Geestelijke hygiëne van de
moderne woningbouw
„Alleen het ongestempelde ei
is vers,,
Een vreemde uitspraak
Meer Nederlandse steun aan
minder ontwikkelde gebieden
voorJJ
Rijsttafelen en mode-zien
Televisiebeleid in komende j aren
Marshall zal laatste poging doen
is van belang
mijnheer!
Eisen aan behoorlijke woning: „Privacy", ongehorigheid
en ruimte om zichzelf te zijn
Eén dode op de weg
Smakelijk slot van de Fashion-week
Flatneurose en haar gevolgen
B.P.M.-directeur had
auto-ongeluk
Eden naar Australië
Garantie van stempel bespottelijk gemaakt
ferimpvriS
Verlenging; cursusduur
H. B. S.
Minister voor één radio-
filharmonisch orkest
Minister van O., K. en W. antwoordt
Eerste Kamer
De salariëring van
toneelgezelschappen
Verlaging leerlingen-
schaal noodzakelijk
De onafhankelijkheid van Singapore
Labour bang voor tweede Cyprus
DONDERDAG 17 MEI 1956
PAGINA 3
Relatie van mens, woning
en stad
Psychologische aspecten
HOGERE SCHEEPS-
VRACHTENINDEX
111 NED. DESKUNDIGEN
UITGEZONDEN DOOR
VER. NATIES
De enige sok met
werkelijke garantie
De sterkste sok
van Uw leven!
Kleurecht, wasecht.
NETAM KEERT 12 PCT UIT
Wetsontwerp dit zittingsjaar niet
meer te verwachten
Steunzendcr s
Niet alleen „voor alle
leeftijden"
NIEUW TONEELSPEL VAN
ANTOON COOLEN
Voor Openluchttheater
in Heeswijk
Landbouw in Oostelijk
Flevoland
Ballet
Bajonet en kogel
Grote campagne
(Van onze correspondent.
De bijeenkomst, welke d? ^^Volk""
trale Vereniging voor Geestelijk^e V'olks
gezondheid woensdagmiddag
bouw voor K. en W. te U weent neen
gehouden, was geheel gewud aan de
geestelijke hygiëne van de moderne wo-
nil|bzijn'openingswoord heette de voor
zitter prof dj. F. J. J. Buytendijk de
talrijke aanwezigen hartelijk welkom o w
Z Exc. minister tr. H. Wit,e, mej. W. A.
l' M Hillen namens het min'sterie voor
Maatschappelijk Werk, dokter J. v. Herck
namens de Kath. Vereniging voor gees-
teshygiëne in België, voorts leden van
de Eerste en Tweede Kamer, hoofdamb
tenaren van diverse departementen zo
mede vertegenwoordigers van aanver
wante organisaties.
Naar de voorzitter mededeelde breidt
het aantal problemen, waarmede de ver
eniging zich bezig houdt, zich steeds
meer uit- Thans beschikt zij over 19 Me
disch Opvoedkundige Bureaus en 10
Bureaus voor huwelijksaangelegenheden
De hierbij opgedane ervarinv biedt solide
gegevens voor het verdere werk Minis
ter Witte constateerde hiervan, dat het
inzicht in de verhouding tussen won ng
en geestelijke gezondheid nog beperkt s.
doch wel hoeft men de overtuiging, dat
er verband bestaat. De opvatting, dat een
passende woning een der voorwaarden
is voor een harmonisch gezinsleven,
wordt door de ervaring duidelijk ge
steund. Als gevolg van de woningnood is
niet voor ieder gezin een passende wo
ning aanwezig, met het gevolg, dat de
gelegenheid tot volledige ontplooiing van
het individu vaak ontbreekt. Zo zien we
als een der schadelijke gevolgen van de
moderne woningbouw de flatneurose
Bij velen treden namelijk neurotische
verschijnselen op ten gevolge van inwo
ning. Ook de geluidshinder in flats speelt
velen parten Als gevolge van te kleine
woningen lopen kinderen de deur uit,
omdat zij in de sfeer van het gezin niet
meer kunnen spelen. Ouderen zoeken
elderg hun vertier, omdat vrienden en
kennissen vanwege gebrekkige ruimte
niet thuis kunnen worden ontvangen.
De minister besloot met de wens. dat
de vergadering zou leiden tot de ver
dieping van het inzicht, hoe men de wo
ning moet maken opdat zij een passend
schrijn zal vormen voor een gelukkige
gezinsopbouw.
De eerste inleider, ir. W. de Bruyn,
hield een rede over „De waarde van
woning en stad voor mens een ir
cchaDDÜ"
De ontwikkeling van onze samenleving
laat zien, hoe een voortschrijdende spe
cialisatie van beroepen ons heeft ge
maakt tot mensen, die elkander nodig
hezben. Onze arbeid is geworden een ver
vulling van een bepaalde maatschappe
lijke functie, die eerst tezamen met an
deren tot enig resultaat kan voeren Wij
kunnen zo goed als niets meer alleen tot
Stand brengen. Onze oorspronkelijke
landbouwerswereld is vergroeid tot een
functionele samenleving.
