m
DE BATAVIEREN
en de hamer
van Stef
Gesprek
met een kapelaan
DRIE STANDPUNTEN
DENKBAAR
Hondepraat
if
I
A
We duffelen
ons weer in
Knutselen aan een winternest
Kerk en techniek
w.'
IÉ»,,
li 112
m m
m
wmmMÊ
"iWÊ
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1956
PAGINA 8
1 'tl
'lini
GESCHIEDENIS
BOEKJE van de lagere school
stond dat de Batavieren de Rijn
„afzakten". De nazaten hebben de
vruchtbare grond voortdurend
tegen de zee moeten beschermen,
ja zelfs hebben ze nieuw land op
de zee veroverd".
Dit lijkt ons geen objectieve
geschiedschrijving meer te noe
men, na de aanhoudende regens
van deze zomer.
Stel eens dat in een vergade
ring van katholieke organisaties
de propaganda aan de orde zou
zijn voor bepaalde godsdienstige
gebeurtenissen, bijv. de inschake
ling van een geluids- en reclame
wagen in de stad, om aankondi
gingen te doen. Er zouden zeker
drie partijen zijn. Een groep die
nergens een probleem zag. Een
andere die wel een probleem zag
en wél zo'n wagen wilde en een
groep die hetzelfde probleem zag
en per sé geen wagen wilde.
Hiervoor moet men oppassen. Het
„Bij de beoordeling van dit
soort zaken zijn er een paar din
gen nodig: veel zelfbeheersing,
veel rust en veel wijsheid", zei
iemand. Het is wel moeilijk:
Arbeid adelt
De eerste steen
Rust
ALMOEZENIER P. C. Groe
nendijk schrijft in een
hoofdartikel van G3 afl. aug-.
„Ouderen kunnen ouderwetse
ideeën hebben, ze doen dikwijls
wel conservatief, maar in hun
verlangen zijn ze het allang niet
meer. Het is alleen zo, dat ze
hun verlangen naar b.v. spon-
taan-zijn en naar vanzelfspre
kendheid in de opvoeding, nog
niet zozeer vertrouwen dat ze
het durven volgen".
„Ouderen zien vaak in de jon
geren de realisering van wat zij
zelf altijd als redelijk hebben
aangevoeld, maar wat in hun
wereld nog niet kon".
„Het leven in oprechtheid en
waarachtigheid gezocht, is veel
sterker dan allerlei aan de tijd
perken gebonden denk- en ge-
voelsconstructies. Ik denk hier
aan opvattingen over coeduca-
tie, dansen, filmbeoordeling, ge
mengd zwemmen, mode, om
gang priester-leek onderscheid
geslachtelijkheid en seksualiteit
bepaalde rubrieken in Mis en
Sacramenten, gebruiken in re
ligieuze congregaties, inter
naatsopvoeding, babyverzor
ging, huisinrichting en voeding,
de positie van de vrouw als le
vensgezellin, de vieringen in pa
rochie, vereniging of bednj
open conversatie tussen ouders
en kinderen, de houding t.o.v.
met-katholieken (zoals m de
groep Plein '56), huwelijksbele
ving, wensen t.a.v. de preek,
deelneming aan godsdienstige
gesprekken in b.v- de Ecclesia-
groepen, Pax Christi, hulp aan
onderontwikkelde gebieden, le-
xenactiviteit in de missie enz.
enz.
Men kan toch werkelijk niet
zeggen, dat alléén de jongeren
momenteel aan de Kerk een an
der gezicht geven dan vijfen
twintig jaar geleden".
„Een militair merkt op: „de
ouderen hebben de jongeren
geen geloofsovertuiging meege
geven, omdat ze die zelf niet be
zaten en dat wreekt zich nu".
Maar het heeft geen zin dit ver
wijt nu nog vol te houden, wan
neer men bemerkt, dat ouders
ook meer verlangen naar een
gesprek of geloofsonderricht,
waarin de priester zelf in zijn
manier van praten en aandui
den een verwijzing is naar de
levende Christus in de Kerk,
dan naar een gesprek waarin hij
zich voordoet als manager van
een bureau, dat zich bezig houdt
met uitspraken-doen over goed
en kwaad, doodzonde en hel".
