Met een Turks spreekwoord KMalk
komt men overal doorheen
Inkrimping Nederlandse land
bouw biedt geen oplossing
Notariële akte bij levering van
onroerende zaken
Ik geloof niet, dat liet om de
Ambonezenkwestie eaat"
Op weg naar Azië BfWWBWM
Verplichtstelling
DRAADLOOS
CONTACT
Wijsheid uit het Oosten
Gevolgen Delta-plan
voor agrarische sector
Minister Van Oven betreurt schrapping
bepaling inzake grondaankopen
door overheid
Arbeiders hebben te
weinig intellectuele
belangstelling
CAMERAS
FILM
THUD AG 22 JUNI 1956
PAGINA 5
Zeer binnenkort instelling van
commissie
Extensivering ook geen
wondermiddel
Voorzichtig met conclusies
Naar Usküdar
TA E LAATSTE, in Nederland
verkrijgbare toeristische
gegevens omtrent Turkije zijn
nu niet bepaald up to date: ze
zeggen o.m., dat er twee keer
per dag een veerboot over de
Bosporus vaart om u van Eu
ropa naar Azië te brengen
Turkije is namelijk in de
laatste jaren nogal wat veran
derd en één van de dingen,
waarover men zich verwondert
is dan ook, dat er over die Bos
porus, gelijk bij ons over het IJ,
snelle, comfortabele, grote veer
boten heen en weer varen, die
u in tien minuten tijds met
auto, vrachtauto of desnoods
trekker met aanhangwagen
voor twee kwartjes van dat
oude Europa naar het nieuwe
Azië overzetten. En als de Tur
ken nu niet net miljoenen en
nog eens miljoenen bij hun
Griekse bewoners kapotgesla
gen hadden, zou de Turkse kas
misschien nog toereikend ge
weest zijn om het grote project,
een brug van meer dan ander
halve kilometer over die grote,
brede Bosporus, gereed te doen
komen, waardoor we zeker bin
nen vijf jaren op een vakantie
tripje van twee weken op ons
gemak tussen Rotterdam en An
kara, Turkije's hoofdstad, heen
en weer kunnen rijden
Gesprek bij de Bosporus
NIEUWE WEG UTRECHT-
ARNHEM GEREED
'n product van
CETA-BE VER
DE QUELJOE OP SCHIPHOL
even doelliellend ols onschadelijk
Binnen zeer korte tijd zal een commissie
worden ingesteld teneinde de gevolgen
voor de agrarische sector van de uitvoe
ring van het Delta-plan en het Drie-Eilan
denplan te bestuderen.
Aldus deelde de commissaris der Konin
gin in Zeeland, jhr. mr. A. F. C. de Casem-
broot mede aan het slot van de algemene
vergadering, welke de Zeeuwse Landbouw
Maatschappij gisteren in Domburg hield,
nadat tevoren de voorzitter van de maat
schappij, ir. W. Geuze, aldaar een land
bouwtentoonstelling van de Z. L, M. had
geopend. Deze expositie is van groot be
lang voor het gewest Zeeland, doch in het
bijzonder voor de landbouw op Walche
ren.
De commissaris zei verder nog in zijn
rede, dat Walcheren veel verbeterd is wat
de wegen betreft en door de herverkave
ling e.d., maar dat daartegenover een an
dere bedreiging staat. n.l. dat de bestrij
ding van het gevaar van het water, leidt
tot vernieling van het duinlandschap. De
duinen worden afgevlakt en daardoor
verliest Walcheren ook weer vee] van zijn
aantrekkelijkheid. Hij verzocht de boe
ren niet alleen te zien naar de agrarische
belangen maar ook naar de aantrekkelijk
heid van Walcheren.
(Van onze iandbouwmedewerker)
Moet Nederland de landbouwproduktie
inperken? Onder deze titel hebben wij in
onze editie van gisteren de stelling van
prof. dr. T. L. M. Thurlings, dat voor de
Nederlandse landbouw Inkrimping is ge
boden, bestreden als zijnde uitsluitend in
gegeven door de economische situatie van
het ogenblik. Maar zou produktiebeper-
king ooit wel iets kunnen bijdragen tot
oplossing van het landbouwvraagstuk en
tot herstel van het economisch evenwicht?
