258.000 WONINGEN TE WEINIG Kan Rotterdamse haven het werk aan? o Stormdepressie passeert ons land Baby Weinberger gevonden I Huizen huizen huis bouwenbouwen en nog eens bouwen C.B.S. publiceert ongecontroleerde cijfers Tekort het grootst Limburg Verhoging van sociale uitkeringen op 1 september? DE T OEP Een vraagclie nationale schade kan berokkenen: Zaterdag 25 augustus 1956 DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN Ruim 217.000 gezinnen wonen in (in Zuid- Holland alleen al 62.000) in Wpllil Wallis op Texelse strand Het antwoord: Moeilijkheden bij overrom pelende drukte kunnen ongetwijfeld worden opgelost Geruchten onjuist 86* Het is weer weekend: Op 10 KM van ouderlijke woning WEERBERICHT I 30.000 zonder eigen deur Zes provincies boven gemiddelde Meer dan 15-000 nood woningen Slichting van de Arbeid bracht adviezen uit „Tatite Pos DE P.T.T. heeft een afkeer van de ietwat smalende uitdrukking „tante Pos". Begrijpelijk, want dit moderne bedrijf werkt uitste kend en vlot; dus niet, wat men zou kunnen noemen: tante-ach- tig". Maar wij vrezen voor de P.T.T.dat zij zelf de oorzaak zal zijn, dat binnenkort de gewraakte uitdruk king meer en meer in zwang zal komen. Immers, de mogelijkheid bestaat, dat in Amsterdam vrou welijke postbodes aangesteld zul len worden. Natuurlijk zullen dan de kinderen in hun oom- en tante praat gaan spreken over „tante Pos" naast „ome Pos", wat, naar verwacht kan worden, door de groten overgenomen zal worden. Het zou ons helemaal niet verwon deren, als de vrouwelijke postbodes algemeen „tante Pos" genoemd gaan worden. Dit daar gelaten, lijkt ons het bestellers werk nu niet bepaald ge schikt voor vrouwelijke werk krachten. De P.T.T. voelt dat uiteraard ook en het is nog niet zeker, dat er inderdaad brieven enz. door meisjes zullen worden rondgebracht. De mogelijkheid wordt onderzocht. Maar het tekort aan bestellers is wel het nijpendst. Dusals het moet Nu onderschrijven wij niet zon der meer het bezwaar van perso nen van het mannelijk geslacht, die menen dan geen briefkaarten meer te kunnen sturen, gezien de spreekwoordelijke nieuwsgierig heid van de vrouwen. Doch een dame met een vol geladen zware tas op de schouders met poststuk ken, neen, dat vinden wij niet zo charmant. Mogelijk dat de P.T.T. specu leert op de hoffelijkheid van de Amsterdamse jongelui, die zullen -eggen: „zeg, zus, laat mij die tas maar voor je dragen". Maar ja, daar gaat de aardigheid waar schijnlijk ook af Analist Ruim 90 procent ter opvanging Tekort in beide Hollanden bleef gelijk Invaliditeitsivet Kinderbijslagwetten E VERBLIJDENDE, tot dusver ongekende bedrijvigheid in de Rotterdamse liaven is er de oorzaak van dat hier en daar geruchten opduiken over vermeende ontoereikendheid van deze haven. Rotter dam zou zo grote moeite hebben met het verwerken van de gigantische hoeveelheden goederen, die thans worden aangevoerd, dat de wacht tijden van de schepen aanzienlijk zouden zijn toegenomen. In sommige gevallen zou men schepen naar andere havens hebben moeten verwij zen. De havenoufillage zou haar topcapaciteit hebben bereikt en de ontstane congestie zou van zo ernstige aard zijn dat Rotterdam de daardoor ontstane moeilijkheden niet meer het hoofd zou weten te bieden. Deze geruchten zijn onjuist. Een rustige bestudering van de situatie en kennisneming van de perspec tieven, die de Rotterdamse haven nog steeds biedt, zouden ongetwij feld tot deze conclusie