Van Passie en Pasen
KWAM»
Als weitje, koetje, slootje in zicht komen
Geen andere plaats
LIJDEN EN
OPSTANDING
Regering wil bevoegdheid om
afbetaling te remmen
de
Ook in Rotterdam draait
roulette niet ongestraft
Indische Nederlanders komen thuis" (slot)
Toneelgroep „Studio"
blijft bestaan
„Hoe Iaat was het?"
Zweedse premier
in Moskou
Verplichte storting bij aankoop;
voorgeschreven termijnen
Speelzuchtige Hagenaars voor de rechter
Het proces-
Jungsclilaeger
Rumoer rond
Adenauer's vakantie
oord
zegt prof. Bronner
Veel moedermelk vooi
andere kinderen
Van dag iot dag
wordt de onveranderlijk
zuivere kwaliteit
van HUNTER King Size
streng bewaakt.
Iedere dag opnieuw stijgt
daarom het millioenen-
aantal critische rokers,
dat de voorkeur blijft
geven aan:
VRIJDAG 30 MAART 1956
PAGINA 3
Boeiende klokkenexpositie in
Amsterdam
Van gerepatrieerden wordt allereerst aanpassen en aanpakken gevraagd
„Middelburg, is dat geen
uithoek
Eén Katholieke Kerk
GEMENGDE ZANGKOREN
IN PAROCHIEKERK
Alleen onder ons
Bemiddeling van V.S.
onverstandig zijn'
Geen grote winsten
Lot van Hildebrand-monument
wordt op 4 april beslist
20 SfUKS 85 CENT
(De Koning der lange sigaretten
DE KERNPARADOX van het Chris
tendom treedt wel het duidelijkst
aan het licht op Goede-vrijdag. Het
grootste heilsfeit, dat de Christenheid te
vieren heeft, vertoont naar de liturgischs
vorm geen enkele uitbundigheid in zijn
herdenking. Op deze dag herdenken wij
in diepe eerbied en soberheid het lijden
des Heren en het is misschien een uit
vloeisel van een laat-middeleeuws piëtis
me, dat de Kerk het accent heeft gelegd
op de rouw rond Zijn sterven in plaats
van op de vreugde rond onze verlossing.
Het is alsof Christus' macht tot opstan
ding, waarin die der gehele mensheid be
sloten ligt, op de achtergrond treedt in
het uur, waarin Zijn menselijkheid in het
Lijden het duidelijkst expressie vindt.
„Mijn God, mijn God,' waarom hebt Gij
mij verlaten", is de diepste uitdrukking
van menselijke eenzaamheid, waarin het
verbonden zijn van de God-mens met
Zijn hemels bestaan volkomen verloren
lijkt aan het menselijk leed.
Fijner besnaarden treft de verlaten
heid intenser en de volmenselijke
Godheid kende dan ook geen gren
zen aan de te doorstane ellende. Het valt
dus niet te verwonderen, dat uit de boe
zem van het Christelijk besef in de loop
der eeuwen het diepe respect voor de
lijdende eenzaamheid des Heren gedolven
is naar het religieuze voorplan.
AAR TEGELIJKERTIJD is de God
menselijke verlatenheid van de
Meester onze vreugde. In het uur
van Zijn lijden wordt de mensheid ver
lost van Adam's zonde en worden de
poorten des Hemels geopend. Er is dus
reden tot blijdschap over de zekerheid
dat de gevallen menselijke natuur her
steld werd door het offer van Hem, Die
aan deze val geen deel had of kon heb
ben.
Maar juist op dit punt toont zich het
duidelijkst de diepe zin van het Christe
lijk denken. Ieder vreugdebetoon op
Goede-vrijdag zou afbreuk doen aan de
herdenking van het lijden, dat voor een
heropstanding van de mens een nood
zakelijke voorwaarde vormt. Slechts in
het leed, in het afstand doen van wat ons
bindt aan het tijdelijke, ligt de triomf die,
zij het in zwakke vorm, aan de Paas-
overwinning van de Verlosser herinnert.
Br zijn populair-wetenschappelijke zin
nen, die naar deze kern-wijsheid verwij
zen: „Men moet durven sterven om te
leven" ol „Volwassenheid veronderstelt
da capaciteit om te kiezen" zijn formules,
die in het technische vlak een oude wijs
heid weerspiegelen waarvoor de lijdende
Christus model heeft gestaan. Alle wijs
heid op dit, vooral psychologische, ter
rein, laat zich terugbrengen tot de wijs
heid' van de Christus, die in Zijn offer
bereidheid geen grenzen kende.
