Natte vuurdoop voor schepen
in miniatuur
Nautisch examen in een bassin
vol „natuurlijke" golven
Lourdesetses miracles
K. N. B. T. B. vierde zestigjarig
jubileum in Lourdes
CARLUPMANN
ml
Niet elke groepering van velen
een massa
DE HOGERE STANDEN EN DE
DIOCESANE CLERUS
SHAKESPEARE OF MARLOWE
I
Wereldprimeur in Wageningen
:i^lrfa.22ririg^"oM.A55i:
Prins Bernhard
legde eerste officiële
watergolven
Siiii
Sanctus Thomas ver
zorgt wetenschappelijk
weekeinde
Betere vertegenwoordiging zon zielzorg
ten goede komen
Mgr. Alfrink prijst de boeren
Pelgrims morgen
weer thuis
,.De arbeider heeft de massa niet meer
nodig en prefereert de groep"
WOENSDAG 2 MEI 1956
PAGINA 3
Moeilijk karwei
Grote belangstelling uit
buitenland
Een objectieve filmenquête"
van Georges Rouquier
GEEN NIEUWS UIT HET GRAF
VAN SIR THOMAS
De zielzorg in de grol?
steden
Gelukwensen namens
Episcopaat
Zonnig weer
Statistisch onderzoek
Verlangen naar waardering
PLEZIER IN HET WERK MEER
EEN SOCIAAL DAN EEN
MATERIEEL PROBLEEM
Sociale orde respectera
persoonlijkheid
Aanpassing
(Van onze verslaggever)
TERWIJL een machtige, acht ton
wegende installatie zich spiedend
over het scheepje buigt, loeien
langs de wand honderd acht en vijftig
motoren en deint het water in het
enorme bassin in kokende golven op
en neer. Alles in de grote hal, die aan
inrichting bijna twee miljoen gulden
heeft gekost, is nu ondergeschikt aan
het kleine model van paraffine, dat
zich op eigen kracht een weg baant
door het lichtgroene water. Technici
kijken gespannen toe, vijf pennetjes
registreren nauwkeurig elke beweging
van het kleine schip. Langzaam schuift
de sleepwagen boven het bootje mee.
Elke trilling in het vaartuigje is be
langrijk; het kleine gele schip van pa
raffine, dobberend in de grote hal van
het Wageningse Zeegangslaborato
rium, doet examen
Wageningen heeft met dez
rinteu
deze vochtige
examenhal een wereldprimeur. Was het
in het verleden zo. dat scheepsmodellen
in de proefstations slechts konden wor
den getest met behulp van golven, die
recht op de kop 0f rechts op het achter
schip stonden in het nieuwe bassin is
een vernuftige installatie aanwezig
welke het mogelijk maakt een mengsel
van verschillende golven in verschillende
richtingen teweeg te brengen, waardoor
de golfslag op zee zo natuurlijk mogelijk
wordt geïmiteerd.
In het kort komt het systeem hier op
neer, dat honderdachtenvijftig kleine
zwaarden elk afzonderlijk te stellen
heen en weer kunnen bewegen, met
als gevolg, dat men richting en kracht
van het deinende water naar believen
kan regelen.
Het scheepsmodel wordt, onder nauw
keurige controle, aan de woelige baren
overgeleverd. Het, beschikt over een
eigen schroef en een eigen roer. maar
niettemin kan het niets doen zonder dat
Ge controlekamer het merkt. Fotocellen
wachten op elke beweging en onver
murwbaar registreren pennetjes slin
geren, dompen. stampen, golfslag en snel
heid.
De verbinding tussen het model en de
sleepwagen wordt gevormd door een
uiterst beweeglijke verbindingsstaaf.
die de bewegingen nauwgezet doorgeeft.
Het scheepje vaart dus geheel vrij. ter
wijl het toch elke ervaring gemakkelijk
han doorgeven.
Op deze manier verkrijgt men alle ge
gevens om straks de reder of de scheeps
werf bij de bouw van het „echte" schip
te kunnen adviseren.
Met behulp van de onder water ge
plaatste zwaarden kunnen in het bassin,
dat 98 meter lang. 24 meter breed en
2.5 meter diep is. golven worden ver
wekt. in lengte variërend van anderhalve
tot zes meter. Natuurlijk is het van be
lang dat deze golven niet terugkaatsen
en zo het veld verstoren. Men heeft
daarom langs de zijwanden een kunst
matig strand aangelegd van latjes, dat
de golven voor honderd procent dempt.
Het besturen van het modelletje is een
bijzonder moeilijk karwei. Omdat alles
op schaal geschiedt, wordt de snelheid
waarmee de roerganger, die zich op de
sleepwagen 'bevindt, moet reageren,
sterk vergroot. Zij bedraagt de wortel uit
het getal, dat de verhouding tot het
werkelijke schip aangeeft. Werkt men
dus met een model schaal 150, dan zai
de roerganger dus ruim zeven maal zo
snel moeten reageren als de kapitein op
het echte schip. Vandaar, dat ernaar
wordt gestreefd straks ook de besturing
■van het model langs automatische weg te
doen geschieden.
