Geestelijke hygiëne van de moderne woningbouw „Alleen het ongestempelde ei is vers,, Een vreemde uitspraak Meer Nederlandse steun aan minder ontwikkelde gebieden voorJJ Rijsttafelen en mode-zien Televisiebeleid in komende j aren Marshall zal laatste poging doen is van belang mijnheer! Eisen aan behoorlijke woning: „Privacy", ongehorigheid en ruimte om zichzelf te zijn Eén dode op de weg Smakelijk slot van de Fashion-week Flatneurose en haar gevolgen B.P.M.-directeur had auto-ongeluk Eden naar Australië Garantie van stempel bespottelijk gemaakt ferimpvriS Verlenging; cursusduur H. B. S. Minister voor één radio- filharmonisch orkest Minister van O., K. en W. antwoordt Eerste Kamer De salariëring van toneelgezelschappen Verlaging leerlingen- schaal noodzakelijk De onafhankelijkheid van Singapore Labour bang voor tweede Cyprus DONDERDAG 17 MEI 1956 PAGINA 3 Relatie van mens, woning en stad Psychologische aspecten HOGERE SCHEEPS- VRACHTENINDEX 111 NED. DESKUNDIGEN UITGEZONDEN DOOR VER. NATIES De enige sok met werkelijke garantie De sterkste sok van Uw leven! Kleurecht, wasecht. NETAM KEERT 12 PCT UIT Wetsontwerp dit zittingsjaar niet meer te verwachten Steunzendcr s Niet alleen „voor alle leeftijden" NIEUW TONEELSPEL VAN ANTOON COOLEN Voor Openluchttheater in Heeswijk Landbouw in Oostelijk Flevoland Ballet Bajonet en kogel Grote campagne (Van onze correspondent. De bijeenkomst, welke d? ^^Volk"" trale Vereniging voor Geestelijk^e V'olks gezondheid woensdagmiddag bouw voor K. en W. te U weent neen gehouden, was geheel gewud aan de geestelijke hygiëne van de moderne wo- nil|bzijn'openingswoord heette de voor zitter prof dj. F. J. J. Buytendijk de talrijke aanwezigen hartelijk welkom o w Z Exc. minister tr. H. Wit,e, mej. W. A. l' M Hillen namens het min'sterie voor Maatschappelijk Werk, dokter J. v. Herck namens de Kath. Vereniging voor gees- teshygiëne in België, voorts leden van de Eerste en Tweede Kamer, hoofdamb tenaren van diverse departementen zo mede vertegenwoordigers van aanver wante organisaties. Naar de voorzitter mededeelde breidt het aantal problemen, waarmede de ver eniging zich bezig houdt, zich steeds meer uit- Thans beschikt zij over 19 Me disch Opvoedkundige Bureaus en 10 Bureaus voor huwelijksaangelegenheden De hierbij opgedane ervarinv biedt solide gegevens voor het verdere werk Minis ter Witte constateerde hiervan, dat het inzicht in de verhouding tussen won ng en geestelijke gezondheid nog beperkt s. doch wel hoeft men de overtuiging, dat er verband bestaat. De opvatting, dat een passende woning een der voorwaarden is voor een harmonisch gezinsleven, wordt door de ervaring duidelijk ge steund. Als gevolg van de woningnood is niet voor ieder gezin een passende wo ning aanwezig, met het gevolg, dat de gelegenheid tot volledige ontplooiing van het individu vaak ontbreekt. Zo zien we als een der schadelijke gevolgen van de moderne woningbouw de flatneurose Bij velen treden namelijk neurotische verschijnselen op ten gevolge van inwo ning. Ook de geluidshinder in flats speelt velen parten Als gevolge van te kleine woningen lopen kinderen de deur uit, omdat zij in de sfeer van het gezin niet meer kunnen spelen. Ouderen zoeken elderg hun vertier, omdat vrienden en kennissen vanwege gebrekkige ruimte niet thuis kunnen worden ontvangen. De minister besloot met de wens. dat de vergadering zou leiden tot de ver dieping van het inzicht, hoe men de wo ning moet maken opdat zij een passend schrijn zal vormen voor een gelukkige gezinsopbouw. De eerste inleider, ir. W. de Bruyn, hield een rede over „De waarde van woning en stad voor mens een ir cchaDDÜ" De ontwikkeling van onze samenleving laat zien, hoe een voortschrijdende spe cialisatie van beroepen ons heeft ge maakt tot mensen, die elkander nodig hezben. Onze arbeid is geworden een ver vulling van een bepaalde maatschappe lijke functie, die eerst tezamen met an deren tot enig resultaat kan voeren Wij kunnen zo goed als niets meer alleen tot Stand brengen. Onze oorspronkelijke landbouwerswereld is vergroeid tot een functionele samenleving. Dit heeft met zich mee gebracht een voortdurende afsplitsing van huishoude lijke functies naar gespecialiseerde or ganen van de maatschappij. De oorspron kelijke waarborg voor het leven binnen het domein is daaruit bijna geheel ver dwenen en komt te liggen in de organi satie van de maatschappij- Een goede volkshuisvesting vraagt in de allereerste plaats .naar de aanwezig heid van accommodaties en diensten, ge richt op het wonen, want deze zijn het. die het wonen in onze maatschappij mo gelijk maken. Daarnaast behoren te za- men met de