1 DRIE PUNTEN AAN DE ORDE GESTELD X JJ Gezien vanaf de HOHEN SALZBURG Waar de tijd bleef stilstaan VIA DE WOLKEN DE HEMEL IN I Historie en traditie ontmoeten elkaar in „HUIZE DOORN mmmmm Eucharistie Naastenliefde Land en stad zakken door van toeristen Heimwee naar het overbodige ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1956 I^5j§ H 1 4 V 1 Wk IN ONS BEDREIGD BESTAAN Tot voor kort gaven alle Het wemelt van Barok-koepels en spitsen in Salzburg Ditmaal hebben we een ander plekje gezocht dan gewoonlijk om te schrijven. Het bergspoortje heeft ons op de Hohen Salzburg gebracht, de schitterende burcht die de hoog ten rond de Festspielstadt Salz burg beheerst. Als de Paus vluchten moet, is de enige plaats die Hem nog ont vangen kan Salzburg. Dat zie ik nu ook. In de diepte ligt de stad. Het wemelt van Barokkoepels en -spitsen en paleizen en paleis achtige complexen. De Dom met de Residenz. De huidige bisschop pen zullen het wel kalmer aan moeten doen dan de prachtlie- vende prelaten uit Mozarts tijd; de Stiftkirche St.-Petrus; de Kollegienkirche; de kerken van de Franciscanen; de kerk van de H. Drievuldigheid en de kapel van het ziekenhuis van de Barm- herzige Brüder. Allemaal op een kluitje. Rond de stad de heuvelen en de bergen. Het Salzkammer- gut met de meren. Onvoorstelbare hoeveelheid muziek Vorstelijke banneling Twee draden Klimaat van de Barok -Museum van standing Deze draad, bijna ragfijn gespon nen door dit huis, wordt naar het achterplan verdrongen door die an dere, door die van historie en machts vertoon. De meer persoonlijke zijde van de Keizer wordt teni'de gescho ven, verpletterd ais het ware door die andere pool, dl» op dit gebouw en op de inventaris een stampei heeft gezet. Op iedere muur vindt men portretten van veldheren en van veld slagen, schilderijen en tekeningen houden herinneringen vast aan mili taire overwinningen, borstbeelder roepen namen op uit welhaast ver geten oorlogen, die wij alleen noi maar uit de geschiedboeken kenner, PAGINA 8 Feestelijke blijmoedigheid der Contra- Reformatie r'oen de donkere dagen van de Reformatie voorbij waren voer de Kerk hebben de pas sages op het schip van Pe trus blijkbaar uitbundig van het heldere weer genoten. De Christenheid was ver scheurd en verdeeld. De R.K. Kerk consolideerde de ge loofsschat na de bedenkingen van Luther en Calvijn c.s. De nieuw ontdekte landen werden vruchtbare terrei nen van missiearbeid. De ket ter werd gescheiden van de bezitter van het ware Geloof, zoals men in een nogal sim plistische en krijgshaftige terminologie kan stellen. Kruitdamp opgetrokken Ook voor ons. in i£ m 1 kranten bijna elke dag de eindeloos trieste foto's van Marei- nelle. En elk bericht daarover via radio-Brussel was verzadigd van rouw. Aan de spijlen van de hekken voor de mijn klampten zich dag en nacht de handen vast van zovelen. Vlak bij hen, diep onder de grond hebben zich taferelen afgespeeld waar wij ons geen voorstelling van durven maken, 's Morgens nog de vrijheid, het daglicht, liet eigen huis en het eigen gezin, de grappen met kameraden en misschien de vakantieplannen en binnen een paar uur bet drama van de onont koombare dood. Midden op hun tocht door het leven werden ze onverhoeds overvallen door de dood. Ieder heeft het hele drama gehoord of gelezen. En ieder zal er op eigen manier'bij nagedacht heb ben. We zijn er allen immers nauw bij betrokken. De bedreiging is te voelen in het moeilijk eindeloos-gecompliceerd pro bleem dat zich voordoet rond het Suez-kanaal; de