Wat betreft de tijdsduur van de test.
welke de paraffinescheepjes zullen on
dergaan men koos deze stof omdat
zo gemakkelijk wijzigingen in de vorm
kunnen worden aangebracht en gebruik
te modellen gemakkelijk weer kunnen
Door het in werking stellen
van een ingenieuze installatie
heeft Z.K.H. Prins Bernhard
vandaag de eerste officiële
watergolven gelegd in het bas
sin van het nieuwe Zeegangs
laboratorium te Wageningen.
Dit laboratorium, dat de technici
in staat stelt scheepsmodellen
op zo natuurgetrouw mogelijke
wijze in de natte elementen te
testen, is uniek in de wereld.
Het werd gefinancierd door de
Nederlandse Centrale Organisa
tie van Toegepast Natuurweten
schappelijk onderzoek, de Cen
trale Bond van Scheepsbouw
meesters in Nederland, de Ko
ninklijke Nederlandse Reders
vereniging en het Nederlands
Scheepsbouwkundig proefsta-
tion. A
Het plan tot de oprichting van
dit laboratorium werd twee jaar
geleden geopperd, nog geen jaar
geleden werd de eerste paal ge
slagen en vandaag maakte het
eerste scheepsmodelletje zijn
„maidentrip
worden omgesmolten tot nieuwe ge
schat wordt dat de schepen zeven tot
veertien dagen achter elkaar zullen
worden beproefd
De onderzoekkosten in dit nieuwe la
boratorium zullen vijfduizend a tiendui
zend gulden oer week moeten bedragen,
wil men tot een sluitende exploitatie ko
men. Met het doel, het wetenschappelijk
onderzoek in de zeegangstank te stimu
leren en te coördineren met de behoefte
in de praktijk, is intussen besloten tot
de vorming van een „Werkgroep Zee-
gangsonderzoek", waarin vertegenwoor
digers zitting hebben van de Holland
Amerika Lijn, de Kon. Nederlandse
Stoomboot Mij. de Kon. Rotterdamse
Lloyd. de Kon. Mij ..De Schelde", Wil-
ton-Fijenoord. de Kon. Marine, het Kon.
Ned. Meteorologisch Instituut, het Wa
terloopkundig Laboratorium, de Tech
nische Hogeschool en het Nederlands
Scheepsbouwkundig Proefstation. Vraag
stukken van algemeen belang zullen on
der auspiciën van deze werkgroep wor
den onderzocht.
Ook in het buitenland bestaat voor
dit nieuwe laboratorium, waarmee Ne
derland zich heeft gesteld aan de spits
van het zeegangsonderzoek, zeer grote
belangstelling. Naar prof. dr. ir. W. P.
A, van Lammeren, de directeur van het
Nederlands scheepsbouwkundig Proef
station, ons meedeelde, zijn reeds aan
vragen binnengekomen tot het testen
van Deense. Belgische. Zweedse en
Amerikaanse modellen.
Zodat men nü reeds weet, dat het
straks druk zal worden in het klein'
haventje van het bassin, dat thans Ne
derlandse technici in staat stelt voor
het eerst in de historie scheepsmodel
len op natuurgetrouwe wijze een
„natte vuurdoop" af te nemen.
De golvende zee van Wageningen, In het enorme bassin staan links en achteraan
de 'beweegbare zwaarden opgesteld, die de kunstmatige deining verwekken. In
het midden lopen aan twee kanten de rails, waarop de sleepwagen boven het
scheepsmodelletje meescliuift. De pilaren zijn omwonden met kippegaas, om zo
min mogelijk als golfbrekers te werken
Het Algemeen Dispuut van de katho
lieke studenten aan de universiteit van
Amsterdam organiseert ter gelegenheid
van het XII lustrum der katholieke stu
dentenvereniging „Sanctus Thomas Aqui
nas" zijn derde wetenschappelijk week
einde op 5 en 6 mei.
Zaterdagmiddag spreekt dr. W. L. P. M.
de Kort, lid van de Tweede Kamer der
Staten Generaal, over: „Christendom en
Politiek", waarna Prof. J. Weterman van
het Philosophicum Dijnselburg een be
schouwing wijdt aan: „De ontwikkeling
in het verstaan van Gods Woord".
Zondagmorgen draagt Pater Micheas
O.F.M. Cap de Goddelijke Liturgie 1"an de
H. Vader Johannes, Chrysostomos op in de
Russische kapel aan de Westerstraat te
Amsterdam met begeleiding van hat Sla
visch koor onder leiding van J*wgenij«
Ambrosiewna van Oostrom.
Des middags spreekt Prof. Dr. H. C.
