IflTERÖ
VODR30MG
GOUDEN BRUILOFT
.S3 SIST
fUOfr
WOC/O
m+m
VLUCHT IN DE NATUUR....
IJ Hi
UIT INTERLANDWEDSTRIJD
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
Bridge-Rubriek
m fl Él
EVEN AANDACHT VOOR
ZATERDAG 9 JUNI 1956
PAGINA 6
Nieuwe uitgiften
1
J*Ü
ft If: ÉS
Sm w&É
15 juni: S. Bernhard van Menthon
MIDZOMER-VUREN
De negende juni:
Dickens' sterfdag
Nederland puzzel
NOORDELOOS
1. N(oorden). 2. bos. 3. broek (land).
4. Eenrums. Eenrum ligt in de oude
gouw Hunzinga. 5. Noordhorn. 6. Mid
delzee. Sneek lag vroeger aan deze
„zee". 7. Salland. Mischien: Isala-land,
dus: land van de Usel. 8. De eerste
stoomboot kwam 1816 hier te lande
aan. 9. dok. 10. S(int).
Oplossingen
Tien zee-vragen
POST BUS 8HILVERSUM
CORRESPONDENT IE-AURES:
Duitsland. (Bondsrepubliek). Van
daag zou ook hier een zegel in omloop
*H V-'Strii-A
komen ter gelegenheid van de dit jaar le
houden Olym
pische spelen.
Het is een 10
Pf-; op de af
beelding stelt 't
cijfer nul een
gestileerd sta
dion voor, ter
wijl men er ook
de vijf olympi
sche ringen op
aantreft. De op-
bedraagt
20 miljoen exemplaren.
Italië. Na Zwitserland kwamen on
langs ook de Italiaanse posterijen met
een herdenkingszegel gewijd aan het 50-
jarig bestaan van de Simplontunnel.
FOOR EERSTE-DAG-ENVELOPPEN bestaat nog steeds een stijgende
belangstelling. Het is te begrijpende dikwijls fraai bedrukte omslagen,
voorzien van een tekening die verband houdt met de nieuwe postzegel-
emissie doen het meestal goed en bovendien de adressering aan de ver
zamelaar zelf geeft er een persoonlijk cachet aan.
Hoe groot de vraag naar eerste-dag
enveloppen wel is, bleek uit een commu
niqué dat onlangs door de Verenigde
Naties werd gepubliceerd en bij lezing
waarvan men een idee krijgt wat er aan
de uitvoering van bestellingen der first-
day-covers van de Ver. Naties vast zit.
In het mei-nummer van het ,,Ned.
Maandblad voor Philatelie" werd hieruit
een en ander gepubliceerd.
Zoals bekend gebruikt de organisatie
der Ver. Naties haar eigen postzegels,
welke ook bij de verzamelaars in ons land
zeer in trek zijn. Tegen de tijd dat er
een nieuwe uitgifte plaats vindt, worden
door de Postdienst der Ver. Naties circa
25 tijdelijke werkkrachten in dienst geno
men om de bestellingen uit te voeren,
welke op de nieuwe zegels en de gelijk
tijdig uit te geven eerste-dag-enveloppen
zijn binnengekomen van filatelisten uit
de gehele wereld.
Ongeveer drie weken voor de datum
van uitgifte worden 5 a 6 man hulpper
soneel opgeroepen voor de voorbereiden
de werkzaamheden. Een week later ko
men er nog 6 a 7 bij, die belast zijn met
het openen van de met bestellingen ont
vangen brieven en om te controleren of
de gestorte bedragen kloppen met de or
ders voor nieuwe zegels.
Het plakken van de postzegels op de
brieven begint ongeveer tien dagen voor
de uitgifte. Opnieuw worden 7 S. 8 per
sonen in dienst genomen, die per dag
circa 2.000 enveloppen verwerken. Meest
al begint de afstempeling van de enve
loppen vier dagen voor de dag van uit
gifte door personeel van de posterijen
van de Ver. Staten, dat daarvoor door
de N. Yorkse postdirecteur beschikbaar
wordt gesteld. Een volle week na de dag
van verschijnen zijn alle bestellingen af
gewerkt.
Dat het bier niet over kleine partijen
gaat, blijkt o.m. uit de volgende cijfers.
Voor de eerste postzegel van de V.N. (op
24 oktober 1951) werden meer dan 500000
enveloppen behandeld, terwijl toen meer
dan een miljoen eerste-dag-afstempelin-
gen werden geplaatst op de first-day-
covers met de volledige series der 15 ze
gels, welke op drie verschillende data
verschenen. Bij de uitgifte op 24 oktober
vorig jaar Op de tiende verjaardag van
de V.N, werden 455.000 brieven afgestem
peld. Dit zijn wel de hoogste cijfers. Nor
maal bedraagt het aantal afstempelingen
bij een emissie tussen de 250.000 en
300.000. In totaal werden tot nu toe meer
dan 5 miljoen enveloppen behandeld.
Wat tenslotte de opbrengst van de
eerste-dag-enveloppen betreft, deze vari
eert telkens tussen de 35.000 en 50.000
dollar, al naar gelang de uitgegeven ze
gels.
11l ii 11in in»«ftnil,»r(»>«>
Het is een 25 Lire, waarop men links
een postkoets uit vroeger eeuwen vindt
afgebeeld en rechts een trein, die juist
de tunnel heeft verlaten.
