258.000 WONINGEN TE WEINIG
Kan Rotterdamse haven het
werk aan?
o
Stormdepressie passeert ons land
Baby Weinberger gevonden
I
Huizen huizen huis
bouwenbouwen en
nog eens bouwen
C.B.S. publiceert ongecontroleerde cijfers
Tekort het grootst
Limburg
Verhoging van sociale uitkeringen
op 1 september?
DE T OEP
Een vraagclie nationale schade kan berokkenen:
Zaterdag 25 augustus 1956
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Ruim 217.000 gezinnen wonen in (in Zuid-
Holland alleen al 62.000)
in
Wpllil
Wallis op Texelse
strand
Het antwoord: Moeilijkheden bij overrom
pelende drukte kunnen ongetwijfeld
worden opgelost
Geruchten onjuist
86*
Het is weer weekend:
Op 10 KM van ouderlijke woning
WEERBERICHT
I
30.000 zonder eigen deur
Zes provincies boven
gemiddelde
Meer dan 15-000 nood
woningen
Slichting van de Arbeid bracht adviezen uit
„Tatite Pos
DE P.T.T. heeft een afkeer van
de ietwat smalende uitdrukking
„tante Pos". Begrijpelijk, want
dit moderne bedrijf werkt uitste
kend en vlot; dus niet, wat men
zou kunnen noemen: tante-ach-
tig".
Maar wij vrezen voor de P.T.T.dat
zij zelf de oorzaak zal zijn, dat
binnenkort de gewraakte uitdruk
king meer en meer in zwang zal
komen. Immers, de mogelijkheid
bestaat, dat in Amsterdam vrou
welijke postbodes aangesteld zul
len worden. Natuurlijk zullen dan
de kinderen in hun oom- en tante
praat gaan spreken over „tante
Pos" naast „ome Pos", wat, naar
verwacht kan worden, door de
groten overgenomen zal worden.
Het zou ons helemaal niet verwon
deren, als de vrouwelijke postbodes
algemeen „tante Pos" genoemd
gaan worden.
Dit daar gelaten, lijkt ons het
bestellers werk nu niet bepaald ge
schikt voor vrouwelijke werk
krachten. De P.T.T. voelt dat
uiteraard ook en het is nog niet
zeker, dat er inderdaad brieven
enz. door meisjes zullen worden
rondgebracht. De mogelijkheid
wordt onderzocht. Maar het tekort
aan bestellers is wel het nijpendst.
Dusals het moet
Nu onderschrijven wij niet zon
der meer het bezwaar van perso
nen van het mannelijk geslacht,
die menen dan geen briefkaarten
meer te kunnen sturen, gezien de
spreekwoordelijke nieuwsgierig
heid van de vrouwen. Doch een
dame met een vol geladen zware
tas op de schouders met poststuk
ken, neen, dat vinden wij niet zo
charmant.
Mogelijk dat de P.T.T. specu
leert op de hoffelijkheid van de
Amsterdamse jongelui, die zullen
-eggen: „zeg, zus, laat mij die tas
maar voor je dragen". Maar ja,
daar gaat de aardigheid waar
schijnlijk ook af
Analist
Ruim 90 procent ter
opvanging
Tekort in beide Hollanden
bleef gelijk
Invaliditeitsivet
Kinderbijslagwetten
E VERBLIJDENDE, tot dusver ongekende bedrijvigheid in de
Rotterdamse liaven is er de oorzaak van dat hier en daar geruchten
opduiken over vermeende ontoereikendheid van deze haven. Rotter
dam zou zo grote moeite hebben met het verwerken van de gigantische
hoeveelheden goederen, die thans worden aangevoerd, dat de wacht
tijden van de schepen aanzienlijk zouden zijn toegenomen. In sommige
gevallen zou men schepen naar andere havens hebben moeten verwij
zen. De havenoufillage zou haar topcapaciteit hebben bereikt en de
ontstane congestie zou van zo ernstige aard zijn dat Rotterdam de
daardoor ontstane moeilijkheden niet meer het hoofd zou weten te
bieden.
