Ook
augustus
en
onthield ons veel licht
warmte
Midden tussen de mensen
De agrariër en de openbare mening
ERVAREN REIZIGER....
DRAADLOOS
CONTACT
Vogels zongenverzorgden hun
kroost of gingen op reis
Laatste woord op gebied van
TV-versiaggeving
Gamma-
uilen zijn
verlekkerd
op de nectar
van
afrikaantjes
Hugo Brouwer maakt een kruisweg voor Volkel
DINSDAG 28 AUGUSTUS 1956
PAGINA 3
De vogels gaan nog door
Nu reeds vogeltrek
Als de zon gaat schijnen
De huismus
Groepsvorming
„Mickey Mouse Club" had eigen vertegenwoordigers
op Amerikaanse partijconventies
wêêêè
Scheve voorstellingen
voorlichting
Principiële bezwaren
BEZOEK VAN DE
COLUMBIAANSE MARINE
GRIEKSE AMBASSADEUR
VERLAAT ONS LAND
Al Keel wat jaartjes geleden overkwam
het mijn vrouw en .mij, toen wij eeris
drie maanden aan één stuk logeerden
in een hotel te Ringgenberg aan het
meer van Brien-z, dat het weer zich ;n
die kleine honderd dagen zo onbetamelijk
gedroeg, dat de eigenaresse ons tenslotte
elke morgen haar verontschuldigingen
ging aanbieden, alsof zij persoonlijk ver
antwoordelijk was voor de eindeloze aan-
eenrijing van sombere etmalen. Op de
Vingers van één hand waren de dagen af
te tellen, dat je in het lekkere zonnetje
onder de^ schaduw van de bloeiende paar-
dekastanjes met de Zwitserse boeren een
karaf deugddoende landwijn kon ledi
gen en kijken hoe de draaihalzen op het
terras rondscharrelden, terwijl zij de
mieren, de spijze hunner voorkeur, ach
tervolgden.
Onwillekeurig denk ik aan deze situatie
terug, nu ik mijn natuurjournaal raad
pleeg, dat betrekking heeft op de maan
den juni, juli en de eerste en tweede deka-
de van augustus. Er was een licht- en
warmtetekort, het aantal zomerstormen
die in de fruithoven soms lelijk huishiel
den, was opmerkelijk groot en met de
regenval liephet letterlijk en figuurlijk de
spuigaten uit, zodat de wateroverlast
zowel de hooiwinning bedreigde als an
derszins in verschillende delen des lands
een ernstige oogstschade aanrichtte. De
vakantiegangers liepen haast voortdurend
met hun ziel onder de armen: trooste
loos zagen zij vaak hun beperkte verstrooi
ingstijd verglijden. Ook mijn eigen va
kanties in Oudewater en Meppel verre
genden. Dat was voor de begeleidende
huisgenoten erg sneu, maar betekende
voor mijzelf geen ramp. Ik heb echter
goed praten: ten eerste behoor ik tot de
bevoorrechten, die alle weersomstandig
heden boeiend vinden en ten tweede
brengt mijn beroep mee, dat ik door
gaans de tijd naar believen zelf kan inde
len. Dit betekent dus, dat ik elke, ook
in de ogen van anderen, fraaie dag
naar hartelust kan plukken. Zo beleefde
ik dan ook in de eerste en tweede de kade
van augustus ondanks alles allerlei ge
noeglijke dingen.
Sommige vogels zetten hun zang, voor
al in de eerste dekade, nog onverdroten
voort. Het ochtend- en avondlied van de
merels was nog steeds een feestelijk ge
val, de tjiftjaf bleef in dezelfde periode
voor het eerst de gevaarlijke wereld,
maar er waren er ook, die al heel wat
mans waren. Het waren deze laatste,
die met hun ouders naar de graanakkers
trokken. Je kon ze daar op de door re
gen en wind neergeslagen rogge of ha
ver in troepen van honderden zien neer
strijken en de bu'ik rond eten. Een eende
re belangstelling voor de bouwlanden leg
den de houtduiven, tortels en kleine bos-
duiven aan de dag. Als je 's avonds aan
de oever van één der waaien in het Eem-
nesserlandsdhap zat, kon je ze van de
korenvelden, die dicht bij het IJsselmeer
zijn gelegen, volgevoed in drommen naar
hun haardsteden zien terugkeren. Zij
..maaiden" wat boer Bruin Noordam niet
voor hen had gezaaid.
