Auteur krijgt meer betekenis in Hollywood
Een goede gids - een onmisbare vriend
Is?
Mi
l:
I
WERELD
FESTIVAL in
de open
lucht
I mm
IN DRUKINKT
D
Goede film vraagt goed scenario
Ni
Richard Widmark filmproducent
Zo
gemet men meer van reizen
van de zijde van Ons Leekenspel
Amerikaans zomerseizoen
gesloten
9*
1'ilÉ
„Marty"-trio gaat een nieuwe film maken
Schat van details
Academische Film
studieweek
wmmm
mmm
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 195o
PAGINA 10
Mayrhofen in liet Zitterdal
Nu na de tweede wereldoorlog de trek naar hel buitenland zeer
terk is toegenomen, hebben verscheidene Nederlandse uitgevers
'ich toegelegd op het publiceren van reisgidsen. Het is opvallend
en verheugend dat zij daarbij uitermate kieskeurig en vol
verantwoordelijkheidsbesef te werk zijn gegaan. Over het algemeen
lebben zij betrouwbare en zeer bruikbare gidsen laten samenstellen
loor mensen, die dank zij een ruime kennis en ervaring daar alles-
'ins toe bevoegd waren. Daar is bijvoorbeeld de reeks Kosmos-
eisgidsen aantrekkelijk en verzorgd uitgegeven boekjes, die meer
wetenswaardigheden bevatten dan men op het eerste oog zou ver
wachten. De boekjes zijn goed geïllustreerd en voorzien van een
handig, overzichtelijk kaartje. Zij zijn door de Uitgeverij Kosmos te
Vmsterdam in het licht gezonden, in samenwerking met de Neder
landse Reisvereniging. De prijs is zo laag gesteld, dat zij voor ieder-
bereikbaar zijn.
■en
June Allyson en James Stewart, de enigen, die een Amerikaans doorsnee
echtpaar kunnen spelen.
„De bioscoop: technisch-sociaal-
cultureel"
Hans
van
Bergen
Ellenville
Chavez
Sfeer van Wenen
Levend Parijs
Hans Roest
Typisch straatje in Toledo
mmm
'Hm
WERELDNIEUWS
Al zullen nog maar heel weinigen het deVoenngen en je kijkt bijna nooit meer
aan de films hebben gemerkt, toch is naar de televisie. Ik wil geen vice-
het een onweerlegbaar feit, dat de schrij- president als man, ik wil een doorsnee
ver in Hollywood meer in de melk krijgt Amerikaan".
te brokken. Degen zijn voorbij, dat Intussen heeft Peter Lorre op het po-
produceni'en, filmverkopers, bankiers en dium van de conventie een briefje gelegd,
de vrouwen van de studioleiders, die zelf
niet de minste notie hadden van drama
turgie. allemaal iets te vertellen hadden
over het schrijven van een scenario.
Het is nog niet zo heel lang geleden,
de Hollywoodse tijdrekening in aanmer
king genomen, dat het hoofd van een
studio een schrijver bij zich op kantoor
ontbood en tot hem zei: „Schrijf een
verhaal, dat Past bij die en die titel. Het
kantoor in New York zegt, dat het een
film met zo'n titel kan verkopen".
Toch heeft de filmschrijver nog lang geen
creatieve onafhankelijkheid verkregen. Hij
heeft bijvoorbeeld niet het laatste woord
zoals de toneelschrijver met betrek
king tot de manier, waarop zijn werk in
beeld wordt gebracht. Maar producen
ten, regisseurs en sterren beginnen meer
en meer de schrijver te raadplegen, om
dat ze beginnen te zien, dat de kansen op
het maken van een goede film zonder
een goed scenario praktisch nihil zijn. Ge
volg daarvan is, dat de schrijver thans
meer kansen krijgt om zichzelf op papier
uit te drukken en dat zijn mening op prijs
wordt gesteld, wanneer op „scenariocon
ferenties" de waarde van de verschillen
de voorstellen en ideeën wordt bespro
ken.