EN ER IS GEEN REDEN te veronder
stellen, dat Christus, die slechts één
druppel van Zijn Goddelijk bloed
behoeifde te vergieten om de verlossing
der mensheid te bereiken, met Zijn voor
beeld iets anders bedoelde dan een
„unconditional surrender", een onvoor
waardelijke overgave aan de liefde, aan
de onthechting van wat de mens aan het
bestaan van alledag bindt. De psychologie
laat on® trouwens geen ruimte tot een
andere interpretatie: Slechts wie durft te
sterven, heeft het leven en slechts wie
voortdurend durft te steTven, heeft uit
zicht op een eeuwig leven; dn Hem, die
van Zichzelf getuigen kon, dat Hij de
weg is, de Waarheid en het Leven.
De Meester gaf het voorbeeld, wij heb
ben te volgen, ook al is onze lichamelijke
dood in Zijn handen. Slechts in onthech
ting ligt onze kracht, en in overgave onze
triomf op de gevaren, die het leven van
na meer en meer bedreigen. De Verlosser
met ons.
In het Provinciaal Museum te
Den Bosch is een tentoonstelling
ingericht van oude kunstwerken
die betrekking hebben op de Pas
sie en het Paasgebeuren. Er zijn
in de bisschoppelijke verzamelin
gen van religieuze kunst te
Utrecht veel belangrijke stukken,
vooral houtsculpturen, aanwezig
en reeds meer dan eens heeft men
de hier geëxposeerde werken op
een of andere Passie-tentoonstel
ling ontmoet. Het heeft dan ook
weinig zin nogmaals in te gaan op
de onmiskenbare artistieke kwa
liteiten van de houten beelden
groepen uit Noord-Nederland of
Duitsland, van de prachtige Not
tingham-reliefs in albast of van
de soms in volkse eenvoud ge
schilderde Passietaferelen.
Voor de Bosschenaren is een
bezoek aan de tentoonstelling een
in deze dagen zeer passende gang.
Hier is het artistieke dienstbaar
gemaakt aan het religieuze gevoe
len van de Passietijd. Men kan
deze expositie evenzeer als een
schone meditatie dan als een
kunstzinnige manifestatie be
schouwen en juist in deze combi
natie van artistieke schoonheid en
vrome intentie gaat er iets herle
ven van het levensgevoel waaruit
de hier getoonde kunstwerken zijn
voortgekomen.
De tentoonstelling werd in de
gemoderniseerde ruimten van het
Provinciaal museum modern inge
richt met veel ruimte, veel licht
en zonder storende achtergronden.
Dat de keuze en de inrichting in
handen waren van de Koninklijke
School voor Kunst en Kunstnij
verheid, betekent opnieuw een
compliment voor deze Bossche
Academie in opbloei, die onder
nieuwe leiding haar groeiende be
tekenis in het Brabantse culturele
leven is aan het bewijzen.
De toneelgroep Studio, twee jaar gele
den te Amsterdam opgericht, zal ook het
komend seizoen blijven bestaan en nog
worden uitgebreid. Er bestaat echter nog
een mogelijkheid, dat Studio wordt opge
nomen in de Stichting Nederlands toneel
gezelschap i.o. Studio heeft hiervoor ech
ter als voorwaarde gesteld, dat dit slechts
zal kunnen geschieden met behoud van
naam, karakter en werkwijze van Studio.
Een beslissing over deze voorwaarden is
echter nog niet bekend.
Van de zijde van het Ned. Toneelge
zelschap i.o., dat zich met de toneelsprei
ding zou gaan bezighouden was aan Stu
dio om medewerking verzocht. Namens
de algemene leiding van Studio, heeft de
heer Han Surink meegedeeld, dat onge
acht de genoemde nog niet bekende be
slissing Studio door zal gaan. Dit seizoen
zijn al meer dan 100 voorstellingen gege
ven over het gehele land voor kunstkrin
gen. vakbondsorganisaties, personeelsver
enigingen e.d., uitvoeringen op de kleine
re podia. Er staan nog 60 opvoeringen op
het programma. Van de zijde van het
stichtingsbestuur van Studio werd hier
aan nog toegevoegd, dat het bestuur nog
zoveel perspectief ziet in de groep, dat
men het verantwoord acht ook een derde
seizoen alleen in te gaan. De financiering
zal waarschijnlijk door het bedrijfsleven
geschieden. Het lopende seizoen, waarin
geen rijkssubsidie is verleend, heeft men
tot nu toe zonder verlies kunnen werken.