De meesten van ons verkeren in de
veronderstelling, dat de vogeltrek pas
in de herfst begint. Inderdaad verloopt
deze migratie, wat sommige soorten aan
gaat vooral op zeer spectaculaire wijze
ongeveer van midden-oktober af, maar
ook in de nazomer kan men al groot
scheepse verplaatsingen waarnemen. In
juli verrieden in de avond al verschei
dene bosruiters. dat zij zich hoog boven
onze hoofden verplaatsten, maar toen
wij in 'de eerste en tweede dekade van
augustus herhaaldelijk in de Eemnesser
kontreien vertoefden, merkten wij, dat
er tal van vreemdelingen waren gearri
veerd. Uit de moerassige oevers schrik
ten wij tientallen buitenlandse watersnip
pen op en wanneer wij de decoratieve
vruchten van de egelskoppen stonden te
bewonderen of de gracieuze bloemen van
het pijlkruid, keken wij voortdurend op:
nu eens klonk de roep van een groen-
pootruiter, een gast uit Europa's hoge
noorden, dan weer zeilde een oeverloper
met afhangende vleugels laag boven het
water.
Maar wel het meest tot de verbeelding
sprak de toeristische bedrijvigheid van
de wulpen, zowel van de gewone wulp
die ook tot onze broedvogelfauna be
hoort, als van de kleinere regenwulp die
vooral in de toendra's van Noord-Euro
pa broedt en ook vooral op IJsland
voorkomt. Die regenwulpen vliegen vaak
zeer 'hoog en niet zelden in wig'gen. De
sterkte van zo'n wig kan ten zeerste
uiteenlopen, soms bestaat die uit zo'n
20 30, 40 of 50 man, maar op 20 augustus
indruk, alsof er in de verte een wind
door de lovers ruiste. Troepvorming vond
ook plaats bij de kokmeeuwen, die in de
groene grassteppen zodoende het aanzijn
.gaven aan blanke „meeuwenlakens".
Soms waren zij op een gekke manier
aan het trappelen. Deden zij dat om de
kou te verdrijven? Geenszins. Instinctief
verrichtten zij deze handeling om de wor
men ertoe te brengen uit de grond te
komen. Ook de tureluren passeerden vaak
in luidruchtige groepjes, terwijl de grut
to's zich eveneens tot grotere of kleinere
menigten hadden aaneengesloten. Niet
laniger klonk nu meer hun welluidend
grieto-grieto. In plaats daarvan lieten zij
hun trekroep horen: tuk tuk tuk.
Het mocht in die augustusdagen dan
meermalen regenen en waaien, zodat zon-
minnenden inse.kten zich schuilhielden,
niettemin kwamen zij prompt voor de dag,
zodra de 'hemel opklaarde. In enkele se
conden tijds zaten de bloeiwijzen van be-
reklauwen en pastinaken dan vol zweef-
en andere vliegen. Hun aantallen waren
soms zo groot, dat er van de bloemen
Het bruine zandoogje puurt, lekkernijen uit de
bloemen van het knoopkruid.
Jonge huismus verkent voor het eerst de voor
hem vreemde ivereld
hiuiraama roep®"' de kleine karekiet bab
belde m de rietbosschages en op de over-
jange blonde halmen posteerde zich de
rietgors als stuntelig, maar geestdriftig
muzikant. De boerenzwaluwen gaven, ter
wijl zij al vliegende de insektenjacht be
oefenden, hun gezellige kwetterdeuntjes.
ten beste, een enkele zanglijster floot
nog zijn onstuimige aria's, maar ook
spotvogel, groenling en geelgors verzon
nen zo nu en dan nog een prettig wijsje.
Het langdurigst, zowel in drukke steden
en dorpen als in gebieden, ver van ver
keer en tumult gelegen, koerden echter
de houtduiven, vaak in de dichte beslo
tenheid van de lovers, maar ook wel
frank en vrij op schoorsteen of daknolc.
En wanneer zich tussen de dagen, waar
op de regen zijn grijze gordijnen boven
De bij dit artikel 8eP''aa]:®te
foto's zijn van C. R. TOLMAN
MUSSCHE.
de aarde voortsleurde, zo nu en dan een
zoeler periode inschoof, reageerden som
mige kieviten met baltsachtige geluiden.
