Natte vuurdoop voor schepen in miniatuur Nautisch examen in een bassin vol „natuurlijke" golven Lourdesetses miracles K. N. B. T. B. vierde zestigjarig jubileum in Lourdes CARLUPMANN ml Niet elke groepering van velen een massa DE HOGERE STANDEN EN DE DIOCESANE CLERUS SHAKESPEARE OF MARLOWE I Wereldprimeur in Wageningen :i^lrfa.22ririg^"oM.A55i: Prins Bernhard legde eerste officiële watergolven Siiii Sanctus Thomas ver zorgt wetenschappelijk weekeinde Betere vertegenwoordiging zon zielzorg ten goede komen Mgr. Alfrink prijst de boeren Pelgrims morgen weer thuis ,.De arbeider heeft de massa niet meer nodig en prefereert de groep" WOENSDAG 2 MEI 1956 PAGINA 3 Moeilijk karwei Grote belangstelling uit buitenland Een objectieve filmenquête" van Georges Rouquier GEEN NIEUWS UIT HET GRAF VAN SIR THOMAS De zielzorg in de grol? steden Gelukwensen namens Episcopaat Zonnig weer Statistisch onderzoek Verlangen naar waardering PLEZIER IN HET WERK MEER EEN SOCIAAL DAN EEN MATERIEEL PROBLEEM Sociale orde respectera persoonlijkheid Aanpassing (Van onze verslaggever) TERWIJL een machtige, acht ton wegende installatie zich spiedend over het scheepje buigt, loeien langs de wand honderd acht en vijftig motoren en deint het water in het enorme bassin in kokende golven op en neer. Alles in de grote hal, die aan inrichting bijna twee miljoen gulden heeft gekost, is nu ondergeschikt aan het kleine model van paraffine, dat zich op eigen kracht een weg baant door het lichtgroene water. Technici kijken gespannen toe, vijf pennetjes registreren nauwkeurig elke beweging van het kleine schip. Langzaam schuift de sleepwagen boven het bootje mee. Elke trilling in het vaartuigje is be langrijk; het kleine gele schip van pa raffine, dobberend in de grote hal van het Wageningse Zeegangslaborato rium, doet examen Wageningen heeft met dez rinteu deze vochtige examenhal een wereldprimeur. Was het in het verleden zo. dat scheepsmodellen in de proefstations slechts konden wor den getest met behulp van golven, die recht op de kop 0f rechts op het achter schip stonden in het nieuwe bassin is een vernuftige installatie aanwezig welke het mogelijk maakt een mengsel van verschillende golven in verschillende richtingen teweeg te brengen, waardoor de golfslag op zee zo natuurlijk mogelijk wordt geïmiteerd. In het kort komt het systeem hier op neer, dat honderdachtenvijftig kleine zwaarden elk afzonderlijk te stellen heen en weer kunnen bewegen, met als gevolg, dat men richting en kracht van het deinende water naar believen kan regelen. Het scheepsmodel wordt, onder nauw keurige controle, aan de woelige baren overgeleverd. Het, beschikt over een eigen schroef en een eigen roer. maar niettemin kan het niets doen zonder dat Ge controlekamer het merkt. Fotocellen wachten op elke beweging en onver murwbaar registreren pennetjes slin geren, dompen. stampen, golfslag en snel heid. De verbinding tussen het model en de sleepwagen wordt gevormd door een uiterst beweeglijke verbindingsstaaf. die de bewegingen nauwgezet doorgeeft. Het scheepje vaart dus geheel vrij. ter wijl het toch elke ervaring gemakkelijk han doorgeven. Op deze manier verkrijgt men alle ge gevens om straks de reder of de scheeps werf bij de bouw van het „echte" schip te kunnen adviseren. Met behulp van de onder water ge plaatste zwaarden kunnen in het bassin, dat 98 meter lang. 24 meter breed en 2.5 meter diep is. golven worden ver wekt. in lengte variërend van anderhalve tot zes meter. Natuurlijk is het van be lang dat deze golven niet terugkaatsen en zo het veld verstoren. Men heeft daarom langs de zijwanden een kunst matig strand aangelegd van latjes, dat de golven voor honderd procent dempt. Het besturen van het modelletje is een bijzonder moeilijk karwei. Omdat alles op schaal geschiedt, wordt de snelheid waarmee de roerganger, die zich op de sleepwagen 'bevindt, moet reageren, sterk vergroot. Zij bedraagt de wortel uit het getal, dat de verhouding tot het werkelijke schip aangeeft. Werkt men dus met een model schaal 150, dan zai de roerganger dus ruim zeven maal zo snel moeten reageren als de kapitein op het echte schip. Vandaar, dat