Wel wordt de salariëring der spelers te
laag geacht.
(Van onze Amsterdamse redactie)
In het museum Willet-Holthuysen aan de
Keizersgracht in Amsterdam is een expo
sitie ingericht van klokken, onder de titel
„Hoe laat was het?''.
Het is de eerste documentaire ten
toonstelling over de geschiedenis van het
Nederlandse uurwerk van de 16e tot en
met de 19e eeuw en toont duidelijk aan
welke meesters de vaderlandse klokken
makers gedurende die eeuwen geweest
zijn. Hun faam verspreidde zich over de
gehele wereld. De expositie laat een schat
van kostelijke uurwerken zien, alsmede
een verzameling „juwelen van horloges",
die uniek genoemd mag worden. Mr. H. J
Rienink directeur-generaal van het minis-
terie van O. K. en W. heeft gistermiddag
de expositie die tot 7 mei zal duren ge
opend. Wij komen er nader op terug.
(Advertentie)
De Zweedse eerste minister, Tage
Erlandcr, is gisteren in Moskou aange
komen voor een bezoek van veertien da
gen.
Boelganin cn Molotof waren ter begroe
ting op het vliegveld aanwezig. Erlander
is o.m vergezeld van zijn minister van
binnenlandse zaken en zes journalisten.
Men zal ook een bezoek aan Tiflis bren
gen. waar kort geleden is gedemonstreerd
tegen de kritiek op Stalin.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp tijdelijke regeling betreffende af
betalingsovereenkomsten ingediend.
Nu de verkoop op afbetaling hier te
lande na de tweede wereldoorlog zulk
een snelle ontwikkeling te zien heeft ge
geven en deze verkoop meer dan voor
heen een rol zal gaan spelen bij de ont
wikkeling van het conjunctuurverloop, is
de regering van mening dat zij over be
voegdheden moet beschikken tot het tref
fen van beperkende maatregelen op dit
gebied, aldus de memorie van toelichting.
Bij de thans in Nederland geldende
wettelijke regeling van het afbetalings
wezen is een beperking van het afbeta
lingsvolume in het geheel niet mogelijk.
Weliswaar ligt het in het voornemen bij
de algehele herziening van de wet op het
afbetalingsbedrijf eveneens maatregelen
voor te stellen, teneinde ingrijpen op
conjuncturele gronden mogelijk te ma
ken, dooh met ae totstandkoming hier
van zal, naar het zich laat aanzien, nog
enige tijd gemoeid zijn. Het spoedeisende
karakter van deze kwestie noodzaakt
derhalve tot een tijdelijke regeling, zoals
in het nu ingediende wetsontwerp ver
vat, waarbij aan de minister van Econo
mische Zaken terzake bepaalde bevoegd
heden worden verleend.
Deze 'bevoegdheden houden in, dat
de minister van Economische Zaken,
indien dit naar zijn oordeel ter beper
king van de bestedingen wenselijk is, in
overeenstemming met de minister van
Financiën voor door hem aan te wijzen
goederen, die op afbetaling worden
verkocht voorschriften kan geven met
betrekking tot de kassastorting (de zgu.
eerste betaling)d-w.z. het deel van de
WERTtfVH" G0EP'"
WAT LEVtf" mm
T
(Van een bijzondere medewerker)
De dag vóór de aankomst van de ,Johan van Oldenbarneveldt" in Amster
dam begon de spanning onder de repatrianten voelbaar en tastbaar te wor
den. Het was kennelijk voor allen een emotie van de eerste orde. Het beloofde
land kwam in zicht. Hoe zou het zijn? Wat zou het brengen? Op dat moment
is aan boord een laatste bijeenkomst gehouden, waarin alle voorlichting, in
dividueel en groepsgewijze gegeven, haar climax vond.
De mensen dronken het in.