Het „blaten" van een watersnip, dat
wij op 4 augustus in de Eemnesserpolders
hoorden, paste ook heel goed in zo'n
mooi-weer-kader, maar kan ook wel een
normaal verschijnsel zijn geweest, daar
watersnippen soms zeer laat broeden.
Er waren ook nog verschillende vo
gels, die hun jongen verzorgden: hout
duiven, merels en huismussen, terwijl
koolmezen hun uitgevlogen kroost door
de lovers van struik en boom rondleid
den: contact-roepen en bedelgeluiden
markeerden de route, die" zij tussen de
verhullende bladeren kozen. Vooral de
ijver van de huismussen was ontroerend:
onophoudelijk verzamelden zij voer voor
de 'hongerige snebben van de kleintjes.
Zij gaan door voor plompe en tamelijk
onhandige vogels, maar wie hen tijdens
de insektenjacht gadeslaat, is spoedig
genoodzaakt zijn mening te herzien. Huis
mussen weten zelfs zeer gewiekste vlie
gers als vlinders te verschalken. In mijn
tuin te Soest was ik er getuige van, dat
zij een huismoeder, al sloeg die nog
zulke wilde haken, wisten in te rekenen
en dat is een heel kunststuk. lot goed
begrip van zaken diene, dat een huismoe
der een kloek gebouwde nachtvlinder is.
een „uil" die zijn naam hieraan dankt,
dat hij zich overdag vaak in onze wonin
gen achter gordijnen e.d. verschuilt of
in prielen, schuren of andere gebouwtjes,
Zelfs grote prooidieren behoren tot hun
slachtoffers. Zo zag ik in een Oudewater-
se tuin lioe een huismus een forse po-
PUlierpijlstaartvlinder buit maakte. Al
vorens de „vette kluif" naar het nest
onder de pannen te vervoeren, werden
piet de snavel eerst de vleugels van het
insekt verwijderd.
Het wemelde in augustus nog van jon
ge huismussen in allerlei stadia van ont
wikkeling. Sommige waren nog hulpelo
ze wezentjes onder, de dakpannen, ande-
waren viiegviug en verkenden
zelf maar heel weinig meer was te zien.
Genoemde insekten hebben korte tongen
en kunnen zich dus niet voeden met nec
tar die in diepe kroonbuizen verscholen
ligt. Zij zijn afhankelijk van de gemakke
lijk te bereiken godendrank, die ge
noemde en andere sohermbloemigen hun
nam ik, als donkere lijnen tegen de klare
avondhemel afstekend, een concentratie
waar, die tennaastebij 350 individuen
sterk was Zelfs met de kijker zou je ze
niet kunnen determineren, maar zij bren
gen de waarnemer gelukkig door hun
roep op het goede pad. Het geluid, dat
zij voortbrengen, is namelijk zeer karakte
ristiek. Het klinkt als: bi-bi-bi-bi-b-b.
Het is dank zij deze ..bibberende" stern-
uiting, dat men ze als soort feilloos
thuis kan brengen.
De sterke samenscholingsdrang van
vele vogelsoorten, was in die twintig da
gen eveneens een zeer opmerkelijk ver
schijnsel. D.it „koppelen" kwam vooral
tot uiting bij de kieviten, die bij honder
den en duizenden gezamenlijk in de wei
den fourageerden of onder de fantastische
wolkgevaarten in het luchtruim hingen.
Ook de spreeuwen zaten veeltallig aan
de groene dis of formeerden zich onder
het .firmament tot grote donkere wolken.
's Avonds vlogen zij vaak in ongelooflijk
grote scharen in de prachtige hoge essen
op het boerderijterrein van Bruinekool
bij het sluisje aan het eind van de Eem-
nesservaart te hoop. Zij hieven dan met
hun allen een verrukkelijke zwatelzang
aan en de hengelaars, die aan de waai- u
oevers zaten vissen, kregen dan de op. Uit de „duivelseieren
zich verschillende stinkzwammen, die een
doordringende aasgeur verspreidden. Dat
was een kolfje naar de hand van talrij
ke vliegen, d_ie een geweldige belangstel
ling aan de dag legden voor het sporen-
slijm, waarmee de hoed van de holstelige
paddestoelen, blanke verschijningen in de
tuinrand, was bedekt. Het penetrante
luchtje was voor hen misschien even aan
trekkelijk als voor onze neus de edele geu
ren van b.v. rozen 0f gele lupine.
