Auteur krijgt meer betekenis in Hollywood Een goede gids - een onmisbare vriend Is? Mi l: I WERELD FESTIVAL in de open lucht I mm IN DRUKINKT D Goede film vraagt goed scenario Ni Richard Widmark filmproducent Zo gemet men meer van reizen van de zijde van Ons Leekenspel Amerikaans zomerseizoen gesloten 9* 1'ilÉ „Marty"-trio gaat een nieuwe film maken Schat van details Academische Film studieweek wmmm mmm ZATERDAG 15 SEPTEMBER 195o PAGINA 10 Mayrhofen in liet Zitterdal Nu na de tweede wereldoorlog de trek naar hel buitenland zeer terk is toegenomen, hebben verscheidene Nederlandse uitgevers 'ich toegelegd op het publiceren van reisgidsen. Het is opvallend en verheugend dat zij daarbij uitermate kieskeurig en vol verantwoordelijkheidsbesef te werk zijn gegaan. Over het algemeen lebben zij betrouwbare en zeer bruikbare gidsen laten samenstellen loor mensen, die dank zij een ruime kennis en ervaring daar alles- 'ins toe bevoegd waren. Daar is bijvoorbeeld de reeks Kosmos- eisgidsen aantrekkelijk en verzorgd uitgegeven boekjes, die meer wetenswaardigheden bevatten dan men op het eerste oog zou ver wachten. De boekjes zijn goed geïllustreerd en voorzien van een handig, overzichtelijk kaartje. Zij zijn door de Uitgeverij Kosmos te Vmsterdam in het licht gezonden, in samenwerking met de Neder landse Reisvereniging. De prijs is zo laag gesteld, dat zij voor ieder- bereikbaar zijn. ■en June Allyson en James Stewart, de enigen, die een Amerikaans doorsnee echtpaar kunnen spelen. „De bioscoop: technisch-sociaal- cultureel" Hans van Bergen Ellenville Chavez Sfeer van Wenen Levend Parijs Hans Roest Typisch straatje in Toledo mmm 'Hm WERELDNIEUWS Al zullen nog maar heel weinigen het deVoenngen en je kijkt bijna nooit meer aan de films hebben gemerkt, toch is naar de televisie. Ik wil geen vice- het een onweerlegbaar feit, dat de schrij- president als man, ik wil een doorsnee ver in Hollywood meer in de melk krijgt Amerikaan". te brokken. Degen zijn voorbij, dat Intussen heeft Peter Lorre op het po- produceni'en, filmverkopers, bankiers en dium van de conventie een briefje gelegd, de vrouwen van de studioleiders, die zelf niet de minste notie hadden van drama turgie. allemaal iets te vertellen hadden over het schrijven van een scenario. Het is nog niet zo heel lang geleden, de Hollywoodse tijdrekening in aanmer king genomen, dat het hoofd van een studio een schrijver bij zich op kantoor ontbood en tot hem zei: „Schrijf een verhaal, dat Past bij die en die titel. Het kantoor in New York zegt, dat het een film met zo'n titel kan verkopen". Toch heeft de filmschrijver nog lang geen creatieve onafhankelijkheid verkregen. Hij heeft bijvoorbeeld niet het laatste woord zoals de toneelschrijver met betrek king tot de manier, waarop zijn werk in beeld wordt gebracht. Maar producen ten, regisseurs en sterren beginnen meer en meer de schrijver te raadplegen, om dat ze beginnen te zien, dat de kansen op het maken van een goede film zonder een goed scenario praktisch nihil zijn. Ge volg daarvan is, dat de schrijver thans meer kansen krijgt om zichzelf op papier uit te drukken en dat zijn mening op prijs wordt gesteld, wanneer op „scenariocon ferenties" de waarde van de verschillen de voorstellen en ideeën wordt bespro ken. Hoe het op zo'n scenarioconferentie in Hollywood zou kunnen toegaan, heeft de Amerikaanse journalist Art Buchwald onlangs beschreven in de „New York Herald Tribune". Op de partijconventie van de republi keinen heeft, aldus fantaseert hij, een af gevaardigde uit Nebraska als kandidaat voor het vice-presidentschap de naam ge noemd van een totaal onbekende Joe Smith. Die naam werkt op de nationale verbeelding. Hij is nog maar nauwelijks genoemd, of vijf filmstudio's en een stuk of dertig T.V.