.'3 1
WtTER
vooroohg
Olympisch stadion?
bridgerubriek
PECHSPEL
füQN
WOUO
Het Nederlandse vlootbezoek
aan Antwerpen
m,Am,
DE HEILIGE VAN DE WEEK
HET GRABBELTONNETJE
EVEN AANDACHT VOOR
SU
11
IH_il B_
m f«f"" m m
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1956
PAGINA 6
Nieuwe uitgiften
TOEKOMSTIGE BRITSE
POSTZEGEL GEBIEDEN
OUDSTE ZEEMACHT-
MIILITAIR GAAT MET
PENSIOEN
ifsiiïiaï
Aankomst vanochtend door mist vertraagd
s
r l 'fmé 9
«Ut mM -
'émmm
ww
CORRESPONDENTIE-ADRES:
POSTBUS 8, HILVERSUM
mm mm m
'tin pm
9 ff
iP
H! mm
Flora puzzel
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
22 september: „S.-Thomas van Villanova
ENIGE TIJD GELEDEN deelde de directeur-generaal der Britse Poste
rijen mede, dat volgend jaar Schotland, Wales, Noord-Ierland, het
eiland Man en de Kanaaleilanden Guernsey en Jersey eigen postzegels
zullen krijgenEr komen dan zes nieuwe emissies tegelijk, een voor het ook
op filatelistisch terrein conservatieve Groot Brittannië bijzondere
gebeurtenis.
Tot nu toe waren op alle postkantoren
in het Verenigd Koninkrijk dezelfde
postzegels verkrijgbaar- Zo is het geweest
sinds de uitgifte van de eerste zegels in
1840. Eén uitzondering is er tot nu toe
alleen gemaakt, nl. in 1948, toen de Brit
se Posterijen twee zegels uitgaven ter
herdenking van het feit, dat drie jaar
geleden de bevrijding van de Kanaal
eilanden plaats vond; deze zegels (waar
van men er hierbij een vindt afgedrukt)
waren alleen te koop op die eilanden en
aan de filatelistenloketten in enige grote
steden.
schilderij van Max Poebing—Mylot te
Miinchen. Aan het hoofd van deze tu-
briek vindt men een der zegels afgedrukt.
Pakistan. De negende verjaardag
van de stichting van de republiek bracht
de uitgifte van een nieuwe 2 annas
(oranjerood)met een maansikkel en een
ster. De thans in gebruik zijnde 2 annas
zal worden ingetrokken.
De nieuwe uitgiften zullen uitsluitend
in het desbetreffende gebied verkrijgbaar
zijn, doch ze zijn in het gehele Ver. Ko
ninkrijk geldig. Het ligt in de bedoeling,
dat voor alle van de genoemde landsdelen
een 2% d zal komen, doch voor bcl\ot-
ïand Wales en Ierland bovendien een 4 d.
en 1 sh. 3 d- De namen van de gebieden
zullen niet op de zegels worden aange
geven, doch naast de beeltenis van Ko
ningin Elizabeth zal een afbeelding van
regionale motieven worden gebruikt,
welke kenmerkend is voor het betrelien-
de landsdeel. Alleen aan de hand van
deze motieven zal dus kunnen worden op
gemaakt uit welk gebiedsdeel de postze
gel afkomstig is.
Ongetwijfeld zal er van de kant van
de filatelisten een grote belangstelling
voor deze zegels aan de dag worden ge
legd Ze zijn met het aantal Engelse
emissies nimmer verwend geweest. Groot
Brittannië heeft, in tegenstelling tot de
meeste andere landen, slechts zelden ge
legenheidszegels in omloop gebracht. In
de regel kwam er alleen een nieuwe uit
gifte wanneer een nieuwe vorst of vor
stin de troon besteeg.
De laatste jaren is echter ook in rege
ringskringen de Engelse postzegel een
onderwerp van gesprek geweest- Er zyn
b v reeds stemmen opgegaan om de hui
dige afbeelding met Koningin Elizabeth
erop te herzien. De begin 1957 te ver
wachten uitgiften voor de diverse lands
delen kan men dan ook gevoeglijk be
schouwen als een omzwaai van de Engel
se posterijen, die tot nu toe al te zeer
tradities hoog hielden.
Australië. In verband met een
verhoging van de posttarieven zullen de
binnenkort uit te geven twee zegels bij
gelegenheid van de olympische spelen be.
staan uit een 4 d. en een 8 d. Oorspron
kelijk zouden de waarden 3% d. en 7% d
zijn. Het is nog niet bekend of er geheel
nieuwe postzegels zullen komen of dat
men de reeds vervaardigde exemplaren
van een nieuwe waarde-aanduiding zal
voorzien. Een en ander hangt af van het
feit hoever men momenteel met het druk.
ken is gevorderd.
België. De 15 september 1.1. door de
landen van de Kolen, en Staalgemeen
schap uitgegeven Europa-zegels bestaan
voor België uit een 2 fx. (groen) en een
4 fr. (paars).
Egypte. De reeds aangekondigde
herdenkingszegel ter herinnering aan de
naasting van het Suez-kanaal zal woens
dag a.s. in omloop komen. Een schema
tische voorstelling van het kanaal zal er
op staan met het opschrift „Vrijheid van
doorvaart" en de datum van de nationa
lisatie; 26 juli 1956.
