Bedenkelijke ontwikkeling van de gemeente lijke gezondheidszorg Fotowedstrijd 1956 De Maasbode-pers stone the first Virginia - King Zwaardere premielast voor ambtenaren K.L.M. had primeur van trans atlantische persconferentie Inzendingstermijn verlengd t/m. 6 oktober Toepassing drie procent loonsverhoging in grafisch bedrijf Op jul.il eumvergadermg van het Brabantse Wit-Gele Kruis huldigt kerkelijke overheid hoofdinspecteur dr. C. Banning Bouw van atoomcen trales is noodzakelijk Aler optimistisch t.a.v. onderhandelingen met Verenigde Staten Overeenkomst in Centraal Bureau A.N.G.B.: Achter overeen komst Centraal Bureau Gesanctioneerde discriminatie Liefde moet de basis blijven Prof. Gelissen: Drie beiaardencomplexen in Enschede nodijr f V V.H.M.O. TREKT STEEDS MEER LEERLINGEN Sterkste groei bij bijzonder onderwijs DONDERDAG 27 SEPTEMBER 1956 PAGINA 3 DOOR EXTRA LENGTE EEN NATUURLIJK FILTER NIET BEHOUD Ik VAN SMAAK A Het Centraal Bureau voor de Grafische Bedrijven in Nederland heeft in een gisteren verzonden circulaire aan de werkgevers en werknemers medegedeeld, dat de vertegenwoordigers van de heide partfjen op hun maandag gehouden ver gadering over de toepassing der loons verhoging van drie procent ten aanzien van de technische c.a.o, het navolgende zijn overeengekomen: a. De minimum uurlonen der volwassen vakarbeiders worden met vijf cent verhoogd. b. De minimum uurlonen der volwassen werknemers in het papierwaren- en enveloppenbedrijf, der volwassen hulp vakarbeiders en volwassen onge schoolde werknemers worden met vier cent verhoogd. e. De minimum uurlonen der volwassen vrouwelijke werknemers worden met drie cent verhoogd. 8. De minimum uurlonen der- jeugdige werknemers ondergaan een verhoging, die afhankelijk is van het voor hun leeftijd geldende percentage van het volwassen loon in hun beroep. e. De extra beloningen worden met één cent verhoogd. De verhogingen aldus de circulaire dienen met ingang van 1 september 1956 op de werkelijk verdiende lonen en salarissen te worden toegepast met dien verstande, dat elke werknemer een ver hoging van ten minste drie procent op zijn werkelijk verdiende bruto weekloon of -salaris (met inbegrip van bomilo, ver goeding wegens tarifiëring en/of andere bijzondere prestie beloningssystemen ed.) ontvangt. Door de verhoging der contractuele minimum uurlonen en salarissen wordt de mogelijkheid tot het verstrekken van bovenminimaal loon vergroot, aldus de circulaire, die besluit met: „In verband met de onrust, die hier en daar tot uit drukking is gekomen wijzen de werk nemers- en werkgeversorganisaties er uitdrukkelijk op, dat niet alleen de organisaties, doch ook hun leden gehouden zijn de bepalingen der c.a.o.'s na te leven en dat elke inbreuk daarop moet worden afgekeurd". De bondsraad en de vertegenwoordigers der afdelingen van de Algemene Neder landse Grafische Bond (N.V.V.), hebben op hun woensdag in Amsterdam gehouden vergadering de volgende resolutie aan genomen: „Gehoord een uitvoerige uiteenzetting van het bondsbestuur inzake het verloop van de besprekingen omtrent de toepas sing van de regeringsverklaring van 19 maart 1956 in de grafische bedrijfstakken, betreurende het oordeel van het college van rijksbemiddelaars in zijn mededeling van 20 september j.l., dat neerkomt op een beperking der loonsverhoging tot drie procent in de grafische bedrijfstakken met ingang van 1 september j.l.; kennis nemende van het resultaat der bespre kingen in het Centraal Bureau voor de Grafische Bedrijven op maandag j.l.; hechten met algemene stemmen hun goed keuring aan het beleid van het bonds bestuur in deze aangelegenheid, doen een dringend beroep op alle leden om zich van elke inbreuk op de geldende c.a.o.'s te onthouden en in samenwerking met hun werkgevers