„Het is goed er rekening mee
te houden, dat we vaak niet
goed kijken, omdat ons hart
niet open ligt voor onze ouders
en zij zich dus niet in hun ware
gedaante aan ons kunnen open
baren. Levend vanuit Christus
zullen jongeren en ouderen
elkaar veel waarachtiger gaan
zien en wat nog al eens een te
genstelling lijkt, zal dan vaak
slechts verkeerd begrepen bui
tenkant blijken te zijn".
Geen afzonderlijke groepen!
„En dan nog iets. Op het
ogenblik is heel erg aan de orde
het discussiëren over het geloof.
In allerlei clubs die ik overi
gens geen lange levensduur kan
voorspellen worden regelma
tig gesprekken gevoerd over het
geloof. Het nuttig effect daarvan
sla ik eerlijk gezegd niet erg hoog
aan. Misschien ben ik er wel
naast, maar ik heb zo de indruk,
dat veel jonge mensen graag de
positieve inhoud van hun geloof
willen horpn. Liever dan al hun
kritiek, o zo vrijmoedig, te mo
gen spuien.
betreft me wel bewust ben, dat zo'n
ideaal dikwijls zelfs in de verte niet
voor verwezenlijking vatbaar is".
oo$r-
w£-5r
TMu i$
BEST
r? ~V
wwmm
i ¥m/£h
mm m
f .1 'f If
f
Moet dit verhaal per se een
moraal hebben? We geloven van
niet. Ge moet alleen weten in
welk seizoen het werk onderno
men werd. Dan hebt ge een vol
doende aanknopingspunt om het
menselijke bedrijf weer een ogen
blik van een afstandje te bekij
ken. Met de dierenwereld.
Voor de dagen korten gaan en
de temperaturen terug lopen,
voor de blaren vallen, worden
de woonplaatsen weer eens opge
schud en knus en gezellig en
klaar gemaakt voor het barre
getij invalt. We geloven dat dat
de vertaling is van die „goeie
zin" waarmee we na de vakan
tie weer beginnen. We duffelen
ons weer eens goed in en bren
gen de winter door, dan gaan de
ramen weer open en vliegen we
uit. Klaar maken voor het win
terseizoen. De een verft de keu
ken, de ander breidt het aqua
rium uit.
Allerwegen worden hoekjes en
kamertjes ingericht voor kinde
ren en ouderen die naar middel
bare scholen of naar universitei
ten en hogescholen gaan. Novem
ber wordt het stil en met Sinter
klaas zijn we definitief winter
mensen. Maar nu gonst het over
al van activiteit. Neem het school
wezen. Nieuwe schriften, nieuwe
boeken, nieuwe meesters en juf
frouwen, nieuwe inktlappen en
schooltassen.
De winterkwartieren worden
ingericht. En op het ritme van
de afwisseling der seizoenen
draait het leven naar zijn eind
punt. Leuk is dat!
De term „afzakken" heeft iets moe
digs. Iets van „Zeg, Siegfried, durf
jij nog verder af te zakken, 't Wordt
mij knap link, zover van huis" en
tegen die voorstelling van zaken heb
ben we bezwaar.
Gezien de afgelopen zomer dus krij
gen we de indruk dat onze voorva
deren door andere voorvaderen van
de oorspronkelijke trog zijn geduwd
waar plompen, scheren en riet we
lig groeiden en everzwijnen door de
modder waadden.
Onzes inziens zeer terecht zijn ze
daar verder met rust gelaten. Aldus
krijgt dat „afzakken" meer de kleur
van: „Siegfried, moeten we nog ver-
.■•.v.-:*.:.
(3K
Een formatie helikopters, zoals er dikwijls voor reclamedoeleinden worden
gebruikt. Zijn dergelijke aandachttrekkende hulpmiddelen „besmet" als
het erop aankomt religieuze gebeurtenissen aan te kondigen
GROEP 2: „We moeten juist van
moderne hulpmiddelen gebruik ma
ken. Waarom niet? Waarom zouden
godsdienstige zaken geen moderne
propagandamiddelen verdragen. Tra
gisch genoeg dat er al veel te lang
achter de vooruitgang is aange
sjouwd".