Hoe het op zo'n scenarioconferentie in
Hollywood zou kunnen toegaan, heeft de
Amerikaanse journalist Art Buchwald
onlangs beschreven in de „New York
Herald Tribune".
Op de partijconventie van de republi
keinen heeft, aldus fantaseert hij, een af
gevaardigde uit Nebraska als kandidaat
voor het vice-presidentschap de naam ge
noemd van een totaal onbekende Joe
Smith. Die naam werkt op de nationale
verbeelding. Hij is nog maar nauwelijks
genoemd, of vijf filmstudio's en een stuk
of dertig T.V.-maatschappijen beginnen
titelrechten met de naam Joe Smith te la
ten registreren. Overal in Hollywood wor
den in allerijl scenarioconferenties belegd
en krijgen de „art directors" (de decor
ontwerpers) opdracht om onmiddellijk te
beginnen met het ontwerpen van een Ame
rikaans doorsneestadje.
„We zijn" aldus schrijft Art Buchwald,
„zo gelukkig geweest zo'n Joe Smith-sce-
narioconferentie te mogen bijwonen. Toen
we binnenkwamen was het hoofd van de
studio al aan het woord: „Waarom Keb ik
daar niet eerder aan gedacht?" wee
klaagde hij. „Waarom" zich tot zijn schrij
vers wendend, „hebben jullie daar niet
eerder aan gedacht?".
„Het was té eenvoudig", probeerde een
schrijver zich te rechtvaardigen. „Al
leen iemand uit Nebraska kon op zo'n
idee komen".
Een assistent-producent kwam binnen
rennen. „Ik heb Jimmy Stewart en June
Allyson aan de telefoon gehad om ze de
hoofdrollen aan te bieden", hijgde hij,
„maar ik kan ze niet krijgen. Wie wilt u
nu?"
„Dit is een Amerikaanse film over
Amerikaanse mensen", snauwde het stu
diohoofd. „Er is niemand anders".
„Goed", ging het studiohoofd verder.
„Laten we nu even het verhaal rond ma
ken".
Een schrijver stak zijn vinger op. „Ik
geloof, dat we het beste op een partijcon
ventie kunnen beginnen".
„Dat is een prachtig begin" zei het
studiohoofd.
„De voorzitter vraagt om kandidaten
voor het vicepresidentschap"
„Goed, goed", zei het studiohoofd.
„Dan klinkt er plotseling een stem, die
roept: „Ik wens Joe Smith te benoemen"
„Reusachtig, reusachtig" zei het studio
hoofd.
Een tweede schrijver nam het woord
„Wie is Joe Smith?" vragen de verslag
gevers. „Wie is Joe Smith?" vragen de
afgevaardigden. En dan blenden we
over naar Nebraska, waar we Joe Smith
gespeeld door Stewart, een autoband zien
verwisselen bij de garage, waarvan hij
eigenaar is. In het huis bakt June Ally
son een appeltaart en bij het huis zijn
hun twee kinderen aan het spelen met
een honkbal".
„Bel onmiddellijk de afdeling rekwi
sieten op en vraag of ze een honkbal heb
ben", zei het studiohoofd.
„Plotseling" ging een derde schrijver
voort „is de stad vol mensen. Filmers,
luid van televisie en radio, politici en
Peter Lorre, die agent is van een vreem
de mogendheid, die graag een handlan
ger als vice-president van de Verenigde
Staten zou hebben".
„Joe Smith", vervolgde een vierde
schrijver, wordt onder druk gezet. Hij
moet zich kandidaat stellen en tenslotte
bezwijkt hij. Peter Lorre leidt zijn verkie-
zings campagne en spoedig reist Stewart
heel het land af. Maar zijn vrouw is niet
gelukkig en in de meest dramatische scène
van de film zegt ze hem: „Je bent niet
langer de doorsneeman, de man. die ik
trouwde. Je leest boeken en je schrijft re-
waarin staat, dat hij, als Stewart wordt ge
kozen, een atoombom zal laten vallen op
het Panamakanaal. Dit vertelt iemand
aan Stewart, die inziet, dat men misbruik
van hem maakt. Dus levert hij Lorre uit
aan het FBI en komt tot de conclusie, dat
de Amerikaanse doorsneeman te simpel
is om zich in de politiek te wagen".