de toepassing van de mogelijkheden, neergelegd in de circulaire van het Centraal Bureau zoveel mogelijk te bespoedigen". Advertentie. Van onze verslaggever) Waarlijk niet alleen juichkreten liet de voorzitter van de Noordbrabantse bond van het Wit-Gele Kruis, dokter Chr. Mol, gisteren te Tilburg horen bij de viering van het 40-jarig jubileum. Hij sprak zijn bezorgdheid uit over de financiën, die nog steeds het knelpunt vormen van de particuliere gezondheidszorg, waaraan bovendien nog steeds een tweede moeilijkheid een volwaardige status ontbreekt. Een glanspunt van de herdenking is echter geworden de hulde aan dr. C. Banning, hoofdinspecteur van de olksgezondheid voor zijn goed begrip en steun van het particuliere confessionele initiatief, culminerend in zijn benoeming tot ridder in de Orde van St.-Gregorius de Grote. Pastoor Suetens uit Eindhoven, erelid van de jubilerende hond, deed hiervan mededeling, eraan herinnerend, dat dr. Banning bij de viering van het 25-jarig bestaan in 1941 verklaard had, toen de bezetter druk uitoefende, het particulier initiatief als het moet met zijn lijf te zullen verdedigen. Dr. Banning, die protestant is, was door deze onderscheiding zichtbaar ontroerd. Toen de feestredenaar, mgr. dr. F. Feron hem later op de dag gelukwenste, sprak deze over een mooi oecumenisch gebeuren. De Paus, zo zei mgr. Feron, zal zich over deze onderscheiding meer verheugen dan wanneer hij een priester tot kanunnik maakt. De verantwoordelijkheid van de Kruis vereniging, zo zeide dokter Mol, gaat zich steeds duidelijker aftekenen, nu we zijn aangekomen in de periode van wettelijke regeling van de gezondheidszorg op aller lei gebieden; in de gezondheidswet, in het wetsontwerp bedrijfsgeneeskunde en een wettelijke regeling van de schoolge- zondheidszorg. Zonder een geforceerd op timisme kan men de toekomst 'niet roos kleurig tegemoet zien, waar die groten deels wordt bepaald door de financiële positie van de organisatie, welke zij zelf niet in de hand heeft. Dit blijft een bij zonder précair punt. De vraag óf en hoe in de toekomst een redelijke subsidierege ling zal komen, die de druk wegneemt, waardoor een reeële en dringend nodige ontplooilngsmogelijkheid van het kruiswerk permanent wordt belem merd, blijft voorlopig in het duister. De particuliere organisaties hebben steeds dringender behoefte aan een deugdelijk apparaat. Bij een tekort van 50.000 b.v. alleen al op de dienst van de geestelijke volksgezondheid, valt er niet aan te den ken een leidend apparaat op te bouwen met deskundigen op de diverse gebieden van sociale geneeskunde, sociale psycho logie, statistica, enz. Bezorgdheid had dokter Mol voorts ten aanzien van een goed samenspel, wanneer er straks een status komt voor de be drijfsgezondheidszorg, maar nog meer bedenking is er inzake de ontwikkeling van de gemeentelijke gezondheidszorg. Zolag de particuliere gezondheidszorg de handen moet afhouden van de echool- gezondheidszorg, verkeert ze in een po sitie van gesanctioneerde discriminatie, die zo spoedig mogelijk opgeheven moet worden. „Het is onbegrijpelijk", aldus dokter Mol, „dat we thans, in 1956 na 40 jaar integratie van het kruiswerk in ons gezondheidsbestel nog met deze on-Ne- derlandse regeling zitten". Met nadruk betoogde hij voorts, dat de Kruisvereniging ook bij een ideale subsi die-regeling haar financiële zelfstandig heid wil behouden. Vandaar ook het be roep op de afdelingen om een eenmalige hulp naast de gewone afdracht, bij de kapitaalvoorziening, die voor de geeste lijke hygiëne op dit moment onontbeer lijk is. Er is hiervoor een loterij georga niseerd. Dokter Mol, die reeds de Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, prof. dr. J. de Quay verwelkomd had, sprak ook zijn grote vreugde uit