RINKE TOLMAN.
WE DACHTEN, DAT we ons in me
nig opzicht een ervaren reiziger
konden noemen. Maar het stukje,
hetwelk we schreven over Chiasso en het
„chias-so" ofwel lawaai, dat er wordt ge
maakt, heeft ons in onszelf doen inkeren.
Het gebeurde naar aanleiding van een
opmerking van een abonné, die heel nuch
ter vaststelde, dat Chiasso niet Italiaans,
maar Zwitsers is. Wel, ofschoon we dit
feit eigenlijk zo'n beetje in het midden
hadden gelaten, kon er uit onze opmer
kingen toch gedistilleerd worden, dat wij
het Zwitserse grensstadje Chiasso zonder
meer bij Italië geannexeerd hadden. Nu
is Chiasso nooit een „terra irridenta" ge
weest, zoals b.v. Zuid Tirol, al hebben
indertijd zekere fascistische groepen dro
mend van een nóg groter Italië, wel eens
begerige blikken naar het Zwitserse kan
ton Tessino geworpen enal nam de
voor-de oorlogse-Beadeker Lugano en
omgeving, Chiasso incluis, in zijn „Ita-
liën" op, overigens om bij zijn beschrij
ving van de Italiaanse meren volledig te
kunnen zijn.
Onze zelfinkeer deed ons van schaamte
blozen over een stukje, dat we jaren ge
leden eens in Lugano hebben geschreven.
We maakten er een enigszins hooghartige
opmerking in over een Amerikaans meis
je. Het was een aardig meisje. Maar we
ergerden ons er over. Het zat genoeg
lijk een ijsje te lepelen, slechts af en toe
een blik werpend op het schier weerga
loze vergezicht (we dachten althans toen,
dat het schier weergaloos was) dat het
Meer van Lugano oplevert.
Opeens deed het meisje haar mond iets
wijder open, dan voor het consumeren
van een ijsje nodig was en het vroeg on
verschillig aan haar buurman, hoe de
„place" heette, waar ze zich nu bevonden.
We waren diep verontwaardigd. Hoe
kón iemand in Lugano vragen, waar hij
zich nu wel bevond? En dan over het
paradijs Lugano te spreken als over een
this place
Maar ja, juist nu we meenden, ons
(zoals gezegd in sommige opzichten) een
ervaren reiziger te mogen noemen, nade-
maal weer een nieuwe serie hoteletiket
ten onze koffers verlevendigt, kregen we
'een lesje,
We hadden in Ponte Chiasso vertoefd,
inplaats van in Chiasso en de verleiding,
een aardige woordspeling te maken, was
oorzaak geweest, dat we niet, zoals het
een ervaren reiziger behoort, grondig
hadden nagegaan, waar we ons precies
bevonden en wat die „place" was.
We willen ons niet verontschuldigen
ofschoon Chiasso en Ponte Chiasso tegen
woordig één geheel vormen. Neen, we
verwijten de Italiaanse autoriteiten niet
dat ze nagelaten hebben, boven de uit
gang van het Italiaanse gedeelte van het
station van Chiasso een duidelijk Ponte
Chiasso te hangen. Ten eerste al, omdat
we het misschien over het hoofd hebben
gezien., in de wirwar, die volgt, wanneer
bij een spoorwegstaking iedereen pro
beert, zo snel mogelijk met een ander
vervoermiddel op zijn plaats van bestem
ming te komen.
Toch verontschuldigingen horen we de
lezer mompelenDaarom geven we
hier geen beschrijving van Ponte Chias
so, dat precies op Chiasso lijkt, brengen
we daarentegen hulde aan onze geogra
fische zo goed georiënteerde abonné, die
er voor gezorgd heeft, dat de vele lezers
van onze krant, oP wier levensprogram
ma een reisje naar Italië staat, nu pre
cies weten, waarvoor de naam Chiasso
staat.
Men stapt alleen noodgedwongen in
Chiasso uit, zoals wij, wanneer de Ita
liaanse spoorwegmannen het Italiaanse
volk op de deplorabele toestand van hun
lonen en salarissen willen vestigen.
