«i Conflict rond Radfords strategische denkbeelden Waar bank en kantoor gebouwen leeg staan conventionele bewapening De waarde van de Consequenties voor Europa Alles op de atoom-kaart? Lokale conflicten Evenwicht PAGINA n Ben Joessef bereidt inlijving van internationale stad bij Marokko voor Internationaal Gouden zuil Teruggang NATO-EEN DRACHT in gevaar Een „missile' die het aanzien van de oorlogvoering aanzienlijk veranderde. (Van onze militaire medewerker) IN HET NAJAAR vermoedelijk september zal de voltallige N.A.T.O.-raad weer bijeenkomen en het zal ons niet verwonderen als deze bijeenkomst van diepgaande invloed zal zijn op het N.A.T.O.-beleid voor de komende jaren en daardoor mede van grote betekenis voor ons, eigen, nationale defensie-beleid in de ko mende regeringsperiode. Een ieder, die de berichtgeving in zake de defensie in het bijzonder bij onze grote N.A.T.O-partners heeft gevolgd, moet wel tot de over tuiging komen, dat de N.A.T.O. voor een ernstige crisis staat. De berichten uit Amerika en Engeland hebben een zodanige schok teweeggebracht dat de Westduitse regering het nodig heeft geoordeeld officiële diploma tieke stappen te Washington en Lon den te ondernemen om over de on rustbarende berichten meer positieve gegevens te verkrijgen. De Westduitse regering achtte het zelfs gewenst reeds nu uitdrukkelijk te verklaren, dat het in de wekelijkse bijeenkomst van de permanente ver tegenwoordigers van de N.A.T.O.-raad die inmiddels op 25 juni met een voorlopige geruststellende verklaring werd gesloten met klem tegen de voorgenomen beperkingen zou protes teren. Het is intussen een gelukkig verschijnsel wij legden hierop reeds meermalen de nadruk dat ook de grote partners steeds uitdrukkelijk verklaren, dat geen wijziging van aan gegane overeenkomsten kan plaats vinden dan na diepgaand overleg in de N.A.T.O. Wij kunnen nu alleen maar hopen, dat de machtige bondgenoten zich niet zullen beperken tot het in de N.A.T.O.- raad zonder meer kennis geven van hun voornemen tot wijziging van de door hen aangegane verplichtingen. Dit zou n.l. het ernstige gevaar inhou den, dat de andere N.A.T.O.-leden daaruit hun consequenties zouden trekken en ieder voor zich een eigen standpunt zou gaan bepalen met alle ernstige gevolgen van dien. Wij voor ons hebben echter nog altijd voldoende vertrouwen in de N.A.T O.-organisatie om op dat punt voorshands optimist te blijven. WANNEER wij nu enkele cijfers noemen dan zal het de lezer duidelijk zijn, dat hier geen sprake is van bezuiniging in de ver- eenvoudigings- of doelmatigheidssec tor, zoals deze zijn besproken in het raam van onze kabinetsformatie. Neen, hier gaat het om een ingrijpende wij ziging van de strategische doelstellin gen. Aan Britse zijde wordt de beperking uitgedrukt in concrete begrotings cijfers. In een van de vooraanstaande Engelse bladen, waarvan bekend is, dat het doorgaans goed geïnformeerd is en dat het zich niet ophoudt met sensatie, werd vermeld, dat de van regeringszijde nagestreefde verlaging in de orde van grootte van niet minder dan 400 miljoen pond ligt op een defensiebudget van rond anderhalf miljard pond. De Amerikaanse bezui niging wordt daarentegen uitgedrukt in vermindering van de mansterkte in het bijzonder van de landstrijd krachten met niet minder dan rond 800.000 man op een huidige sterkte van rond 2.900.000. Het behoeft geen betoog, dat deze omvangrijke cijfers niets minder dan een grondige wijziging van het defen sie-beleid kunnen betekenen, welke van grote invloed móet zijn op be staande overeenkomsten en regelingen, n.l. het terugtrekken, opheffen of be langrijk inkrimpen van organen, die een integrerend deel vormen van de totale huidige N.A.T.O.