dreiging is waar neembaar in de vele spanningen die het ontwakend nationalisme in de Arabische landen veroorzaakt. Maar de bedreiging wordt plotseling levens groot bij 't bericht van die mijnramp in België. En 't is goed om de ge dachten die zij oproept niet te ont vluchten. Alle schijnbare gewichtig heid die ons leven elke dag om ringt, de zorgen om mooi weer, om uit-te-komen met je vakantiegeld, om een aardige baan te vinden, om je in een nieuwe omgeving te installe ren; alle ruzies en kritiek van huis kamerformaat worden erg betrekke lijk en onbelangrijk als er de adem overheengaat van het absolute. De eerste christenen die de Jonge Kerk vormden leefden in de felle verwachting van de komst van de Heer. De tijd waarin zij leefden was niet rustiger dan de onze en hun be staan werd voortdurend bedreigd. Maar zij zagen uit naar die komst in een bevrijdend verlangen en ze wisten niet alleen met hun verstand, door het geloof voorgelicht, evenzeer met hun hart, dat Hij zou wederkomen, zoals Hij was opgeste gen ten hemel. Wanneer deze verwachting ook bij ons leeft, nu, na 2000 jaren, dan huist er ook in ons die' diepe, zekere vreug de op de bodem van ons bestaan; een christelijke vreugde die tegen elke be dreiging en tegen elke ramp bestand is. De Heer is nabij. Hij wacht ons op. De genade, die ons heilig moet maken en die wij hopen te bezitten, betekent nog maar een beginstadium van onze redding. Christus komt een maal en zal dan voltooien wat Hij begonnen is. Hij is nabij in een abso lute nabijheid. Duizend jaren zijn voor hem één dag. Dit is het eerste punt van het voor stel, dat wij al eens eerder op deze pagina aan de orde stelden. s* zzmzssas. Het tweede punt omvat de inten se beleving, het mee-vieren, bewust en persoonlijk met de Eucharistie. Het lijkt niet overbodig dat wij ons zelf in dit opzicht vernieuwen. We zijn gewend om de schuld van ons passieve „bijwonen" van de Mis te schuiven op dingen, die wel heel be langrijk, maar toch nooit doorslag gevend zijn. We zeggen: waarom dat Latijn, waarom dat altaar zo ver weg, waarom staat de priester met zijn rug naar mij toe, waarom die ve le collectes maar met al die en •dergelijke vragen kunnen we onszelf toch niet schoonpraten. In een toe spraak tot de vastenpredikers van Rome zei de Paus daarover dit: „De bovennatuurlijke wereld is de mensen van nu vreemd gewor den en zegt hun niets meer. Het lijkt alsof het geestelijk kenvermo gen voor zulke hoge en gelukkig- makende waarheden in hen ver schrompeld of dood is. Men heeft deze gesteltenis willen wijten aan gebreken in de kerkelijke Liturgie; men heeft gemeend, dat het vol doende zou zijn de Liturgie te zui veren, te hervormen en op 'n hoger plan te brengen om de afgedwaal- den van nu de weg naar de God delijke Geheimen te doen terugvin den. Wie zo redeneert, toont een zeer oppervlakkige opvatting te hebben van die geestelijke bloed armoede en lusteloosheid". En dan wijst de Paus op de vele diepingrij pende oorzaken die liggen in de ontkerstening, de ontwijding en de vermaterialisering van het publie ke leven. Hoe het eerste en tweede punt samenhangen is zonder meer duide lijk. Immers: de H. Mis is tegelijk de gedachtenisviering van Christus' lijden èn zij houdt in de belofte van toekomstige heerlijkheid. Wij vieren de dood van Christus totdat Hij we derkomt. Het derde punt van ons voorstel is heel en al gericht op het prak tische leven. Het woord „naasten liefde" klinkt wel heel erg gewoon. De beoefening ervan is dit aller minst. Veel woorden zijn