EN ETEN en WETEN Slag om de broodprijs collectie fraaie stoffen Amerika grijpt naar Portre Gracieuze mannequins ionen Festival International de la mode 1951 in Amsterdam Goedennacht ht" allen De ïertjes in die indig- ;ctcm- noeid- ereld i" ama- id in t een PAGINA 9 ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1956 HERFST EN WINTERMODE IN DE V.S. Regen van overblouses Raadsels in het Nederlandse paviljoen Waarom zo weinig deelnemers uit de lage landen? LENTEGEVOELENS IN DE HERFST Grappige paardjes zegt veer neel con- iliek auze itist igel- het duc- to- nep" zit, je?" als niet zijn. e de m". een jetje aar). .oort wel de zoe- s er aps- nder jrdt. ge- kenis repen „Nu heb j e Dat is :k. s er Er :en en t. De jpener er ge- sohrij- ins bij Tijgen gings- ortdu- muren ^an de of de bijv. irds. Menig en als n een jvierd. a haar traan innen. reuze 1 Hij anden. e pu le re- ser ik l had: t'\ en sr!" ;n er tleine ootje echts terug 1930 nonchalante dracht, waarbij vrouwen nu ook speciaal voor haar gemaakte mannenpetten met kleppen dragen, geven bijna geen gelegenheid voor sierlijke halskettinkjes of andere ju welen. Ook op de lage blote halzen wordt op het ogenblik bij voorkeur geen enkele versiering gedragen. Wollen mantel in zwart met zwarte mink-revers. Model Patuilo-Jo Copeland. (Van onze correspondent). New York 15 september. Zoek een modetijdschrift op van het jaar 1930 en u zult er het overwegende silhou et van de Amerikaanse herfstmode in herkennen: mantels en japonnen, recht toe recht aan geknipt, als wa ren het tabberds of soldatenjassen, zonder middel soms, bloesend in de rug met capeachtige, breed op de schouders vallende kragen, ietwat af hangende rugceintuurs, grote zakken en een (soms dubbele) rij knopen. Modellen, die bepaald met moedwil onelegant zijn en die hoogstens aan het soepele jonge figuurtje een gees tige onverschilligheid uitdrukken. De nonchalance wordt nog verhoogd door de materiaalkeuze voor deze herfst: de grofst denkbare tweeds, wollen jersey's en leer. Leren korte jasjes hebben grof gebreide mouwen, tweed mantelpakken met box-jasjes zijn afgezet met leer, tweedjaponnen worden veel met bont gecombineerd. De rechte, driekwart mantels, wel ke erin komen, hebben kragen van zwarte en witte vos, bruin geverfde Persianer of nertz. Daar de bontin dustrie wel hevige concurrentie wordt aangedaan door die uit nieuwe samen stellingen prachtig gefabriceerde imi tatiebontmantels, is het voor die industrie een goed ding, dat men nu op zoveel mantelkostuums en japon nen halskraagjes van bont vindt; dat de hoge Russische Tscherkessenhoed er zo inkomt in allerlei bontvariaties en dat schuin op het hoofd gedragen bontmutsen en baretten van bont sche ring en inslag zijn. Natuurlijk is bij deze dracht de bontmof in ere hersteld Wie echter geen Russische bonthoed wil dragen, heeft ruime keuze uit z.g. Greta Garbo hoeden, die uit zwaar, grofharig, soepel vilt bestaan en wel ke men met elke gewenste vlot te of dwaze deuk op kan zetten. De sterke warme kleuren van die hoe den passen uitstekend bij de sobere tweeds. En over kleuren gesproken, brand- weerrood en mosgroen zijn naast licht beige de kleuren van het seizoen. Die kleurencombinatie maakt ook de Schotse ruit zo populair. Rokken, shorts, vestjes en jasjes zijn in spor tieve kostuumcombinatie vaak van ware Schotse plaidstof gemaakt. Ook heeft men er veel overgooiers van, waaronder grof gebreide jumpertjes worden gedragen. Het bamboe-japonmodel, dat hier deze zomer zo'n succes had en geïn spireerd is op de