GROEP i: „We moesten er feitelijk,
niet over praten. Het is al tekenend
dat we er een vraagstuk van maken.
Wel een bewijs dat we ons met onze
godsdienst en zijn beleving en uiter
lijke kanten in de moderne wereld
niet eens meer thuis voelen. Dat is
heel erg. In deze dingen laten we
anderen voorop gaan en wagen ons
eraan als het al veel te laat is. We
lopen zo achter alles aan!"
In deze stelling vonden we veel
aantrekkelijks, alhoewel we moeten
oppassen niet te generaliseren.
Toen het over de radio ging bijv.
is die radio als kostbaar cultuurgoed
ook in verband met het geloof en
zijn beleving in Nederland door ka
tholieken direct begrepen.
Men zou de KRO-pioniers te kort
doen. We zouden deze laatsten juist
veel meer als voorbeeld willen zien.
GROEP 3: „Het is een encanail
leren, een verruwing, een zonder re
den mee doen met de oppervlakkige
luidruchtigheid op dit gebied. Daar
toe is de materie ongeschikt. We ho
ren met deze zaken tussen de recla
mes voor schoensmeer, sigaren of wat
dan ook, niet thuis. We achten dit
een symptoom van een would-be mo
dernisme; om de godsdienst die niet
populair meer is in de ware zin, met
zgn. populaire middelen weer aan
trekkelijk te maken. Het is een af
glijden. We moeten kritisch blijven
in deze dingen. Er moet een onder
scheid blijven in stijl."
De woordvoerders uit deze hoek,
maken zich wel schuldig aan het te
nadrukkelijk werken met gevoelsar
gumenten. Dat blijkt ook uit de ge
kruide en met verve opgediende
schilderingen van „hoe-het-natuur-
lijk-worden-zou".
Zo van „Christus-aan-de-man-
brengen". „Komt, ziet en overtuigt.'
„We komen er nog toe met girls
te gaan werken," enz.
gaat nl. over een wagen en niet over
girls. Van de andere kant mag toch
ook wel het gevoel een woord mee
spreken, zou men kunnen opmerken,
en een diagnose van het beeld waar
het allemaal naar toe gaat als men
met reclamewagens begint mag men,
als men dat meent, ook wel geven.
Toch is het wel een beetje goed
koop natuurlijk een dik aangezet
nummertje schelden en belachelijk
maken weggeven.
Bruikbaar middel?
Uit groep 2 komt deze sluitende
redenering. We mogen niet door el
kaar gooien het middel zelf en het
gebruik ervan. Alle oordelen die ik
tot nog toe van de tegenstanders ge
hoord heb zijn gebaseerd op het ge
bruik ervan voor schoensmeer of
wat dan ook. Ze zeggen over de ge
schiktheid van dat middel zelf hele
maal niets. Een ander moet weten
hoe hij het gebruikt; als wij maar
weten hoe wij het voor onze zaak
goed gebruiken. Ik ben niet zo dom
om de manieren waarop die anderen
het gebruiken zomaar over te ne
men. Dat had u trouwens zelf wel
mogen bedenken.
Daar steekt veel waarheid in; in
die scheiding tussen het middel zelf
en hef gebruik ervan en ook in het
afwijzen van de klakkeloze veronder
stelling dat iemand die naar moderne
middelen grijpt in de zielzorg, de ge
loofsverkondiging of welke godsdien
stige activiteiten ook, zonder meer 'n
oppervlakkige cultuurbarbaar zou
zijn, iemand die concessies doet.
En toch.die scheiding gaat niet
helemaal op. Geluidswagens en licht
gevende plakkaten en aan- en uitflit-
sende lichtwerken en luchtballons of
vliegtuigen met staarten zijn niet be
dacht om er godsdienstige propagan
da mee te maken, maar wel om er
schoensmeer e.d. mee te verkopen.
Dat betekent dat ze als middel toch
al wezenlijk op bepaalde doelen zijn
gericht. Daarom is het toch wel weer
een vraag of ze voor de onderhavige
doelen wel helemaal geschikt zijn.
