.'3 1 WtTER vooroohg Olympisch stadion? bridgerubriek PECHSPEL füQN WOUO Het Nederlandse vlootbezoek aan Antwerpen m,Am, DE HEILIGE VAN DE WEEK HET GRABBELTONNETJE EVEN AANDACHT VOOR SU 11 IH_il B_ m f«f"" m m ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1956 PAGINA 6 Nieuwe uitgiften TOEKOMSTIGE BRITSE POSTZEGEL GEBIEDEN OUDSTE ZEEMACHT- MIILITAIR GAAT MET PENSIOEN ifsiiïiaï Aankomst vanochtend door mist vertraagd s r l 'fmé 9 «Ut mM - 'émmm ww CORRESPONDENTIE-ADRES: POSTBUS 8, HILVERSUM mm mm m 'tin pm 9 ff iP H! mm Flora puzzel 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 22 september: „S.-Thomas van Villanova ENIGE TIJD GELEDEN deelde de directeur-generaal der Britse Poste rijen mede, dat volgend jaar Schotland, Wales, Noord-Ierland, het eiland Man en de Kanaaleilanden Guernsey en Jersey eigen postzegels zullen krijgenEr komen dan zes nieuwe emissies tegelijk, een voor het ook op filatelistisch terrein conservatieve Groot Brittannië bijzondere gebeurtenis. Tot nu toe waren op alle postkantoren in het Verenigd Koninkrijk dezelfde postzegels verkrijgbaar- Zo is het geweest sinds de uitgifte van de eerste zegels in 1840. Eén uitzondering is er tot nu toe alleen gemaakt, nl. in 1948, toen de Brit se Posterijen twee zegels uitgaven ter herdenking van het feit, dat drie jaar geleden de bevrijding van de Kanaal eilanden plaats vond; deze zegels (waar van men er hierbij een vindt afgedrukt) waren alleen te koop op die eilanden en aan de filatelistenloketten in enige grote steden. schilderij van Max Poebing—Mylot te Miinchen. Aan het hoofd van deze tu- briek vindt men een der zegels afgedrukt. Pakistan. De negende verjaardag van de stichting van de republiek bracht de uitgifte van een nieuwe 2 annas (oranjerood)met een maansikkel en een ster. De thans in gebruik zijnde 2 annas zal worden ingetrokken. De nieuwe uitgiften zullen uitsluitend in het desbetreffende gebied verkrijgbaar zijn, doch ze zijn in het gehele Ver. Ko ninkrijk geldig. Het ligt in de bedoeling, dat voor alle van de genoemde landsdelen een 2% d zal komen, doch voor bcl\ot- ïand Wales en Ierland bovendien een 4 d. en 1 sh. 3 d- De namen van de gebieden zullen niet op de zegels worden aange geven, doch naast de beeltenis van Ko ningin Elizabeth zal een afbeelding van regionale motieven worden gebruikt, welke kenmerkend is voor het betrelien- de landsdeel. Alleen aan de hand van deze motieven zal dus kunnen worden op gemaakt uit welk gebiedsdeel de postze gel afkomstig is. Ongetwijfeld zal er van de kant van de filatelisten een grote belangstelling voor deze zegels aan de dag worden ge legd Ze zijn met het aantal Engelse emissies nimmer verwend geweest. Groot Brittannië heeft, in tegenstelling tot de meeste andere landen, slechts zelden ge legenheidszegels in omloop gebracht. In de regel kwam er alleen een nieuwe uit gifte wanneer een nieuwe vorst of vor stin de troon besteeg. De laatste jaren is echter ook in rege ringskringen de Engelse postzegel een onderwerp van gesprek geweest- Er zyn b v reeds stemmen opgegaan om de hui dige afbeelding met Koningin Elizabeth erop te herzien. De begin 1957 te ver wachten uitgiften voor de diverse lands delen kan men dan ook gevoeglijk be schouwen als een omzwaai van de Engel se posterijen, die tot nu toe al te zeer tradities hoog hielden. Australië. In verband met een verhoging van de posttarieven zullen de binnenkort uit te geven twee zegels bij gelegenheid van de olympische spelen be. staan uit een 4 d. en een 8 d. Oorspron kelijk zouden de waarden 3% d. en 7% d zijn. Het is nog niet bekend of er geheel nieuwe postzegels zullen komen of dat men de reeds vervaardigde exemplaren van een nieuwe waarde-aanduiding zal voorzien. Een en ander hangt af van het feit hoever men momenteel met het druk. ken is gevorderd. België. De 15 september 1.1. door de landen van de Kolen, en Staalgemeen schap uitgegeven Europa-zegels bestaan voor België uit een 2 fx. (groen) en een 4 fr. (paars). Egypte. De reeds aangekondigde herdenkingszegel ter herinnering aan de naasting van het Suez-kanaal zal woens dag a.s. in omloop komen. Een schema tische voorstelling van het kanaal zal er op staan met het opschrift „Vrijheid van doorvaart" en