Duitsland (Democratische Repu
bliek). De Leipziger Messe van 2 tot 9
september 1.1- bracht ook ditmaal twee
nieuwtjes: een 10 Pf. (groen en zwart)
met het embleem
van deze jaarbeurs
en een 20 Pf. (rood
en zwart), waarop
een jacht met in
het zeil genoemd
embleem.
Op 28 september
komt er een reeks
olympische spelen
n.l. een roodbruine
20 Pf. met fakkel
en olympische rin
gen en een blauw
grijze 35 Pf. met een speerwerper en olym
pische ringen erop.
Israël De binnenkort verschijnen
de serie gewijd aan de koopvaardijvloot
zal uit vier exemplaren bestaan, waarop
zullen voorkomen; een oud Hebreeuws
vaartuig, twee schepen welke destijds ge-
bruikt werden voor illegale transporten
en die nu als vissersvaartuigen dienst
doen en Israëls moderne aanwinst, het
vorig jaar gebouwde en bijna 10.000 b.r.t.
metende s.s. Israël.
Liechtenstein. De vijftigste ver
jaardag van de vorst van dit staatje
Franz Josef II werd o.m. herdacht met
vier postzegels (19 Rp. groen, 15 Rp.
blauw 25 Rp. paars en 60 Rp. bruin) elk
met het portret van de vorst naar een
xminnn
Wstrnm
tétiÉiiÉMÉiitiiin
De componist PAUL LINCKEdie tien
jaar geleden overleed, op een 20 Pf. van
Duitsland (Berlijn).
tlantischt
HANDEN
Oceaan
Noonom
IERLAND
E/L. MAN
299
WALES
ENGELANO
kanaalrrr;
LANDEN
EUROPA
De volgende week donderdag 's mor
gens om 11 uur zal de oudste nog in
dienst zijnde militair der zeemacht, de
militair werkman J. T. Jaski, in de ma
rinekazerne te Amsterdam met enig cere
monieel afscheid nemen van de Kon. Ma
rine, om van een welverdiend pensioen
te genieten.
De heer jaski werd geboren in 1888 en
diende tot 30 oktober 1928 bij het Korps
Mariniers. Als marinier der eerste klasse
verliet hij dit korps, waarna bij werd
aangesteld als militair werkman.
Sedert zeven jaar is de heer Jaski op
passer van dé commandant maritieme
middelen te Amsterdam.
I'IJMMIJIIII
(Van onze Brusselse correspondent).
ANTWERPEN, vrijdagmorgen.
Heden, door de mist vertraagd, zijn te
Antwerpen onder bevel van Kapitein ter
Zee G. J. Piaterink, aangekomen de Ne
derlandse kruiser Hr. Ms. „De Ruijter"
en de patrouillevaartuigen Hr. Ms. „Had-
da" Hr. Ms. „Freijr". Zij namen lig
plaats in het drukst doo^ belangstellen
den bezochte deel der haven van de Schel-
destad, nl. langszij de kade van hangar
22, nabij het Steen. Dit bezoek duurt tot
maandag.
Er z\jn, zoals steeds bjj bezoeken van
vreemde oorlogsbodems, tal van feeste
lijkheden voorzien. Dij het passeren van
Blauwgaren ving het nationaal saluut van
21 schoten aan. Die werden beantwoord
door het Fort Liefkenskolk, bij het passe
ren daarvan.
Bij het afmeren langszij het Noorder
terras van hangar 22. gingen Belgische
en Nederlandse plaatselijke overheidsper
sonen de commandant en de officieren
van de bezoekende schepen begroeten. Van
Nederlandse zijde bevonden zich daar de
heer A E. d'Hollosy, eerste kanselier, en
de heer J. H. de Jongh, tweede kanselier
van het Consulaat-Generaal der Neder
landen te Antwerpen.
Begeleid door de eerste kanselier ging
de commandant van boord vervolgens zijn
rv,oirü« Kü PT M.'s ambas-
Harinxma Thoe Slooten, en de Consul-
Generaal der Nederlanden, de heer H. J.
van Schreven.
Daarna keerde de commandant terug
aan boord, om er het tegenbezoek te
ontvangen van H. M's ambassadeur van
de ambassaderaad mr. R- B. baron
van Lynden en van de Consul-Generaal
van Schreven.
Andermaal verliet de commandant het
schip, begeleid door de Consul-Generaal
voor het afleggen van officiële bezoeken
aan de militaire commandant van het
gebied Antwerpen, als de gouverneur der
provincie Antwerpen.
Terug aan boord ontving de comman
dant daar het tegenbezoek van deze heren.
In de loop van de dag is de comman
dant dan nog een officieel bezoek gaan
brengen aan de burgemeester van Ant
werpen.
Er was voor vandaag ook nog een pers
conferentie aan boord voorzien, terwijl
van 18 tot 19.30 uur de commandant en
de officieren van Hr. Ms. „De Ruijter"
aan boord van deze eenheid een grote re
ceptie zullen geven. Tijdens deze ont
vangst zal de Marinierskapel op de kade
vóór het schip spelen.