-verdediging. Waar nu belangrijke eenheden van deze bondgenoten in Europa staan, kan ons deze aangelegenheid zeker niet on verschillig zijn. De V. S- en Engeland hebben er geen twijfel aan gelaten dat doorvoering van deze in overweging genomen bezuinigingsplannen een ver mindering van sterkte der in Europa aanwezige strijdkrachten tengevolge zal hebben. Zover is het nog wel niet maar een gewaarschuwd man (Europa) telt voor twee. In Engeland doet de bij herhaling door premier Eden in het openbaar ge- uitte noodzaak tot krachtige bezuini ging, het ergste vermoeden, terwijl het plan van de Amerikaanse admiraal Radford (voorzitter van het Ameri kaanse comité van stafchefs) de N.A.T.O. doet schudden. Weliswaar vindt de admiraal geen steun bij de drie chefs van staven (Zee-, Land- en Luchtmacht), doch het wereldkundig maken van deze aangelegenheid geeft te denken en is op zich zelf reeds ver ontrustend genoeg. De beschouwingen daaromtrent in de ter zake goed ge- informeerde New oYrk Times zijn al evenmin bemoedigend. President Eisenhower staat hier ongetwijfeld voor een zeer zware beslissing. Nu is het nuttig de motieven, die bij deze bezuinigingsplannen ten grond slag liggen aan een nadere beschou wing te onderwerpen. Deze zijn drie ledig: 1. Economische overwegingen, welke voortspruiten uit de te zware de- fensielasten in verhouding tot de economische positie van het land. 2. Overwegingen welke hun grond vinden in de atomische oorlog voering. 3. De „vredelievende" Russische hou ding, die steeds meer druk uitoefent in de richting van een beperking der huidige wederzijdse strijdkrachten, zij het dus ook zonder effectieve controle. Ten aanzien van de eerste over weging kunnen we kort zijn. Immers deze ligt zonder grondige kennis van de economische verhoudingen in een staat buiten de beoordelingsmogelijk heid. Wij betoogden meermalen, dat de eis van gezonde economische en sociale verhoudingen beperkingen aan de defensie-inspanning kan opleggen. Of en wanneer deze eis zich voordoet kan echter van buitenaf vrijwel niet wor den beoordeeld. De rigoureuze beperking van de landstrijdkrachten wordt echter be halve op economische overwegingen mede en vooral gebaseerd op de kracht maar ook het gevaar, van de atomische totale oorlogvoering. Men gaat hierbij uit van de grondgedachte, dat een eventuele nieuwe totale oorlog het beeld zal geven van een heftige en grootscheepse strijd met kernwapens, die weliswaar tot een „overwinning" van een der partijen zal leiden doch met zodanige wederzijdse vernietiging van mensen en materiaal, dat het be reikte politiek-strategische oorlogsdoel daarbij voor beide partijen slechts een onvoorstelbare ruïne is. Het voeren van zulk een strijd is dan complete waanzin en dient te worden vermeden. Anderzijds ziet men mede in ver band met de nog grote overmacht van het oostelijk blok aan conventionele strijdkrachten geen mogelijkheid om tot een aanvaardbaar akkoord in zake het gebruik van kernwapens te geraken. Een verbod hiervan zou de N.A.T.O. ófwel in een uiterst zwakke positie plaatsen ófwel dwingen tot een vrijwel onbereikbare en zeker niet vol te houden belangrijke versterking van de conventionele strijdkrachten ten einde op dat terrein een machtseven wicht te handhaven. Zowel aan Engelse als aan Ameri kaanse zijde komt het beeld naar voren, dat, indien een totale oorlog' ondanks alles onvermijdelijk zou zijn, deze wordt „gewonnen" door die partij die over de langste en sterkste kern wapenkracht beschikt. Zolang de tegenstander met deze kracht kan wor den bestreden bestaat er voor het op treden van landlegers geen redelijke mogelijkheid. Het heeft dan ook, vol gens deze opvatting, geen zin de om vangrijke en kostbare landlegers voor het voeren van een eventuele totale oorlog in vredestijd te onderhouden. Met het oog op de totale oorlogvoering zal de kernwapenkracht zo hoog moge lijk moeten worden opgevoerd en wel zodanig dat de vrees voor zulk een oorlog beide partijen daarvan weer houdt. MAAR een totale oorlog nu vrij wel steeds zijn uitgangspunt vond en zal vinden in een lo kaal conflict