over de aanwezig heid van twee oprichters, de beide ere voorzitters Staatsraad, mr. dr. L. .H. N. Deckers en dr. v. d. Heyden. Prof. de Quay, die de eigenlijke feest- vergadering in de namiddag wegens een bijeenkomst van het College van Gede puteerde Staten niet kon bijwonen, kon met voldoening wijzen op een goede ver houding tussen de provinciale overheid en het Wit-Gele Kruis in dit gewest. Hij noemde als voorbeeld o.a. een con cept-voorstel voor subsidie in 1957, dat hij in zijn tas droeg. Het provinciaal bestuur staat op het standpunt, dat in de samenwerking tussen overheid en par ticulier initiatief het zwaartepunt bij bet laatste ligt, zoals de Provinciale Gezond heidsraad ook te zien geeft. Prof. De Quay hoopte, dat de Medisch Opvoedkundige Bureaus ook preventief veel zouden bereiken en heel goed be grijpend, dat bij de groeiende deskundig heid meer geldmiddelen nodig zijn, weid de hij toch even uit over de grote waarde van persoonlijk contact in het .werk. De werkvergadering leverde nog twee nieuwe bestuursleden op, met name mej. dra. van Lerop en de heer G. J. A. Hart- jens inplaats van mej. Hoenselaar en 4r. H. van Doorne. De namiddagvergadering, die onder lei ding stond van mevr. W. Janssen Twaalfhoven als voorzitster van de Ju bileum-commissie bracht een stroom van sprekers met gelukwensen. Schriftelijke felicitaties waren ontvangen van mgr. W. Mutsaerts. Dr. Banning richtte zich op zeer sym pathieke wijze tot <te kraamverzorgsters, die het hardst werken, maar het slechtst betaald worden. Hij roemde de inter naatsopleiding en verklaarde, dat de re sultaten van de Brabantse kraamver pleegsters op hetzelfde peil staan als van de beste Amsterdamse klasse. Mr. Leenen complimenteerde namens de nationale federatie „Het Wit-Gele Kruis" en onderstreepte de klacht van dokter Mol over het ontbreken van een behoorlijk apparaat. De Kruisverenigin gen kunnen daardoor de dynamische ont wikkeling van de maatschappij moeilijk bijhouden. Prof. dr. H. Ruygers, die als afsluiting van de herhalingscursus voor wijkverpleegsters reeds een inleiding had I gehouden over de geestelijke volksge-1 zondheid. sprak namens het Katholiek Nationaal Bureau voor de geestelijke volksgezondheid. Dr. Beintema overhandigde van de Noordbrabantse vereniging tot bestrijding der t.b.c. een enveloppe met inhoud, de districtsverpleegsters en kwaamverzorg- sters kwamen met geschenken voor de bestuurskamer aandragen, afgevaardig den van de andere provinciale bonden boden hun gelukwensen aan. de burge meester van Tilburg, mr. baron van Voorst tot Voorst en dr. Festen, namens de huisartsen, voegden daarbij hun feli citaties. zoals dr. Kuit deed namens het Groene Kruis en een delegatie van ..De Krabbenbossen" huldigde mevrouw Mol met bloemen, omdat zij zo vaak haar man voor het Wit-Gele Kruis-werk heeft moe ten afstaan. Aan zuster Godelieve uit Rijen, zuster Redempta uit Eindhoven, mejuffrouw Carpé uit Empel, mejuffrouw van Vlim- meren uit Breda en mejuffrouw Van de Leest van de Boom uit Boekei. die gelijk met de bond jubileerden, werd het ere teken van de bond overhandigd. Burgemeester Van der Meulen uit Ter- heyden kondigde aan, dat tijdens de lunch reeds 825 loten verkocht waren Met in tense aandacht heeft tenslotte 'de volle zaal van de Metropole-schouwburg ge luisterd naar de prachtige rede van mgr. Feron over ..Be cbaritas in de moderne gezondheidszorg". Mgr. Feron zag als grote verdienste van allen, die het kruis werk verrichten, dat zij een sfeer van vertrouwen en veiligheid brengen, waar door zij aan de mens geluk schenken. Ook het werk in moderne vorm zal door de liefde gedragen moeten worden. Prof. dr. ir. H. c, J. H. Gelissen, voor zitter van de raad van bestuur van de Stichting Nederlands Instituut voor Elek