leiden. Maar de hardnekkigheid, waar mee geruchten de ronde plegen te mmm doen ook als zij niet met de waar heid in overeenstemming zijn, maakt het noodzakelijk deze ge ruchten in het openbaar met de feiten te weerleggen. Outillage is er Het graan De drukte Het tekort VëXmCPt BOUWKOSTEN. verwóm BmAGEH Geen ongerustheid Er is voor ongerustheid geen aanleiding. De haven werkt hard, breidt uit, past zich aan en moder niseert. De vertraging, hier en daar inderdaad opgetreden, is mi nimaal. De weerverwachting van het KNMI, geldig van heden- tot morgenavond, luidt: Buien, plaatselijk met onweer, afgewisseld door opklaringen. Matige, tijdelijk krachtige wind tussen zuidwest en west. Weinig verandering in temperatuur. Zondag 26 aug. zon op 5.44, onder 19.43. Maan op 21.07, onder 11.23. Maandag 27 aug: zon op 5.45, onder 19.41. Maan op 21.39, onder 12.34. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT Op 30 juni van dit jaar had Nederland 258.000 woningen te weinig om in de behoefte aan woonruimte te voorzien. Sinds mei 1947 is het tekort aan wo- Hingen met 40.000 verminderd, want in die maand bedroeg het tekort 298.000 van het woningtekort echter ook voor elk daarvan een. soms niet on.be- langrijke, toeneming van de woningvoor. raad en ook van de woningbehoefte heeft plaatsgehad. Het woningtekort, in ab solute zin, is in alle provincies afgeno men. behalve in Noord- en Zuid-Holland, waar het gelijk is gebleven. Relatief ge zien, t.o.v. de woningvoorraad, is de druk woningen. Het woningtekort bedraagt thans 10 procent van de woningvoorraad. In 1947 was dat 14 procent. De woningvoorraad, die in mei 1947: 2.085.000 be droeg, was op 30 juni van dit jaar 2.533.000. Er zijn sinds 1947 dus 448.000 woningen bijgekomen. Dit zijn enige cijfers uit de voorlopige uitslag van de algemene woningtelling, die gisteren door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek is gepubliceerd. king zal blijken hoeveel van deze wo ningen als een aanvaardbare behuizing zullen kunnen worden beschouwd, welk aantal dan een even zo grote verlaging van het woningtekortcijfer zal betekenen. Een in dezelfde richting gaande correctie zal kunnen plaats vinden, zodra bij de verdere bewerking bijv is gebleken voor hoeveel inwonende gezinnen de inwoning geen verband houdt met de op dit ogen blik bestaande woningnood. In de jaarverslagen van de Centrale Directie van de Wederopbouw en de Volkshuisvesting is tot dusverre voor deze twee factoren een cijfer van resp. 31.000 en 50.000 aangehouden. Van deze cijfers uitgaande zou het bovengenoemde ?KiFnnnrri5eer<ie w°ningtekortcijfer van TT*. dan verminderen tot 177.000. uiteraard wordt hiermee vooruitgelopen pp de definitieve cijfers. Vandaar, dat In j navolgende nog de „ongecorri geerde'' cijfers als uitgangspunt zijn ge nomen. Nog zij vermeld, dat onder de 18.000 onbewoonde woningen mede zijn begrepen de op 30 juni gereedzijnde doch nog niet betrokken nieuwe woningen, alsmede de in verband met beschadi ging tijdelijk niet bewoonde woningen. Blijkens deze voorlopige cijfers van het C.B.S. is het tekort aan woningen in ver gelijking met de woningvoorraad het grootst in Limburg, waar het tekort 15 Procent van de woningvoorraad bedraagt. In Zuid-Holland. Gelderland en Utrecht was dit percentage 12, in Overijssel en Noord-Brabant 11 in Noord-Holland en Drente 9, in Groningen 6 en in Friesland en Zeeland 4. Sinds 1947 is in Groningen het woningtekort