Dit heeft met zich mee gebracht een
voortdurende afsplitsing van huishoude
lijke functies naar gespecialiseerde or
ganen van de maatschappij. De oorspron
kelijke waarborg voor het leven binnen
het domein is daaruit bijna geheel ver
dwenen en komt te liggen in de organi
satie van de maatschappij-
Een goede volkshuisvesting vraagt in
de allereerste plaats .naar de aanwezig
heid van accommodaties en diensten, ge
richt op het wonen, want deze zijn het.
die het wonen in onze maatschappij mo
gelijk maken. Daarnaast behoren te za-
men met de woningen alle nodige accom
modaties tot stand te worden gebracht
en In functie te worden gehouden. Ons
wonen is in deze zin een collectief wo
nen geworden Het vraagstuk van °e
volkshuisvesting is dan ook in de eerste
plaats, de vraag op te lossen naar de £e-
zamenlijke voorzieningen, die het wonen
binnen de woning mogelijk moeten ma
ken. Daarnaast zal ons begrip van wo
nen met meer werkelijkheidszin gevormd
moeten worden.
Ir de Bruyn was van oordeel, dat wij
in onze denkwereld nog te veel leven in
patronen van een vroegere wereld, het
geen slechts conflicten oplevert. Wij
kunnen deze nooit oplossen door terug
te grijpen naar voorbije ongeschikte vor
men. Wij kunnen slechts geholpen w°r~
den door doeltreffende woonvormen to
stand te brengen, die beantwoorden aan
de maatschappij, waarin wij bestaan, a
hetgeen wij thans tot stand brengen z -
len wij moeten onderzoeken, welk e
uit een reeds verlaten verleden stamt en
welk deel nu al aansluit op een toekomst,
die reeds bestaat. Onze begrippen en
waarderingen hieromtrent zullen wij tn
dit verband evenzeer moeten herzien om
weer te komen *0t geschikte en aan de
werkelijkheid aangepaste vormen.
Hierna sprak drs. J. Linschoten over
„Het wonen als psychologisch probleem".
Spr. constateerde, dat de woningnood een
woord "it onze moderne woordenkeus is,
waarvan wij nauwelijks de diepere nood
realiseren. Van veel meer betekenis dan
het praktisch gebrek aan huizen is het
tekort om te leven, de conflicten in de
sociale en maatschappelijke sfeer, die men
zou kunnen noemen de nood van het
wonen.
De woning is de plaats om zich zelf
te zijn. Toch heeft een gehouden en
quête aan het licht gebracht, dat slechts
21 pet. van de geënquêteerde personen
iets over had voor een betere geluids
isolatie, terwijl 36 pet. bereid was gel
delijke last te dragen voor een verbe
tering van de warmte-insolatie en 67
pet. voor badgelegenheid. Aan de ver
betering van de woning i.e. de licha
melijke welstand wordt in het algemeen
meer waarde gehecht dan in geestelijk
opzicht De behoefte aan psychologische
beslotenheid is blijkbaar zo vermin
derd, dat men tegen de geluidshinder
niet zoveel bezwaar meer maakt.
Toch is de woning in vele opzichten
beslissend voor de leefwijze, niet alleen
door de technische, maar ook door de
psychologische sfeer ervan. In de mo
derne woning aldus spr. is geen
plaats voor verpleging, ouden van dagen,
geboorte, feestjes etc. Niettemin is het
wezenlijke van het wonen behouden ge
bleven, daar dit als grondkenmerk var
het menszijn moet worden beschouwd,
nl. als de verwerkelijking van de men
selijke geborgenheid.
In onze tfld moet deze echter op an
dere wijze worden uitgedrukt dan voor
heen, hetgeen impliceert dat dan ook
andere concrete eisen aan de woning
moeten worden gesteld. Van de grootste
betekenis is het, dat de woning privacy
biedt, niet gehorig is, ruimte biedt voor
kinderen en ouders om ieder hun eigen
persoonlijke zijnswijze te realiseren. De
consequentie is, dat men uit geesteshy-
giënisch oogpunt eisen moet stellen,
waarin de gangbare voorschriften en
verordeningen en de gehele beschou
wingswijze van het woningprobleem, niet
of onvoldoende voorzien.
In zijn slotwoord stelde prof. dr. Buy
tendijk, dat de woningnood als over
gangsfase slechts te overwinnen is door
een krachtig beroep te doen op de mens
om een eigen persoonlijk leven op te
bouwen. Spr. bevestigde de vaste wil van
de Vereniging mee te werken aan de
verwezenlijking van een betere gemeen
schap in ons vaderland.
Terwijl hij zich gisteren even voor
elven onderweg bevond naar de B.P.M.,
waar hij aanwezig moest zijn voor de
ontvangst van H M. de Koningin, heeft
de directeur van de B.P.M., de heer F. A.
C. Guépin, een auto-ongeluk gehad. Op
de Vondelingenplaat werd zijn auto aan
gereden door een autobus. De chauffeur
van de wagen liep hierbij inwendige
kneuzingen op en moest in het gebouw
van de medische dienst van de B.P.M
worden opgenomen.
De heer Guépin kwam er zonder kwets,
uren af en arriveerde nog juist op
tijd om het laatste deel van de ontvangst
in de lunchkamer mee te maken. De wa
gen een personenauto van de B.P.M.
werd zwaar beschadigd.
De door de United Kingdom Chamber
of Shipping berekende vrachtenindex voor
tramptonnage is in april tot een nieuw
hoogterecord van 151.6 (v m. 147.2) geste
gen (basis 1952 100). Hierin kwam
het bijzonder de levendige vraag vou
graanschepen tot uitdrukking.