ernaar wordt gestreefd straks ook de besturing ■van het model langs automatische weg te doen geschieden. Wat betreft de tijdsduur van de test. welke de paraffinescheepjes zullen on dergaan men koos deze stof omdat zo gemakkelijk wijzigingen in de vorm kunnen worden aangebracht en gebruik te modellen gemakkelijk weer kunnen Door het in werking stellen van een ingenieuze installatie heeft Z.K.H. Prins Bernhard vandaag de eerste officiële watergolven gelegd in het bas sin van het nieuwe Zeegangs laboratorium te Wageningen. Dit laboratorium, dat de technici in staat stelt scheepsmodellen op zo natuurgetrouw mogelijke wijze in de natte elementen te testen, is uniek in de wereld. Het werd gefinancierd door de Nederlandse Centrale Organisa tie van Toegepast Natuurweten schappelijk onderzoek, de Cen trale Bond van Scheepsbouw meesters in Nederland, de Ko ninklijke Nederlandse Reders vereniging en het Nederlands Scheepsbouwkundig proefsta- tion. A Het plan tot de oprichting van dit laboratorium werd twee jaar geleden geopperd, nog geen jaar geleden werd de eerste paal ge slagen en vandaag maakte het eerste scheepsmodelletje zijn „maidentrip worden omgesmolten tot nieuwe ge schat wordt dat de schepen zeven tot veertien dagen achter elkaar zullen worden beproefd De onderzoekkosten in dit nieuwe la boratorium zullen vijfduizend a tiendui zend gulden oer week moeten bedragen, wil men tot een sluitende exploitatie ko men. Met het doel, het wetenschappelijk onderzoek in de zeegangstank te stimu leren en te coördineren met de behoefte in de praktijk, is intussen besloten tot de vorming van een „Werkgroep Zee- gangsonderzoek", waarin vertegenwoor digers zitting hebben van de Holland Amerika Lijn, de Kon. Nederlandse Stoomboot Mij. de Kon. Rotterdamse Lloyd. de Kon. Mij ..De Schelde", Wil- ton-Fijenoord. de Kon. Marine, het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut, het Wa terloopkundig Laboratorium, de Tech nische Hogeschool en het Nederlands Scheepsbouwkundig Proefstation. Vraag stukken van algemeen belang zullen on der auspiciën van deze werkgroep wor den onderzocht. Ook in het buitenland bestaat voor dit nieuwe laboratorium, waarmee Ne derland zich heeft gesteld aan de spits van het zeegangsonderzoek, zeer grote belangstelling. Naar prof. dr. ir. W. P. A, van Lammeren, de directeur van het Nederlands scheepsbouwkundig Proef station, ons meedeelde, zijn reeds aan vragen binnengekomen tot het testen van Deense. Belgische. Zweedse en Amerikaanse modellen. Zodat men nü reeds weet, dat het straks druk zal worden in het klein' haventje van het bassin, dat thans Ne derlandse technici in staat stelt voor het eerst in de historie scheepsmodel len op natuurgetrouwe wijze een „natte vuurdoop" af te nemen. De golvende zee van Wageningen, In het enorme bassin staan links en achteraan de 'beweegbare zwaarden opgesteld, die de kunstmatige deining verwekken. In het midden lopen aan twee kanten de rails, waarop de sleepwagen boven het scheepsmodelletje meescliuift. De pilaren zijn omwonden met kippegaas, om zo min mogelijk als golfbrekers te werken Het Algemeen Dispuut van de katho lieke studenten aan de universiteit van Amsterdam organiseert ter gelegenheid van het XII lustrum der katholieke stu dentenvereniging „Sanctus Thomas Aqui nas" zijn derde wetenschappelijk week einde op 5 en 6 mei. Zaterdagmiddag spreekt dr. W. L. P. M. de Kort, lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, over: „Christendom en Politiek", waarna Prof. J. Weterman van het Philosophicum Dijnselburg een be schouwing wijdt aan: „De ontwikkeling in het verstaan van Gods Woord". Zondagmorgen draagt Pater Micheas O.F.M. Cap de Goddelijke Liturgie 1"an de H. Vader Johannes, Chrysostomos op in de Russische kapel aan de Westerstraat te Amsterdam met begeleiding van hat Sla visch koor onder leiding van J*wgenij« Ambrosiewna van Oostrom. Des middags spreekt Prof. Dr. H. C. Rümke uit Utrecht over het onderwerp „Psychologie en Geloof". Vervolgens houdt Prof. P. Lenz-Médoc uit Parijs in het Duits een voordracht over „de ont moeting van Kerk en Wereld In dez'e tijd" Verslagen van vorengaande voordrach ten worden in het Katholiek Cultureel Tijdschrift „Streven" gepubliceerd. Een concert voor orgel en fluit in de Kerk van St.