-maatschappijen beginnen titelrechten met de naam Joe Smith te la ten registreren. Overal in Hollywood wor den in allerijl scenarioconferenties belegd en krijgen de „art directors" (de decor ontwerpers) opdracht om onmiddellijk te beginnen met het ontwerpen van een Ame rikaans doorsneestadje. „We zijn" aldus schrijft Art Buchwald, „zo gelukkig geweest zo'n Joe Smith-sce- narioconferentie te mogen bijwonen. Toen we binnenkwamen was het hoofd van de studio al aan het woord: „Waarom Keb ik daar niet eerder aan gedacht?" wee klaagde hij. „Waarom" zich tot zijn schrij vers wendend, „hebben jullie daar niet eerder aan gedacht?". „Het was té eenvoudig", probeerde een schrijver zich te rechtvaardigen. „Al leen iemand uit Nebraska kon op zo'n idee komen". Een assistent-producent kwam binnen rennen. „Ik heb Jimmy Stewart en June Allyson aan de telefoon gehad om ze de hoofdrollen aan te bieden", hijgde hij, „maar ik kan ze niet krijgen. Wie wilt u nu?" „Dit is een Amerikaanse film over Amerikaanse mensen", snauwde het stu diohoofd. „Er is niemand anders". „Goed", ging het studiohoofd verder. „Laten we nu even het verhaal rond ma ken". Een schrijver stak zijn vinger op. „Ik geloof, dat we het beste op een partijcon ventie kunnen beginnen". „Dat is een prachtig begin" zei het studiohoofd. „De voorzitter vraagt om kandidaten voor het vicepresidentschap" „Goed, goed", zei het studiohoofd. „Dan klinkt er plotseling een stem, die roept: „Ik wens Joe Smith te benoemen" „Reusachtig, reusachtig" zei het studio hoofd. Een tweede schrijver nam het woord „Wie is Joe Smith?" vragen de verslag gevers. „Wie is Joe Smith?" vragen de afgevaardigden. En dan blenden we over naar Nebraska, waar we Joe Smith gespeeld door Stewart, een autoband zien verwisselen bij de garage, waarvan hij eigenaar is. In het huis bakt June Ally son een appeltaart en bij het huis zijn hun twee kinderen aan het spelen met een honkbal". „Bel onmiddellijk de afdeling rekwi sieten op en vraag of ze een honkbal heb ben", zei het studiohoofd. „Plotseling" ging een derde schrijver voort „is de stad vol mensen. Filmers, luid van televisie en radio, politici en Peter Lorre, die agent is van een vreem de mogendheid, die graag een handlan ger als vice-president van de Verenigde Staten zou hebben". „Joe Smith", vervolgde een vierde schrijver, wordt onder druk gezet. Hij moet zich kandidaat stellen en tenslotte bezwijkt hij. Peter Lorre leidt zijn verkie- zings campagne en spoedig reist Stewart heel het land af. Maar zijn vrouw is niet gelukkig en in de meest dramatische scène van de film zegt ze hem: „Je bent niet langer de doorsneeman, de man. die ik trouwde. Je leest boeken en je schrijft re- waarin staat, dat hij, als Stewart wordt ge kozen, een atoombom zal laten vallen op het Panamakanaal. Dit vertelt iemand aan Stewart, die inziet, dat men misbruik van hem maakt. Dus levert hij Lorre uit aan het FBI en komt tot de conclusie, dat de Amerikaanse doorsneeman te simpel is om zich in de politiek te wagen". In de laatste scène", zegt de laatste schrijver, „speelt Stewart weer baseball met zijn kinderen. June