door 't voortdurend en te gemakkelijk ge bruik versleten en van hun invloed op ons ontdaan. We beseffen dan eigenlijk niet meer wat het inhoudt. Wie er zich ernstig op bezint zal be grijpen dat de naastenliefde alle energie van geest en hart opeist. Het gaat in ons voorstel om de uiterst concrete goedheid van mens tot mens. Hoe deze goedheid samenvalt met de twee eerstgenoemde punten is duidelijk. Wanneer wjj leven in de gedachte, dat de Heer nabij is en wanneer deze gedachte ons dus niet meer vreemd of on-katholiek aandoet, dan weten we ook, dat Christus ons bij Zijn komst wenst te herkennen aan de liefde: Hieraan zullen allen herkennen, dat gij mijn leerlingen zijt als gij 1 iefde hebt voor elkander. En als we niet zou den weten hoe naastenliefde en Eucharistie samenhangen, dan zou- den we nooit iets van de Eucharis tie begrepen hebben. Immers de voornaamste uitwerking in ons van onze deelneming aan de Eucharistie is, volgens de Kerkvergadering van Trente, dat in ons ontstoken wordt en toeneemt de gloed van de liefde. Dit is dus, kort samengevat, ons voorstel. Er zijn ons twee gelegenheden aan geboden, een in N.-Brabant en een in Z.-Holland, om gedurende twee weekends over dit voorstel met el kander van gedachten te wisselen. Wie ervoor voelt wordt verzocht zich te melden bij: P. Wesseling, Kei zersgracht, 218, A'-dam. De nodi ge inlichtingen worden dan toege stuurd. P.W. Stil is het er niet. Het land en de stad zakken hier door van de toe risten. Ze komen op de Festspieleaf (die dit jaar nog een extra vernis hebben vanwege de Mozartherden- king) en op het schitterende Salz- kammergut. Bussen vol toeristen worden uit geladen voor de Weissen Rössl in Sankt Wolfgang aan de Wolfgangsee. Dat is alleen te danken aan een kei zer die er op visite kwam en egn operette. Binnen kan men nog best een plaatsje krijgen, vlak aan het meer. Het meeste volk bepaalt er zich toe in de straatjes en voor de deur rond te hangen. In Salzburg zelf is het ook druk. Uiteraard. Er is een indrukwekkende stoet kunstenaars op de been om Mo zart te herdenken. Er wordt hier in een korte spanne tij ds een onvoor stelbare hoeveelheid muziek ge maakt. Behalve het peperdure Fest- spielprogrampia is er ook nog het programma van het Mozarteum. Daar is een beetje beleefde afstand tussen. Show-business is aan de Festspiele niet vreemd en daar willen de zg. rasechte muziekminnaars van het Mozarteum niet aan. Of eenvoud en soberheid ook niets van show heeft laten we maar buiten beschouwing. Dan kun je hier nog studeren ook in de zomer. Dat wil zeggen een paar lessen halen bij die héle goede mu- ziekprofessoren. Dat moet je ook eens gedaan hebben. Oskar Kokosohka, Oostenrijks schilderend paradepaard geeft schilderlessen. Er komen wel „studenten" die op een Hollandse Academie in de eerste klas nog veel zouden kunnen leren, maar de mees ter wil toch wel naar het gepruts Ipjken. Een internationale tentoonstelling van religieuze kunst (met een Ne derlandse inzending die op een paar Hoog in de lucht trekken twee straaljagers van de Koninklijke Luchtmacht ijle strepen. Het zijn de condensatie-strepen, die zich aan het luchtruim vastkleven als waren het grote, witte linten, die langs die grote koepel-van-blauw gespannen worden. Wanneer de vliegtuigen al weer lang achter de horizont ver dwenen zijn, staan nog die twee strepen daar, hoog boven ons. Het is alsof de tijd blijft stilstaan, zoals ook hier in het hart van de Stichtse lustwarande de tijd zelve een rustplaats vond. Deze rustplaats