trowarmte en Elektrochemie, heeft op een gisteren te Utrecht gehouden congres van het instituut gewezen op de nood zakelijkheid van een of meer atoom centrales in Nederland. Hij zei dit in verband met de steeds hoger wordende prjjzen van de kolen die voornamelijk uit Amerika moeten worden geïmporteerd. Prof. Gelissen constateerde, dat de toe passing van elektrowarmte steeds groter en veelvuldiger wordt. De ovens onder gaan steeds grotere kwalitatieve verbete ringen. In ons land zijn volgens prof. Gelissen momenteel 5000 industriële elek- trowarmte-ovens in bedrijf met een ge zamenlijke energie van 500 miljoen kWh. Ook in het huishouden speelt de elektrowarmte een steeds grotere rol. Op 31 december 1955 waren er 250.000 heet- waterreservoirs in gebruik met een ge zamenlijk verbruik van 480 miljoen kWh. Ook het aantal fornuizen en komforen neemt steeds toe. Xn dit verband deelde nrof. Gelissen mede. dat een commissie is benoemd om de mogelijkheid te bestuderen of ook de elektrowarmte in de huis houding bij genoemde stichting moet wor den ondergebracht of dat hiervoor een nieuwe stichting in het leven moet wor den geroepen. Deze congresdag, die ook onder voor zitterschap stond van prof. Gelissen. was speciaal gewijd aan de inductieve warmte. Na afloop van enkele inleidingen maak ten de congressisten een excursie naar een aantal Utrechtse bedrijven, waar veel elektrowarmte wordt afgenomen. (Van onze correspondent). In Enschede wordt de stichting voor bereid van drie bejaardencomplexen. Reeds geruime tijd zijn er plannen voor de bouw van een r.-k. bejaardencentrum met 256 bedden en van een protestants- christelijk centrum met 275 bedden. Maan dagavond zullen B. en W. aan de gemeen teraad een voorstel doen tot het verlenen van financiële medewerking bij de reali sering van deze beide plannen. Als de twee bejaardentehuizen klaar zijn, blijft er, blijkens een mededeling van B. en W. aan de raad, nog een ogenblikkelijke behoefte aan 276 pension- en 96 verpleeg tehuisplaatsen voor bejaarden. Daarom wor<jt de raad voorgesteld, schetsplannen te laten ontwerpen voor de bouw van een derde bejaardencentrum. t". :X--: V*-" - - - j ...O- (Van onze sociaal-economische redacteur). BIJ de behandeling van het inge diende wetsontwerp tot her ziening van de berekening van de ambtelijke pensioenen hebben wij reeds een ogenblik stilgestaan bij de premielast, welke daaruit voor de ambtenaren zelf zal voortvloeien. Zoals gemeld zal het rijk 16,1 pet. van de gezamenlijke pensioengrond slagen tot een maximum van 20.000 aan het Algemeen Burgerlijk Pen sioenfonds jaarlijks dienen bij te dragen, waartegenover het op de ambtenaren 7% pet. van hun grond slag zou kunnen verhalen. Tot nu toe beliep de premie eveneens 16,1 pet., maar was het verhaal beperkt tot 5% pet. over de eerste f 3000 en 2 pet. over de gehele grondslag. Haagse redactie) „THE ATLANTIC" LAG AAN HAAR VOETEN. FOTO J. G. H. VAN STRIJP. Wij kunnen ons levendig voorstellen dat de voorbije „zomer" vele amateur-fotografen tot wanhoop heeft gebracht. De zon, die zo lang verstoppertje speelde, is echter onverwachts door de wolken gebroken en trakteerde ons op een portie zomerse herfstdagen. Dit was voor velen wellicht aanleiding om een verse film in de camera te zetten, dan wel een zonnig slot te maken aan een onvoltooid, droefgeestig vakantie filmpje. Om ook de werkers van het laatste uur als nog een kans te geven in onze Fotowedstrijd 1956, heeft de directie besloten de inzendingstermijn met een week te verlengen, en wel tot en met zaterdag 6 oktober a.s. Inzendingen, die na genoemde datum worden verzonden (gelet zal worden op het frankeer- stempel), worden onherroepelijk terzijde gelegd. Men gelieve de foto's (maximum aantal vijf, for maat niet kleiner dan een