Wij menen deze vraag ontkennend te
kunnen beantwoorden. Produktiebeper-
king en vermindering van ons areaal cul
tuurgrond zou niet alleen een onjuist uit
gangspunt zijn voor een landbouwpolitiek
op lange termijn, maar zou bovendien
geen enkel soulaas bieden.
Een vermindering van het aanbod van
Nederlandse agrarische produkten kan
nooit een zodanige omvang krijgen, dat
daarvan een merkbare invloed 2ou kun
nen uitgaan op de wereldmarktprijzen.
Déérvoor is het Nederlandse aandeel in
het wereldaanbod van veel te geringe be
tekenis. Voorzover de prijzen van be
paalde produkten tengevolge van een ver
mindering van ons aanbod in de ons om
ringende, de eigen duurder producerende
land- en tuinbouw beschermende import-
landen. zouden oplopen, zouden onze con
currenten onmiddellijk trachten het door
ons opgegeven leveranciersaandeel over
te nemen. Bovendien zouden de eigen
land- en tuinbouw van deze importlanden
geprikkeld worden tot uitbreiding van
hun produktie. Het enige resultaat zou
zijn, dat Nederland een stuk exportmarkt
zou hebben verloren.
Ook extensivering van onze agrarische
produktie is geen wondermiddel voor alle
kwalen. Men bedenke, dat het juist de in
een intensieve cultuur voortgebrachte
produkten zijn, waarin Nederland ten
aanzien van de kostprijs en de kwaliteit
de grootste voorsprong op het buiten
land heeft. Natuurlijk moet de arbeids-
produktiviteit zo hoog mogelijk worden
opgevoerd. Maar ook de mogelijkheden
van rationalisatie en mechanisatie wor
den begrensd door de huidige stand der
techniek. Men kan tenslotte niet meer
doen dan de bestaande mogelijkheden
uitbuiten. Een flink veehouderijbedrijf
bijvoorbeeld van 15 tot 20 hectare werkt
normaliter met niet meer dan één
vreemde arbeidskracht. Afstoting van
deze kracht naar de industrie zou een
reductie van de aangewende arbeid met
vijftig procent betekenen hetgeen op dit
moment zou neerkomen op het niet lan
ger exploitabel zijn van het bedrijf.
Tenslotte moet de nodige voorzichtig
heid worden betracht met het trekken
van conclusies uit het 'eit, dat de agra
rische sector de loonstijging in de indus
trie maar moeilijk kan bijhouden. Dat zit
zeer zeker niet alléén in een verschil in
de ontwikkeling van de arbeidsprodük-
tiviteit. De marktsituatie speelt daarin
een minstens even belangrijke rol. Het
bouwbedrijf, dat stijgende lonen paart
aan geen of een zeer geringe stijging van
de arbeidsproduktiviteit, is daar de meest
spectaculaire getuige van. Om nog maar
te zwijgen van de invloed van kartelvor
ming, ondernemersafspraken en invoer
bescherming, welke de industrie, be
schouwt als vanzelfsprekende middelen
om haar positie te kunnen handhaven.
Een heer was hij, in woord en ge
baar. Zijn kleren hadden het aanzien
betere tijden gekend te hebben: een
goede snit, een prima kwaliteit, maar
glad en versleten, zijn schoenen, of
schoon keurig gepoetst, oud, met
lichte plekken hier en daar. Ik weet
niet of hij echt arm was want wie
valt, heeft geen vrienden. Of mis
schien was hij wel in goede doen en
gaf hij niets om uiterlijk vertoon?
Is er niet een Turks spreekwoord
al weer zo toepasselijk dat zegt,
dat een. dwaas man slechts van rijk-
dom droomt, maar een wijze slechts
van gelukt
Met de zon, de blauwe lucht en de
witte wolkenflarden, de Bosporus, de
moskeeën en de gouden minaretspit-
sen kun je, op de zeven heuvels van
Istanbul, al gauw gelukkig zijn.
