van een ballonvaarster Olieverf en Schmink OVER HEIMWEE EN DE STRAAT DER ONTEVREDENEN m i TUSSEN LIEFDEROMANS EN HOROSCOPEN E Nini Boesman wéét wat doorzetten is Touwtje trekken in de lucht Meditaties in Florence Nini Boesman in de wolken het echtpaar Boesman. v „Je vaart een kathe draal binnen". PORTRETGALERIJ 4 A Huwelijksadvertentie onder de aardbeien ZATERDAG 7 JULI 1956 PAGINA Links boven: Rechts onder: Nu voor altijd Drie ballonvaarsters 112 vaarten VAN ONZE ROMEINSE CORRESPONDENT FLORENCE, juni Waarom hebben hotels bijna altijd zulke afgezaagde namen? Al die Excelsiors en Grands en Palace's staan misschien aardig in een land, dat geen verleden heeft maar hier? Vlak bij ons hotel begint een lange smalle straat en we kunnen de gedach te niet van ons afzetten, hoe het zijn zou, als ons hotel (dat ook al zo'n afgesieten naam draagt: Mediterraneo) naar die straat zou hetenAlbergo dei Mal- contenti, het „hotel der Onte vredenen". Wij weten niet waar om die lange straat zo heet, maar wij zouden elke hotel-di rectie persoonlijk gelukwensen, die het er op wagen zou. Ove rigens is ons hotel voortreffelijk! Moderubrieken die de fabrikanten tot wanhoop brengen Hardblauw is troef Halftinten Abdissen en schone vrouwen Heimwee Afscheid Portret s Als je aan Nini vraagt haar in. drukken weer te geven van een ballonvaart, dan zegt ze: „Als je laag vaart geniet je bv. van een mooie zomeravond. Of je v oert een gesprek met een boer, die zijn koe aan bet melken is. Maar op 3000-4000 meter krijg je heel an dere gevoelens. Je wordt stiller boe hoger je komt. Je gaat fluis teren. Het is net alsof je een grote kathedraal bent binnengevaren. Je voelt je eenzaam en verlaten. Je voelt je dichter bij God. De nrote vier zouden eens in zo n O ballonmandje op grote hoogte moeten vergaderen. Dan zou er stellig nóóit meer oorlog komen". (Van een medewerker) Toen zondag 24 juni jl. twaalf gro te luchtballons statig uit de bak van het Goffert-stadion te Nymegen om hoog stegen en door de wind wer den gepakt, die hen naar onbeken de bestemming zou doen drijven, wisten we, dat in één van die bal lonmandjes een vrouw zat, die in deze sportieve wedstrijd om de Cou pe Andries Blitz met een grote ver betenheid zou vechten met alles wat in haar was. Want mevrouw Nini Boesman had de Coupe reeds twee maal achtereen gewonnen en wie hem driemaal achterelkaar weet te veroveren mag hem voor altyd be houden. Samen met een cameraman van Polygoon in haar mandje steeg ze, zwaaiend met beide armen, in Nymegen op om even over vieren 's middags. Zy zou pas een kleine acht uur later, omstreeks midder nacht, weer aan de grond komen in de buurt van Trier, bij het in de Eiffel gelegen dorpje Felddorf. En daarmee zou Nini Boesman opnieuw de Coupe Andries Blitz winnen, die beschikbaar was gesteld door de we duwe van de tijdens de oorlog om gekomen uitgever van luchtvaart- boeken Andries Blitz. Het was voor het eerst, dat de ballonvaarders toestemming had den gekregen om 's nachts dóór te varen. Nini wist vóór de start nog niet wat ze zou doen. Ze informeer de naar de weerberichten, kreeg te horen, dat het tot Zuid-Duitsland wel zou gaan, maar dat ze vóór de Alpen in de fronten terecht zu komen. Zo'n beslissing over al of niet '5 nachts doorvaren is pnoei- lijk. Volgens Nini moet je óf vóór het donker landen óf dóór blijven varen totdat het weer licht wordt. Een landing in het donker is geen pretje. Kennelijk heeft Nini (als enige van de twaalf deelnemende balloncommandanten) besloten de nacht dóór te varen. Dat ze tóch omstreeks middernacht in het don ker geland is, komt doordat de re gen er haar toe dwong. Anders was ze stellig dóórgevaren en had ze een nóg grotere afstand afgelegd.. Het mag uniek worden genoemd, dat in Nijmegen drie ballonvaar sters zijn opgestegen, elk met haar eigen ballon. De 21-jarige Andrée van Gemert en de charmante 24-ja- rige Jeanne de Bast, allebei