de datum van de nationa lisatie; 26 juli 1956. Duitsland (Democratische Repu bliek). De Leipziger Messe van 2 tot 9 september 1.1- bracht ook ditmaal twee nieuwtjes: een 10 Pf. (groen en zwart) met het embleem van deze jaarbeurs en een 20 Pf. (rood en zwart), waarop een jacht met in het zeil genoemd embleem. Op 28 september komt er een reeks olympische spelen n.l. een roodbruine 20 Pf. met fakkel en olympische rin gen en een blauw grijze 35 Pf. met een speerwerper en olym pische ringen erop. Israël De binnenkort verschijnen de serie gewijd aan de koopvaardijvloot zal uit vier exemplaren bestaan, waarop zullen voorkomen; een oud Hebreeuws vaartuig, twee schepen welke destijds ge- bruikt werden voor illegale transporten en die nu als vissersvaartuigen dienst doen en Israëls moderne aanwinst, het vorig jaar gebouwde en bijna 10.000 b.r.t. metende s.s. Israël. Liechtenstein. De vijftigste ver jaardag van de vorst van dit staatje Franz Josef II werd o.m. herdacht met vier postzegels (19 Rp. groen, 15 Rp. blauw 25 Rp. paars en 60 Rp. bruin) elk met het portret van de vorst naar een xminnn Wstrnm tétiÉiiÉMÉiitiiin De componist PAUL LINCKEdie tien jaar geleden overleed, op een 20 Pf. van Duitsland (Berlijn). tlantischt HANDEN Oceaan Noonom IERLAND E/L. MAN 299 WALES ENGELANO kanaalrrr; LANDEN EUROPA De volgende week donderdag 's mor gens om 11 uur zal de oudste nog in dienst zijnde militair der zeemacht, de militair werkman J. T. Jaski, in de ma rinekazerne te Amsterdam met enig cere monieel afscheid nemen van de Kon. Ma rine, om van een welverdiend pensioen te genieten. De heer jaski werd geboren in 1888 en diende tot 30 oktober 1928 bij het Korps Mariniers. Als marinier der eerste klasse verliet hij dit korps, waarna bij werd aangesteld als militair werkman. Sedert zeven jaar is de heer Jaski op passer van dé commandant maritieme middelen te Amsterdam. I'IJMMIJIIII (Van onze Brusselse correspondent). ANTWERPEN, vrijdagmorgen. Heden, door de mist vertraagd, zijn te Antwerpen onder bevel van Kapitein ter Zee G. J. Piaterink, aangekomen de Ne derlandse kruiser Hr. Ms. „De Ruijter" en de patrouillevaartuigen Hr. Ms. „Had- da" Hr. Ms. „Freijr". Zij namen lig plaats in het drukst doo^ belangstellen den bezochte deel der haven van de Schel- destad, nl. langszij de kade van hangar 22, nabij het Steen. Dit bezoek duurt tot maandag. Er z\jn, zoals steeds bjj bezoeken van vreemde oorlogsbodems, tal van feeste lijkheden voorzien. Dij het passeren van Blauwgaren ving het nationaal saluut van 21 schoten aan. Die werden beantwoord door het Fort Liefkenskolk, bij het passe ren daarvan. Bij het afmeren langszij het Noorder terras van hangar 22. gingen Belgische en Nederlandse plaatselijke overheidsper sonen de commandant en de officieren van de bezoekende schepen begroeten. Van Nederlandse zijde bevonden zich daar de heer A E. d'Hollosy, eerste kanselier, en de heer J. H. de Jongh, tweede kanselier van het Consulaat-Generaal der Neder landen te Antwerpen. Begeleid door de eerste kanselier ging de commandant van boord vervolgens zijn rv,oirü« Kü PT M.'s ambas- Harinxma Thoe Slooten, en de Consul- Generaal der Nederlanden, de heer H. J. van Schreven. Daarna keerde de commandant terug aan boord, om er het tegenbezoek te ontvangen van H. M's ambassadeur van de ambassaderaad mr. R- B. baron van Lynden en van de Consul-Generaal van Schreven. Andermaal verliet de commandant het schip, begeleid door de Consul-Generaal voor het afleggen van officiële bezoeken aan de militaire commandant van het gebied Antwerpen, als de gouverneur der provincie Antwerpen. Terug aan boord ontving de comman dant daar het tegenbezoek van deze heren. In de loop van de dag is de comman dant dan nog een officieel bezoek gaan brengen aan de burgemeester van Ant werpen. Er was voor vandaag ook nog een pers conferentie aan boord voorzien, terwijl van 18 tot 19.30 uur de commandant en de officieren van Hr. Ms. „De Ruijter" aan boord van deze eenheid een grote re ceptie zullen geven. Tijdens deze ont vangst zal de Marinierskapel op de kade vóór het schip spelen. Deze eerste dag zal eindigen met een feestavond met bal en varieté-program- raa, aangeboden door de gezamenlijke sadeur^Z8 SÊVV No. 3028. 