Perpignan door zigeunerkinderen. Sinds het laatste kwartaal van 1954 Is de Europese invoer uit Noord-Amerika aanmerkelijk toegenomen. Deze toene ming bedroeg van 1954 op 1955 40 pet, terwijl de intra-Europese invoer in de zelfde periode met 15 pet toenam. Een thans door de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking ge publiceerd rapport, getiteld .Liberalisatie van de Europese handel met het dollar- igebied" toont aan, dat de voornaamste reden voor de invoersstijging de belang rijke uitbreiding van de Europese pro- duktie is. De toeneming betrof hoofdza kelijk grond- en hulpstoffen (ertsen, non-ferrometalen, ijzer en staal, kolen, oliën en vetten, papier, pulp, chemische produkten, granen). De vraag naar deze produkten overtrof de produktie-capaci- teit in Europa, zodat het tekort moest worden aangevuld door Noord-Amerika. Op twee na alle O.E.E.S.-landen hebban t.a.v. hun invoer uit Noord- Amerika liberalisatiemaatregelen geno men. Als totaliteit hebben de deelnemen de landen 54 net van hun totale invoer uit dit gebied') geliberaliseerd. Voor de verschillende categorieën gelden de vol gende percentages: 71 pet van de agra rische invoer, 55 pet van de invoer van grondstoffen en 36 pet van die van in- dustrieprodukten. Frappante veranderingen in het tradi tionele handelspatroon hebben zich niet voorgedaan. Niettemin is het nog te vroeg om conclusies ie trekken met betrekking t°t het effect van de liberalisatie op in dustriële verbruiksgoederen, aangezien de genomen maatregelen te recent zijn en een te beperkte omvang hebben. In Zwit serland en in de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, waar de liberalisatie van industrieprodukten een hoog niveau heeft bereikt, vertoont het aandeel van de Ver. Staten en Canada in de totale invoer van deze produkten in de laatste vier jaren over het geheel genomen een daling, terwijl het aandeel van de andere O.E.E.S.-landen is toegenomen. Een verdere vooruitgang t.a.v. de libe ralisatie van de O.E.E.S.-landen t.o.v. de invoer uit de Ver. Staten en Canada zal worden vergemakkelijkt door de maat regelen, die aan de andere zijde van dé oceaan worden getroffen om te komen tot een meer liberale handelspolitiek. Het rapport geeft een gedetailleerde ana lyse van de maatregelen die de Ver. Sta ten hebben getroffen om de markt meer toegankelijk te maken voor Europese goederen, te weten: verlaging der douane formaliteiten, verzachting van de „Buy America Act", vermindering van de kwantitatieve invoerbeperkingen en sub sidies voor bepaalde landbouwprodukten. Deze maatregelen zijn weliswaar bemoe digend, maar liet is te hopen, dat hun gunstig effect niet verzwakt zal worden door het beroep op ontsnappingsclausules, die in de Amerikaanse wetgeving zijn voorzien. De aanzienlijke uitbreiding van de Europese produktie en de daaruit voort vloeiende toeneming van de vraag naar grondstoffen en basisprodukten hebben een opmerkelijke stijging van Europa's tekort op de handelsbalans t.o.v. Noord- Amerika sinds de tweede helft van 1953 te zien gegeven. De goud. en dollarreserves van de deelnemende landen ais totaliteit zijn niettemin blijven stijgen, dank zij de de buitengewone uitgaven van de Ver. Staten in Europa 2.6 miljard). In juni 1955 waren deze reserves gestegen tot 13.4 miljard, d.i. een toeneming met meer dan 50 pet sinds 1 januari 1953. De buitengewone uitgaven van de Ver. Sta ten in Europa zuilen echter igeleidelijk van het tegenwoordige niveau van 2.6 miljard dalen tof, 1.6 miljard in 1958. Het is daarom van essentieel belang, dat de O.E.E.S.