Hun werd gezegd, dat het even nodig is, dat de gerepatriëerden de juiste
houding weten te vinden in het nieuwe land als dat de Europese Nederlanders
beseffen hoe ze tegenover de gerepatriëerden moeten staan. Het laatste was
echter aan boord niet aan de orde. Voor hen was het van belang, dat zij wisten
wat van hen zou worden gevraagd. Zoals een Limburger aan boord kans zag
je in een eerste gesprek te laten weten, dat hij Limburger is, zo moeten de
Indische Nederlanders ook nimmer verloochenen, dat ze Indische Nederlan
ders zijn. Er is geen plaats voor schaamte en minderwaardigheidsgevoel. Men
is alleen maar anders. Niet minder of meer. Men hoeft het eigene, dat waarde
vol is niet op te geven, maar wel moet men zich aanpassen, aanpassen ter-
wille van zich zelf, aan voeding en kleding, welke op het klimaat zijn afge
stemd. Aan gedragingen die in Nederland vaak anders zijn omdat historie,
culturele achtergronden en klimaat anders zijn. Omdat men zo kort mogelijk
gerepatriëerde moet zijn; men zo snel mogelijk moet weten, te horen
tot dat kleine volk, dat in zoveel dingen groot weet te zijn.
voor allen het eigen volkslied is, voor
Europese en Indische Nederlanders:
Mijn schildt ende betrouwen sijt Gij
o God mijn Heer!
Op U so wil ik bouwer), verlaet mij
nimmermeer,
Dat ik toch vroom magh blijven, Uw
Dienaar 't allenstond,
De tyrannie verdrijven, die mij mijn
hert doorwondt.
Er is verteld hoe aankomst en opvang
ongeveer zouden verlopen. Dat zoveel
mogelijk ieder in de juist voor hem of
haar meest geschikte omgeving in Neder
land zou worden gebracht. Maar dat dit
niet altijd mogelijk is. Er werd gepraat
over moeilijkheden waar Nederland mee
kampt; niet het minst op huisvestingsge-
bied. Er werd hun verzekerd, dat ze
welkom zouden zijn; dat niemand in de
kou zou blijven staan of honger zou
lijden, maar dat toch mislukking zou vol
gen als men zelf niet positief zou mee
werken Doorzettingsvermogen zou nood
zakelijk zijn. Er werd voor gewaar
schuwd, dat men voor de opleiding van
de kinderen :iiet te hoog moet willen
grijpen. Een kind moet de opleiding krij
gen, die voor het kind geschikt is.
De werkers zouden in vele gevallen
bereid moeten zijn een of meer sporten
van de maatschappelijke ladder af te
dalen. Velen zouden een achter-staan
in tempo vooral in het begin goed
moeten maken door een voorbeeldige
ijver en toewijding. Men sou niet neer
moeten zien op handenarbeid welke in
het vroegere Nederlands-Indië aan de
Indonesiërs werd overgelaten. De
hulsvrouwen zouden het zonder bedien
den moeten doen. Ze zouden vooral ge
bruik moeten maken van de kansen om
te leren hoe men een Nederlands huis
bewoont, de was behandelt, baby's en
kleuters verzorgt; vooral ook hoe men
van een bepaald inkomen kan rond
komen.
Het was machtig en ontroerend toen de
bijeenkomst geëindigd werd met dat
prachtige couplftt van ons volkslied, dat
„Ruik je de vis?*
Kapitein Zeylemaker maakte zijn laat
ste reis op de „Johan van Oldenbarne
veldt". Hij had 15.000 repatrianten naar
het vaderland gebracht. De dank van al
len werd geuit in het bijeenbrengen van
een bedrag, waarvoor een afscheids
cadeau aan de kapitein moest worden
aangeboden. Een groot bedrag kwam bij
een. Het was het penningske van de we
duwe. Een gerepatrieerde gaf zijn laatste
35 cent onder excuses, dat hij niet meer
had. Het laatste biertje werd hiervoor
graag geofferd. In die geest handelden
velen.
Na een onrustige nacht waarin vrijwel
niemand sliep, kwam lang voor het och
tendgloren IJmuiden in zicht. Vrijwel een
ieder kwam huiverend van de ochtendkou
aan dek. De salons waren omgetoverd in
een soort kantoren, waar de diverse in
stanties, als maatschappelijk werk, garan-
tiewetcommissic, douane hun werk zou
den doen tussen IJmuiden en Amster
dam.