wordt gevormd door „Huize Doorn", eens de woning van de gewezen Duitse keizer Wilhelm en nu het meest merkwaardige mu seum dat ons land kent. Zo immers is de eindindruk, die de bezoeker opdoet wanneer hij dit met barokke luister en praal volge propte kasteel bezoekt: ook hier is de tijd blijven stilstaan. Eigenlijk al direct wordt de bezoeker met de ze gedachte geconfronteerd, want het eerste voorwerp dat hem getoond wordt, is de kaartentafel van de Kei zer. „Die had hij bij zich aan het front in de eerste-wereldoorlog", zo vertrouwt ons een museum-gids toe. En, in de onmiddellijke nabijheid van die tafel vinden we, temidden van ve le goed-onderhouden boeken, een ver sleten, blijkbaar veel gelezen bandje. Het maakt een povere indruk bij al die grote stempelbanden over vol kenkunde, strategie, archeologie en over theologie. Dit „lelijke eendje" draagt de titel: „Der Weg Kaiser Wil- helms II, von Thron in die Fremde". Het is zeker geen toeval, dat de blad wijzer ligt op die pagina, waar wij de Keizer zien afgebeeld, gebogen over diezelfde kaartentafel. „De Kei zer met Hindenburg en Ludendorff in het grote hoofdkwartier", zo luidt het vertaalde onderschrift. Daar, toen en op die plaats is voor Wilhelm de geschiedenis blijven stilstaan. Op die tafel immers zag hij hoe de front lijnen Duitslands ondergang regis treerden, even nauwkeurig welhaast als een modern kasregister. Wat daar na kwam telde niet meer mee, want niet alleen de tijd stond stil. Ook de indrukwekkende geschiedenis van zijn geslacht bleef bij die tafel stilstaan. Daaraan, aan die geschiedenis wijd de Friedrich Wilhelm Viktor Albert von Hohenzollern dit museum, dat na de oorlog in Nederlandse handen over ging en nu als een toeristen-centrum wordt geëxploiteerd door de stich ting „Huize Doorn". Het is nu stil in dit huis van een vorstelijke banneling, waar met grote nauwgezetheid alles in precies dezelfde toestand is gehouden en ge laten als het was op vier juni 1941, toen Wilhelm op 82-jarige leeftijd overleed. Ruim twintig jaar daar voor, op 15 mei 1920 betrok Keizer Wilhelm het huidige „Huize Doorn" dat zijn oorsprong vond in het ver sterkte kasteel dat omstreeks het midden van de veertiende eeuw door de Bisschop van Utrecht ter bevei liging van de goederen, die de Kerk in deze Omgeving bezat, werd ge bouwd. In de spannende novemberda gen van 1918 was de Keizer, onder de druk van de politieke ontwikkeling in Duitsland naar ons land uitgeweken. Hem werd toegestaan zich op „Hui ze Doorn" blijvend te vestigen. Na zijn verscheiden in 1941 werd „Hui ze Doorn" een historisch monu ment van grote waarde een mu seum, dat een stuk cultuurgeschiede nis in zich herbergt, waarvan helaas velen weinig weten. Het is deze ge schiedenis, zich concentrerend rond om de door de rust der tijden tot his- tórische figuur geworden persoon van de Duitse Keizer, die in dit gebouw van welhaast alle wanden en vanuit bijkans alle hoekjes tot leven komt. „Huize Doorn" is de ongerepte wo ning van ex-keizer Wilhelm en het is tevens een monument van een stuk voorbije wereldgeschiedenis. Dat zijn de twee draden, die door dit gebouw lopen. Vanaf de voordeur tot aan de voordeur. Daardoor be treedt en verlaat men dit gebouw, dat werd aangekleed met een deel van het meubilair uit de voormalige Keizerlijke paleizen te Potsdam. De ene draad is die van heimwee, want Keizer Wilhelm was een menselijke grijsaard, die zeer veel hechtte aan die honderden grote en kleine herin neringen, die nu nog zijn kamers vullen. De andere