In de laatste scène", zegt de laatste
schrijver, „speelt Stewart weer baseball
met zijn kinderen. June Allyson bakt weer
een appeltaart en Peter Lorre ziet in de
gevangenis, hoe de inmiddels gekozen vi
se-president voor de televisie de eed af
legt. We sluiten met een beeld van Ir
ving Berlin, die „God zegene Amerika"
zingt.
„Prachtig", zei het studiohoofd, „prach
tig. Laten we morgen met de opnamen be
ginnen en laten we er de grootste door-
sneefilm in de geschiedenis van de stu
dio van maken. In Cinemascope en tech
nicolor, breed scherm, stereofonisch ge
luid en verhoogde prijzen. Dit wordt
een film, die iedere doorsneeman zal wil
len zien".
Richard Widmark heeft meer dan hon
derdduizend dollars bet*ild voor de film
rechten van het Broadway-stuk „Time
Limit". Dit wordt de eerste film van de
door hem gestichte onafhankelijke maat
schappij „Heath Productions".
Het drama „Time Limit" is geschre
ven door Henry Denker en Ralph Berkey
en heeft tot onderwerp het proces tegen
een aantal Amerikaanse soldaten in Ko
rea, die worden beschuldigd van collabo
ratie met de communisten.
Widmark zelf zal in de film de hoofdrol
spelen.
De producent Harold Hecht, de auteur
Paddv Chayefsky en de regisseur Del
bert Mann, die hun talenten al een.s heb
ben gecombineerd en met groot suc
ces bij de verfilming van ..Marty"
zijn begonnen met het treffen van voor
bereidingen voor een nieuwe film „The
Bachelor Party" (Vrijgezellenpartij) waar
voor Chayefsky 't scenario bewerkte naar
zijn gelijknamige televisiespel.
In de hoofdrollen zullen vijf prominente
Broadway-acteurs optreden en we] Don
Murray, E. G.M Marshal], Jack War
den, Larry Blyden en Phil Abbott.
In Parijs is Billy Wilder, die zowel
de produktie als de regie voert, begonnen
met het maken van opnamen voor de
film „Love in the afternoon", waarin de
hoofdrollen worden vervuld door Gary
Cooper, Audrey Hepburn en Maurice
Chevalier.
i#
Men kan pas over een reisgids oorde-
m, als men hem zelf heeft gebruikt. Tot
nijn vreugde heb ik vier deeltjes zelf
cunnen testen: „Londen" door L. Beek-
oan, „De Ardennen en Luxemburg" en
„Brussel, Antwerpen en West België",
iside van de hand van A
m „Rijnland en omgeving'
Wiersrna. Ik heb kunnen vaststellen
de feitelijke gegevens absoluut betrouw
baar zijn en dat de 'boekies een schat
van details bevatten, die zelfs voor trou
we bezoekers ni
De gidsen
gesteld en prettig geschreven. Er worden
adviezen gegeven over het hoe en waar
om inzake het gedrag van de gast. Ook
aan het verstandige gebruik van de open
bare vervoermiddelen wordt alle aan
dacht besteed. En zelfs tracht de heer
Beekman overigens wat mij betreft
tevergeefs! goede tips te geven om de
C. Dijkman, j zoodag in Londen prettig door te komen,
door Rinke j Bijzonder gelukkig is Rinke WierSma
neuw zijn,
zijn overzichtelijk
samen-
Voor de derde maal wordt, wederom
in Utrecht de Academische Filmstudie
week gehouden en wel van maandag 24
tot en met donderdag 27 september a.s.
onder het motto: „De bioscoop: tech
nisch sociaal cultureel".
Bij de keuze van deze titel is de orga
nisator. het Nederlands Filminstituut te
Amsterdam, uitgegaan van de gedachte,
dat in de ruim honderdduizend bioscopen
welke de wereld telt. zich onophoudelijk
heel het denken, streven en handelen van
de mensheid weerspiegelt. Als maatschap-
pelijk'instituut beinvloedt de bioscoop het
leven in vele opzichten, het vult niet al
leen de vrije tijd van zijn bezoekers, maar
vormt, vervormt of misvormt het patroon
van hun gedrag 0f tenminste van hun den
ken.