Men stootte elkaar aan. Ruik je de vis'
Zie je dat kantoor van Bruynzeel? Even
later zag men, wat een Indische Neder
landse deed opmerken: „Nou zien we het
echt: weitje, koetje, slootje!"
Intussen begonnen de ambtenaren hun
werk. Men kreeg zijn kaart, waarop ver
meld stond in welke plaats en in welk
pension men werd opgevangen. Veel
blijde gezichten; ook teleurgestelden, die
gauw een vertrouwde opzochten, b.v. de
maatschappelijke werkster en vroegen;
waar ligt dat? Hoe is 't daar? Middelburg
is dat geen uithoek? Appelscha, nooit
van gehoord. Ik had Den Haag gevraagd,
want daar zitten zoveel van onze Indische
mensen en nu ga ik naar Brabant. De'
ambtenaar aan boord had over veel ge
zinnen en personen, die bijzondere zorg
behoefden, per post of telegrafisch ge
adviseerd over de plaats en wijze van
onderbrenging. Dit gebeurde vaak op ad
vies van de maatschappelijk werkster, die
op haar beurt wanneer hier reden voor
was, overleg had gepleegd met de gees
telijke verzorger of dokter.
Aan deze adviezen hield men zich! Men
zal misschien denken, dat dit nogal van
zelf spreekt, maar dan onderschat men Je
vele moeilijkheden, die overwonnen moe
ten worden, om die adviezen te verwe
zenlijken.
De onderbrenging was met zorg voor
bereid. Maar natuurlijk kon niet iedereen
krijgen wat hij graag wilde. Een oude In
dischman, getrouwd, westers georiënteerd,
gewerkt in im. en export, had Amster»!
dam gevraagd. Daar had hij vrienden enj
ook wel wat relaties. Hij wilde nog zo
graag aan de slag komen. Hij kreeg Mid-«
delburg. Met tranen in de ogen zei hij; I
ik zal proberen te geloven, dat het zol
goed is. Ik zal alles proberen. Maar als I
het niet lukt, is er dan nog een kans op i
overplaatsing later?
Een ander voorbeeld: een Limburger,
jaren in veembedrijf gewerkt. Een flinka
man met een goed gezin. Het westen had
hij aangevraagd vanwege zijn ervaring in
het veembedrijf, maar hij ging naar Lim
burg. Reactie: laat ik er ook eens een
maal in het leven nadeel van hebben, dat
ik Limburger ben. We zullen het als ccn
vakantie in eigen vertrouwde omgeving
beschouwen. Maar daarna zal ik toch
proberen ergens te komen waar mijn ar- j
beidskansen be,er liggen.
Tot s'ot is het goed nog iets te zeggen
over de geestelijke, godsdienstige inste'-
ling van onze gerepatrieerden. Zij zijn 1
vroom. Zij zijn kinderlijk gelovig. Hun j
geloof is weinig omlijnd. Tussen rooms-
katholiek en protestants geloof voelt men
veelal niet zo het verschil als in Neder-
land. Het is toch dezelfde Almachtige God,
Schepper van hemel en aarde, in wie men
gelooft. En we hebben toch dezelfde
Onze Lieve Heer!" Er zit iets ontroerends
moois in; er zit ook een gevaarlijke kant
aan.
Pater Wijnen is niet alleen de zielzor
ger der katholieke gerepatriëerden aan
boord geweest. Hij heeft hun ook voor
lichting gegeven over de Katholieke Kerk
in Nederland. Hij heeft zijn mensen ge
zegd, dat zij eigenlijk boften, dat ze de
ene Katholieke Kerk met aan het hoofd
de ene H. Vader ook in Nederland aan
troffen. Toch zijn er verschillen, die ener
zijds verklaarbaar zijn uit het feit, dat
de Kérk in Indonesië nog jong is, te ver
gelijken met een kind, terwijl de Kerk in
Nederland volwassen is. Anderzijds heb
ben verschil in historie en culturele ach
tergronden geleid tot verschillen in be
leving en praktische gebruiken, welke
dikwijls aangepast zijn aan de omstandig
heden in een bepaald land.
Laten w(j Nederlandse Katholieken in
kerk, school en verenigingsleven toch be
reid zijn de gerepatriëerden tegemoet te
treden met de ware naastenliefde, die
verschillen onbelangrijk maakt en die
mede mogelijk maakt, dat zij hun weg in
hun oude, doch ook nieuwe vaderland
vinden.
koopsom en de grootte van het bedrag,
alsmede het aantal termijnen, waarin
de koopsom moet rijn voldaan.