De Amsterdammer J. v. K. is gisteren
omstreeks 12 uur om het leven gekomen,
toen hij op de Maasbreeseweg te Helden
(L.) met zijn auto een voor hem rijdende
truck met oplegger wilde inhalen en
daarbij te veel naar links i9 uitgeweken-
De met vrij grote snelheid rijdende Am
sterdammer botste tegen een links van de
weg staande boom.
Gisteren heeft premier Eden in het
Britse Lagerhuis bekend gemaakt, dat hij
officiële uitnodigingen had aanvaard om
in het begin van het komende jaar be
zoeken te brengen aan Australië en
Nieuw-Zeeland. „Ik heb deze uitnodigin
gen met groot genoegen aanvaard. Ik ben
van plan tijdens het parlementaire kerst
reces per vliegtuig uit Londen naar
Nieuw-Zeeland te vertrekken. Vandaar
zal ik mij naar Australië begeven", aldus
Eden.
De premier voegde hieraan toe, dat hij
;n februari naar Engeland zal terugkeren,
ady Eden zal de reis de eerste die
en Britse premier naar deze gebieden
naakt meemaken.
Het bestuur van het landbouwschap
staat voor de vraag of het moet advise
ren de stempeling van eieren af te
schaffen ja of neen. Gisteren heeft het
er uitvoerig over gesproken, maar tot een
beslissing kwam men niet: de stemmen
staakten In een volgende openbare ver
gadering zal er dus opnieuw over moe
ten worden gestemd. Hoe het resultaat
dan zal zijn, valt niet bij benadering te
zeggen. Gisteren immers was de ver
gadering niet voltallig; in een meer vol
ledige vergadering komen er dus nieuwe
stemmen bij.
Uit de discussie en stukken bleek, dat
de handel in ongestempelde eieren steeds
groter vormen aanneemt. Onder de leuze:
„Alleen het ongestempelde ei is vers",
brengen deze eieren een halve cent tot
een cent meer op, dan gestempelde. In
1955 werden ruim 609 miljoen stuks ge
stempeld verkocht ofwel slechts een der
de van het totale verbruik. Deze afzet,
zo wordt gesteld, ondermijnt de bonafide
De Nederlandse deelneming aan het pro
gramma van de Verenigde Naties voor
hulpverlening aan de minder ontwikkel
de gebieden beweegt zich in een stijgen
de lijn. De Nederlandse financiële bijdra
ge aan dit programma was voor 1955 10
procent hoger dan voor 1954, terwijl zij
ganen, waaronder het orgaan voor de we
deropbouw van Korea en het orgaan voor
de hulp aan Palestijnse vluchtelingen.
3000 studenten.
Aan de Nederlandse Universiteiten, Ho
gescholen en andere onderwijsinstellin
gen waren bijna 3.000 studenten uit de
minder ontwikkelde gebieden ingeschre
ven. Bijzondere vermelding verdienen in
dit verband de speciale internationale op
leidingsinstituten zoals het Luchtkarte-
ringscentrum, het Landbouw-Studiecen
voor de jaren 1956 tot en met 1958 opnieuw 6 „f c-.:,; ct„>iiec
met 15 procent werd verhoogd en daardoor trUm en het Institute of Social Stud
gebracht werd op bijna drie miljoen "ui-
den 's jaars.
De Sok voor
gevoelige voeten!
Gefabriceerd van 100°/.
Merinowol met en zonder
nylon versterking.
Prijzen
vanaf'3-90
per paar
Uitsluitend verl-crijgbaai
in de goede
Herenmodezaken
Het aantal Nederlandse deskundigen, uit
gezonden door de Verenigde Naties en
haar Gespecialiseerde Organisaties steeg
van 97 in 1954 tot 111 in 1955, terwijl in
deze jaren resp. 151 en 190 buitenlandse
studerenden onder auspiciën van het V.N.-
programma in Nederland werden ontvan
gen. Voorts werd een bedrag van 500.000
gulden door de Nederlandse regering be
schikbaar gesteld voor de uitzending van
jongere deskundigen op Nederlandse kos
ten. Deze gegevens worden vermeld in het
zojuist verschenen Jaarverslag over 1955
van de commissie voor Internationale
Technische Hulp en het Bureau voor In
ternationale Technische Hulp te 's-Gra-
venhage.
Niet alleen het internationale contact
via de Verenigde Naties doch ook de bila
terale contacten met de minder ontwikkel
de gebieden ontwikkelen zich volgens dit
Jaarverslag op bevredigende wijze in het
afgelopen jaar waren 127 Nederlandse
deskundigen in bilateraal verband werk
zaam in 25 verschillende landen, waar
onder de Goudkust, Nigeria, de Soedan,
Bolivia en Irak.
Evenals in voorgaande jaren werden de
meeste Nederlandse deskundigen in V.N.-
verband uitgezonden door de F.A.O de
Voedsel- en Landbouworganisatie der Ver
enigde Naties, namelijk 53. Daarna volg
den de wereldgezondheidsorganisatie met
20, de Internationale Arbeidsorganisatie
met 10, de Internationale Burgerlucht-
vaartorganisatie met 9 en de Unesco met
7 uitgezonden Nederlandse experts. Boven
dien werden 12 Nederlanders rechtstreeks
uitgezonden door de Verem®d£,^ v or
en nog 18 anderen door speciale V.N.-or-
De directie en commissarissen van de
Nederlandse Tankapparaten en Machine
fabriek .Netam" te Rotterdam zullen aa-
de vergadering van aandeelhouders voor
tellen het dividend ovr 1955 op 12 pet. 'e
bepalen. Hiervan zal 5 pet. in aandelen
worden uitgekeerd. (Over 1954 werd 12 pet
uitgekeerd, alsmede uit de agioreserve 5
pet. in bonus-aandelen).
