Van Passie en Pasen KWAM» Als weitje, koetje, slootje in zicht komen Geen andere plaats LIJDEN EN OPSTANDING Regering wil bevoegdheid om afbetaling te remmen de Ook in Rotterdam draait roulette niet ongestraft Indische Nederlanders komen thuis" (slot) Toneelgroep „Studio" blijft bestaan „Hoe Iaat was het?" Zweedse premier in Moskou Verplichte storting bij aankoop; voorgeschreven termijnen Speelzuchtige Hagenaars voor de rechter Het proces- Jungsclilaeger Rumoer rond Adenauer's vakantie oord zegt prof. Bronner Veel moedermelk vooi andere kinderen Van dag iot dag wordt de onveranderlijk zuivere kwaliteit van HUNTER King Size streng bewaakt. Iedere dag opnieuw stijgt daarom het millioenen- aantal critische rokers, dat de voorkeur blijft geven aan: VRIJDAG 30 MAART 1956 PAGINA 3 Boeiende klokkenexpositie in Amsterdam Van gerepatrieerden wordt allereerst aanpassen en aanpakken gevraagd „Middelburg, is dat geen uithoek Eén Katholieke Kerk GEMENGDE ZANGKOREN IN PAROCHIEKERK Alleen onder ons Bemiddeling van V.S. onverstandig zijn' Geen grote winsten Lot van Hildebrand-monument wordt op 4 april beslist 20 SfUKS 85 CENT (De Koning der lange sigaretten DE KERNPARADOX van het Chris tendom treedt wel het duidelijkst aan het licht op Goede-vrijdag. Het grootste heilsfeit, dat de Christenheid te vieren heeft, vertoont naar de liturgischs vorm geen enkele uitbundigheid in zijn herdenking. Op deze dag herdenken wij in diepe eerbied en soberheid het lijden des Heren en het is misschien een uit vloeisel van een laat-middeleeuws piëtis me, dat de Kerk het accent heeft gelegd op de rouw rond Zijn sterven in plaats van op de vreugde rond onze verlossing. Het is alsof Christus' macht tot opstan ding, waarin die der gehele mensheid be sloten ligt, op de achtergrond treedt in het uur, waarin Zijn menselijkheid in het Lijden het duidelijkst expressie vindt. „Mijn God, mijn God,' waarom hebt Gij mij verlaten", is de diepste uitdrukking van menselijke eenzaamheid, waarin het verbonden zijn van de God-mens met Zijn hemels bestaan volkomen verloren lijkt aan het menselijk leed. Fijner besnaarden treft de verlaten heid intenser en de volmenselijke Godheid kende dan ook geen gren zen aan de te doorstane ellende. Het valt dus niet te verwonderen, dat uit de boe zem van het Christelijk besef in de loop der eeuwen het diepe respect voor de lijdende eenzaamheid des Heren gedolven is naar het religieuze voorplan. AAR TEGELIJKERTIJD is de God menselijke verlatenheid van de Meester onze vreugde. In het uur van Zijn lijden wordt de mensheid ver lost van Adam's zonde en worden de poorten des Hemels geopend. Er is dus reden tot blijdschap over de zekerheid dat de gevallen menselijke natuur her steld werd door het offer van Hem, Die aan deze val geen deel had of kon heb ben. Maar juist op dit punt toont zich het duidelijkst de diepe zin van het Christe lijk denken. Ieder vreugdebetoon op Goede-vrijdag zou afbreuk doen aan de herdenking van het lijden, dat voor een heropstanding van de mens een nood zakelijke voorwaarde vormt. Slechts in het leed, in het afstand doen van wat ons bindt aan het tijdelijke, ligt de triomf die, zij het in zwakke vorm, aan de Paas- overwinning van de Verlosser herinnert. Br zijn populair-wetenschappelijke zin nen, die naar deze kern-wijsheid verwij zen: „Men moet durven sterven om te leven" ol „Volwassenheid veronderstelt da capaciteit om te kiezen" zijn formules, die in het technische vlak een oude wijs heid weerspiegelen waarvoor de lijdende Christus model heeft gestaan. Alle wijs heid op dit, vooral psychologische, ter rein, laat zich terugbrengen tot de wijs heid' van