Rümke uit Utrecht over het onderwerp
„Psychologie en Geloof". Vervolgens
houdt Prof. P. Lenz-Médoc uit Parijs in
het Duits een voordracht over „de ont
moeting van Kerk en Wereld In dez'e tijd"
Verslagen van vorengaande voordrach
ten worden in het Katholiek Cultureel
Tijdschrift „Streven" gepubliceerd.
Een concert voor orgel en fluit in de
Kerk van St.-Willibrordus binnen de Ves
te („de Duif") besluit dit wetenschappe
lijk weekend. Het program vermeldt wer
ken van Vivaldi, Handel, Bach, de Wijs
en Alain.
CANNES, april 1956.
In Cannes, maar vertoond buiten het
Festival om, draait momenteel de Franse
film „Lourdes et ses Miracles".
Regisseur, of meer maker, is Georges
Rouquier, die reeds enige documentaires
op zijn naam heeft staan, zoals „Farre-
bique" en een speelfilm, „Bloed en Licht"
een film over stierenvechters, die nooit in
Nederland werd vertoond.
„Lourdes et ses Miracles" kan beter een
document dan een documentaire worden
genoemd. De film registreert de gebeur
tenissen en het leven in een bedevaart
plaats. Rouquier heeft gefilmd, wat hij
zag en uit de hoeveelheid materiaal een
keuze gedaan. Zo bevat de film slechts
een vijfde deel van alle opnamen, die wer
den gemaakt.
Oorspronkelijk wilde Rouquier een kor
te film maken, maar getroffen door de
vele mogelijkheden, die in het onderwerp
lagen besloten en begrijpend, dat in kort
bestek nooit eerlijk recht zou kunnen
worden gedaan aan alle facetten, besloot
hij zijn plan uit te breiden en een film
van langere duur samen te stellen.
Deze film-enquête", die door Rouquier
zelf wordt geleid valt uiteen In drie af
zonderlijke geheel op zich zeil te verto
nenfilms, getiteld „Getuigenissen „Pel
grimage" en „Bewijzen
Getuigenissen' vertelt van drie gene
zingen die in het verleden plaats von-
den Rnuauier die hun rapport ter inzage
Wfi 2ekrègen bezoekt de in Lourdes
heeft gekregen u ben zeJf hgt yer_
genezen m pnezing doen. Dit deel in-
haal van hun a1cs hodriif" aic
troduceert oak Lourde 'een modern
toeristenplaats waar
chroom Palais de Soubirou eer)
winkeTheeft en met grote letters op het
winkelraam verkondigt, dat hij de bioer
van Ste Bernadette is.
tallen miljoenen mensen, onder
duizenden zieken ieder jaar wordt be-
zocht om heil of genezing te
Het derde deel is ..Bewijzen" gehteld
Toen Rouquier zijn opnamen reeds had
beëindigd kreeg hij het bericht, datt3
dens zijn 'verblijf twee genezingen hadden
Plaats gevonden. Een verlamde vrouw had
de macht over haar benen terug0ekie0 n
een oude blinde vrouw kon weer zien Hij
nam al zijn filmmateriaal door en vond
opnamen van de twee zieken. Ti"ssen d
achttienduizend mensen had hij toevallu
en gelukkig juist deze twee van nabij op
genomen. Met de cameraman interviewde
hij de herstelde zieken en haar dokters
„Lourdes et ses Miracles", tot stand ge
komen met kerkelijk advies van pater
Pichard O.P., is een in sommige opzich
ten ontstellende film, omdat zij genade
loos en koel vastlegt, wat er aan leed in
Lourdes is. Rouquier's eerste doe] was
objectief te zijn. Hij mocht met en hij
kon geen concessies doen, omdat dan de
waarde van zijn poging, moedig als die
kan worden genoemd, geheel te met zou
worden gedaan. Hij kreeg in dit stand
punt bijstand van kerkelijke instanties en
van de zijde van de dokters, die op deze
voorwaarde ook hun toestemming gaven,
Een In het graf van Sir Thomas Wal_
aanse critic William Shakespeare
toegeschreven werken in^ werkeiflkheid
Mar°Ioweg De W-A «offman heeft
reeds een twintigtal jaren besteed aan het
zoeken naar bewijzen voor zijn theorie.
hoopte in de vandaag geopende to b
van Walsingham de verloren geganeorlgl-
nele handschriften van een aantal aan
Shakespeare toegeschreven stukken en
gedichten te vinden in het handschrift
Van Marlowe.
Volgens Hoffman heeft Sir Thomas
Walsingham, die meer dan drie eeuwen
geleden stierf, destijds aan Marlowe in
zijn huis een schuilplaats verleend toen
jonge dichter en toneelschrijver door.
de justitie gezocht werd wegens „gods
lasterlijke" uitlatingen. Marlowe zou toen
zijn werk onder de naam van Shakespeare
hebben uitgegeven.