gedaald met 5 procent (het zakte van 11 tot 6 procent van de woningvoorraad), in Friesland daalde het met 3, in Drente met 10. in Overijssel met 3, in Gelderland met 6, in Utrecht met 3, in Noord-Holland met 1, in Zuid- Holland met 2, in Zeeland met 7, in Noord-Brabant met 6 en in Limburg met In zijn publikatie vestigt het C.B.S. er met nadruk de aandacht op, dat dit allemaal nog ongecontroleerde cijfers zijn. In de voorlopige uitslagen kunnen dus nog veranderingen komen. In een toelichting op de cijfers zegt het bureau onder meer het volgende: De woningvoorraad van Nederland be droeg op 30 juni 1956: 2.533.000 en de woningbehoefte 2.791.000. Het verschil Van 258.000 geeft een beeld van de grootte van het woningtekort. Bij dit laatste cijfer dient men rekening te hou den met het feit dat. de voorlopige uit komsten voor 42 gemeenten geen woning tekort. doch een woningoverschot aan wijzen. Aangezien de overschotten in deze gemeenteen in principe niet kunnen dienen ter opheffing van tekorten in an dere gemeenten, dient, bij bepaling van het totale nog op te vangen tekort voor het, rijk c.q de provincies te worden uit gegaan van de gemeenten waar alsnog van een tekort sprake is. Op 30 juni j.l. bedroeg het gezamenlijke overschot in de eerder bedoelde 42 gemeenten echter slechts 477. hetgeen in het op duizend tallen afgeronde woningtekortcijfer van 258.000 voor het rijk als geheel dus geen verandering brengt. In dit cijfer is geen rekening gehouden met een onder nor male omstandigheden algemeen noodza kelijk geachte woningreserve. In de voorlopige cijfers over de wo ningvoorraad is verder nog geen reke ning gehouden met, de rond 30.000 ge telde zg. woningen zonder eigen toe gangsdeur. Eerst bij de verdere bewer- Ten opzichte van de totale woning voorraad bedraagt het ongecorrigeerde woningtekort thans rond 10 procent. Voor zes provincies ligt dit cijfer hoger, te weten voor Limburg (15 pet.) voor Gel derland, Utrecht en Zuid-Holland (elk 12 pet) en voor Overijssel en Noord- Babant (elk 11 pet.) In de overige vijf provincies blijft het beneden het rijks gemiddelde en wel in Drente en Noord- Holland (elk met 9 pet.), in Groningen (6 pet.) en in Friesland en Zeeland (elk met 4 pet.) Ook voor deze regionale cijfers gelden de ten aanzien van het rijkscijfer ge maakte voorbehouden. Voorts dient er rekening mee te worden gehouden, dat in deze cijfers regionale verschillen voor wat betreft de kwaliteit der woningen niet tot uitdrukking komen. Ook dit aspect zal bij de verdere bewerking van het telmateriaal nog de bijzondere aan dacht hebben. Noord- en Zuid-Holland verminderd, hoewel de relatieve teruggang voor deze Provincies en ook voor de provincie Utrecht is achtergebleven bij de daling van het rijksgemiddelde. Het C.B.S. publiceerde ook een sta tistiek. bestaande uit 15 kolommen, welke een overzicht geeft van de algemene wo ningtelling 1956. Wij laten hieruit enkele cijfers volgen. In ons land zijn 2.489.201 woningen be woond en 17.736 onbewoond, terwijl er daarnaast nog 10.933 „bijzondere woon eenheden" zijn. Verder zijn er 15.222 noodwoningen en noodboerderijen. On der de kolom ..overige bewoonde andere ruimten" komt het C.B.S. tot een totaal van 26.051. Wat de bezetting der woningen betreft maakt het C.B.S. onderscheid tussen huishoudens van twee of meer personen en alleenstaanden. Van de eerste cate gorie zijn 2344.620 huishoudens alleen in een woning of de hoofdbewoner (in Groningen: 112.567, Friesland 108.974, Drente 65.009, Overijssel 153.725 Gelder land 244.467, Utrecht 133.273 Noord-Hol land 459.148, Zuid-Holland 581.019, Zee land 67.550, Noor-d-Brabant 256.131, Lim burg 158.278, Noordoostpoldcr 4.458 en de Zuidelijke Usselmeerpolders 21); 217.570 gezinnen zijn inwonend (Gronin gen 5.962. Friesland 4.313, Drente 5.383, Overijssel 15.765 Gelderland 24.935, Utrecht 13.941 Noord-Holland 40.543, Zuid-Holland 62.186, Zeeland 2.929. Noord-Brabant 25.177 Limburg 16.412 en Noordoostpolder 24), terwiil in totaal 41.024 huishoudens verblijven in een bewoonbare andere ruimte. 1 o^cS>n - gr0i?p a^eenstaanden aangaat: 187.689 zijn alleen in een woning of zijn hoofdbewoner. 122.003 wonen in en 7.o93 huizen er in een bewoonbare an dere ruimte. 50.000 per jaar Ten aanzien van de woningvoorraad kan worden opgemerkt, dat sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog in totaal bijna 500.000 nieuwe woningen zijn tot stand gekomen, terwijl, reke ning houdend met vermindering van het aantal woningen door afbraak, on bewoonbaarverklaring enz., de woning voorraad in de periode van negen jaar tussen 31 mei 1947 en 30 juni 1956 per saldo met 448.000 woningen is vermeer derd. d.i. rond 21 procent van de wo ningvoorraad op 31 mei 1947. De toene ming bedroeg dus gemiddeld 50.000 per jaar. een niet onbelangrijk cijfer, let tend op het gemiddelde van rond 32.000 PÜL ,1,a„ar m de vooroorlogse periode 1931—1940. Na 31 mei 1947 steeg het aantal woningbehoevende eenheden echter met niet minder dan 408.000, waarbij de hoge. en in al deze jaren boven het vooroorlogse niveau geble ven. huwelijksfrequentie en anderzijds de gunstige ontwikkeling der sterfte cijfers een belangrijke rol hebben ge speeld. Deze in nog sneller tempo dan ons grote totale bevolkingsaccres verlopen vermeerdering van het aantal woning- behoevende eenheden heeft er toe ge leid, dat voor het rijk als geheel bezien, van de omvangrijke vermeerdering van de woningvoorraad sinds 1947 met 448.000 ruim 90 procent heeft moeten dienen ter opvanging van de toene ming der woningbehoefte en slechts 40.000, of nog geen 10 procent, hebben kunnen bijdragen tot vermindering van het op 31 mei 1947 bestaande wo ningtekort. Volgens de voorlopige cijfers daalde dit tekort van 298.000 tot 258.000 dwz van 14 tot 10 procent van de totale wo ningvoorraad op beide tijdstippen GeduT rende de laatste jaren is het tempo van deze daling sneller geweest dan uit bo venstaande percentages naar voren komt. Het woningtekort is immers na mei 1947 nog verder toegenomen. Het lag in de jaren 19481950 volgens gemaakte be rekeningen 35.000 tot 40.000 hoger dan op 31 mei 1947 en bedroeg toen ongeveer 16 procent van dc totale woningvoorraad. De geleidelijke afneming van het tekort is eerst na 1950 begonnen en sindsdien heeft de vermindering dus ongeveer 80.000 bedragen. Uit de cijfers voor de afzonderlijke pro vincies blijkt dat. in de periode 1947—1956 Wanneer de minister van sociale zaken en volksgezondheid en de staatssecretaris het advies volgen dat de Stichting van daii Arbeid heeft uitgebracht over som mige uitkeringen der sociale verzeke ringswetten, is het niet onwaarschijnlijk, dat per 1 september a.s sommige dier uitkeringen worden verhoogd Het gaat hier om een aanpassing van de sociale uitkeringen als gevolg van de jongste loonmaatregelen. Voorgesteld is de oude renten en toe slagen met 10 procent te verhogen