Deze geruchten zijn onjuist. Een
rustige bestudering van de situatie
en kennisneming van de perspec
tieven, die de Rotterdamse haven
nog steeds biedt, zouden ongetwij
feld tot deze conclusie leiden.
Maar de hardnekkigheid, waar
mee geruchten de ronde plegen te
mmm
doen ook als zij niet met de waar
heid in overeenstemming zijn,
maakt het noodzakelijk deze ge
ruchten in het openbaar met de
feiten te weerleggen.
Outillage is er
Het
graan
De drukte
Het tekort
VëXmCPt BOUWKOSTEN.
verwóm BmAGEH
Geen ongerustheid
Er is voor ongerustheid geen
aanleiding. De haven werkt hard,
breidt uit, past zich aan en moder
niseert. De vertraging, hier en
daar inderdaad opgetreden, is mi
nimaal.
De weerverwachting van het KNMI, geldig van
heden- tot morgenavond, luidt:
Buien, plaatselijk met onweer, afgewisseld door
opklaringen. Matige, tijdelijk krachtige wind
tussen zuidwest en west. Weinig verandering in
temperatuur.
Zondag 26 aug. zon op 5.44, onder 19.43. Maan op
21.07, onder 11.23.
Maandag 27 aug: zon op 5.45, onder 19.41. Maan
op 21.39, onder 12.34.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Op 30 juni van dit jaar had Nederland 258.000 woningen te weinig om in de
behoefte aan woonruimte te voorzien. Sinds mei 1947 is het tekort aan wo-
Hingen met 40.000 verminderd, want in die maand bedroeg het tekort 298.000 van het woningtekort echter ook
voor elk daarvan een. soms niet on.be-
langrijke, toeneming van de woningvoor.
raad en ook van de woningbehoefte heeft
plaatsgehad. Het woningtekort, in ab
solute zin, is in alle provincies afgeno
men. behalve in Noord- en Zuid-Holland,
waar het gelijk is gebleven. Relatief ge
zien, t.o.v. de woningvoorraad, is de druk
woningen. Het woningtekort bedraagt thans 10 procent van de woningvoorraad.
In 1947 was dat 14 procent. De woningvoorraad, die in mei 1947: 2.085.000 be
droeg, was op 30 juni van dit jaar 2.533.000. Er zijn sinds 1947 dus 448.000
woningen bijgekomen. Dit zijn enige cijfers uit de voorlopige uitslag van de
algemene woningtelling, die gisteren door het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek is gepubliceerd.
king zal blijken hoeveel van deze wo
ningen als een aanvaardbare behuizing
zullen kunnen worden beschouwd, welk
aantal dan een even zo grote verlaging
van het woningtekortcijfer zal betekenen.
Een in dezelfde richting gaande correctie
zal kunnen plaats vinden, zodra bij de
verdere bewerking bijv is gebleken voor
hoeveel inwonende gezinnen de inwoning
geen verband houdt met de op dit ogen
blik bestaande woningnood.
In de jaarverslagen van de Centrale
Directie van de Wederopbouw en de
Volkshuisvesting is tot dusverre voor
deze twee factoren een cijfer van resp.
31.000 en 50.000 aangehouden. Van deze
cijfers uitgaande zou het bovengenoemde
?KiFnnnrri5eer<ie w°ningtekortcijfer van
TT*. dan verminderen tot 177.000.
uiteraard wordt hiermee vooruitgelopen
pp de definitieve cijfers. Vandaar, dat
In j navolgende nog de „ongecorri
geerde'' cijfers als uitgangspunt zijn ge
nomen. Nog zij vermeld, dat onder de
18.000 onbewoonde woningen mede zijn
begrepen de op 30 juni gereedzijnde doch
nog niet betrokken nieuwe woningen,
alsmede de in verband met beschadi
ging tijdelijk niet bewoonde woningen.
Blijkens deze voorlopige cijfers van het
C.B.S. is het tekort aan woningen in ver
gelijking met de woningvoorraad het
grootst in Limburg, waar het tekort 15
Procent van de woningvoorraad bedraagt.