Het onderwijs aan de j eugd A„»fipmen
en 15 jaar is een van de ^rnproblemen
van het gehele onderwijs. Het lig
bedoeling van de minister van o„
de hiermede verband houdende
van pedagogisch-didactische aard dcs_
orde te stellen in een commissl® 7
kundigen uit de daarbij betrokken sec
toren van het onderwijs, teneinde, zo
mogelijk, tot een gemeenschappelijk
standpunt te komen, aldus zegt n:u
memorie van antwoord aan de Ee
Kamer.
Ook de vraagstukken, rakende de ver
houding van het u.l.o. tot het v.
i zal de minister tot voorwerp Yan,
I bespreking tussen de verschillende daar
bij betrokken belanghebbenden maken.
Het is de bedoeling van de minister, dat
in het wetsontwerp betreffende de ver
lenging van de cursusduur van de h.ö.s.
mede wordt opgenomen een wijziging van
de voorschriften omtrent de inrichting
van het onderwijs en van die betreffende
de eindexamens van de scholen voor
middelbaar en voorbereidend ^hoger on
derwijs, opdat een grotere vrijheid voor
het onderwijs aan deze scholen wordt
verkregen.
Hoewel de minister en de staatssecre
taris aanvankelijk verwachtten, dat het
betreffende wetsontwerp nog in de loop
van dit zittingsjaar aanhangig zou kun
nen worden gemaakt, blijkt dit niet
mogelijk.
Alleenverkoop: N.V. Import Ml).
BECOPA v/h A. Bernhelm. A aam
Fabrikante: Koninklijke Kousen-»
en Sokkenfabrieken
M. Jansen de Wit N.V., Schijndel
Voor de minister van o., k. en w. is
het aan geen twijfel onderhevig, dat de
radio yie beschikking moet hebben over
een eigen orkestapparaat. Men kan van
mening verschillen over de vraag, of dit
apparaat noodzakelijkerwijs mede moet
bestaan uit een filharmonisch orkest; de
minister is geneigd deze vraag bevesti
gend te beantwoorden. Aldus staat te
lezen in de memorie van antwoord op
het voorlopig verslag uit de Eerste
Kamer n.a.v. de begroting van o., k. en w.
DE uitspraak van „De Raad van
Tucht der Federatie van Neder
landse Journalisten" inzake de
klacht van burgemeester Schokking
tegen de redactie van het „Haagsch
Dagblad" en waarvan de conclusies in
dit blad zijn weergegeven, is een
nadere beschouwing zeker waard. De
Raad, samengesteld uit prof. mr. J. van
Hamel (voorzitter), mevr. mr. J.
Brans-Woitering, mr. H. Dikkers, J. W.
Henny, mr. G. Kropman en mr. M. de
Leeuw (secretaris) en niet de heer S.
Zoetmulder en prof. mr. L. Schlich-
ting als adviserende leden, heeft hier
mee uitspraak gedaan in een zaak, die
speciaal in verband met de daardoor
mede ontbrande discussie over de pers
zeden, voor de Nederlandse journalis
tiek van groot gewicht te achten is.
Het zal voor niemand als een verrassing
zijn gekomen, dat de Raad van Tucht de
hoofdredacteur van het „Haagsch Dag
blad" met de zwaarste sanctie, welke te
zijner beschikking staat, heeft getroffen.
Men zal zich herinneren, dat het „Haagsch
Dagblad" in de „Verantwoording" van de
publikatie over het gebeurde te Hazers-
woude in 1942 als motief heeft opgegeven,
dat het niet tevreden was over het op
treden van de heer Sehokking éls burge
meester van Den Haag, een motief dus
geheel buiten de zaak gelegen en waar
bij deze zaak slechts diende om aan de
opzet tot verwijdgpjjjg van de Haagse
burgemeester bijzondere kracht bij te zet
ten. Wij hebben de zeer ernstige laak
baarheid van een dergelijk optreden reeds
eerder aan de kaak gesteld en onder
schrijven gaarne de uitspraak van de
Raad, dat „hiermede de waardigheid van
de stand der Nederlandse journalisten
(werd) geschaad".
DE klacht van de heer Schokking
betrof intussen niet slechts de
„verantwoording" van 't „Haagsch
Dagblad", doch ook de onthulling van
het gebeurde in 1942 zelf. Hier echter
volgt de Raad de klager niet. De over
wegingen evenwel, welke hij hierbij
geeft, nopen tot enige kanttekeningen
Twee zaken stonden hier ter beoorde
ling. Ten eerste: was de weergave van de
feiten, zoals door het „Haagsch Dagblad"
gegeven, correct?; vervolgens: was de
publikatie al dan niet lichtvaardig 7
Wat het eerste punt, de weergave der
feiten, betreft: het verrast ons zacht
gezegd zéér, dat de Raad geen kritiek
heeft op de door het „Haagsch Dagblad"
de heer Schokking geldende verzachtende
omstandigheden, hoewel met name het
rapport van de heren Donner, Ebels en
Neher uitvoerig op deze kant van de zaak
heeft gewezen. De weergave van feiten
houdt steeds ook een waardering in.