22 september 1956. Redacteur; G. J. A. VAN DAM, Vosslusstraat 18b, Amsterdam-Z. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. CONSTRUCTIE-KWESTIES In aansluiting op het in de vorige rubriek behandelde is het wellicht nuttig nogmaals de nadruk te leggen op het feit, dat de dampartij de moeder is van de probleemkunst. Als men dus wil voor komen, dat het kind abnormale karakter eigenschappen krijgt moet men wel de hand houden aan de normen, welke voor het partijspel gelden. Indien niet, dan wordt een totaal afwijkend „ras ontwik keld, dat sommigen misschien op zichzelf interessant en/of mooi kunnen vinden, (al zullen er dit altijd maar slechts zéér weinigen zijn), doch dat met het begrip „dammen" weinig anders meer gemeen heeft dan de naam. Een belangrijk deel van fe Problema tiek, te weten; het eindspel, de positie dwangproblemen, de spelstudies, lokz - ten, lok-lokzetten, de analyse-vraagstu - ken en alle daarbij in elkander overgaan de schakeringen, is zo nauw met het pa - tij spel verbonden, dat men daarvoor on mogelijk geheel afwijkende regels kan gaan vastellen. In het partijspel kent men geen on-economische slagverlenging, on economisch afgeven, on-economische meerslag, winst (of remise) die niet scherp is of wat men verder al zo "öe~ dacht" heeft om een bepaalde afwikke ling aan banden te leggen. In de partij gaat het er om de sterkste voortzetting te spelen om tot winst of (in geval van een slechte stand) tot remise te komen. Gaat men voor dit deel van de problematiek, die overigens juist veelal aan parate praktische spelkennis haar impulsen ontleent, regels voorschrijven, die in strijd zijn met de logica van het prak tisch spel en van de bord-mogelijkheden, dan zouden deze composities een uitge sproken kunstmatig karakter verkrijgen en met recht als „onnatuurlijk" worden gekenschetst. Dit onnatuurlijke kennen we in de dam- problematiek alleen jn enkele onderdelen, dus in probleem-soorten waarbij totaal geen aandacht aan de beginstanden wordt geschonken, zoals in sommige speciale motiefbewerkingen of fantasie-problemen Nu is echter het eigenaardige, dat men door ook op deze soorten de beperkende bepalingen te scherp toe te passen, veel van het briljante en geniale doet ver dwijnen. Natuurlijk resteert er dan nog een deel problemen, dat verrassend van ontleding kan zijn, ook al is de aanvangsstand zo danig, dat geen enkele partijspeler, die op grond van zijn kennis en ervaring als ..een in de partij denkbare mogelijk heid" zal accepteren. Dit snort problemen benadert dan meer de schaakproblemen en vormen een „puzzelspel" op zichzelf, dat wel op de spelregels, van het dam men berust, maar met het damspel als partijspel geen enkele gelijkenis meer heeft. Toepassing van constructie-regels. die de schoonheid van een compositie kun nen verhogen is altijd gewenst, maar dan moeten die constructie-regels ook zijn aangepast aan het genre van de ten tonele gebracht compositie. Te ver en zonder enige aanwijsbare reden doorgevoerde constructie-voorschriften leiden echter tot een verlamming van het scheppend ver- j mogen. Dat men zoveel mogelijk schijven, die in de problematische afwikkeling géén rol vervullen, weert (figuranten) en zet ten vermijdt, die het totale aspect van de afwikkeling eerder schaden dan verho gen, is begrijpelijk. Dit mag echter niet voeren tot bijvoorbeeld het verbieden van zetten-verwisseling, zelfs als het de in- leidingszet (sleutelzet) betreft, wanneer de te demonstreren combinatie (afwikke ling) onmogelijk op andere wijze is te construeren. Dan kan men ook wel gaan voorschrijven dat iedere compositie slechts uit een bepaald aantal zetten mag bestaan. Een voorbeeld van een onjuist voor schrift is onder meer onjuiste bepa lingen de on-economische slagverlenging. Waarom bijvoorbeeld de slag van 45 naar 1 (over de stukken op 40, 29, 18 en 7) WEL en over de stukken oP bijvoorbeeld 40, 29, 19, 8 en 7) NIET aanvaardbaar is, omdat die meer schijven 9 en 8 tijdens de afwikkeling toevallig geen andere rol spe len dan alleen maar geslagen te worden is een volkomen raadsel voor ieder prak tisch dammend problemist. Of zou een niet-partijspelend problemist van mening zijn dat zo'n slag in de partij niet be