woningen alle nodige accom modaties tot stand te worden gebracht en In functie te worden gehouden. Ons wonen is in deze zin een collectief wo nen geworden Het vraagstuk van °e volkshuisvesting is dan ook in de eerste plaats, de vraag op te lossen naar de £e- zamenlijke voorzieningen, die het wonen binnen de woning mogelijk moeten ma ken. Daarnaast zal ons begrip van wo nen met meer werkelijkheidszin gevormd moeten worden. Ir de Bruyn was van oordeel, dat wij in onze denkwereld nog te veel leven in patronen van een vroegere wereld, het geen slechts conflicten oplevert. Wij kunnen deze nooit oplossen door terug te grijpen naar voorbije ongeschikte vor men. Wij kunnen slechts geholpen w°r~ den door doeltreffende woonvormen to stand te brengen, die beantwoorden aan de maatschappij, waarin wij bestaan, a hetgeen wij thans tot stand brengen z - len wij moeten onderzoeken, welk e uit een reeds verlaten verleden stamt en welk deel nu al aansluit op een toekomst, die reeds bestaat. Onze begrippen en waarderingen hieromtrent zullen wij tn dit verband evenzeer moeten herzien om weer te komen *0t geschikte en aan de werkelijkheid aangepaste vormen. Hierna sprak drs. J. Linschoten over „Het wonen als psychologisch probleem". Spr. constateerde, dat de woningnood een woord "it onze moderne woordenkeus is, waarvan wij nauwelijks de diepere nood realiseren. Van veel meer betekenis dan het praktisch gebrek aan huizen is het tekort om te leven, de conflicten in de sociale en maatschappelijke sfeer, die men zou kunnen noemen de nood van het wonen. De woning is de plaats om zich zelf te zijn. Toch heeft een gehouden en quête aan het licht gebracht, dat slechts 21 pet. van de geënquêteerde personen iets over had voor een betere geluids isolatie, terwijl 36 pet. bereid was gel delijke last te dragen voor een verbe tering van de warmte-insolatie en 67 pet. voor badgelegenheid. Aan de ver betering van de woning i.e. de licha melijke welstand wordt in het algemeen meer waarde gehecht dan in geestelijk opzicht De behoefte aan psychologische beslotenheid is blijkbaar zo vermin derd, dat men tegen de geluidshinder niet zoveel bezwaar meer maakt. Toch is de woning in vele opzichten beslissend voor de leefwijze, niet alleen door de technische, maar ook door de psychologische sfeer ervan. In de mo derne woning aldus spr. is geen plaats voor verpleging, ouden van dagen, geboorte, feestjes etc. Niettemin is het wezenlijke van het wonen behouden ge bleven, daar dit als grondkenmerk var het menszijn moet worden beschouwd, nl. als de verwerkelijking van de men selijke geborgenheid. In onze tfld moet deze echter op an dere wijze worden uitgedrukt dan voor heen, hetgeen impliceert dat dan ook andere concrete eisen aan de woning moeten worden gesteld. Van de grootste betekenis is het, dat de woning privacy biedt, niet gehorig is, ruimte biedt voor kinderen en ouders om ieder hun eigen persoonlijke zijnswijze te realiseren. De consequentie is, dat men uit geesteshy- giënisch oogpunt eisen moet stellen, waarin de gangbare voorschriften en verordeningen en de gehele beschou wingswijze van het woningprobleem, niet of onvoldoende voorzien. In zijn slotwoord stelde prof. dr. Buy tendijk, dat de woningnood als over gangsfase slechts te overwinnen is door een krachtig beroep te doen op de mens om een eigen persoonlijk leven op te bouwen. Spr. bevestigde de vaste wil van de Vereniging mee te werken aan de verwezenlijking van een betere gemeen schap in ons vaderland. Terwijl hij zich gisteren even voor elven onderweg bevond naar de B.P.M., waar hij aanwezig moest zijn voor de ontvangst van H M. de Koningin, heeft de directeur van de B.P.M., de heer F. A. C. Guépin, een auto-ongeluk gehad. Op de Vondelingenplaat werd zijn auto aan gereden door een autobus. De chauffeur van de wagen liep hierbij inwendige kneuzingen op en moest in het gebouw van de medische dienst van de B.P.M worden opgenomen. De heer Guépin kwam er zonder kwets, uren af en arriveerde nog juist op tijd om het laatste deel van de ontvangst in de lunchkamer mee te maken. De wa gen een personenauto van de B.P.M. werd zwaar beschadigd. De door de United Kingdom Chamber of Shipping berekende vrachtenindex voor tramptonnage is in april tot een nieuw hoogterecord van 151.6 (v m. 147.2) geste gen (basis 1952 100). Hierin kwam het bijzonder de levendige vraag vou graanschepen tot uitdrukking. De Amsterdammer J. v. K. is gisteren omstreeks 12 uur om het leven gekomen, toen hij op de Maasbreeseweg te Helden (L.) met zijn auto een voor hem rijdende truck met oplegger wilde inhalen en daarbij te veel naar links i9 uitgeweken- De