Voor verschil van inzicht en waardering
bij een feitelijke beoordeling hebben wij
alle begrip, maar om, zonder nadere argu
mentatie, te beweren, dat het „valstrik
motief", waarop de heer Schokking zich
beroept „te weinig overtuigende kracht
(bezit) om enige betekenis te hebben",
doet na het eerder genoemde rapport we)
vreemd aan. Nog méér de stelling van de
Raad, dat bij de weergave der „feiten
de zienswijze van de heer Schokking ge
heel mocht ontbreken.
Een andere merkwaardige passage van
de Raad betreft de aanraking, welke de
heer Schokkingdestijds met verschillen
de zuiveringsinstanties heeft gehad en
ten aanzien waarvan het „Haagsch Dag
blad" beweerde, dat „de zaak" „de doof
pot" in was gegaan. Deze kwalificatie
wordt „niet onjuist, althans wat de in
druk naar buiten betreft", geacht.
De Raad verklaart bovendien, dat hem
„uit eigen onderzoek" is gebleken, dat de
behandeling van deze zaak „geen duide
lijk einde" heeft gekregen en zegt voorts,
dat „de procureur-fiscaal bij het Bijzon
der Gerechtshof te Den Haag persoonlijk
nimmer kennis van het geval (heeft)
gehad".
Dit laatste is intussen in strijd met de
brief, door de Haagse officier van Justitie
op 17 maart j.l. aan mej. Pino gericht, en
waarin gezegd werd, dat „de procureur-
fiscaal.... destijds na kennisneming der
stukken geen termen aanwezig heeft ge
vonden om een strafzaak tegen mr.
Schokking aanhangig te maken". Wij
zouden gaarne vernemen, welke van
beide lezingen de juiste is. Maar wat ons
het meest bevreemdt is het gemak, waar
mee de Raad zich neerlegt bij de door
het „Haagsch Dagblad" gekozen formu
lering. die hij zelf een „schilderachtige en
sensationele voorstelling" noemt, doch
die hij verontschuldigt met de overwe
ging, dat zij „de indruk naar buiten" wel
dekt. Naar onze mening legt juist „deze
indruk naar buiten", welke steeds bij het
seponeren v^n een zaak gemakkelijk
wordt gewekt de pers een bijzonder grote
verantwoordelijkheid oP en het komt ons
voor, dat in casu het „Haagsch Dagblad"
iedere „sensationele voorstelling" had die
nen te vermijden, temeer daar de beer
Schokking zowel aan de adviescommissie
voor de zuivering van burgemeesters met
tot enig optreden heeft gegeven, hoewel
de feiten bekend waren Nogmaals, wij
kunnen ons voorstellen, dat men zich met
het waarderingsoordeel, dat in de beslis
sing van beide zuiveringsinstanties Ugt
opgesloten niet kan verenigen, maar men
kan dit aspect niet eenvoudig af doen
met de opmerking, dat de zaak „de doof
pot is ingegaan", zonder dat men zich
zelf bezondigt aan het wekken van „een
indruk naar buiten", die "Iet slechts sen
sationeel maar ook eenzijdig en dus on
juist is.
BIJ het beschouwen van de vraag of
het „Haagsch Dagblad" al dan
niet lichtvaardig tot publikatie is
overgegaan, meent de Raad, dat hier
verschil van mening mogelijk is. Het
is jammer, dat hij, na de gronden te
hebben opgenoemd welke tegen de
publikatie pleiten, eenvoudig stelt, „dat
het openbaarmaken van een zo ern
stige zaak, waarbij niet tot vervolging
is overgegaan, steeds met een beroep
op het algemeen belang kan worden
gerechtvaardigd". Deze formulering is
zó algemeen, dat zij van belang is ook
buiten de zaak-Schokking.
Het is een stelling welke wij niet kun
nen onderschrijven. Hierdoor schijnt de
journalist in voorkomende gevallen van
iedere afweging van vóór en tegen t.e
zijn ontslagen Of de Raad een dergelijke
ruime opvatting is toegedaan ls hiermee
wellicht nog niet uitgemaakt maar het
i> in ieder geval te betreuren, dat hij
zich tot het uitspreken van een derge
lijke algemeenheid heeft laten verleiden.
Dit was te minder nodig, nu de Raad
van mening was dat hij zich over de ge
oorloofdheid van de publicatie niet had
uit te spreken, omdat in casu de hoofd
redacteur van het „Haagsch Dagblad
zich tevoren tot de minister-president
had gewend en aldus de mogelijkheid tot
onderzoek had opengesteld
neelt op ae flOOr U" „naagscn uaguiau -- - .„„u-i RB,nnrler
gepubliceerde weergave der feiten, welke zetel Rotterdam als aan het Bflzori
nergens ook maar zinspeelde op de voor Gerechtshof te Den Haag geen aanl iding
E 18e week van de Nederlandse
Dconfeetie-industrie kan bogen op
een smaakvol en tegelijk smakelijk
slot. De buitenlandse gasten vonden al
les „ravissant" en „lovely". Ook de
voortreffelijke rijsttafel, waarop ze in
hotel Lido te Amsterdam werden ont
haald.
Onder het genietend proeven van d't
pittige „galgemaal" het laatste in
de rij der feestelijke bijeenkomsten die
door de organisatoren der Fashionweek
werden aangeboden kwamen natuur
lijk weer modellen te voorschijn.