-landen zich blijven in spannen hun uitvoer naar Noord-Amerika tot ontwikkeling te brengen en Ameri kaans investeringskapitaal aan te trekken. Het is ook wenselijk, dat de Ver. Staten verdere maatregelen nemen om te helpen op een stevige en duurzame basis te komen tot een multilateraal wereldhan dels- en betalingssysteem, dat vrij is van de beperkingen, die de ontwikkeling van de internationale handel belemmeren. Het rapport legt de nadruk op de voor delen van de liberalisatie en het gevaar voor de economie dér Europese landen bij een voortduren van de beperking der importen van dollargoederen. Vrees t.a.v. van de liberalisatie-effecten heeft de nei ging algemeen te worden. De concurren tiekracht van de dollargoederen moet niet worden overschat. Evenmin moet da produktiviteit van de Europese indu strieën en van Europa's vermogen om produktie en prijzen aan ie passen wor den onderschat. Op basis van particuliere importen in 1153. Deze percentages kunnen niet vergeleken worden met percentages van de intra-Europese liberalisatie, die wor den berekend op basis van de invoer in 1948. Volgens een thans gepubliceerd over zicht hadden in het laatste kwartaal van het afgelopen jaar de naar het buiten land gezonden goederen aan andere landen verleende diensten met 5,8 mil jard de grootste waarde, welke ooit in een kwartaal werd bereikt. In dit totaal zijn begrepen ongeveer S 400 miljoen voor geschonken militaire leveranties en verleende diensten voor geallieerde lan den. Ook zonder dat men rekening houdt met de militaire verschepingen werd met het zenden van goederen naar en het verlenen van diensten aan andere landen een record bereikt. De betalingen aan andere landen voor goederen en diensten bereikten met 4.567 miljoen eveneens een record-omvang, Over het gehele jaar 1955 hebben de Ver. Staten, volgens mededeling van het mi nisterie, het buitenland voorzien met goe deren en diensten tot een bedrag van ongeveer 21,8 miljard, welk bedrag bijna 1 miljard groter is dan het totaal van 1954. De goud. en dollaractiva van andere landen namen in 1955 met ongeveer 1,5 miljard toe. Hoewel dit ongeveer 250 miljoen minder is dan de toeneming van 1954, was 1955 het zesde achtereenvolgen de jaar, dat de buitenlandse goud- en j dollaractiva toenamen, De advocaat-generaal bij het gerechtshof te 's-Hertogénbosch heeft tegen de 33-jari- ga opperman M. J. van der V. uit Eindho ven, wegens, doodslag op diens echtgenote een gevangenisstraf van 15 jaar geëist. Deze eis is gelijk aan het vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Zowel ver dachte als het Openbaar Ministerie had den beroep tegen het vonnis van de recht bank aangetekend. De provincie Friesland zal een prijs vraag uitschrijven voor een ontwerp voor de bouw van een nieuwe provinciale bi bliotheek te Leeuwarden. Aldus is in de dinsdag gehouden vergadering van de Provinciale Staten besloten met 24 tegen 22 stemmen. Gedeputeerde Staten hadden geadviseerd een eerder genomen besluit tot het uitschrijven van een prijsvraag in te trekken om verschillende praktische redenen en om het feit dat waarschijnlijk geen architecten van naam aan de prijs vraag zouden deelnemen. De staten wa ren het hier niet mee eens en zo zal toch een prijsvraag worden uitgeschreven. Voorts werd besloten de Buma-bibüo- theek te Leeuwarden in het nieuwe ge bouw van de provinciale bibliotheek te huisvesten. Het huidige gebouw van de Buma-bibliotheek zal dan ter beschik king komen van de Fryske Akademy. j De heer A. G. Stoon,' directeur van de Unilever Grondstoffen Maatschappij N.V. die wegens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd de N.V. verlaat, heeft gistermiddag tijdens een receptie op het hoofdkantoor te Rotterdam afscheid ge nomen. Hij werd namens de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorzie ning toegesproken door mr. V, Marijnen, adjunt-directeur van de buitenlandse agrarische handelsaangelegenheden van het De tweede Technische Hogeschool, welke in Eindhoven zal worden ge vestigd, zal uitsluitend met eerste jaars studenten beginnen. Wanneer men nu rekent met een aanvang van het onderwijs in september 1957, dan zullen de eerste Eindhovense ingenieurs in 1962 afstuderen. Aldus zegt minister Cals in zijn memorie van antwoord aan de Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp tot wijziging van de Hoger-onderwijswet. De noodzaak van decentralisatie van het technisch hoger onderwijs, zo zegt mr. Cats, is gebiedend, mede gezien de door de industrialisatie in de toekomst steeds groter wordende behoefte aan academisch