uit België en allebei met ca. 30 vaar ten op haar naam, leverden even eens mooie prestaties. Jeanne de Bast, die helemaal alleen voer, kwam tot Luik en Andrée van Ge mert, die een passagier in het mand je had, landde op een kilometer of 18 van Geleen in Limburg. Wie wel eens zo'n ballonstart van nabij heeft meegemaakt zal moeten toegeven, dat het moedige vrouwen zijn, de ze ballonvaarsters. Want als'je de grote ballons angstig heen en weer ziet zwiepen in de wind en je ziet de kleine wasmandjes, waarin de aëronauten moeten staan, dan be sef je, dat er heus wel moed voor nodig is om je zo aan het spel der elementen toe te vertrouwen. Onder de vrouwelijke ballon vaarsters heeft Nini Bftesman, die 37 jaar is, wel de meeste ervaring. Zij heeft nu 112 vaarten gemaakt. In 1937 is ze er, op achttienjarige leeftijd, mee begonnen. Ze heette toen nog Nini Visscher.. Ze leerde de bekende ballonvaarder Jan Boes man kennen en trouwde met hem. Hun huwelijksreis ging, natuurlijk per luchtballon. Ze wonen nu in Schevéningen in de Rusthoek straat. De ballonsport is alles voor hen. Liefhebberijen van Nini zijn het maken van hoedjes en pastei tjes. Jan Boesman verzamelt lucht- vaartsouveniers en heeft daar al een museum vol van. Behalve de Coupe Andries Blitz won Nini Boes man diverse andere prijzen. Zij steeg o.a. op in Noorwegen, Grie kenland, Ierland, Italië, Indonesië, Noord-Afrika en West-Indië. Zij be leefde zoveel avonturen, dat ze er urenlang over vertellen kan. Haar grootste avontuur was dat, toen ze met Godfried Bomans in de Noord zee terecht kwam, vlak voor de kust. Slechts op het nippertje kon den ze worden gered, maar geluk kig hebben ze er niets van over gehouden. Zelfs geen verkoudheid. Nini in de lucht Toen ik onlangs met Nini in Naar- den opsteeg, had ik het voorrecht om haar in haar ballonmandjc te besturen. Ze was voortdurend in de weer met het tikken op de wijzer platen van haar twee instrumen ten: een hoogtemeter die er als een „wekker" uitzag en een aan een thermosfles bevestigde variometer, die aangaf hoeveel meter per se conde we stegen of daalden. De Boesmannen willen vooral geen ra dio en zo weinig mogclyk moderne dingen meenemen. Zij willen „als landlopers door het luchtruim zwer ven Ook was Nini onafgebro ken in de weer met het trekken aan allerlei touwtjes, want zo'n ballon vaart is een echte „touwtje-trek"- beweging. Je hebt korte en lange touwtjes, dunne en dikke, gele en rode. Als Nini aan het touwtje van het ven tiel trok, dan hoorden we een die pe zucht in de rubber-kolos boven ons en dan, daalden wc. Ging dat te hard, dan wierp Nini weer zand overboord. Zo'n ballon is ontzettend gevoelig. „Als je een sinaasappel overboord gooit stijg je zó weer 'n meter of dertig" zegt Nini. Ik ge nóót van deze tocht. Hoe guur het ook was beneden en hoe hard het waaide, wij in ons ballonmandjfe merkten er niets van. Want wij dre ven met de snelheid van de wind en voelden daarom geen wind Soms draaide het mandje een beet je. Het lijkt dan net alsof je ineens een heel andere richting uitgaat, maar dat is helemaal niet zo. Las tig voor de navigatie en bij kaart lezen! Letterlyk en figuurlijk zat ik met Nini een tijdlang in de wolken, waarbij we niets anders zagen din elkaar, maar we hóórden duidelijk, 400 meter onder ons, honden blaf fen en mensen schreeuwen, auto's rijden en een trein fluiten Het was de wonderlijkste ervaring die ik ooit in de lucht beleefde. Nooit .zal ik ook onze landing ver geten, toen de 50 meter lange sleep kabel ratelend neerviel op het zin ken dak van een schuurtje en Nini schreeuwde naar de mensen, die nu van overal kwamen aanhollen: „Pak de kabel, pak de kabel." Maar we ze'ilden zó hard over de weilanden, dat de over hekken en sloten sprin gende menigte ons werkelijk niet kon bijhouden. De afstand tussen hen en ons werd steeds groter. We gleden nu snel op een weiland af. Nini riep „Houd je goed vast." Ra