Maar men wil toch wel weten, wat
Chiasso zo ongeveer is, wanneer men
er de voor velen adembenemende emotie
van het douaneonderzoek achter de rug
heeft. (U weet wel, sigaren en zo)- Welnu,
tezamen en in vereniging met onze actie
ve abonné is het ons dan toch maar ge
lukt, het mysterie van Chiasso en Ponte
Chiasso enigszins te ontsluieren.
Hugo Brouwer werd geboren in Den Haag.
Zijn moeder was een Brabantse, en haar eigen heimwee naar de zandgrond
leefde voort in haar zoon.
Zo werkt deze veelzijdige kunstenaar al jaren in het Brabantse dorpe
Nuenen.
Zijn ruim atelier geeft door vele ramen uitzicht op sappig-groene lente
weiden met verspreide boomgroepen. Er grazen logge koeien en voor de
open tuindeuren waakt op zijn eigen stuk grond zijn trouwe bouvier Hans.
in overvloed weten te bieden. Ook de verdwijnen. De volmaakte kandidaat van
de toekomst zal er volgens John Crosby
van de „New York Herald Tribune" uit
zien als iemand uit een advertentie voor
dure auto's: goed opgevoed, goed gescho-
ren envolmaakt antiseptisch.
Glimmende en glanzende televisfetoe-
steien, aangepast aan het moderne meu
bilair en vooral bestemd om het oog van
de huisvrouw te bekoren, vormen de
hoofdschotel van de nationale radioten-
toonstelling, die momenteel in Londen
wordt gehouden. Er zjjn schuifpanelen
om de leegheid van het scherm te ver
bergen, als het toestel buiten gebruik is.
p .?V)n geluidloze deuren. Er zijn gemak
kelijk te verwijderen glasplaten, zodat
men zelf het stof van de beeldbuis kan
vegen. Er zijn kasten van plastiek die er
uitzien als hout, maar die veel goedkoper
zijn. Er is zelfs een miniatuur-televisie
apparaat, geschilderd in vrolijke lichte
kleuren en passend bij de gordijnen en
het behang van de kinderkamer. Voor de
echte leunstoelkijkers zjjn er TV-toestel-
len. die door middel van drukknoppen op
Toen we verleden week vertelden van
de liplezers, die door de Amerikaanse
radio- en televisiemaatschappijen waren
gehuurd om op een afstand te zien, wat
de deelnemers aan de Amerikaanse par
tijcongressen elkaar in vertrouwen had
den te zeggen en dat via de microfoon
wereldkundig te maken, meenden we, dat
het moeilijk erger zou kunnen. Maar nu
horen we, dat de „Mickey Mouse Club
haar eigen televisie-verslaggevers naar de
conventies in Chicago en San Francisco
heeft gestuurd. Tommy Kirk, 15 jaar en
Judy Harriet, 14 jaar> hebben op heide
politieke evenementen commentaar ge
leverd van het standpunt der kinderen
uit. Een standpunt, da,t hij vorige conven
ties schandelijk is verwaarloosd
Daarmee is. wat de verslaggeving van
beide conventies betreft, het allerlaatste
woord gezegd. Verd-er was er letterlijk
iedereen. Fred Muggs. de chimpansee,
Pogo, een in Amerika momenteel bijzon
der populaire tekenfiguur en Lee Meri
wether, winnares van een schoonheids
wedstrijd, die allemaal hun eigen zeer
bijzondere politieke standpunt naar voren
brachten.
Nog meer dan in 1952 is dit het jaar
van de techniek der massa-media ge
weest, al was er ditmaal geen sprake van
een titanenstrijd, zoals die de vorige maal
tussen Eisenhower en Taft werd gevoerd.
Thans moest de techniek het tekort aan
politieke spanning goedmaken. De kan
didaten hadden de raad gekregen in hun
kleding contrasterende kleuren te gebrui
ken, geen witte overhemden met open
hals o-f dassen met gedurfde patronen te
dragen, voorzichtig te zijn met baarden
en persoonlijke aanwendsels zoveel mo
gelijk te bedwingen.