Japan. De wereldkampioenschappen
tafeltennis, welke onlangs werden gehou
den, kregen ook een postale herdenking
in de vorm van een 10 yen, waarop men
twee tennisspelers in actie ziet.
Omstreeks dezelfde tijd kwam ook een
10 yen in koers als herinnering aan de
wereldkampioenschappen judo.
Liechtenstein. Een 20 Rp. zon
der toeslag zal op 25 augustus verschij
nen naar aanleiding van de postzegel
tentoonstelling te Vaduz met het portret
van de erfprins erop, die dit jaar zijn
vijftigste verjaardag viert.
Vermelding verdient dat dit laatste
feit ook de aanleiding vormt tot het slaan
van een gouden munt van 50 fr., die dan
tevens zal dienst doen als gouden me
daille bij de toe te kennen bekroningen
van de postzegeltentoonstelling.
Nederland. In de reeks gewone
frankeerzegels met H.M. de Koningin er
op is thans een 85 ct (lichtgroen) ver
schenen. De complete reeks bestaat nu
uit de volgende waarden: 1, 2, 3, 4, 5, 6,
7, 10 12, 15, 20 25 30, 35 40, 45, 50, 60,
75 en 85 cent, 1,—', 2,50, 5,—, 10—,
15,en 25,De postzegels van 2%
cent, voor zover niet buiten gebruik ge
steld, mogen worden opgebruikt.
Oostenrijk. Op 5 juni kwam een
1,45 Seh. (groen en rood) ln omloop naar
aanleiding van het te Wenen te houden
internationaal congres, dat aan de ste
denbouw gewijd zal zijn.
DE OOSTENRIJKSE 2J,0 Sch., die
vorige maand t.g.v. het wereld-energie
congres te Wenen in omloop kwam.
Op de zegel ziet men o.m. het stadsplan
van de Oostenrijkse hoofdstad tegen de
achtergrond van de landkaart van Euro
pa. Daaomheen vijf markante nieuwe
stadsuitbreidingen in ons werelddeel nl.
te Stockholm, Bielefeld, Milaan, Harlow
en Rotterdam.
Vaticaan. Bij gelegenheid van het
feit, dat vijf eeuwen geleden de H. Rita
van Cassia overleed, kwamen hier drie
zegels in omloop, waarop men de H.
Augustines met ennkele rozen vindt afge
beeld. Zoals bekend bestaat er een Augus-
tijns gebruik op de feestdag van deze hei
lige (22 mei) rozen te wijden, de zoge
naamde St.-Rita-rozen, waarmee veel ge
nezingen werden verkregen.
De reeks bestaat uit een 10 L. (grijs),
25 L. (bruin) en 35 L. (blauw).
Ver. Staten. Op 27 juni a.s. zal
een 3 ct. in koers komen ter herinnering
aan het feit, dat een halve eeuw geleden
de wet op de keuring van levensmiddelen
en voedsel werd ingevoerd. Men treft op
m
deze zegel de scheikundige, Harvey W.
Wiley aan met een microscoop.
Als laatste in de reeks van achttien
zegels voor gewoon gebruik, welke in de
afgelopen maanden van de pers kwamen,
zal op 4 juli a.s. een 10 ct (rood) worden
uitgegeven, waarop de Independence Hall
te Philadelphia is afgebeeld.
MAARSCHALK
FRANCHET
D'ESPEREY, die
jen eeuw geleden
werd geboren, op
een nieuwe Franse
SO fr.
r»«WIHWWW
fBi. t&l i
IWIi VPff'
HET IS WAARSCHIJNLIJK geen toe
vallige omstandigheid, dat in de Ver
enigde Staten, waar evenals in En
geland zoveel rumoer ontstaan is rond het
industriële gebruik van kernenergieën,
de. daaraan gepaard gaande automatise
ring, steeds meer mensen gaan luiste
ren naar het fluiten van de vogels.
In het land, waar een zich in race-tempo
ontwikkeld hebbende rationele landbouw
en dito industrie maagdelijke wouden
en met bisons bevolkte prairies (om de
Roodhuiden niet te noemen) van de opper
vlakte der aarde wegvaagden, neemt het
aantal verenigingen, wier leden de rust
van de natuur zoeken, hand over hand toe.
De kakofonie van claxons en iets ont
vluchten ze, om hun oren te luisteren te
leggen, teneinde het geruis van een beek
je, het ritselen van wat gebladerde en het
gekwinkeleer van vinken en roodborst
jes op te vangen.
Die vlucht is niet van vandaag of gis
teren. Maar ze voltrekt zich nu „en mas
se". Reeds eerder waren er heel wal
Amerikanen, die de natuur en haar be
woners verkozen boven de tohoewabohoe
van hun miljoenensteden.
President Theodoor Roosevelt was een
natuurliefhebber bij uitstek. Op zijn naam
staat een rekord .Hij observeerde van de
ramen van het Witte Huis uit 93 soorten
vogels en beschreef ze nauwkeurig. He
den ten dage behoren een Dulles, een John
D. Rockefeller Jr, de filmspeler James
Cagney en de filmster Tallulah Bank-
head tot de uitgelezen schare van acht-'
duizend z.g. vogelwaarnemers, die al hun
vrije tijd besteden aan het gadeslaan in
de vrije natuur van vogels Ze trekken er op
uit, gewapend met een verrekijker of een
z.g, spottingscope, een duur instrument
op een driepoot. Velen van hen dragen bo
vendien apparaten mede, waarmede ze het
gezang der vogels op grammofoonplaten
kunnen vastleggen. Ze noteren, hoeveel
I vogels ze zien. Verleden jaar hebben die
acht duizend negen miljoen vogels geteld.