Een heel verstandig iemand zou
zeggen dat dat getheoretiseer geen
waarde had (dat vonden we ook weer
te veel gezegd). „Reclamewagens
worden tegenwoordig voor veel aan
kondigingen gebruikt. Met een fat
soenlijk stuk muziek erin en een ver
antwoorde stijlvolle plaat erachter
kan niemand er bezwaar tegen heb
ben, integendeel, 't is een prachtige
propaganda".
.Maar laten we nu eens begin
nen over luchtreclames, stuntloterij
en, voor de kerkenbouw of
(Amerika!) een modeshow; opbrengst
voor een parochiehuis of godsdien
stige shows (met zang en preek) voor
de televisie
der de zee in?" „Ja, Parcival, ze
zitten ons nog steeds op de hielen
Men maakt ons niet meer wijs, de
vette kluiven van Europa hebben
zwaardere jongens opgesoupeerd
Had anders naar de Rivièra afge
zakt! Een eerlijke Batavier (en eer
lijk waren ze volgens het boekje)
had vast en zeker verklaard dat ie
ook niet voor de lol of uit idealisme
in zee- en regenwater zijn kostje op
ging scharrelen.
Nee, laten we maar eerlijk zijn,
onze voorvaderen hebben zich lek
kertjes in het water laten drukken.
En je zal het wel uit je hoofd la
ten om geen dijken rond je polder-
tjes te leggen en als er kin 'eren ko
men moet je al een hele bruut zijn
om er ook niet een poldertje voor
hen bij te maken. Nee, van dat be
schermen tegen de zeeen dat land
veroveren op de zee, is ook niet he
lemaal eerlijk; om daar zo flink over
te praten. Van stukjes erbij aan de
droge kant. is trouwens ook nooit meer
terecht gekomen dan een paar grens
correcties.
Maar goed, we zijn nu eenmaal
Batavierenzonen en moeten roeien
met de riemen die we hebben.
Hier gaat het verslag van een gezin
met jonge mensen dat de zomermaan
den uiteraard binnen heeft besteed
en wel aan de vervolmaking, van het
eigen home, opdat de herfst en de
winter tenminste aan verhoogde
sfeer, gezelligheid en huiselijkheid
enigszins zouden goedmaken wat de
Batavieren met hun afzakkerij naar
dit soort zomers bedierven.
Stef zou gaan studeren. Hij dien
de in de familieraad het voorstel in
een kamer van het huis tot studeer
vertrek in te richten, verdedigde het
briljant en kreeg zijn zin. De elemen
ten werkten in zijn voordeel. Zelfs
geen Batavier zou zijn neus buiten de
deur gestoken hebben en wie gaat er
met de reumatiek tastbaar in de at
mosfeer gezellig niets zitten doen?
Arbeid adelt. Een tuinkamer bene
den moest de metamorfose ondergaan.
Maar daar stonden fietsen in, die
door de openslaande deuren naar bin
nen konden worden gereden. Deze
fietsen werden geplanned in een voor
malig washok daarnaast. Maar daar
in was geen deur, wel een klein raam.
In het project werd de afbraak van
het muurfragment onder het raam
opgenomen. De bedoeling is duide
lijk. Er moest een deur in. Het zoe
ken was nu naar een deur. Met enige
goodwill werd ergens in het huis een
deur overbodig verklaard. Aangezien
hij te smal was werden aan beide
kanten de regels uitgebreid. Dat
hout moest worden gekocht. Schar
nieren werden gevonden aan de klep
van het voormalig kolenhokdeksel.
Een bewaard gebleven kozijnfragment
van een uitgebroken serre kon wor
den gebezigd als kozijn voor de
nieuwe deur.
Keren we terug tot de eigenlijke
tuinkamer. Door een vernuftig sys
teem van omdraaiingen van deuren
en ramen werd de zeer onderkomen
pui min of meer in fatsoenlijke staat
teruggebracht. De glasverzekering
werd geacht de beglazing van de pui
uit hoofde van de polis, op zich te
nemen.
Was de tuinkamer voor zijn bestem
ming (zonder fietsen) eenmaal vrij
en glasdicht, dan kon met gips, kalk
plamuur en veel verf de verede
ling van het interieur ter hand wor
den genomen.