Chinese vrouwen dracht, blijft er ook voor de winter in. Soepele wollen of tricot stoffen lenen zich ervoor om de nauwe japon- rok, welke doorloopt tot in een hoge, vlak onder de buste opgeschoven tail le een nog slanker en langgerekter indruk te geven. De halzen zijn of hoog aan de nek gesloten, of blijven zo wijd dat een deel van schouders en rug is te zien. Een regen van overblouses in orlon en wol is hier verder neergedaald. De overblouse is de nieuwste rage. Sinds door New Yorkse modehui zen na een zorgvuldig onder zoek naar de wensen hunner vrou welijke klanten is ontdekt, dat er grote behoefte bestaat aan een japondracht, waarin men overdag bij alle gelegenheden kan rondsjouwen, doch welke men 's avonds in een sjieke theater- of uitgaansjapon kan veranderen, gebruikt men de over blouse als camouflage voor zulke ja ponnen. De overblouse is warmkleu- rig, ruimvaliend en wordt in het mid- Alles samen is het een pretentieu ze bewerkelijke mode, deze herfst en een, die weinig medelijden heeft met de vrouw van rijpere leeftijd. Er beginnen hier tussen haakjes meer en meer protesten van zulke vrouwen los te komen over de te uitsluitende concentratie van Amerikaanse mo deontwerpers op de jeugd. Maar veel helpen zal het niet, want de bevolking breidt zich zo uit en de jeugd is nu eenmaal de grootste afnemer van de modemarkt, vooral omdat de jeugd meer onbezonnen koopt, zich gauw laat inpalmen en ontvankelijk is voor elke nieuwigheid, vooral als het iets dwaas is en rebelleert tegen de meer klassieke drachten. Maar aan die concentratie van de Amerikaanse mode op de jeugd zit ook een goede kant: want het dwingt de meeste vrouwen om hun figuur jong te houden. En wanneer ze daar in slagen, staat men verbaasd wat een vrouw van veertig of ouder nog voor jeugdige jurkjes kan dragen. Want of vrouwen het weten willen of niet: een goed figuur maakt haast vanzelf een goed geklede vrouw. (Aa verren tie) Slaapt u slecht door reumatiek, spit, ischias, hootd- en zenuwpijnen, neemt dan Xogal. Verdrijft in al die gevallen snel en afdoende die pijnen en u slaapt heerlijk. Togal baat! Zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apptheek of drogist f 0.95, f 2.40, f 8.88 W it-satijnen damast werd gebruikt voor deze avondjapon van William Fox del toegehaald met een aan beide kan ten tevoorschijnkomend koord van het zelfde materiaal, dat men in een klei ne strik bindt. Men kan die overblou se evengoed op een nauwgerokte, laag uitgesneden cocktailjapon dragen als op de smalpijpige lange broeken, die hier zoveel in huis worden gedragen of waarin men ook uit eten gaat. (Men gaat er meer en meer toe over om de huismoeder af en toe een dagje vrijaf in koken te geven en het hele gezin gaat dan op zo'n dag in een naburig restaurant eten.) Naast deze praktische blouse heeic de satijn-brokaten blouse intree ge daan. Hier kan men een eenvoudige zwarte middagjapon mee opfleuren zo dat men er goed genoeg mee uitziet voor ee,n sjiek diner. Cocktailjaponnen zijn veel bewerke lijker geworden. Ze zitten vol stroken en strikken en ingezette plooien; de rokken maken van voren vaak een nauwe indruk en waaieren van achter uit in coquette overdaad van stof. Avondjaponnen hebben lange slepen gekregen en zijn dikwijls geïnspireera op die uit Napoleons tijd. Merkwaar dig genoeg zijn deze cocktailjaponnen hoogst feminine geworden dit seizoen, als moesten zij een tegenwicht vor men tegen de gewilde onverschillig heid die zich in de dagelijkse mode van mantel en japon uitdrukt. Combinaties Deze herfst houdt