kelings langs een paaltje met prik keldraad scheerde de mand en plofte op de grond, om meteen weer omhoog te springen. Nu trok Nini aan het rode touw van de scheur- baan, waarop de ballon als een zout zak in elkaar viel. De mand werd omgetrokken. Op onze knieën moes ten Nini en ik uit de mand in het natte gras kruipen. We hadden een pracht van een „hondehok"lan ding gemaakt, in de buurt van Leus den, op een kilometer of vijf van Amersfoort! V' Dame Laura Knight: „Zigeuners en danseressen N MUSEA van tal van landen heb ben schilderijen van Dame Laura Knight een ereplaats. Een vrouwdie in haar jonge jaren volop de hardheid van het leven heeft geproefd, heeft daarmee haar internationale erkenning gevonden. In haar eigen land kreeg zij die toen een aantal van haar meest markante doeken van staatswege werden aangekocht voor musea als de Tate Gallery, het Brits Mu seum en het Imperial War Museum. Daarnaast werd zij ook op andere wijze vele malen onderscheiden, zoals bijvoor beeld in 1929, toen haar de voor gerid derde vrouwen geldende titel „Dame'' werd toegekend. Het leven van Laura Knight bewoog zich voor een groot deel in de sfeer van circus en ballet, en van de paardenren nen. Als kind van 13 jaar al verraadde haar werk een talent van ongewoon for maat. En reeds in het eerste jaar van haar huwelijk met de veelbelovende por tretschilder Harold Knight, in 1903, werd een van haar doeken toegelaten voor de zomertentoonstelling van de Koninklijke Academie. Laura Knight was toen nog geen twintig jaar. Toch hebben de Kniglits de eerste ja ren van hun huwelijk volop de hardheid van het leven ondervonden. Zij waren arm als weinigen, maar al spoedig kwa men de onderscheidingen. Amerika, Frankrijk en ook Nederland hebben deze uitzonderlijke schilderes geëerd, die in 1936 de vooral voor een vrouw zeldzame onderscheiding te beurt viel, als lid van dc Royal Academy te worden aanvaard. Laura Knight heeft haar onderwerpen bij voorkeur nooit in dc beslotenheid van het atelier gezocht. Als er zigeuners ge schilderd moesten worden, dan plaatste zij haar caravan temidden van de wa gens van dat volkje, om des te beter hun ware aard te kunnen doorgronden. Cir custenten en kleedkamers van theaters brachten haar in nauw contact met bal letdanseressen, clowns gn circuspaarden. Die neiging om het leven in die krin gen van nabij te volgen komt al heel dui delijk naar voren in haar autobiografie die de kernachtige titel kreeg „OÜeverf en schmink". Zy zegt daarin Schilderen, muziek, balletwelk een vreugd, zich daarin te kunnen uitleven; welk een vreugd, de durf en het kunstenaarsschap aan te voelen van de acrobaat." Als officieel „oorlogskunstenaar" kreeg zij tijdens de tweede wereldoorlog tal van portretten te schilderen van vrou wen die zich door dapperheid hadden onderscheiden. Van zichzelf zegt zij ech ter: ,Jk ben alleen maar een hardwer kende vrouw, die het mysterie van vorm en kleur wil doorgronden en die van ganser harte een steentje wil bijdragen om de schatten van deze wereld te ver rijken." Ks. Wie bepaalt straat-namen? Tegen woordig natuurlijk de gemeenteraad of VLAK na de oorlog kwam het ene vrou wenweekblad na het andere uit. Ze waren al le op dezelfde manier geredigeerd. De onover komelijke liefdesro- mans namen ettelijKc bladzijden in beslag, ho roscopen en d erge lij Ke waren er ook altijd in te vinden én de rest van 116 plaats werd ingenomen met mode, vooral met haute-couturemodellen en alle mogelijke goeöe raad om er zo voordelig mogelijk uit te zien. Zo langzamerhand min dert het aantal van der gelijke bladen, er waren er te veel en sommige, echte luxe uitgaven, kostten veel te duur Het gevolg is dat er verscheidene zijn opge ruimd. Maar de mode- pagina's in de kranten tieren welig voort. En dat is niet altijd naar ae zin van de couture en de textiel. De couture vindt dat haar modellen te gauw algemeen bekend zijn en de textiel komt