Hoffman blijft aan zijn theorie vast
houden en zou nu het ministerie van bin
nenlandse zaken toestemming willen vra
gen tot opening van de doodkist van Sir
Thomas.
Marlowe, in 1564 te Canterbury geboren,
zou in mei 1593 gearresteerd zijn en na
voorlopige invrijheidsstelling naar Frank-
Ulk zijn uitgeweken en in Italië vertoefd
hebben voordat hij naar Engeland terug
keerde om zich onder de bescherming van
Thomas te stellen.
Shakespeare zou tegen betaling in het
gebruik van zijn naam voor de werken
van Marlowe toegestemd hebben.
Volgens de autoriteiten van die tijd zou
Marlowe op 29-jarige leeftijd bij een twist
in een café te Deptford doodgestoken zijn
maar volgens Hoffman werd een onbe
kende zeeman gedood die men voor Mar-
low» liet doorgaan.
dat hij vrij en zonder censuur kon filmen
Het gehele proces heeft hij gevolgd tot
in de baden waar de zieken worden on
dergedompeld, toe.
Georges Rouquier ging „blank" naar
Lourdes; hij wist niet meer en niet min
der dan andere mensen over de bede
vaartplaats. Hij bezocht de directeur van
het Bureau des Constatations die hem
van de gang van zaken op de hoogte stel
de en hem inzage van enige genezings
rapporten en adressen van genezen zieken
gaf. In het tweede deel toont hij de pel
grimage. De aankomst van de treinen, de
zieken in de ziekenhuizen, hun gereed
maken voor de processie, de familietafe
relen. het gezamenlijk zingen van de lof
zangen de gebeden in alle talen gezegd.
Gedeeltelijk werd „Lourdes et ses Mi
racles'' zonder geluid gedraaid. De gelui
den zijn evenwel echt. Slechts in enkele
gevallen zijn effecten nagesynchroniseerd,
maar dit verandert weinig aan de intrin
sieke waarde van de film. naar Rouquier
zelf meent.
„Lourdes et ses Miracles" is eerlijk en
objectief. Als men conclusies wil trek
ken, kan men dat doen. Men kan zelf oorde
len en Georges Rouquier houdt zich van
ieder oordeel terzijde. Dit is de eerste keer
dat de camera Lourdes zo grondig en
veelomvattend heeft verkend en men mag
dankbaar zijn. dat een zo gewetensvol man
als Rouquier deze enquêfe met de camera
heeft geleid.
Sa.
Het mei-nummer van ..St.-Adelbert"
het officieel orgaan van de St.-Adelbert-
vereniginig munt uit door verschillende
interessante artikelen, waarin een ac
tueel onderwerp behandeld wordt. Op
een tweetal bijdragen willen wij echter
de bijzondere aandacht vestigen.
Dr. J. J. Dellepoort pr„ wiens disser
tatie over de Priesterroepingen in Ne
derland destijds zeer de aandacht trok.
schrijft over Roepingen voor de seculie-
ren uit de leidende standen. Hij begint
met te zeggen aan de hand van in het
vorig nummer gegeven cijfers dat er
geen reden aanwezig is, om te spreken
van een gering aantal priesterroepingen
uit de leider.de standen". Zij leveren
naar verhouding evenveel priesterstu
denten als de middenstanders en de zelf
standige agrarische beroepen, die alge
meen als zeer rijk aan roepingen worden
beschouwd.
..In zoverre er van een probleem gespro
ken zou kunnen worden, ligt het op het
terrein van de richting, die de kandida
ten uit, deze hogere beroepsgroepen kie
zen: zij gaan uitgesproken frequent naar
bepaalde orden en opvallend weinig
naar de missiecongregaties en de bis
dommen. Positief betekent dit. dat deze
standen zich enorme verdiensten ver
worven hebben voor bepaalde sectoren
van het kerkelijk leven, voor de contem
platieve kloosters bij voorbeeld, voor
allerlei vormen van onderwijs en weten
schapsbeoefening, en voor de zielzorg in
de grote steden. Zy vervullen daardoor
sinds vele decennia een eigen functie in
de Kerk van Nederland."
Toch vraagt dr Dellepoort zich af of
dit. anderzijds niet een verarming bete
kent, die voor beide zijden ongunstig is,
waarbij hij erop wijst, dat de zielzorg,
die de seculieren uitoefenen onder 89.3%
van de katholieken in Nederland, er ten
zeerste bij zou zijn gebaat als ook de ho
gere standen naar verhouding waren
vertegenwoordigd jn de diocesane cle
rus: omwille van de geestelijkheid zelf
en haar opleiding, omwille van het con
tact tussen deze priesters en de intel
lectuele leken, en omwille van het apos-
tolaat onder alle kringen van de be vol-
king.