in gaande 1 september 1956. Dit percentage is hoger dan de loonsverhogingen. De loonsverhogingen gaan de 6 procent niet te boven. De hoogte van de sociale uit keringen is echter in de loop van de tijd belangrijk achtergebleven bij de werke lijke stijging van het loonpeil. De thans op de ongevallenrenten ver leende toeslagen variëren al naar ge lang het tijdstip van het ongeval van 1 tot 46,5 procent. Gezien het voren staande wordt dit straks 1 tot 61 procent. Het hoogste percentage geldt voor de renten die toegekend zijn voor 1 januari 1947. Op grond van dezelfde overwegingen zullen, volgens het advies, ook de inge volge de invaliditeitswet verleende ren ten en toeslagen met 10 procent moeten worden verhoogd met ingang van I sep tember a.s. Dit betekent, dat de huidige toeslag van 156 procent wordt verhoogd tot 182 procent (10 procent verhoging van dë basis-rente plus toeslag). Aangezien de noodwet ouderdomsvoor ziening per 31 december 1956 komt te Vervallen, adviseert de Stichting van de Arbeid af te zien van een procentuele verhoging van de individuele uitkerin gen. Deze zou te kostbaar zijn. In plaats daarvan wordt aangedrongen op een ex tra uitkering ineens. Gezien de andere verhogingen (10 procent) zou deze uit kering ineens 40 procent van de maande lijkse uitkering moeten bedragen (4 maanden a 10 procent). Omdat de finan ciële positie van de noodwettrekkers vrij ongunstig is, wordt ecfcter voorgesteld bedoelde extra-uitkeringen ineens, te stellen op een volle maanduit'kering. Deze extra-uitkering dient dan, volgens het advies, in het laatste kwartaal van 1956 te worden uitbetaald. Voor de te nemen maatregelen met be. trekking tot verhoging van de kinder bijslagen, zo vernemen wij van de zijde van het Christelijk Nationaal Vakver bond, geen eenslu;,jen(j advies uitge bracht. De meerderheid van het bestuur van de Stichting (waaronder de werk nemersvertegenwoordigers) acht een verhoging met 10 procent ingaande 1 ok tober 1956 gewenst. Anderen adviseren een verhoging van het derde kind af, terwijl weer andere leden van oordeel zijn, dat er geen aanleiding is de kin derbijslagen te verhogen. De uiteindelijke beslissing zal moeten worden afgewacht. Een verhoging met 10 procent zou be tekenen voor de werknemers: kind per dag per dag oud nieuw ;Je 0.51 0.56 2e en 3e 0.57 0.63 4een5e 0 80 „0.88 6e en volgende 0.90 0.99 Op het strand te Texel is gister middag een zeven meter lange en ongeveer acht ton wegende butsk.op aangespoeld. De butskop behoort tot de familie der walvissen. Zij trek ken jaarlijks zuidwaarts en horen thuis in het néordelijke deel van de Atlantische Oceaan. Het op Texel aangetroffen dier is een vrouwelijk exemplaar. Deze worden nooit lan ger dan zeven meter. De mannelijke dieren kunnen tot tien meter lang worden. Vroeger werd op deze bees ten veel jacht gemaakt in de noor delijke Atlantische Oceaan. Een beeld van de drukte in de Rotterdamse haven. Op de voorgrond de lichters, die de lading van de zeekastelen over nemen en voor verder vervoer zorg dragen. Aan de boeien de zeeschepen. Iedere dag, dat zij moeten wachten om gelost te worden, betekent een geduchte schadepost. Op de achtergrond de elevators. De outillage in de Rotterdamse haven is uitstekend, en de capaciteit wordt nog steeds vergroot, maar ook hier laat zich een ernstig tekort aan arbeiders gelden, een tekort aan mankracht. Het behoeft geen betoog dat geruchten van deze aard de naam