met een ander bezwaar. Er zijn. n.l. redactrices die, in het begin van het seizoen, verkondigen dat alleen hardblauw b.v. mode zal zijn. De winkels slaan dan voornamelijk hard blauwe stoffen in en juist als de klant, die de t mode-pagina voor een Pierre Billet ontwierp voor de komende winter deze japon in beige en evangelie houdt, dat blauwè goed wil kopen, witte tweed van Rodier. leest, ze in de krant dat deze kleur absoluut de mode uit is. Nu wordt er uitsluitend gröén gedra gen, heet het. Dit brengt de klant niet alleen in verwarring, maar ont neemt haar de lust een nieuwe jurk t.e kopen die toch twee maanden latei- ouderwets zal zijn. Het gevolg is, dat ze haar japonnetje van het vori ge jaar kalmpjes door draagt. In Parijs geldt dit be zwaar niet, omdat men zich daar niet aan kleu ren, die als modetinten worden aangegeven, waagt en men zich haast geheel aan de klassieke kleuren houdt. Maar voor de provin ciesteden, waar mis schien meer gekocht wordt dan in dc hoofd, stad, achten dc textielfa brikanten dit onophou delijk een andere kleur naar voren brengen wat de pers doet, een groot bezwaar. Maar buiten de pers kunnen ze toch ook weer niet en daarom trachten ze dit bezwaar te ondervangen door met uitgebreide sramma's in enkc'e gedekte kleuren te komen. Voor de volgende win ter lanceren ze echte herfsttinten brons, groen, bruin en 'n soort paars met zwart. Velen komen met halftinten. Deze worden dikwijls verkregen omdat ver schillende soorten wol gebruikt worden, die niet op dezelfde manier de verf opnemen; daardoor krijgen de stoffen een soort camaïeu effect. Dikwijls wordt dit nog geaccentueerd met een zwarte draad, lie door 't goed is meegeweven. Bij Rodier vooral komt dit zeer sterk uit bij een mantelstof waarbij de wol het. haar van steen marters, zeehonden of wilde zwijnen is gewe ven. Het resultaat is buitengewoon goed Trouwens, de hele col lectie zowel van japon nen als tailleur of man telstoffen is mooi van weefsel en materiaal. Hetzelfde kan men ook zeggen van de stoffen van Dumas-Maury. Deze heb ben 'n blauw met zwart, Donaublauw geheten, en veel Pruimenpaars. deze beide kleuren in de shet- lands. Onder de tweeds veel donkergroen met rood. paars en blauw, hel rood Gn groen, zigeunerkleu- ren noemen ze die com binaties. Natuurlijk ko men ze evengoed met het klassieke zwart en witte tweed. Voor de japonnen een soort van peau de pêche met dons van vanzeve ren doorweven. Voor het effect wordt echter van zwanedons gesproken Door niet met uitge sproken kleuren te komen cn in halftinten te wer ken, hebben de fabri kanten het te snel ver anderen van modekleuren vermeden. Het lijkt niet mogelijk dit laatste nog in een moderubriek te verkondigen. Bovendien kunnen de Parisiennes iets anders kiezen dan 't eeuwige grijs of zwart, die altijd hoofdzakelijk des winters worden In dragen. De gedekte tin ten die voor het komend seizoen gelanceerd wor den zijn zeer zeker ook in de stad on hun plaats. DINY K.-W. het college van B. en W. maar vroe ger het volk. Dat ging dan spontaan en vanzelf en er werd niet verder over gezeurd omdat „het volk" nergens ter wereld zeurt en zeker niet in deze onvergelijkelijke stad. Daarom zouden we willen weten, waarom die ene straat naar de (onbekend gebleven) „Onte vredenen" werd genoemd. Werd hier dan soms wél gezeurd? En nog col' lectief ook? Er zijn vele vreemde straatnamen in het oude Florence. Daar hebt U de Via dei Vecchietti, de straat van de Oud jes. Er is misschien een tehuis of zo iets: we weten het niet, want we zijn hier voor het Congres van La Pira en niet om de stad te bestuderen. Maar het klinkt zo aardig- die Vecchietti. Een andere straat heet „delle Bades- se" en in dat meervoud zit iets prettigs: één enkele abdis wil wel eens streng zijn en ongenaakbaar, maar zodra er een stel bij elkaar zijn worden ze alle maal even aardig. Wij houden van deze straoaf. der abdissen, maar