ook vast aan het geen de laatste twee zomers hier zo erin is gekomen: combinaties van ge separeerde kledingstukken, die teza-- men een geheel vormen. Dus behalve de eng aansluitende middagjapon waarover men zowel een sport- als een brocaten blouse kan dragen, heeft men nu tweedelige japonnen gemaakt, waarvan men niet kan zien dat rok en bovenstuk niet doorlopen; in het zelfde materiaal maakt men daar dan shorts bij of een lange pantalon of een fantasiejasje. Met dracht van kostuumjuwelen be gint men veel soberder te worden. De tweeds en tricots, de brede kragen én de aan mantels en japonnen vastzit tende monnikskappen, welke over het hoofd worden getrokken; de hele Wollen japon in metaalgrijs, model ParilisLivingston. Knopen, man chetten en onderkraag zijn van satijn Misschien was het wat wreed om ons na deze winterse zomer te laten genieten van de luchtige stoffen, ge dragen door gebruinde figuren uit paradijselijke oorden. Maar van de andere kant was het schouwspel toch wel een aanmoediging om te blijven geloven dat ook wij ze hier eens zullen dragen, deze ragfijne stoffen zonder vesten en regenmantels. De Augs-burger Buntweberei Rie- dinger, uit Zuid-Duitsland toonde een collectie stoffen met ingeweven kantdessins en borduursels. Een ja pon in bleu-wit liet bv. zien hoe deze motieven op een aardige manier kon den worden benut. Het Pepita-ruitje blijft de lieveling van de fabrikanten en terecht. Ook hier komen wij het weer tegen, ditmaal vervaardigd uit TOEN HEDY REY een „vak- moest leren, zei haar moeder', koken. Voor een toekomstige huisvrouw is dat een nobele be zigheid, ook al is het dan een ho telschool waar zij haar lessen haalt. Hedy's grote liefhebberij was ech ter de muziek. Het was daarom dat zij zich voornam om, eenmaal aan moeders wens voldaan, haar o e- liersdiploma braafjes in de ijskas te zetten. En, los van alle keuken problemen, haar jonge leven m dienst ie stellen van de Kunst. Hedy Rey is een uitstekende componiste geworden., maar niet van., sym fonieën en sonates. Door haar hu welijk is zij toch in de keuken be land. Maar zij pleegde daar kook kunst in grote stijl, die ook over de grenzen van haar Zwitserse va derland bekend werd. Door haar recepten werd zij de vitale apostel voor de door haar schoonvader ont worpen en beleden voedingsleer. Haar schoonvader was de bekende arts en voedingsdeskundige dr. Biroher-Benner uit Ziirich. Maar wat niet alle zoons doen: deze stap te in het voetspoor van zijn vader. Voor mevrouw Hedy betekende dat populair gezegd de keuken om daaruit Bircher-Benners voe dingsleer voor de normale mens aanvaardbaar te maken. Een voe dingsleer, die weliswaar de meeste gangbare voedingsmiddelen aan vaardt, maar dan in speciale onder linge verhoudingen. Zoals de jonge Hedy Rey haar hoteliersdiploma had behaald, zo slaagde kort daar op de jonge mevrouw Birdher in de keuken van haar schoonfamilie. Als jonge vrouw van 25 kreeg zij eerst de leiding over alle diëten in een speciale kliniek. En vijf jaar later werd zij uitverkoren voor een functie in het sanatorium van haar schoonvader. Toen begonnen ook de reizen naar het buitenland: Pa- riis, Mühlihausen, Straatsburg, Can nes, Wenen, Stuttgart. waar zij tussen de bedrijven door ook de v codings voorsehr if ten ontwierp voor de grote bedrijfskantine van een firma als Robert Bosch. Alleenc^ tussen 1951 en 1954 hield zij oOU lezingen, telkens voor een gehoor van gemiddeld 400 personen. Hedy Bircher-Rey, die zo graag haar kookkunst terwille van de mu ziek in de ijskast had gezet, werd