De met rook gevulde kamers, waar de
Amerikaanse politici vroeger bijeenkwa
men, zijn wellicht voor goed verdwenen
om plaats te maken voor elektronische
huiskamers met miljoenen mensen. Daar-
m passen natuurlijk geen sigaren meer,
geen overhemden met lage hals, geen das
sen met gedurfde patronen. En nu die
dassen verdwenen zijn, zuilen de elek
tronische technici er waarschijnlijk wel
voor zorgen, dat ook de gedurfde patro-
jUl.t. de redevoeringen en uit de ideeën
prachtige dagvlinder, die landkaartje heet,
vond de weg naar de umbelliferen, maar
snoepte ook meermalen van de leverkruid-
„honing". Bonte zandoogjes, vuilboom
blauwtjes, witjes en bruine zandoogjes
zorgden eveneens voor een fleurig ver
tier; de laatste streken gaarne neer op de
bloemen van knoopkruid en kogeldistel,
die ook menigten hommels en bijen lok
ten. -Vooral in de avonduren waren de gam
ma-uilen in de weer. Deze schichtige
„pistooltjes" mikten hun roltongen bij
voorkeur in de bloemen van enkelvoudi
ge dahlia's, dagkoekoeksbloemen en afri
kaantjes.
De kleine springzaden in de border van
mijn tuin, die nog ijverig bloeiden, maar
waarvan vele vruchten al in het explosie-
stadium verkeerden, werden door de in
sekten vrijwel gemeden. Een enkele zweef
vlieg vereerde hen soms met een bezoek
en soms werden zij systematisch bevlo
gen door een kleine hommelsoort. Maar
op verschillende dagen steeg uit die
springzaad-rimboe een dégoutante geur
ontwikkelden
een afstand kuhnen worden bediend. En
bij verschillende toestellen zijn de kana
len van de BBC en de commerciële tele
visie vlak naast elkaar aangebracht, zo
dat men snel van de een op de ander kan
overschakelen.
Het televisiescherm van 17 inches is
ditmaal nog het meest populair, met het
scherm van 21 inches als goede tweede.
Het volgende jaar zal dit laatste waar
schijnlijk de populairste afmeting worden
en daarmee zal tevens een eind komen
aan de voortdurende groei van de TV-
schermen. Deskundigen zijn van mening,
dat 21 inches de standaardafmeting in
Engeland zal worden. Grotere schermen
zijn minder geschikt voor huiskamers van
normale afmetingen en een dergelijke
standaardisering zal bovendien leiden tot
lagere prijzen.
Ondanks de verhoogde omzetbelasting
en de beperking van het krediet liggen
de prijzen van de toestellen weinig hoger
dan verleden jaar. Het vreemde is, dat de
kredietbeperking en de verscherping van
de afbetalingsvoorwaarden waarschijnlijk
in de kopiende herfst zullen leiden tot
een tekort aan bepaalde toestellen in
sommige gebieden. Sommige fabrikanten,
die een daling in de verkoop vreesden,
hebben hun produktie gedurende de zo
mer met 15 tot 20 procent verlaagd. Maar
er is niets dat op een dergelijke daling
wijst, zodat sommige mensen, die beslist
een bepaald merk willen aanschaffen,
hun apparaat nu reeds zullen moeten be
stellen om er zeker van te zijn. dat ze
het in hun bezit hebben als de lange
avonden aanbreken.
De onderwijzers in Amerika zijn bang,
dat ze hun baantje aan de televisie zul
len verliezen. Op een onlangs door hen
gehouden congres hebben ze een resolutie
aangenomen, waarin zij verklaren: „We
verzetten ons onveranderlijk tegen mas
sa-opvoeding door middel van de televi
sie als vervanging van het thans bestaan
de klassikale onderwijs."
Dat zulke behoudzieke mensen zó ver
vooruitziend in hun resolutie kunnen zijn!
Een recente tekening van Hugo Brouivet
Wie op het ogenblik
een bezoek brengt aan het
atelier van Hugo Brou
wer wordt het eerst ge
troffen door een aantal
aan de muur geprikte
houtskoolschetsen van
kruiswegstaties. Dit zijn
ontwerpen voor een kerk
je in Volkel; ze tonen een
kubistische inslag en de
expressiviteit van de fi
guren wordt nog ver
hoogd door de soberheid
van tekening. De kunste
naar heeft zich aangepast
aan het bevattingsvermo
gen van de dorpsbewo
ners voor wie deze kruis
weg bedoeld is. Hij heeft
het natuurbeeld niet ge
deformeerd tot onbegrij
pelijke abstracties.