-Willibrordus binnen de Ves te („de Duif") besluit dit wetenschappe lijk weekend. Het program vermeldt wer ken van Vivaldi, Handel, Bach, de Wijs en Alain. CANNES, april 1956. In Cannes, maar vertoond buiten het Festival om, draait momenteel de Franse film „Lourdes et ses Miracles". Regisseur, of meer maker, is Georges Rouquier, die reeds enige documentaires op zijn naam heeft staan, zoals „Farre- bique" en een speelfilm, „Bloed en Licht" een film over stierenvechters, die nooit in Nederland werd vertoond. „Lourdes et ses Miracles" kan beter een document dan een documentaire worden genoemd. De film registreert de gebeur tenissen en het leven in een bedevaart plaats. Rouquier heeft gefilmd, wat hij zag en uit de hoeveelheid materiaal een keuze gedaan. Zo bevat de film slechts een vijfde deel van alle opnamen, die wer den gemaakt. Oorspronkelijk wilde Rouquier een kor te film maken, maar getroffen door de vele mogelijkheden, die in het onderwerp lagen besloten en begrijpend, dat in kort bestek nooit eerlijk recht zou kunnen worden gedaan aan alle facetten, besloot hij zijn plan uit te breiden en een film van langere duur samen te stellen. Deze film-enquête", die door Rouquier zelf wordt geleid valt uiteen In drie af zonderlijke geheel op zich zeil te verto nenfilms, getiteld „Getuigenissen „Pel grimage" en „Bewijzen Getuigenissen' vertelt van drie gene zingen die in het verleden plaats von- den Rnuauier die hun rapport ter inzage Wfi 2ekrègen bezoekt de in Lourdes heeft gekregen u ben zeJf hgt yer_ genezen m pnezing doen. Dit deel in- haal van hun a1cs hodriif" aic troduceert oak Lourde 'een modern toeristenplaats waar chroom Palais de Soubirou eer) winkeTheeft en met grote letters op het winkelraam verkondigt, dat hij de bioer van Ste Bernadette is. tallen miljoenen mensen, onder duizenden zieken ieder jaar wordt be- zocht om heil of genezing te Het derde deel is ..Bewijzen" gehteld Toen Rouquier zijn opnamen reeds had beëindigd kreeg hij het bericht, datt3 dens zijn 'verblijf twee genezingen hadden Plaats gevonden. Een verlamde vrouw had de macht over haar benen terug0ekie0 n een oude blinde vrouw kon weer zien Hij nam al zijn filmmateriaal door en vond opnamen van de twee zieken. Ti"ssen d achttienduizend mensen had hij toevallu en gelukkig juist deze twee van nabij op genomen. Met de cameraman interviewde hij de herstelde zieken en haar dokters „Lourdes et ses Miracles", tot stand ge komen met kerkelijk advies van pater Pichard O.P., is een in sommige opzich ten ontstellende film, omdat zij genade loos en koel vastlegt, wat er aan leed in Lourdes is. Rouquier's eerste doe] was objectief te zijn. Hij mocht met en hij kon geen concessies doen, omdat dan de waarde van zijn poging, moedig als die kan worden genoemd, geheel te met zou worden gedaan. Hij kreeg in dit stand punt bijstand van kerkelijke instanties en van de zijde van de dokters, die op deze voorwaarde ook hun toestemming gaven, Een In het graf van Sir Thomas Wal_ aanse critic William Shakespeare toegeschreven werken in^ werkeiflkheid Mar°Ioweg De W-A «offman heeft reeds een twintigtal jaren besteed aan het zoeken naar bewijzen voor zijn theorie. hoopte in de vandaag geopende to b van Walsingham de verloren geganeorlgl- nele handschriften van een aantal aan Shakespeare toegeschreven stukken en gedichten te vinden in het handschrift Van Marlowe. Volgens Hoffman heeft Sir Thomas Walsingham, die meer dan drie eeuwen geleden stierf, destijds aan Marlowe in zijn huis een schuilplaats verleend toen jonge dichter en toneelschrijver door. de justitie gezocht werd wegens „gods lasterlijke" uitlatingen. Marlowe zou toen zijn werk onder de naam van Shakespeare hebben uitgegeven. Hoffman blijft aan zijn theorie vast houden en zou nu het ministerie van bin nenlandse zaken toestemming willen vra gen tot opening van de doodkist van Sir Thomas. Marlowe, in 1564 te Canterbury geboren, zou in mei 1593 gearresteerd zijn en na voorlopige invrijheidsstelling naar Frank- Ulk zijn