hoort te worden uitgevoerd en dus de winst maar niet moet worden genomen? Het feit dat een schijf geslagen wordt geeft hem al een rol, deze behoort func tioneel tot het geheel. Even onlogisch kan het verbod van zetten-verwisseling werken. Een ander eenvoudig voorbeeld kan dit duidelijk i maken. Plaats een witte schijf op 34 en I een zwarte op 20. Wit aan zet. Laten we aannemen, dat dit het slot van een com binatie is. Wit kan nu zowel winnen door 34-29, zw. 20-25, 29-24 als door 34-30, zw. 20-25 en wit 30-24. Dus zetten-verwisse ling. Maar inherent aan de bord-eigen schappen en opstelling der stukken. Iets dergelijks kan ook tijdens de afwikkeling voorkomen. En zo zijn er meer bepalingen die als technische fouten worden aangemerkt maar dit geenszins zijn. Sdhaakredacteur: P. A. KOETSHEID, Huize Sint-Bernardus, Sasseriheim. (Zaterdag 22 september) DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK In tegenstelling met onze gewoonte zijn van de drie opgaven er twee driezetten. We hadden op het ogenblik hierin meer keus. De. volgende week zal dit hoogst waarschijnlijk anders zijn. De tweezet (7460) zal, als eerste prijs, wel geen geweldige indruk maken. No 7461 is heel wat ingewikkelder dan no 7462; toch zal de oplossing van laatst genoemde stellig voldoening schenken. No. 7462. H. Hindre. Ie prijs Schachmaty 1954. Mat in drie zétten. Wit: Kg5, Dg3, Td8, La4—c5; e6, f3. Zwart: Kb7, Ta8, Lc8; a5, a6, e7. Oplossingen over drie weken. PROBLEEMOPLOSSINGEN No 7453. O. Stamp. Opl. 1. Pee 3 dreigt 2. Pc4tt 1Te6: 2. Tbc3: enz. 1 Le6 2. Lc3: enz. 1Pé6 2. Pf5:t enz. 1e7e6 2. Pc3: enz. No. 7454. A. J. v. Koll. Opl. 1. Te6—e4! dreigt 2. Te4—d4:tt- GOEDE OPLOSSINGEN Beide problemen werden goed opgelost door: J. Dickhaut, Nijmegen: F. Pijls, Maasbracht; C. v. d. Weide, Rotterdam. No. 7454 door: dr. R. Bromberg, Roer mond; P. M. Dekker. Rotterdam; W. H. Haring, Schipluiden; Joh. Konings, Oudenbosoh. No, 7460 H. MUSANTE le pr. Suomen Shakki 1955 Mat in twee zetten is. Hij geeft daarvoor de volgende twee voorbeelden: No. 3426 No. 3427 Naar de pers dezer dagen berichtte, ontmoette een Nederlands elftal een Zwitsers in het stadion van Lausanne. We kennen ook stadions in ons land, bijv. te Amsterdam, Nijmegen, Rotterdam, Utrecht. Ze zijn alle zo ongeveer op dezelfde manier ingericht: oplopende zitplaatsen om het eigenlijke „strijdperk" heen. Onderdelen zullen verschillen, maar de hoofdzaak komt toch wel hier op neer. Wie aandachtig luistert naar de „les" op de zondag van Septuagesima maakt daar kennis meteen sta dion! Het is dus zelfs aan de Bijbel niet vreemd! Want Sint-Paulus schrijft: „Broeders, weet ge niet, dat de deelnemers aan een wedloop in de renbaan wel allen lopen, maar dat er slechts één de prijs behaalt?" Wat staat er nu in het Latijn? „Qui in stadio currunt". „Die in de renbaan lopen, letterlijk: wedlopen". Nu zou men in de Nederlandse ver taling verwachten: „die in het stadion wedlopen". Maar er moet staan: renbaan. Hoe komt dat? Eenvoudig, omdat hetgeen de Ouden onder „stadion" verstonden, héél iets anders was dan ons „stadion". „Iemand uit de Oudheid «eit prof. Sizoo („De antieke wereld in een zeer lezenswaardig werk "z.°u het stadion te Amsterdam een amn- theater noemen. Want dat is de naam van een schouwplaats, ovaal van vorm. in het midden de arena, daaromheen de oplopende rijen van zitplaatsen. In die amfitheaters hadden geen wed strijden plaats. Van amfitheaters is in het Nieuwe Testament geen spra- kc". Wél van de renbaan. Het Griekse woord „stadion" heeft allereerst de betekenis van een vaste afstand en wel een afstand van ruim 185 m. Nu was het zo. dat te Olympia de „loopbaan" een stadion lang was. Dat was makkelijk voor de mensen, want wie nu over „stadion" als leng temaat hoorde, zag die afstand aan stonds vóór zich. Hij kon dan denken: dus zo ongeveer als de renbaan te Olympia, een wel zeer plastische voor. stelling! Zo ongeveer, ja. want de lengte van een stadion kan nog wel eens wat uiteenlopen, variëren van 165 m tot 210 m. Ook deze lengtemaat kennen we uit de H. Schrift. Op de tweede Paasdag wordt een gedeelte uit het Evangelie naar St.