Dr. Dellepoort ontzenuwt dan de be
zwaren die veelal onder de hogere stan
den tegen het seminarie worden gehoord
en merkt naar aanleiding daarvan op.
dat er een zo snelle ontwikkeling gaan
de is in de richting van meer openheid
en meer „humanistische" vorming, dat
men zich van deze dynamiek goed be
wust moet zijn om een oordeel over het
klein-seminarie te kunnen vellen.
Fr. Houtart pr„ secretaris van het
aartsbisdom Mechelen schrijvend over
..De Kerk en de ontwikkeling der grote
steden" zet uitvoerig uiteen, dat de
Kerk in de Europese steden bij het in
snel tempo stijgen van het bevolkings
cijfer. niet bij machte was te volgen met
de opbouw van nieuwe kerken en in
richting van nieuwe parochies.
De sociologie is tot de vaststelling ge
komen aldus zegt Houtart verder
dat het aantal personen van een plaat
selijke gemeenschap begrensd is. ..Een
levende parochie tot stand brengen met
ai hetgeen deze werkelijkheid („basis-
kerk" van de Kerk genoemd) omsluit,
is dus absoluut onmogelijk in parochies
met. 10. 20 of 50 duizend inwoners".
Een bespreking van enkele karakte
ristieken van het gemeenschapsleven
der steden eindigt de schrijver dan als
volgt: ..Zodra de functionele verhouding
van het menselijk leven verschijnt d.i.
de invloed van de grote levensmilieus:
arbeid, verplaatsing, ontspanning .school,
enzop de gedragingen van het in
dividu. beantwoordt de parochie niet
meer ten volle aan alle noodwendighe
den. Van het sociologisch standpunt uit
gezien, werd het geografisch vlak over
schreden. Dit is ook zo op godsdienstig
gebied en hier dringt zich dan de nood
zakelijkheid op van een supraparochiële
actie, die uitgeoefend wordt in de ver
schillende levensmilieus; de gespeciali
seerde katholieke actie en de sociale
actie".
In tegenwoordigheid van de aartsbis
schop en van zeer talrijke deelnemers
aan de nationale bedevaart heeft de
K.N.B.T.B. gisteren te Lourdes* het zestig
jarige jubileum gevierd. In een inleiden
de rede heeft de voorzitter, de heer G
Mcrtens de heuglijke coïncidentie, van dit
jubileum met de zestigste tocht van de
N-V.B. herdacht en daarbij gewezen op de
goede samenwerking tussen beide orga
nisaties. Daarop sprak de deken van
Heerlen, geestelijk adviseur van de
L.L.TB., de herdenkingsrede uit. Ir. Be-
melmans wees er op, hoe de beslissing
tot oprichting van de federatie, welke 60
.iaar geleden te Utrecht viel. belangrijk
is geweest, zq besliste namelijk over de
principieel christelijke, katholieke grond
slag en gaf bovendien de boeren de zeg
gingsmacht over hun eigen wel en wee
Na de snelle groei te hebben herdacht en
de schitterende ontwikkeling der dioce
sane bonden, schetste deken Bemelmans
de huidige stand van zaken, welke is be
reikt door de trouw aan het kerkelijk
gezag, de snelle resultaten in de vorm
van coöperatieve ondernemingen en de
overwegende nadruk welke op het begin
sel standsorganisatie steeds gelegd is.
Is er al grote bloei op dit ogenblik te
constateren, zo vervolgde hij, er dreigt
ook een gevaar uit te sterke concentratie,
welke door de aard van de op te lossen
vraagstukken noodzakelijk is geworden.
Doch de besluitvaardigheid, de organisatie
eigen, geeft alle hoop voor de toekomst.
In zijn daarop gehouden toespraak
heeft mgr. Alfrink namens het Episcopaat,
jegens de bond gelukwensen uitgespro
ken en de organisatie gedankt voor alles
wat zij voor de katholieke gemeenschap
heeft gedaan. De boeren in ons land, zo
zeide de aartsbisschop, zijn overwegend
trouw gebleven aan de godsdienst en dank
zij hun natuurlijke vasthoudendheid aan
i vMrrpnt.li» t
Nieuw: Half Corona 22 ct. Het allerfijnste!
de traditie, hebben zij een voorbeeldige
ijver jegens de Kerk aan de dag gelegd.
Wij zullen er alles op moeten zetten,
dat deze goede situatie gehandhaafd
blijft, vervolgde mgr- Alfrink, en moe
ten voorkomen, dat het ons niet ver
gaat als in Frankrijk, waar de afval
onder de boeren juist zo sterk is. Ook
de boerenstand maakt een moeilijke pe
riode door, omdat tengevolge van de
overbevolking vooral veel jongere
boeren de vertrouwde omgeving van het
platteland moeten verlaten en gedwon
gen worden in de industrie een heen
komen te zoeken ofwel te emigreren-
Het is de plicht der organisatie vooral
deze jongeren daarbij te helpen. Maar
wat de K.N.B.T-B. tot op heden heeft
gedaan, verdient dan ook de dank van
het episcopaat.