Vermeldenswaard is ook dat er eni
ge waterwerken moesten worden uit
gevoerd. Onder het raam dat deur
moest worden liep dwars over de
muur een regenafvoerpijp naar een
put. Een systeem van omleggin
gen, zonder dat er aanvullende me
ters pijp behoefden te worden ge
kocht, werd uitgedacht. Wel moet
worden opgemerkt dat men daarbij
het water in staat achtte enkele zeer
ingewikkelde bokkesprongen te ma
ken om alsnog de put te bereiken.
Dit alles durfde de familie aan.
Maandagmorgen werd met een van
zijn functie ontheven bijl de eerste
steen uit de buitenmuur geslagen. Te
zelfdertijd werd de deur in gereed
heid gebracht.
Moeder en zusje weigerden te gaan
kijken. Dat was maar goed ook. De
koffie werd op de trap neergezet. De
enorme klappen noodden tot schiet
gebeden by de vrouwen.
Marijke zei: „Schei er in Gods
naam uit, ik wil het niet, het huis
zakt in elkaar" en moeder zei „Kun
je het niet een beetje minder doen,
dat de fietsen er net door kunnen".
Deze adviezen hadden de uitwer
king die ervan te verwachten viel.
De mannen, die ook niet onberoerd
waren gebleven door de ravage, die
ze hadden aangericht, wisten heel
goed, dat dit soort werkzaamhe
den geen weg terug kenden, reageer
den min of meer als een krijgraao
te velde d.w.z. standrechtelijk, voor
al vanwege het hoogverraad aan de
eenmaal begonnen operatie.
Ze voelden heel diep in hun we
zen dat deze bij uitstek vrouwelijke
opmerkingen zeer ernstige aansla
gen op het moreel waren, dat juist
in deze spannende uren zo bitter
noodzakelijk hoog moest worden ge
houden. Het was een kwestie van
to be of not to be. De onzakelijkheid
van de opmerkingen verhoogde in
niet geringe mate de verontwaardi
ging.
„Een gat dat ze er net door kun
nen; wat een gat dat ze er net door
kunnen? Een schilderachtige spleet
voor een soort rotshol, waar we ie
dere avond een steen voor rollen en
een zeil voor hangen tegen de moes
sonregens van dit klimaat hier. Moe
ten we er uitscheiden.en het gat
dichtplakken met behang?" En Stef:
„Het is zo gebeurd, luister maar niet
en kijk er maar niet naar".
In twee dagen was de operatie vol
tooid. De restaurateurs hadden in die
tijd alle moeilijkheden van het bouwen
van de aanvang af van de geschiede
nis ervan zelfstandig opgelost. Twee
dagen waar generaties eeuwen over
deden.
Er moesten kozijnen worden gezet
en verankerd, er moest beton worden
gestort dat geen fut had bij gebrek
aan bewapening.
Toen de deur niet verder open kon
dan op een kier, omdat er een pro
fiel van het kozijn in de weg zat
werd de deur ingezaagd. Een aasje
tocht mocht er wel bij de fietsen ko
men.
De rustperiode, vóór de binnen
huisarchitectuur aan de orde kwam
duurde vrij lang.
Moeder maakte van de gelegenheid
gebruik de jongelui te wijzen op een
portret van Marijke dat niet ophang-
baar was, omdat er een veel te groot
passepartout en een veel te grote
lijst omzat. Het stond al lang op zol
der en al even lang was de belofte
gedaan het bij gelegenheid in te kor
ten. „Die gelegenheid was er nu"
zei moeder, „jullie zijn toch bezig".
Men kon onmogelijk beamen dat er
enigerlei relatie bestond tussen het
plaatsen van een deur in een bui
tenmuur en het fatsoeneren van een
schilderij, maar het werk werd aan
genomen.. en bedorven.
De verstekken klopten steeds niet
na het afzagen, zodat voortdurend
verder moest worden ingekort. Toen
er fikse stukken van het ornament
afbrokkelden (vanwege de botte
zaag) en de omgang de contouren
van de kop al hadden overschreden,
zodat rechts een oor en links een
fragment haar van het portret zelf
moesten worden afgezaagd om nog
in de lijst te kunnen, werd de offi
ciële mislukking bekend gemaakt. Het
geval staat weer op zolder, doch
neemt minder ruimte in.