de Christus, die in Zijn offer bereidheid geen grenzen kende. EN ER IS GEEN REDEN te veronder stellen, dat Christus, die slechts één druppel van Zijn Goddelijk bloed behoeifde te vergieten om de verlossing der mensheid te bereiken, met Zijn voor beeld iets anders bedoelde dan een „unconditional surrender", een onvoor waardelijke overgave aan de liefde, aan de onthechting van wat de mens aan het bestaan van alledag bindt. De psychologie laat on® trouwens geen ruimte tot een andere interpretatie: Slechts wie durft te sterven, heeft het leven en slechts wie voortdurend durft te steTven, heeft uit zicht op een eeuwig leven; dn Hem, die van Zichzelf getuigen kon, dat Hij de weg is, de Waarheid en het Leven. De Meester gaf het voorbeeld, wij heb ben te volgen, ook al is onze lichamelijke dood in Zijn handen. Slechts in onthech ting ligt onze kracht, en in overgave onze triomf op de gevaren, die het leven van na meer en meer bedreigen. De Verlosser met ons. In het Provinciaal Museum te Den Bosch is een tentoonstelling ingericht van oude kunstwerken die betrekking hebben op de Pas sie en het Paasgebeuren. Er zijn in de bisschoppelijke verzamelin gen van religieuze kunst te Utrecht veel belangrijke stukken, vooral houtsculpturen, aanwezig en reeds meer dan eens heeft men de hier geëxposeerde werken op een of andere Passie-tentoonstel ling ontmoet. Het heeft dan ook weinig zin nogmaals in te gaan op de onmiskenbare artistieke kwa liteiten van de houten beelden groepen uit Noord-Nederland of Duitsland, van de prachtige Not tingham-reliefs in albast of van de soms in volkse eenvoud ge schilderde Passietaferelen. Voor de Bosschenaren is een bezoek aan de tentoonstelling een in deze dagen zeer passende gang. Hier is het artistieke dienstbaar gemaakt aan het religieuze gevoe len van de Passietijd. Men kan deze expositie evenzeer als een schone meditatie dan als een kunstzinnige manifestatie be schouwen en juist in deze combi natie van artistieke schoonheid en vrome intentie gaat er iets herle ven van het levensgevoel waaruit de hier getoonde kunstwerken zijn voortgekomen. De tentoonstelling werd in de gemoderniseerde ruimten van het Provinciaal museum modern inge richt met veel ruimte, veel licht en zonder storende achtergronden. Dat de keuze en de inrichting in handen waren van de Koninklijke School voor Kunst en Kunstnij verheid, betekent opnieuw een compliment voor deze Bossche Academie in opbloei, die onder nieuwe leiding haar groeiende be tekenis in het Brabantse culturele leven is aan het bewijzen. De toneelgroep Studio, twee jaar gele den te Amsterdam opgericht, zal ook het komend seizoen blijven bestaan en nog worden uitgebreid. Er bestaat echter nog een mogelijkheid, dat Studio wordt opge nomen in de Stichting Nederlands toneel gezelschap i.o. Studio heeft hiervoor ech ter als voorwaarde gesteld, dat dit slechts zal kunnen geschieden met behoud van naam, karakter en werkwijze van Studio. Een beslissing over deze voorwaarden is echter nog niet bekend. Van de zijde van het Ned. Toneelge zelschap i.o., dat zich met de toneelsprei ding zou gaan bezighouden was aan Stu dio om medewerking verzocht. Namens de algemene leiding van Studio, heeft de heer Han Surink meegedeeld, dat onge acht de genoemde nog niet bekende be slissing Studio door zal gaan. Dit seizoen zijn al meer dan 100 voorstellingen gege ven over het gehele land voor kunstkrin gen. vakbondsorganisaties, personeelsver enigingen e.d., uitvoeringen op de kleine re podia. Er staan nog 60 opvoeringen op het programma. Van de zijde van het stichtingsbestuur van Studio werd hier aan nog toegevoegd, dat het bestuur nog zoveel perspectief ziet in de groep, dat men het verantwoord acht ook een derde seizoen alleen in te gaan. De financiering zal waarschijnlijk door het bedrijfsleven geschieden. Het lopende seizoen, waarin geen rijkssubsidie is verleend, heeft men tot nu toe zonder verlies kunnen werken. Wel wordt de salariëring der spelers te laag geacht. (Van onze Amsterdamse redactie) In het museum Willet-Holthuysen aan de Keizersgracht in Amsterdam is een expo sitie ingericht van klokken, onder de titel „Hoe laat was het?''