-Lucas voorgelezen, het altijd ontroerende verhaal van de Emmaüs gangers. Wij horen dan: gingen twee van Jesus leerlin gen naar het dorp Emmaus. dat zes tig stadiën van Jerusalem was gele gen". In het Latijn: „quot erat in spa- tio stadiorum sexaginta ad Jerusa lem" Nu gaan we cijferen: Eén sta die plm 185 m. dus zestig stadiën 11100 m. of ruim elf km. dus: ruim twee uur lopen. (Lopen konden de Ouden stukken beter dan wij). De renbaan had, zoals gezegd, niet overal dezelfde lengte. De opgegraven renbaan van Ephese was 230 m. lang. Ter weerszijden waren zitplaatsen aan gebracht, zodat men de wedloop ge- makkeliik kon volgen, hetzij van het begin naar het eind, hetzij heen- en- weer Er werd maar één prijs toege kend Dat schrijft St-Paulus ook: sed unus accipit bravium. En wat was dat dan voor een prijs? Een Kroon? Het Latijn heeft het over een „Coronam" Maar dat is zozeer geen kroon. Dat is een krans! Een bloemkrans soms, maar ©ók veelvuldig een krans van No. 7461 E. VISSERMAN, Den Haag 3e prijs Arbejder Skak 1954-1 Mat in drie zetten ®zjk - Wm iSf Stand: Zw. 8, 9, 11, 13, 16, 18, 20, 23, 29, 30. Wit 21, 27, 31, 32, 37, 39, 42, 44, 45, 49. Stand: Zw. 8, 9, 13, 16, 18-20, 22, 23, 29. Wit 26, 27, 32, 35, 37, 39, 42. 44. 45, 49. Om nog even terug te komen op de In no. 3426 wint wit door 21-17, 31-26, 42-38 39x19, 26-21, 49-43, 45x34. In no wit door 35-30, 30-24, enz. Dat Het kan soms wel voordelen hebben, als men de speeltechniek niet al te goed beheerst. Wanneer dat het geval is, zal men de neiging hebben een spel op de meest simpele manier af te spelen en als de kaartverdeling dan niet al te on gunstig is boekt men succs. Een speler die wél veel van speel techniek afweet, heeft juist de neiging in vele moeilijke spellen „veilig te sPe" !en waarbij het gebeuren kan dat hij zich wapent tegen grote gevaren, om door een kleiner gevaar overrompeld te wor den. De speler die het onderstaande spel in 4 harten moest spelen, deed dat op uit stekende wijze en het mag inderdaad „pech" heten, dat hij down ging door iets wat moeilijk te voorzien was. A 3 CP V 5 3 •O 4 4.HB 9 8 6 4 2 slagverlengtng. Natuurlijk is het mooier scHÜven" 9, 20, 30 een „onnatuurlijke a]s die eventuele meer schijven ook nog een tweede functie hebben. Dat geldt trouwens voor alle stukken in een com positie. Hoe meer stukken meer func ties (rollen) vervullen des te fraaier en pittiger wordt het geheel. De totaalin druk kan er slechts op vooruitgaan. Maar een stuk dat slechts één enkele taak ver vult, d.w.z. óf speelt, óf steunt (steun- schijf), óf slaat óf.alleen maar wordt geslagen is niet overbodig. Het werkt mede in het systeem van de totale afwik keling. Het is dus géén figurant en niet onnatuurlijk. Een andere kwestie is of de idee, met zo'n stuk (of stukken) het kunnen schijven dan wei dammen zijn niet ef ficiënter is te verwerken door middel van een constructionele verandering. Dit is weer een zaak die alleen door verbete ring is aan te tonen en dat geldt tenslotte voor iedere compositie. Terecht gaf de heer Burggraaf in zijn eerder genoemd artikel dan ook van een zodanig „zwakke" compositie aan hoe verbetering mogelijk slagverlenging" betekenen is naar mijn mening, en die van vele anderen, onjuist. Een verbetering is echter dat de schijf op 30 nu niet alleen geslagen wordt maar geslagen heeft, dus een dubbele rol ver vult Ook schijf 20 heeft nu een tweede rolletje door het mogelijk maken van het tussenschuiven door 30-24. waardoor 19 moet slaan. Het geheel is dus efficiënter geworden en de totaalindruk verbeter Wat nu betreft de „scherpe regels" kan worden opgemerkt, dat deze voor stan den met weinig materiaal, zoals de minia turen, de notedopjes, de eindspelen en de gewone motiefproblemen .voor zover het figuratie, enz. betreft, 0ver hei algemeen wel zinvol en doeltreffend zijn om de componisten te verhinderen, dat zij te veel nutteloze ballast construeren. Voor composities, die meer aan het praktisch spél zijn verwant of daaruit voortsprui ten geiden in de meeste «evallen echter de scherpe regels in het geheel niet of.... geheel anders! 