In Zuid-Holland. Gelderland en Utrecht
was dit percentage 12, in Overijssel en
Noord-Brabant 11 in Noord-Holland en
Drente 9, in Groningen 6 en in Friesland
en Zeeland 4. Sinds 1947 is in Groningen
het woningtekort gedaald met 5 procent
(het zakte van 11 tot 6 procent van de
woningvoorraad), in Friesland daalde het
met 3, in Drente met 10. in Overijssel
met 3, in Gelderland met 6, in Utrecht
met 3, in Noord-Holland met 1, in Zuid-
Holland met 2, in Zeeland met 7, in
Noord-Brabant met 6 en in Limburg met
In zijn publikatie vestigt het C.B.S.
er met nadruk de aandacht op, dat dit
allemaal nog ongecontroleerde cijfers
zijn. In de voorlopige uitslagen kunnen
dus nog veranderingen komen.
In een toelichting op de cijfers zegt
het bureau onder meer het volgende:
De woningvoorraad van Nederland be
droeg op 30 juni 1956: 2.533.000 en de
woningbehoefte 2.791.000. Het verschil
Van 258.000 geeft een beeld van de
grootte van het woningtekort. Bij dit
laatste cijfer dient men rekening te hou
den met het feit dat. de voorlopige uit
komsten voor 42 gemeenten geen woning
tekort. doch een woningoverschot aan
wijzen. Aangezien de overschotten in
deze gemeenteen in principe niet kunnen
dienen ter opheffing van tekorten in an
dere gemeenten, dient, bij bepaling van
het totale nog op te vangen tekort voor
het, rijk c.q de provincies te worden uit
gegaan van de gemeenten waar alsnog
van een tekort sprake is. Op 30 juni j.l.
bedroeg het gezamenlijke overschot in
de eerder bedoelde 42 gemeenten echter
slechts 477. hetgeen in het op duizend
tallen afgeronde woningtekortcijfer van
258.000 voor het rijk als geheel dus geen
verandering brengt. In dit cijfer is geen
rekening gehouden met een onder nor
male omstandigheden algemeen noodza
kelijk geachte woningreserve.
In de voorlopige cijfers over de wo
ningvoorraad is verder nog geen reke
ning gehouden met, de rond 30.000 ge
telde zg. woningen zonder eigen toe
gangsdeur. Eerst bij de verdere bewer-
Ten opzichte van de totale woning
voorraad bedraagt het ongecorrigeerde
woningtekort thans rond 10 procent. Voor
zes provincies ligt dit cijfer hoger, te
weten voor Limburg (15 pet.) voor Gel
derland, Utrecht en Zuid-Holland (elk
12 pet) en voor Overijssel en Noord-
Babant (elk 11 pet.) In de overige vijf
provincies blijft het beneden het rijks
gemiddelde en wel in Drente en Noord-
Holland (elk met 9 pet.), in Groningen
(6 pet.) en in Friesland en Zeeland (elk
met 4 pet.)
Ook voor deze regionale cijfers gelden
de ten aanzien van het rijkscijfer ge
maakte voorbehouden. Voorts dient er
rekening mee te worden gehouden, dat
in deze cijfers regionale verschillen voor
wat betreft de kwaliteit der woningen
niet tot uitdrukking komen. Ook dit
aspect zal bij de verdere bewerking van
het telmateriaal nog de bijzondere aan
dacht hebben.
Noord- en Zuid-Holland verminderd,
hoewel de relatieve teruggang voor deze
Provincies en ook voor de provincie
Utrecht is achtergebleven bij de daling
van het rijksgemiddelde.
Het C.B.S. publiceerde ook een sta
tistiek. bestaande uit 15 kolommen, welke
een overzicht geeft van de algemene wo
ningtelling 1956. Wij laten hieruit enkele
cijfers volgen.
In ons land zijn 2.489.201 woningen be
woond en 17.736 onbewoond, terwijl er
daarnaast nog 10.933 „bijzondere woon
eenheden" zijn. Verder zijn er 15.222
noodwoningen en noodboerderijen. On
der de kolom ..overige bewoonde andere
ruimten" komt het C.B.S. tot een totaal
van 26.051.