daardoor het voedings-idool van ve len. Zij werd dat nog meer, toen ook' in het buitenland de kookboe ken en diëetvoorschriften gingen verschijnen, die o.m. zijn aangepast aan de eisen voor lever- en gal- patiënten, suikerzieken, reumalij ders en anderen. Het is een lange lijst, de opsomming van al haar ge schriften. Maar aan het hoofd daarvan staat het boek waarvan wij de titel als het motto zouden wil len zien voor Hedy Birchers keu ken-activiteiten: Eten en Weten. Weten wat men eet weten waarom men iets eet. En tussen al dit keukenproza bloeide toch on verminderd de eerste liefde voor de muziek. Zowel Hedy als haar man dr. Franklin Bircher hadden in hun huis een ruime plaats ingeruimd voor de toonkunst. Componisten en zangers horen tot hun goede vrien den, en wie ooit het gastenboek openslaat in Hedy's restaurant in Castagnola-Lugano, die vindt uaar- in de namen van tal van beroemd heden. In deze idyllische omgeving geeft zij ook thans nog de cursussen voor diëtisten en verplegend per soneel en er zijn niet veel gelegen heden dat daarbij de katholieke nonnenkap ontbreekt. Hedy Bircher-Rey is thans in Ne derland, en merkwaardig genoeg zal dezer dagen haar eerste optreden juist geridht zijn op de voeding in onze katholieke instellingen. Zij zal dan ongetwijfeld spreken over het evenwicht dat er in elke maaltijd moet zijn tussen zuren en basen. Maar achter haar zullen wij behalve de musicienne toch ook even de sportvrouw zien staan, die behalve een gouden ski-medaille ook der gelijke trofeeën won met zwemmen tennis en schaatsen. Een vitale vrouw, die zes jaar geleden haar vijftigste verjaardag vierde met een pirouette op het ijs en hoeveel vrouwen doen haar deze prestatie bij het bereiken van de vijf kruis jes na? Het is de zichtbare manifes tatie van een leven, dat volledig aan gezondheid en schoonheid is gewijd. Ks. St.-Eriksmassa in Stockholm gesloten (Van een speciale medewerker) Stockholm. - Zwedens grootste en belangrijkste jaarbeurs, de St.- Eriksmassa, beeft afgelopen week baar poorten weer gesloten. Bijna 450.000 mensen hebben er geduren de de afgelopen veertien dagen ken nis gemaakt met de produkten van 27 landen, waarvan er 16 een eigen paviljoen hadden ingericht. Om trent de afgesloten transacties zijn nog geen juiste gegevens bekend, maar naar verluidt zijn de deel nemers over het algemeen zeer te vreden over de resultaten. Bijzon der opvallend op deze St.-Eriks massa was de sterke opkomst van de Oosteuropese landen Polen, Tsjechoslowakije, Hongarije, Bul garije en Oost-Duitsland. Hun in zendingen waren relatief zeer groot en vooral op het gebied van de zware industrie waren zij goed ver tegenwoordigd. De Sovjet-Unie heeft dit jaar niet deelgenomen aan de St.-EriksmassaAmerika daar entegen kwam terug met een inzen ding, die de helft groter was dan vorig jaar, terwijl men bovendien geheel voor eigen rekening een complete nieuwe ha] liet bouwen, waar het Amerikaanse paviljoen de komende jaren in zal worden onder gebracht. Nederland, dat nu al voor de elf de achtereenvolgende maal heeft deelgenomen aan de St.-Eriksmassa, vras vertegenwoordigd door 26 fir ma's uit diverse uiteenlopende bran ches, samengebracht in een aan trekkelijk paviljoen. Een bijzonder goed geslaagde inzending was die van de Stichting „Amsterdam Fashion Week" die hier namens de expor terende confectie-industrie van Ne derland dagelijks een uitstekende modeshow heeft gegeven. De belang stelling voor deze modeshows was zeer groot en de reactie van het pu bliek over het algemeen gunstig. De Nederlandse confectie-industrie heeft er, in verband met de steeds groter wordende concurrentie van zowel Duitsland als Zweden, goed aan ge daan deel te nemen aan deze St.