Vier huizen lieten hun nieuwste crea
ties zien. En van deze vier beviel Fil
ler ons het meest. De pakjes, jurkjes en
deux pièces van jersey, die deze firma
brengt behoeven niet onder te doen
voor welke buitenlandse tricotmodellen
ook. Er waren veel marine-blauwe jer
sey jurkjes en tailleurtjes, alle met een
vleugje wit gegarneerd. Op sommige
werd een half lang of drie kwart lang
peau de suède jasje gedragen, van een
eigenaardig blauw, dat het meest lijkt
op de kleur van bloeiende lavendel.
Zeer chic vonden wij het zwarte
jersey japonnetje met hermelijnen col
en op de rok een los achterpand la
Givenchy.
Het huis Plaza was ook weer present
met winterse pakjes in echt winterse
kleurencombinaties. Een mantelpakje
met rode blouse en dito voering trok
zeer de aandacht.
Praktisch en niet duur was een beige
jas met lage, brede ceintuur, die zakken
vormt terwijl ook opviel een après ski
pakje bestaande uit een los jasje van
beige mohair, afgezet met een wollen
materiaal, dat veel weg heeft van ve
lours broché. Onder dit jasje werd een
getailleerd mouwloos vest van hetzelfde
kleurige materiaal gedragen.
Bercofa toonde een hele serie warm-
aandoende jassen met grote kragen, ge
makkelijke ruime mouwen en brede,
verticale bontbelegsels over het gehele
voorpand. Sommige van deze mantels
deden wat massief aan. Over het alge
meen vonden wij het evenwel toch echt
jassen om op kille dagen, „zo in weg te
kruipen". Chic was een eenvoudig
zwart wintertailleurtje met bijzonder
mooie persianer kraag.
Egon Pfeiffer was vertegenwoordigd
met een paar cocktail- en avondtoilet-
tjes, waarvan het licht blauwe, korte
avondjurkje met wijde rok en mooie
halslijn nog het meest beviel.
Het was grappig te zien, hoe de gas
ten lieden van zeer diverse plui
mage reageerden op de vele pikante
hapjes van onze bekende rijsttafel èn
op de diverse modellen van onze con
fectionairs.
Maar alles bij elkaar waren zij uiterst
tevreden. Mrs. Lucie Noël, Par ij se cor
respondente van de New Work Herald
Tribune, vertolkte aller gevoelens van
waardering, dankbaarheid en bewonde
ring in een hartelijke speech, waarna
ook een van de Nederlandse mode-re
dactrices het woord nam om de organi
satoren dank te brengen voor het gebo-
dene.
In deze stemming werd afscheid ge
nomen van de collega's, van de organi
satoren. van de buitenlandse gasten, die
blij waren als kinderen met het aI"
scheidscadeau van de Fashionweek: een
Volendamse pop!
DIET VAN DUIN.
Een vlot après-ski-ensemble bestaande
uit een los jasje en mouwloos vest. Mo
dél Plaza.
Maar deze laatste mening van de Raad
op zichzelf lijkt ons de meest vreemde
van de gehele uitspraak Want hier wordt
volledig geabstraheerd van de concrete
toedracht, welke de Raad in zijn derde
conclusie brengt tot 't uitspreken van een
ernstige berisping. De grote vraag is
namelijk, wat de hoofdredacteur van
het ..Haagsch Dagblad" aan de minister
president heeft meegedeeld. Heeft hij
hem inzage, althans kennis gegeven van
de inhoud niet slechts van de te publi
ceren verslaggeving Inzake het gebeurde
van 1942. maar óók van de redactionele
„verantwoording"? Dit laatste ls niet
onwaarschijnlijk en lijkt ons van beslis
sende betekenis voor het optreden van de
minister-president. Want als deze inder
daad óók kennis heeft genomen van de
onzedelijke motieven van het .Haagsch
Dagblad" te weten de verwijdering
van de burgemeester van Den Haag
dan kon hij zich naar ons gevoel niet aan
de indruk onttrekken, dat hem hier
onder de pressie van de voorgenomen
publicatie stappen ter verwijdering van
de Haagse burgemeester werden afge
dwongen.
Deze onverbreekbare samenhang tus
sen de motieven van het ..Haagsch Dag
blad" en de rest van de publikatie is in
de uitspraak van dp Raad volkomen mis
kend terwijl het toch zeer aannemelijk
is dat juist de aan de dag getreden
motivering van grote invloed is geweest
niet alleen op het onderhoud tussen de
hoofdredactie en de minister-president
maar ook op de geest waarin, en de
wijze waarop het onderzoek naar en de
weergave van de gebeurtenissen van 1942
door het „Haagsch Dagblad" werden
verricht.
Door deze samenhang niet te onder
zoeken is de Raad naar onze mening
ernstig te kort geschoten. Alleen t.a.v.