impliceert vorenstaande redenering, dat het a priori mogelijk wordt geacht een lokaal conflict inder daad te lokaliseren, d-w.z. ofwel een dergelijk conflict met politieke midde len tot oplossing te brengen, óf, zo dit niet mogelijk blijkt, de als „agressor" aangewezen partij met conventionele strijdkrachten tot de terugtocht of tot toegeven te dwingen. Als dit juist mocht zijn, dan is uiter aard door concentratie van naar ver houding beperkte strijdkrachten van de aan de afstraffing deelnemende lan den voldoende om tegenover de „agressor" een zodanige overmacht aan conventionele strijdkrachten te stellen, dat succes is verzekerd. Het zwakke punt in deze redenering is echter, dat de „agressor" moet worden aange wezen, hetgeen dan zou moeten ge schieden binnen het raam van de Ver enigde Naties met name door de Vei ligheidsraad. Bestaat echter niet het grote gevaar, dat een locale strijd reeds vóór dat de agressor is aange wezen tot een ernstig conflict in de V. N. leidt óf dat het eenzijdig in grijpen in zulk een lokaal conflict toch tot een wereldconflict uitgroeit met alle gevolgen van dien? Wij wagen ons er niet aan hierop een beslist antwoord te geven. Zolang we te doen hebben met staatslieden met realiteitszin en een sterk gevoel van verantwoordelijkheid tegenover hun volkeren, ja, dan zal het dreigende beeld van de totale kernwapen-oorlog menselijkerwijs gesproken een con flict immer tot een gemeenschappe lijke oplossing dwingen, hetzij langs politieke wegen, hetzij door daad werkelijk gezamenlijk ingrijpen. Wie garandeert ons echter, dat er niet weer een Hitier zal optreden, die met een machtig apparaat van conventionele strijdkrachten de zwakkere tegenstan der aanrandt met aanvaarding van het risico van de totale oorlog? En wan neer er daarnaast wel een machtseven wicht in atomische kracht is, wie zal dan de eerste A- of H-bom lanceren? Ook hierop durven Wij geen antwoord te geven. Ook dan nog kan de vrees voor de vérstrekkende consequenties, Het IS.A.T.O.-hoofdkwartier in het Palais de Chuillo-t te Parijs; met als inzet admiraal Radford. wereldsysteem willen optrekken. Het komt ons bovendien voor, dat een dergelijke strategie, indien deze door voerbaar zou worden geacht, ons kan terugvoeren naar het lokale recht van de sterkste, zeker als deze sterkste niet meer geremd wordt door de wetenschap, met een plaatselijke strijd een wereldconflict te ontketenen. Naar onze bescheiden mening zal de kennis, dat elk lokaal conflict van enige be tekenis tot de totale vernietigings oorlog kan leiden voor alle erbij be trokken partijen eerder aanleiding zijn, dit conflict met alle middelen in de kiem te smoren. Premier Eden zei op 23 juli j.l. in het lagerhuis: „Niemand twijfelt thans nog aan het enorme vernietigende ver mogen van de waterstofbom. Geen enkel land is bereid een aanval te lanceren, die het gebruik van de bom zou kunnen uitlokken. Daar ben ik heden van overtuigd. Ik mag niet zeg gen, dat ik er voor altijd even zeker van zou kunnen zijn". de zwakkere in conventionele zin daarvan weerhouden. N Bonn slaat men dit gevaar zeer hoog aan en stelt men als absolute eis, dat het machtsevenwicht in beide sectoren conventioneel en atomisoh dient te worden bereikt en gehandhaafd. Korea is een voorbeeld, dat het in derdaad mogelijk was een lokale strijd gelokaliseerd te houden, maar we zou den op dit enkele voorbeeld, dat bovendien nog bijzondere aspecten had, niet gaarne zonder meeT een üe ervaringen uit de Koreaanse oorlog hebben grote invloed uitgeoefend op de verschillende standpunten. Boeing B-52 Stratofortress bommenwer per met 8 straalmotoren, twee aan twee in gestroomlijnde gondels onder de vleu gel; onderstel van 8 hoofdwielen in tan dem onder de romp en steunwieltjes onder de vleugeltips; gewicht: 160 ton, kosten: S 15.000.000. Wij zijn het met dat standpunt vol komen eens, maar dan is er des te meer reden dit