Allyson bakt weer een appeltaart en Peter Lorre ziet in de gevangenis, hoe de inmiddels gekozen vi se-president voor de televisie de eed af legt. We sluiten met een beeld van Ir ving Berlin, die „God zegene Amerika" zingt. „Prachtig", zei het studiohoofd, „prach tig. Laten we morgen met de opnamen be ginnen en laten we er de grootste door- sneefilm in de geschiedenis van de stu dio van maken. In Cinemascope en tech nicolor, breed scherm, stereofonisch ge luid en verhoogde prijzen. Dit wordt een film, die iedere doorsneeman zal wil len zien". Richard Widmark heeft meer dan hon derdduizend dollars bet*ild voor de film rechten van het Broadway-stuk „Time Limit". Dit wordt de eerste film van de door hem gestichte onafhankelijke maat schappij „Heath Productions". Het drama „Time Limit" is geschre ven door Henry Denker en Ralph Berkey en heeft tot onderwerp het proces tegen een aantal Amerikaanse soldaten in Ko rea, die worden beschuldigd van collabo ratie met de communisten. Widmark zelf zal in de film de hoofdrol spelen. De producent Harold Hecht, de auteur Paddv Chayefsky en de regisseur Del bert Mann, die hun talenten al een.s heb ben gecombineerd en met groot suc ces bij de verfilming van ..Marty" zijn begonnen met het treffen van voor bereidingen voor een nieuwe film „The Bachelor Party" (Vrijgezellenpartij) waar voor Chayefsky 't scenario bewerkte naar zijn gelijknamige televisiespel. In de hoofdrollen zullen vijf prominente Broadway-acteurs optreden en we] Don Murray, E. G.M Marshal], Jack War den, Larry Blyden en Phil Abbott. In Parijs is Billy Wilder, die zowel de produktie als de regie voert, begonnen met het maken van opnamen voor de film „Love in the afternoon", waarin de hoofdrollen worden vervuld door Gary Cooper, Audrey Hepburn en Maurice Chevalier. i# Men kan pas over een reisgids oorde- m, als men hem zelf heeft gebruikt. Tot nijn vreugde heb ik vier deeltjes zelf cunnen testen: „Londen" door L. Beek- oan, „De Ardennen en Luxemburg" en „Brussel, Antwerpen en West België", iside van de hand van A m „Rijnland en omgeving' Wiersrna. Ik heb kunnen vaststellen de feitelijke gegevens absoluut betrouw baar zijn en dat de 'boekies een schat van details bevatten, die zelfs voor trou we bezoekers ni De gidsen gesteld en prettig geschreven. Er worden adviezen gegeven over het hoe en waar om inzake het gedrag van de gast. Ook aan het verstandige gebruik van de open bare vervoermiddelen wordt alle aan dacht besteed. En zelfs tracht de heer Beekman overigens wat mij betreft tevergeefs! goede tips te geven om de C. Dijkman, j zoodag in Londen prettig door te komen, door Rinke j Bijzonder gelukkig is Rinke WierSma neuw zijn, zijn overzichtelijk samen- Voor de derde maal wordt, wederom in Utrecht de Academische Filmstudie week gehouden en wel van maandag 24 tot en met donderdag 27 september a.s. onder het motto: „De bioscoop: tech nisch sociaal cultureel". Bij de keuze van deze titel is de orga nisator. het Nederlands Filminstituut te Amsterdam, uitgegaan van de gedachte, dat in de ruim honderdduizend bioscopen welke de wereld telt. zich onophoudelijk heel het denken, streven en handelen van de mensheid weerspiegelt. Als maatschap- pelijk'instituut beinvloedt de bioscoop het leven in vele opzichten, het vult niet al leen de vrije tijd van zijn bezoekers, maar vormt, vervormt of misvormt het patroon van hun gedrag 0f tenminste van hun den ken. Ook de technische