. Het is de eerste documentaire ten toonstelling over de geschiedenis van het Nederlandse uurwerk van de 16e tot en met de 19e eeuw en toont duidelijk aan welke meesters de vaderlandse klokken makers gedurende die eeuwen geweest zijn. Hun faam verspreidde zich over de gehele wereld. De expositie laat een schat van kostelijke uurwerken zien, alsmede een verzameling „juwelen van horloges", die uniek genoemd mag worden. Mr. H. J Rienink directeur-generaal van het minis- terie van O. K. en W. heeft gistermiddag de expositie die tot 7 mei zal duren ge opend. Wij komen er nader op terug. (Advertentie) De Zweedse eerste minister, Tage Erlandcr, is gisteren in Moskou aange komen voor een bezoek van veertien da gen. Boelganin cn Molotof waren ter begroe ting op het vliegveld aanwezig. Erlander is o.m vergezeld van zijn minister van binnenlandse zaken en zes journalisten. Men zal ook een bezoek aan Tiflis bren gen. waar kort geleden is gedemonstreerd tegen de kritiek op Stalin. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp tijdelijke regeling betreffende af betalingsovereenkomsten ingediend. Nu de verkoop op afbetaling hier te lande na de tweede wereldoorlog zulk een snelle ontwikkeling te zien heeft ge geven en deze verkoop meer dan voor heen een rol zal gaan spelen bij de ont wikkeling van het conjunctuurverloop, is de regering van mening dat zij over be voegdheden moet beschikken tot het tref fen van beperkende maatregelen op dit gebied, aldus de memorie van toelichting. Bij de thans in Nederland geldende wettelijke regeling van het afbetalings wezen is een beperking van het afbeta lingsvolume in het geheel niet mogelijk. Weliswaar ligt het in het voornemen bij de algehele herziening van de wet op het afbetalingsbedrijf eveneens maatregelen voor te stellen, teneinde ingrijpen op conjuncturele gronden mogelijk te ma ken, dooh met ae totstandkoming hier van zal, naar het zich laat aanzien, nog enige tijd gemoeid zijn. Het spoedeisende karakter van deze kwestie noodzaakt derhalve tot een tijdelijke regeling, zoals in het nu ingediende wetsontwerp ver vat, waarbij aan de minister van Econo mische Zaken terzake bepaalde bevoegd heden worden verleend. Deze 'bevoegdheden houden in, dat de minister van Economische Zaken, indien dit naar zijn oordeel ter beper king van de bestedingen wenselijk is, in overeenstemming met de minister van Financiën voor door hem aan te wijzen goederen, die op afbetaling worden verkocht voorschriften kan geven met betrekking tot de kassastorting (de zgu. eerste betaling)d-w.z. het deel van de WERTtfVH" G0EP'" WAT LEVtf" mm T (Van een bijzondere medewerker) De dag vóór de aankomst van de ,Johan van Oldenbarneveldt" in Amster dam begon de spanning onder de repatrianten voelbaar en tastbaar te wor den. Het was kennelijk voor allen een emotie van de eerste orde. Het beloofde land kwam in zicht. Hoe zou het zijn? Wat zou het brengen? Op dat moment is aan boord een laatste bijeenkomst gehouden, waarin alle voorlichting, in dividueel en groepsgewijze gegeven, haar climax vond. De mensen dronken het in. Hun werd gezegd, dat het even nodig