met vrij grote snelheid rijdende Am sterdammer botste tegen een links van de weg staande boom. Gisteren heeft premier Eden in het Britse Lagerhuis bekend gemaakt, dat hij officiële uitnodigingen had aanvaard om in het begin van het komende jaar be zoeken te brengen aan Australië en Nieuw-Zeeland. „Ik heb deze uitnodigin gen met groot genoegen aanvaard. Ik ben van plan tijdens het parlementaire kerst reces per vliegtuig uit Londen naar Nieuw-Zeeland te vertrekken. Vandaar zal ik mij naar Australië begeven", aldus Eden. De premier voegde hieraan toe, dat hij ;n februari naar Engeland zal terugkeren, ady Eden zal de reis de eerste die en Britse premier naar deze gebieden naakt meemaken. Het bestuur van het landbouwschap staat voor de vraag of het moet advise ren de stempeling van eieren af te schaffen ja of neen. Gisteren heeft het er uitvoerig over gesproken, maar tot een beslissing kwam men niet: de stemmen staakten In een volgende openbare ver gadering zal er dus opnieuw over moe ten worden gestemd. Hoe het resultaat dan zal zijn, valt niet bij benadering te zeggen. Gisteren immers was de ver gadering niet voltallig; in een meer vol ledige vergadering komen er dus nieuwe stemmen bij. Uit de discussie en stukken bleek, dat de handel in ongestempelde eieren steeds groter vormen aanneemt. Onder de leuze: „Alleen het ongestempelde ei is vers", brengen deze eieren een halve cent tot een cent meer op, dan gestempelde. In 1955 werden ruim 609 miljoen stuks ge stempeld verkocht ofwel slechts een der de van het totale verbruik. Deze afzet, zo wordt gesteld, ondermijnt de bonafide De Nederlandse deelneming aan het pro gramma van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan de minder ontwikkel de gebieden beweegt zich in een stijgen de lijn. De Nederlandse financiële bijdra ge aan dit programma was voor 1955 10 procent hoger dan voor 1954, terwijl zij ganen, waaronder het orgaan voor de we deropbouw van Korea en het orgaan voor de hulp aan Palestijnse vluchtelingen. 3000 studenten. Aan de Nederlandse Universiteiten, Ho gescholen en andere onderwijsinstellin gen waren bijna 3.000 studenten uit de minder ontwikkelde gebieden ingeschre ven. Bijzondere vermelding verdienen in dit verband de speciale internationale op leidingsinstituten zoals het Luchtkarte- ringscentrum, het Landbouw-Studiecen voor de jaren 1956 tot en met 1958 opnieuw 6 „f c-.:,; ct„>iiec met 15 procent werd verhoogd en daardoor trUm en het Institute of Social Stud gebracht werd op bijna drie miljoen "ui- den 's jaars. De Sok voor gevoelige voeten! Gefabriceerd van 100°/. Merinowol met en zonder nylon versterking. Prijzen vanaf'3-90 per paar Uitsluitend verl-crijgbaai in de goede Herenmodezaken Het aantal Nederlandse deskundigen, uit gezonden door de Verenigde Naties en haar Gespecialiseerde Organisaties steeg van 97 in 1954 tot 111 in 1955, terwijl in deze jaren resp. 151 en 190 buitenlandse studerenden onder auspiciën van het V.N.- programma in Nederland werden ontvan gen. Voorts werd een bedrag van 500.000 gulden door de Nederlandse regering be schikbaar gesteld voor de uitzending van jongere deskundigen op Nederlandse kos ten. Deze gegevens worden vermeld in het zojuist verschenen Jaarverslag over 1955 van de commissie voor Internationale Technische Hulp en het Bureau voor In ternationale Technische Hulp te 's-Gra- venhage. Niet alleen het internationale contact via de Verenigde Naties doch ook de bila terale contacten met de minder ontwikkel de gebieden ontwikkelen zich volgens dit Jaarverslag op bevredigende wijze in het afgelopen jaar waren 127 Nederlandse deskundigen in bilateraal verband werk zaam in 25 verschillende landen, waar onder de Goudkust, Nigeria, de Soedan, Bolivia en Irak. Evenals in voorgaande jaren werden de meeste Nederlandse deskundigen in V.N.- verband uitgezonden door de F.A.O de Voedsel- en Landbouworganisatie der Ver enigde Naties, namelijk 53. Daarna volg den de wereldgezondheidsorganisatie met 20, de Internationale Arbeidsorganisatie met 10, de Internationale Burgerlucht- vaartorganisatie met 9 en de Unesco met 7 uitgezonden Nederlandse experts. Boven dien werden 12 Nederlanders rechtstreeks uitgezonden door de Verem®d£,^ v or en nog 18 anderen door speciale V.N.-or- De directie en commissarissen van de Nederlandse Tankapparaten en Machine fabriek .Netam" te Rotterdam zullen aa- de vergadering van aandeelhouders voor tellen het dividend ovr 1955 op 12 pet. 