uitgeweken en in Italië vertoefd hebben voordat hij naar Engeland terug keerde om zich onder de bescherming van Thomas te stellen. Shakespeare zou tegen betaling in het gebruik van zijn naam voor de werken van Marlowe toegestemd hebben. Volgens de autoriteiten van die tijd zou Marlowe op 29-jarige leeftijd bij een twist in een café te Deptford doodgestoken zijn maar volgens Hoffman werd een onbe kende zeeman gedood die men voor Mar- low» liet doorgaan. dat hij vrij en zonder censuur kon filmen Het gehele proces heeft hij gevolgd tot in de baden waar de zieken worden on dergedompeld, toe. Georges Rouquier ging „blank" naar Lourdes; hij wist niet meer en niet min der dan andere mensen over de bede vaartplaats. Hij bezocht de directeur van het Bureau des Constatations die hem van de gang van zaken op de hoogte stel de en hem inzage van enige genezings rapporten en adressen van genezen zieken gaf. In het tweede deel toont hij de pel grimage. De aankomst van de treinen, de zieken in de ziekenhuizen, hun gereed maken voor de processie, de familietafe relen. het gezamenlijk zingen van de lof zangen de gebeden in alle talen gezegd. Gedeeltelijk werd „Lourdes et ses Mi racles'' zonder geluid gedraaid. De gelui den zijn evenwel echt. Slechts in enkele gevallen zijn effecten nagesynchroniseerd, maar dit verandert weinig aan de intrin sieke waarde van de film. naar Rouquier zelf meent. „Lourdes et ses Miracles" is eerlijk en objectief. Als men conclusies wil trek ken, kan men dat doen. Men kan zelf oorde len en Georges Rouquier houdt zich van ieder oordeel terzijde. Dit is de eerste keer dat de camera Lourdes zo grondig en veelomvattend heeft verkend en men mag dankbaar zijn. dat een zo gewetensvol man als Rouquier deze enquêfe met de camera heeft geleid. Sa. Het mei-nummer van ..St.-Adelbert" het officieel orgaan van de St.-Adelbert- vereniginig munt uit door verschillende interessante artikelen, waarin een ac tueel onderwerp behandeld wordt. Op een tweetal bijdragen willen wij echter de bijzondere aandacht vestigen. Dr. J. J. Dellepoort pr„ wiens disser tatie over de Priesterroepingen in Ne derland destijds zeer de aandacht trok. schrijft over Roepingen voor de seculie- ren uit de leidende standen. Hij begint met te zeggen aan de hand van in het vorig nummer gegeven cijfers dat er geen reden aanwezig is, om te spreken van een gering aantal priesterroepingen uit de leider.de standen". Zij leveren naar verhouding evenveel priesterstu denten als de middenstanders en de zelf standige agrarische beroepen, die alge meen als zeer rijk aan roepingen worden beschouwd. ..In zoverre er van een probleem gespro ken zou kunnen worden, ligt het op het terrein van de richting, die de kandida ten uit, deze hogere beroepsgroepen kie zen: zij gaan uitgesproken frequent naar bepaalde orden en opvallend weinig naar de missiecongregaties en de bis dommen. Positief betekent dit. dat deze standen zich enorme verdiensten ver worven hebben voor bepaalde sectoren van het kerkelijk leven, voor de contem platieve kloosters bij voorbeeld, voor allerlei vormen van onderwijs en weten schapsbeoefening, en voor de zielzorg in de grote steden. Zy vervullen daardoor sinds vele decennia een eigen functie in de Kerk van Nederland." Toch vraagt dr Dellepoort zich af of dit. anderzijds niet een verarming bete kent, die voor beide zijden ongunstig is, waarbij hij erop wijst, dat de zielzorg, die de seculieren uitoefenen onder 89.3% van de katholieken in Nederland, er ten zeerste bij zou zijn gebaat als ook de ho gere standen naar verhouding waren vertegenwoordigd jn de diocesane cle rus: omwille van de geestelijkheid zelf en haar opleiding, omwille van het con tact tussen deze priesters en de intel lectuele leken, en omwille van het apos- tolaat onder alle kringen van de be vol- king. Dr. Dellepoort ontzenuwt dan de be zwaren die veelal onder de hogere stan den tegen het seminarie worden gehoord en merkt naar aanleiding daarvan op. dat er een zo snelle ontwikkeling gaan de is in de richting van meer openheid en meer „humanistische" vorming, dat men zich van deze dynamiek goed be wust moet zijn om een