Het spreekt intussen vanzelf, dat er in
het zakelijke Amerika lieden zijn, die uit
de vlucht, in de natuur munt slaan. Ze ver
dienen dik aan de instrumenten en ap
paraten, boeken etc.. waaraan de lief
hebbers behoefte hebben.
Er is er één, een heel merkwaardig man.
die flink wat dollars binnenhaalt, maar
tegelijkertijd de wetenschap dient. Het is
Mr Kellogg, de bibliothecaris van de „Li
brary of Natural Sounds", welke een dis
cotheek van twintigduizend stuks bevat,
waarop het gezang van vele vogels is vast
gelegd. Feitelijk is Mr Kellogg een disco-
thecaris, nietwaar?
Welnu, Mr. Kellogg heeft goede relaties
met Hollywood en aan de filmindustrie
leent hij telkens weer zijn platen uit. Is
er voor 'n film vogelgezang nodig, hij kan
het leveren, wat dan ook. Hollywood be
taalt graag 100 dollar voor een „solo" van
30 sekonden.
Mr. Kellogg verkoopt zijn grammofoon
platen aan talloze liefhebbers. Van een
waarin roodborstjes kwinkeleren, heeft
hij er sinds 1941 niet minder dan 250.000
aan de man gebracht.
Hij promoveerde indertijd op een proef
schrift, gewijd aan het vastleggen van
vogelgezang op grammofoonplaten. Hier
uit groeide zijn profijtelijke business.
Dank zij Mr Kellogg kon een radiosta
tion onlangs een symfonie uitzenden, ge
heel samengesteld uit vogelgezang. Com
ponisten, choreografen, balletdanseressen
hebben zich er op geïnspireerd.
Voor wie nog altijd de gemiddelde Ame
rikaan een dollarziek, zakelijk personage
is, moge het bovenstaande enig bewijs zijn,
dat er ook nog andere Amerikanen be
staan, die intussen soms. het zij toegege
ven, zoals Mr Kellogg het nuttige met het
aangename weten te verenigen. En om
gekeerd.
De. Zwitserse en Italiaanse kranten hebben uitvoerige verslagen
gegeven omtrent de „Gouden Bruiloft" van de Simplontunnel, waar
over we vorige week reeds enkele bijzonderheden vermeldden.
tunnel hadden meegewerkt, ontvingen
een medaille als aandenken. Genoemd
weekblad geeft van deze oude arbei
ders een treffende foto; men zou zeg
gen, dat de zware arbeid aan de Sim-
plon hun nóg in het verweerde, ge
rimpelde gezicht zit. Een maaltijd in
de openlucht besloot hier de Gouden
Bruiloft.
Te Lausanne stonden duizenden
schoolkinderen met vlaggetjes opge-
mmM
v>-..v,- -r
No. 3011. 9 juni 1956.
Redacteur: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18-B, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
PRAKTISCH DAMSPEL
De oud-wereldkampioen B. Springer
stuurde mij de twee hierbij afgedrukte
standen ter praktische instructie van de
liefhebbers van het partijspel.
No. 3359.
No. 3360.
stand 7w 3 7—9 Stand: Zw. 9, 12—
11ie ig20, 24, 20 23—25. Wit 26
96 Wit 25 2729, 28, 30, 3235, 38,
32 TM37-39! 40, 43, 45, 48. Wit
421-45', 48. Wit aan aan zet.
zet.
In no. 3359 staat wit beter, maar de
dreiging 18-23 is niet prettig. Wit weet
dit echter te pareren door een zeer
offer, namelijk door het ge~s„voor
—19 (of 8. 25X14 9X20 (A.) 9. 39
34 en wint door de dodelijke dreiging 33
—28 enz. Op zw. A. 19x10 zou ongeveer
hetzelfde spel volgen alsnazw.7 13
31—26 met de dreiging 38—'32,
X10 31-26, 13-18, toch gedw. 38—32,
29x16, 1711 enz. met winnend voor
De grote waarde van het zogenaamde
„gambiet" komt in dit voorbeeld wel b«-
zonder duidelijk tot uiting.
In no. 3360 zien we een demonstratie
van een geval waarin wit zijn tegenstan
der forceert om hem (wit) tedwingen
tot het brengen van een schijfoffer, wel
gambiet ook nu echter in piaats van vct
lies winst oplevert. Wit speelt daar
1 43—39'. Nu mag zwart niet spelen
—29 33 X 24, 20 x 29 wegens 39—33., 14
20 gedw., 33x24, 20x29 en 27—!21.enz.
met winst Zwart is dus genoodzaakt het
schijfoffer' door 23-2^ accepteren.
Daarna volgt echter 2. 34 x 23, 25 x 43. 3
48x39, 18x29. En thans blijkt een zekere
verwantschap met de stelling van no.
3359 Het spel van zwart wordt namelijk
door dreigingen belemmerd, die in karak
ter overeenstemmen met die in de voor
gaande stand. Er volgt namelijk 27—21,
16x27 met 5. 32x21, waardoor zwart ge
dwongen is tot 2025 en wit de winst
stand verkrijgt door 6. 2822, 17x28 en
7 33x22 Een winnende doorbraak naar
dam is thans niet meer te verhinderen.