8 5 2 9 AH82 O B 6 3 A V 5 Het spel kwam in een parenwedstrijd voor. Drie van de 5 NZ-paren boden slechts een deelscore in klaveren, welke natuurlijk met overslagen werd gemaakt Slechts één paar bood de manche in klaveren uit doch het vijfde paar kwam in 4 harten terecht na het volgende fciedverloop' (OW kwetsbaar). Noord 1 klaveren Oost 1 ruiten Zuid 1 har ten West 1 schoppen Noord 2 klave ren Oost 3 schoppen Zuid 4 klave ren West pas Noord 4 harten allen passen. Hoewel 5 klaveren natuurlijk het beste eindcontrart is, is 4 harten evenmin gek; vooral in een parenwedstrijd waarin de hoge kleur vaak verkozen moet worden boven de lage, is 4 schoppen of harten een aanlokkelijk eindcontract. West speelde schoppenvrouw voor, welke in Noord met het aas genomen werd. Hoe wilt u dit spel afwerken? Zuid speelde het zeer goed, nl. in slag 2 een kleine harten uit Noord na, Oost een kleine en Zuid harten 8 West maak te harten 9, doch zelfs als de troeven 4 2 tegen gezeten hebben heeft Zuid nu een eenvoudig spel. OW kunnen nog een schoppenslag en een ruitenslag maken daarna kan de dummy echter schoppen of ruiten introeven als OW één dezer kleuren verder zou spelen. Daarna zou met hartenvrouw vervolgd kunnen wor den, Zuid komt met klaverenaas aan slag, haalt de laatste twee troeven er uit met aas en heer en heeft dan de gehele klaverenserie vrij. In de praktijk ging het echter anders. Nadat West harten 9 had gemaakt speel de hij schoppen na, welke door Oost met de heer werd gewonnen; Oost trok toen ruiten 2, welke West met ruitenaas nam. Toen vervolgde West met klaveren 3 die door Oost werd ingetroefd Zuid ging dus één down. Had Zuid „gewoon recht op en neer gespeeld" en na het nemen van schoppen- aas de drie hoogste hartens getrokken, dan had hij 12 slagen gemaakt, want har ten zat 3 3. Had de hartenkleur niet 3 3 gevallen, dan zou door het driemaal spelen van hoge hartens het spel kans loos down ziin gegaan. U zult misschien zeggen, dat Zuid het zichzelf maar niet zo moeilijk had moeten maken. Als we u nu vertellen, dat volgens de kans rekening de kans op een 3 0 verdeling in een kleur slechts 22 pet. is en de kans dat zes ontbrekende kaarten 4 2 ver deeld zijn 48 pet., is. zult ge het met ons eens moeten zijn. dat het speelplan van Zuid theoretisch volkomen., juist was. Meestal zou Zuid bij dergelijke kan sen dit spel dan ook hebben gemaakt, maar soms stoort de praktijk zieh niet aan de kansberekening en zou de:s lecnt- stp sneelwijze succes geboekt hebben. /,o ook hier maar wel erge peen voor Zuid. wiens beklag hierover wij volkomen konden billijken. MIMIR. blaren, die lang hun frisse, groene kleur behielden. Blaren van olijfbo men, van laurierbomen e.d. maar die toch altijd verwelkten. Sint-Paulus brengt dat zo allertreffendst te pas: die mensen sloven zich uit voor een „coronam", „een krans" die verwelkt maar wij hopen in alle eeuwigheid een onverwelkbare krans te behalen. De mensen uit de Oudheid waren niet bepaald bloemenvrienden. Maar ze waren erg gesteld op kransen (Het Griekse: Stephanos, betekent: krans; denk maar aan St.-Stephanus). In de volksvergadering droeg de redenaar een krans op het hoofd stel je zo iets eens voor in onze Tweede, of Eer ste Kamer! Vreemd? Men meent, dat hierin een stuk bijgeloof school. De sappen van bloem, of blad stuwden de spreker naar een prachtige rede. Anderen stelden, dat ze onheil afweer den. De krans bij de dode verdedigde diens ziel tegen boze invloeden. Men had verschillende soorten van kransen Anders was de krans voor iemand die tijdens de slag een medeburger voor de dood behoed had, dan die van hem, die het eerst in een vijandelijk kamp was doorgedrongen, of een vijandelij ke muur had vermeesterd. Uit de „Vs 1?eeit zicl1 later de kroon ont wikkeld. De „corona spinea" onzes Heren, gevlochten uit de takken van dé acanthusplant. wilde Hem honen als koning der Joden. Een van de mooiste stadions der Oud heid men heeft er verschillende blootgelegd was zonder enige twij fel dat te Athene, opgericht omstreeks 330 v. Chr. Dit was zo kwistig met wit marmer versierd, dat men het wel tot de schoonste stadions van heel de wereld rekent. Er vonden duizen den toeschouwers plaats. In grootte werd het overtroffen door het stadion van Ephese met 76.000 plaatsen. Trou wens, de Ephesiërs hadden een be paalde knobbel voor reusachtige bouw werken: het bouwoppervlak van de Artemis-tempel besloeg anderhalf maal dat van de Dom van Keulen en werd tot de zeven wereldwonderen gere kend. Prof. Sizoo tekent aan, dat er in het stadion-der-Oudheid óók wedstrijden plaatsvonden in andere takken van sport dan snellopen. Hij noemt o.m. speerwerpen, discuswerpen, worstelen en boksen. Een discus, diskos. is een stenen of metalen werpschrijf, die dik wijls prachtig was versierd (Het Duit se woord Tisch, tafel, hangt met dit woord diskos samen)! In de straks genoemde Brief van St.