'e bepalen. Hiervan zal 5 pet. in aandelen worden uitgekeerd. (Over 1954 werd 12 pet uitgekeerd, alsmede uit de agioreserve 5 pet. in bonus-aandelen). Het onderwijs aan de j eugd A„»fipmen en 15 jaar is een van de ^rnproblemen van het gehele onderwijs. Het lig bedoeling van de minister van o„ de hiermede verband houdende van pedagogisch-didactische aard dcs_ orde te stellen in een commissl® 7 kundigen uit de daarbij betrokken sec toren van het onderwijs, teneinde, zo mogelijk, tot een gemeenschappelijk standpunt te komen, aldus zegt n:u memorie van antwoord aan de Ee Kamer. Ook de vraagstukken, rakende de ver houding van het u.l.o. tot het v. i zal de minister tot voorwerp Yan, I bespreking tussen de verschillende daar bij betrokken belanghebbenden maken. Het is de bedoeling van de minister, dat in het wetsontwerp betreffende de ver lenging van de cursusduur van de h.ö.s. mede wordt opgenomen een wijziging van de voorschriften omtrent de inrichting van het onderwijs en van die betreffende de eindexamens van de scholen voor middelbaar en voorbereidend ^hoger on derwijs, opdat een grotere vrijheid voor het onderwijs aan deze scholen wordt verkregen. Hoewel de minister en de staatssecre taris aanvankelijk verwachtten, dat het betreffende wetsontwerp nog in de loop van dit zittingsjaar aanhangig zou kun nen worden gemaakt, blijkt dit niet mogelijk. Alleenverkoop: N.V. Import Ml). BECOPA v/h A. Bernhelm. A aam Fabrikante: Koninklijke Kousen-» en Sokkenfabrieken M. Jansen de Wit N.V., Schijndel Voor de minister van o., k. en w. is het aan geen twijfel onderhevig, dat de radio yie beschikking moet hebben over een eigen orkestapparaat. Men kan van mening verschillen over de vraag, of dit apparaat noodzakelijkerwijs mede moet bestaan uit een filharmonisch orkest; de minister is geneigd deze vraag bevesti gend te beantwoorden. Aldus staat te lezen in de memorie van antwoord op het voorlopig verslag uit de Eerste Kamer n.a.v. de begroting van o., k. en w. DE uitspraak van „De Raad van Tucht der Federatie van Neder landse Journalisten" inzake de klacht van burgemeester Schokking tegen de redactie van het „Haagsch Dagblad" en waarvan de conclusies in dit blad zijn weergegeven, is een nadere beschouwing zeker waard. De Raad, samengesteld uit prof. mr. J. van Hamel (voorzitter), mevr. mr. J. Brans-Woitering, mr. H. Dikkers, J. W. Henny, mr. G. Kropman en mr. M. de Leeuw (secretaris) en niet de heer S. Zoetmulder en prof. mr. L. Schlich- ting als adviserende leden, heeft hier mee uitspraak gedaan in een zaak, die speciaal in verband met de daardoor mede ontbrande discussie over de pers zeden, voor de Nederlandse journalis tiek van groot gewicht te achten is. Het zal voor niemand als een verrassing zijn gekomen, dat de Raad van Tucht de hoofdredacteur van het „Haagsch Dag blad" met de zwaarste sanctie, welke te zijner beschikking staat, heeft getroffen. Men zal zich herinneren, dat het „Haagsch Dagblad" in de „Verantwoording" van de publikatie over het gebeurde te Hazers- woude in 1942 als motief heeft opgegeven, dat het niet tevreden was over het op treden van de heer Sehokking éls burge meester van Den Haag, een motief dus geheel buiten de zaak gelegen en waar bij deze zaak slechts diende om aan de opzet tot verwijdgpjjjg van de Haagse burgemeester bijzondere kracht bij te zet ten. Wij hebben de zeer ernstige laak baarheid van een dergelijk optreden reeds eerder aan de kaak gesteld en onder schrijven gaarne de uitspraak van de Raad, dat „hiermede de waardigheid van de stand der Nederlandse journalisten (werd) geschaad". DE klacht van de heer Schokking betrof intussen niet slechts de „verantwoording" van 't „Haagsch Dagblad", doch ook de onthulling van het gebeurde in 1942 zelf. Hier echter volgt de Raad de klager niet. De over wegingen evenwel, welke hij hierbij geeft, nopen tot enige kanttekeningen Twee zaken stonden hier ter beoorde ling. Ten eerste: was de weergave van de feiten, zoals door het „Haagsch Dagblad" gegeven, correct?; vervolgens: was de publikatie al dan niet lichtvaardig 7 Wat het eerste punt, de weergave der feiten, betreft: het verrast ons zacht gezegd zéér, dat de Raad geen kritiek heeft op de door het „Haagsch Dagblad" de heer Schokking geldende verzachtende omstandigheden, hoewel met name het rapport van de heren Donner, Ebels en Neher uitvoerig op deze kant van de zaak heeft gewezen. De weergave van feiten houdt steeds ook een waardering in. Voor verschil van inzicht en waardering bij een feitelijke beoordeling hebben wij alle begrip, maar om, zonder nadere argu mentatie, te beweren, dat het „valstrik motief", waarop de heer Schokking zich beroept „te weinig overtuigende kracht (bezit) om enige betekenis te hebben", doet na het eerder genoemde rapport we) vreemd aan. Nog méér de stelling