Ook de technische evolutie, die de bios
coop doormaakt, speelt in deze maatschap
pelijke werkingssfeer een rol van beteke
nis. Zo zal tijdens de studieweek o.a. de
vraag worden behandeld, of het witte doek
van de bioscopen mèt een andere opper
vlakte (Cinemascope. Cinerama e.d.) ook
een nieuwe geestelijke dimensie krijgt.
Op deze en dergelijke vraagstukken zul
len vooraanstaande buitenlandse en Ne
derlandse filmdeskundigen hun licht laten
schijnen, onder wie prof. dr. H. Metzger,
hoogleraar aan de universiteit van Mün-
ster. en Gilbert Cohen-Séat, directeur van
het „Institut de filmologiè" van de Sor-
bonne te Parijs en één van de grond
leggers der filmwetenschap.
De Nederlandse sprekers zijn mr. D.
Bijdendijk, voorzitter van de Centrale
Commissie voor de filmkeuring, drs. H.
van Wieringen. J. Roelands. A. van Dom
burg, J. Pront, J. L. van Leeuwen en H.
Wielek.
Op 24 en 27 september zullen premiè
res plaats vinden van belangrijke nieuwe
speelfilms, met bijprogramma's van Ne
derlandse film documentaires.
„De vluchteling", door Jean Hou-
gron. Grand Prix du Roman Aca
demie vert. Jacq. Stevens
Uitg. „De Ster", Antwerpen.
Boeiende geschiedenis van een jonge
Fransman, die op het punt in Marseille
aan boord te gaan voor de overtocht naar
Indo-China, waar de oorlog met de Viet-
minh nog hevig woedt, wordt overge
haald dollars daarheen te smokkelen.
Als gevolg hiervan raakt hij terstond
na aankomst verstrikt in levensgevaarlij
ke avonturen. Achtervolgd door de smok
kelbende moet hij zijn baan en alles
wat hij bezit in de steek laten en ver in
het binnenland een schuilplaats zoeken.
Daar ervaart hij hoe de oorlog het land
en vooral de bevolking teistert. De om
standigheden brengen hem tot heldenda
den maar tenslotte moet hij het avontuur
toch met de dood bekopen.
Een uitstekend doch sober geschreven
roman, waarin de schrijver tot het einde
de spanning weet te behouden.
Waarschuwend
woord
Een catalogus kan soms behalve om
haar nieuwe uitgaven ook belangwek
kend zijn om zijn voorwoord en ande
re eventuele begeleidende artikelen. Iede
re uitgever heeft wel iets te zeggen, als
hij na een jaar van inspannende arbeid
zijn nieuwe stukken ter markt brengt.
Zijn introductie verraadt meestal reeds
het niveau van zijn nieuwe stukken. In
ieder geval kan een geoefend lezer tus
sen de regels van de introductie door de
intentie en de opvattingen van een uit
gever proeven. Dit maakt dergelijke
voorwoorden en begeleidende artikelen
dikwijls heel waardevol. Maar omdat in
de praktijk dergelijke voorwoorden en ar
tikelen meestal totaal over het hoofd wor
den gezien en lang niet iedereen in het
bezit is van een catalogus van „Ons Lee
kenspel". willen wij hier gaarne aandacht
wijden aan een bijzonder waardevolle
waarschuwing in deze laatstgenoemde ca
talogus.
Verandering is niet altijd verbetering.
Men heeft overal geroepen om een ver
betering van ons repertoire. En een
ieder moet onmiddellijk toegeven, dat
„Ons Leekenspe]" te Bussum met voor
bijzien van elk geldelijk gewin, uit lou
ter ideale motieven, zich niet alleen met
inspanning van alle krachten achter de
ze repertoire-verbetering heeft gezet, maar
ook een van de eersten is geweest, die
de noodzaak van een totale repertoire-
verbetering heeft ingezien.