gevormde technische kracht, waarbij ook gedacht wordt aan de ont wikkeling van de wetenschap op het ge bied der kernenergie. De verhoging van het studierendement moet, aldus de minister, worden nage streefd met het oog op de behoefte aan ingenieurs, die aan de huidige maatschap pelijke eisen voldoen, als op de wenselijk heid de studieduur zoveel mogelijk te be perken. Daarbij wordt gedacht, zowel aan een verkorting van de werkelijke (gemid delde) studieduur als aan die van de no minale (ideale) studieduur. Bovendien aan een betere verhouding van het aantal af gestudeerden met het oorspronkelijk aan tal nieuw ingeschrevenen. Onder verwijzing naar de conclusie van de commissie-'s Jacob, dat aan het van verschillende zijden geuite verlangen de opleiding te Eindhoven slechts vier jaren te laten duren een enkele uitzondering daargelaten niet zou kunnen worden voldaan, deelt de minister mede, gemeend te hebben ten aanzien van de verkorting van de studieduur enigszins verder te moeten gaan. Hij heeft daartoe aan de professoren Holst en Dorgelo verzocht, in overleg met toekomstige hoogleraren van de tweede Technische Hogeschool, een studieprogramma uit te werken, dat de nominale studieduur zal brengen op vier jaren, te vermeerderen met de tijd, nodig voor het afstudeeronderwerp, zodat bij een overigens gunstige ontwikkeling van de verhoudingen binnen de academische gemeenschap van de Technische Hoge- de elektrotechniek en de werktuigbouw kunde een feitelijke studieduur van tot 5 jaar bereikbaar te maken. De minister wijdt voorts enige beschou wingen aan de in dit wetsontwerp voor gestelde bepalingen met betrekking tot de mogelijkheid van ontzegging van toe lating tot de examens in de eerste twee studiejaren en het voorschrift, dat de af delingen van de Technische Hogescholen een regeling voor de studie en in verband daarmede een normale studieduur voor elk examen zullen moeten vaststellen en op de naleving daarvan zullen moeten Zaterdag begint het grote festijn, voor de voetballende schooljeugd, üc uitverkorenen zijn thans met hun laatste training bezig. toezien. Deze bepalingen, aldus de mi nister, moeten worden gezien als een sluitstuk op een geheel van maatregelen, die alle de verhoging van het studieren dement tot doel hebben. Wanneer omstreeks september 1962 de eerste Eindhovense ingenieurs afstuderen, zal het aantal Delftse ingenieurs, gelet op het aantal ingeschreven eerstejaars der laatste jaren, zich eveneens weer in stijgende lijn bevinden, een stijging, die te sterker zal zijn. wanneer, bovendien tengevolge van grotere efficiency bij de studie, het aantal afstuderenden toe neemt. Uit statistische gegevens is even wel duidelijk gebleken, dat deze stijging niet een dergelijke orde van grootte kan aannemen, als door decentralisatie van het technisch hoger onderwijs kan worden bereikt en in het belang van de industria lisatie van ons land nodig moet worden geacht in het licht van de toenemende be hoefte aan ingenieurs. het ministerie,die mededeelde, dat H.M. had behaagd, de scheidende direc- teur te benoemen tot officier in de Orde school te Eindhoven, het wellicht moge van Oranje Nassau. Hjk zal zijn, althans voor de opleiding in Generaal Gruenther, opperbevelhebber van de Nato-strjjdkrachten in Europa, heeft gisteren op een persconferentie te Parijs verklaard, dat het uit militair oogpunt bezien, niet mogelijk is de dienst tijd te verkorteu. Hij wees er in dit ver hand op, dat er geen Sovjet-sateliet- staat is, waar de diensttijd minder dan twee jaar bedraagt, en dat in de mees te gevallen de recruten zeifs drie jaar in dienst moeten blijven. Wat de luchtmachten betreft, legde de generaal er de nadruk op, dat de Sovjet unie en haar satellieten jagers bezitten, die van grasbanen op kunnen stijgen, terwijl de jagers van de westelijke landen gebonden zijn aan verharde banen. Verwijzend naar de onlangs verwezen lijkte coördinatie van de luchtverdediging van Noord-, Zuid- en Centraal-Europa en van het Verenigd Koninkrijk, noemde Gruenther dit „een revolutie in het den ken van de Nato". Het