van de Raad, dat bij de weergave der „feiten de zienswijze van de heer Schokking ge heel mocht ontbreken. Een andere merkwaardige passage van de Raad betreft de aanraking, welke de heer Schokkingdestijds met verschillen de zuiveringsinstanties heeft gehad en ten aanzien waarvan het „Haagsch Dag blad" beweerde, dat „de zaak" „de doof pot" in was gegaan. Deze kwalificatie wordt „niet onjuist, althans wat de in druk naar buiten betreft", geacht. De Raad verklaart bovendien, dat hem „uit eigen onderzoek" is gebleken, dat de behandeling van deze zaak „geen duide lijk einde" heeft gekregen en zegt voorts, dat „de procureur-fiscaal bij het Bijzon der Gerechtshof te Den Haag persoonlijk nimmer kennis van het geval (heeft) gehad". Dit laatste is intussen in strijd met de brief, door de Haagse officier van Justitie op 17 maart j.l. aan mej. Pino gericht, en waarin gezegd werd, dat „de procureur- fiscaal.... destijds na kennisneming der stukken geen termen aanwezig heeft ge vonden om een strafzaak tegen mr. Schokking aanhangig te maken". Wij zouden gaarne vernemen, welke van beide lezingen de juiste is. Maar wat ons het meest bevreemdt is het gemak, waar mee de Raad zich neerlegt bij de door het „Haagsch Dagblad" gekozen formu lering. die hij zelf een „schilderachtige en sensationele voorstelling" noemt, doch die hij verontschuldigt met de overwe ging, dat zij „de indruk naar buiten" wel dekt. Naar onze mening legt juist „deze indruk naar buiten", welke steeds bij het seponeren v^n een zaak gemakkelijk wordt gewekt de pers een bijzonder grote verantwoordelijkheid oP en het komt ons voor, dat in casu het „Haagsch Dagblad" iedere „sensationele voorstelling" had die nen te vermijden, temeer daar de beer Schokking zowel aan de adviescommissie voor de zuivering van burgemeesters met tot enig optreden heeft gegeven, hoewel de feiten bekend waren Nogmaals, wij kunnen ons voorstellen, dat men zich met het waarderingsoordeel, dat in de beslis sing van beide zuiveringsinstanties Ugt opgesloten niet kan verenigen, maar men kan dit aspect niet eenvoudig af doen met de opmerking, dat de zaak „de doof pot is ingegaan", zonder dat men zich zelf bezondigt aan het wekken van „een indruk naar buiten", die "Iet slechts sen sationeel maar ook eenzijdig en dus on juist is. BIJ het beschouwen van de vraag of het „Haagsch Dagblad" al dan niet lichtvaardig tot publikatie is overgegaan, meent de Raad, dat hier verschil van mening mogelijk is. Het is jammer, dat hij, na de gronden te hebben opgenoemd welke tegen de publikatie pleiten, eenvoudig stelt, „dat het openbaarmaken van een zo ern stige zaak, waarbij niet tot vervolging is overgegaan, steeds met een beroep op het algemeen belang kan worden gerechtvaardigd". Deze formulering is zó algemeen, dat zij van belang is ook buiten de zaak-Schokking. Het is een stelling welke wij niet kun nen onderschrijven. Hierdoor schijnt de journalist in voorkomende gevallen van iedere afweging van vóór en tegen t.e zijn ontslagen Of de Raad een dergelijke ruime opvatting is toegedaan ls hiermee wellicht nog niet uitgemaakt maar het i> in ieder geval te betreuren, dat hij zich tot het uitspreken van een derge lijke algemeenheid heeft laten verleiden. Dit was te minder nodig, nu de Raad van mening was dat hij zich over de ge oorloofdheid van de publicatie niet had uit te spreken, omdat in casu de hoofd redacteur van het „Haagsch Dagblad zich tevoren tot de minister-president had gewend en aldus de mogelijkheid tot onderzoek had opengesteld neelt op ae flOOr U" „naagscn uaguiau -- - .„„u-i RB,nnrler gepubliceerde weergave der feiten, welke zetel Rotterdam als aan het Bflzori nergens ook maar zinspeelde op de voor Gerechtshof te Den Haag geen aanl iding E 18e week van de Nederlandse Dconfeetie-industrie kan bogen op een smaakvol en tegelijk smakelijk slot. De buitenlandse gasten vonden al les „ravissant" en „lovely". Ook de voortreffelijke rijsttafel, waarop ze in hotel Lido te Amsterdam werden ont haald. Onder het genietend proeven van d't pittige „galgemaal" het laatste in de rij der feestelijke bijeenkomsten die door de organisatoren der Fashionweek werden aangeboden kwamen natuur lijk weer modellen te voorschijn. Vier huizen lieten hun nieuwste crea ties zien. En van deze vier beviel Fil ler ons het meest. De pakjes, jurkjes en deux pièces van jersey, die deze firma brengt behoeven niet onder te doen voor welke buitenlandse tricotmodellen ook. Er waren veel marine-blauwe jer sey jurkjes en tailleurtjes, alle met een vleugje wit gegarneerd. Op sommige werd een half lang of drie kwart lang peau de suède jasje gedragen, van een