evolutie, die de bios coop doormaakt, speelt in deze maatschap pelijke werkingssfeer een rol van beteke nis. Zo zal tijdens de studieweek o.a. de vraag worden behandeld, of het witte doek van de bioscopen mèt een andere opper vlakte (Cinemascope. Cinerama e.d.) ook een nieuwe geestelijke dimensie krijgt. Op deze en dergelijke vraagstukken zul len vooraanstaande buitenlandse en Ne derlandse filmdeskundigen hun licht laten schijnen, onder wie prof. dr. H. Metzger, hoogleraar aan de universiteit van Mün- ster. en Gilbert Cohen-Séat, directeur van het „Institut de filmologiè" van de Sor- bonne te Parijs en één van de grond leggers der filmwetenschap. De Nederlandse sprekers zijn mr. D. Bijdendijk, voorzitter van de Centrale Commissie voor de filmkeuring, drs. H. van Wieringen. J. Roelands. A. van Dom burg, J. Pront, J. L. van Leeuwen en H. Wielek. Op 24 en 27 september zullen premiè res plaats vinden van belangrijke nieuwe speelfilms, met bijprogramma's van Ne derlandse film documentaires. „De vluchteling", door Jean Hou- gron. Grand Prix du Roman Aca demie vert. Jacq. Stevens Uitg. „De Ster", Antwerpen. Boeiende geschiedenis van een jonge Fransman, die op het punt in Marseille aan boord te gaan voor de overtocht naar Indo-China, waar de oorlog met de Viet- minh nog hevig woedt, wordt overge haald dollars daarheen te smokkelen. Als gevolg hiervan raakt hij terstond na aankomst verstrikt in levensgevaarlij ke avonturen. Achtervolgd door de smok kelbende moet hij zijn baan en alles wat hij bezit in de steek laten en ver in het binnenland een schuilplaats zoeken. Daar ervaart hij hoe de oorlog het land en vooral de bevolking teistert. De om standigheden brengen hem tot heldenda den maar tenslotte moet hij het avontuur toch met de dood bekopen. Een uitstekend doch sober geschreven roman, waarin de schrijver tot het einde de spanning weet te behouden. Waarschuwend woord Een catalogus kan soms behalve om haar nieuwe uitgaven ook belangwek kend zijn om zijn voorwoord en ande re eventuele begeleidende artikelen. Iede re uitgever heeft wel iets te zeggen, als hij na een jaar van inspannende arbeid zijn nieuwe stukken ter markt brengt. Zijn introductie verraadt meestal reeds het niveau van zijn nieuwe stukken. In ieder geval kan een geoefend lezer tus sen de regels van de introductie door de intentie en de opvattingen van een uit gever proeven. Dit maakt dergelijke voorwoorden en begeleidende artikelen dikwijls heel waardevol. Maar omdat in de praktijk dergelijke voorwoorden en ar tikelen meestal totaal over het hoofd wor den gezien en lang niet iedereen in het bezit is van een catalogus van „Ons Lee kenspel". willen wij hier gaarne aandacht wijden aan een bijzonder waardevolle waarschuwing in deze laatstgenoemde ca talogus. Verandering is niet altijd verbetering. Men heeft overal geroepen om een ver betering van ons repertoire. En een ieder moet onmiddellijk toegeven, dat „Ons Leekenspe]" te Bussum met voor bijzien van elk geldelijk gewin, uit lou ter ideale motieven, zich niet alleen met inspanning van alle krachten achter de ze repertoire-verbetering heeft gezet, maar ook een van de eersten is geweest, die de noodzaak van een totale repertoire- verbetering heeft ingezien. Dus als er iemand in deze recht van spreken heeft, dan is het wel „Ons Lee kenspel". Wij laten het hier dan ook gaarne aan het woord: Er is op vele plaatsen meer sprake van een repertoire-verandering dan van een