In de parochie Siebengewald heeft men,
in overeenstemming met de jongste, dooi
de H. Vader terzake geopende mogelijk
heden, een gemengd kerkkoor geformeerd
dat voor het eerst op Pasen in de kerk zal
zingen. Uitgevoerd wordt door 20 dames en
25 heren de vierstemmige Missa Maris
Stella van Griebacher. Ook in de parochie
Bergen (L.) is een gemengd kerkkoor in
oprichting-
„Het komt de laatste tijd nog al eens
voor, dat Hagenaars naar plaatsen in Rot
terdam komen, waar de roulette draait.
De controle in Den haag is nogal fel en
men meent, dat dit in Rotterdam niet
zo zou zijn", Dit zei gisteren de officier
van justitie Mr, B. van der Meulen, in zijn
requisitoir tegen twee Hagenaars en twee
Rotterdammers, die gelegenheid zouden
hebben gegeven tot het spelen van rou
lette in een pand aan de Karei Doorman
straat.
De grote roulette, die gisteren op een
andere groene tafel dan gebruikelijk is,
prijkte, bleek het eigendom te zijn van de
50-jarige koopman C.C. uit Den Haag. Met
de 65-jarige meubelhandelaar P. uit
Den Haag, kwam hij enige keren per
week naar Rotterdam, waar de 46-jarige
incasseerder F. W. zijn huis voor hen
openstelde om er het ding te laten
draaien. De 45-jarige kleermaker L. R. uit
Rotterdam fungeerde daarbij als croupier.
Hij verdiende gemiddeld 20 per week.
De verdachten hadden met elkaar een
„potje" waaruit zij dit betaalden. Verder
droegen zij daaruit bij aan de huur, licht
en verwarmingskosten van W en er wer
den versingen uit gefinancierd. Maar al
les alleen onder vrienden, voerde het vier
tal aan. Mensen, die zij niet kenden moch
ten niet mee komen spelen, zeiden ze.
De Indonesische procureur-generaal,
Soeprapto, heeft tegenover de pers ver
klaard, dat het onverstandig en een on
beraden stap van de Verenigde Staten
zou zijn, indien zij ouden bemiddelen in
het proces-Jungschlager. Hij zeide, dat In
donesië als soevereine staat verantwoor
delijkheid voor het proces draagt.
Soeprapto gaf deze commentaar in ver
band met berichten uit Washington, dat
de Verenigde Staten niet van plan zijn
pogingen tot bemiddeling te doen voor
dat de rechter het vonnis zal hebben uit
gesproken.
W. was de enige, die nog niet eerder
voor een dergelijk feit is veroordeeld.
„Grote winsten zijn hier niet gemaakt",
stelde de officier vast. DeZe mensen spe
len voor hun plezier, „ze kunnen het niet
laten". Het verweer, dat er alleen maar
kennissen kwamen achtte de officier niet
juist, maar ook niet ter zake dienend. De
eisen waren tegen C. en S. twee maanden
gevangenisstraf tegen R. 500 boete of
125 dagen hechtenis en twee maanden
voorwaardelijk met drie jaar proeftijd, en
tegen W 400,boete of 100 dagen hech
tenis.
De verdediger mr. P. van 't Hoff-Stolk
noemde zijn clienten aan dit spel ver
knochte mensen, die alleen maar „entre-
nous" spelen. Hij vroeg voor W vrijspraak
en voor de anderen een lichtere straf. Uit
spraak over veertien dagen.
Bondskanselier Adenauer, die zijn va
kantie in Zwitserland doorbrengt heeft
zondag de villa in Porza, waar hij ver
bleef, verlaten en zijn intrek genomen in
een hotel.
Volgens de „Tages-Anzeiger" in Zürich
ls als officiële reden voor deze verhuizing
opgegeven, dat de verwarmings-installatie
van de villa niet goed werkte. Het blad
merkte echter op, dat er ook een andere
reden mogelijk is, en doelt hierbij op
het feit, dat diverse bladen hun verwon
dering hebben geuit over Adenauers keu
ze van woonoord. Het Duitse tijdschrift
„Der Spigel" had er namelijk de aan
dacht op gevestigd, dat de villa het eigen
dom is van Rezzonico, de leider van de
Zwitserse fascisten.