eigenaardig blauw, dat het meest lijkt op de kleur van bloeiende lavendel. Zeer chic vonden wij het zwarte jersey japonnetje met hermelijnen col en op de rok een los achterpand la Givenchy. Het huis Plaza was ook weer present met winterse pakjes in echt winterse kleurencombinaties. Een mantelpakje met rode blouse en dito voering trok zeer de aandacht. Praktisch en niet duur was een beige jas met lage, brede ceintuur, die zakken vormt terwijl ook opviel een après ski pakje bestaande uit een los jasje van beige mohair, afgezet met een wollen materiaal, dat veel weg heeft van ve lours broché. Onder dit jasje werd een getailleerd mouwloos vest van hetzelfde kleurige materiaal gedragen. Bercofa toonde een hele serie warm- aandoende jassen met grote kragen, ge makkelijke ruime mouwen en brede, verticale bontbelegsels over het gehele voorpand. Sommige van deze mantels deden wat massief aan. Over het alge meen vonden wij het evenwel toch echt jassen om op kille dagen, „zo in weg te kruipen". Chic was een eenvoudig zwart wintertailleurtje met bijzonder mooie persianer kraag. Egon Pfeiffer was vertegenwoordigd met een paar cocktail- en avondtoilet- tjes, waarvan het licht blauwe, korte avondjurkje met wijde rok en mooie halslijn nog het meest beviel. Het was grappig te zien, hoe de gas ten lieden van zeer diverse plui mage reageerden op de vele pikante hapjes van onze bekende rijsttafel èn op de diverse modellen van onze con fectionairs. Maar alles bij elkaar waren zij uiterst tevreden. Mrs. Lucie Noël, Par ij se cor respondente van de New Work Herald Tribune, vertolkte aller gevoelens van waardering, dankbaarheid en bewonde ring in een hartelijke speech, waarna ook een van de Nederlandse mode-re dactrices het woord nam om de organi satoren dank te brengen voor het gebo- dene. In deze stemming werd afscheid ge nomen van de collega's, van de organi satoren. van de buitenlandse gasten, die blij waren als kinderen met het aI" scheidscadeau van de Fashionweek: een Volendamse pop! DIET VAN DUIN. Een vlot après-ski-ensemble bestaande uit een los jasje en mouwloos vest. Mo dél Plaza. Maar deze laatste mening van de Raad op zichzelf lijkt ons de meest vreemde van de gehele uitspraak Want hier wordt volledig geabstraheerd van de concrete toedracht, welke de Raad in zijn derde conclusie brengt tot 't uitspreken van een ernstige berisping. De grote vraag is namelijk, wat de hoofdredacteur van het ..Haagsch Dagblad" aan de minister president heeft meegedeeld. Heeft hij hem inzage, althans kennis gegeven van de inhoud niet slechts van de te publi ceren verslaggeving Inzake het gebeurde van 1942. maar óók van de redactionele „verantwoording"? Dit laatste ls niet onwaarschijnlijk en lijkt ons van beslis sende betekenis voor het optreden van de minister-president. Want als deze inder daad óók kennis heeft genomen van de onzedelijke motieven van het .Haagsch Dagblad" te weten de verwijdering van de burgemeester van Den Haag dan kon hij zich naar ons gevoel niet aan de indruk onttrekken, dat hem hier onder de pressie van de voorgenomen publicatie stappen ter verwijdering van de Haagse burgemeester werden afge dwongen. Deze onverbreekbare samenhang tus sen de motieven van het ..Haagsch Dag blad" en de rest van de publikatie is in de uitspraak van dp Raad volkomen mis kend terwijl het toch zeer aannemelijk is dat juist de aan de dag getreden motivering van grote invloed is geweest niet alleen op het onderhoud tussen de hoofdredactie en de minister-president maar ook op de geest waarin, en de wijze waarop het onderzoek naar en de weergave van de gebeurtenissen van 1942 door het „Haagsch Dagblad" werden verricht. Door deze samenhang niet te onder zoeken is de Raad naar onze mening ernstig te kort geschoten. Alleen t.a.v. de „Verantwoording" stelt de Raad vast dat „de journaliststellig elke indruk (moet) uitsluiten <5at zodanige onthullin gen door de pers met geheel andere en buiten de zaak gelegen oogmerken naar voren kunnen worden gebracht". Door deze opmerking tot de ..Verantwoor ding" te beperken en door zich te onthouden van enige kritiek inzake de rest der publikatie wekt de Raad de Indruk, dat het „Haagsch Dagblad" vrijuit zou zijn gegaan Ms het slechts zo s lim was geweest haar diepere bedoelingen voor zich te houden Deze opvatting kan voor de perszeden in ons land funeste gevolgen hebben Zeer onlangs is aan de minister van O. K. en W. door de Nederlandse Tele visie Stichting een financieringsplan voorgelegd voor de komende jaren, waarin wordt aangenomen, dat, indien de jaarlijkse opbrengst van het kijkgeld ter beschikking van de Televisie Stich ting