Dus als er iemand in deze recht van
spreken heeft, dan is het wel „Ons Lee
kenspel". Wij laten het hier dan ook
gaarne aan het woord:
Er is op vele plaatsen meer sprake
van een repertoire-verandering dan van
een repertoire-verbetering en wij moe
ten bekennen, dat wij zelfs de vrees
koesteren, dat velen die repertoire-ver
betering roepen alleen maar repertoire-
verandering bedoelen. Vooral in het we
reldje van ons katholiek amateurtoneel
is na de wereldoorlog een wijziging op
getreden, die waarlijk niet alleen prij
zenswaardige aspecten vertoont. Het
wereldje van 't katholieke amateurto
neel had voor de oorlog niet zo'n beste
naam. De katholiciteit van zijn reper
toire had 'n aantal bijzonder schijnheili
ge aspecten en de preutsheid, waar
mee hier en daar op de meest
gebonden vorm van het gemengd
spelen werd gereageerd, wekte niet
ten onrechte bij velen enige lach
lust op. Voeg daarbij, dat op het to
neel priesters meer op bloedeloze lede
poppen dan op mensen geleken dat
iedere ^erlijke behandeling van proble
men. y? iets met het zesde of negende
gebod te maken hadden, volstrekt taboe
was, dan heeft men een vrijwel com
pleet, zij het ietwat gechargeerd beeld
van de werkelijkheid. Om die charge
is het ons juist te doen, want zo in
een nogal gechargeerde vorm dus
leeft die periode in de gedachten van
vooral de jongeren, die na de oorlog
met zovee-1 enthousiasme nieuwe wegen
insloegen. Men wenste (wij citeren niet
volledig) met dit „onoprecht en vals
verleden" te breken. Men wenste op het
toneel het leven en de wereld weer
te geven zoals men ze had ervaren: open,
eerlijk, hard en nuchter en zakelijk.Men
wilde geen keuze verbloemen en geen
misstanden met loze mooipraterij te lijf
gaan. Die instelling heeft tot een aan
tal prachtige en overgetelijke voorstel
lingen geleid".
Daarbij is het niet gebleven.
Er zijn de laatste jaren tientallen
stukken op de markt gebracht, die alle
de schijn met zich hebben van open en
eerlijk te zijn. De dingen worden er. zo
als dat neet, bij hun naam genoemd.
Doch wie voze schijn kan onderschei
den van levende werkelijkheid, weet dat
die eerlijke bewogenheid in vele geval
len reeds lang heeft plaats gemaakt voor
nodeloze ruwheid en stuitende vrijmoe
digheid. Kortom, de noodzaak om tot
meer openheid te komen heeft onder in
vloed van allerlei onjuist gerichte krach
ten ook geleid tot een ziekelijke belang
stelling voor afwijkingen, die beter be
dekt kunnen blijven. Tegen deze vor
ming in het moderne repertoire moeten
wij met grtoe nadruk waarschuwen. De
gezonde reactie verkeert daardoor in
haar tegendeel en het is bedroevend,
dat aan deze stroming door sommige
uitgevers op zo grote schaal wordt tege
moet gekomen.
Wij kunnen deze woorden van Ons Lee
kenspel niet genoeg onderstrepen. En
wij hebben ze aangehaald vooral, omdat
ze gericht zijn tot die verenigingen, voor
wie de gezonde catalogus van „Ons Lee
kenspel" over het algemeen taboe is. om
dat zij 'ten onrechte menen, dat deze geen
moderne stukken bevat, die open en eer
lijk zijn en de dingen bij hun naam noe
men.
Wij vinden het alleen maar jammer, dat
de woorden nog niet iets concreter zijn.
Waarom man en paard niet genoemd?
Waarom niet een serie van die moderne
stukken met titel en schrijver en uitge
ver aan de kaak gesteld? En hoe rijmt
„Ons Leekenspel" haar woorden met de
opname van „De dood van een handels
reiziger" en „Een inspecteur vraagt be
let" in zijn catalogus? Of zie ik deze
twee stukken zo verkeerd? Ik houd mij
aanbevolen voor elke andere gefundeer
de zienswijze. Tot nu toe echter zou ik
dezelfde waarschuwing graag ook tot
deze stukken zien uitgestrekt.
dat Seweest met het verdelen van zijn aan
dacht tussen historie. kunsthistorie en
natuur, waaraan hef Rijnland zo bijzonder
rijk is. Een degelijk stukje werk!