Tenslotte wees de aartsbisschop op het
feit, dat de bond altijd een scherp oog
heeft gehad voor de sociale vraagstuk
ken der boeren, maar hij prees de leiding,
omdat zij daarbij steeds de katholieke
belangen en katholieke aspecten heeft
laten prevaleren. Hij stelde de leden
voor in verbondenheid met hun organisa
tie aan anderen te tonen, welke het ide
aal van het katholieke leven is. De toe
spraak van de bisschop werd met warme
gevoelens ontvangen. Daarna reikte mgr.
Alfrink herdenkingsplaquetten uit voor
de vlaggen.
De bedevaart zelf is dinsdagavond ten
einde gelopen.Na de Sacramentsproces
sie, die voor de tweede maal door zonnig
weer werd begunstigd togen allen naar de
grot, waar bet afscheid plaats vond. Het
ging vergezeld van een geestelijk woord
van de bisschop. Daarop ontving de bis
schop van Lourdes, mgr- Theas, de pel
grims. Er werden over en weer hartelijke
lofprijzingen geuit- Van Nederlandse zijde
geschiedde dit door pastoor G. Wiegerink
uit Haaksbergen. Mgr- Theas zeide, dat
men, wijl het in Lourdes zo veelvuldig
regent, een grote ondergrondse basiliek
zal gaan bouwen aan de Esplanade. Deze
zal plaats bieden aan 20.000 personen.
Hier zullen dan processies kunnen worden
gehouden, waarbij ook de zieken tegen
woordig zijn. Mgr. Theas deed een beroep
op de Nederlandse katholieken ook hun
bijdragen te willen verlenen, dat de
bouw van deze kerk zo gauw mogelijk tot
stand zal komen.
Een volledig klankbeeld van het verblijf
zal zaterdag 12 mei in het programma
van de Zonnebloem worden uitgezonden.
y
In Zuid-Limburg in de omgeving van
Valkenburg, is het eindelijk echt voor
jaar geworden en staan de boomgaarden
in volle bloei.
-v
(Van onze sociaal-economische redacteur)
Voor, tijdens, maar vooral na de oorlog hebben velen zich bezig gehouden
met het verschijnsel van de massa en de problemen, welke dit in de
moderne samenleving oproept. Het verschijnsel, dat inderdaad wel tot
enige bezorgdheid aanleiding gaf, werd misschien met te meer benauwenis
gaae geslagen, omdat men meende het niet te kunnen beheersen en dat het
ae maatschappij in al haar geledingen zou doordringen, zodat tenslotte allen
alles in een grote collectiviteit zouden opgaan.
Aan deze pessimistische visie waren klaarblijkelijk de wanhoopsbespiegelin-
g_en van sommige vooroorlogse schrijvers, als Ortega y Gasset (Opstand der
orden), niet vreemd, welke in de toenmalige omstandigheden hun bevesti
ging schenen te vinden en als gevolg daarvan mogelijk een gretiger onthaal
vonden dan zij verdienden.
Wat daar tegenover stond, de duide
lijke taal van de Kerk over het wezen
van de mens, zijn plichten en zijn rech
ten m de samenleving, heel haar sociale
leer, vond nog onvoldoende gehoor.
Maar ook niet-katholieke sociologen
kwamen tot ander inzicht omtrent het
verschijnsel van de massa en met name
Karl Mannheim wees op de fout. om
achterdocht te koesteren tegen elke ver
eniging van velen, door deze menigte of
massa te noemen, haar als een eenvormig
blok te beschouwen zonder nuancering
en hiertegenover een eveneens onge
schakeerde, veelal ook vijandige houding
aan te nemen.
Niet elke groepering van velen is dus
een massa of menigte. Mannheim merkt
hierbij op. dat groepen met bepaalde
functies en een innerlijke geleding
het geestelijke niveau van haar leden
niet verlagen, maar verhogen eh dat
het de taak van de toekomst is. een dui
delijk onderscheid te maken tussen de
ontelbare vormen van groep-integratie
en precies te weten, hoe zij op de gees
ten van haar leden inwerken.
In dit verband is de schoolklas bestu
deerd, aldus Mannheim, maar dan moet
ook de betekenis van de arbeid worden
beseft. Door het scheppen van samen
werking en het verdelen van risico's
en verantwoordelijkheden" is de arbeid
een primaire kracht bij de ontwikkeling
van de persoonlijkheid binnen het so
ciale verband.
HET -is merkwaardig, hoezeer deze
opvattingen bevestiging vinden in
de resultaten van een statistisch
onderzoek, dat dr. ir. M. G. Ydo bij een
groot aantal industrie-arbeiders, ver
spreid over verschillende gedrijfstakken,
heeft ingesteld naar de ma-te van plezier
in het werk en de factoren, die daar in
vloed op uitoefenen. De zeer knappe be
schrijving van dit onderzoek, de weten
schappelijke verwerking van het ma
teriaal en de opmerkelijke conclusies,
welke daaruit te trekken zijn, heeft dr.