is, dat de gerepatriëerden de juiste houding weten te vinden in het nieuwe land als dat de Europese Nederlanders beseffen hoe ze tegenover de gerepatriëerden moeten staan. Het laatste was echter aan boord niet aan de orde. Voor hen was het van belang, dat zij wisten wat van hen zou worden gevraagd. Zoals een Limburger aan boord kans zag je in een eerste gesprek te laten weten, dat hij Limburger is, zo moeten de Indische Nederlanders ook nimmer verloochenen, dat ze Indische Nederlan ders zijn. Er is geen plaats voor schaamte en minderwaardigheidsgevoel. Men is alleen maar anders. Niet minder of meer. Men hoeft het eigene, dat waarde vol is niet op te geven, maar wel moet men zich aanpassen, aanpassen ter- wille van zich zelf, aan voeding en kleding, welke op het klimaat zijn afge stemd. Aan gedragingen die in Nederland vaak anders zijn omdat historie, culturele achtergronden en klimaat anders zijn. Omdat men zo kort mogelijk gerepatriëerde moet zijn; men zo snel mogelijk moet weten, te horen tot dat kleine volk, dat in zoveel dingen groot weet te zijn. voor allen het eigen volkslied is, voor Europese en Indische Nederlanders: Mijn schildt ende betrouwen sijt Gij o God mijn Heer! Op U so wil ik bouwer), verlaet mij nimmermeer, Dat ik toch vroom magh blijven, Uw Dienaar 't allenstond, De tyrannie verdrijven, die mij mijn hert doorwondt. Er is verteld hoe aankomst en opvang ongeveer zouden verlopen. Dat zoveel mogelijk ieder in de juist voor hem of haar meest geschikte omgeving in Neder land zou worden gebracht. Maar dat dit niet altijd mogelijk is. Er werd gepraat over moeilijkheden waar Nederland mee kampt; niet het minst op huisvestingsge- bied. Er werd hun verzekerd, dat ze welkom zouden zijn; dat niemand in de kou zou blijven staan of honger zou lijden, maar dat toch mislukking zou vol gen als men zelf niet positief zou mee werken Doorzettingsvermogen zou nood zakelijk zijn. Er werd voor gewaar schuwd, dat men voor de opleiding van de kinderen :iiet te hoog moet willen grijpen. Een kind moet de opleiding krij gen, die voor het kind geschikt is. De werkers zouden in vele gevallen bereid moeten zijn een of meer sporten van de maatschappelijke ladder af te dalen. Velen zouden een achter-staan in tempo vooral in het begin goed moeten maken door een voorbeeldige ijver en toewijding. Men sou niet neer moeten zien op handenarbeid welke in het vroegere Nederlands-Indië aan de Indonesiërs werd overgelaten. De hulsvrouwen zouden het zonder bedien den moeten doen. Ze zouden vooral ge bruik moeten maken van de kansen om te leren hoe men een Nederlands huis bewoont, de was behandelt, baby's en kleuters verzorgt; vooral ook hoe men van een bepaald inkomen kan rond komen. Het was machtig en ontroerend toen de bijeenkomst geëindigd werd met dat prachtige couplftt van ons volkslied, dat „Ruik je de vis?* Kapitein Zeylemaker maakte zijn laat ste reis op de „Johan van Oldenbarne veldt". Hij had 15.000 repatrianten naar het vaderland gebracht. De dank van al len werd geuit in het bijeenbrengen van een bedrag, waarvoor een afscheids cadeau aan de kapitein moest worden aangeboden. Een groot bedrag kwam bij een. Het was het penningske van de we duwe. Een gerepatrieerde gaf zijn laatste 35 cent onder excuses, dat hij niet meer had. Het laatste biertje werd hiervoor graag geofferd. In die geest handelden velen. Na een onrustige nacht waarin vrijwel niemand sliep, kwam lang voor het och tendgloren IJmuiden in zicht. Vrijwel een ieder kwam huiverend van de ochtendkou aan dek. De salons waren omgetoverd in een soort kantoren, waar de diverse in stanties, als maatschappelijk