Deze eerste dag zal eindigen met een
feestavond met bal en varieté-program-
raa, aangeboden door de gezamenlijke
sadeur^Z8 SÊVV
No. 3028. 22 september 1956.
Redacteur; G. J. A. VAN DAM,
Vosslusstraat 18b, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
CONSTRUCTIE-KWESTIES
In aansluiting op het in de vorige
rubriek behandelde is het wellicht nuttig
nogmaals de nadruk te leggen op het feit,
dat de dampartij de moeder is van de
probleemkunst. Als men dus wil voor
komen, dat het kind abnormale karakter
eigenschappen krijgt moet men wel de
hand houden aan de normen, welke voor
het partijspel gelden. Indien niet, dan
wordt een totaal afwijkend „ras ontwik
keld, dat sommigen misschien op zichzelf
interessant en/of mooi kunnen vinden,
(al zullen er dit altijd maar slechts zéér
weinigen zijn), doch dat met het begrip
„dammen" weinig anders meer gemeen
heeft dan de naam.
Een belangrijk deel van fe Problema
tiek, te weten; het eindspel, de positie
dwangproblemen, de spelstudies, lokz -
ten, lok-lokzetten, de analyse-vraagstu -
ken en alle daarbij in elkander overgaan
de schakeringen, is zo nauw met het pa -
tij spel verbonden, dat men daarvoor on
mogelijk geheel afwijkende regels kan
gaan vastellen. In het partijspel kent men
geen on-economische slagverlenging, on
economisch afgeven, on-economische
meerslag, winst (of remise) die niet
scherp is of wat men verder al zo "öe~
dacht" heeft om een bepaalde afwikke
ling aan banden te leggen. In de partij
gaat het er om de sterkste voortzetting
te spelen om tot winst of (in geval van een
slechte stand) tot remise te komen. Gaat
men voor dit deel van de problematiek,
die overigens juist veelal aan parate
praktische spelkennis haar impulsen
ontleent, regels voorschrijven, die in
strijd zijn met de logica van het prak
tisch spel en van de bord-mogelijkheden,
dan zouden deze composities een uitge
sproken kunstmatig karakter verkrijgen
en met recht als „onnatuurlijk" worden
gekenschetst.
Dit onnatuurlijke kennen we in de dam-
problematiek alleen jn enkele onderdelen,
dus in probleem-soorten waarbij totaal
geen aandacht aan de beginstanden wordt
geschonken, zoals in sommige speciale
motiefbewerkingen of fantasie-problemen
Nu is echter het eigenaardige, dat men
door ook op deze soorten de beperkende
bepalingen te scherp toe te passen, veel
van het briljante en geniale doet ver
dwijnen.
Natuurlijk resteert er dan nog een deel
problemen, dat verrassend van ontleding
kan zijn, ook al is de aanvangsstand zo
danig, dat geen enkele partijspeler, die
op grond van zijn kennis en ervaring
als ..een in de partij denkbare mogelijk
heid" zal accepteren. Dit snort problemen
benadert dan meer de schaakproblemen
en vormen een „puzzelspel" op zichzelf,
dat wel op de spelregels, van het dam
men berust, maar met het damspel als
partijspel geen enkele gelijkenis meer
heeft.
Toepassing van constructie-regels. die
de schoonheid van een compositie kun
nen verhogen is altijd gewenst, maar dan
moeten die constructie-regels ook zijn
aangepast aan het genre van de ten tonele
gebracht compositie. Te ver en zonder
enige aanwijsbare reden doorgevoerde
constructie-voorschriften leiden echter tot
een verlamming van het scheppend ver- j
mogen.
Dat men zoveel mogelijk schijven, die
in de problematische afwikkeling géén
rol vervullen, weert (figuranten) en zet
ten vermijdt, die het totale aspect van de
afwikkeling eerder schaden dan verho
gen, is begrijpelijk. Dit mag echter niet
voeren tot bijvoorbeeld het verbieden van
zetten-verwisseling, zelfs als het de in-
leidingszet (sleutelzet) betreft, wanneer
de te demonstreren combinatie (afwikke
ling) onmogelijk op andere wijze is te
construeren. Dan kan men ook wel gaan
voorschrijven dat iedere compositie
slechts uit een bepaald aantal zetten mag
bestaan.
Een voorbeeld van een onjuist voor
schrift is onder meer onjuiste bepa
lingen de on-economische slagverlenging.
Waarom bijvoorbeeld de slag van 45 naar
1 (over de stukken op 40, 29, 18 en 7) WEL
en over de stukken oP bijvoorbeeld 40, 29,
19, 8 en 7) NIET aanvaardbaar is, omdat
die meer schijven 9 en 8 tijdens de
afwikkeling toevallig geen andere rol spe
len dan alleen maar geslagen te worden
is een volkomen raadsel voor ieder prak
tisch dammend problemist. Of zou een
niet-partijspelend problemist van mening
zijn dat zo'n slag in de partij niet be
hoort te worden uitgevoerd en dus de
winst maar niet moet worden genomen?
Het feit dat een schijf geslagen wordt
geeft hem al een rol, deze behoort func
tioneel tot het geheel.