Opnieuw twee fraaie voorbeelden van
de kracht van het offer. Men dient dus
steeds op te letten of er geen gunstige
wending aan het spel te geven ïs^ door
eens een stuk schijnbaar „zo maar weg
te geven Dit „zo maar" behoort dan wel
terdege berekend te zijn om er succes
mede te hebben. Maar ja, dat dient iedere
andere zet of voortzetting ook.
Springer is een der éérste en weinige
grootmeesters, die sedert jaren op deze
„gambiet-kansen" heeft gewezen. Gedu
rende de laatste decennia is dit meer en
meer bekend geworden en houden de
sterke spelers er terdege rekening mede.
VOOR DE
PROBLEEEM-LIEFHEBBERS
Nu onze ladder-wedstrijden voor op
lossers sedert 1 april zijn stopgezet, over
eenkomstig de mededeling in onze ru
briek van 31 december, ben ik goeddeels
door mijn voorraad ongepubliceerde com
posities, van de verschillende aan deze
rubriek medewerkende problemisten,
heen geraakt.
Aanvulling met mooie, nieuwe vraag
stukken zal ik niettemin ten zeerste op
prijs blijven stellen ten einde te voorko
men, dat ik in hoofdzaak op eigen werk
zou moeten terugvallen. Dit feit heeft de
bekende componist A. Stuurman, te
Schiedam reeds vermoed en hij stuurde
mij, op grond daarvan, speciaal voor de
lezers van onze rubriek, een viertal fraaie
nieuwe composities. Deze „eerste publi-
katies'' laat ik hieronder met genoegen
ter oplossing volgen. Zijn voorbeeld zal
ongetwijfeld de andere componisten in
den lande stimuleren onze lezers regel
matig op hun nieuwe composities te ver
gasten.
No. 3361.
No. 3362.
Stand: Zw. 11—13,
19 21, 23 25, 27,
32; 45. Wit 24 30,
33, 34, 36, 39,' 41,
43, 49, 50. Wit sp.
en wint. Een ele
gante afwikkeling.
No. 3363.
Stand: zw. 5, 11—
14, 17, 24 29—31,
34. Wit 22 25, 27,
28, 32, 36,'38, 39,
4244. Wit sp. en
wint. Een mooie
bewerking op het
zg. „Trio-thema van
Van Dam.
No. 3364.
StandZw. 710,
12, 14, 16—22, 24,
31. Wit 23, 26, 28,
30 32—35. 37, 39,
421-44. 46, 47. W.
sp. en wint op bril
jante wijze.
Stand: Zw. 2 8, 9,
11—15 19, 23, 24,
28, 29 36. Wit 20,
26, 27', 30, 31, 35,
37, 40, 42—44, 48—
50. W. sp. en wint.
op eindspel van M.
Douwes.
De heer Stuurman behaalde kortgele
den het kampioenschap van Rotterdam,
een succes waarmede wij hem van harte
gelukwensen. Zowel in het praktisch spel
als in de problematiek behoort'hij dus
terecht tot de vooraanstaande dammers.
Hij behaalde de kampioenstitel zelfs vóór
de zeer geroutineerde wedstrijdspeler Pb.
Ham.
■MM
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID
Huize St.-Bernardus, Sassenheim)
(Zaterdag 9 juni)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
Daar onze voorraad niet zo groot meer
is geeft deze rubriek slechts twee pro
blemen en wordt zij verder aangevuld
met een partij. Op no. 7423 vestigen wij
bijzonder de aandacht van onze lezers.
Een soortgelijk thema als in no. 7420
wordt hier uitgewerkt. Hier geschiedt dit
in tempovorm en de betekenis wordt nog
verhoogd door het stille middenspel zo
dat we voor deze compositie alle waar
dering hebben.
No. 7424 is ook een tempoprobleem,
waar aan de uitmuntende sleutelzet gro
tere waarde moet worden toegekend dan
in een dreigopgave.
No. 7423
Dr. R. Kantorowicz, Soest
eerste plaatsing, mat in 3 zetten
,w-
We schreven toen, dat de eerste
juni 1906 de langste tunnel ter wereld
regelmatig in gebruik werd genomen.
Men kan dus met recht stellen, dat
het enorme werk van de maand zijn
gouden bruiloft viert.
De diligence, die over de afstand
BriegDomodóssola „oudtijds" tien
uur deed, is vervangen door de prach
tige. elektrische treinen, welke de tun
nel in minder dan vijf en dertig mi
nuten „doen".
De Pers heeft nog eens wat feiten
..opgehaald", die men niet overal
vindt opgetekend. De arbeiders, die
een halve eeuw „sang et eau" zweet
ten bloed en water! hadden veel
last van onderaardse waterlopen, die
de voortgang van het werk nadelig
beïnvloedden. Over de tweehonderd
„bronnen" bemoeilijkten het voort-
dringen; men kon slechts acht meter
per dag opschieten. De reizigers die
door de tunnel rijden, denken er niet
altijd aan, dat een veertigtal „mi
neurs" tijdens de werkzaamheden er
hun leven bij inschoten-
Tienduizenden mijnen moesten wor
den aangebracht. Honderdduizenden
kilo's dynamiet, méér dan een mil
joen!. deden de rotswand springen.
Zeven miljoen dagtaken bleken ermee
gemoeid. Nu. wanneer men bedenkt
dat de hele tunnel bijna 20.000 m. lang
is, valt dit best te begrijpen.
