UW EIGEN BOEKENKAST Vakantieherinneringen Onze tekenaar in greep van Parijs VOOR OSCAR WILDE 1.86 voer in dichte mist op kustvaarder MOZART EN MAHLER In 1856 - 15 oktober - 1956 kifcvï."h,i het Concertgebouw Octave De Coninck Dagboek en Gedachten" Bizarintelligentgeliefdgevreesd; cynisch en edelmoedig Schipper an de Lely diep onder de indruk "V""" Roman van achter het IJzeren gordijn VRIJDAG 12 OKTOBER 1956 PAGINA 7 DRENTSCH-OVERIJSELSCHE HOUTHANDEL Voornemen om oude filiaal te verkopen HOGER DIVIDEND K.V.T. wf Wateïl Waar VL 86 *e Nog geen vergaring Bemanning gered ONTWERP CENTRALE BANK IN SURINAME AANGENOMEN MElLLtuP 70<*> LÏ5 C'tflA&K* 7*6* j kb "Hft-lof* Men zou zo zeggen, dat een vakantie toch moet uit munten door rust en verkwikking. Tracht nu niet, geachte lezer, de redenen te bevroeden, die mij noop ten het turbulente Parijs op te zoeken inplaats van een dolce far niente te genieten in de een of andere landelijke omgeving. Iemand die het hele jaar door zich bezig houdt met het vervaardigen van teke ningen, gaat dan n.b. naar Parijs om er een paar pot loden te verslijten. In derdaad, als ik in Frankrijk ben, jeuken mij de vingers en kan ik het tekenen niet laten. En dat was dan mijn vakantie. Vergeef mij deze subjectieve uiteenzetting, het onderwerp dreef mij echter in deze richting en een vakantieherinne ring en de beschrijving ervan heeft noodwendig steeds iets persoonijks. Gezicht op de Sncrê-Coeur van ae Boulevard de Rochechouart af. ®r zal wel geen stad ter wereld zijn, in populariteit kan wedijveren met Pa- r'Js. in weerwil van de vele grammofoon- Platen van Johnnie Jordaan die het op groot Mokum houden. Parijs heeft voor vele mensen, die bereisd zijn, iets afge- Zaagds. Het klinkt een beetje baIJaal' 5ectie^\Plu,iste afstand nemen ofti heP neer ik ine?j0rdelen °f te ^''spreekt over Pariis ^,0lland ben en men sp ja, dat k»n "kn denk ik wel ?enI' i'eu Maar lanneerkikwel' is kor tere Of lan2er»lk.. mil dan weer na over het schone' L^t^33 wn* baar mijn geestdriftige hulde Meestal ging per trein naar Parijs. Slechts één keer n.l. in 1948 ging ik per au?!, Ook deze keer ging ik op reis met het bénzinevoer- tu'g op uitnodiging van my„ vriend. Piet Europese- de ™eervoudige, nationale-, ropese en Wereldkampioen biljarten, tref1" S e cadrespeler, die een voor- chauffeur is. bracht mij naar «nkrijks hoofdstad met een gematigde "aar constante snelheid Reeds in de DuUrt van Brussel begint het klimmen en dalen en is men eenmaal voorbij Mau- beugp in Frankrijk, dan is het landschap voor iemand die altijd het vlakke land Sewend is, een grote en aangename ver rassing. Een onmetelijk vêr uitzicht bied ons dan zo'n heuveltop. Als reusachtige golven liggen de heuvelen achter elkaar tot zij zich ver aan de horizon verliezen in een geheimzinnig paars-blauw. Wat onmiddellijk opvalt in Noord-Frankrijk is de verarming, de verwaarlozing aan ge bouwen. Terwijl men bijna niemand op straat ziet. zelfs (vooral) geen kind. In tegenstelling hiermee verbaast het de op merkzame toeschouwer, dat vele land bouwers beschikken over de modernste outillage. Met terzijdestelling van de voor onze begrippen ontstellende verwaarlozing is het hier zeer schilderachtig. Men moet b.v. zo'n klein stadje als Avesnes eens aandachtig beschouwen, zoals het daar met zijn prachtig kathedraaltje op een heuvel ligt. Maar het wordt verre over troffen door het eveneens op een grote heuvel gelegen L&on. Drie grote kerken beheersen de hoogte, van welke de kathe draal wel de grootste indruk achterlaat Het panorama, dat hier van de hoogte te zien va t. is waarlijk van grote schoon! heid. Wat zou er hier wel te tekenen zijn. Maar... ja... het reisschema staat niet d nm- rb, hT J*es}°Pt wordt. Wij moeten honderden kilometers „heenvre- rhs u6n ordentehjke tijd in Pa- an 'e komen. Zo snellen wij dan. door Larouillies een plaatsje van slecht.» ozo inwoners. Van Soissons kozen wij on ze weg door het bos van Compiègne. Wat een indruk dit op iemand