briefkaart en niet groter dan 18 x 24 cm., liefst op glanzend papier) uitsluitend te adresseren aan de REDACTIE VAN DÉ MAASBODE-PERS, POSTBUS 723, ROTTERDAM. Links boven op de enveloppe schrijve men „Foto wedstrijd 1956", achter op elke foto naam, adres, beroep van de afzender, datum van opname en merk van de gebruikte camera vermelden. Eventueel ook titel van de foto en technische gegevens. Gefrankeerde enveloppe met adres van de inzender bijsluiten voor retourzending. Er zijn dertig geldprijzen uitgeloofd. De volledige wedstrijd-voorwaar den werden in ons nummer van 14 juli j.l. gepubliceerd. Intussen moge bovenstaande foto het overtuigend bewijs leveren, dat een eenvoudig kiekkastje in deze wedstrijd even goede kansen heeft als een super-de- luxe apparaat dat van alle (on)gemakken is voor zien. Deze opname werd door de heer J. G. H. v. STRIJP, Fabriekstraat 5 te Goirle, aan de Engelse kust gemaakt met een doodgewone box. Hij heeft met deze prestatie een extra premie van tien gulden ver diend, terwijl zijn kans op een prijs in de eindstrijd geenszins minder wordt. (Van onze HOEVEEL KOST u dit telefoonge sprek?" was de eerste vraag, die Mr John Mckee van Associated Press stelde aan de prcsideml-directeur van de K.L.M., die vanuit z(jn hoofdwarticr in Den Haag de eerste transatlantische te lefonische persconferentie ter wereld hield. „226 dollar per half uur" was het antwoord van de heer Aler. Waarna de betreffende journalist in New York wel kon uitrekenen, wat de drie kwartier kost ten, die gistermiddag aan dit boeiende en volledig geslaagde experiment besteed werden. Het in gebruik nemen van de eerste transatlantische telefoonkabel tussen En geland en Amerika, waardoor ook ons land via Amsterdam en Londen met New York telefonisch verbonden is, had de K.L.M. aangegrepen om journalisten van een zestiental Amerikaanse bladen en persbureaus in de gelegenheid te stel len. aan de heer Aler vragen te stellen met betrekking tot de luchtvaartstrjjd tus sen Nederland en Amerika. „Ik zou het graag elke week doen" Was aan het slot van de persconferentie de reactie van de heer Aler. Zonder enige franje heeft de heer Aler het standpunt van^ de K.L.M. en van de Nederlandse regering, zoals dat ook in de troonrede omschreven werd, uiteenge zet. Met klem wees hij het argument van de Verenigde Staten van de hand. als zou er bij het verlenen van de concessies voor luchtverbindingen me Los Angeles en Houston geen evenwicht bestaan tus sen de economische voordelen voor Ame rika en Nederland. Tijdens hqt vraaggesprek waarschuwde de heer Aler voor een luchtvaartpolitiek die wel eens als een boemerang zou kunnen werken. De iuchtvaartondcrhandelingen zullen waarschijnlijk in nvcmber voortgezet wor den, wanneer er in Nederland weer een kabinet is en Amerika zijn verkiezingen achter de rug heeft. De heer Aler toonde zich optimistisch betreffende de afloop van de besprekingen, temeer omdat hem wel gebleken was, dat men in Amerika in bepaalde luchtvaartkringen volledig begrip heeft voor de redelijkheid van het K.L.M.-verzock. Ook de Kamer van Koophandel van Houston steunt het verzoek voor een Iuchtverbinding met Amsterdam, omdat maar liefst 20 pet van de uitvoer van de ze stad naar Holland gaat. Op een vraag wat de consequenties zouden zijn van een Amerikaanse weigering, antwoordde de heer Aler, dat hij hieraan eenvoudigweg niet wilde denken. „Ik kan niet veron derstellen dat wij de concessie niet krij gen". Zelfs het mopje ontbrak niet aan deze volwassen persconferentie. Een van de journalisten stelde een vraag met betrek king tot de weer opgerichte Lufthansa. In zijn antwoord vertelde de heer Aler het volgende grapje: „Er zaten eens twee economen uit verschillende landen met elkaar te praten. De een vraagt de an der: „Hoe is het met jullie economi sche positie gesteld?" De ander zegt: „Be roerd". „Laten we dan aan Amerika de oor log verklaren. Dat verliezen we toch", waarop de eerste repliceert met: „Maar wat te doen als we die oorlog winnen?" Blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers telde het v.h.m.o. op 10 september 119.800 leer lingen tegen 108.800 een jaar tevoren (toeneming 10 pet.). Tot het eerste leer jaar werden toegelaten 27.800 leerlingen tegen 25.200 in 1955. De groei was bij het rooms-katholiek en prot.