„Der Spigel" beweert, dat deze villa
voor de Zwitserse fascisten zo ongeveer
dezelfde betekenis heeft als de „bierkel
der van München" destijds voor de Duit
se nationaal-socialisten.
Rezzonico, die zich uit de politiek heeft
teruggetrokken heeft eens in een boek
verklaard, dat 'n deze villa op 21 novem
ber 1933 de eerste fascistische bijeenkomst
plaats vond. Hij voegde hier aan toe, dat
deze datum „in de harten der fascisten
gegrift zal blijven".
Ik sprak over: „IVat staat ons in
Nëdëftarid te
„In 1947 was het Hildebrand-Monumen
„bouwrijp"; in mei 1948 werden de beelri
den voor het eerst tentoongesteld i,f
de Eerezaal van het Stedelijk Museui
te Amsterdam en ontving ik een bepaal
enthousiaste uitnodiging van de burge'
meester van Haarlem de Stichting van he
Monument te bespreken", schrijft or 1
prof. Bronner naar aanleiding van de pu'j
blikaties over de beslissing van de Haai
lemse Raad inzake de plaatsing van he
Hildebrand-Monument. „Sedert zijn deze
besprekingen gaande gebleven", zo gae
prof. Bronner verder „in hoofdzaak ove
de intussen sterk gesfegen kosten voc
het tot stand komen der andere delen va
het Monument dan de beelden. Voor d
plaats van het Monument was de „dooi j
kijk" in de Kleine Hout per raadsbeslu: i
van 1933 vastgesteld en door de toenmj
lige Schoonheids-Commissie aanvaard.
Op een verzoek namens het gemeente
bestuur van Haarlem te trachten de kor, i
ten voor het plaatsen van het MontimeiJ
naar beneden te krijgen, maakte ik ee-J
nieuwe gewijzigde begroting na ee.
nieuwe maquette van het geheel vervaa1
digd te hebben en kon de oorspronki
lijke begroting 20.000 lager stellen. 1
mei 1954 liet ik deze nieuwe begrotir J
aan het gemeentebestuur overhandige:
plus twee situatietekeningen voor c
plaats van het Monument in de doorkijk
met de mededeling dat Haarlem de voo:
keur voor dit Monument zou houden t.
1 januari 1955. Mocht onverhoopt op die'1
datum geen beslissing genomen zij I
dan moest ik aannemen, dat het Moni'J
ment niet te Haarlem verrijzen zou.
Eind 1954 deelde de Burgemeesbl
mede, dat het benodigde bedrag voor ui?l
voering van het Monument gevoteerd zqi
kunnen worden. Het einde leek In h:|
zicht. Echter, in 1955 verklaarde c
Schoonheids-Commissie in andere s
menstelling dan de vorige ofschc
van mening dat mijn werk de begro I
kosten van uitvoering ten volle waai
was, zich tegen de bestemde plaats.
Tenslotte brachten dezer dagen Burgjl
meester en Wethouders van Haarlem 3
deze hun ook in de pers gepublicee: 1
preadvies uit. Hierop kan ik volsta. I
met dit commentaar: Het heeft geen z
nog eens te gaan praten. Er is geen a-T
dere plaats in Haarlem geschikt voor c l
Monument zoals het ontstaan en gegroeL
is, bovendien kan niemand van mij vel
langen het risico te lopen nog eens tita
jaar te bespreken en te stranden op we||
een andere Senoonheids-Commissie. Hf
alternatief is inderdaad. Met de plaaf
van de „doorkijk" staat of valt voor Haaf]
lem dit Monument".
De moedermelkcentrale van het Nes
Rode Kruis heeft in het jaar 1955 in tl
taal 4823,30 kg moedermelk ontvangel
Hiervan was 3265,94 kg goed, maar 1557,j
of 23,5 was zuur. Dit percentage wor
veel te hoog geacht en daarom zijn
maatregelen genomen dit te vermindere]
Wanneer het percentage zure melk nil
hoger ligt dan 20 wordt de inzamelir]
goed genoemd. Toch is deze zure me'
niet verloren, daar zij nog heel goe'1
bruikbaar is voor een experimenteel oil
derzoek betreffende de fractionering vt|
het eiwit in de melk.