maakt, die uit een land komt, zo arm aan bomen als het onze de laatste jaren is. laat zich niet ge- hiakkelijk onder woorden brengen. Het leven in Parijs is de laatste jaren zeer duur geworden, dit is algemeen be kend Een goede maaltijd is aan de dure kant, in tegenstelling met enige jaren te rug. Het logeren viel erg mee. Op de kranen stond ehaud en froid en warem- oel het klopte. De warmwaterkraan voor zag mij inderdaad van warm water. Dat heb ik zelfs vroeger wel eens anders mee- Tussen alle métro-reizen en wandelingen door'heb ik toch nog gelegenheid gevon den tot schetsen. Ik heb de bekende her kenningselementen van Parijs willen ver- Rue de l'Elysée des Beaux Arts. Rue Norving mijden. Daardoor kwam ik tot het ma ken van tekeningen, die niet zo opvallend en bekend Parijsachtig aandoen. De on derschriften bij de tekeningen geven een nadere plaats-aanduiding weer. Wat is er in Parijs toch veel schoons en groots te genieten. Nu moet men mij niet aan boord komen met de opmer king, dat de vensterluiken wel eens een kwastje verf nodig hebben enz. enz. La ten wij in onze koele Hollandse precies heid toch ook een open oog hebben voor de majesteitelijke pracht, die hier toch in zulke rijke mate aanwezig is, vooral in de betere kwartieren. Ik stond als aan de grond genageld toen ik bij de vlam. die brandt ter ere van de onbekende soldaat, de Avenue de Neuilly afkeek, deze Avenue die tot de gezichtseinder reikt. Aan de andere kant zag ik in de diepte de Place de la Concor de. Wat al wandelaars, wat al auto's, bus sen enz. warrelen daar dooreen en zonder remroengegier en zonder claxonge toeter. Als voetganger voel je je daar veel veiliger dan bij ons, waar het ver keer toch nog maar een deeltje is van dat der Seinestad. De auto's passeren de voetgangers (ook daar waar geen strepen of spijkers zijn) met de meeste welwil lendheid. Zij zoeken zich wel een weg langs u heen, van voren of van achteren dat is bijzaak. Maar de voetganger wordt er ontzien. Nergens ziet men ingewik kelde verkeers-lichtinstallaties of politie- verkeersregelaars in glazen huisjes zoals m Schiedam Natuurlijk kan er misschien wel eens iets scheef gaan, maar in de re gel gaat het vlot. Ik heb in al die dagen in Parijs het gegier van plotseling hevig remmende wagens (wat hier in ons land hoordin° en 3ns3ag n'e' éénmaal ge- Het spreekt vanzelf, wanneer je met Piet v. d. Pol in Parijs bent, dat je dan ook ®°"s .lneen biljartzaal gaat kijken. De f.e Parijs. zelfs die van de grote .academies, zien er niet bijster on derhouden uit. Wat dat betreft is het bij ons veel beter. Het cadre-spel wordt er ook minder beoefend dan vroeger. Het is bijna altijd drie-banden, dat men te zien krijgt, hetgeen ik persoonlijk jam mer vind. omdat voor mij cadre het schoonste is. wat er op bet groene laken vertoond kan worden. Tout comme chez nous! Wij zien in ons land ook, ten koste van libre en cadre, steeds meer het drie-bandenspe] op de voorgrond treden. En nu zijn we weer in Rotterdam. Daar zal ik ook wel weer aan wennen. Aan een op 26 oktober a.s. te houden algemene vergadering van houders van de 4 pet obligatielening, groot ƒ500.000 ten laste van de N.V. Drentsch-Overijsel. sche Houthandel zal toestemming worden gevraagd om tot de verkoop over te gaan van het oude filiaal te Hengelo daar men per 1 november 1955 is overgegaan naar het beter geoutilleerde en aanzienlijk grotere bedrijf van de N.V. Houthandel v'b Wesselink. De realiseerbare waarde van het oude bedrijf te Hengelo wordt door de directie L*L op ƒ95.000; een vast bod van f ïuu.üOO heeft men in handen. De waar- de van de resterende terreinen in Coe- fi7oe<v,nen En?.cbede wordt gesteld op Vo.UOO. terwijl woningen aldaar ge waardeerd worden op 61.000 en hout- loodsen. kantoren fabrieksgebouwen e.d. aldaar worden gesteld op ƒ443.000. Over de besteding van de eventueel te ontvangen gelden heeft men de volgen de gedacht: a) financiering van vergrote voorraden i.v.m. uitbreiding van de za ken in Twente door overname Wesselink; en b) investering in middelen ter opvoe ring van de produktivitelt. Directie en commissarissen der n.v. Kon. Vereenigde Tapijtfabrieken te Moor drecht zullen aan de a.s. algemene ver gadering van aandeelhouders een voorstel doen tot uitkering van een dividend over het afgelopen boekjaar van 15 (v.j. 14) pet. op de gewone aandelen en van 7 4/5 (V-.1. 