Ydo vastgelegd in zijn boek: „Plezier in
het Werk", waarvan onlangs de tweede
druk is verschenen*). De statistische
verwerking van de antwoorden dezer
arbeiders op tal van vragen heeft hier
en daar verrassende resultaten opgele
verd en ook de conclusies, welke de
schrijver uit het gehele materiaal trekt
zullen vaak frapperen. Nu zal men aan
deze statistische uitkomsten, als voort
vloeiende uit steekproeven geen abso
lute waarde mogen toekennen, aangezien
zij slechts benaderingen van de werke
lijkheid zijn. Men zal echter moeten er
kennen dat het frappante van de conclu
sies meer daarin ligt. dat zij veelal be
vestigen, wat ook langs de weg van psy
chologische redenering gevonden zou
kunnen worden, maar waaromtrent in de
praktijk van het dagelijkse leven nog
weinig inzicht aan de dag word-t gelegd.
Het zal b.v. opvallen, dat de drie
voornaamste factoren, die met de mate
van plezier in het werk samenhangen
zjjn: het oordeel thuis over het werk van
de arbeider en over het bedrijf, waarin
hij werkt; de hand, welke met het he-
drijf bestaat en de verhouding tot de i samenhangt met de behoefte aan riva-
chef. I liteit. De zwakkeren zullen meer neigen
Op zijn minst genomen is de eerste I naar solidariteit, de sterkferen naar ri-
factor een openbaring, misschien niet valitelt.
(zozeer dat. hij van invloed is. als wel de
plaats welke hij inneemt, nl. de eerste.
Nadere analyse leert voorts, dat de
tweede, de band met het bedrijf, een
andere inhoud heeft, dan er gemeenlijk
aan gegeven wordt.
Opmerkelijk zal het ook worden ge
vonden. dat van het inkomen, dat met de
absolute loonhoogte samenhangt, geen
merkbare invloed op het plezier is ge
vonden. Alle gevonden invloedrijke fac
toren blijken tot de sociale te moeten
worden gerekend, zodat het probleem
van het plezier in het werk dus meer
van sociale dan van materiële aard is.
Ook wanneer men de band met het
bedrijf een van de drie meest in
vloedrijke factoren afzonderlijk be
ziet. blijkt dat hierop factoren, die nauw
met de behandeling in het bedrijf sa
menhangen de sterkste invloed uitoefe
nen. Meer een sociaal, dan een materieel
probleem dus. maar hierbij dient men
zich wel bewust te zijn, dat dit alleen
zo kan zijn. omdat de materiële voor
waarden. waaronder de arbeider zijn
werk verricht, reeds vrijwel algemeen
aan bepaalde eisen voldoen. De inrich
ting van de werkplaatsen kan over het
algemeen redelijk genoemd worden en
de lonen hebben sinds lang het peil over
schreden. waarbeneden geen menswaar
dig bestaan mogelijk was. Eenmaal dit
bereikt komt het accen-t meer op andere
factoren te liggen.
NU TRACHT dr. Ydo al de invloed
rijke factoren te herleiden tot de
invloed van een enkele factor van
hogere orde. waarmee al de factoren
iets gemeen hebben en hij vindt dan:
prestige! De persoonlijke onderscheiding,
welke de arbeider voelt in zijn leeftijd,
vakbekwaamheid, de vakgroep, waajin
hij is ingedeeld, zijn rang en het beroep
van zijn ouders, speelt een grote rol voor
de mate van zijn plezier in het werk.
Schrijver noemt, deze factoren prestige-
dragers, die samen met het oordeel thuis
de wens uitdrukken, meer gewaardeerd
te worden dan anderen. Deze wens is de
gezochte factor van hogere orde, speci
fiek voor de mate van plezier in het
werk.
Genoemde factoren hebben echter geen
invloed op de band met het bedrijf,
welke laatste toch van groot belang
bleek te zijn voor het plezier. Dr. Ydo
ziet nu in de band met het bedrijf de
behoefte aan solidariteit, waardoor de
arbeider zich veilig voelt, terwijl los
daarvan het plezier in het werk meer
De behoefte aan solidariteit, die voort
vloeit uit het verlangen naar zekerheid
en uit de angst voor onderwaardering,
leidt ook tot het ontstaan van de z,g.
..informele organisatie" een verschijnsel,
dat reeds door Taylor werd Onderkend,
maar over het algemeen over het hoofd
wordt gezien. In de werkplaats ontstaat
spontaan een groep, een informele orga
nisatie, welke de leden bepaalde ge
dragsregels stelt zonder dat de bedrijfs
leiding deze kent of sanctioneert. Deze
kunnen, afhankelijk van de behandeling,
welke de arbeiders ondervinden, in het
belang van het bedrijf werken of tegen
het bedrijfsbelang gericht zijn. Ver
onachtzaming of miskenning van hun
bestaan door de bedrijfsleiding zal
meestal tot laatstgenoemde houding
leiden.