van de Rotter damse haven aanzienlijke schade kunnen berokkenen, met name in het buitenland. Het zelfvertrouwen van de ondernemers in de Rotterdamse haven is groot genoeg om grond te geven aan de stellige ver wachting dat de moeilijkheden, die er momenteel inderdaad zijn, zullen worden opgelost. Maar het voorkomen van eventuele schade, ontstaan door geruchten die nu eenmaal altijd de neiging hebben, tot exorbitante proporties uit te groeien is beter dan genezen. aan woningen is een omstandigheid die de havenbedrijven niet in de hand hebben. Het gaat er nu naar uitzien dat Rotter dam. dat tengevolge van bombardemen ten 26.000 woningen verloor, nu door dit verlies dubbel zal worden gedupeerd. Aan de outillage ligt het niet. Niet al leen is de Rotterdamse haven de modern ste van West-Europa, ook de capaciteit laat nog niet te wensen over. Nieuwe kra nen en nieuwe elevators zijn in bestelling. Maar voor de bediening van elke elevator zijn zestien mensen nodig. Het is voor gekomen dat elevators werkeloos aan de kant moesten blijven liggen doordat er geen mensen waren om ze te bedienen. Met voortvarendheid wordt trouwens gewerkt aan de uitbreiding van havens en kaden, pieren en ligplaatsen. Voorbeelden zijn de uitbreiding van de pieren in de Waalhaven, de aanleg van havens bij en in het Botlekgebied. Dit, door de gemeen te uitgevoerde werk, wordt door de par ticuliere ondernemers op de voet gevolgd. Pas zijn in de Merwehaven weer vier kranen van een geheel nieuw type in ge bruik genomen. De grote uitbreiding van na de oorlog heeft zich vrijwel geruisloos voltrokken. Te geruisloos wellicht. Wanneer Rotter damse ondernemers hierover meer de grote trom hadden geroerd zouden ge ruchten over de zogenaamde ontoerei kende' outillage misschien wat minder snel zijn opgedoken. Men vergete echter niet dat de huidige drukte door niemand is verwacht; dat de toeneming van de aanvoer in een zo overrompelend tempo Rotterdam zou bespringen, kon trouwens niemand voorzien. Overzicht van de generale repetitie van de Taptoe, welke gisterenavond te Delft plaats vond. (Van onze weerkundige medewerker). Met de buitengewoon krachtige weste lijke luchtstroming welke in de hogere luchtlagen boven de oceaan voorkomt en waarbij windsnelheden van 200 km per uur voorkomen, is een depressie snel naar West-Europa getrokken. Gisteravond bereikte deze depressie N.W.-Frankrijk en vanmorgen kwam ze, vergezeld van snelle barometerdalingen, boven Brabant aan. De kern trok in noordoostelijke richting van ons land naar Duitsland, vergezeld van langdurige regenval. Op enkele plaatsen was tot vanmorgen 7 uur al meer dan 25 mm regen gevallen. Ten zuiden van de kern stak een noord- westerstornri op, welke vanmorgen vooral in Brabant en Noord-Limburg schade veroorzaakte, Gedurende het weekeinde, zal deze depressie, die naar Denemarken wegtrekt, zijn stempel op het augustus- weer blijven drukken. Er wordt met een noordwestelijke wind veel te koude lucht aangevoerd, waarin de temperatuur nauwelijks boven de 15 gr. C. komt. In deze luchtstroming komen als gevolg van bijzonder koude lucht in de hogere lucht lagen nog tal van buien voor, welke van hagel en onweer vergezeld gaan. Augustus is tot op heden op drie na de koudste oogstmaand van de laatste 250 jaar. Hier en daar is reeds meer dan 120 mm regen gevallen, terwijl in De Bilt al een tekort van 50 uren zonne schijn is waargenomen. In tal van op zichten kan deze