In s'h Allah zo God het wil
ZO STAAT men tien minuten later
aan de overkant, op Usküdar
ja, precies, waar dat tegenwoor
dig zo bekende liedje, dat echt uit
Turkije stamt vandaan komt. Na
tuurlijk is Usküdar niet zo romantisch
als het aardige wijsje wil doen gelo
ven. In feite waarschuwt het op on
barmhartige, maar wel eerlijke ma
nier, dat men nu echt in Azië is: een
slechte straat van kinderkopjes, vol
kuilen, een tram, die aan de verkeer
de kant van de straat tegen de ver
keersstroom inworstelt, gelijk een*
volgeladen Rijnaak die naar Bazel
moet.
Maar men kan van een ezel geen
paard maken door hem zijn oren af
te knippen, zegt men in Turkije. Die
ouwe tram is nodig, zolahg er geen
geld is om een nieuwe, brede asfalt
straat aan te leggen, het vehikel op
stal te zetten, en autobussen te laten
rijden..
Ook dat is waar. Alles is waar.
Spreekwoorden zgn o zo waar, o zo
instructief, maar o wee, als je je er
aan tracht te houdenWant wij,
uit het Westen, wij met onze haast,
onze zakelijkheid, onzeHier
moet je Oosters zijn, Oosters denken,
Oosters handelen. Niet kwaad wor
den, niet ongeduldig zijn. Geen haast
hebben, wijsheid boven impuls laten
gaanNiet bij de pakken neerzit
ten, als je midden in de bergen, ver
van het eerstvolgende en wellicht
nog verder van het eerst-terugliggen-
de dorp met motorpanne staat, en
iedereen, maar dan ook iedereen je
wil komen helpen, met vriendelijke
woorden of soms met daadwerkelijke
hulp in de vorm van gereedschap
dat natuurlijk niet past. Het mag
waar zijn, dat een vriendelijk woord
een mens warm houdt gedurende drie
koude winters, de ervaring is, dat
tien of twintig vriendelijke woorden
op een koude avond, tussen de ber
gen, op een hoogte van rond duizend
meter, je toch nog doen rillen van de
kou..'... En als men enkele dagen
later, bij oude bekenden van voor-
twee-jaar binnenvalt weet men niet
wat men hoort als wordt gezegd:
„Natuurlijkwe hadden je ver
wachtje was altijd zo enthou
siast aan het vertellen toen je de
eerste keer bij ons op bezoek was
je bent een geboren zwerver, en,
weet je, bij ons zeggen ze: „Wie ge
boren is om te hangen, zal nooit op
zee verdrinken!"
Zo reist men door Turkije, elke dag
opnieuw met kleine tegenslagen en
grote brokken geluk, of ook wel eens
met grote brojrken tegenslagen en
kleine stukjes geluk. Men drinkt met
iedereen koffie want een kop kof
fie doet vriendschappen ontstaan van
èèn tot veertig jaar". Bij al die kop
pen koffie moet men vertellen, ver
tellen van belevenissen onderweg,
hier, en in de andere landen die men
heeft doorkruist. Men kan ervan ver
zekerd zijn dat men een aandachtig
gehoor heeft, omdat een Turk hon
derd keer luistert, duizend keer na
denkt en slechts één keer spreekt.
En elke dag opnieuw weet men zich
verzekerd van de sympathie, de gast
vrijheid, de hartelijkheid voor de
vreemdeling. Langs alle wegen, groot
en klein, goed en slecht, lang en kort,
zanderig of vol slik, door de woeste
Taurus of in het Romeinse Kaiserie
(Caesarae!), in modern Ankara of in
de grotten van Urgüp, kortom, van
Istanbul tot Iskenderun, van Smyrna
tot de Russische grens, daar waar
een Turk gaat of staat, hij zwaait
en groet, omdat hij weet: „een groet
aan een eenzaam hart is duizend gou
den ponden waard!"
WIM DUSSEL.
leven lang hier gewoond hebben, ja
vaak hier geboren zijn, te lijf gin
genEn het is ook weer eens ge
bleken dat men een onverschillig
mens meer moet vrezen dan een
leeuw.... nietwaar? Ook weer zulk
een waar, waarachtig Turks gezeg
de
Hij scheen in gedachten verzonken.
