i
- N
mm
Landbouwers
f
y
i
Flevopolder
bijna
afgesloten
is alvast in H20-stemming
Vissers ruimen het veld voor
f
P'
EEN STAD VOL HISTORIE, het zo gul met architectonisch
Land uit water
Een nieuwe polder -
nieuwe kansen
De zee is een dure leverancier,
maar wat doet een volk, dat
uit het jasje van zijn grenzen
groeit?
wm
Nederland vecht om
„tien procent
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1956
PAGINA 7
P* 'X"%- 1
Wvv$»:-
De zee is een dure leverancier. Niette
min hebben wij dit land gekocht; een volk
dat uit het jasje van zijn grenzen groeit,
heeft weinig keus
Polder op papier
Selectie
Kwestie van dagen
\T OOR een land, dat aan i
driehonderd inwoners
slechts één vierkante kilome
ter te bieden heeft, is overbe
volking een steeds dreigen
der wordend begrip. Men
dient zijn toevlucht te nemen
tot middelen als industriali
satie en emigratie. Nederland
heeft echter nog een troef, de j
inpoldering. Het volk, dat er
vroeger op uit trok, om nieu
we gebieden te ontdekken,
doet dit nog, maar blijft'daar
bij binnen eigen grenzen. De
zer dagen zal aan de grens
van zo'n nieuw stuk land op
nieuw de Nederlandse vlag
kunnen worden gehesen; op
de dijk rond de nieuwe pol
der oostelijk Flevoland. Een
onzer redacteuren heeft een
verkenningstocht gemaakt
langs deze tot verheugenis j
stemmende „nationale nieuw
bouw". Op deze pagina vindt
men zijn impressies.
|»;'j
\a
lil MiiiMiiH11 II
llBöi»
Andere wereld
Romantiek en uien
Nieuw land achter een lemen drempel
HiilH
X
schoon gezegende Kampen, dat zich nu ziet geplaatst aan de rand van....
LELYSTAD, augustus 1956
DAAR moet het liggen, het nieuwe land.
we staan met modderige schoenen op de
'hoge, machtige dijk die dwars door het
water van het Flevomeer loopt en, rechts, de
golven boven het polderland reeds in z!jn greep
gevangen houdt. Een brede lasso van zand, klei
en leem. Golven slaan er onrustig tegen aan,
maar het heeft geen nut. Hun lot is al bezegeld.
Drie gemalen staan gereed om dadelijk, na die
lang" verwachte kreet „de dijk is dicht", het wa
ter er uit te gooien. Het hoort er niet meer
thuis, de bodem is nu van de boeren....
Met de regelmaat van stadsbussen varen
links van de dijk de boten vol toeristen en in
die boten vindt men al velen van hen, die
straks de nieuwe polder Oostelijk Flevoland
zullen gaan bevolken. Halsreikend staan zij
langs de reling, turend, over de nog natte drem
pel heen, naar die blinkende watervlakte, die
tot. aan 'de horizon schijnt te reiken als een
eindeloze sprei boven het toekomstige land. Ze
kijken erraar, ze dromen al van vruchtbare
akkers en onder elkaar noemen ze het ,,'t Be
loofde Land
Terecht!, het beloofde land. Want nóg is pol
der Oostelijk Flevoland niet meer dan een be
lofte: er zullen, door de gemalen „Lovink",
„Wortman'' en „Colijn" ruim een miljard liter
water overboord moeten worden geworpen
vóórdat de eerste stappen kunnen worden ge
zet op dit drassige stukje nieuw Nederland, dat
van de zee werd gekocht tegfen betaling van ne
gentig kilometer dure dijk. Een dijk, die 290
miljoen gulden kostte. En het drooggevallen
land zal dan nóg eens een investering vergen
van 350 miljoen gulden, zodat de 54000 ha om
vattende polder Oostelijk Flevoland ons ten
slotte twaalf mille per hectare kost.
Terwijl een leger van tweedui
zend dijkwerkers bezig was met
het bouwen van deze nieuwe de
marcatielijn, ontwierpen anderen
het Plan voor het toekomstige
woongebied. Het moest verkaveld
worden, waterleidingen, wegen,
woonkernen, beplantingen en tal
van andere dingen moesten worden
geprojecteerd. Lelystad, nu nog een
beter soort werkkamp met houten
huizen en een handvol kantoortjes,
slechts door een 25 kilometer lange
dijk met het vaste land verbonden,
en troosteloos als een eenzame
voorpost in een wereld van water,
zal een provinciestad worden met
30.000 inwoners. Bovendien komt er
nog een streekccntrum met accom
modatie voor 5000 „kolonisten" en
zal de polder verder nog een tiental kleinere
dorpen tellen, waarip 1500 a 2500 mensen kun
nen worden gehuisvest. Ook werd er reeds een
weg uitgestippeld, een grote verkeersweg, die,
zijn beginpunt vindend bij Amsterdam, Lely
stad via een nieuwe brug over de IJssel bij
Kampen met het oosten zal verbinden. In
totaal zullen in de nieuwe polder 20 km pri
maire weg, 40 km secondaire weg, 40 km terti
aire weg en 270 km polderweg worden aange
legd.