repertoire-verbetering en wij moe ten bekennen, dat wij zelfs de vrees koesteren, dat velen die repertoire-ver betering roepen alleen maar repertoire- verandering bedoelen. Vooral in het we reldje van ons katholiek amateurtoneel is na de wereldoorlog een wijziging op getreden, die waarlijk niet alleen prij zenswaardige aspecten vertoont. Het wereldje van 't katholieke amateurto neel had voor de oorlog niet zo'n beste naam. De katholiciteit van zijn reper toire had 'n aantal bijzonder schijnheili ge aspecten en de preutsheid, waar mee hier en daar op de meest gebonden vorm van het gemengd spelen werd gereageerd, wekte niet ten onrechte bij velen enige lach lust op. Voeg daarbij, dat op het to neel priesters meer op bloedeloze lede poppen dan op mensen geleken dat iedere ^erlijke behandeling van proble men. y? iets met het zesde of negende gebod te maken hadden, volstrekt taboe was, dan heeft men een vrijwel com pleet, zij het ietwat gechargeerd beeld van de werkelijkheid. Om die charge is het ons juist te doen, want zo in een nogal gechargeerde vorm dus leeft die periode in de gedachten van vooral de jongeren, die na de oorlog met zovee-1 enthousiasme nieuwe wegen insloegen. Men wenste (wij citeren niet volledig) met dit „onoprecht en vals verleden" te breken. Men wenste op het toneel het leven en de wereld weer te geven zoals men ze had ervaren: open, eerlijk, hard en nuchter en zakelijk.Men wilde geen keuze verbloemen en geen misstanden met loze mooipraterij te lijf gaan. Die instelling heeft tot een aan tal prachtige en overgetelijke voorstel lingen geleid". Daarbij is het niet gebleven. Er zijn de laatste jaren tientallen stukken op de markt gebracht, die alle de schijn met zich hebben van open en eerlijk te zijn. De dingen worden er. zo als dat neet, bij hun naam genoemd. Doch wie voze schijn kan onderschei den van levende werkelijkheid, weet dat die eerlijke bewogenheid in vele geval len reeds lang heeft plaats gemaakt voor nodeloze ruwheid en stuitende vrijmoe digheid. Kortom, de noodzaak om tot meer openheid te komen heeft onder in vloed van allerlei onjuist gerichte krach ten ook geleid tot een ziekelijke belang stelling voor afwijkingen, die beter be dekt kunnen blijven. Tegen deze vor ming in het moderne repertoire moeten wij met grtoe nadruk waarschuwen. De gezonde reactie verkeert daardoor in haar tegendeel en het is bedroevend, dat aan deze stroming door sommige uitgevers op zo grote schaal wordt tege moet gekomen. Wij kunnen deze woorden van Ons Lee kenspel niet genoeg onderstrepen. En wij hebben ze aangehaald vooral, omdat ze gericht zijn tot die verenigingen, voor wie de gezonde catalogus van „Ons Lee kenspel" over het algemeen taboe is. om dat zij 'ten onrechte menen, dat deze geen moderne stukken bevat, die open en eer lijk zijn en de dingen bij hun naam noe men. Wij vinden het alleen maar jammer, dat de woorden nog niet iets concreter zijn. Waarom man en paard niet genoemd? Waarom niet een serie van die moderne stukken met titel en schrijver en uitge ver aan de kaak gesteld? En hoe rijmt „Ons Leekenspel" haar woorden met de opname van „De dood van een handels reiziger" en „Een inspecteur vraagt be let" in zijn catalogus? Of zie ik deze twee stukken zo verkeerd? Ik houd mij aanbevolen voor elke andere gefundeer de zienswijze. Tot nu toe echter zou ik dezelfde waarschuwing graag ook tot deze stukken zien uitgestrekt. dat Seweest met het verdelen