Hij peinsde blijkbaar over vroeger,
toen Turkije zo heel erg groot en
machtig was en niet alleen de rijk
dommen, maar ook 's werelds groot
ste wijsheid uit dat Turkse rijk
kwam
„Maar wie valt, heeft, geen vrien
den" vertelde hij nog, „ofschoon we
tegenwoordig wèl weer vrienden
hebben, zij het om waarschijnlijk heel
andere redenenHij glimlachte
wat bitter, de oude Turkse heer.
Er werd iets in ons wakker. „Ver
telt u er eens wat meer vanbe
gonnen we. „Wat denkt u van de
nieuwe plaats, die Turkije in het Wes
ten inneemt?
Hij glimlachte weer. „Diegenen die
het weten, spreken niet, mijn jonge
vriend, en diegenen, die spreken, we
ten het niet.En ik weet ook dit:
het is gemakkelijk om te zeggen:
„kom", maar moeilijker om te zeg
gen: „ga"Nee, ik bedoel daar
niets mee, maar ginds komt weer uw
veerbootSta me toe, dat ik u
help bij het aan boord gaanhier
heen, want ge mpet eerst een kaartje
kopen
Ah, hoe graag zou ik u behulp
zaam zijn en u de kleine eer aandoen
uw overvaart té mogen betalen
„Nee, doet u dat niet" protesteer
den we zachtjes,doet u geen
moeite, het is immers maar een klei
nigheid".
„Afgezien daan'anhelaas, u
weet het, Turkije is arm. Wij zijn
geen van allen rijkaards uit de tijd
der sultansEn herinner u bo
vendien het spreekwoord: God heeft
ons geschapen als broeders, maar hij
heeft ons elk een portemonnaie ge
geven". En hij lachte weer, maar het
was de lach der zelfspot.
De neerratelende landingsklappen
van de veerboot waarschuwden ons
dat het tijd was om naar Azië te
gaan. De oude heer gaf ons de hand.
„Tot ziens" wenste hij nog. Toen
draaide hij zich om en liep weg, nog
zwaaiend met zijn wandelstok als
laatste groet.
Maar goed, zover is het dus nog
niet en daarmee blijft er althans nog
iets'van de romantiek over, die zegt,
dat ie niet zo maar, zonder-dat-je-het
merkt, van het Westen naar het Oos
ten móet kunnen stappen. En in onze
wereld van haast en snelheid, aanslui
ting, doorverbinding, expres-dienst en
ijl-service, is het dan ook een genot
te weten dat men in Istanbul ten
minste precies twintig minuten moet
wachten voor er weer zo'n snelle
in Nederland gebouwde! veerboot
gaat.
Gebruik die twintig minuten goed,
prent u in dat dit voorlopig het laat
ste is, wat' u ziet van Europa ook
al staan er aan deze zijde van de
Bosporus meer minaretten en mos
keeën dan ginds aan de overkant.
Want is het niet vreemd dat Istanbul,
Stanbul, Constantinopei. hoe men het
ook noemt de mooiste eri grootste
stad van Turkije nog net op het
Europese stukje grond ligt, dat kleine
hoekje, dat er nog over is aan deze
kant van heel het machtige Turkse
rijk, dat zich eens uitstrekte van We
nen tot Egypte, en in Azië tot ver
buiten Syrië, voorbij Bagdad en Ba
byion?
Niet langer komen karavanen uit
het Oosten langs Istanbul, waar, op
de plaats, waar nu het Nederlandse
consulaat-generaal gevestigd is, des
tijds de kamelen gedrenkt werden en
de rijke lasten opgeslagen werden in
de grote onderaardse kelders van het
kantoor der Nederlands Oostindische
Compagnie. Die kelders zijn er nog..
E.R STOND een Turkse heer aan de
oever van de Bosporus. Hij vroeg
ons in het Frans hoe we Istanbul
vonden? Of we uit Europa kwamen?
We vonden Istanbul mooi en men
liegt dan niet, als men dat zegt, want
Istanbul IS mooi. Het moet in één
adem genoemd worden met Hongkong,
San Francisco wat. ligging en schoon
heid van natuurlijke haven betreft.