grote gevaar en deze afkeer te bestendigen als middel tot handhaving van de vrede, zolang eze niet op betere basis kan woi eni vestigd. Het verbreken van he ma evenwicht in de conventionele strijd krachten brengt het gevaar dat de sterkste de sprong waagt m de hoop, dat de vrees voor de wa erstofbom, het vooropgezette voornemen deze in nood te gebruiken zal verijdelen. En al vergist hij zich daarin zoals Hitier zich ook in de kracht van de tegenstanders vergiste, dan is nog de zwakke aan conventionele strijdkrach ten de directe oorzaak van de wereld- vernietigingsslag. Wij onderschrijven dan ook ten volle de opvatting van Bonn: machts evenwicht op elk terrein. Dit machts evenwicht geeft ook de beste waar borgen voor wederzijdse gelijkmatige beperking tot economisch gezonde pro- Porties. Dit vraagt geduld, tijd en zware offers. De handhaving van de vrede is dit echter zeker waard. Tenslotte nog een enkel woord over de „vredelievende" Russische houding. Deze is een realiteit, hoe men ook over de politieke motieven, welke tot de Russische houding leidden, mag oor delen. Het is in dit verband tekenend, dat de thans bereikte conventionele kracht van de NATO die zelfs met inschakeling van de in uitzicht ge stelde Westduitse versterking nog geen machtsevenwicht tva.v. de Russische conventionele strijdkrachten verzekeit gepaard aan een nog tijdelijk over wicht aan A- en H-kracht, reeds vol doende basis blijkt te zijn om over wederzijdse beperkingen te praten. Akkoord, maar dan op basis van het thans voor eind 1958 gedachte en in verdragen en afspraken neergelegde NATO-plan, tenzij Rusland het edel moedige voorbeeld wil geven in eerste instantie de huidige strijdkrachten van het oostelijk blok tot het NATO-niveau van thans terug te brengen. TANGER SIDI MOHAMMED V BEN Joessoef van Marokko, heeft onlangs, wij berichtten het reeds, een gouverneur benoemd voor Tanger. Het vreemde bij deze benoeming Is, dat Tanger geen deel uitmaakt van het Marokkaanse rijk en nog steeds geregeerd wordt volgens het Internationale Statuut, dat ruim 20 jaar geleden in zijn definitieve vorm werd opgesteld. Doch onderhande lingen hebben de sultan het uit zicht gegeven op een toekomsti ge inlijving van de zone, die his torisch en geografisch bij Marokko behoort en waarover de persoon van de sultan, zjj het dan in naam, altijd heerser is gebleven. De sul tan benoemde vroeger dan ook een speciale vertegenwoordiger, de „Mendoeb", die echter in feite een totaal ondergeschikte positie be kleedde. Deze Mendoeb was en is nog steeds het hoofd van de mo hammedaanse bevolking, rechter over deze bevolkingsgroep en voor zitter van de wetgevende vc^e^~ dering van de zone. De thans co de sultan benoemde Souvern1fi"^r.' nu twee functies gaan »"edn' die van de Mendoeb en Administrateur, de vertegenwoor diger van de landen, die indertijd het Par Ij se verdrag van Tanger hebben ondertekend en gezamenlijk de zone besturen. Sultan Ben Joessef droomt van een groot Sjerifijns rijk. Hierom vverd hij in 1953 verbannen naar Madagaskar. Doch twee jaar la- ter weid hij als soeverein vorst van het onafhankelijk geworden anse protectoraat in Parijs door president Coty ontvangen en kort daarop mocht hij, na een bezoek aan Madrid, de Spaanse zone van Marokko inlijven, terwijl nu de aansluiting van Tanger een feit begint te worden. De benoeming van de gouverneur is een voorlo pige regeling, totdat een interna tionale conferentie zich zal hebben uitgesproken over de toekomst van de internationale stad. De re-integratie van Tanger in Marokko is voorlopig Marokko's laatste wens. In 1912 werd Marok ko verdeeld in een Frans en een Spaans protectoraat en een in.ter" nationale zone, iets waar keize Wilhelm II, die nu eenmaal van opzienbarende interventies hi een „Panthersprung" voor oV®r Tanger was steeds meer in a langstelling komen te «taan de grote mogendheden, v Engeland, dat de rots van