Ook op ander gebied is er al druk voorbe
reid en tot hen, die straks het nieuwe grond
gebied zullen gaan bevolken, is het intussen al
duidelijk doorgedrongen dat er wel iets is ver
anderd, sedert de dagen waarih de Schermer, de
Beemster, Anna Paulowna en Heer Hugowaard
„voor het gebruik" gereed waren. Toen, was er
van enige reglementering ten aanzien van
huisvesting en bebouwing geen sprake; ieder
die zich in het drooggevallen gebied wilde ves
tigen, dééd dit, en tot welke consequenties dit
leidde, blijkt wel uit dit kleine Hollandse vers
ie, dat door 'n verbitterde boerenkroniekschrij-
ver in de annalen van een nieuw poldergebied
werd opgetekend:
De eerste boer werkt zich dood,
De tweede boer lijdt nood,
De derde boer verdient zijn brood.
Thans is dat anders. Onverwachte tegensla
gen en plotselinge risico's welke zich in de eer
ste jaren van de „kolonisatie" voordoen, wor
den niet langer door het individu, maar door
de gemeenschap gedragen. Landbouw- en bo
demkunde, plantkunde, microbiologie en arche
ologie sluiten dwaasheden uit en bij de se
lectie van de adspirant-bewoners wordt koren
zorgvuldig van kaf gescheiden. Dit geschiedt
met grote ernst. De boeren-met-plannen weten
dat.
Dat men, als landbouwer, niet graag gewogen
en te licht bevonden wordt, wordt aardig ge
ïllustreerd door het verhaal, dat een compag
niescommandant ons dezer dagen vertelde. „De
laatste tijd," zei hij, „krijg ik herhaaldelijk
verzoekjes om vrije dagen van jongens, die het
ongeveer zo formuleren: Dienstplichtig soldaat
J. Boerenzoon vraagt zijn compagniescomman
dant drie dagen verlof, teneinde zijn boerderij
-in orde te kunnen brengen. Binnenkort krijgt
hij, in verband met nieuwe vestigingsplannen,
inspectie. Hij had de zaak dan graag goed voor
elkaar
„Opruimverlof", noemen ze het nu in dienst.
Zo wordt, op alle fronten, de inbezitneming
van het nieuwe land dat, naar men hoopt, over
acht maanden geheel drooggelegd zal zijn, gron
dig voorbereid. Baggermolens graven reeds in
de nog overspoelde bodem de vaargeulen van
de hoofdwateringssloten. Het is goedkoper dat
nu te doen en bovendien bevordert de aanwe
zigheid van deze kanalen de toestroming van
het water naar de gemalen.
Er zijn al plannen gemaakt voor de ontgin
ning, de begreppeling, en het egaliseren van
de gronden en reeds is de keuze van de eerste
inzaai al vastgesteld: koolzaad en tarwe, ge
volgd door gerst, lucerne en vlas. De ploegen
liggen gereed, de boeren staan klaar om zich in
de handen te spugen.
Nóg is de dijk op een plaats onderbroken, nóg
mist hij op verscheidene plaatsen' de noodzake
lijke mantel van klei, rijshout en steen. En nóg
perst een klein stroompje water zich door het
steeds nauwer wordende gat.
Het is echter allemaal nog een kwestie van
dagen. Dan zullen hier rond Oostelijk Flevo
land de stoomfluiten gillen, dan zal de met
zoveel zorg gelegde ring definitief en hecht zijn
gesloten en zal de drempel, nu nog omspoeld
door v^ter," zichtbaar de drempel kunnen wor
den van een nieuw, broodnodig, brokje vader
land.
VIC. SNIEKERS
i
>x
- i
een nieuw gebied, yraarin voorlopig slechts hei verse en wat bouw-
werken betreft weinig opwindende woonoord Lelystad te vinden is.
Lelystad, een groep je eenvoudige huizen, een paar straten en een handvol
woonschuiten: niettemin EEN DORP MET TOEKOMST
Dijkbekleding in wording. In dc
omgeving vanLelystad zijn de
dijkbouwers druk bezig met het
vlechten van het taaie rijshout,
dat bestemd is om, bestort met
stenen, de onder water gelegen
delen van de dijk tebeschermen.