Wat de bezetting der woningen betreft
maakt het C.B.S. onderscheid tussen
huishoudens van twee of meer personen
en alleenstaanden. Van de eerste cate
gorie zijn 2344.620 huishoudens alleen in
een woning of de hoofdbewoner (in
Groningen: 112.567, Friesland 108.974,
Drente 65.009, Overijssel 153.725 Gelder
land 244.467, Utrecht 133.273 Noord-Hol
land 459.148, Zuid-Holland 581.019, Zee
land 67.550, Noor-d-Brabant 256.131, Lim
burg 158.278, Noordoostpoldcr 4.458 en
de Zuidelijke Usselmeerpolders 21);
217.570 gezinnen zijn inwonend (Gronin
gen 5.962. Friesland 4.313, Drente 5.383,
Overijssel 15.765 Gelderland 24.935,
Utrecht 13.941 Noord-Holland 40.543,
Zuid-Holland 62.186, Zeeland 2.929.
Noord-Brabant 25.177 Limburg 16.412 en
Noordoostpolder 24), terwiil in totaal
41.024 huishoudens verblijven in een
bewoonbare andere ruimte.
1 o^cS>n - gr0i?p a^eenstaanden aangaat:
187.689 zijn alleen in een woning of zijn
hoofdbewoner. 122.003 wonen in en
7.o93 huizen er in een bewoonbare an
dere ruimte.
50.000 per jaar
Ten aanzien van de woningvoorraad
kan worden opgemerkt, dat sedert het
einde van de Tweede Wereldoorlog in
totaal bijna 500.000 nieuwe woningen
zijn tot stand gekomen, terwijl, reke
ning houdend met vermindering van
het aantal woningen door afbraak, on
bewoonbaarverklaring enz., de woning
voorraad in de periode van negen jaar
tussen 31 mei 1947 en 30 juni 1956 per
saldo met 448.000 woningen is vermeer
derd. d.i. rond 21 procent van de wo
ningvoorraad op 31 mei 1947. De toene
ming bedroeg dus gemiddeld 50.000 per
jaar. een niet onbelangrijk cijfer, let
tend op het gemiddelde van rond 32.000
PÜL ,1,a„ar m de vooroorlogse periode
1931—1940. Na 31 mei 1947 steeg het
aantal woningbehoevende eenheden
echter met niet minder dan 408.000,
waarbij de hoge. en in al deze jaren
boven het vooroorlogse niveau geble
ven. huwelijksfrequentie en anderzijds
de gunstige ontwikkeling der sterfte
cijfers een belangrijke rol hebben ge
speeld.
Deze in nog sneller tempo dan ons
grote totale bevolkingsaccres verlopen
vermeerdering van het aantal woning-
behoevende eenheden heeft er toe ge
leid, dat voor het rijk als geheel bezien,
van de omvangrijke vermeerdering van
de woningvoorraad sinds 1947 met
448.000 ruim 90 procent heeft moeten
dienen ter opvanging van de toene
ming der woningbehoefte en slechts
40.000, of nog geen 10 procent, hebben
kunnen bijdragen tot vermindering
van het op 31 mei 1947 bestaande wo
ningtekort.
Volgens de voorlopige cijfers daalde
dit tekort van 298.000 tot 258.000 dwz
van 14 tot 10 procent van de totale wo
ningvoorraad op beide tijdstippen GeduT
rende de laatste jaren is het tempo van
deze daling sneller geweest dan uit bo
venstaande percentages naar voren komt.
Het woningtekort is immers na mei 1947
nog verder toegenomen. Het lag in de
jaren 19481950 volgens gemaakte be
rekeningen 35.000 tot 40.000 hoger dan
op 31 mei 1947 en bedroeg toen ongeveer
16 procent van dc totale woningvoorraad.
De geleidelijke afneming van het tekort
is eerst na 1950 begonnen en sindsdien
heeft de vermindering dus ongeveer
80.000 bedragen.