En dit is een typisch
kenmerk voor Hugo Brou.
wer: de ontwerpen die hij
maakt past hij als vaste
regel aan, aan de menta
liteit en het inzicht van
zijn opdrachtgever. Hij
vertelt dat dit geen ver
raad van zijn kunst is zo-
IariT het wezen van het
schilderij, de essentie, niet
wordt aangetast. De vorm
is per slot een kwestie
van techniek. Hugo Brou
wer beheerst vele vor
men van de beeldende
kunst. Hij is schilder,
glazenier en beeldhouwer,
en op ieder van deze ge
bieden heeft hij naam
verworven.
Enige tijd geleden werd
in dit blad een bespreking
gegeven over de glazen
die hij maakte voor de
Liduinakerk in Hiilegers-
berg. Op het ogenblik ligt
er een opdracht bij hem
voor ramen in de Deke
nale Kerk in Eindhoven,
waar reeds een raam en
een altaar van hem zijn
geplaatst.
Als monumentaal kun
stenaar maakte hij in Ze
venbergen in een jon
gensschool een wand
schildering van 30 m2, in
het Catharina-lyceum in
Eindhoven herschiep hij
de aula tot een plaats
waar de zon altijd lijkt te
schijnen door zijn lichte
beschilderingen van muur
en kasten.
Onlangs schilderde hij
een portret van H.M. de
Koningin, terwijl ook de
Bisschop van Den Bosch
door hem op het doek
werd gebracht.
Terwijl Hugo Brouwer
uit om ons heen staande
laden tekeningen en foto's
opdiept, is hij voortdu
rend aan het praten. Hij
doet dit met veel zorg en
bijna even graag als schil
deren. Zijn zinnen maakt
hij tot sierlijke lijnen, die
hij, kleur gevend dooreen
enkel gebaar, over het
strakgespannen doek van
zijn onderwerp trekt.
Soms herhaalt hij enkele
woorden, louter omdat hij
ze mooi vindt, en al pra
tend trekt hij conclusies
die hem soms zelf ver
rassen.
Hugo Brouwer heeft
heel eigen gedachten over
de positie van de kunste
naar, gedachten die in
deze tijd zeldzaam blij
ken. Hij wil, als de Mid
deleeuwse kunstenaar, als
een vakman midden tus
sen de mensen staan en
hen dienen naar zijn bes
te vermogens.
Het is onze vaste over
tuiging dat hij in dit op
zicht volkomen is ge
slaagd, en het beste be
wijs hiervoor zijn wel de
vele opdrachten die hem
en niet alleen uit Ne
derland bereiken.
L)c groeiende bloem van het pijlkruid
UccuruticJ zijn de vruelilen van de grote cgclskop
(Van onze landbouwmedewerker.
Het landbouwschap heeft in zijn ver
gadering van 22 augustus 20.000 gevo
teerd ten behoeve van een onderzoek, dat
klaarheid moet brengen over de vraag,
hoe de gemiddelde Nederlander over de
Nederlandse boer denkt. Het schap wil
dus inzicht hebben in de plaats, welke
de boer inneemt in de publieke opinie.
En dat niet alleen. Het onderzoek zal
zich niet beperken tot het registreren
van de heersende meningen maar ook
trachten vast te stellen het „waarom"
van deze meningen. Het schap wil we
ten. welke voorstellingen, meningen en ge
vo-elens er bestaan in de niet-agrarische
kringen van de Nederlandse bevolking
met betrekking tot de boerenstand en
welke factoren daaraan ten grondslag
liggen. Op basis van deze gegevens zou
men dan moeten komen tot een beïn
vloeding van de openbare mening ten
gunste van land- en tuinbouw.
Het vraagstuk van de publieke opinie
houdt reeds geruime tijd de gemoederen
in landbouwkringen bezig. Men heeft het
onprettige gevoel dat door de toenemende
industrialisatie van ons land de afstand
tussen de agrarische en de niet-agrarische
beroepsbevolking steeds groter wordt. In
het bijzonder constateert men, dat de
waardering voor de boer en de landar
beider vermindert en dat er allerlei sche
ve voorstellingen leven omtrent de aard
van het agrarisch produktieproces, de
arbeids- en levensomstandigheden van de
agrariër en zijn betekenis voor de natio
nale welvaart.