oordeel over het klein-seminarie te kunnen vellen. Fr. Houtart pr„ secretaris van het aartsbisdom Mechelen schrijvend over ..De Kerk en de ontwikkeling der grote steden" zet uitvoerig uiteen, dat de Kerk in de Europese steden bij het in snel tempo stijgen van het bevolkings cijfer. niet bij machte was te volgen met de opbouw van nieuwe kerken en in richting van nieuwe parochies. De sociologie is tot de vaststelling ge komen aldus zegt Houtart verder dat het aantal personen van een plaat selijke gemeenschap begrensd is. ..Een levende parochie tot stand brengen met ai hetgeen deze werkelijkheid („basis- kerk" van de Kerk genoemd) omsluit, is dus absoluut onmogelijk in parochies met. 10. 20 of 50 duizend inwoners". Een bespreking van enkele karakte ristieken van het gemeenschapsleven der steden eindigt de schrijver dan als volgt: ..Zodra de functionele verhouding van het menselijk leven verschijnt d.i. de invloed van de grote levensmilieus: arbeid, verplaatsing, ontspanning .school, enzop de gedragingen van het in dividu. beantwoordt de parochie niet meer ten volle aan alle noodwendighe den. Van het sociologisch standpunt uit gezien, werd het geografisch vlak over schreden. Dit is ook zo op godsdienstig gebied en hier dringt zich dan de nood zakelijkheid op van een supraparochiële actie, die uitgeoefend wordt in de ver schillende levensmilieus; de gespeciali seerde katholieke actie en de sociale actie". In tegenwoordigheid van de aartsbis schop en van zeer talrijke deelnemers aan de nationale bedevaart heeft de K.N.B.T.B. gisteren te Lourdes* het zestig jarige jubileum gevierd. In een inleiden de rede heeft de voorzitter, de heer G Mcrtens de heuglijke coïncidentie, van dit jubileum met de zestigste tocht van de N-V.B. herdacht en daarbij gewezen op de goede samenwerking tussen beide orga nisaties. Daarop sprak de deken van Heerlen, geestelijk adviseur van de L.L.TB., de herdenkingsrede uit. Ir. Be- melmans wees er op, hoe de beslissing tot oprichting van de federatie, welke 60 .iaar geleden te Utrecht viel. belangrijk is geweest, zq besliste namelijk over de principieel christelijke, katholieke grond slag en gaf bovendien de boeren de zeg gingsmacht over hun eigen wel en wee Na de snelle groei te hebben herdacht en de schitterende ontwikkeling der dioce sane bonden, schetste deken Bemelmans de huidige stand van zaken, welke is be reikt door de trouw aan het kerkelijk gezag, de snelle resultaten in de vorm van coöperatieve ondernemingen en de overwegende nadruk welke op het begin sel standsorganisatie steeds gelegd is. Is er al grote bloei op dit ogenblik te constateren, zo vervolgde hij, er dreigt ook een gevaar uit te sterke concentratie, welke door de aard van de op te lossen vraagstukken noodzakelijk is geworden. Doch de besluitvaardigheid, de organisatie eigen, geeft alle hoop voor de toekomst. In zijn daarop gehouden toespraak heeft mgr. Alfrink namens het Episcopaat, jegens de bond gelukwensen uitgespro ken en de organisatie gedankt voor alles wat zij voor de katholieke gemeenschap heeft gedaan. De boeren in ons land, zo zeide de aartsbisschop, zijn overwegend trouw gebleven aan de godsdienst en dank zij hun natuurlijke vasthoudendheid aan i vMrrpnt.li» t Nieuw: Half Corona 22 ct. Het allerfijnste! de traditie, hebben zij een voorbeeldige ijver jegens de Kerk aan de dag gelegd. Wij zullen er alles op moeten zetten, dat deze goede situatie gehandhaafd blijft, vervolgde mgr- Alfrink, en moe ten voorkomen, dat het ons niet ver gaat als in Frankrijk, waar de afval onder de boeren juist zo sterk is. Ook de boerenstand maakt een moeilijke pe riode door, omdat tengevolge van de overbevolking vooral veel jongere boeren de vertrouwde omgeving van het platteland moeten verlaten en gedwon gen worden in de industrie een heen komen te zoeken ofwel te emigreren- Het is de plicht der organisatie vooral deze jongeren daarbij te helpen. Maar wat de K.N.B.T-B. tot op heden heeft gedaan, verdient dan ook de dank van het episcopaat. Tenslotte wees de aartsbisschop op het feit, dat de bond altijd een scherp oog heeft gehad voor de sociale vraagstuk ken der boeren, maar