Uit de cijfers voor de afzonderlijke pro
vincies blijkt dat. in de periode 1947—1956
Wanneer de minister van sociale zaken
en volksgezondheid en de staatssecretaris
het advies volgen dat de Stichting van
daii Arbeid heeft uitgebracht over som
mige uitkeringen der sociale verzeke
ringswetten, is het niet onwaarschijnlijk,
dat per 1 september a.s sommige dier
uitkeringen worden verhoogd Het gaat
hier om een aanpassing van de sociale
uitkeringen als gevolg van de jongste
loonmaatregelen.
Voorgesteld is de oude renten en toe
slagen met 10 procent te verhogen in
gaande 1 september 1956. Dit percentage
is hoger dan de loonsverhogingen. De
loonsverhogingen gaan de 6 procent niet
te boven. De hoogte van de sociale uit
keringen is echter in de loop van de tijd
belangrijk achtergebleven bij de werke
lijke stijging van het loonpeil.
De thans op de ongevallenrenten ver
leende toeslagen variëren al naar ge
lang het tijdstip van het ongeval van
1 tot 46,5 procent. Gezien het voren
staande wordt dit straks 1 tot 61 procent.
Het hoogste percentage geldt voor de
renten die toegekend zijn voor 1 januari
1947.
Op grond van dezelfde overwegingen
zullen, volgens het advies, ook de inge
volge de invaliditeitswet verleende ren
ten en toeslagen met 10 procent moeten
worden verhoogd met ingang van I sep
tember a.s. Dit betekent, dat de huidige
toeslag van 156 procent wordt verhoogd
tot 182 procent (10 procent verhoging van
dë basis-rente plus toeslag).
Aangezien de noodwet ouderdomsvoor
ziening per 31 december 1956 komt te
Vervallen, adviseert de Stichting van de
Arbeid af te zien van een procentuele
verhoging van de individuele uitkerin
gen. Deze zou te kostbaar zijn. In plaats
daarvan wordt aangedrongen op een ex
tra uitkering ineens. Gezien de andere
verhogingen (10 procent) zou deze uit
kering ineens 40 procent van de maande
lijkse uitkering moeten bedragen (4
maanden a 10 procent). Omdat de finan
ciële positie van de noodwettrekkers vrij
ongunstig is, wordt ecfcter voorgesteld
bedoelde extra-uitkeringen ineens, te
stellen op een volle maanduit'kering. Deze
extra-uitkering dient dan, volgens het
advies, in het laatste kwartaal van 1956
te worden uitbetaald.
Voor de te nemen maatregelen met be.
trekking tot verhoging van de kinder
bijslagen, zo vernemen wij van de zijde
van het Christelijk Nationaal Vakver
bond, geen eenslu;,jen(j advies uitge
bracht. De meerderheid van het bestuur
van de Stichting (waaronder de werk
nemersvertegenwoordigers) acht een
verhoging met 10 procent ingaande 1 ok
tober 1956 gewenst. Anderen adviseren
een verhoging van het derde kind af,
terwijl weer andere leden van oordeel
zijn, dat er geen aanleiding is de kin
derbijslagen te verhogen. De uiteindelijke
beslissing zal moeten worden afgewacht.
Een verhoging met 10 procent zou be
tekenen voor de werknemers:
kind per dag per dag
oud nieuw
;Je 0.51 0.56
2e en 3e 0.57 0.63
4een5e 0 80 „0.88
6e en volgende 0.90 0.99
Op het strand te Texel is gister
middag een zeven meter lange en
ongeveer acht ton wegende butsk.op
aangespoeld. De butskop behoort tot
de familie der walvissen. Zij trek
ken jaarlijks zuidwaarts en horen
thuis in het néordelijke deel van de
Atlantische Oceaan. Het op Texel
aangetroffen dier is een vrouwelijk
exemplaar. Deze worden nooit lan
ger dan zeven meter. De mannelijke
dieren kunnen tot tien meter lang
worden. Vroeger werd op deze bees
ten veel jacht gemaakt in de noor
delijke Atlantische Oceaan.
Een beeld van de drukte in de Rotterdamse haven. Op de voorgrond de lichters, die de lading van de zeekastelen over
nemen en voor verder vervoer zorg dragen. Aan de boeien de zeeschepen. Iedere dag, dat zij moeten wachten om gelost
te worden, betekent een geduchte schadepost. Op de achtergrond de elevators. De outillage in de Rotterdamse haven is
uitstekend, en de capaciteit wordt nog steeds vergroot, maar ook hier laat zich een ernstig tekort aan arbeiders gelden,
een tekort aan mankracht.