-christelijk onderwijs (resp. 13 en 11 pet.) sterker dan bij het ander bijzonder en openbaar onderwijs (resp. 6 en 8 pet.). Het aantal scholen steeg van 395 in 1955 tot 407 thans, Deze 7% pet. zijn aldus samengesteld: 2 pet. voor het eigen pensioen en 5% pet. voor het weduwen- en wezen pensioen. Voor de thans in dienst zijnde ambtenaren zal echter, volgens een overgangsbepaling, genoemde 5% pet. beperkt worden tot 4 pet. over de eerste 7000 van hun pensioengrondslagen met een maximum van 165. Hierdoor wordt voor grondslagen tot 7.000 het verhaal op de thans in dienst zijnde ambtenaren beperkt tot wat het voor heen ook was. Dit onder de motivering, dat de nieuwe berekeningswijze van de pensioenen over het algemeen eerst boven de 7000 tot hogere pensioenen zal leiden. Ambtenaren, die in de toe komst in de pensioenregeling worden opgenomen, zullen echter de volle 7% pet. moeten betalen en ook de hoger bezoldigden zullen terstond meer dan voorheen moeten afdragen. De pensioengrondslag, waarover de premie wordt berekend, wordt, volgens het wetsontwerp gesteld op het bedrag van de jaarlijkse wedde verminderd met het bedrag van de premie, welke voor het wettelijke bodempensioen moet wor den betaald. Deze bepaling, die ook door de Staatscommissie was voorgesteld, gaat er van uit, dat in verband met de premie voor de Algemene Ouderdoms wet, looncompensatie wordt gegeven. Het is echter allerminst zeker, dat deze gegeven zal Worden of dat zij volledig zal zijn. BESCHOUWEN wij nog een Ogen blik de nieuw ontworpen pen sioenregeling afzonderlijk, dus zonder tegelijkertijd daarmee in com binatie te brengen de invoering van de Algemene Ouderdomswet, dan is deze, behoudens de in ons vorige artikel genoemde bezwaren voor de lagere rangen, op zich niet onredelijk te noemen. Vooral voor de hogere rangen betekent zij een verbetering wat de pensioenvooruitzichten betreft, waartegenover een hogere premielast voor de ambtenaren zelf staat, welke op zich echter niet onredelijk te noemen is. Voor een dergelijke pensioenregeling is evenwel de totale premiebijdrage ad 16,1 pet. van de grondslagen veel te laag. Zou nu niet tegelijkertijd het wettelijke bodempensioen worden ver leend met de daaruit voortvloeiende aftrekregeling, dan zou de overheid haar premiebijdrage voor het ambte- narenpensioen ongetwijfeld hebben moe ten verhogen en mogelijk zou zij dan zelfs van het doorsnee-premiestelsel hebben moeten afstappen. Nu gaat de hele constructie van de pensioenherziening uit van de fictie, dat de ambtenaren een salarisverhoging zul len krijgen gelijk aan de premie van het bodempensioen, zodat een en ander geen lastenverzwaring voor de ambte naren zelf mee zou brengen. In het salaris zou dus een bestemmingsdeel voor premie van bodempensioen zijn vervat. Het Alg. Burgerlijk Pensioen fonds wordt voorts gemachtigd de toe gezegde pensioenen te korten met het merendeel van het bodempensioen, zodat de ambtenaren na 40 dienstjaren over het algemeen toch ongeveer 70 pet. van hun grondslag als pensioen verkrijgen. De staat zou aan zijn verplichtingen hebben voldaan door looncompensaties te geven voor de premie van het bodem pensioen. DEZE voorstelling van zaken ont moet niettemin veel kritiek. In de eerste