hij prees de leiding, omdat zij daarbij steeds de katholieke belangen en katholieke aspecten heeft laten prevaleren. Hij stelde de leden voor in verbondenheid met hun organisa tie aan anderen te tonen, welke het ide aal van het katholieke leven is. De toe spraak van de bisschop werd met warme gevoelens ontvangen. Daarna reikte mgr. Alfrink herdenkingsplaquetten uit voor de vlaggen. De bedevaart zelf is dinsdagavond ten einde gelopen.Na de Sacramentsproces sie, die voor de tweede maal door zonnig weer werd begunstigd togen allen naar de grot, waar bet afscheid plaats vond. Het ging vergezeld van een geestelijk woord van de bisschop. Daarop ontving de bis schop van Lourdes, mgr- Theas, de pel grims. Er werden over en weer hartelijke lofprijzingen geuit- Van Nederlandse zijde geschiedde dit door pastoor G. Wiegerink uit Haaksbergen. Mgr- Theas zeide, dat men, wijl het in Lourdes zo veelvuldig regent, een grote ondergrondse basiliek zal gaan bouwen aan de Esplanade. Deze zal plaats bieden aan 20.000 personen. Hier zullen dan processies kunnen worden gehouden, waarbij ook de zieken tegen woordig zijn. Mgr. Theas deed een beroep op de Nederlandse katholieken ook hun bijdragen te willen verlenen, dat de bouw van deze kerk zo gauw mogelijk tot stand zal komen. Een volledig klankbeeld van het verblijf zal zaterdag 12 mei in het programma van de Zonnebloem worden uitgezonden. y In Zuid-Limburg in de omgeving van Valkenburg, is het eindelijk echt voor jaar geworden en staan de boomgaarden in volle bloei. -v (Van onze sociaal-economische redacteur) Voor, tijdens, maar vooral na de oorlog hebben velen zich bezig gehouden met het verschijnsel van de massa en de problemen, welke dit in de moderne samenleving oproept. Het verschijnsel, dat inderdaad wel tot enige bezorgdheid aanleiding gaf, werd misschien met te meer benauwenis gaae geslagen, omdat men meende het niet te kunnen beheersen en dat het ae maatschappij in al haar geledingen zou doordringen, zodat tenslotte allen alles in een grote collectiviteit zouden opgaan. Aan deze pessimistische visie waren klaarblijkelijk de wanhoopsbespiegelin- g_en van sommige vooroorlogse schrijvers, als Ortega y Gasset (Opstand der orden), niet vreemd, welke in de toenmalige omstandigheden hun bevesti ging schenen te vinden en als gevolg daarvan mogelijk een gretiger onthaal vonden dan zij verdienden. Wat daar tegenover stond, de duide lijke taal van de Kerk over het wezen van de mens, zijn plichten en zijn rech ten m de samenleving, heel haar sociale leer, vond nog onvoldoende gehoor. Maar ook niet-katholieke sociologen kwamen tot ander inzicht omtrent het verschijnsel van de massa en met name Karl Mannheim wees op de fout. om achterdocht te koesteren tegen elke ver eniging van velen, door deze menigte of massa te noemen, haar als een eenvormig blok te beschouwen zonder nuancering en hiertegenover een eveneens onge schakeerde, veelal ook vijandige houding aan te nemen. Niet elke groepering van velen is dus een massa of menigte. Mannheim merkt hierbij op. dat groepen met bepaalde functies en een innerlijke geleding het geestelijke niveau van haar leden niet verlagen, maar verhogen eh dat het de taak van de toekomst is. een dui delijk onderscheid te maken tussen de ontelbare vormen van groep-integratie en precies te weten, hoe zij op de gees ten van haar leden inwerken. In dit verband is de schoolklas bestu deerd, aldus Mannheim, maar dan moet ook de betekenis van de arbeid worden beseft. Door het scheppen van samen werking en het verdelen van risico's en verantwoordelijkheden" is de arbeid een primaire kracht bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid binnen het so ciale verband. HET -is merkwaardig, hoezeer deze opvattingen bevestiging vinden in de resultaten van een statistisch onderzoek, dat dr. ir. M. G. Ydo bij een groot aantal industrie-arbeiders, ver spreid over verschillende gedrijfstakken, heeft ingesteld naar de ma-te van plezier in het werk en de factoren, die daar in vloed op uitoefenen. De zeer knappe be schrijving van dit onderzoek, de weten schappelijke verwerking van het ma teriaal en de opmerkelijke