Het behoeft geen betoog dat geruchten
van deze aard de naam van de Rotter
damse haven aanzienlijke schade kunnen
berokkenen, met name in het buitenland.
Het zelfvertrouwen van de ondernemers
in de Rotterdamse haven is groot genoeg
om grond te geven aan de stellige ver
wachting dat de moeilijkheden, die er
momenteel inderdaad zijn, zullen worden
opgelost.
Maar het voorkomen van eventuele
schade, ontstaan door geruchten die nu
eenmaal altijd de neiging hebben, tot
exorbitante proporties uit te groeien
is beter dan genezen.
aan woningen is een omstandigheid die de
havenbedrijven niet in de hand hebben.
Het gaat er nu naar uitzien dat Rotter
dam. dat tengevolge van bombardemen
ten 26.000 woningen verloor, nu door dit
verlies dubbel zal worden gedupeerd.
Aan de outillage ligt het niet. Niet al
leen is de Rotterdamse haven de modern
ste van West-Europa, ook de capaciteit
laat nog niet te wensen over. Nieuwe kra
nen en nieuwe elevators zijn in bestelling.
Maar voor de bediening van elke elevator
zijn zestien mensen nodig. Het is voor
gekomen dat elevators werkeloos aan de
kant moesten blijven liggen doordat er
geen mensen waren om ze te bedienen.
Met voortvarendheid wordt trouwens
gewerkt aan de uitbreiding van havens en
kaden, pieren en ligplaatsen. Voorbeelden
zijn de uitbreiding van de pieren in de
Waalhaven, de aanleg van havens bij en
in het Botlekgebied. Dit, door de gemeen
te uitgevoerde werk, wordt door de par
ticuliere ondernemers op de voet gevolgd.
Pas zijn in de Merwehaven weer vier
kranen van een geheel nieuw type in ge
bruik genomen.
De grote uitbreiding van na de oorlog
heeft zich vrijwel geruisloos voltrokken.
Te geruisloos wellicht. Wanneer Rotter
damse ondernemers hierover meer de
grote trom hadden geroerd zouden ge
ruchten over de zogenaamde ontoerei
kende' outillage misschien wat minder
snel zijn opgedoken. Men vergete echter
niet dat de huidige drukte door niemand
is verwacht; dat de toeneming van de
aanvoer in een zo overrompelend tempo
Rotterdam zou bespringen, kon trouwens
niemand voorzien.
Overzicht van de generale repetitie van
de Taptoe, welke gisterenavond te
Delft plaats vond.
(Van onze weerkundige medewerker).
Met de buitengewoon krachtige weste
lijke luchtstroming welke in de hogere
luchtlagen boven de oceaan voorkomt en
waarbij windsnelheden van 200 km per
uur voorkomen, is een depressie snel
naar West-Europa getrokken. Gisteravond
bereikte deze depressie N.W.-Frankrijk
en vanmorgen kwam ze, vergezeld van
snelle barometerdalingen, boven Brabant
aan. De kern trok in noordoostelijke
richting van ons land naar Duitsland,
vergezeld van langdurige regenval. Op
enkele plaatsen was tot vanmorgen 7 uur
al meer dan 25 mm regen gevallen. Ten
zuiden van de kern stak een noord-
westerstornri op, welke vanmorgen vooral
in Brabant en Noord-Limburg schade
veroorzaakte, Gedurende het weekeinde,
zal deze depressie, die naar Denemarken
wegtrekt, zijn stempel op het augustus-
weer blijven drukken. Er wordt met een
noordwestelijke wind veel te koude lucht
aangevoerd, waarin de temperatuur
nauwelijks boven de 15 gr. C. komt. In
deze luchtstroming komen als gevolg van
bijzonder koude lucht in de hogere lucht
lagen nog tal van buien voor, welke
van hagel en onweer vergezeld gaan.