is thans niet lan ger mogelijk om over nationale luchtver dediging te spreken", zo zeide hij. „De luchtverdediging ré op het ogen blik ons grootste probleem", zo vervolg de Gruenther. „Wat wij thans nodig heb ben is: 1. betere radar; 2. meer gelei de projectielen; 3. geïntegreerde onder schepping van vijandelijke vliegtuigen door jagers en geleide projectielen." De generaal zeide voorts, dat het wes ten wel verklaren kan waarom de Sovjet unie 170 divisies heeft, waarom de satel lieten er 75 hebben en waarom de Sovjet- Unie een luchtvloot van 20.000 vliegtui gen hoofdzakelijk straalvliegtuigen heeft, doch dat het westen in geen geval kan verklaren, waarom de Sovjet-Unie 400 onderzeeboten heeft. „De onderzeeër is een aanvalswapen bij uitstek", zo zeide hij, „en in het afgelopen jaar bouwde de Sovjet-Unie meer onderzeeboten dan welk land ook in de vrije wereld". Ondanks alles, zo ging de generaal voort, zouden de Sovjet-Russen op dit ogenblik een oorlog verliezen. Sprekend over de Franse acties in Al gerije verklaarde generaal Gruenther, dat deze in het belang zijn van de veiligheid van de vrije wereld. WANNEER Frankrijk dat per se wil en daar ziet het nu naar uit dan zal het de opstand in Alge rije wel, zij het ten koste van grote offers, kunnen neerslaan. Maar het is niet aan te nemen, dat het Algerije vervolgens met enkel militair geweid in de hand zal kunnen houden. Militair geweld is nimmer afdoend gebleken, niet in Indo-China, niet in Cyprus en niet in Marokko. Zeker, Frankrijk stelt zich ernstig voor om, wanneer de rust eenmaal hersteld is, met in verkiezingen aan te wijzen Algerijnse vertegenwoordigers onderhandelingen te voeren over ve lerlei hervormingen, die al sinds lang nodig zijn. Maar zullen zulke hervor mingen dan nog wel welkom zijn? In een vorig artikel (zie ons blad van 27 maart 1956) zetten wij uitvoerig de redenen uiteen, die voor zulke onder handelingen op dit moment pleiten. Men kan tegenwerpen, dat er in Alge rije geen bevoegde onderhandelings partners zijn, dat verkiezingen nodig zijn om deze gesprekspartners aan te wijzen, en dat verkiezingen, gegeven de huidige onrust, onmogelijk zijn. Dit argument is echter slechts gedeeltelijk waar. Wanneer Frankrijk inderdaad gesprekspartners in Algerije zou wen sen, dan vindt het die, ongetwijfeld. Natuurlijk is onafhankelijkheid voor Algerije, zoals de Tunesische leider Habib Bourguiba, die bijvoorbeeld eist. op het ogenblik volstrekt ondenkbaar, ten enenmale uitgesloten. Algerije is op het ogenblik geen natie, al begint het juist in de huidige strijd van de in heemse bevolking tegen de Fransen meer en meer een natie te worden. Wanneer Frankrijk zich op het ogen blik uit Algerije zou terugtrekken, dan zou dit niets anders dan een misdaad zijn. Algerije zou daardoor aan chaos en anarchie worden overgeleverd. Bui ten de Franse communisten en voorts Habib Bourguiba, denkt over deze mo gelijkheid dan ook geen mens in Frank rijk. E vraag, die voor Frankrijk op dit ogenblik ten aanzien van Algerije rijst, is dan ook veeleer, of het niet vrijwillig een eindweegs met de feitelijke ontwikkeling moet meegaan, om op deze manier die ontwikkeling te kunnen dirigeren, dan wel of het zich ertegen wil verzetten met alle gevaar erdoor te worden meegesleurd. Dit is in wezen dezelfde vraag, die zich op een gegeven ogenblik ten aanzien van Indo-China, van Tunesië en Marokko, en ten aanzien van nog zovele andere voormalige koloniale gebieden heeft gesteld. Het is grotendeels een kwestie van tijdskeuze. Wanneer men het juis te moment voorbij laat gaan, kan dat wel eens onherroepelijk zijn. Zou Frankrijk er niet goed aan doen om aan Algerije nu reeds datgene te geven Wat aan het politiek-rijpe Tu nesië reeds op zeer late datum op te late datum werd aangeboden, zelfbestuur, autonomie, met een recht vaardige vertegenwoordiging van de beida Algerijnss bevolkingsgroepen* U Marokko en Tunesië onafhanke lijk zijn en zich, mèt de gehele Arabische Liga en mèt alle Azia tische landen, solidair verklaren met de aspiraties van de Algerijnse Arabie ren, zal