Wie meent de Vlaamse steden geheel te
kennen, doet goed toch maar de gids van
A. C. Dijkman te kopen. De lezer zal dan
tot zijn verrassing ervaren, dat er veel
meer is te zien en te beleven dan men
ooit heeft kunnen vermoeden.
Er is alle reden 0m aan te nemen, dat
ook van de andere Kosmosreisgidsen niets
dan goeds kan worden gezegd. Wij vol
staan dus met de titels en auteurs te
noemen: „Parijs" door J- P- Doedens, die
ook het deeltje over „Rome" schreef;
„Venetië en de Dolomieten" door B.
Baanen; „Spanje" door P. Walsma van
der Molen Meindersman. De drie deel
tjes over de Scandinavische landen (De
nemarken. Zweden en Noorwegen) zijn
van de hand van J. J. Oltmans.
O
t
Be beide individuen op bijgaande foto, die er uitzien als principiële tegenstan
ders ran kam en haarborstel zijn Eugene Deckers (links) en Michael Craigeen
sier van de Rank-organisatie. Ze maken een gezellig praatje, alvorens elkaar in
de haren te vliegen ten behoeve van een knokscène in de Pinewood-film House
of secrets" (Huis vol geheimen).
Dat gevecht was lang niet mis. Eugene, een Belg van geboorte, haalde een
vinger open en Michael verstuikte een duim, toen hij zijn tegenstander een stomp
gaf. Tot intense voldoening van de vroegere Britse vedergewichtkampioen Dave
Crowley, die Michael voor deze boksscène had getramd.
Regisseur Guy Green heeft de scène te Parijs opgenomen in een luguber nauw
straatje op een snikhete zomerdag.
„House of secrets" wordt door Vivian Cox voor de Rank-organisatie geprodu
ceerd in VistaVision en technicolor. Michael Craig en Julia Arnall uit Wenen
spelen de hoofdrollen in de film. waarin ook Brenda de Banzie, de Amerikaanse
actrice Barbara Bates, David Kossoff en Geoffrey Keen optreden.
(Van een medewerker)
MODERNE Amerikaan gaat er toe over een deel van de dag
1 de open lucht door te brengen. Deze nieuwe levenswijze
brengt een grote verandering in de dagelijkse gewoonten. Althans in
de zomermaanden.
Een deel van de tuin, die de doorsnee gezinswoning rijk is, is een
verlengstuk geworden van de woning, waar ook de maaltijden gebruikt
en zelfs bereid worden.
Op cultureel gebied is een dergelijke
ontwikkeling gestimuleerd door een toe
nemend aantal muziekuitvoeringen in de
openlucht. Concerten en opera's - in par
ken en amfitheaters - maken reeds lang
een onderdeel uit van de velerlei activi
teiten op cultureel gebied tijdens de zo
mermaanden, maar nog nooit was wat
er op muziekgebied te genieten viel zo
gevarieerd en omvangrijk als dit jaar.
Vroeger werd 's zomers muzikaal ge
not geboden in de vorm van een serie
afzonderlijke concerten, zoals die welke
nog in zwang zijn in het Lewisohn Sta
dium in de stad New York, het Grant
Park in Chigaco, de Robin Hood Dell in
Philadelphia of de Hollywood Bowl in
Los Angeles. De laatste tijd heeft even
wel het naar Europese trant gevarieer
de „muziekfestival" een steeds belang
rijker plaats ingenomen in het zomerse
muziekleven.
Inderdaad is de gevarieerdheid in pro
gramma een belangrijk onderscheid tus
sen een muziek-festival en een serie con
certen. De meeste festivals bieden even
als in Europa niet alleen symfonie-con
certen. maar ook kamermuziek, koor
zang. ballet en opera (in toneel- of con
certuitvoering). Tijdens enkele festivals
vooral die te Tanglewood. Massachu
setts. in 1937 gesticht door wijlen Serge
Koussevitzky wordt ook een zomerse
mester in de muziek door vooraanstaan
de musici gegeven.