Augustus is tot op heden op drie na de
koudste oogstmaand van de laatste 250
jaar. Hier en daar is reeds meer dan
120 mm regen gevallen, terwijl in De
Bilt al een tekort van 50 uren zonne
schijn is waargenomen. In tal van op
zichten kan deze augustusmaand met een
zeer natte en onbestendige oktobermaand
worden vergeleken.
Door de nolitie is gisteren in een bebost nog in leven was. Door een verraderlijk
'hiPrl I n do rnnwovin? Van n«n U li: - 1iii J
gebied in de omgeving van Mineola een
lijkje gevonden, dat, naar zij vermoedt,
het stoffelijk overschot is van de baby
Weinberger, die enige tüd geleden uit
een kinderwagen in de tuin van zijn
ouders werd ontvoerd.
De politie was bij haar onderzoek uit
gegaan van een verklaring van de 31-
jarige taxichauffeur, Angelo Lamarca.
die, zoals wij gisteren meldden, donder
dag op beschuldiging van ontvoering van
de baby is aangehouden. Lamarca ver
klaarde, dat hij het kind op vijf juli,
een dag na de ontvoering op dit terrein'
had achtergelaten. De plek waar het lijk
je werd gevonden ligt achthonderd me
ter van het huis van Lamarca en ruim
tien kilometer van de woning van de
Weinbergers.
Hef stoffelijk overschot lag verborgen
onder bladeren en takken. Volgens de
politie heeft de aangehouden taxichauf
feur bekend, dat hij het kind had be
dekt. Het was niet bekend, of Peter toen
.haaltje" in het handschrift van degene
die een losgeld van 2000 dollar had ge-
eist, was de politie op het spoor van La
marca gekomen.
Zij had daartoe twee miljoen handte
keningen in het archief van een New
Yorks gerechtshof moeten vergelijken
voordat men (je handtekening vond, die
met die van Lamarca overeenstemde.
Lamarca had deze handtekening in 1954
geplaatst tijdens een dranksmokkel-pro
ces. Deskundigen stelden vast dat bo
vengenoemde handtekening identiek was
met die op het losgeldbriefje.
Lamarca zou hef plan tot ontvoering
hebben opgevat om zijn schulden tc kun
nen afbetalen. Bij voorbaat had hij al het
briefje geschreven, waarin het losgeld
werd geëist. Op zoek naar een kind om te
ontvoeren, had hij toevallig de baby
Weinberger gevonden.
I;i de staat New Vork, waar het mis
drijf is gepleegd staat op ontvoering,
evenais moord, als hoogste straf de dood.
Het recordjaar 1955 20.348 binnenge
komen schepen, een goederenomzet van
66.214.787 ton zal door 1956 verre wor
den overtroffen. Vooral op het ogenblik
is de drukte in de haven enorm. Er zijn
nauwelijks kaden genoeg om de binnen
komende schepen ligplaats te bieden. Het
is vorige week gebeurd dat op één dag
520.000 ton goederen werden aangevoerd.
Men kan deze hausse aan een groot
aantal oorzaken toeschrijven, maar niet
geheel verklaren. Voor elk produkt zijn
die oorzaken uiteraard verschillend maar
het schijnt toevallig dat juist alle soor
ten goederen in steeds grotere hoeveel
heden worden aangevoerd. De goede naam
van de Rotterdamse haven en de voor
treffelijke ligging van de stad zullen
daaraan zeker niet vreemd zijn.
Een bijzonder facet is de vondst van
tankerrederijen om graan aan te voeren
in, voor olievervoer gebouwde schepen
Graantankers zijn aanzienlijk moeilijker
te lossen dan de voor het vervoeren van
graan gebouwde schepen. Men dirigeert
deze graantankers graag naar een goede
snelwerkende haven, dus naar Rotterdam
Het extra oponthoud en het arbeidsver-
lies, die met het lossen van graantankers
gepaard gaan, veroorzaken een aanmer
kelijk verlies van totale graanlossings-
van,.het tempo en wekken
de teleurstelling, die een goede voedings
bodem is gebleken voor kwade geruchten.