werk, garan- tiewetcommissic, douane hun werk zou den doen tussen IJmuiden en Amster dam. Men stootte elkaar aan. Ruik je de vis' Zie je dat kantoor van Bruynzeel? Even later zag men, wat een Indische Neder landse deed opmerken: „Nou zien we het echt: weitje, koetje, slootje!" Intussen begonnen de ambtenaren hun werk. Men kreeg zijn kaart, waarop ver meld stond in welke plaats en in welk pension men werd opgevangen. Veel blijde gezichten; ook teleurgestelden, die gauw een vertrouwde opzochten, b.v. de maatschappelijke werkster en vroegen; waar ligt dat? Hoe is 't daar? Middelburg is dat geen uithoek? Appelscha, nooit van gehoord. Ik had Den Haag gevraagd, want daar zitten zoveel van onze Indische mensen en nu ga ik naar Brabant. De' ambtenaar aan boord had over veel ge zinnen en personen, die bijzondere zorg behoefden, per post of telegrafisch ge adviseerd over de plaats en wijze van onderbrenging. Dit gebeurde vaak op ad vies van de maatschappelijk werkster, die op haar beurt wanneer hier reden voor was, overleg had gepleegd met de gees telijke verzorger of dokter. Aan deze adviezen hield men zich! Men zal misschien denken, dat dit nogal van zelf spreekt, maar dan onderschat men Je vele moeilijkheden, die overwonnen moe ten worden, om die adviezen te verwe zenlijken. De onderbrenging was met zorg voor bereid. Maar natuurlijk kon niet iedereen krijgen wat hij graag wilde. Een oude In dischman, getrouwd, westers georiënteerd, gewerkt in im. en export, had Amster»! dam gevraagd. Daar had hij vrienden enj ook wel wat relaties. Hij wilde nog zo graag aan de slag komen. Hij kreeg Mid-« delburg. Met tranen in de ogen zei hij; I ik zal proberen te geloven, dat het zol goed is. Ik zal alles proberen. Maar als I het niet lukt, is er dan nog een kans op i overplaatsing later? Een ander voorbeeld: een Limburger, jaren in veembedrijf gewerkt. Een flinka man met een goed gezin. Het westen had hij aangevraagd vanwege zijn ervaring in het veembedrijf, maar hij ging naar Lim burg. Reactie: laat ik er ook eens een maal in het leven nadeel van hebben, dat ik Limburger ben. We zullen het als ccn vakantie in eigen vertrouwde omgeving beschouwen. Maar daarna zal ik toch proberen ergens te komen waar mijn ar- j beidskansen be,er liggen. Tot s'ot is het goed nog iets te zeggen over de geestelijke, godsdienstige inste'- ling van onze gerepatrieerden. Zij zijn 1 vroom. Zij zijn kinderlijk gelovig. Hun j geloof is weinig omlijnd. Tussen rooms- katholiek en protestants geloof voelt men veelal niet zo het verschil als in Neder- land. Het is toch dezelfde Almachtige God, Schepper van hemel en aarde, in wie men gelooft. En we hebben toch dezelfde Onze Lieve Heer!" Er zit iets ontroerends moois in; er zit ook een gevaarlijke kant aan. Pater Wijnen is niet alleen de zielzor ger der katholieke gerepatriëerden aan boord geweest. Hij heeft hun ook voor lichting gegeven over de Katholieke Kerk in Nederland. Hij heeft zijn mensen ge zegd, dat zij eigenlijk boften, dat ze de ene Katholieke Kerk met aan het hoofd de ene H. Vader ook in Nederland aan troffen. Toch zijn er verschillen, die ener zijds verklaarbaar zijn uit het feit, dat de Kérk in Indonesië nog jong is, te ver gelijken met een kind, terwijl de Kerk in Nederland volwassen is. Anderzijds heb ben verschil in historie en culturele ach tergronden geleid tot verschillen in be leving en praktische gebruiken, welke dikwijls aangepast zijn aan de omstandig heden in een bepaald land. Laten w(j Nederlandse Katholieken in kerk, school en verenigingsleven toch be reid zijn de gerepatriëerden tegemoet te treden met de ware naastenliefde, die verschillen