augustusmaand met een zeer natte en onbestendige oktobermaand worden vergeleken. Door de nolitie is gisteren in een bebost nog in leven was. Door een verraderlijk 'hiPrl I n do rnnwovin? Van n«n U li: - 1iii J gebied in de omgeving van Mineola een lijkje gevonden, dat, naar zij vermoedt, het stoffelijk overschot is van de baby Weinberger, die enige tüd geleden uit een kinderwagen in de tuin van zijn ouders werd ontvoerd. De politie was bij haar onderzoek uit gegaan van een verklaring van de 31- jarige taxichauffeur, Angelo Lamarca. die, zoals wij gisteren meldden, donder dag op beschuldiging van ontvoering van de baby is aangehouden. Lamarca ver klaarde, dat hij het kind op vijf juli, een dag na de ontvoering op dit terrein' had achtergelaten. De plek waar het lijk je werd gevonden ligt achthonderd me ter van het huis van Lamarca en ruim tien kilometer van de woning van de Weinbergers. Hef stoffelijk overschot lag verborgen onder bladeren en takken. Volgens de politie heeft de aangehouden taxichauf feur bekend, dat hij het kind had be dekt. Het was niet bekend, of Peter toen .haaltje" in het handschrift van degene die een losgeld van 2000 dollar had ge- eist, was de politie op het spoor van La marca gekomen. Zij had daartoe twee miljoen handte keningen in het archief van een New Yorks gerechtshof moeten vergelijken voordat men (je handtekening vond, die met die van Lamarca overeenstemde. Lamarca had deze handtekening in 1954 geplaatst tijdens een dranksmokkel-pro ces. Deskundigen stelden vast dat bo vengenoemde handtekening identiek was met die op het losgeldbriefje. Lamarca zou hef plan tot ontvoering hebben opgevat om zijn schulden tc kun nen afbetalen. Bij voorbaat had hij al het briefje geschreven, waarin het losgeld werd geëist. Op zoek naar een kind om te ontvoeren, had hij toevallig de baby Weinberger gevonden. I;i de staat New Vork, waar het mis drijf is gepleegd staat op ontvoering, evenais moord, als hoogste straf de dood. Het recordjaar 1955 20.348 binnenge komen schepen, een goederenomzet van 66.214.787 ton zal door 1956 verre wor den overtroffen. Vooral op het ogenblik is de drukte in de haven enorm. Er zijn nauwelijks kaden genoeg om de binnen komende schepen ligplaats te bieden. Het is vorige week gebeurd dat op één dag 520.000 ton goederen werden aangevoerd. Men kan deze hausse aan een groot aantal oorzaken toeschrijven, maar niet geheel verklaren. Voor elk produkt zijn die oorzaken uiteraard verschillend maar het schijnt toevallig dat juist alle soor ten goederen in steeds grotere hoeveel heden worden aangevoerd. De goede naam van de Rotterdamse haven en de voor treffelijke ligging van de stad zullen daaraan zeker niet vreemd zijn. Een bijzonder facet is de vondst van tankerrederijen om graan aan te voeren in, voor olievervoer gebouwde schepen Graantankers zijn aanzienlijk moeilijker te lossen dan de voor het vervoeren van graan gebouwde schepen. Men dirigeert deze graantankers graag naar een goede snelwerkende haven, dus naar Rotterdam Het extra oponthoud en het arbeidsver- lies, die met het lossen van graantankers gepaard gaan, veroorzaken een aanmer kelijk verlies van totale graanlossings- van,.het tempo en wekken de teleurstelling, die een goede voedings bodem is gebleken voor kwade geruchten. ™?