-Paulus (aan de Corinthiërs) staan de woorden: „Sic pugno non quasi aerem verbe- rans". „Ik worstel zo, dat ik niet in de lucht sla". Pugno pugnus is: vuist. Prof. Sizoo stelt, dat hier letter lijk, op boksen wordt gedoeld, iemand met vuistslagen buiten gevecht stellen. Volgens deze gereformeerde geleerde, zou de tekst dan woordelijk moeten luiden: „Ik boks niet zo, dat ik in de lucht sla". Een beeldspraak, aan de wedstrijden in het stadion ontleend. Daar straks hadden we het over het amfitheater. Iedereen, die ooit in Rome was, kent het Colosseum, een der kolossaalste gebouwen van de hele wereld. De naam zélf heeft, in tussen, met „kolossaal" minder van doen. Hij is ontleend aan een „kolos- sos", een standbeeld van 36 m. hoog te, dat de krankzinnige Nero afbeeld de als zonnegod! Alleen de basis is nog overgebleven. Dit Colosseum nu heette oudtijds: amphitheatrum Fla- vium; het werd onder Vespasianus ge bouwd en onder Titus ingewijd; beiden hoorden tot de Flavische familie. De Dom van Keulen zou in de ruïne ge makkelijk kunnen staan; in de lengte zou er dan nog 56 m. overblijven. Wed strijden werden in de amfitheaters eigenlijk niet gehouden. Men ging naar een amfitheater om zwaardvechters, gladiatoren, op leven en dood (gladius bet. zwaard) tegen elkaar te zien vech ten, terwijl ook gevechten van wilde dieren of met wilde dieren veel be zoekers trokken. Eens „sneuvelden" honderd leeuwen en evenveel leeuwin nen op één enkele dag; en daar zaten mensen naar te kijken! Toen het dui zendjarig bestaan van Rome werd „gevierd" traden in het Colos seum 2000 gladiatoren op, 32 olifanten 70 leeuwen, 30 luipaarden, 10 tijgers en nog andere verscheurende dieren. Daar kan ons huidige circus beslist niet tegen op. Men kon de hele are na onder water zetten en zette dan zeeslagen in scène. Soms verrees er zo maar een heel bos boven de grond met wilde dieren incluis. De gladiato ren moesten dan tegen de beesten gaan vechten. Wie tegen de verre reis naar Rome opziet kan ruïnen van amfitheaters gaan bezichtigen nabij Trier, Wenen, in Frankrijk, Zwitserland en elders, maar het Colosseum wint het van alle andere in grootte. Er is zelfs een be kend spreekwoord omtrent dit amfi theater: Zolang het Colosseum staat, staat Rome; als het Colosseum valt, valt Rome; en als Rome valt, valt do wereld! Op de punten komen namen, ont leend aan de flora van Nederland. Ver ticaal, op de kruisjes van 1-10, komt de naam van een algemene plant met purperen bloemkroon. 9 OMSCHRIJVING 1. Op het kruisje en de punten de naam van de algemeen voorkomende bloem. 2. Waterplantjes, die veelvuldig de oppervlakte van stilstaand water be dekken. 3. Tot deze familie der „Lisachti ge" behoren o.m. iris, krokus en gla diolus. 4. Hout van de gewone of grove den 5. Planten als de lelie, dieheb ben. noemt men eenlobbige planten. 6. Smeerwortei, vergeet-mij-nietjes e.a. behoren tot deplanten. 7. Bekende, gele voorjaarsbloem, die aan slootkanten en tussen het gras al gemeen voorkomt. 8. Lelie, hyacint, lelietjes-van-da- len e.a. behoren tot de 9. Wanneer planten op dezelfde plant zowel mannelijke als vrouwelijke bloe men dragen, heten ze.... planten. 