- Eriksmassa. De betekenis van de Zweedse markt voor de Nederlandse confectie-export maakt het noodza kelijk aan deze markt de volle aan dacht te blijven besteden. Een van de meest spectaculaire stands was ongetwijfeld die van het Nederlands Zuivelbureau, het voor lichtingsinstituut van de Nederland se zuivelindustrie. Hier werd gedu rende de veertien dagen van de St.- Eriksmassa bijna tweeduizend kilo kaas in kleine blokjes uitgedeeld aan het publiek, dat zich bovendien nog kon vergapen aan de indrukwekken de stapels Goudse en Edammerka zen en de zich automatisch voortbe wegende miniatuur-kaasdragertjes Aantrekkelijk, maar. Het Nederlandse paviljoen, dat zo als gebruikelijk werd samengesteld onder leiding van het Centraal Insti tuut ter bevordering van de Buiten landse Handel (CIHAN), toonde overigens talrijke andere produkten, zoals diamanten en diamantwerktui— gen, voedings- en genotmiddelen, ny- lonkleding, cosmetica, technische en huishoudelijke artikelen, lederwaren, vuurwerk, prentbriefkaarten en plan ten in plastiek. Voorts was de stad Amsterdam vertegenwoordigd met vier diorama's, illustrerende de be tekenis van de Nederlandse hoofd stad als centrum voor toerisme, ver keer, financiën en cultuur. Nogmaals, het zag er allemaal keurig verzorgd en aantrekkelijk uit en we zouden over de Nederlandse deelneming aan de St.-Eriksmassa ook geheel voldaan kunnen zijn, ware het niet dat wij bij ons bezoek aan het Nederlandse paviljoen voor zo veel raadsels waren geplaatst. En deze raadsels werden ons niet bezorgd door de firma's die daar vertegen woordigd waren, maar wel door de firma's die daar NIET vertegenwoor digd waren. Het meest heeft ons nog verbaasd, dat er niet meer col lectief werd deelgenomen, zoals de confectie- en de zuivelindustrie dat hebben gedaan. Waar was bijvoor beeld de gezamenlijke Amsterdamse diamantindustrie, die toch best een beetje propaganda kan velen? Nu stond er slechts écn firma, overi gens met een uitgebreide en buiten gewoon interessante stand, maar was het alleen deze firma die de ge volgen van de oorlog voor de tradi tionele Amsterdamse diamantindus trie te boven tracht te komen? Met het bier was het evenmin best Vorig jaar oktober werd in Zweden de rantsoenering van alcoholische dranken opgeheven en tengevolge daarvan ging vooral de verkoop, van bier met enorme sprongen omhoog. Het Nederlandse bier heeft hier on der kenners een uitstekende naam gekregen, maar de bezoeker van het Nederlandse paviljoen op de St.- Eriksmassa kan niet anders dan te leurgesteld zijn geweest bij de ont dekking dat slechts één Amsterdam se brouwerij het nodig en nuttig had geoordeeld hier vertegenwoordigd te zijn. Bestond er niet zoiets als de „gezamenlijke Nederlandse bierbrou werijen" en waar zijn die dan geble ven? Het zou beslist niet geschaad hebben als men ook eens aan het Zweedse publiek op een aantrekke lijke manier was komen vertellen dat het Nederlandse bier zo best is. Tot op heden moeten de Zweden dat maar door een toevalligheid ontdek ken. PARIJS, 19 september Stellig hebben deze week de meeste Parijse gezinnen twee dagen aardappelen gegeten in- plaats van groente, want de groentewinkels en de snarchands de quatre saisons poëtische naam voor de handelaars die met groente- en fruit- karretjes in sommige stra ten staan en daar een soort van buurtmarkt vor men waren in