het voor de Fransen onmoge lijk zijn om Algerije met de wapens te behouden. Het nationalistische getij is niet meer te keren, ook niet met een naïef beroep op de formeel-juridische fictie als zou Algerije een deel van Frankrijk zijn. Dat kan wel in de Fran se constitutie staan, maar de evidente werkelijkheid is anders. Constitutioneel gezien is het mischien wel juist om de Algerijnse opstandelingen zonder meer als binnenlandse onruststokers te be schouwen, doch volgens reëler criteria gaan deze zienswijzen zeker niet op. Het is gemakkelijk genoeg te voor zien, dat, wanneer Frankrijk eerst ge heel Algerije zou willen pacificeren alvorens tot min of meer ingrijpende hervormingen over te gaan, het geheel Noord-Afrika Tunesië, Marokko en Algerije binnenkort onverzoenlijk tegenover zich zal vinden. De recente uitlatingen van Habib Bourguiba en van sultan Ben Joessef, laten aan dui delijkheid niets te wensen over. Alle represailles tegen de Algerijnse op standelingen zullen voortaan alleen nog maar dienen tot het opwekken van haat tegen Frankrijk en tegen het ge hele Westen in de Arabische en Aziati sche wereld. Alleen door een ruim gebaar, op dit ogenblik, tegenover Algerije zal Frank rijk zal het Westen nog iets als gevoelens van respect van de Noord- afrikaanse en Arabische volkeren we ten te winnen. Daar zal het meer mee gebaat zijn dan met haat. Want dat Frankrijk, goedschiks of kwaadschiks. Algerije vroeg of laat verliezen zal, daarover kan geen twijfel bestaan. Het kolonialistische tijdperk behoort tot het verleden, onherroepelijk. De N.V. Hollandsche Stoomboot Mij heeft in 1955 een exploitatiesaldo behaald van 4.476.313 (4.099.929). Na afschrijvingen o.a. op de vloot ad 1.731.810, op 't nieuwe kantoorgebouw ad 262.727 een dotatie aan de reserve diverse belangen ad 1.540.00Ö, een reserve voor bijzondere bedrijfskos ten en belastingen ad 1.063.380, een dota tie aan de pensioenenfondsen ad 350.000 resteert een winstsaldo van 815.606 (681.427). Voorgesteld wordt een dividend uit te keren van 10 pet (v.j. 9). De ontvangsten in 1955 hebben een be vredigend verloop gehad maar de uitga ven zijn in verhouding belangrijk geste gen. De charterafdeling heeft haar be staansrecht bewezen en heeft zeer bevre digende resultaten afgeworpen. In het afgelopen jaar zijn vier nieuwe schepen ingezet op de H.W.A.L. welke thans over een vloot beschikt van tien moderne schepen. Hiermee is het enige jaren gele den nieuwbouwprogramma uitgevoerd. Hét vervoer van de uitgaande en inko mende lijnen heeft zich op hetzelfde ni veau bewogen als in 1954. De resultaten hebben ln de tweede helft van 1955 een lichte verbetering ondergaan na de ver hoging van de vrachttarieven. De totale reserve diverse belangen be draagt nu 3.250.000. Zij oiedt, aldus het jaarverslag, een meer dan voldoende com pensatie voor de verschuiving van de be lastingdruk naar volgende jaren, welke het gevolg is van de in het verleden en ook in het afgelopen jaar toegepaste ver vroegde fiskale afschrijvingen. De motor schepen paraisseren nu op de balans voor 19.875.000 (10.663.300). (Van onze correspondent) Enkele kwajongens hebben in een on bewaakt ogenblik 't nachthok van de apen in het Burgers Dierenpark geopend, ten gevolge waarvan verschillende van deze dieren de vrijheid hebben gekozen. Toen dit werd ontdekt, konden vijf apen worden opgevangen, maar er zitten nog verschil lende dieren in en buiten het park. De po litie is in de zaak gemengd en deze heeft reeds twee knapen aangehouden, die de bet zijn aan deze kwajongensstreek. De jacht op de nog in vrijheid levende apen duurt voort. Gisteravond is het 5-jarig zoontje van de fam. M. te Ellewoutsdijk in de haven aldaar te water geraakt en verdronken. Omstreeks zes uur miste men de jongen. Men ging op onderzoek uit ena an de rand van de haven vond men de step van het knaapje. Onmiddellijk ging men dreg gen en na een poosje gelukte het, het vent je op het droge te krijgen; pogingen om de levensgeesten op te wekken, waren vruchtsloos.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 9