de „Verantwoording" stelt de Raad vast
dat „de journaliststellig elke indruk
(moet) uitsluiten <5at zodanige onthullin
gen door de pers met geheel andere en
buiten de zaak gelegen oogmerken naar
voren kunnen worden gebracht". Door
deze opmerking tot de ..Verantwoor
ding" te beperken en door zich te
onthouden van enige kritiek inzake
de rest der publikatie wekt de
Raad de Indruk, dat het „Haagsch
Dagblad" vrijuit zou zijn gegaan Ms
het slechts zo s lim was geweest
haar diepere bedoelingen voor zich te
houden Deze opvatting kan voor de
perszeden in ons land funeste gevolgen
hebben
Zeer onlangs is aan de minister van
O. K. en W. door de Nederlandse Tele
visie Stichting een financieringsplan
voorgelegd voor de komende jaren,
waarin wordt aangenomen, dat, indien
de jaarlijkse opbrengst van het kijkgeld
ter beschikking van de Televisie Stich
ting wordt gesteld, de bijdrage van het
rijk gerekend van 1957 telkenjare met
een aanzienlijk bedrag kan worden ver
minderd. aldus staat te lezen in de me
morie van antwoord aan de Eerste Ka
mer De minister heeft deze prognose nog
in studie. Een moeilijk punt vormen
hierbij de kosten van PTT en N.V. No-
zema voor de exploitatiekosten van zen
ders en verbindingen, die voorlopig op
ruim f 3.000 000 worden geschat. De mi
nister meent, dat er de voorkeur aan ge
geven moet worden de bijdrage aan de
Nederlandse Televisie Stichting, rekening
houdend met een zekere te voren aan
vaarde ontwikkelingsgang, van jaar
tot jaar vast te stellen.
De minister heeft enige malen ver
klaard geen tegenstander van de com
merciële televisie te zijn, doch terzake
geen beslissing te zullen nemen, alvo
rens hij overleg heeft gepleegd met de
Tweede Kamer. Hij stelt zich voor dit te
teen, zodra hij beschikt over het advies
van de Radioraad, die deze aangelgenheid
momenteel in studie heeft.
Op het verzoek om inlichtingen over
de stand van zaken bij de bouw van
steunzenders kan de minister medede-
ten, dat de installaties te Roermond in
1957 in bedrijf zullen komen. Het is in
derdaad ongewenst, dat men op oen be
langrijk deel van bet Nederlands grond
gebied nog geen Nederlandse televisie'
programma's kan ontvangen, doch de
N.V. Nozema, die verantwoordelijk is
voor de bouw van de zenders, kan de
uitvoering der werkzaamheden niet naar
willekeur versnellen.
Indien, overeenkomstig de mening van
een aantal leden van de Eerste Kamer,
alleen films, die voor alle leeftijden toe
laatbaar worden geoordeeld, voor televi
sie-uitzending in aanmerking zouden ko
men, zou dit naar het oordeel van de
minister een niet strikt noodzakelijke be
perking van de programmamogelijkheden
zijn.
Traditiegetrouw schreef Antoon Coo-
len ook dit jaar weer een nieuw open'
luchtspel voor het theater van „De
Kersouwe" te Heeswijk Dit nieuwe spel
..Sawitri" een Oosters spel van de liefde
en de dood is het zesde in de reeks van
oorspronkelijke stukken, waarmee de
auteur het toch altijd nog arme reper
toire van het openluchtspel in Neder
land verrijkte. De motieven van het
stuk zijn ontleend aan een der bekend
ste passages der Veda-literatuur van het
oude India.
Het spel. dat onder regie van de heer
Jo van Erp reeds in studie is genomen
zal van 15 juli tot eind augustus op acht
zon- en feestdagen worden opgevoerd.
handel en de coöperaties. Het stempelen,
dat is bedoeld als waarborg voor ge
wicht en kwaliteit, wordt bespottelijk
gemaakt. Het bestuur van het bedrijf
schap voor pluimvee en eieren zou aan
de minister hebben voorgesteld het ver
plichte stempelen af te schaffen, maar
het landbouwschap zal als producenten-
groep eveneens zijn oordeel moeten geven.
Vele pro's en contra's werden aange
voerd, maar, zoals gezegd, toen het op
stemmen aankwam, bleken er evenveel
voor- als tegenstanders te zijn.
Het bestuur heeft voorts zijn standpunt
bepaald inzake een voornemen van minis
ter Manshoit om de in- en uitvoer van
paarden te liberaliseren. Men ziet tegen
deze liberalisatie binnen de OEES-landen
geen bezwaren, indien deze op basis van
wederkerigheid zal geschieden.
De vergadering besloot aan het perso
neel van het landbouwschap een uitkering
van vier pet. als vakantiebijslag te geven.
Men bleek niet tevreden over het ge
houden overleg met een delegatie van de
Zuiderzeeraad inzake het verkavelings
plan voor oostelijk Flevoland. Aan de
agrarische wensen wordt niet tegemoet
gekomen, ook a] zal een bosstrook op het
midden van de polder vervallen en ver
legd worden naar Lelystad.
Bij de minister van wederopbouw en
volkshuisvesting zuilen voorts bezwaren
worden ingebracht tegen het streekplan
noordwest-Overijssel.
De heer H. D. Louwes. die na een zit
tingsperiode van twee jaar is herbe
noemd tot voorzitter, heeft tenslotte in
een toespraak aangedrongen op verster
king van begrip voor en vertrouwen in
het landbouwschap. Het schap is de top-
organisatie van alle agrarische bedrijfs-
genoten en geen verlengstuk van de over
heid. De landbouw heeft, ondanks huidige
moeilijkheden, goede mogelijkheden, mits
wij die weten te benutten. „Wij moeten
bezonnen en slagvaardig overgaan tot de
aanval voor een landbouwbeleid, dat
onze agrarische bedrijfsgenoten een be
hoorlijk bestaan met een verantwoorde
toekomstverwachting geeft en hun ge
legenheid biedt door hun arbeid hun
nationale opdracht goed te vervullen".