Wie te Rome de prachtige hoofdkerk
van Sint Paulus „fuori ie mura" (bui
ten de stadsmuren) bezoekt, komt aan
stond-s onder de indruk van een woud
van zuilen, die de „fries" ondersteu
nen, met de portretten-in-mozaïek van
alle Pausen, die de H. Kerk bestuurd
hebben. Vroeger waren deze zuilen
van marmer. Door de nalatigheid van
een loodgieter, brandde in de nood
lottige nacht van 15 juli 1823 de hele
kerk af; alleen het altaar met het
stoffelijk overschot van S. Paulus
bleef gespaard. Uit de hele wereld
kwamen bijdragen om het godshuis
wederom in zijn luister te herstellen.
Maar de marmeren zuilen werden
vervangen door granieten. Vier rijen
van vijfentwintig zuilen kwamen
uit de Simplon, alle: monolieten,
d.w.z. kolommen, uit één stuk steen.
Het Zwitserse geïllustreerde week
blad: ,.1' Illustré" (Lausanne), drukte
de 24e mei op zijn voorpagina, In kleu
rendruk, een ouderwetse diligence af,
die dan „vroeger" tien uur nodig had
om de afstand Brieg-Domodóssola
onder de knie te krijgen- Het gele rij
tuig prijkte met een rood richtings
bord: BrigueSimplonDomodóssola.
En de reizigers zien er romantisch uit
in de overdadige klederdracht van die
„verre" dagen.
Hetzelfde weekblad geeft foto's van
de Zwitserse president. Feldmann, en
de Italiaanse. Gronchi (ki). die elkaar
bij gelegenheid van de -Gouden Brui
loft". „les noces d'or", te Milaan ont
moetten. In het wereldberoemde
Scala-theater aldaar werd de opera
..Gemaskerd Bal" van Verdi gegeven.
Beide staatshoofden bezochten een
museum, dat op „natuurlijke" grootte
onderdelen uit het reusachtige werk
der doorboring laat zien. Te Domo-
dossola hechtten de heren een herin-
nerings-„plaque" aan een wand. De
bekende Italiaanse bergtroepen, de
bersaglieri (letterlijk: scherpschutters)
in hun typische uniformen- brachten
de verschuldigde eerbewijzen. Op hun
beurt traden Zwitserse soldaten aan
op het stationsplein van Brieg. Vete
ranen, die nog aan de bouw van de
steld om de twee presidenten feeste
lijk te verwelkomen. Jammer, dat de
auto's zo snel reden vermeldt het
weekblad want zij hadden amper
tijd de hoge gasten te zien. Ook in de
hoofdstad van Waadtland, aan de noor.,
delijke oever van het Meer van Genè-
ve, Lausanne, had men een tentoon
stelling ingericht. Sterk trok een oude
koets de aandacht, bespannen met vijf
schimmels, gelijk men vroeger aan
wendde om de afstand Brieg-Domo-
dóssola af te leggen.
Zo heeft men in Zwitsers-Italiaanse
vriendschap „les noces d' or du Sim
plon" feestelijk gevierd, de Gouden
Bruiloft van een gigantisch werk, dat
de verbinding van Genève met Milaan
via Lausanne heel wat geriefelijker
heeft gemaakt.
'W///7A 'A/AM.
F. Pijls, Maasbracht; Paul Raschdorf,
R'dam; C. v. d. Weide, R'dam.
No. 7414 en no. 7415 door dr. R. Brom
berg, Roermond; M. v. d. Burgt, Utrecht;
L. M. v. d. D., Maassluis. No. 7414 door
W. H. Haring, Schipluiden.
CORRESPONDENTIE
L. M. v. D. te M. In no. 7403 is aan
1. D h3h5 geen matdreiging verbonden,
u heeft hier met een tempoprobleem te
doen. Eerst door de zetten van zwart
krijgt wit gelegenheid mat te geven.
F. P. te M. Bij de weerlegging van 1.
T a6 begingen wij in no 7411 een on
nauwkeurigheid. Het antwoord moet zijn
1D f3! niet 1. D g2? na 2, T
d4t, K f5 kan de dame van f3 uit zowel
3. L c8t als 3. P e3t beletten. U is het nu
zeker wel met ons eens dat 1. T a6 geen
nevenoplossing is?
BLACKMAR GAMBIET
Wit: E. J. Diemer Zwart: J. Kotek
Correspondentiepartij
(aantekeningen van E. J. Diemer, over
genomen uit Schach Echo)
1. d2c!4
P bl—c3 P
glxf3 g7g6
d7d5; 2. e2—e4 d5xe4; 3.
g8f6; 4. f2—f3 e4xf3; 5. P
6. L fl—c4 L f8—g7; 7. 0—0
0_0; 8. L clg5; L c8—d7. Met de be
doeling 9. P e5 te kunnen beantwoorden
met D e8- Maar.... 9. D dlel h7h6;
10. D el—h4! K g8—h7. In enige partij
en, welke mijn tegenstander bekend wa
ren, volgde na 8. L g5, c5, 9. d5, P bd7,
10. d6, e6. 11. D el, h6, 12. D h4!? hg5,
13. P g5: (P h5! 14. g4, P 7 f6, 15. gh'5:,
P h7) en kwam men tot een soortgelijke
stelling. Hier staat echter op d7 een lo
per en geen paard. Zodat zwart als hij
het offer aanneemt met 10. hg5: 11. P
g5:, P h5, 12. g4 wel kan opgeven
11. T al—el P b8—c6; 12. d4—d5! P
c6a5; 13. L c4—d3 b7—b6; 14. d5—d6ü
c7xd6; 15. T elxe7ü D d8x7, 16. P c3—
d5 D e7e6; 17. P dSxfBt L g7xf6; 18. L
g5xf6 D e6e3t; 19. K gl—hl. Hier gaf
zwart op en wel om het volgende:
19K h7g8; 20. P f3—g5 h6—h5;
21. D h4—h5ü g6h5; 22. L d3—h7 mat.
No. 74224
L. M. Hageman, Den Haag
Eerste plaatsing, mat in 2 zetten
A/Z2A. -WAM
'Wiï 'M
e7
b5
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7414. P. Overkamp. Opl. 1. P c8-
dreiging 2. P d8f7tt
No. 7415. B. Ghirelli. Opl. 1. P c7-
dreiging 2. D d7d4:tt
No. 7416. Dr. W. Speckmann. Opl. 1.