van zijn aan dacht tussen historie. kunsthistorie en natuur, waaraan hef Rijnland zo bijzonder rijk is. Een degelijk stukje werk! Wie meent de Vlaamse steden geheel te kennen, doet goed toch maar de gids van A. C. Dijkman te kopen. De lezer zal dan tot zijn verrassing ervaren, dat er veel meer is te zien en te beleven dan men ooit heeft kunnen vermoeden. Er is alle reden 0m aan te nemen, dat ook van de andere Kosmosreisgidsen niets dan goeds kan worden gezegd. Wij vol staan dus met de titels en auteurs te noemen: „Parijs" door J- P- Doedens, die ook het deeltje over „Rome" schreef; „Venetië en de Dolomieten" door B. Baanen; „Spanje" door P. Walsma van der Molen Meindersman. De drie deel tjes over de Scandinavische landen (De nemarken. Zweden en Noorwegen) zijn van de hand van J. J. Oltmans. O t Be beide individuen op bijgaande foto, die er uitzien als principiële tegenstan ders ran kam en haarborstel zijn Eugene Deckers (links) en Michael Craigeen sier van de Rank-organisatie. Ze maken een gezellig praatje, alvorens elkaar in de haren te vliegen ten behoeve van een knokscène in de Pinewood-film House of secrets" (Huis vol geheimen). Dat gevecht was lang niet mis. Eugene, een Belg van geboorte, haalde een vinger open en Michael verstuikte een duim, toen hij zijn tegenstander een stomp gaf. Tot intense voldoening van de vroegere Britse vedergewichtkampioen Dave Crowley, die Michael voor deze boksscène had getramd. Regisseur Guy Green heeft de scène te Parijs opgenomen in een luguber nauw straatje op een snikhete zomerdag. „House of secrets" wordt door Vivian Cox voor de Rank-organisatie geprodu ceerd in VistaVision en technicolor. Michael Craig en Julia Arnall uit Wenen spelen de hoofdrollen in de film. waarin ook Brenda de Banzie, de Amerikaanse actrice Barbara Bates, David Kossoff en Geoffrey Keen optreden. (Van een medewerker) MODERNE Amerikaan gaat er toe over een deel van de dag 1 de open lucht door te brengen. Deze nieuwe levenswijze brengt een grote verandering in de dagelijkse gewoonten. Althans in de zomermaanden. Een deel van de tuin, die de doorsnee gezinswoning rijk is, is een verlengstuk geworden van de woning, waar ook de maaltijden gebruikt en zelfs bereid worden. Op cultureel gebied is een dergelijke ontwikkeling gestimuleerd door een toe nemend aantal muziekuitvoeringen in de openlucht. Concerten en opera's - in par ken en amfitheaters - maken reeds lang een onderdeel uit van de velerlei activi teiten op cultureel gebied tijdens de zo mermaanden, maar nog nooit was wat er op muziekgebied te genieten viel zo gevarieerd en omvangrijk als dit jaar. Vroeger werd 's zomers muzikaal ge not geboden in de vorm van een serie afzonderlijke concerten, zoals die welke nog in zwang zijn in het Lewisohn Sta dium in de stad New York, het Grant Park in Chigaco, de Robin Hood Dell in Philadelphia of de Hollywood Bowl in Los Angeles. De laatste tijd heeft even wel het naar Europese trant gevarieer de „muziekfestival" een steeds belang rijker plaats ingenomen in het zomerse muziekleven. Inderdaad is de gevarieerdheid in pro gramma een belangrijk onderscheid tus sen een muziek-festival en een serie con certen. De meeste festivals bieden even als in Europa niet alleen symfonie-con certen. maar ook kamermuziek, koor zang. ballet en opera (in toneel- of con certuitvoering). Tijdens enkele festivals vooral die te Tanglewood. Massachu setts. in 1937 gesticht door wijlen