onbelangrijk maakt en die mede mogelijk maakt, dat zij hun weg in hun oude, doch ook nieuwe vaderland vinden. koopsom en de grootte van het bedrag, alsmede het aantal termijnen, waarin de koopsom moet rijn voldaan. In de parochie Siebengewald heeft men, in overeenstemming met de jongste, dooi de H. Vader terzake geopende mogelijk heden, een gemengd kerkkoor geformeerd dat voor het eerst op Pasen in de kerk zal zingen. Uitgevoerd wordt door 20 dames en 25 heren de vierstemmige Missa Maris Stella van Griebacher. Ook in de parochie Bergen (L.) is een gemengd kerkkoor in oprichting- „Het komt de laatste tijd nog al eens voor, dat Hagenaars naar plaatsen in Rot terdam komen, waar de roulette draait. De controle in Den haag is nogal fel en men meent, dat dit in Rotterdam niet zo zou zijn", Dit zei gisteren de officier van justitie Mr, B. van der Meulen, in zijn requisitoir tegen twee Hagenaars en twee Rotterdammers, die gelegenheid zouden hebben gegeven tot het spelen van rou lette in een pand aan de Karei Doorman straat. De grote roulette, die gisteren op een andere groene tafel dan gebruikelijk is, prijkte, bleek het eigendom te zijn van de 50-jarige koopman C.C. uit Den Haag. Met de 65-jarige meubelhandelaar P. uit Den Haag, kwam hij enige keren per week naar Rotterdam, waar de 46-jarige incasseerder F. W. zijn huis voor hen openstelde om er het ding te laten draaien. De 45-jarige kleermaker L. R. uit Rotterdam fungeerde daarbij als croupier. Hij verdiende gemiddeld 20 per week. De verdachten hadden met elkaar een „potje" waaruit zij dit betaalden. Verder droegen zij daaruit bij aan de huur, licht en verwarmingskosten van W en er wer den versingen uit gefinancierd. Maar al les alleen onder vrienden, voerde het vier tal aan. Mensen, die zij niet kenden moch ten niet mee komen spelen, zeiden ze. De Indonesische procureur-generaal, Soeprapto, heeft tegenover de pers ver klaard, dat het onverstandig en een on beraden stap van de Verenigde Staten zou zijn, indien zij ouden bemiddelen in het proces-Jungschlager. Hij zeide, dat In donesië als soevereine staat verantwoor delijkheid voor het proces draagt. Soeprapto gaf deze commentaar in ver band met berichten uit Washington, dat de Verenigde Staten niet van plan zijn pogingen tot bemiddeling te doen voor dat de rechter het vonnis zal hebben uit gesproken. W. was de enige, die nog niet eerder voor een dergelijk feit is veroordeeld. „Grote winsten zijn hier niet gemaakt", stelde de officier vast. DeZe mensen spe len voor hun plezier, „ze kunnen het niet laten". Het verweer, dat er alleen maar kennissen kwamen achtte de officier niet juist, maar ook niet ter zake dienend. De eisen waren tegen C. en S. twee maanden gevangenisstraf tegen R. 500 boete of 125 dagen hechtenis en twee maanden voorwaardelijk met drie jaar proeftijd, en tegen W 400,boete of 100 dagen hech tenis. De verdediger mr. P. van 't Hoff-Stolk noemde zijn clienten aan dit spel ver knochte mensen, die alleen maar „entre- nous" spelen. Hij vroeg voor W vrijspraak en voor de anderen een lichtere straf. Uit spraak over veertien dagen. Bondskanselier Adenauer, die zijn va kantie in Zwitserland doorbrengt heeft zondag de villa in Porza, waar hij ver bleef, verlaten en zijn intrek genomen in een hotel. Volgens de „Tages-Anzeiger" in Zürich ls als officiële reden voor deze verhuizing opgegeven, dat de verwarmings-installatie van de villa niet goed werkte. Het blad merkte echter op, dat er ook een andere reden mogelijk is, en doelt hierbij op het feit, dat diverse bladen hun verwon dering hebben geuit over Adenauers keu ze van woonoord. Het Duitse tijdschrift „Der