Even onlogisch kan het verbod van
zetten-verwisseling werken. Een ander
eenvoudig voorbeeld kan dit duidelijk i
maken. Plaats een witte schijf op 34 en I
een zwarte op 20. Wit aan zet. Laten we
aannemen, dat dit het slot van een com
binatie is. Wit kan nu zowel winnen door
34-29, zw. 20-25, 29-24 als door 34-30, zw.
20-25 en wit 30-24. Dus zetten-verwisse
ling. Maar inherent aan de bord-eigen
schappen en opstelling der stukken. Iets
dergelijks kan ook tijdens de afwikkeling
voorkomen.
En zo zijn er meer bepalingen die
als technische fouten worden aangemerkt
maar dit geenszins zijn.
Sdhaakredacteur: P. A. KOETSHEID,
Huize Sint-Bernardus, Sasseriheim.
(Zaterdag 22 september)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
In tegenstelling met onze gewoonte zijn
van de drie opgaven er twee driezetten.
We hadden op het ogenblik hierin meer
keus. De. volgende week zal dit hoogst
waarschijnlijk anders zijn.
De tweezet (7460) zal, als eerste prijs,
wel geen geweldige indruk maken.
No 7461 is heel wat ingewikkelder dan
no 7462; toch zal de oplossing van laatst
genoemde stellig voldoening schenken.
No. 7462. H. Hindre. Ie prijs Schachmaty
1954. Mat in drie zétten.
Wit: Kg5, Dg3, Td8, La4—c5; e6, f3.
Zwart: Kb7, Ta8, Lc8; a5, a6, e7.
Oplossingen over drie weken.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No 7453. O. Stamp. Opl. 1. Pee 3 dreigt
2. Pc4tt 1Te6: 2. Tbc3: enz. 1
Le6 2. Lc3: enz. 1Pé6 2. Pf5:t enz.
1e7e6 2. Pc3: enz.
No. 7454. A. J. v. Koll. Opl. 1. Te6—e4!
dreigt 2. Te4—d4:tt-
GOEDE OPLOSSINGEN
Beide problemen werden goed opgelost
door: J. Dickhaut, Nijmegen: F. Pijls,
Maasbracht; C. v. d. Weide, Rotterdam.
No. 7454 door: dr. R. Bromberg, Roer
mond; P. M. Dekker. Rotterdam; W. H.
Haring, Schipluiden; Joh. Konings,
Oudenbosoh.
No, 7460
H. MUSANTE
le pr. Suomen Shakki 1955
Mat in twee zetten
is. Hij geeft daarvoor de volgende twee
voorbeelden:
No. 3426
No. 3427
Naar de pers dezer dagen berichtte, ontmoette een Nederlands elftal
een Zwitsers in het stadion van Lausanne.
We kennen ook stadions in ons land, bijv. te Amsterdam, Nijmegen,
Rotterdam, Utrecht. Ze zijn alle zo ongeveer op dezelfde manier
ingericht: oplopende zitplaatsen om het eigenlijke „strijdperk" heen.
Onderdelen zullen verschillen, maar de hoofdzaak komt toch wel hier
op neer.
Wie aandachtig luistert naar de
„les" op de zondag van Septuagesima
maakt daar kennis meteen sta
dion! Het is dus zelfs aan de Bijbel
niet vreemd! Want Sint-Paulus
schrijft:
„Broeders, weet ge niet, dat de
deelnemers aan een wedloop in de
renbaan wel allen lopen, maar dat er
slechts één de prijs behaalt?"
Wat staat er nu in het Latijn?
„Qui in stadio currunt".
„Die in de renbaan lopen, letterlijk:
wedlopen".
Nu zou men in de Nederlandse ver
taling verwachten: „die in het stadion
wedlopen".
Maar er moet staan: renbaan.
Hoe komt dat? Eenvoudig, omdat
hetgeen de Ouden onder „stadion"
verstonden, héél iets anders was dan
ons „stadion".
„Iemand uit de Oudheid «eit
prof. Sizoo („De antieke wereld in
een zeer lezenswaardig werk "z.°u
het stadion te Amsterdam een amn-
theater noemen. Want dat is de naam
van een schouwplaats, ovaal van vorm.
in het midden de arena, daaromheen
de oplopende rijen van zitplaatsen.
In die amfitheaters hadden geen wed
strijden plaats. Van amfitheaters is
in het Nieuwe Testament geen spra-
kc".
Wél van de renbaan.
Het Griekse woord „stadion" heeft
allereerst de betekenis van een vaste
afstand en wel een afstand van ruim
185 m. Nu was het zo. dat te Olympia
de „loopbaan" een stadion lang was.
Dat was makkelijk voor de mensen,
want wie nu over „stadion" als leng
temaat hoorde, zag die afstand aan
stonds vóór zich. Hij kon dan denken:
dus zo ongeveer als de renbaan te
Olympia, een wel zeer plastische voor.
stelling! Zo ongeveer, ja. want de
lengte van een stadion kan nog wel
eens wat uiteenlopen, variëren van
165 m tot 210 m.