Het jongste van de belangrijke Ameri
kaanse muziekfestivals - dat in Ellen
ville, New York - dat dit jaar voor de 2e
maal gehouden werd, is een typisch voor
beeld van het soort programma's, die
worden uitgevoerd. En wel met stijgend
succes.
Officieel heet het „Empire State Music
Carlos Chavez
Festival" (New York staat bekend on
der de naam Empire State) en er wor
den 16 uitvoeringen gegeven. Elk concert
werd bijgewoond door ongeveer 4.000
toehoorders in de grote tent en daarbui
ten. waar zij zich op het gras konden
neervlijen.
Het artistieke hoogtepunt van het fes
tival was wel de wereldpremière van hoi
ballet „Emperor Jones", op de speciaal
daarvoor door de Braziliaanse compo
nist Heitor Villa-Lobos gecomponeerde
muziek.
Dif was, tussen haakjes, de tweede
wereldpremière dit seizoen van een be
langrijk werk van Villa-Lobos, want eer
der in het jaar introduceerde het Boston
Symfonie Orkest zijn Ilde Symfonie ter
gft egenheid van het 75-jarig bestaan van
het orkest.
„Emperor Jones" is de derde muzika
le versie van het in 1921 door Eugene
O'Neill geschreven toneelstuk. Jose Li-
mon, die de titelrol speelde is de choreo
graaf van dit moderne ballet. Het is wel
tekenend voor de smaak van onze tijd
dat Limon. in plaats van de loop van het
toneelstuk op de voet te volgen, er de
voorkeur aan heeft gegeven het om te
werken tot een psychologische studie
van 's mensen door angst veroorzaakte
ondergang. Zijn choreografie brengt met
een inlens dramatisch effect de in
nerlijke spanningen aan het licht, die ten
slotte de hoofdpersoon te gronde richten
Bij de première fungeerde de componist
als gastdirigent.
Van het symfonisch gedeelte van het
Ellenville Fes ival vormden de twee
concerten gegeven door het Symphony
of the Air. onder leiding van de Mexi
caanse componist Carlos Chavez een eve
nement van belang. Doorde dirigent
werden werken van zeer uiteenlopende
stijl gegeven - o. a. Buxtehude, Vivaldi
Mozart en De Falla (dansen uit de
„Driekante S eek"), Shostakovitch
(vijfde symfonie), Strawinsky („Vuurvo-
gel"-suite), Barber (Essay for Orches
tra) en de „Sinfonia India" van Chavez
zelf. Chavez wist de orkestleden zo tc be
zielen, dat hun een ovationeel applaus
ten deel viel.
Een minder enthousiaste ontvangst
iel de uitvoering ten deel van Shakes
peare's „Midzomernachtsdroom", gespeeld
met muzikale begeleiding door de
Duitse componist Carl Orff. Ofschoon re
censenten het erover eens waren, dat
zijn muziek goed paste bij het spel, zo
vonden ze toch dat er niets te beluisteren
viel, dat al niet lang geleden en dan nog
zo uitstekend doorMendelssohn was
gedaan.
Nu de zomer voorbij is zal er in Ellen
ville - en op de plaatsen, waar zich de
zeventig andere openlucht-theaters in
de Verenigde Staten bevinden - vóór het
volgend jaar geen muziek méér te horen
zijn. De symfonie-orkesten zullen zich
binnenkort weer doen horen in de con
certzalen. het toneel zal in gereedheid
worden gebracht voor de uitvoering van
ballet en opera - want ,het' seizoen is al
weer bijna begonnen.
„Inleiding tut de monetaire poli
tiek", door dr. A. Batenburg
Uitg. J. H. de Bussy, Amsterdam.