10. Het gele koolzaad, de pinkster- bloem, zowel als bloemkool en spruit- kool, ieder is stuk voor stuk een... Oplossing volgende keer. Een Spaanse heilige, onsterfelijk door het prachtige doek. dat Bar- tolemé Murillo (moe-riel-jo) van hem maakte voor de Kapucijnen kerk van Sevilla, méér nog onster felijk door zijn zielenijver en lief dadigheid. bijzonder jegens de mis- deelden. Men ziet hem dan ook af gebeeld met een geldbuidel in de hand, terwijl de armen om hem heen staan. Wij zeggen: van Vil lanova. Dat kan niet. In Spanje ligt geen Villanova. Het zal moe ten zijn: Villanueva, één der vele, die het schiereiland tejt. De liefdadigheid zat er al vroeg bij deze grote heilige in. zijn ouders gingen hem hierin voor. Het ge beurde wel, dat hij, slechts met de nodigste kleren aan naar huis te rugkeerde, omdat hij onderweg de armen had gekleed. Als student had hij het dikwijls moeilijk genoeg om een rein gewe ten te bewaren. Heiligheid komt maar niet aangewaaid: zij moet heel. heel dikwijls in een vinnig ge vecht met de macht van vlees en bloed worden verworven. Ook is zij niet uitsluitend voor paters en kloosterzusters noodzakelijk; het streven naar heiligheid is een al gemene plicht. De H. Thomas werd tot priester gewijd en het duurde niet lang. of zijn faam als predikant verbreidde zich door heel Spanje. Van pater Jan Brugman staat opgetekend, dat hij de mensen kon leiden en voeren „waer dat hij het hebben wou". Zijn welsprekendheid is dan ook spreekwoordelijk geworden: praten als Brugman. Men zou iets dergelijks ook mogen zeggen van deze Spaanse Augustijner Eremiet. Werd biechtvader van de belang rijkste Vorst der XVIe eeuw Kei zer Karei V, Don Carlos Quinto, in wiens rijk de zon nooit onderging. Met „geweld moest men hem dwin gen aartsbisschop van Valencia te worden, maar het purperen gewaad der prelaten wilde hij nooit aan trekken. heel zijn verdere leven droeg hij het habijt zijner Orde. Het kapittel schonk hem vierduizend dukaten om het „palacio arzobis- pal" het aartsbisschoppelijk Paiéis op te knappen. De heilige, besteed de het geld aan een hospitaal. Da gelijks nodigde hij behoeftige men sen aan zijn dis. ArIP? meisjes schonk hij bij hun huwelijk een uit zet. Hij was een vader van wedu wen, wezen en vondelmgen. Soms pleegde hij de bitterste boetedoe- ningen om de van zon daars te verwerven. In 1555 is hij te Valencia gestor ven. De geschiedenis kent twee meisjes, die Genoveva heetten. Genoveva van Parijs en Genoveva van Brabant, nier gaat het over Genoveva van narijs. Haar ouders waren boeTeNlfe-^^If' Zij woonden in de bu"£l se hoofdstad. Parijs. Het melkie Ge noveva moest al vroeg een baadje hel pen op de boerderij. Nu, dat hindert niet, daar wordt ie ferm en flink van. Op zekere dag kwamen er twee vro me mannen voorbij, bisschoppen. Een van hen heette Germanus. Het kleine meisje knielde langs de weg om zijn zegen te vragen. Die gaf de Bisschop en ze kreeg nog een zoen op de koop toe. daar moet je voor in Frankrijk wezen, baar zijn de mensen niet zo stijf als hier. Tot de vader van Geno veva zei de bisschop: U zult nog veel olezier van dit meisje hebben. Het is meisje met een goed hart. Het kwam precies uit, zoals de vro- ne grijsaard had gezegd. Toen haar ouders naar de hemel waren gegaan, ging Genoveva in Pa rijs wonen. Daar kwamen arme men sen om een aalmoes vragen. Zij was goed voor de armen en zij hielp ook de zieken. Het was haar niet gauw te veel iets voor een ander te doen. In die dagen trokken er woeste kerels over de wereld. Ze kwamen uit verre landen en ze zaten op sterke, kleine paarden. Dat waren de Hunnen. Toen ze Parijs naderden, wilden de inwo ners vluchten. Die Hunnen, die kon immers niemand aan? Maar Genove va zei: „Als wij God om hulp vragen, zal Hij ons vast niet in de steek laten. Hij zal ons eerder helpen dan de Hun nen. die nooit tot Hem bidden". De mensen deden wat het meisje had ge zegd. En de Hunnen gingen weg. Later kwamen er weer andere sol daten om Parijs in te nemen. Ze la gen rond de stad. Niemand kon er meer uit. De mensen kregen op het laatst honger. Er was nog wel eten te vinden, doch dan moesten ze de rivier afvaren, de Seine. Maar dat durfden ze niet. Ze zeiden, dat er spoken in het water zaten, boze geesten, die de bootjes omgooiden. Genoveva ging mee. Angstig naderden de roeiers de plaats waar de boze geesten op de loer lagen. „Daar heb je ze!" riep iemand. Wat was er te zien? Een boomstronk in de rivier, die zijn knoestige uitlo pers als armen naar alle kanten uit spreidde Genoveva zaagde ze eenvou dig af en de roeibootjes konden ver der. Ze kwamen met eten in Parijs te rug Genoveva is de heilige Patrones ge worden van Parjjs. Zij staat vele ma len afgebeeld in het Panthéon, waar alle grote figuren van F/ankrijk wor den herdacht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 6