zouden al leen willen weten hoe veel het er ge weest zijnEn om de zaak ..rond" te maken, is daar de Via delle Belle Donne. Nu moge een willekeurige zwartkijker inzake dit meervoud ge rust zijn haastige conclusie trekken, wij hebben hier zo onze eigen gedachten over. Het klinkt als een oud lied. de mooie vrouwen van Florence. (Inder daad hebben wij de indruk, dat de vrouwen hier nog mooier zijn dan in Rome maar we zijn hier voor het Congres, zoals gezegd). Over een oud lied gesproken: er be staat een liedje, dat speciaal aan Flo rence is gewijd. Het heet: „Mi porti un Bacio a Firenze", hetgeen zich als volgt laat vertalen: iemand gaat naar Flo rence en een bekende een verre emi grant draagt hem op om de dierbare stad een kusje over te brengen. Een we opeens dat zingen. Florence Een huisvrouw in Rotterdam kocht dezer dagen een bakje Toen de inhoud daarvan zun lbes ming had gekregen, kwamen bin n op de bodem van het bakje mP°l lood geschreven letters te voo schijn waaronder een adres in Zuilichem: Langs deze ongebruikelijke weg zoek ik kennismaking met een meisje of weduwe, niet beneden de 30 jaar en liefst niet onbemiddeld". De huisvrouw heeft er haar vrien dinnen, die mogelijk aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen, van in kennis gesteld beetje triestig lied, waarvan de melo die ons in deze dagen niet loslaat. We neuriën het langs de stille Arno en als we 's avonds laat door die straat der Ontevredenen naar ons hotel terug slenteren. Zelfs tijdens de zittingen van het Congres overkomt het ons, dat liedje zouden willen geeft inderdaad een vreemd soort heimwee zoals geen en kele andere Italiaanse stad, die we kennen. Een heimwee, dat je voelt, ter wijl je midden in de stad loopt. Mis schien komt dit omdat alles, maar dan ook alles laat voelen, dat wie hier niet geboren en getogen is, ook geen deel kan uitmaken van de Florentijnse „fa milie". Deze vormt een afgefloten ge heel met een eigen aard en karakter en spraak en taal. Niet hooghartig, maar integendeel van een hart-veroverende vriendelijkheid. Daarom zijn de Floren- tijnen zo aantrekkelijk en daarom is hun stad zo mooi. want alleen vriende lijke, vrome en nijvere mensen kunnen zülke dingen wrochten, zulke huizen bouwen, zo'n kunst scheppen. En altijd weer treft het afgronddiepe verschil met Rome! De Eeuwige Stad is een universum en het is volstrekt on denkbaar dat iemand zich ooit in Rome „alleen" kan voelen. Iedereen weet en voelt zich er thuis, omdat iedereen als het ware „mede-bezitter" Is van deze Moederstad, die terecht de Caput Mundi wordt genoemd. Florence daar - entegen is een veel kleiner en afgerow t geheel in stijl, in vorm en inhoud. Florence is een eenheid, een stad waar men niet in kan „op gaan" waardoor dat vreemde verlangen ontstaat, het heimwee. Toen we hier aankwamen, was hel volle maan. En ter ere van Sint-Jan patroon van de stad, was er een vuur werk dat alles belachelijk maakte, wat we op dit gebied ooit zagen. De „finale" duurde tien volle minuten en de ge hele stad scheen te wankelen onder dit geweld van fantastische explosies. D® maan verdween achter de reusachtige wolken, die boven de Arno bleven hangen en omdat de straat-verlichting uit was, kreeg de nacht iets onheil' spellends. De mensen-zee trok rustig en zwijgend naar huis, verdoofd van het spektakel en moe van de feestdag. En nu is het orvle laatste avond. We hebben eerst een tijd ergens op kerk' trappen gezeten. Later over de leuning van de Ponte Vecchio gehangen. D® maan was laat en de rivier traag. Ef heerste over de stad een diepe stilte- Als dit niet onze laatste avond wa^ zouden we de stad geheel ón<jers zien Het geldt eigenlijk voor alles, voof mensen en voor dingen waar men af' stand van moet doen De afnemende maan en de sfille ri' vier en de donkere heuvels in de verte, We zouden altijd in Florence wille» blijven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 8