Ook deze lengtemaat kennen we uit
de H. Schrift. Op de tweede Paasdag
wordt een gedeelte uit het Evangelie
naar St.-Lucas voorgelezen, het altijd
ontroerende verhaal van de Emmaüs
gangers. Wij horen dan:
gingen twee van Jesus leerlin
gen naar het dorp Emmaus. dat zes
tig stadiën van Jerusalem was gele
gen". In het Latijn: „quot erat in spa-
tio stadiorum sexaginta ad Jerusa
lem" Nu gaan we cijferen: Eén sta
die plm 185 m. dus zestig stadiën
11100 m. of ruim elf km. dus: ruim
twee uur lopen. (Lopen konden de
Ouden stukken beter dan wij).
De renbaan had, zoals gezegd, niet
overal dezelfde lengte. De opgegraven
renbaan van Ephese was 230 m. lang.
Ter weerszijden waren zitplaatsen aan
gebracht, zodat men de wedloop ge-
makkeliik kon volgen, hetzij van het
begin naar het eind, hetzij heen- en-
weer Er werd maar één prijs toege
kend Dat schrijft St-Paulus ook: sed
unus accipit bravium. En wat was dat
dan voor een prijs? Een Kroon? Het
Latijn heeft het over een „Coronam"
Maar dat is zozeer geen kroon. Dat is
een krans! Een bloemkrans soms,
maar ©ók veelvuldig een krans van
No. 7461
E. VISSERMAN, Den Haag
3e prijs Arbejder Skak 1954-1
Mat in drie zetten
®zjk - Wm iSf
Stand: Zw. 8, 9,
11, 13, 16, 18, 20, 23,
29, 30. Wit 21, 27,
31, 32, 37, 39, 42, 44,
45, 49.
Stand: Zw. 8, 9,
13, 16, 18-20, 22, 23,
29. Wit 26, 27, 32,
35, 37, 39, 42. 44. 45,
49.
Om nog even terug te komen op de
In no. 3426 wint wit door 21-17, 31-26,
42-38 39x19, 26-21, 49-43, 45x34. In no
wit door 35-30, 30-24, enz. Dat
Het kan soms wel voordelen hebben,
als men de speeltechniek niet al te goed
beheerst. Wanneer dat het geval is, zal
men de neiging hebben een spel op de
meest simpele manier af te spelen en
als de kaartverdeling dan niet al te on
gunstig is boekt men succs.
Een speler die wél veel van speel
techniek afweet, heeft juist de neiging
in vele moeilijke spellen „veilig te sPe"
!en waarbij het gebeuren kan dat hij
zich wapent tegen grote gevaren, om door
een kleiner gevaar overrompeld te wor
den.
De speler die het onderstaande spel in
4 harten moest spelen, deed dat op uit
stekende wijze en het mag inderdaad
„pech" heten, dat hij down ging door iets
wat moeilijk te voorzien was.
A 3
CP V 5 3
•O 4
4.HB 9 8 6 4 2
slagverlengtng. Natuurlijk is het mooier scHÜven" 9, 20, 30 een „onnatuurlijke
a]s die eventuele meer schijven ook
nog een tweede functie hebben. Dat geldt
trouwens voor alle stukken in een com
positie. Hoe meer stukken meer func
ties (rollen) vervullen des te fraaier en
pittiger wordt het geheel. De totaalin
druk kan er slechts op vooruitgaan. Maar
een stuk dat slechts één enkele taak ver
vult, d.w.z. óf speelt, óf steunt (steun-
schijf), óf slaat óf.alleen maar wordt
geslagen is niet overbodig. Het werkt
mede in het systeem van de totale afwik
keling. Het is dus géén figurant en niet
onnatuurlijk.
Een andere kwestie is of de idee, met
zo'n stuk (of stukken) het kunnen
schijven dan wei dammen zijn niet ef
ficiënter is te verwerken door middel van
een constructionele verandering. Dit is
weer een zaak die alleen door verbete
ring is aan te tonen en dat geldt tenslotte
voor iedere compositie. Terecht gaf de
heer Burggraaf in zijn eerder genoemd
artikel dan ook van een zodanig „zwakke"
compositie aan hoe verbetering mogelijk
slagverlenging" betekenen is naar mijn
mening, en die van vele anderen, onjuist.
Een verbetering is echter dat de schijf op
30 nu niet alleen geslagen wordt maar
geslagen heeft, dus een dubbele rol ver
vult Ook schijf 20 heeft nu een tweede
rolletje door het mogelijk maken van het
tussenschuiven door 30-24. waardoor 19
moet slaan. Het geheel is dus efficiënter
geworden en de totaalindruk verbeter
Wat nu betreft de „scherpe regels" kan
worden opgemerkt, dat deze voor stan
den met weinig materiaal, zoals de minia
turen, de notedopjes, de eindspelen en de
gewone motiefproblemen .voor zover het
figuratie, enz. betreft, 0ver hei algemeen
wel zinvol en doeltreffend zijn om de
componisten te verhinderen, dat zij te
veel nutteloze ballast construeren. Voor
composities, die meer aan het praktisch
spél zijn verwant of daaruit voortsprui
ten geiden in de meeste «evallen echter
de scherpe regels in het geheel niet
of.... geheel anders!