Deze scheve voorstellingen zullen geli
quideerd moeten worden door het bij
brengen en vermeerderen van kennis om
trent het agrarische. Daarmee is een taak
gesteld, welke een jarenlange voortduren
de en stelselmatige arbeid zal vragen,
die gebaseerd is op massa-psychologisch
inzicht en beheersing van de moderne
publiciteitstechniek. Deze taak kan alleen
volbracht worden door specialistische
krachten van de eerste rang. Hun media
zullen moeten zijn het onderwijs, de pers,
de radio, de film en de televisie.
Basis voor verantwoorde 1 het bes^e kunnen geschieden via een sub
sidie van het landbouwschap, een figuur,
Dat op dit stuk iets tot stand komt
is in het belang van de gehele agrari
sche bevolking, zowel van werkgevers als
van werknemers. Een juist inzicht in da
problematiek van en waardering voor de
land- en tuinbouw bij de openbare mening
is voorwaarde voor een actieve agrari
sche politiek. Geen enkele regering is in
staat om een actieve landbouwpolitiek vol
te houden tegen de publieke opinie in.
Het regeringsbeleid moet kunnen steunen
op een juist inzicht van de openbare me
ning. De georganiseerde landbouw heeft
dit begrepen. Daarom werd besloten de
basis te leggen waarop een verantwoorde
voorlichting kan worden gebouwd.
In de Nwe R'damse Courant van zater
dag 18 augustus zijn principiële bezwaren
geopperd, indien het de bedoeling zou
zijn, dat het publiekrechtelijke orgaan zich
zou gaan bezighouden met voorlichting,
welke ten doel heeft een betere atmo
sfeer te scheppen voor de landbouw bij de
andere bevolkingsgroepen. Het landbouw
schap. met verordenende bevoegdheid be
kleed, is een overheid. Aan zijn voor
lichting moeten dus dezelfde eisen ge
steld worden als aan iedere andere over
heidsvoorlichting. Dit betekent, dat zij
zich strikt moet bepalen tot het verstrek
ken van feitelijke inlichtingen en docu
mentatie en zich nimmer mag begeven
in de sfeer der propaganda. Daarom moet
de voorlichting over taak en plaats van de
landbouw in ons nationale leven niet ge
schieden door het schap maar door de
vrije organisaties.
Wij kunnen het met dit commentaar van
de N.R.C. niet in alle opzichten eens zijn.
Naar onze smaak wordt de status van
het schap ietwat té eenzijdig benaderd.
Overigens zijn ook wij van mening, dat
de hierboven bedoelde voorlichtende taak
beter uitgevoerd kan worden door een
instituut, opgericht en bestuurd door de
vrije organisaties van werkgevers cn
werknemers. De financiering zou echter
waarmee de N.R.C. zich blijkens zijn
commentaar eventueel wel kan verenigen.
Het feit. dat het landbouwschap thans
20.000 heeft gevoteerd voor het instel
len van een onderzoek, betekent echter
geenszins, dat men in die kring hier an
ders over denkt. Het onderzoek moet
slechts de gegevens te voorschijn brengen
aan de hand waarvan men kan beoordelen
op welke wijze de beïnvloeding van de
publieke opinie dient te worden aange
pakt. Hetgeen niet wegneemt, dat men
wellicht doelmatiger te werk was gegaan
indien men alvorens dit onderzoek te en
tameren eerst had vastgelegd, dat men
de voorlichtende taak zelf buiten het schap
zou willen houden en zou willen ovërlaten
aan een instituut, rechtstreeks onder het
beheer van de vrije organisaties.
Twee schepen van de Columbiaanse
marine, de fregatten „Almirante Brio" en
„Almirante Padilla", zullen van 31 augus
tus tot 2 september een niet-officieel be
zoek brengen aan ons land. De beide fre
gatten, die hebben deelgenomen aan de
strijd in Korea, zullen een bezoek brengen
aan een aantal Europese landen. Zij ne
men op 31 augustus des namiddags om 3
uur ligplaats in Amsterdam, komende uit
Zweden. Zij vertrekken op 2 september
naar Antwerpen.
De ambassadeur van Griekenland bij het
Nederlandse hof, de heer Nicolas Anissas,
zal in de loop van september naar zijn
land terugkeren. Hij kwam in augustus
1954 naar Den Haag, aanvankelijk als ge
zant en in oktober 1955, bij de verheffing
van de wederzijdse gezantschappen tot
ambassades, als ambassadeur. Hot is op
het ogenblik nog niet bekend welke nieu
we post hij zal opnemen.