staking gegaan. Hun winstmarge is volgens hen te klein. Toevalligerwijs zijn de bakkers tegelijkertijd een actie begonnen voor een hogere broodprijs. Toen de regering daar niet op wilde ingaan, besloten de bakkers hun klanten „te verzoeken" vrijwillig.twee franks per kilo meer te betalen. Dat was nu werkelijk een unieke gelegenheid voor de klanten om te laten zien dat ze zich niet laten ringeloren door hun leveranciers Een soort van revanche op alle arrogantie die ze tijdens de oorlog van een groot deel van hen moes ten verduren. En die ge legenheid hebben ze jam merlijk voorbij laten gaan, niet omdat het lot van de bakkerspatroons hun zoveel deernis in-x boezemt maar omdat haast niemand de moed heeft zich op een stuurse of misprijzende manier in een winkel te laten ont vangen. De radio en de kranten hadden tóch genoeg ver kondigd, dat de mensen voet bij stuk moesten houden en die vrijwillige verhoging gladweg wei geren. De eerste dag is er geen krant geweest die niet een redacteur heeft uitgezonden om een „ba guette" tegen de door de regering vastgestelde prijs te gaan kopen. En die jongeman moest zijn ba guette halen op het uur waarop de meeste huis vrouwenbrood halen in de bakkerswinkels, die dus vol stonden. En geen van hen die niet doodverlegen zo gauw mogelijk met zijn brood in de hand de win kel verliet. Niet alleen de bakkerin liet duidelijk haar minachting voor zo'n klant zien, maar de overige kopers keken hem niet alleen verontwaar digd aan maar het was al heel mooi als ze geen schampere opmerkingen maakten En dat terwijl hier iedereen ontzettend tegen het verhogen van de broodprijs is Want al neemt in Frankrijk het broodgebruik gestadig af, toch heeft het voor de hele bevolking zijn pres tige van vroeger bewaard. Bovendien weet men maar al te goed dat als het brood opslaat, de rest volgt. Niemand schijnt er aan gedacht te hebben, dat als de bakkers een vrijwil lige bijdrage eisen, er geen reden bestaat voor slager en melkman om hun voorbeeld niet te volgen. Op het ogenblik redt de regering de schijn door enige miljarden te leggen bij wat de bakkers voor het meel betalen. En zo doende zijn we in Parijs weer op de oude brood prijs teruggevallen. Maar in de provincie wordt de broodstrijd op een andere manier voort gezet, daar zijn de bak kers in staking gegaan. Daarom maken de Parij- zenaars op het ogenblik twintig minuten queue om een brood te kopen, want de miljoenen men sen die in de voorsteden en in de dorpen om Parijs wonen en in de hoofdstad werken, halen dezer dagen hun brood in de stad voor ze de trein naar huis nemen. Nu heeft de regering de bak kerspatroons gerequisitio- neerd en zodoende gro tendeels de moeilijkheden opgeheven. Morgen kun nen de banlieusards trou wens geen brood meer in Parijs kopen, want vroeg in de avond werd bekend gemaakt, dat van morgen af de Parijse bakkerijen gesloten blijven uit soli dariteit met die uit de provincie. Zo toén ze dat hoorden ondernamen de Parijze- naars met bekwame spoed een rush op de beschuit. Bij alle bakkerijen ston den de mensen in dichte rijen te wachten om een paar pakken machtig te worden. Gewone beschuit was al gauw niet meer te vinden, maar na veel ge loop ben ik thuis ge komen met twee pakken beschuit voor suikerzie ken en m'n man met een ontbijtkoek DINY K.