®i-iVL°Inaa.Inste °0"aak van enkele moeijpkheden is het schrijnend tekort aan arbeidskrachten. Dat dagelijks enkele tientallen bussen met ongeschoold haven personeel uit de wijde omtrek naar de Rotterdamse haven komen, is bekend. Het ■s nog onvoldoende. Rotterdam zou veel meer arbeiders kunnen gebruiken, de haven in het bijzonder. De personeelswerving stuit op grote moeilijkheden. Er zijn bedrijven die zeer grote bedragen besteden aan de perso neelswerving, zonder dat deze kosten kunnen worden doorberekend. Het ver wachte (gehoopte!) succes blijft uit door dat Rotterdam geen woningen beschik baar heeft. De Scheepvaart Vereniging Zuid heeft nu in Pendrecht 200 woningen voor havenpersoneel in aanbouw; het is de druppel op de bekende, gloeiende plaat. De haven heeft nog 2 tot 3000 ar- beiders nodig. De Rotterdamse havenbedrijven doen wat ze kunnen. De aanvoer van mensen vergt grote bedragen. Maar het tekort Spectaculair is de zeer snelle toeneming van de aanvoer van ruwe olie. Verrassend is ook de ontwikkeling van het stukgoed. Ook over de overslag van kolen en erts zouden merkwaardige dingen kunnen worden verteld. Maar het graan is in de haven een bijzonder produkt: daarom kan het nuttig zijn, in dit verband iets meer over graan mee te delen. De graanhandel aan de Rijn (dus West- Duitsland) prefereert Rotterdam als over slaghaven omdat Rotterdam veel sneller werkt dan Hamburg. (Laden in Rotter dam en opslaan in Duisburg neemt niet meer dan twee dagen in beslag). De Ne derlandse behoefte aan graan is, door de snelle groei van de bevolking, veel gro ter geworden. Dit jaar zal, tengevolge van de strenge winter en de natte zomer, de oogst slech- ter en kleiner zün dan normaal. België en Engeland voeren veel graan uit Ame rika in, dat in Rotterdam in coasters wordt overgeslagen. Onze industrie (stijf sel, plakmiddelen, veekoeken, bloem en meel, puddings en andere meelproduk- ten e.d.) hebben hun export vergroot. De toevoer van graan is dus aanzienlijk toe genomen. Een voor de snelheid nadelige coïnci dentie is het gebruik van tankers voor graanvervoer. Een olietanker lost zich zelf, vrijwel zonder mankracht. Het los sen van een graantanker vergt drie tot vier maal zoveel tijd als het lossen van een even grote normale graanboot. Graan is het hoogwaardig produkt; de laatste resten moeten er ook uit. Dat levert bij een normale graanboot geen problemen op; bij een graantanker, die niet voor dit vervoer is gebouwd, moet het laatste graan met stoffer en emmer uit de boot worden verwijderd! Deze vertraging komt trouwens ook in andere havens voor. In Antwerpen heeft men speciale maatregelen moeten nemen en de werkwijze moeten veranderen. Rotterdam is op alle punten de overige Westeuropese zeehavens vooruit. Er zal indien mogelijk nog meer spoed moeten worden betracht met de uitbrei ding van de haven. Rijk en gemeente die nen er voor te zorgen, de ontwikkeling vóór te blijven. De particulieren zuilen volgen, zo snel als de omstandigheden net toelaten. Het verleden heeft bewezen .,zd niet voor grote risico's terug schrikken. De woningbouw, in het bijzonder de bouw van arbeiderswoningen, zal met pote kracht moeten worden gestimu- leerd. Het blijft teleurstellend dat Rotterdam verhoudingsgewijs bij sommige kleinere gemeenten in de omtrek, met name h« Vlaardingen, achterblijft. Men bedenke daarbij dat met het aantrekken van ha venarbeiders waarlijk niet uitsluitend een Rotterdams belang wordt gediend, maar dat een goed functionerende Rotterdamse haven een nationaal belang is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 1