P g2h4 dreigt 2. D g7—g2tt 1P
c3t 2 K f5 1P d6+ 2. K f4 1
P c5t 2. K e3 1 P f6t 2. K d3 enz.
Speelt men 1. P el? dan 1P f6t
vervolgens 2P g4, terwijl na 1. P
e3 volgt 2. P c5f en er valt voor wit
niets te bereiken.
GOEDE OPLOSSINGEN
Deze drie problemen werden goed op
gelost door P. M. Dekker, R'dam; J.
Dickhout, Nijmegen; L. M, Hageman,
Den Haag; dr. J, A. Leerink, Castricum;
Onlangs werd in Bussum een semi-inter-
landwedstrijd gespeeld tussen een sterke
West-Duitse en een Nederlandse combina
tie. Onze landgenoten, gebr. Kaiser, Fi-
larski. Jessurun en Stevens boden over
het algemeen beter dan hun tegenstanders
en dat deed de balans ten gunste van cie
Nederlanders doorslaan.
De Duitsers mochten dan hier en daar
wat beter af- en tegenspelen, de punten
die zij met het bieden van verkeerde
eindcontracten verloren konden daardoor
niet geheel worden gecompenseerd.
Een aardig spel, waarin onze landge
noten het goede en de gasten het verkeer
de contract boden, doch dat toch geen
matchpuntenverschil te zien gaf omdat
het Nederlandse paar het juiste te
genspel niet vond, was het volgende:
A A V 8
V> V B 4
O B 9 8 7 2
4» V B
A H 9
<5> A H 9 7
O V 10 6 5
4» 9 6 3
N
W O
Z
A 6 4 2
10 8 5 3 2
O A H 3
4-5 4
A B 10 7 5 3
6
O 4
4. A H 10 8 7 2
Zuid was de gever. OW waren kwets
baar.
De Nederlandse Zuidspeler opende met
1 klaveren, West 1 harten. Noord 3 SA,
Oost paste. Zuid 4 schoppen, waarop al
len pasten. Dit uitstekende eindbod was
natuurlijk niet down te spelen; West
begon met een hartenslag te maken en
speelde in de tweede slag ruiten 5 na,
zodat OW precies de twee slagen wisten
te maken die er te behalen vielen, Score:
450 voor de Nederlanders.
Aan de tweede tafel verliep het bieden
heel eigenaardig. Zuid en West pas
ten, Noord opende 1 harten, Oost paste,
Zuid 2 klaveren, Noord 2 ruiten,
2 schoppen, Noord 2 SA en Zuid 3 »A
De driekaart-hartenopening yan Noord
is een tactiek, die wij voor minder ster
ke spelers zeker niet kunnen aanbevelen
In handen van experts kan een dergelijk
misleidend bod wel eens goede resulta
ten opleveren zo ook hier.
Oost moest nl. uitkomen en dat was
verre van eenvoudig. Rechts van hem was
harten en ruiten geboden, terwij] zijn lin
ker buurman de zwarte kleuren had laten
horen. Het is. met open kaarten, duide
lijk dat door een uitkomst in ruiten of
harten de OW-spelers direct 5 slagen had
den kunnen maken, maar Oost was nu
eenmaal geen helderziende. Hij dacht, dat
de schoppenkleur van NZ wel de minst
sterke zou zijn en dat West in die kleur
wel het een en ander zou hebben. Daar
om speelde Oost schoppen 6 voor en
dat was de allerbeste uitkomst voor NZ,
want zonder moeite konden er nu 11 slagen
worden gemaakt!
Het is natuurlijk zeer de vraag, of het
Oost kwalijk te nemen viel dat hij niet
goed was uitgekomen. Als u zijn spel goed
bekijkt en het bieden gevolgd hebt, zult u
moeten toegeven dat met gesloten kaar
ten het uitkomen door Oost bijzonder las
tig is. Er kan slechts één reden aange
voerd worden om niet met schoppen uit
te komen: het bieden wees erop dat NZ
geen opgelegd 3 SA contract in han
den hadden en het zeer wel mogelijk was
dat er door OAV dadelijk slagen te maken
waren. Door het voorspelen van ruitenheei
zou Oost vermoedelijk weinig hebben kun
nen bederven en hij zou het voordeel
gehad hebben aan slag te blijven om daar
na het verdere speelplan te berekenen,
nadat de dummy bekend was.
Als Oost met ruitenheer was uitgeko
men. zou West natuurlijk gesignaleerd
hebben en hadden OW 3 ruitenslagen en
2 hartenslagen kunnen maken.
Mimir.