™?®i-iVL°Inaa.Inste °0"aak van enkele
moeijpkheden is het schrijnend tekort aan
arbeidskrachten. Dat dagelijks enkele
tientallen bussen met ongeschoold haven
personeel uit de wijde omtrek naar de
Rotterdamse haven komen, is bekend. Het
■s nog onvoldoende. Rotterdam zou veel
meer arbeiders kunnen gebruiken, de
haven in het bijzonder.
De personeelswerving stuit op grote
moeilijkheden. Er zijn bedrijven die zeer
grote bedragen besteden aan de perso
neelswerving, zonder dat deze kosten
kunnen worden doorberekend. Het ver
wachte (gehoopte!) succes blijft uit door
dat Rotterdam geen woningen beschik
baar heeft. De Scheepvaart Vereniging
Zuid heeft nu in Pendrecht 200 woningen
voor havenpersoneel in aanbouw; het is
de druppel op de bekende, gloeiende
plaat. De haven heeft nog 2 tot 3000 ar-
beiders nodig.
De Rotterdamse havenbedrijven doen
wat ze kunnen. De aanvoer van mensen
vergt grote bedragen. Maar het tekort
Spectaculair is de zeer snelle toeneming
van de aanvoer van ruwe olie. Verrassend
is ook de ontwikkeling van het stukgoed.
Ook over de overslag van kolen en erts
zouden merkwaardige dingen kunnen
worden verteld. Maar het graan is in de
haven een bijzonder produkt: daarom kan
het nuttig zijn, in dit verband iets meer
over graan mee te delen.
De graanhandel aan de Rijn (dus West-
Duitsland) prefereert Rotterdam als over
slaghaven omdat Rotterdam veel sneller
werkt dan Hamburg. (Laden in Rotter
dam en opslaan in Duisburg neemt niet
meer dan twee dagen in beslag). De Ne
derlandse behoefte aan graan is, door de
snelle groei van de bevolking, veel gro
ter geworden.
Dit jaar zal, tengevolge van de strenge
winter en de natte zomer, de oogst slech-
ter en kleiner zün dan normaal. België
en Engeland voeren veel graan uit Ame
rika in, dat in Rotterdam in coasters
wordt overgeslagen. Onze industrie (stijf
sel, plakmiddelen, veekoeken, bloem en
meel, puddings en andere meelproduk-
ten e.d.) hebben hun export vergroot. De
toevoer van graan is dus aanzienlijk toe
genomen.
Een voor de snelheid nadelige coïnci
dentie is het gebruik van tankers voor
graanvervoer. Een olietanker lost zich
zelf, vrijwel zonder mankracht. Het los
sen van een graantanker vergt drie tot
vier maal zoveel tijd als het lossen van
een even grote normale graanboot. Graan
is het hoogwaardig produkt; de laatste
resten moeten er ook uit. Dat levert bij
een normale graanboot geen problemen
op; bij een graantanker, die niet voor dit
vervoer is gebouwd, moet het laatste
graan met stoffer en emmer uit de boot
worden verwijderd!
Deze vertraging komt trouwens ook in
andere havens voor. In Antwerpen heeft
men speciale maatregelen moeten nemen
en de werkwijze moeten veranderen.
Rotterdam is op alle punten de overige
Westeuropese zeehavens vooruit.
Er zal indien mogelijk nog meer spoed
moeten worden betracht met de uitbrei
ding van de haven. Rijk en gemeente die
nen er voor te zorgen, de ontwikkeling
vóór te blijven. De particulieren zuilen
volgen, zo snel als de omstandigheden
net toelaten. Het verleden heeft bewezen
.,zd niet voor grote risico's terug
schrikken.
De woningbouw, in het bijzonder de
bouw van arbeiderswoningen, zal met
pote kracht moeten worden gestimu-
leerd.
Het blijft teleurstellend dat Rotterdam
verhoudingsgewijs bij sommige kleinere
gemeenten in de omtrek, met name h«
Vlaardingen, achterblijft. Men bedenke
daarbij dat met het aantrekken van ha
venarbeiders waarlijk niet uitsluitend een
Rotterdams belang wordt gediend, maar
dat een goed functionerende Rotterdamse
haven een nationaal belang is.