„Mag ik uw mening eens horen
over het Jongerenwerk, waarmee
we dan vooral bedoelen op dit
ogenblik de jonge mensen boven
de 18 jaar?"
„Om te beginnen lijkt het
mij, dat er de laatste tijd een
overdreven aandacht besteed
wordt aan de jongerengroep die
u bedoelt. Alles draait om hen.
Voortdurend worden er nieuwe
plannen gemaakt en initiatieven
ondernomen, om toch maar voor
al de jongeren te bereiken".
Saamhorigheid
„Wat is uw eigenlijke bezwaar
daartegen? Want u bent het natuur
lijk met ons eens, dat het een uiter
mate belangrijke groep is".
„Mijn hoofdbezwaar is, dat de
parochie-gemeenschap daardoor uit
haar voegen gerukt wordt. Er zijn
nog vele parochies waar een werke
lijke gemeenschap niet tot de onmo
gelijkheden behoort en het merk
waardige is, dat juist die parochies
het meest te lijden hebben als ik
dat zo even mag stellen van die
overdreven specialisering. De jonge
mensen in die parochies hebben die
aandacht het minst nodig. Maar ik
moet dat duidelijker maken.
U weet, dat het woord parochie
komt van het Griekse: paroikia: d.i.
Is er verschil?
Het laatste nieuws betreft de kleur
stelling van de studeerkamer. Het
plafond is donkerblauw en af. „Het
is alsof je het op je hersens krijgt".
Twee wanden worden nog koud
grijs en een wordt stevig rose. De
door Stef zelf vervaardigde meube
len zwaar van de schroeven en
moeren, een olifantentemmer doet
een bod op het tafeltje worden
zwart met kussens in brandweerau-
torood.
Een cultuurfilosoof zou dus op
nieuw een overeenkomst constate
ren met de onrust van het fin-de-
siècle.
Zus: „Het wordt idioot". „Jij be
hoeft er toch niet in te zitten".
„Eerst breken ze het huis af en dan
maken ze nog een kroeg beneden".
„Blijf jij nu maar bij je zoet
sappige meisjeskamer" Zou je je
baard ook nog niet laten staan en
zo'n halfuitgevallen haarpluk op je
hoofd laten knippen?"
F. B.
het verblijven als vreemdeling. Dus
de eerste betekenis van een parochie
is: de gemeenschap van het gelovige
volk, verblijvend rond zijn bisschop
ergens op deze wereld, maar tegelijk
onder leiding van die bisschop op
weg naar het Vaderland. Later kreeg
het woord de betekenis in zo'n juridi
sche zin van een afgebakend gebied,
dat een zelfstandig deel vormt van
een bisdom.
Al is de idee dikwijls te technisch
en juridisch opgevat toch is de pa
rochie op de allereerste plaats een
instituut voor allen omvattende
zielzorg. Het behoren tot een bepaal
de parochie met een eigen kerk en
eigen door de bisschop aangewezen
zielzorgers, en de gemeenschappelij
ke idealen, rechten en plichten moe
ten tussen de parochianen onderling
een band scheppen, een door aposto
lische bezieling gedreven saamhorig
heidsgevoel en een daadwerkelijke
liefde. U weet wel, dat in vele om
standigheden de mogelijkheden tot
een zinvolle gemeenschap in pa
rochieverband uiterst beperkt zijn en
dat dus dan naar andere kansen ge
zocht moet worden. Maar ideaal is de
parochie-gemeenschap, zoals die in
de parochie waar ik werk God zij
dank mogelijk is. En in die gemeen
schap hebben de jonge mensen hun
eigen plaats.
Wij moeten zorgen, dat wat in de
kerk gebeurt, vooral op zondag, goed
is en stijlvol. De gemeenschappelijke
viering van het misoffer behoort het
parochiële centrum te zijn. Daar ho
ren allen bij. Daar moeten allen aan
deelnemen. Daar moet de eenheid
tussen kinderen, jonge mensen,
ouders en de oudsten a-h.w. tastbaar
aanwezig zijn. Daar moeten pastoor
en kapelaans weten tot wie ze spre
ken: tot de mensen aan wie zij lei
ding mogen geven.