draad wordt ge vormd door wat eens Duitslands macht en roem uitmaakte: het Prui sische militarisme. In schilderijen, fotos', tekeningen, boeken, curiosa en plastieken dringt deze draad zich aan de bezoeker op met al die dreunende pracht en praal van de Duitse regi menten, die wij nog maar al te zeer kennen. Dat zijn de twee polen in dit tehuis, waar traditie en historie, waar interne huiselijkheid en uiterlijk machtsvertoon elkaar ontmoeten. Die huiselijkheid en die traditie vindt men in die vele boeken, eens behorend tot de grote bibliotheek van de keizer en vindt men ook terug in die ontelbare prentjes en familie-fo to's, die de wanden van eetzaal en slaapkamers, van werkkamers en ontvangruimten sieren. Men vindt het ook terug in die grote verzameling van geëmailleerde snuif- en tabaks dozen en in de commodes, die her en der in het gebouw staan opgesteld. Deze draad ontdekt men ook in de keizerlijke sterfkamer, waar een opengeslagen Bijbel naast bet sterf stukken na maar zo-zo is) maakt de culturele schotel die Salzburg dit jaar te bieden heeft nog aantrekke lijker, hoewel men wel een veelvraat moet zijn om het allemaal aan te kunnen. En dat is dan een schetsmatige no titie van het klimaat waarin we hier leven. Het weer is tussen haakjes hier stralend. Het klimaat van de Barok. De feestelijke speelse Barok. In de kerken stoeien de Engeltjes tegen hef plafond en de wanden. Het licht dwarrelt binnen door gebogen raamvormen en glinstert tegen een overdaad aan krullen en siersels. De Heiligen staan te zwieren met veel te veel gewaden op hun goudbeslagen consoles. De zalen waar de Fest spielstadt zo rijk aan is zijn al niet anders: één zwier al zwier. En daarin gaat bijv. een opera van Mozart Precies hetzelfde. Alles gesproten uit Barokke levenskunst. Door de Barok is alles over bodig. Karrevrachten stukwerk, om een rivier mee af te dammen kan men er uit breken. Kleine engelen, grote engelen incluis. Hoe komen we op dat idee, dal alles overbodig is? Arme twin tigste eeuwse mensen! Alles wat niet functioneel is, noemen we overbodig en voelen we aan als overbodig. Waarvoor zitten er zoveel blaadjes aan de bomen? Waarom kon het ambacht uit de dagen van de Barok niets onver sierd laten? Er is hier niets rechttoe-rechtaan. Wij functionalisten. Heimwee naar de krul, naar het plezierig overbodige krijgt men in Salzburg. Inspirerend Zou dat helemaal niets meer voor ons zijn? Het bestaan wat meer ver toning geven, onze woningen, onze hele leefcultuur. Het is zo koel, verstandelijk, zake lijk ,zo functioneel en doelmatig. Als die doelmatigheid (want doel matig probeerde men in de tijd van de Barok ook te zijn) nu eens op nieuw een kleed kreeg, een kleed van vreugde en speelsheid. Als ons kale huis waarin we jachtig in de weer zijn, steeds jachtiger, weer eens werd opgetuigd met de „poppetjes op de kasten". Dan zou dat een bewijs zijn dat we eindelijk weer eens evenwicht ge vonden hebben tussen leven om te werken en werken om te leven; tus sen kunst om de kunst en kunst om het volksbelang of omdat het erbij hoort in een beschaafd land of om wille van de armlastige artiesten; tussen tijd besteden en tijd stukslaan; tussen eten om te leven en leven om te eten; tussen noodzaak en luxe. Salzburg werkt inspirerend. bed ligt en ook is er die draad in zün privé-werkkamer, waar nu nog het paardezadel staat, waarop de Keizer gewoon was te werken. Tenslotte ook in de vele archeologische werken en vondsten, uit de talloos vele boeken over theologie en geschiedenis ont