8 5 2
9 AH82
O B 6 3
A V 5
Het spel kwam in een parenwedstrijd
voor. Drie van de 5 NZ-paren boden
slechts een deelscore in klaveren, welke
natuurlijk met overslagen werd gemaakt
Slechts één paar bood de manche in
klaveren uit doch het vijfde paar kwam
in 4 harten terecht na het volgende
fciedverloop' (OW kwetsbaar). Noord 1
klaveren Oost 1 ruiten Zuid 1 har
ten West 1 schoppen Noord 2 klave
ren Oost 3 schoppen Zuid 4 klave
ren West pas Noord 4 harten
allen passen.
Hoewel 5 klaveren natuurlijk het beste
eindcontrart is, is 4 harten evenmin gek;
vooral in een parenwedstrijd waarin de
hoge kleur vaak verkozen moet worden
boven de lage, is 4 schoppen of harten
een aanlokkelijk eindcontract.
West speelde schoppenvrouw voor,
welke in Noord met het aas genomen
werd. Hoe wilt u dit spel afwerken?
Zuid speelde het zeer goed, nl. in slag
2 een kleine harten uit Noord na, Oost
een kleine en Zuid harten 8 West maak
te harten 9, doch zelfs als de troeven 4 2
tegen gezeten hebben heeft Zuid nu een
eenvoudig spel. OW kunnen nog een
schoppenslag en een ruitenslag maken
daarna kan de dummy echter schoppen
of ruiten introeven als OW één dezer
kleuren verder zou spelen. Daarna zou
met hartenvrouw vervolgd kunnen wor
den, Zuid komt met klaverenaas aan slag,
haalt de laatste twee troeven er uit met
aas en heer en heeft dan de gehele
klaverenserie vrij.
In de praktijk ging het echter anders.
Nadat West harten 9 had gemaakt speel
de hij schoppen na, welke door Oost met
de heer werd gewonnen; Oost trok toen
ruiten 2, welke West met ruitenaas nam.
Toen vervolgde West met klaveren 3
die door Oost werd ingetroefd Zuid ging
dus één down.
Had Zuid „gewoon recht op en neer
gespeeld" en na het nemen van schoppen-
aas de drie hoogste hartens getrokken,
dan had hij 12 slagen gemaakt, want har
ten zat 3 3. Had de hartenkleur niet
3 3 gevallen, dan zou door het driemaal
spelen van hoge hartens het spel kans
loos down ziin gegaan. U zult misschien
zeggen, dat Zuid het zichzelf maar niet
zo moeilijk had moeten maken. Als we
u nu vertellen, dat volgens de kans
rekening de kans op een 3 0 verdeling
in een kleur slechts 22 pet. is en de kans
dat zes ontbrekende kaarten 4 2 ver
deeld zijn 48 pet., is. zult ge het met ons
eens moeten zijn. dat het speelplan van
Zuid theoretisch volkomen., juist was.
Meestal zou Zuid bij dergelijke kan
sen dit spel dan ook hebben gemaakt,
maar soms stoort de praktijk zieh niet
aan de kansberekening en zou de:s lecnt-
stp sneelwijze succes geboekt hebben. /,o
ook hier maar wel erge peen voor
Zuid. wiens beklag hierover wij volkomen
konden billijken.
MIMIR.
blaren, die lang hun frisse, groene
kleur behielden. Blaren van olijfbo
men, van laurierbomen e.d. maar die
toch altijd verwelkten. Sint-Paulus
brengt dat zo allertreffendst te pas:
die mensen sloven zich uit voor een
„coronam", „een krans" die verwelkt
maar wij hopen in alle eeuwigheid een
onverwelkbare krans te behalen.
De mensen uit de Oudheid waren
niet bepaald bloemenvrienden. Maar
ze waren erg gesteld op kransen (Het
Griekse: Stephanos, betekent: krans;
denk maar aan St.-Stephanus). In de
volksvergadering droeg de redenaar
een krans op het hoofd stel je zo
iets eens voor in onze Tweede, of Eer
ste Kamer! Vreemd? Men meent, dat
hierin een stuk bijgeloof school. De
sappen van bloem, of blad stuwden
de spreker naar een prachtige rede.
Anderen stelden, dat ze onheil afweer
den. De krans bij de dode verdedigde
diens ziel tegen boze invloeden. Men
had verschillende soorten van kransen
Anders was de krans voor iemand die
tijdens de slag een medeburger voor
de dood behoed had, dan die van hem,
die het eerst in een vijandelijk kamp
was doorgedrongen, of een vijandelij
ke muur had vermeesterd. Uit de
„Vs 1?eeit zicl1 later de kroon ont
wikkeld. De „corona spinea" onzes
Heren, gevlochten uit de takken van
dé acanthusplant. wilde Hem honen
als koning der Joden.
Een van de mooiste stadions der Oud
heid men heeft er verschillende
blootgelegd was zonder enige twij
fel dat te Athene, opgericht omstreeks
330 v. Chr. Dit was zo kwistig met
wit marmer versierd, dat men het
wel tot de schoonste stadions van heel
de wereld rekent. Er vonden duizen
den toeschouwers plaats. In grootte
werd het overtroffen door het stadion
van Ephese met 76.000 plaatsen. Trou
wens, de Ephesiërs hadden een be
paalde knobbel voor reusachtige bouw
werken: het bouwoppervlak van de
Artemis-tempel besloeg anderhalf maal
dat van de Dom van Keulen en werd
tot de zeven wereldwonderen gere
kend.