conclusies, welke daaruit te trekken zijn, heeft dr. Ydo vastgelegd in zijn boek: „Plezier in het Werk", waarvan onlangs de tweede druk is verschenen*). De statistische verwerking van de antwoorden dezer arbeiders op tal van vragen heeft hier en daar verrassende resultaten opgele verd en ook de conclusies, welke de schrijver uit het gehele materiaal trekt zullen vaak frapperen. Nu zal men aan deze statistische uitkomsten, als voort vloeiende uit steekproeven geen abso lute waarde mogen toekennen, aangezien zij slechts benaderingen van de werke lijkheid zijn. Men zal echter moeten er kennen dat het frappante van de conclu sies meer daarin ligt. dat zij veelal be vestigen, wat ook langs de weg van psy chologische redenering gevonden zou kunnen worden, maar waaromtrent in de praktijk van het dagelijkse leven nog weinig inzicht aan de dag word-t gelegd. Het zal b.v. opvallen, dat de drie voornaamste factoren, die met de mate van plezier in het werk samenhangen zjjn: het oordeel thuis over het werk van de arbeider en over het bedrijf, waarin hij werkt; de hand, welke met het he- drijf bestaat en de verhouding tot de i samenhangt met de behoefte aan riva- chef. I liteit. De zwakkeren zullen meer neigen Op zijn minst genomen is de eerste I naar solidariteit, de sterkferen naar ri- factor een openbaring, misschien niet valitelt. (zozeer dat. hij van invloed is. als wel de plaats welke hij inneemt, nl. de eerste. Nadere analyse leert voorts, dat de tweede, de band met het bedrijf, een andere inhoud heeft, dan er gemeenlijk aan gegeven wordt. Opmerkelijk zal het ook worden ge vonden. dat van het inkomen, dat met de absolute loonhoogte samenhangt, geen merkbare invloed op het plezier is ge vonden. Alle gevonden invloedrijke fac toren blijken tot de sociale te moeten worden gerekend, zodat het probleem van het plezier in het werk dus meer van sociale dan van materiële aard is. Ook wanneer men de band met het bedrijf een van de drie meest in vloedrijke factoren afzonderlijk be ziet. blijkt dat hierop factoren, die nauw met de behandeling in het bedrijf sa menhangen de sterkste invloed uitoefe nen. Meer een sociaal, dan een materieel probleem dus. maar hierbij dient men zich wel bewust te zijn, dat dit alleen zo kan zijn. omdat de materiële voor waarden. waaronder de arbeider zijn werk verricht, reeds vrijwel algemeen aan bepaalde eisen voldoen. De inrich ting van de werkplaatsen kan over het algemeen redelijk genoemd worden en de lonen hebben sinds lang het peil over schreden. waarbeneden geen menswaar dig bestaan mogelijk was. Eenmaal dit bereikt komt het accen-t meer op andere factoren te liggen. NU TRACHT dr. Ydo al de invloed rijke factoren te herleiden tot de invloed van een enkele factor van hogere orde. waarmee al de factoren iets gemeen hebben en hij vindt dan: prestige! De persoonlijke onderscheiding, welke de arbeider voelt in zijn leeftijd, vakbekwaamheid, de vakgroep, waajin hij is ingedeeld, zijn rang en het beroep van zijn ouders, speelt een grote rol voor de mate van zijn plezier in het werk. Schrijver noemt, deze factoren prestige- dragers, die samen met het oordeel thuis de wens uitdrukken, meer gewaardeerd te worden dan anderen. Deze wens is de gezochte factor van hogere orde, speci fiek voor de mate van plezier in het werk. Genoemde factoren hebben echter geen invloed op de band met het bedrijf, welke laatste toch van groot belang bleek te zijn voor het plezier. Dr. Ydo ziet nu in de band met het bedrijf de behoefte aan solidariteit, waardoor de arbeider zich veilig voelt, terwijl los daarvan het plezier in het werk meer De behoefte aan solidariteit, die voort vloeit uit het verlangen naar zekerheid en uit de angst voor onderwaardering, leidt ook tot het ontstaan van de z,g. ..informele organisatie" een verschijnsel, dat reeds door Taylor werd Onderkend, maar over het algemeen over het hoofd wordt gezien. In de werkplaats ontstaat spontaan een groep, een informele orga nisatie, welke de leden bepaalde ge dragsregels stelt zonder dat de bedrijfs leiding deze kent of sanctioneert. Deze kunnen, afhankelijk van de behandeling, welke de arbeiders