De salariëring van de leden van de ge
subsidieerde toneelgezelschappen ge
schiedt binnen het kader van een sa
larisregeling, die door de stichting toneel
coördinatie is vastgesteld. Het minimum
salaris van een toneelkunstenaar be
draagt voor 1955/1956 f 3180, het mmü"
mum f 9216, terwijl in enkele bijzondere
gevallen een hoger salaris kan worden
toegekend. Het ligt in de bedoeling van
de stichting dit minimum voor 1956/1957
te verhogen tot f 3500. Aldus deelt de
minister van O. K. en W. mee in zijn me
morie van antwoord aan de Eerste Ka
mer.
De minister is, voor zover dit binnen
het bereik van de mogelijkheden ligt, be
reid e» aan mede te werken, dat aan de
leden van de ten laste van dit begrotings
hoofdstuk gesubsidiëerde balletgroepen
een sociaal verantwoord minimumsalaris
in verband met opleiding en praktijk
wordt gewaarborgd. Financiële steun van
zodanige omvang, dat daardoor een be
langrijke verbetering zou kunnen worden
gebracht in de salariëring van de leden
van alle balletgroepen, za] naar het zich
laat aanzien, ook in de min meer na
bije toekomst, niet kunnen worden ver
leend.
In antwoord op de vraag uit de Eerste
Kamer, hoe het thans met het vraagstuk
van de onderwijzerssalarissen staat, kan
de minister van o„ k. en w. mededelen,
dat het rapport van de salarisdeskundigen
in de raad voor de burgerlijke rijksdienst
is besproken en vervolgens op 4 mei J.l.
aan de leden van de bijzondere commissie
voor georganiseerd overleg voor het lager
onderwijs is toegezonden. De vertegen
woordigers der onderwijzersorganisaties
zijn uitgenodigd voor een bespreking in
deze commissie van dit rapport, zodra
zij het hebben bestudeerd.
Het verwijt, dat de regering het ulo-
onderwijs in de steek zou laten door niet
tijdig voor een billijker salariëring te
zorgen, kan de minister niet aanvaarden.
Ook de minister is er zich volledig van
bewust, dat het tekort aan docenten een
uiterst pijnlijk vraagstuk is. De bestrij
ding ervan zal met alle middelen worden
voortgezet.
Voor wat het gewoon lager onderwijs
aangaat zal na het schooljaar 19561957
naar de mening van de minister het
ergste geleden zijn, al ziet hij daarbij de
veel te grote klassen van thans niet over
het hoofd.
Van de noodzaak van een verlaging
van de leerlingenschaal is de regering
overtuigd; zü is voornemens zo spoedig
als dit mogelijk is hiertoe over te gaan.
Het tekort aan onderwijzers en aan bouw
volume maakt het echter niet mogelijk
direct of op korte termijn een verlaging
van de leerlingenschaal te realiseren.
De premier van Singapore, David
Marshall, heeft gisteren na een bespre
king in het Lagerhuis met Britse Labour-
leiders over de mislukte onderhandelin
gen inzake onafhankelijkheid voor Singa
pore verklaard, dat hij een denkbeeld
heeft voor een „nieuwe benadering"
van het vraagstuk.
Hij zou zijn plan, dat, naar hij meent
voor het Britse volk en „mogelijk ook
voor onze mensen" aanvaardbaar is, van
daag voorleggen aan de minister van ko
loniën Alan Lennox-Boyd.
De Labourafgevaardigen, die vrezen
dat de grote Britse marinebasis Singa
pore een tweede Cyprus zou kunnen wor
den, hebben er gisteren in het Lagerhuis
bij de regering op aangedrongen de be
sprekingen te hervatten .Zij vroegen mi
nister Lennox-Boyd een bijeenkomst te
beleggen met premier Marshall vóór
deze in het komende weekeinde Enge
land verlaat. De minister verklaarde
echter, dat hij de onderhandelingen slechts
wil hervatten op basis van de Britse
voorstellen, die door de delegatie van
Singapore verworpen zijn.
Eerder op de dag had Marshall op een
persconferentie gewaarschuwd, dat het
mislukken der besprekingen tot een tra
gedie in de kolonie zou kunnen leiden.
„Hoe lang denkt n Singapore te kunnen
behouden met de bajonet en de kogel-
zo vroeg hij.
In een radiorede verklaarde Marshall
gisteren nog, dat hij na terugkeer in Sin
gapore niet alleen direct zou aftreden als
premier, doch dat hij zich helemaal uit
de politiek zou terugtrekken.
Leiders van de regeringspartij in Sin
gapore, het arbeidsfront, hebben gisteren
verklaard, dat het mislukken van de be
sprekingen in Londen over de onafhanke
lijkheid van Singapore moet worden ge
volgd door een „grote nationale campag
ne" ter v erkrijging van onafhankelijk
heid.
De uitvoerende raad van de partij gaf
een verklaring uit, waarin werd gezegd:
„Onze koloniale meesters wensen in een
positie te blijven waarin ze ons orders
kunnen blijven geven. Dit blijkt duidelijk
uit hun afwijzing van ons voorstel de
voorzitter van de defensieraad te doen
benoemen door de regering van de fede
ratie".
Intussen hebben vertegenwoordigers
van ongeveer 150.000 arbeiders in Singa
pore verklaard, dat orde en rust zal
worden gehandhaafd. Zij gaven echter
uiting aan hun teleurstelling over het
mislukken van de onafhankelijkheids-
besprekingen.