Prof. Sizoo tekent aan, dat er in het
stadion-der-Oudheid óók wedstrijden
plaatsvonden in andere takken van
sport dan snellopen. Hij noemt o.m.
speerwerpen, discuswerpen, worstelen
en boksen. Een discus, diskos. is een
stenen of metalen werpschrijf, die dik
wijls prachtig was versierd (Het Duit
se woord Tisch, tafel, hangt met dit
woord diskos samen)! In de straks
genoemde Brief van St.-Paulus (aan
de Corinthiërs) staan de woorden:
„Sic pugno non quasi aerem verbe-
rans". „Ik worstel zo, dat ik niet in
de lucht sla". Pugno pugnus is:
vuist. Prof. Sizoo stelt, dat hier letter
lijk, op boksen wordt gedoeld, iemand
met vuistslagen buiten gevecht stellen.
Volgens deze gereformeerde geleerde,
zou de tekst dan woordelijk moeten
luiden: „Ik boks niet zo, dat ik in de
lucht sla". Een beeldspraak, aan de
wedstrijden in het stadion ontleend.
Daar straks hadden we het over
het amfitheater. Iedereen, die ooit
in Rome was, kent het Colosseum,
een der kolossaalste gebouwen van de
hele wereld. De naam zélf heeft, in
tussen, met „kolossaal" minder van
doen. Hij is ontleend aan een „kolos-
sos", een standbeeld van 36 m. hoog
te, dat de krankzinnige Nero afbeeld
de als zonnegod! Alleen de basis is
nog overgebleven. Dit Colosseum nu
heette oudtijds: amphitheatrum Fla-
vium; het werd onder Vespasianus ge
bouwd en onder Titus ingewijd; beiden
hoorden tot de Flavische familie. De
Dom van Keulen zou in de ruïne ge
makkelijk kunnen staan; in de lengte
zou er dan nog 56 m. overblijven. Wed
strijden werden in de amfitheaters
eigenlijk niet gehouden. Men ging naar
een amfitheater om zwaardvechters,
gladiatoren, op leven en dood (gladius
bet. zwaard) tegen elkaar te zien vech
ten, terwijl ook gevechten van wilde
dieren of met wilde dieren veel be
zoekers trokken. Eens „sneuvelden"
honderd leeuwen en evenveel leeuwin
nen op één enkele dag; en daar zaten
mensen naar te kijken! Toen het dui
zendjarig bestaan van Rome
werd „gevierd" traden in het Colos
seum 2000 gladiatoren op, 32 olifanten
70 leeuwen, 30 luipaarden, 10 tijgers
en nog andere verscheurende dieren.
Daar kan ons huidige circus beslist
niet tegen op. Men kon de hele are
na onder water zetten en zette dan
zeeslagen in scène. Soms verrees er
zo maar een heel bos boven de grond
met wilde dieren incluis. De gladiato
ren moesten dan tegen de beesten
gaan vechten.
Wie tegen de verre reis naar Rome
opziet kan ruïnen van amfitheaters
gaan bezichtigen nabij Trier, Wenen,
in Frankrijk, Zwitserland en elders,
maar het Colosseum wint het van alle
andere in grootte. Er is zelfs een be
kend spreekwoord omtrent dit amfi
theater: Zolang het Colosseum staat,
staat Rome; als het Colosseum valt,
valt Rome; en als Rome valt, valt do
wereld!
Op de punten komen namen, ont
leend aan de flora van Nederland. Ver
ticaal, op de kruisjes van 1-10, komt
de naam van een algemene plant met
purperen bloemkroon.
9
OMSCHRIJVING
1. Op het kruisje en de punten de
naam van de algemeen voorkomende
bloem.
2. Waterplantjes, die veelvuldig de
oppervlakte van stilstaand water be
dekken.
3. Tot deze familie der „Lisachti
ge" behoren o.m. iris, krokus en gla
diolus.
4. Hout van de gewone of grove
den
5. Planten als de lelie, dieheb
ben. noemt men eenlobbige planten.
6. Smeerwortei, vergeet-mij-nietjes
e.a. behoren tot deplanten.
7. Bekende, gele voorjaarsbloem, die
aan slootkanten en tussen het gras al
gemeen voorkomt.
8. Lelie, hyacint, lelietjes-van-da-
len e.a. behoren tot de
9. Wanneer planten op dezelfde plant
zowel mannelijke als vrouwelijke bloe
men dragen, heten ze.... planten.
10. Het gele koolzaad, de pinkster-
bloem, zowel als bloemkool en spruit-
kool, ieder is stuk voor stuk een...
Oplossing volgende keer.
Een Spaanse heilige, onsterfelijk
door het prachtige doek. dat Bar-
tolemé Murillo (moe-riel-jo) van
hem maakte voor de Kapucijnen
kerk van Sevilla, méér nog onster
felijk door zijn zielenijver en lief
dadigheid. bijzonder jegens de mis-
deelden. Men ziet hem dan ook af
gebeeld met een geldbuidel in de
hand, terwijl de armen om hem
heen staan. Wij zeggen: van Vil
lanova. Dat kan niet. In Spanje
ligt geen Villanova. Het zal moe
ten zijn: Villanueva, één der vele,
die het schiereiland tejt.