Spigel" had er namelijk de aan dacht op gevestigd, dat de villa het eigen dom is van Rezzonico, de leider van de Zwitserse fascisten. „Der Spigel" beweert, dat deze villa voor de Zwitserse fascisten zo ongeveer dezelfde betekenis heeft als de „bierkel der van München" destijds voor de Duit se nationaal-socialisten. Rezzonico, die zich uit de politiek heeft teruggetrokken heeft eens in een boek verklaard, dat 'n deze villa op 21 novem ber 1933 de eerste fascistische bijeenkomst plaats vond. Hij voegde hier aan toe, dat deze datum „in de harten der fascisten gegrift zal blijven". Ik sprak over: „IVat staat ons in Nëdëftarid te „In 1947 was het Hildebrand-Monumen „bouwrijp"; in mei 1948 werden de beelri den voor het eerst tentoongesteld i,f de Eerezaal van het Stedelijk Museui te Amsterdam en ontving ik een bepaal enthousiaste uitnodiging van de burge' meester van Haarlem de Stichting van he Monument te bespreken", schrijft or 1 prof. Bronner naar aanleiding van de pu'j blikaties over de beslissing van de Haai lemse Raad inzake de plaatsing van he Hildebrand-Monument. „Sedert zijn deze besprekingen gaande gebleven", zo gae prof. Bronner verder „in hoofdzaak ove de intussen sterk gesfegen kosten voc het tot stand komen der andere delen va het Monument dan de beelden. Voor d plaats van het Monument was de „dooi j kijk" in de Kleine Hout per raadsbeslu: i van 1933 vastgesteld en door de toenmj lige Schoonheids-Commissie aanvaard. Op een verzoek namens het gemeente bestuur van Haarlem te trachten de kor, i ten voor het plaatsen van het MontimeiJ naar beneden te krijgen, maakte ik ee-J nieuwe gewijzigde begroting na ee. nieuwe maquette van het geheel vervaa1 digd te hebben en kon de oorspronki lijke begroting 20.000 lager stellen. 1 mei 1954 liet ik deze nieuwe begrotir J aan het gemeentebestuur overhandige: plus twee situatietekeningen voor c plaats van het Monument in de doorkijk met de mededeling dat Haarlem de voo: keur voor dit Monument zou houden t. 1 januari 1955. Mocht onverhoopt op die'1 datum geen beslissing genomen zij I dan moest ik aannemen, dat het Moni'J ment niet te Haarlem verrijzen zou. Eind 1954 deelde de Burgemeesbl mede, dat het benodigde bedrag voor ui?l voering van het Monument gevoteerd zqi kunnen worden. Het einde leek In h:| zicht. Echter, in 1955 verklaarde c Schoonheids-Commissie in andere s menstelling dan de vorige ofschc van mening dat mijn werk de begro I kosten van uitvoering ten volle waai was, zich tegen de bestemde plaats. Tenslotte brachten dezer dagen Burgjl meester en Wethouders van Haarlem 3 deze hun ook in de pers gepublicee: 1 preadvies uit. Hierop kan ik volsta. I met dit commentaar: Het heeft geen z nog eens te gaan praten. Er is geen a-T dere plaats in Haarlem geschikt voor c l Monument zoals het ontstaan en gegroeL is, bovendien kan niemand van mij vel langen het risico te lopen nog eens tita jaar te bespreken en te stranden op we|| een andere Senoonheids-Commissie. Hf alternatief is inderdaad. Met de plaaf van de „doorkijk" staat of valt voor Haaf] lem dit Monument". De moedermelkcentrale van het Nes Rode Kruis heeft in het jaar 1955 in tl taal 4823,30 kg moedermelk ontvangel Hiervan was 3265,94 kg goed, maar 1557,j of 23,5 was zuur. Dit percentage wor veel te hoog geacht en daarom zijn maatregelen genomen dit te vermindere] Wanneer het percentage zure melk nil hoger ligt dan 20 wordt de inzamelir] goed genoemd. Toch is deze zure me' niet verloren, daar zij nog heel goe'1 bruikbaar is voor een experimenteel oil derzoek betreffende de fractionering vt| het eiwit in de melk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 3