Gibral tar in zijn bezit had e ger geheel de Middellandse z,ee zou kunnen beheersen Daartegen waakten de andere grote mogend heden van die tijd, daarom maakte de keizer zijn „Panthersprung" en daaruit werd de idee van een in ternationale zone geboren. Alle controversen werden opge lost door het verdrag van Parijs dat in 1923 werd ondertekend door Frankrijk, Spanje, Engeland en Duitsland. Na de tweede wereld oorlog werd Duitsland als onder tekenaar geschrapt en werden de VS., Italië, België, Nederland, Zweden en Portugal als zodanig opgenomen. Het bestuur over de stad wordt door deze landen gezamenlijk ge voerd. Hoofd van de uitvoerende macht was de Administrateur, bij gestaan door een controlecommissie bestaande uit de in Tanger resi derende consuls der negen lan den. De Nederlander Jhr Van Vredenburgh, die onlangs werd be noemd tot permanent vertegen woordiger van de K.S.G. bij de Britse regering was, voor hij tot plaatsvervangend secretaris-gene raal der NATO werd aangesteld, enige jaren Administrateur van de internationale zone. De wetgeveriae m'acwt is m iian- den van de wetgevende vergadering, die, zoals wij boven reeds zeiden, gepresideerd wordt door de Men doeb. De controlecommissie heeft het recht van veto op de beslui ten van de wetgevende vergade ring. De internationalisering maakte van Tanger een »YriJ® 8 ad Men kent er geen tosl&stin^ geen na— tionaliteit, geen deviezenbepalingen. De inkomsten van de stad worden getrokken uit een universeel invoer recht op alle produkten, dat 13'/i procent bedraagt van de werke lijke waarde der goederen. Voor de oorlog zouden vele in woners van Tanger mensen ge weest zjjn, die ofwel een afschuw van belastingen hadden ofwel de beschikking hadden over kapitaal, waarvan de herkomst in andere landen als verdacht zou worden aangemerkt. Tjjdens en na de oor log stond Tanger in het middel punt van de belangstelling. Het ontbreken van deviezenbepalingen, in- en uitvoerrestricties en een strikte neutraliteit gewaarborgd door de internationale status van de stad, waren de oorzaken van een reusachtige groei van de geld en goederenhandel. Iedere finan ciële transactie kon er geschie den met een merkwaardige soe pelheid en volkomen legaal. Daar door ontstond een vrije koers vor ming van de verschillende vajuta der oorlogvoerende landen; de bankgebouwen rezen ais padde stoelen uit de onvruchtbare grond en het goud stapelde zich op, zo dat men met recht kon spreken van de gouden zuil van Hercules. pit alles is echter langzamer hand afgenomen toen de deviezen bepalingen in de meeste landen van de wereld soepeler werden en in het naburige Marokko de strijd om de onafhankelijkheid be gon en steeds heviger werd Vol- gen? ^?ioiëlf beker,dmakingen is loriinn n goudvoorraad van 32.000 kilogram tot 18.000 kilo te ruggelopen, terwijl onofficiële schat tingen spreken van een totaal ge- W11crh,t van 10-000 kilo- vele banken hebben hun kanto ren naar elders verplaatst, om dat de toestanden in Marokko een vlotte handel te zeer bemoeilijken. Bovendien zal Tanger, wanneer het eenmaal ingelijfd is bij Ma rokko, zijn internationale status kunnen verliezen en evenzeer te kampen krijgen met deviezenbepa lingen en belastingen, die vooral in een jonge staat, die zich nog moet vestigen dikwijls aanmerkelijk zwaarder zijn. De Marokkaanse regering schijnt er niet veel spijt van te hebben Officieel is er verklaard, dat de weggevloeide kapitalen toch niet produktief- waren voor de Marok kaanse nationale economie. Nu staan reeds vele huizenblokken en gebouwen, die na de oorlog in re cordtempo zijn gebouwd, leeg en is volgens deskundigen het spook van de werkloosheid op de drem pel komen staan. Wellicht zal het spook na de aansluiting bjj Marok ko helemaal binnen komen en de gouden zuil van Hercules even arm blijken als de rest van het Sjeri- fjjnse rijk. i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 4