moet men die draad. De Kerk herstelde zich en bande de misstanden uit. Iets feestelijks kreeg de Kerk van de Contrareformatie. En hier in Salzburg heeft men een stukje Rooms-Katholieke hemel op aarde trachten te ha- Ten. De plafonds in de kerken zijn bewoond door Engelen en Engel tjes. Ze zijn door de schilder opengebroken. Men kijkt via de wolken de hemel in. Alle Heili gen zijn te vinden met hun attri buten in de hand, levensgrote martelraderen, zagen en zwaar den in de handen. En vooral het strijdpunt, de Eucharistie is met veel nadruk behandeld. De altaren hebben zwierige retabels tot de zoldering en met Misgewaden zijn de Heiligen bij voorkeur uitgedost (dat woord is hier wel op zijn plaats). En alles heeft een feestelijke toets. De Kerk heeft weer rede nen zich te verheugen. Ze heeft immers de sleutels van het rijk der hemelenwat er ook gebeure. In onze dagen is de Contrare formatie onderwerp van studie. Ze staat in het brandpunt van de belangstelling. In andere tij den immers groeien weer ande re gedachten, ontwaren de men sen weer andere vergezichten in die eeuwige Kerk. De verkon dingen tot de andere gelovige Christenen behoeven niet langer bepaald te zijn zoals ze bepaald waren in de bewogen dagen van weleer. Waardering en begrip groeien en ook het verdriet om de ge maakte fouten en de gemiste kansen, maar vooral om het goe de en schone van het Christen dom dat door de kruitdamp op het slagveld niet meer werd ge zien en dat toch leeft in alle Christengemeenschappen. Fees telijke blijmoedigheid heeft de Kerk behouden. Zoveel Roomse blijdschap als hier in Salzburg vindt men weinig. En het is jammer dat wij in het noorden o.a. in Holland, bolland daarvan maar weinig kaas heb ben gegeten. Een forse scheut blijmoedig heid van de Barok zou ons Chris tenen niet misstaan. En als de contrareformatie onder het licht van onze eeuw andere proporties en contouren krijgt moge het element van de blijmoedigheid, de vreugde des (Christelijken) levens, behouden blijven, ja zelfs fel naar voren komen, vooral ten onzent. En eerlijk gezegd gunnen wij onze Protestantse medechriste nen dap graag het medegenot van die Barokke levensvreugde. We kunnen toch samen blÜ zijn over ons Christen zijn? Ze zullen er wellicht enige moeite mee hebben, gezien de aard van hun geloof maar we zijn van mening, dat vreugde aanstekelijk werkt. En weliicht kan het bestaan dat we elkaar dan weer wat na der komen en nog wel op het gebied dat van origine de bit terste strijdverhoudingen teken de. Het kan verkeren. Tenslotte, er zijn maarschalkstaven, miriatuur-soldaatjes en herinne- rinjs-kruisen die de rest doen in dit oor.bgsmuseum-van-standing. Het is preaes een opengeslagen geschiede- nisloek, dit merkwaardige museum van ons land, waarheen ieder jaar meff belangstellenden de weg vin den Daarnaast vindt men in „Huize Doem" een grote hoeveelheid acht- tieide eeuwse meubelen, Saksisch poiselein, tapisserieën en zilverwer ken van niet zelden bijzondere bete kenis. Dit alles vormt een bij uit- stet passende achtergrond voor de veis historische objecten, waaraan „Huize Doorn" zo rijk is. Juist in dit ensemble, dat in zijn samenstel ling in vele opzichten nog typerend is voor de aan het begin dezer eeuw heersende smaak en dat sinds de dood van Keizer Wilhelm in vrijwel, ongerepte staat bewaard is geble ven, ligt niet in de laatste plaats de grote waarde van „Huize Doorn"-, in de Stichtse lustwarande. Michael van Goënga. Oe het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 8