wordt gesteld, de bijdrage van het rijk gerekend van 1957 telkenjare met een aanzienlijk bedrag kan worden ver minderd. aldus staat te lezen in de me morie van antwoord aan de Eerste Ka mer De minister heeft deze prognose nog in studie. Een moeilijk punt vormen hierbij de kosten van PTT en N.V. No- zema voor de exploitatiekosten van zen ders en verbindingen, die voorlopig op ruim f 3.000 000 worden geschat. De mi nister meent, dat er de voorkeur aan ge geven moet worden de bijdrage aan de Nederlandse Televisie Stichting, rekening houdend met een zekere te voren aan vaarde ontwikkelingsgang, van jaar tot jaar vast te stellen. De minister heeft enige malen ver klaard geen tegenstander van de com merciële televisie te zijn, doch terzake geen beslissing te zullen nemen, alvo rens hij overleg heeft gepleegd met de Tweede Kamer. Hij stelt zich voor dit te teen, zodra hij beschikt over het advies van de Radioraad, die deze aangelgenheid momenteel in studie heeft. Op het verzoek om inlichtingen over de stand van zaken bij de bouw van steunzenders kan de minister medede- ten, dat de installaties te Roermond in 1957 in bedrijf zullen komen. Het is in derdaad ongewenst, dat men op oen be langrijk deel van bet Nederlands grond gebied nog geen Nederlandse televisie' programma's kan ontvangen, doch de N.V. Nozema, die verantwoordelijk is voor de bouw van de zenders, kan de uitvoering der werkzaamheden niet naar willekeur versnellen. Indien, overeenkomstig de mening van een aantal leden van de Eerste Kamer, alleen films, die voor alle leeftijden toe laatbaar worden geoordeeld, voor televi sie-uitzending in aanmerking zouden ko men, zou dit naar het oordeel van de minister een niet strikt noodzakelijke be perking van de programmamogelijkheden zijn. Traditiegetrouw schreef Antoon Coo- len ook dit jaar weer een nieuw open' luchtspel voor het theater van „De Kersouwe" te Heeswijk Dit nieuwe spel ..Sawitri" een Oosters spel van de liefde en de dood is het zesde in de reeks van oorspronkelijke stukken, waarmee de auteur het toch altijd nog arme reper toire van het openluchtspel in Neder land verrijkte. De motieven van het stuk zijn ontleend aan een der bekend ste passages der Veda-literatuur van het oude India. Het spel. dat onder regie van de heer Jo van Erp reeds in studie is genomen zal van 15 juli tot eind augustus op acht zon- en feestdagen worden opgevoerd. handel en de coöperaties. Het stempelen, dat is bedoeld als waarborg voor ge wicht en kwaliteit, wordt bespottelijk gemaakt. Het bestuur van het bedrijf schap voor pluimvee en eieren zou aan de minister hebben voorgesteld het ver plichte stempelen af te schaffen, maar het landbouwschap zal als producenten- groep eveneens zijn oordeel moeten geven. Vele pro's en contra's werden aange voerd, maar, zoals gezegd, toen het op stemmen aankwam, bleken er evenveel voor- als tegenstanders te zijn. Het bestuur heeft voorts zijn standpunt bepaald inzake een voornemen van minis ter Manshoit om de in- en uitvoer van paarden te liberaliseren. Men ziet tegen deze liberalisatie binnen de OEES-landen geen bezwaren, indien deze op basis van wederkerigheid zal geschieden. De vergadering besloot aan het perso neel van het landbouwschap een uitkering van vier pet. als vakantiebijslag te geven. Men bleek niet tevreden over het ge houden overleg met een delegatie van de Zuiderzeeraad inzake het verkavelings plan voor oostelijk Flevoland. Aan de agrarische wensen wordt niet tegemoet gekomen, ook a] zal een bosstrook op het midden van de polder vervallen en ver legd worden naar Lelystad. Bij de minister van wederopbouw en volkshuisvesting zuilen voorts bezwaren worden ingebracht tegen het streekplan noordwest-Overijssel. De heer H. D. Louwes. die na een zit tingsperiode van twee jaar is herbe noemd tot voorzitter, heeft tenslotte in een toespraak aangedrongen op verster king van begrip voor en vertrouwen in het landbouwschap. Het schap is de top- organisatie van alle agrarische bedrijfs- genoten en geen verlengstuk van de over heid. De landbouw heeft, ondanks huidige moeilijkheden, goede mogelijkheden, mits wij die weten te benutten. „Wij moeten bezonnen en slagvaardig overgaan tot de aanval voor een landbouwbeleid, dat onze agrarische bedrijfsgenoten een be hoorlijk bestaan met een verantwoorde toekomstverwachting geeft en hun ge legenheid biedt door hun arbeid hun nationale opdracht goed te vervullen". De salariëring van de leden van de ge subsidieerde toneelgezelschappen ge schiedt binnen het kader van een sa larisregeling, die door de stichting toneel coördinatie is vastgesteld. Het minimum salaris van een