Nooit van gehoord? Van zijn
persoon mogelijk niet. Van zijn
werk ongetwijfeld wél. Iedereen
immers kent het hospitium op de
Grote Sint-Bernhard, in het Zwit
serse kanton Wallis. Wij bedoelen
het klooster met de befaamde St.-
Bernhardshonden. De bergpas ver
bindt Martigny aan de Rhone met
Aosta aan de Dora Baltea; hij ligt
op een hoogte van 2500 m. Trou
wens, er is eveneens een onderko
men op de Kleine Sint-Bernhard,
2200 m hoog. Welnu, beide hospitia
zijn gesticht door de H. Bernhard
het woord wil zeggen: zo sterk
als een beer van Menthon; dat
van de Grote is het oudste (bestaat
sedert 960). Hij was aartsdiaken en
een aartsdiaken had, zéker tot aan
het Concilie van Trente, heel wat
in de meik te brokkelen. Het beeld
van St.-Bernhard staat vóór het
wereldvermaarde klooster, dat al
leen maar in enkele maanden van
het jaar toegankelijk is: meestal
belemmeren sneeuw en ijs de tocht
over de bergpas.
Wie was nu die Sint-Bernhard?
De zoon van een adellijk heer. Een
van zijp voorvaders onderscheidde
Zich als paladijn, krijgsoverste, in
de legers van Karei de Grote. Maar
Bernhard voelde voor het soldaten
leven niets, werd priester, en wijd
de zich vooral aan het zieleheil der
Alpenbewoners, die toen nog door
de geestelijke duisternis van het
heidendom bevangen waren. Her
haaldelijk kwam het voor. dat deze
woeste kerels eenzame reizigers en
zelfs karavanen overvielen en uit
plunderden; de reizigers mochten
blij zijn, wanneer ze er het leven
afbrachten. Tegen deze achter
grond moeten we de stichting der
beide hospitia zien, waarin reizi
gers een veilig onderkomen vonden.
Sint-Bernhard had gemakkelijk
bisschop van Aosta kunnen wor
den. Hij verkoos evenwel de top-
Pen der witte stilte. Ver van zijn
geliefd klooster, is hij de vijftiende
juni plm. 1005 gestorven. In 1681
werd hij in het koor der heiligen
opgenomen.
Door het moderne verkeer heeft
het vermaarde hospitium met zijn
kortharige, indrukwekkende hon
den de (opgezette) hond Barry
redde meer dan veertig verdwaal
den het leven als onderkomen
zeer veel aan betekenis ingeboet;
de romantiek is er af. Anno 1953
ging er zelfs een gerucht, dat de
Augustijner koorheren hun be
roemde klooster op 's Pausen be
sluit zouden moeten verlaten; dit
gerucht werd, God zij dank, later
weer ontkend. Het hoogste winter
verblijf in de Alpen wordt nog al
tijd door de reguliere kanunniken
bewoond. De gemiddelde jaartem
peratuur is er bijna twee graden
boven nul; negen maanden lang
blijft de sneeuw er liggen.
Nu we zachtjes aan de zomer-zon-
newende naderen, plm. 20 juni, ont
steekt men in verschillende streken
midzomer-vuren. Dit gebruik is al heel
oud. In de zestiende eeuw was het
gewoonte aan de vooravond van Sint-
Jansdag; men sprak dan van: Sint-
Jansvuren (plm. 24 juni). Hier en
daar vlammen deze vreugdevuren nog
altijd op. Jong en oud staken zich in z'n
beste kleren en dansten en zongen bij
het schijnsel van de brand. Bijgelovi
ge lieden keken ernaar door bosjes
ridderspoor (tuinbloem) want, zo
meenden ze, dan zouden Ze het hele
jaar geen oogziekte krijgen. Anderen
gooiden walstro en verbéna (eveneens
een tuinbloem) in de gloed onder het
uitspreken van het zinnetje: „Mogen
mijn tegenslagen vergaan als deze bloe
men".
Elders dreef men het vee door de
smeulende as om het te vrijwaren
voor besmettelijke ziekten. Weer el
ders gingen de boeren na hoe hoog de
vlammen wel reikten. Want dan wis
ten ze meteen hoe hoog hun koren
zou opschieten. Ook maakte de jeugd
wel hoepels van stro, die dan bran
dend van de helling naar omlaag rol
den een gevaarlijk spelletje!
Iedereen moest brandhout leveren
voor het vreugdevuur. Hij die dat niet
deed, hoefde niet op zegen over zijn
te velde staande gewassen te rekenen.
Om geen pijn in de rug te krijgen tij
dens het oogsten van het koren, moest
men over de vlammen heen springen.
Gelukkig het jonge meisje dat aan de
vooravond van Sint-Jan negen vreug
devuren tegelijk zag opvlammen, zij
zou nog in de loop van het Jaar haar
bruidegom ontmoeten.
De Oostenrijkse bergbewoners be
horen voor hun ^„Johannisfeuer" een
tiental „geboden" in acht te nemen.
Aan de avond van de 23e juni moeten
alle vuren gelijktijdig worden ontsto
ken; men z'al zich houden aan de eeu
wenoude gebruiken der landelijke be
volking. Strijdig met deze gebruiken
zijn de kermismuziek. moderne dan
sen. „werelds" lawaai e.d., die de
ernstige sfeer nooit ten goede komen.
Zulke zaken kwamen er ook vroeger
nimmer aan te pas en hebben dus met
de eeuwenoude overleveringen niets
te maken.
Het is nog niet zo heel lang gele
den aldus v. d. Velde dat de
kinderen in Vlaanderen rondgingen
van deur tot deur om hout voor hun
Sint-Jansvuren te bedelen, zingende
aldus;
Hout. hout, timmerhout,
Wij komen al om Sint-Janshout.