De liefdadigheid zat er al vroeg
bij deze grote heilige in. zijn ouders
gingen hem hierin voor. Het ge
beurde wel, dat hij, slechts met de
nodigste kleren aan naar huis te
rugkeerde, omdat hij onderweg de
armen had gekleed.
Als student had hij het dikwijls
moeilijk genoeg om een rein gewe
ten te bewaren. Heiligheid komt
maar niet aangewaaid: zij moet
heel. heel dikwijls in een vinnig ge
vecht met de macht van vlees en
bloed worden verworven. Ook is
zij niet uitsluitend voor paters en
kloosterzusters noodzakelijk; het
streven naar heiligheid is een al
gemene plicht.
De H. Thomas werd tot priester
gewijd en het duurde niet lang. of
zijn faam als predikant verbreidde
zich door heel Spanje. Van pater
Jan Brugman staat opgetekend,
dat hij de mensen kon leiden en
voeren „waer dat hij het hebben
wou". Zijn welsprekendheid is dan
ook spreekwoordelijk geworden:
praten als Brugman. Men zou iets
dergelijks ook mogen zeggen van
deze Spaanse Augustijner Eremiet.
Werd biechtvader van de belang
rijkste Vorst der XVIe eeuw Kei
zer Karei V, Don Carlos Quinto, in
wiens rijk de zon nooit onderging.
Met „geweld moest men hem dwin
gen aartsbisschop van Valencia te
worden, maar het purperen gewaad
der prelaten wilde hij nooit aan
trekken. heel zijn verdere leven
droeg hij het habijt zijner Orde. Het
kapittel schonk hem vierduizend
dukaten om het „palacio arzobis-
pal" het aartsbisschoppelijk Paiéis
op te knappen. De heilige, besteed
de het geld aan een hospitaal. Da
gelijks nodigde hij behoeftige men
sen aan zijn dis. ArIP? meisjes
schonk hij bij hun huwelijk een uit
zet. Hij was een vader van wedu
wen, wezen en vondelmgen. Soms
pleegde hij de bitterste boetedoe-
ningen om de van zon
daars te verwerven.
In 1555 is hij te Valencia gestor
ven.
De geschiedenis kent twee meisjes,
die Genoveva heetten. Genoveva van
Parijs en Genoveva van Brabant, nier
gaat het over Genoveva van narijs.
Haar ouders waren boeTeNlfe-^^If'
Zij woonden in de bu"£l
se hoofdstad. Parijs. Het melkie Ge
noveva moest al vroeg een baadje hel
pen op de boerderij. Nu, dat hindert
niet, daar wordt ie ferm en flink van.
Op zekere dag kwamen er twee vro
me mannen voorbij, bisschoppen. Een
van hen heette Germanus. Het kleine
meisje knielde langs de weg om zijn
zegen te vragen. Die gaf de Bisschop
en ze kreeg nog een zoen op de koop
toe. daar moet je voor in Frankrijk
wezen, baar zijn de mensen niet zo
stijf als hier. Tot de vader van Geno
veva zei de bisschop: U zult nog veel
olezier van dit meisje hebben. Het is
meisje met een goed hart.
Het kwam precies uit, zoals de vro-
ne grijsaard had gezegd.
Toen haar ouders naar de hemel
waren gegaan, ging Genoveva in Pa
rijs wonen. Daar kwamen arme men
sen om een aalmoes vragen. Zij was
goed voor de armen en zij hielp ook
de zieken. Het was haar niet gauw te
veel iets voor een ander te doen. In
die dagen trokken er woeste kerels
over de wereld. Ze kwamen uit verre
landen en ze zaten op sterke, kleine
paarden. Dat waren de Hunnen. Toen
ze Parijs naderden, wilden de inwo
ners vluchten. Die Hunnen, die kon
immers niemand aan? Maar Genove
va zei: „Als wij God om hulp vragen,
zal Hij ons vast niet in de steek laten.
Hij zal ons eerder helpen dan de Hun
nen. die nooit tot Hem bidden". De
mensen deden wat het meisje had ge
zegd. En de Hunnen gingen weg.
Later kwamen er weer andere sol
daten om Parijs in te nemen. Ze la
gen rond de stad. Niemand kon er
meer uit. De mensen kregen op het
laatst honger. Er was nog wel eten te
vinden, doch dan moesten ze de rivier
afvaren, de Seine. Maar dat durfden
ze niet. Ze zeiden, dat er spoken in
het water zaten, boze geesten, die de
bootjes omgooiden. Genoveva ging
mee. Angstig naderden de roeiers de
plaats waar de boze geesten op de loer
lagen. „Daar heb je ze!" riep iemand.
Wat was er te zien? Een boomstronk
in de rivier, die zijn knoestige uitlo
pers als armen naar alle kanten uit
spreidde Genoveva zaagde ze eenvou
dig af en de roeibootjes konden ver
der. Ze kwamen met eten in Parijs te
rug
Genoveva is de heilige Patrones ge
worden van Parjjs. Zij staat vele ma
len afgebeeld in het Panthéon, waar
alle grote figuren van F/ankrijk wor
den herdacht.