-W. Het merendeel van de Ne derlandse exporteurs, die reeds rela ties met Zweden onderhouden, schit terde door afwezigheid; wellicht ver trouwen zij er op dat alléén traditie al een garantie betekent voor het behouden van die relaties. De inzen dingen van de Nederlandse confec tie. en zuivelindustrie zijn er een voorbeeld van dat niet allen er zo over denken. En de Nederlandse industrie die Zweden nog niet als afzetgebied kent waar was die dan? Natuurlijk, er is gebrek aan personeel, er is bijna een teveel aan orders en vóór men kan denken aan uitbreiding der relaties, moet eerst gezorgd worden dat de reeds bestaande relaties worden on derhouden. Maar intussen worden de mogelijkheden van de Zweedse markt benut door anderen en tegen de tijd dat Nederland weer gelegen heid denkt te hebben voor de expan sie van zijn export naar Zweden, kon het daarvoor wel eens te laat geworden zijn. (Van een modemedewerkster) Wij hebben deze week in bet Carltonhotel te Amsterdam kunnen smullen van bet „neusje van de zalm" op bet gebied van stoffen. De fabrikanten Legler uit Italië, Boussac uit Frankrijk, Fischbacher uil Zwitserland en Riedinger uit Duitsland, boewei eigenlijk concur renten op de Europese markt, toon den ons daar n.l. gezamenlijk met medewerking van beroemde manne quins wat ze voor de lente en zomer anno 1957 hebben vervaardigd. celwol met wol vermengd. Riedinger introduceerde tenslotte als nou veauté kunstzijden shantungstoffen met plastisch geweven borduursel. De Zwitserse textielfabrikant Christian Fischbacher uit St.-Gallen bleek eveneens over een ruime sor tering te beschikken: fijne streepdes- sins met bloemen in bijv. beige-rose, japonnen met ingeweven ceintuurs, losse uni-gevoerde puntkragen en bij de japon behorende mantels. Maar hij heeft ons hart gestolen met zijn grappige paardjes- en vlindermotie ven die geplaatst zijn tegen een achter grond van fel-gekleurde blokken. Hij verwerkt deze stof veelal in rokken, een enkele keer echter ook in japon nen zoals in een vlot strandmodel met losse stola. De van oorsprong Zwitserse fabri kant Legler oert in zijn collectie ook vlindermotieven, maar deze hebben een geheel ander karakter, iets minder kinderlijk zouden wij willen zeggen. Dat Legler zich hele maal Italiaans heeft ingesteld bleek wel uit de hoeden, die hij de aller- charmantste mannequins liet dragen. We denken hierbij in het bijzonder aan de bekoorlijke „chapeau de paille d'Italië" en aan de hoofddeksels ge ïnspireerd op die van de Venetiaan- se gondeliers. Legler heeft ook piqué vervaardigd, waardoor een gekleurd streepje loopt. Zeer origineel waren de snoepjesmotieven, zoals bijv. zuurtjes, toffeepapiertjes en lollies, afgedrukt op een wit fond. Boussac was op de show vertegen woordigd door een bonte mengeling van modellen en stoffen. Hij lanceer de een even origineel als praktisch strandensemble van een nieuw licht weefsel, gelijkend op badstof, waarin de strepen zijn geweven en niet ge drukt. Het merendeel van zijn stof fen is kreukherstellend een weefsel als „Loveline de Byzance" behoeft zelfs helemaal niet te worden gestre ken. Een hoofdthema vormden zijn handbedrukte stoffen. Deze deden waarlijk vorstelijk aan, zowel door de warme exotische tinten als door de rijke modellen, die de ster-manne quins met allure toonden. Zijn ont werpers hebben geput uit het ver leden. Zo zien wij dan als dessins vazen uit de tijd van Lodewijk XVI, Romeinse fresco's, Perzische minia turen, antieke tapijten etc. Hoewel dit zeer zeker binnen de grenzen van het smaakvolle is gebleven, heeft hij hiermee naar onze mening toch wel een gevaarlijke weg ingeslagen. Christian Fischbacher heeft een stof geïntroduceerd, die versierd is met grappige paardjes.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 9