KAMPEN
•s
De geschiedschrijver van vandaag
zal in zijn kroniek kunnen opteke
nen dat het overbevolkte Neder
land in deze dagen streed om
„tien procentEen aanwinst van
tien procent van de totale opper
vlakte bebouwbare grond: dat is
immers de inzet van gevecht en
onderhandelingen met het water.
Verscheidene procenten zijn reeds
veroverd. De Wieringermeer (20.000
ha), die als nummer een op de
agenda van de Dienst Zuiderzee
werken stond, werd in 1930 vol
tooid. In 1942 volgde de Noordoost
polder, die een landaanwinst van
48.000 ha opleverde. Na Oostelijk
Flevoland (54.000 ha.) zullen nu
nog volgen Zuidelijk Flevoland
45.000 ha.) en de Markenwaard
(54.000 ha.). Indien al deze pol
ders zijn drooggelegd, zal Neder
land inderdaad met 10 procent
bebouwbare oppervlakte zijn ver
rijkt. Het totaaloppervlak van ons
land zal dan met 7 procent zijn
toegenomen. J an de vroegere Zui
derzee zal dan een IJsselmeer van
120.000 ha. zijn overgebleven.
KAMPEN, aug. 1956.
Kampen heeft de vlaggen al
huiten gehangen, Kampen zit
al druk in de feestvreugde,
Kampen heeft het etiket van
romantiek en plechtigheid
even afgerukt om liet te ver
vangen door het gillende op
schrift „Operatie H20". Het
stadje gonst van bedrijvig
heid, het kreeg de minister op
bezoek en het hield een offi
ciële receptie. De polder komt
-.droog cn Kampen vierde dat
alvast met een „natje".
Oorzaak van dit alles; Kampen
ziet, met dit nieuwe achterland in
het vooruitzicht, nieuwe kansen.
De stad met het rijke verleden, die
eens, in de dagen van de Oostzee
handel als Hanzestad een tijdperk
van enorme bloei beleefde, die
daarna, in de 16e eeuw, door de
opkomst van Amsterdam, het ver
zanden van de IJsselmondqn en
de oorlogen in het achterland klap
op klap kreeg te verwerken en
pas in de 19e eeuw door verbete
ring van het vaarwater en op
komst van verscheidene indus
trieën weer tot welvaart kwam,
ziet de drooglegging van oostelijk
Flevoland als een nieuwe mijl
paal. Vandaar, dat Kampen zich
thans tolk maakt van de nationale
vreugde over de nieuwe landaan
winst.
I Wie, vers uit het "^glinternieu-
we Leiystad, Kampen binnenrijdt,
voelt zich in een andere wereld.
Ginds houten huizen in „directie
keet-stijl" hier de imposante re
sultaten van zes eeuwen architec
tuur. Ginds een gladde hoofd
straat zonder naam, hier de Broe-
derweg met de Broederpoort, wel
haast topzwaar van- historie. Ver
gelijk de woonschuit van zoeven
met de Nieuwe Toren, die on
danks zijn naam al uit 1663 da
teert. Vergelijk het nog van verf
lucht vervulde hoofdgebouw van
Lelystad met het Kampense stad
huis, waarin een schepenbank met
zeventiende-eeuwse kussens zelfs
de Italianeh verrukt doet staan cn
waarin men de eeuwen, bij wijze
van spreken, kan ruiken.
Hiermee zij niets gezegd ten na
dele van Lelystad, dat bovendien
niet ééns staat op de plaats, waar
de definitieve city zal komen. Het
stadje, gemaakt als werkoord, re
kent in de geschiedenis nog met
dagen, traditie is er even vreemd
als een heuvel.. Maar voor de be
zoeker, die de twee centra van
oostelijk Flevoland bezichtigt, be
tekent het verschil de wonderlijke
sensatie. En het zal dat o«k zijn
voor de nieuwe bewoners van de
polder, die, wanneer het nieuwe,
het verse en wat ^historie betreft,
nog steriele van hun nieuwe
woonsteden hen ooit zal beklem
men, in Kampen een snufje sfeer
zullen kunnen gaan halen.
Hij zal er de oude romantiek
vinden, die hij thuis nog moet
missen. Want Kampen is roman
tiek, ook vandaag nog, nu het;
schuil gaat achter de grote bor
den „Operatie H20"; en over het
feit dat, nog niet zo lang geleden,
een paar stugge bestuurderen het
plan opperden om de plantsoenen
na het vallen van de avond maar
te sluiten, omdat de aldaar aan
wezige bankjes ja, zélfs in
Kampen de jongelui bleken te
inspireren tot een zeer bijzonder
soort romantiek, moet ge dan
tnaar niet meer langer nakaarten.
ln Kampen worden wel eens
nokken geschoten, alleen noemen
ze het daar „uien"....