plaats, zo redeneert men, is het nog onzeker, of loon compensatie gegeven zal worden. Maar zelfs indien deze wordt ge geven, zal zij wezenlijk: bestanddeel gaan uitmaken van het loon, d-w.z., zij is geen bestemmingstoeslag en op den duur zal van de compensatie gedachte niets meer over zijn, maar zal men het nieuwe loonniveau als het normale gaan beschouwen. Er zal dus een nieuw salarisniveau ontstaan en slaat men nu aan het reke nen, dan blijkt, dat een ambtenaar met een inkomen van ca. 7000 voor een ouderdomspensioen in totaal van nog geen 70 pet. zelf een premiebijdrage moet leveren van ruim 13 pet. Hogere inkomens zullen iets gunstiger uitkomen; bij 10.000 is b.v. de premiebijdrage 11,5 pet. en het pensioen precies 70 pet. Voor lagere inkomens zijn de verhoudin gen echter weer ongunstiger. Maar het staat absoluut niet vast, dat volledige looncompensatie gegeven zal worden. De kans is zelfs zeer groot, dat zij maar gedeeltelijk zal worden verleend. Dit zou tot gevolg hebben, dat wanneer het wetsontwerp tot her ziening van de pensioenberekening ge heel wordt aanvaard, de pensioengrond slagen voor het eigen pensioen van de ambtenaren met enkele procenten wor den verlaagd. Immers de pensioen grondslag is volgens het wetsontwerp gelijk aan de jaarlijkse wedde (bezoldi ging), verminderd met het bedrag van de over die wedde berekende premie voor de Ouderdomswet. In dat geval zal de berekening van het eigen pensioen van de ambtenaren lager uitkomen dan 70 pet. En van een bestemmingstoeslag kan dan helemaal niet meer worden gesproken. Komt men op deze wijze voor be zoldigingsschalen van 10.000 en lager tot een eigen premiebijdrage van 12 a 13 pet., het rijk zal slechts 8,6 pet. voor zijn rekening- hoeven te nemen. Het eerste percentage is bepaald hoog en het tweede laag. De vraag mag dan ook stellig aan de orde worden gesteld, ot het premieverhaal op de ambtenare* door het rijk niet zal moeten worde# verminderd. MAAR er is nog een andere kwestie. De Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp is wel uiterst beknopt wat betreft mededelingen over de financiële gevolgen van de voorgestelde regeling. Gemeld wordt slechts: „De kosten van de bij dit wetsontwerp voorgestelde voorzienin gen worden geraamd op ongeveer 8.250.000 totaal per jaar en gesplitst naar de beide daarbij betrokken groepen, namelijk ambtenaren en spoorwegambtenaren, op 7.500.000 per jaar voor de ambtenaren en op 750.000 per jaar voor de spoorweg ambtenaren". Aangezien het wetsontwerp uitsluitend gaat over de herberekening van de pen sioenen, zou men hieruit moeten af leiden. dat genoemd totaalbedrag ook uitsluitend daarop betrekking heeft en dat het alleen de meerdere uitgaven representeert, welke het pensioenfonds zou moeten doen om de aldus bereken de pensioenen te kunnen uitkeren. Daarnaast zou dan staan, dat het pensioenfonds op grond van een ander wetsontwerp deze uitkeringen zou kun nen verminderen /net een belangrijk deel van het wettelijke bodempensioen. Of is deze aftrek reeds in genoemd bedrag verdisconteerd? Wij zouden voorts graag vernemen hoe het kostenverloop in de toekomst zal zijn en welke invloed b.v. de voorge nomen salarisverhoging van hoger personeel op de kosten zal hebben. Ook zou het van belang zijn te weten, welke baten het rijk zal krijgen wegens de verhoging van het premieverhaal op de ambtenaren, nu en in de toekomst wanneer geleidelijk het ambtenaren korps wordt vernieuwd. Alles bijeen is het beeld van de financiële gevolgen van een en ander tamelijk vaag en is het niet zo vreemd, dat de indruk ontstaat, dat de regering op deze wijze de lasten van de ver beterde pensioenberekening voorname lijk op de ambtenaren zelf tracht te verhalen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 3