Serge Koussevitzky wordt ook een zomerse mester in de muziek door vooraanstaan de musici gegeven. Het jongste van de belangrijke Ameri kaanse muziekfestivals - dat in Ellen ville, New York - dat dit jaar voor de 2e maal gehouden werd, is een typisch voor beeld van het soort programma's, die worden uitgevoerd. En wel met stijgend succes. Officieel heet het „Empire State Music Carlos Chavez Festival" (New York staat bekend on der de naam Empire State) en er wor den 16 uitvoeringen gegeven. Elk concert werd bijgewoond door ongeveer 4.000 toehoorders in de grote tent en daarbui ten. waar zij zich op het gras konden neervlijen. Het artistieke hoogtepunt van het fes tival was wel de wereldpremière van hoi ballet „Emperor Jones", op de speciaal daarvoor door de Braziliaanse compo nist Heitor Villa-Lobos gecomponeerde muziek. Dif was, tussen haakjes, de tweede wereldpremière dit seizoen van een be langrijk werk van Villa-Lobos, want eer der in het jaar introduceerde het Boston Symfonie Orkest zijn Ilde Symfonie ter gft egenheid van het 75-jarig bestaan van het orkest. „Emperor Jones" is de derde muzika le versie van het in 1921 door Eugene O'Neill geschreven toneelstuk. Jose Li- mon, die de titelrol speelde is de choreo graaf van dit moderne ballet. Het is wel tekenend voor de smaak van onze tijd dat Limon. in plaats van de loop van het toneelstuk op de voet te volgen, er de voorkeur aan heeft gegeven het om te werken tot een psychologische studie van 's mensen door angst veroorzaakte ondergang. Zijn choreografie brengt met een inlens dramatisch effect de in nerlijke spanningen aan het licht, die ten slotte de hoofdpersoon te gronde richten Bij de première fungeerde de componist als gastdirigent. Van het symfonisch gedeelte van het Ellenville Fes ival vormden de twee concerten gegeven door het Symphony of the Air. onder leiding van de Mexi caanse componist Carlos Chavez een eve nement van belang. Doorde dirigent werden werken van zeer uiteenlopende stijl gegeven - o. a. Buxtehude, Vivaldi Mozart en De Falla (dansen uit de „Driekante S eek"), Shostakovitch (vijfde symfonie), Strawinsky („Vuurvo- gel"-suite), Barber (Essay for Orches tra) en de „Sinfonia India" van Chavez zelf. Chavez wist de orkestleden zo tc be zielen, dat hun een ovationeel applaus ten deel viel. Een minder enthousiaste ontvangst iel de uitvoering ten deel van Shakes peare's „Midzomernachtsdroom", gespeeld met muzikale begeleiding door de Duitse componist Carl Orff. Ofschoon re censenten het erover eens waren, dat zijn muziek goed paste bij het spel, zo vonden ze toch dat er niets te beluisteren viel, dat al niet lang geleden en dan nog zo uitstekend doorMendelssohn was gedaan. Nu de zomer voorbij is zal er in Ellen ville - en op de plaatsen, waar zich de zeventig andere openlucht-theaters in de Verenigde Staten bevinden - vóór het volgend jaar geen muziek méér te horen zijn. De symfonie-orkesten zullen zich binnenkort weer doen horen in de con certzalen. het toneel zal in gereedheid worden gebracht voor de uitvoering van ballet en opera - want ,het' seizoen is al weer bijna begonnen. „Inleiding tut de monetaire poli tiek", door dr. A. Batenburg Uitg. J. H. de Bussy, Amsterdam. De meningen over de inhoud en bete kenis van de monetaire politiek hebben dikwijls fel tegenover elkaar gestaan en nog steeds lopen de opvattingen soms ver uiteen over de meest gewenste monetai re politiek onder zich wijzigende