toneelkunstenaar be draagt voor 1955/1956 f 3180, het mmü" mum f 9216, terwijl in enkele bijzondere gevallen een hoger salaris kan worden toegekend. Het ligt in de bedoeling van de stichting dit minimum voor 1956/1957 te verhogen tot f 3500. Aldus deelt de minister van O. K. en W. mee in zijn me morie van antwoord aan de Eerste Ka mer. De minister is, voor zover dit binnen het bereik van de mogelijkheden ligt, be reid e» aan mede te werken, dat aan de leden van de ten laste van dit begrotings hoofdstuk gesubsidiëerde balletgroepen een sociaal verantwoord minimumsalaris in verband met opleiding en praktijk wordt gewaarborgd. Financiële steun van zodanige omvang, dat daardoor een be langrijke verbetering zou kunnen worden gebracht in de salariëring van de leden van alle balletgroepen, za] naar het zich laat aanzien, ook in de min meer na bije toekomst, niet kunnen worden ver leend. In antwoord op de vraag uit de Eerste Kamer, hoe het thans met het vraagstuk van de onderwijzerssalarissen staat, kan de minister van o„ k. en w. mededelen, dat het rapport van de salarisdeskundigen in de raad voor de burgerlijke rijksdienst is besproken en vervolgens op 4 mei J.l. aan de leden van de bijzondere commissie voor georganiseerd overleg voor het lager onderwijs is toegezonden. De vertegen woordigers der onderwijzersorganisaties zijn uitgenodigd voor een bespreking in deze commissie van dit rapport, zodra zij het hebben bestudeerd. Het verwijt, dat de regering het ulo- onderwijs in de steek zou laten door niet tijdig voor een billijker salariëring te zorgen, kan de minister niet aanvaarden. Ook de minister is er zich volledig van bewust, dat het tekort aan docenten een uiterst pijnlijk vraagstuk is. De bestrij ding ervan zal met alle middelen worden voortgezet. Voor wat het gewoon lager onderwijs aangaat zal na het schooljaar 19561957 naar de mening van de minister het ergste geleden zijn, al ziet hij daarbij de veel te grote klassen van thans niet over het hoofd. Van de noodzaak van een verlaging van de leerlingenschaal is de regering overtuigd; zü is voornemens zo spoedig als dit mogelijk is hiertoe over te gaan. Het tekort aan onderwijzers en aan bouw volume maakt het echter niet mogelijk direct of op korte termijn een verlaging van de leerlingenschaal te realiseren. De premier van Singapore, David Marshall, heeft gisteren na een bespre king in het Lagerhuis met Britse Labour- leiders over de mislukte onderhandelin gen inzake onafhankelijkheid voor Singa pore verklaard, dat hij een denkbeeld heeft voor een „nieuwe benadering" van het vraagstuk. Hij zou zijn plan, dat, naar hij meent voor het Britse volk en „mogelijk ook voor onze mensen" aanvaardbaar is, van daag voorleggen aan de minister van ko loniën Alan Lennox-Boyd. De Labourafgevaardigen, die vrezen dat de grote Britse marinebasis Singa pore een tweede Cyprus zou kunnen wor den, hebben er gisteren in het Lagerhuis bij de regering op aangedrongen de be sprekingen te hervatten .Zij vroegen mi nister Lennox-Boyd een bijeenkomst te beleggen met premier Marshall vóór deze in het komende weekeinde Enge land verlaat. De minister verklaarde echter, dat hij de onderhandelingen slechts wil hervatten op basis van de Britse voorstellen, die door de delegatie van Singapore verworpen zijn. Eerder op de dag had Marshall op een persconferentie gewaarschuwd, dat het mislukken der besprekingen tot een tra gedie in de kolonie zou kunnen leiden. „Hoe lang denkt n Singapore te kunnen behouden met de bajonet en de kogel- zo vroeg hij. In een radiorede verklaarde Marshall gisteren nog, dat hij na terugkeer in Sin gapore niet alleen direct zou aftreden als premier, doch dat hij zich helemaal uit de politiek zou terugtrekken. Leiders van de regeringspartij in Sin gapore, het arbeidsfront, hebben gisteren verklaard, dat het mislukken van de be sprekingen in Londen over de onafhanke lijkheid van Singapore moet worden ge volgd door een „grote nationale campag ne" ter v erkrijging van onafhankelijk heid. De uitvoerende raad van de partij gaf een verklaring uit, waarin werd gezegd: „Onze koloniale meesters wensen in een positie te blijven waarin ze ons orders kunnen blijven geven. Dit blijkt duidelijk uit hun afwijzing van ons voorstel de voorzitter van de defensieraad te doen benoemen door de regering van de fede ratie". Intussen hebben vertegenwoordigers van ongeveer 150.000 arbeiders in Singa pore verklaard, dat orde en rust zal worden gehandhaafd. Zij gaven echter uiting aan hun teleurstelling over het mislukken van de onafhankelijkheids- besprekingen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 3