De meningen over de inhoud en bete
kenis van de monetaire politiek hebben
dikwijls fel tegenover elkaar gestaan en
nog steeds lopen de opvattingen soms ver
uiteen over de meest gewenste monetai
re politiek onder zich wijzigende econo
mische omstandigheden, alsmede over de
vraag, welke betekenis aan de monetaire
politiek moet worden toegekend. Dit
schrijft dr. A. Batenburg ter inleiding van
studie, welke niet meer pretendeert dan
een inleiding te zijn, aangevende enkele
hoofdlijnen van de monetaire politiek.
De schrijver weet in dit boek op bevat
telijke wijze een overzicht te geven van
de historische ontwikkeling van het in
zicht in de mogelijkheden van een mone
taire politiek. De discussie, welke de laat
ste tijd over dit onderwerp gevoerd wordt
geeft hij globaal en in begrijpelijk Neder
lands weer, terwijl hij vervolgens de ver
schillende middelen van monetaire poli
tiek beschrijft, daaraan een critlsch oor
deel omtrent hun bruikbaarheid toevoe
gend.
Een boek. dat mede door de uitgebrei
de literatuuropgave een uitstekende gids is
voor hen, die nog niet door studie of
praktische ervaring voldoende in de stof
zijn ingewerkt.
Bij de Contact-foto-pockets (Uitgeve
rij Contact, Amsterdam) valt het accent
vooral op de foto's, die door een betrek
kelijk beknopte tekst worden toegelicht.
Het zijn vooral herinneringsboeken. De
fotogfraaf Cas Oorthuys heeft voor deze
serie superieur werk verricht. Een der
jongste deeltjes in de reeks, „Dit is Oos
tenrijk", is zo poëtisch en toch zo echt
en levend, dat het oog en hart bekoort.
„Misschien is voor geen enkele stad de
sfeer zo beslissend als voor Wenen", zegt
Evert Zandstra in zijn tekst. Hij heeft
volkomen gelijk: en het is de grote ver
dienste van Oorthuys, dat hij vooral die
sfeer in zijn foto's heeft kunnen vangen
en vastleggen. Door het kantwerk van de
gordijnen in een ouderwets hotel, en door
het op kantwerk gelijkend smeedijzer
boven de poort van de Hofburg, ziet en
voelt men Wenen. Maar ook Salzburg, met
zijn onvergelijkelijke Getreidegasse en
majestueuze Dom, en Innsbruck heeft
hij in het hart gekeken.
Nieuw is eveneens het deel over Rome.
Mensen, die het kunnen weten, hebben
mij verzekerd dat Cas Oorthuys ook de
Eeuwige Stad op voortreffelijke wijze
heeft gezien en gefotografeerd.
Voor ieder die van Parvjs houdt en
wie doet dat niet? is bij de Uitgeverij
W. van Hoeve te 's-Gravenhage een boek
verschenen, dat men eenvoudig moet be
zitten. Het is de Nederlandse bewerking
door Pierre H. Dubois van André Geor
ge's boek „Parijs", oorspronkelijk gepu
bliceerd in de wereldberoemde Collection
Les Beaux Pays.
Eerst iets over het uiterlijk. Het boek
ziet er precies uit als de royale, fraaie
Franse editie: vorstelijk van formaat, vol
schitterende foto's in koperdiepdruk; en
er is een uitvoerige tekst, die uit 'een
fraaie letter is gezet en op harmonische
wijze tussen de illustraties is geplaatst.
Het fotowerk is van bijzondere kwaliteit.
Op bewonderenswaardige wijze is voor
een zo groot mogelijke afwisseling ge
zorgd.
De tekst is verdeeld in zeven hoofd
stukken; in elk ervan worden bepaalde
delen van de stad gemakkelijk te vin
den op een overzichtelijke plattegrond
onder de loep genomen. Er is niet ge
streefd naar volledigheid, maar aan het
meest karakteristieke en meest schilder
achtige wordt alle aandacht gewijd. Dit
boek is geen gids, maar het wil iets van
het echte Parijs levend houden in ieder,
die ds stad heeft bezocht en liefheeft. En
daar slaagt het volkomen in!
De bewerking van Pierre H Dubois
is zo goed, dat zij een speciale Nederland
se editie van George's boek ten volle
rechtvaardigt.