econo mische omstandigheden, alsmede over de vraag, welke betekenis aan de monetaire politiek moet worden toegekend. Dit schrijft dr. A. Batenburg ter inleiding van studie, welke niet meer pretendeert dan een inleiding te zijn, aangevende enkele hoofdlijnen van de monetaire politiek. De schrijver weet in dit boek op bevat telijke wijze een overzicht te geven van de historische ontwikkeling van het in zicht in de mogelijkheden van een mone taire politiek. De discussie, welke de laat ste tijd over dit onderwerp gevoerd wordt geeft hij globaal en in begrijpelijk Neder lands weer, terwijl hij vervolgens de ver schillende middelen van monetaire poli tiek beschrijft, daaraan een critlsch oor deel omtrent hun bruikbaarheid toevoe gend. Een boek. dat mede door de uitgebrei de literatuuropgave een uitstekende gids is voor hen, die nog niet door studie of praktische ervaring voldoende in de stof zijn ingewerkt. Bij de Contact-foto-pockets (Uitgeve rij Contact, Amsterdam) valt het accent vooral op de foto's, die door een betrek kelijk beknopte tekst worden toegelicht. Het zijn vooral herinneringsboeken. De fotogfraaf Cas Oorthuys heeft voor deze serie superieur werk verricht. Een der jongste deeltjes in de reeks, „Dit is Oos tenrijk", is zo poëtisch en toch zo echt en levend, dat het oog en hart bekoort. „Misschien is voor geen enkele stad de sfeer zo beslissend als voor Wenen", zegt Evert Zandstra in zijn tekst. Hij heeft volkomen gelijk: en het is de grote ver dienste van Oorthuys, dat hij vooral die sfeer in zijn foto's heeft kunnen vangen en vastleggen. Door het kantwerk van de gordijnen in een ouderwets hotel, en door het op kantwerk gelijkend smeedijzer boven de poort van de Hofburg, ziet en voelt men Wenen. Maar ook Salzburg, met zijn onvergelijkelijke Getreidegasse en majestueuze Dom, en Innsbruck heeft hij in het hart gekeken. Nieuw is eveneens het deel over Rome. Mensen, die het kunnen weten, hebben mij verzekerd dat Cas Oorthuys ook de Eeuwige Stad op voortreffelijke wijze heeft gezien en gefotografeerd. Voor ieder die van Parvjs houdt en wie doet dat niet? is bij de Uitgeverij W. van Hoeve te 's-Gravenhage een boek verschenen, dat men eenvoudig moet be zitten. Het is de Nederlandse bewerking door Pierre H. Dubois van André Geor ge's boek „Parijs", oorspronkelijk gepu bliceerd in de wereldberoemde Collection Les Beaux Pays. Eerst iets over het uiterlijk. Het boek ziet er precies uit als de royale, fraaie Franse editie: vorstelijk van formaat, vol schitterende foto's in koperdiepdruk; en er is een uitvoerige tekst, die uit 'een fraaie letter is gezet en op harmonische wijze tussen de illustraties is geplaatst. Het fotowerk is van bijzondere kwaliteit. Op bewonderenswaardige wijze is voor een zo groot mogelijke afwisseling ge zorgd. De tekst is verdeeld in zeven hoofd stukken; in elk ervan worden bepaalde delen van de stad gemakkelijk te vin den op een overzichtelijke plattegrond onder de loep genomen. Er is niet ge streefd naar volledigheid, maar aan het meest karakteristieke en meest schilder achtige wordt alle aandacht gewijd. Dit boek is geen gids, maar het wil iets van het echte Parijs levend houden in ieder, die ds stad heeft bezocht en liefheeft. En daar slaagt het volkomen in! De bewerking van Pierre H Dubois is zo goed, dat zij een speciale Nederland se editie van George's boek ten volle rechtvaardigt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 10