Nadat de minimum bestaansvoorwaar
den waren verzekerd en naarmate de ar
beidsomstandigheden verbeterden, nam
ook het gevoel van eigenwaarde bij de
arbeiders toe en de behoefte aan solida
riteit af en ontstond een sterkere be-
hoefte aan rivaliteit, zo constateert dr.
Ydo, een nieuwe factor, waar de be
drijfsleiding in de toekomst terdege re
kening mee moet houden.
De arbeider schikt zich niet meer
naar de eerste de beste in zijn groep. De
kleurloze massa, die zijn persoonlijkheid
verstikt, bevredigt hem niet meer. Hij
wordt kieskeurig en zoekt zich een groep
van mensen, waarmee hij zich meer ver
bonden voelt dan met de rest. De arbei
der heeft de massa niet meer nodig en
prefereert de groep.
DEZE conclusie sluit bijzonder goed
aan bij de beschouwing, welke wij
in het begin van dit artikel gaven.
Het blijkt, dat deze statistisch-psycholo-
gische studie een duidelijke bevestiging-
geeft van wat de Kerk ons steeds tegen
allemassificatietendensen in heeft voor
gehouden dat. hoewel de mens een so
ciaal wezen is. zijn persoonlijkheid steeds
geëerbiedigd moet worden.
Eenmaal zijn lot, dat hij gemeen
had met de grote massa, verbeterd,
dringt zich de persoonlijkheid van de ar
beider naar voren en de sociale orde zal
de voorwaarden moeten scheppen, waar
in zich de persoonlijkheid kan ontwik
kelen. Dit kan blijkbaar niet in de
massa, maar wel in de groep, waar in
tegratie van de persoon mogelijk is.
Dit heeft niet alleen belangrijke con
sequenties voor het bedrijfsbeleid maar
ver daarbovenuit voor de maatschappij-
inrichting en voor de sociale politiek.
Ook de vakbeweging zal goed doen
haar lessen hieruit te trekken. De ver
wijdering. welke men soms meent te
kunnen bespeuren tussen leiding en le
den van de vakbeweging zou wel eens
hieruit voort kunnen vloeien, dat men
aan de top nog meent een massa te lei
den. terwijl deze inmiddels reeds in groe
pen uiteen aan het vallen is
N HET LICHT van de resultaten van
dr. Ydo's onderzoek wekt b.v, de
drift, waarmee loonsverhoging door
de vakbeweging wordt nagestreefd wel
enige verwondering. Maar zou het kun
nen zijn. dat juist het middel der loon
eisen door de leiding wordt aangegre
pen, om vat te behouden op een massa,
die echter al geen massa meer is]
zodat ook dit middel inadequaat zai
blijken te zijn? Zijn structuur en werk
wijze van de vakbeweging nog wel ge
schikt voor een verbijzonderde groeps
samenstelling van de arbeidersstand?
Moet er niet naar gestreefd worden in
dit opzicht het centralisme te verminde
ren. om plaats te maken voor een meer
zelfstandig optreden van de samenstel
lende delen b.v. ten aanzien van rege
ling der arbeidsvoorwaarden? Wij geven
deze vragen allerminst een retorische
klank, maar stellen ze. in de overtuiging,
dat zij ernstige bezinning eisen. Bezin
ning ook aan de kant van de bedrijfslei
ding. die de arbeiders op andere wijze
tegemoet zal moeten treden dan in het
verleden veelal gebruikelijk was en re
kening zal moeten houden met wat de
jongste onderzoekingen hebben opge
leverd.
Hiermee wil overigens niets kwaads
gezegd worden van de vakbeweging.
Deze toch heeft er onnoemelijk veel toe
bijgedragen, dat de arbeiders op een
peil zijn gekomen, waarbij hun persoon
lijkheid de kans tot verdere ontplooiing
krijgt. Maar op dat peil zal de steun,
die zij van hun vakbeweging nodig heb
ben Van aard veranderen. De vakbewe
ging zal zich hebben aan te passen aan
gewijzigde omstandigheden en aan de
niéuwe behoeften van haar leden en het
dunkt ons, dat de gesignaleerde ver
schijnselen juist door hen. die zich met
massa en groep hebben bezig te houden,
niet in het minst ook door de overheid,
nauwkeurig dienen te worden onder
zocht. Een sociaal beleid, dat de na
tuurlijke tendensen in de samenleving
zou miskennen zou op den duur ernstige
brokken kunnen maken.
..Plezier in het Werk" door dr. ir. M,
G. Ydo Uitg. H. E. Stenfert Kroese
N.V.. Lelden.