ondervinden, in het belang van het bedrijf werken of tegen het bedrijfsbelang gericht zijn. Ver onachtzaming of miskenning van hun bestaan door de bedrijfsleiding zal meestal tot laatstgenoemde houding leiden. Nadat de minimum bestaansvoorwaar den waren verzekerd en naarmate de ar beidsomstandigheden verbeterden, nam ook het gevoel van eigenwaarde bij de arbeiders toe en de behoefte aan solida riteit af en ontstond een sterkere be- hoefte aan rivaliteit, zo constateert dr. Ydo, een nieuwe factor, waar de be drijfsleiding in de toekomst terdege re kening mee moet houden. De arbeider schikt zich niet meer naar de eerste de beste in zijn groep. De kleurloze massa, die zijn persoonlijkheid verstikt, bevredigt hem niet meer. Hij wordt kieskeurig en zoekt zich een groep van mensen, waarmee hij zich meer ver bonden voelt dan met de rest. De arbei der heeft de massa niet meer nodig en prefereert de groep. DEZE conclusie sluit bijzonder goed aan bij de beschouwing, welke wij in het begin van dit artikel gaven. Het blijkt, dat deze statistisch-psycholo- gische studie een duidelijke bevestiging- geeft van wat de Kerk ons steeds tegen allemassificatietendensen in heeft voor gehouden dat. hoewel de mens een so ciaal wezen is. zijn persoonlijkheid steeds geëerbiedigd moet worden. Eenmaal zijn lot, dat hij gemeen had met de grote massa, verbeterd, dringt zich de persoonlijkheid van de ar beider naar voren en de sociale orde zal de voorwaarden moeten scheppen, waar in zich de persoonlijkheid kan ontwik kelen. Dit kan blijkbaar niet in de massa, maar wel in de groep, waar in tegratie van de persoon mogelijk is. Dit heeft niet alleen belangrijke con sequenties voor het bedrijfsbeleid maar ver daarbovenuit voor de maatschappij- inrichting en voor de sociale politiek. Ook de vakbeweging zal goed doen haar lessen hieruit te trekken. De ver wijdering. welke men soms meent te kunnen bespeuren tussen leiding en le den van de vakbeweging zou wel eens hieruit voort kunnen vloeien, dat men aan de top nog meent een massa te lei den. terwijl deze inmiddels reeds in groe pen uiteen aan het vallen is N HET LICHT van de resultaten van dr. Ydo's onderzoek wekt b.v, de drift, waarmee loonsverhoging door de vakbeweging wordt nagestreefd wel enige verwondering. Maar zou het kun nen zijn. dat juist het middel der loon eisen door de leiding wordt aangegre pen, om vat te behouden op een massa, die echter al geen massa meer is] zodat ook dit middel inadequaat zai blijken te zijn? Zijn structuur en werk wijze van de vakbeweging nog wel ge schikt voor een verbijzonderde groeps samenstelling van de arbeidersstand? Moet er niet naar gestreefd worden in dit opzicht het centralisme te verminde ren. om plaats te maken voor een meer zelfstandig optreden van de samenstel lende delen b.v. ten aanzien van rege ling der arbeidsvoorwaarden? Wij geven deze vragen allerminst een retorische klank, maar stellen ze. in de overtuiging, dat zij ernstige bezinning eisen. Bezin ning ook aan de kant van de bedrijfslei ding. die de arbeiders op andere wijze tegemoet zal moeten treden dan in het verleden veelal gebruikelijk was en re kening zal moeten houden met wat de jongste onderzoekingen hebben opge leverd. Hiermee wil overigens niets kwaads gezegd worden van de vakbeweging. Deze toch heeft er onnoemelijk veel toe bijgedragen, dat de arbeiders op een peil zijn gekomen, waarbij hun persoon lijkheid de kans tot verdere ontplooiing krijgt. Maar op dat peil zal de steun, die zij van hun vakbeweging nodig heb ben Van aard veranderen. De vakbewe ging zal zich hebben aan te passen aan gewijzigde omstandigheden en aan de niéuwe behoeften van haar leden en het dunkt ons, dat de gesignaleerde ver schijnselen juist door hen. die zich met massa en groep hebben bezig te houden, niet in het minst ook door de overheid, nauwkeurig dienen te worden onder zocht. Een sociaal beleid, dat de na tuurlijke tendensen in de samenleving zou miskennen zou op den duur ernstige brokken kunnen maken. ..Plezier in het Werk" door dr. ir. M, G. Ydo Uitg. H. E. Stenfert Kroese N.V.. Lelden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 3