En we kwamen uit Europa, dat ook.
Waar we we] heen gingen als dat
niet te onbescheiden was?
Aha! Naar de overkant, naar
Azië! Dwars door Azië heen! Ah,
excellent, monsieur, excellent! „Wij
zijn altijd blij, als er gasten komen.
Er is een Turks spreekwoord, dat
zegt dat gasten geluk brengen.
„Weest welkom!", messieurs!"
Zodoende hebben we, aan de oevers
van de Bosporus, twee of misschien
wel drie veerboten laten varen. Want
de zon scheen zo prachtig, het water
glinsterde en golfde, er dreven grote,
grote wolkenflarden over, en de mi-
naretspitsen goud-glinsterden ons
tegen. Er kwam een jongetje op ons
af met een arm vol laatste nieuws.
Over de slechte verhouding met de
Grieken.
„U moest daar maar niet te veel
aandacht aan schenken" zei de heer
nog. „Een slechte beurt voor Turkije
meneer, een erg slechte. Wij hebben
een oud, een heel oud en wijs spreek
woord dat zegt, dat duizend vrienden
nog te weinig is, maar één vijand
nog een te veel is. Daaraan hadden
we moeten denken toen we onze
stadgenoten de Grieken, die hun hele
ondervinden van het feit, dat bij de over
dracht geen notaris was opgetreden, zou
zijn geweest het kopende overheids
lichaam zelf. Van voldoende ter zake
kundig personeel voorziene overheids
lichamen zouden dit risico gemakkelijk
hebben kunnen dragen Het belang van
het publiek, waaraan bij deze regeling in
de eerste plaats is gedacht, zou in die ge
vallen niet worden geschaad. Het zou
dan ook naar de mening van de minister
beter zijn geweest, indien men thans voor
de gevallen, waarin het overheidslichaam
a?.s koper optreedt, de uitzondering zou
zijn blijven bestaan.
Dit alles neemt niet weg, dat de minis
ter de totstandkoming van de wet ook in
de huidige vorm van het ontwerp van
belang acht.
De minister van Verkeer en Waterstaat
mr. J. Algera, zal op zaterdag 30 iuni
a.s. de openstelling verrichten van rijks
weg 12, welke loopt van Utrecht naar
Arnhem, het zgn. Hazenpad. De minis
ter za] eerst te Maarsbergen de weg of
ficieel openstellen, waarna het gezelschap
zich zal begeven naar Veenendaal-De
Klomp, waar hij de openstelling za! ver
richten van een nieuw dubbelbaansgedeel-
te in de rijksweg 12,. dat loopt van Vee-
nendaal naar Planken Wambuis bij Arn
hem.
de Bosporus, de minaretten
begin van het oosten
(Van onze correspondent)
Het is met het intellectuele peil en de
intellectuele belangstelling in de kringen
van de Katholieke Arbeiders Beweging
in het Gooi droevig gesteld, aldus luidde
de conclusie van de voorzitter van de
afdeling Bussum van de K.A.B., de heer
W. van Hemert, op een dezer dagen ge
houden vergadering van de arbeidersbe
weging. Telkens opnieuw blijkt dat de
ontwikkelingscursussen van de K.A.B.-af
delingen ontijdig moeten worden afgebro
ken. De voorzitter zei, dat in het Gooi
in de laatste tien jaar nog geen tien K.A.
B.-ers een ontwikkelingscursus hebben
volbracht. Het gevolg hiervan is, dat er
onvoldoende geschoolde mensen voor het
afdelingskader beschikbaar komen om de
plaatsen van de oude garde in te nemen.
Ook bij het aanwijzen van vertegenwoor
digers voor gemeenteraden, onderne
mingsraden enz. wreekt zich deze geringe
intellectuele belangstelling.
De voorzitter betreurde het, dat met
name de r.-k. ambtenaren en onderwijzers
zich niet bij de K.A.B. willen aansluiten:
van hen zou een stimulans ten goede
kunnen uitgaan.
GEDEPONEERD HANDELSMERK