Alles wat die gemeenschap ver
sterkt juich ik toe. Ik vind het prach
tig als de pastoor de ouders van eer-
ste-communicanten bijeenroept en
hen wijst op hun taak om die kinde
ren langzaam aan bij God te bren
gen. Hetzelfde wat betreft de opvoe
ding van grotere kinderen, b.v. zij
die de school verlaten. Wat nu de
jonge mensen rond de 20 aangaat: zij
moeten thuis en in de kerk die vor
ming ontvangen die nodig is en zich
leren wennen aan de rechten en de
plichten van de parochiegemeen
schap. Dat de pastoor af en toe „hulp
van buiten" laat komen, zoals in de
Van de ene kant is het jam
mer, dat de kapelaan met
wie we een gesprek mochten
hebben waarvan we zijn
aandeel hiernaast weergeven
absoluut niet met name
genoemd wenste te worden;
immers er zijn zoveel men
sen die wanneer er geen na
men vermeld worden het
verhaal naar het terrein van
de fantasie verwijzen. Van
de andere kant kon de kape
laan nu meer zeggen en z'n
persoonlijke opvattingen pre
cies weergeven.
Hierbij dus een tweede ge
sprek met iemand die zeer
veel met jongerenwerk te
maken heeft. We stellen ons
voor dit onderzoek nog even
voort te zetten. Tenslotte zul
len we dan de mensen die zo
vriendelijk ons te woord heb
ben gestaan samen uitnodi
gen te proberen enkele ge
meenschappelijke conclusies
vast te leggen.
P. W-
vorm van een missie, een bepaald
triduum enz., daar is niets op tegen,
maar al die dingen moeten bijdragen
tot versterking van het parochiële
leven.
Men moet daar geen groepen gaan
uitlichten. Dat werkt nadelig. Die
gaan zich van de parochie vervreem
den en van de goede tradities van
hun ouders. Jonge mensen hebben
vaak buiten parochieel verband zo
veel werk, dat ze voor activiteiten in
de parochie niet meer zijn te active
ren".
Tenslotte moet ik wel bekennen,
dat ik wat die parochiegemeenschap
a V
s*:3£-*'è f *f "fff
„Tijdens mijn vakantie was 't rechte duidelijkheid. De wind was
ook hondeweer", aldus Hond gaan liggen en de hagelstenen vie-
zachtmoedig z'n staart krullend, len loodrecht naar beneden. Van-
„De eerste dag hadden we regen, achter ons vakantievenster be-
Gewone regen zonder variaties, leefden wij het muzikale staccato
Gewoon lekker doorplensen. als een nieuwe sensatie. Later
's Nachts hield de regen op en hebben we nog drie gewone regen
brak een verschrikkelijk onweer dagen gehad, vijf regendagen met
los. De volgende morgen regende storm en twee angstwekkende on-
het gelukkig weer, maar dan bij weersbuien. Eén dag is het droog
wijze van stortbuien. Tegen de gebleven, alleen maar dreigend,
middag kwam er een stevige wind Op die droge dag ging de barome-
opzetten, zodat het water gezellig ter onmiddellijk op Veranderlijk
langs de straten begon te klotsen, staan, hetgeen ons de volgende dag
Toen de wind in een storm veran- een gecontinueerde drensbui plus
derde, begon het in een straatje lwee windhozen opleverde.
Het was een pracht vakantie. Ze
stuurden geen hond de straat op.
achter ons vakantiehuis dakpan
nen en boomtakken te regenen
Daags daarna was het steenkoud
en het dunne, miezerige regentje,
dat driftig en volhardend uit de
hemel viel, drong door alles heen.
De hagelbuien van de volgende
dag bevielen beter door hun op-
Lekker binnen blijven, languit
voor het elektrisch kacheltje lig
gen en niks anders doen dan
alleen maar in de kranten een
slepend, slaperig vervolgverhaal
lezen, getiteld: „Er was eens geen
kabinet".