Geeft eens wat.
Houdt eens wat. Op Sinte Pieter nog
eens wat.
Iedereen heeft wel eens iets over
Dickens gelezen, mogelijk zelfs: van
Dickens gelezen. Want de oude vrek
uit zijn kerstverhaal; een figuur als
David Copperfield gedeeltelijk zijn
eigen levensbeschrijving Oliver
Twist met zijn vreemdsoortige erva
ringen in een wereld van dieven en
zakkenrollers; niet te vergeten: de
heer Pickwick, die hem tot de be
roemdste schrijver van zijn tijd maakte,
zij zijn verre van dood en in Enge
land vooral genieten ze nog altijd ze
kere populariteit.
De schrijver maakte al in zijn jonge
jaren kennis met de Londense ach
terbuurten en het enige vak dat hij
aanvankelijk leerde, was: etiketten
op flesjes plakken. Door toevallige
omstandigheden kwam hij in de jour
nalistiek terecht. Dat beviel hem
beter dan zijn baantje in een schoen-
smeerpakhuis. Niet. dat zijn vader het
zo slecht met hem voor had. Maar
deze arme man is te vergelijken met
de Micawber (mie-kóbe)-figuur uit
David Copperfield: „always falling
back for a spring", steeds maar ach
teruitgaand om een betere aanloop
te kunnen nemen.... tot hij voor
schulden kennis maakte met de ge
vangenis! Door een erfenis werden de
geldelijke omstandigheden beter.
Charles mocht zelfs naar school, werd
later klerk op een advocatenkantoor
tot wij hem in '35 ontmoeten als
Kamerverslaggever van een Engels
dagblad. Dat was juist een kolfje
naar zijn hand. Zijn talent, zijn vaar
dige pen en zijn kennis van de taal
brachten hem succes.
Dickens heeft in zijn leven veel ge
reisd en hard gewerkt. Binnen een
tijdsbestek van twaalf jaar stak hij
vierhonderd redevoeringen af, die
hem niet minder dan ruim een half
miljoen opbrachten.
Tijdens een treinreis in '15 ont
spoorden alle wagons behalve die
waarin de beroemde schrijver zat. Hij
hielp zijn verongelukte medereizigers
zo goed hij kon. maar van toen af
moest hij van de spoorwegen niet
veel meer hebben. Enkele jaren la
ter stak hij over naar Amerika waar
hij bedolven werd onder de bloemen.
De achtste juni 1870 gebruikte
Dickens de maaltijd met zijn schoon
zuster (zijn vrouw had hij verlaten).
„Je ziet er niet best uit Charles, je
moet wat gaan rusten"! zei ze
„Dat zal ik ook, op de aarde!" luidde
het antwoord. Hij viel op de grond;
de avond van de volgende dag over
leed hij. Zijn laatste rustplaats be
vindt zich in de „Poets Corner" (waar
de dichters begraven liggen) van
Westminster Abbey.
1- De prinsgezinde „Bijltjes" van het
Doelistenoproer (democraten) van
1748, dankten hun naam aan hun
arbeid op de scheepstimmerwerven.
2. 'n „Lijk" is een touw, vastgenaaid
om een zeil; een zeil is uit de lijken
wanneer het uit de rand is ge
scheurd. Figuurlijk voor: geheel van
streek.
3. Onder het kommaliewant wordt be
grepen al wat tot het schaftgerei
aan boord behoort: vorken, lepels,
potten, pannen enz.
4. Hondewacht is de scheepswacht van
middernacht tot vier uur 's mor
gens. Immers, tussen twaaif en vier
slapen de landrotten en wordt de
bewaking van huis en hof aan hon
den toevertrouwd.
5. Aan boord wordt de tijd wel met
„glazen" gemeten, zandlopers, die in
een half uur uitlopen. Iedere wacht
heeft acht glazen; 4 uur. Zes glazen
in de hondewacht: zes halve uren;
drie hele; het is dan 's nachts drie
uur. Vier glazen; twee hele uren;
's nachts twee uur. Enz.
6. Onder rondhout verstaat men,
uiteraard, hout dat rond is; Masten,
stengen, raas. sprieten, waaraan het
tuig van een schip „werd" beves
tigd want dat „hout" is tegen
woordig veelal „metaal".
'•„Jack with the lantern" „Jan met
de lantaarn". Een uitdrukking voor
een „dwaallichtje" het Elmsvuur,
of St.-Elmusvuur, zwak lichtend,
elektrisch verschijnsel van vlamme
tjes aan de spitsen van masttoppen
e.d. Bij nacht en ontij nemen de ma
trozen zulke „dwaallichtjes" waar
als kentekenen van stomachtig weer.
(Sint-Elmus is de beschermheilige
der Romaanse zeelieden).
8. Duinkerkers die mede ter haring
vangst voeren, werden door de Hol
landers nu niet bepaald met open
armen ontvangen. Wie ergens
slecht van afkomt, vaart „van Duin
kerker haring".
9. Vroeger mocht een koopvaardij
schip geen wimpel voeren. Bij ont
moeting met verdachte schepen hees
zo'n vaartuig soms tóch een wimpel,
om de indruk te wekken: ik ben een
oorlogsschip. Wie iets met bedrie
glijke schijn omkleedt, bewimpelt
de zaak.
10. „Kooien", slaapplaatsen, omdat ze
als vogelkooien boven en naast el
kaar tegen de wand vastzitten.