,.raag> in verband met het his
torische en door de vele „uien"
„evoede wanbegrip, als zouden in
an,\pen zo hijzonder veel dwazen
rondlopen, echter nobit aan een
echte Kampenaar of het waar is
,a elTJ.1.n zlJn stad zoveel gekken
zijn. Hij zal u aankijken en met
een ernstige toon in zijn stem zeg
gen: neen, maar vandaag is er
wel eentje bij gekomen..
Historie en romantiek dus, aan
de grens van een gebied, dat al
leen nog maar een naam heeft,
maar dat Kampen reeds inspireert
tot het reiken van de hand. Kam
pen staat als een goede oude tante
gebogen over het wiegje van Fle
voland je oost, het schreef de ge
boorte-annonces, het trakteerde
en het zal wellicht ook straks de
kleine kleuter in hel oog blijven
houden, als een gulle suikertante
in het culturele, die het jonge pol-
der-peutertje zal toestoppen wat
de historie hem deed missen.
V. S.
Er is een tijd geweest, waarin de Zuiderzee, thans „gecultiveerd" tot een
betrekkelijk zoutloos binnenmeer, voor het zeevarende Nederland van grote
betekenis was. Als scheepvaartweg, als leerschool voor de zeescheepvaart,
vooral, als visserijgebied. Men hoort daar. in de voormalige vissersdorpen,
soms nog wel met enige weemoed over praten. „In 1920", zo wordt er ver
teld, „voeren nog bijna 4100 vissers op een vloot van ruim 2000 schepen;
het in de visserij geïnvesteerde kapitaal bedroeg toen ruim acht miljoen
gulden". Eeuwenlang ving men er haring, ansjovis, bot, aal, garnalen en ali
kruiken. De afsluiting van de Zuiderzee betekende het definitieve einde van
deze vangsten. Wél ontstond op het IJsselmeer enige zoetwatervisserij, maar
de meeste inwoners van de vissersdorpen moeiten hun heil zoeken in de
nijverheid. Een groot deel van het gebied, waar eens de netten werden uit
geworpen, werd, langzaam maar zeker het domein van de agrariërs.
Straks, als ook de polder Oostelijk Flevoland bij stukjes en brokjes zal
zijn drooggelegd, zal men de „jachtvelden der vissers" terugvinden als een
vreemd, ^aantrekkelijk stuk grond. Drassig en onbegaanbaar. De eerste
t -rkenni'ngstochten zullen moeten worden gemaakt per boot door de reeds
eerder gegraven kanalen, of moderner per vliegtuig off helikopter.
Wellicht zal men hier of daar nog een wrak vinden, als stille getuige van
een van de vele drama's, die zich hier in de loop der eeuwen hebben afge
speeld. Als het land eenmaal is verkend, zullen dc helikopters komen met
rietzaad, want dat gedeelte, dat nog kan worden bebouwd, zal om onkruid
te weren voorlopig met riet worden beplant. Het cultuur-rijp maken zal
enige tijd vergen, men schat per jaar ongeveer duizend hectaren aan de
land- en tuinbouwers te kunnen „afleveren". Als gevolg hiervan wordt het
wel 1960, vóórdat de eerste boeren hun landerijen in bezit zullen kunnen
nemen. De mannén van de dienst Zuiderzeewerken doen dus heel wat langer
over hun „vangst" dan hun voorgangers, de vissers, maar de buit onge
veer 96 procent van de drooggevallen polder zal voor bebouwing geschik'
zijn is dan ook. evenredig aan deze tijd. Met de dijkbouwers is het we
lang, maar óok vruchtbaar vissen
Ownst der Zuiderzeewerken
1*124/
'X 20000 ha.
NOORDOOST
1937.1942
schermer. m
1635/^-G V
BCEMsrcR/ MARKERWAARD
'6'2 f ONTWERP 54.000 ha
OOSTELIJK FLEVOLAND
IN UITVOERING
54.000 h#.
r-S^UIDELUK FLEVOLAND
ONTWERP 45.000 hé.)
X - f.;.
HAARLEMMER
AilvcAsiim
VERKLARING i
mm DUK
ONTWORPEN OUR. j
SIWS
ONTWORPEN SLUIS
tg GEMAAL
tb ONTWORPEN GEMAAL
o WOONKERN IN POLDER
RIVIER or KANAAL
O ZEE (zoutwater»
O MEER (zoet water)
2UI0lHZÉ.LPÓlD£RS|"
NABURIGE DROOGLEGSNGEN,K
1'
I