7 3/5 pet, op de preferente aandelen. IN 1925 VERSCHEEN bij de uitgeverij Paul Brand te Bus- sum het boek „Dagboek en Gedachten" van de begaafde Fran- gaise Elisabeth Leseur, die wel licht ooit heilig zal verklaard wor den. Er waren toen nog geen Le- seurgroepen, en de belangstelling voor Elisabeth Leseur moest nog grotendeels gewekt worden. Tot dit wekken zal wel iets bijgedra gen zijn door de romantische bij zonderheid, dat Elisabeth Leseur getrouwd was met een vrijdenker, die zich later bekeerde en pater Dominicaan werd. Het boek was vertaald door Anna van der Bilt. Thans is dit boek opnieuw ver taald en opnieuw gedrukt, en het heeft zeker een grotere versprei dingsmogelijkheid dan de eerste druk. De belangstelling voor Eli sabeth Leseur is immers vrucht baar geworden in vele Leseur- groepen, waarvan de leden zich niet alleen interesseren voor Eli sabeth Leseur, maar ook voor haar ernstige pogingen om een hei lige te worden. Juist de leden van deze groepen, onder wie zich vele vooraanstaande en ontwikkelde vrouwen bevinden, zullen dit boek willen lezen. Men zal in dit boek de sporen vinden van een wijde belangstel ling, die in een ontwikkelde en ge- emancipeerde vrouw kan veron dersteld worden. Zij stelde belang in de opvoeding vooral. Maar al die problemen van de wereld ver dwijnen voor de belangstelling die Elisabeth Leseur had voor haar hei liging. Wij kunnen bij dit boek waarschijnlijk nog niet spreken van lekenspiritualiteit in de mo derne zin. Er wordt te weinig in geschreven over de dagtaak die We troffen de stoere schipper Kees v ltik y reeds 36 j®1"®" VisSf rorse- aan V *erneergeslagen in zijn woning UnréekA" >hy juist "it Maassluis was te- van d, ?,es Sekapseisd ligt. De snelboot had mRtSpolitk te «aten de RP. 1». nadat V'^rdingen genomen, 88 niets meer XiV' d" ft? °P Ik ben al 20 iaar „„ï,- e verrichten. ,'Ik ben thuiskwam een van ziin dochters hand9 zii J vroeg wat is hier aan de all6snog van niets- Zij kon var, thuis zou 7itt€nn' n'*13'™ dat haar vader sen. le was immers nnSt u'tgevaren op jacht naar de onder de Engelse wal? Het wa* zevende reis dit seizoen met d- Kees van der Lely zat boordenvol zor gen. Als schipper draagt hij de v«vant" woordelijkheid voor schip en bemanning" Zijn 17-koppige bemanning, afkomstig uit Vlaardingen, Monster, Noordwijk. Ter Heide- Goudswaard, IJmuiden en Alkmaar, is behouden op de wal gebracht. Alleen de kok. Kees Koene, liep bij een val van de trap in het vooronder, een hoofd wond op. Wat schipper Van der Lely echter voor- al door het hoofd spookte, was het troos teloze beeld van de logger, half gezonken voor de Rozenburgse wal. tegenover de aanlegsteiger van de veerpont Maassluis- Rozenburg. De realiteit, dat hij sedert enkele uren een schipper was zonder •chip. kon hij nog niet verwerken. Daar bij kwam ook de financiële tegenslag om de hoek van de deur kijken. De verdien sten van een schipper worden immer» overwegend door de vangst bepaald? En het vangstseizoen sluit pas over twee maanden af- Althans voor loggers als de vL. 86, die uitsluitend de drijfnetvisserij kunnen beoefenen. De VL. 86 is nog een van de weinig overgebleven stoomloggers. in de volksmond ..Vlaardingse fietsen" genoemd. Een zeer oud beestje, gebouwd omstreeks 1900. Wellicht is deze ouderdom mede schuldig aan de schipbreuk. Het was de bemanning nog niet moge lijk een uitvoerige beschrijving te geven van de gang van zaken, zoals die op pa- Ana 1 beschreven staat. Tot de beman ningsleden bleken de Vlaardingers A. Hoogendam. J. M- Löke. Arie Hoogendam en T. de Bruin te behoren. Behalve de verbonden kok Kees Koene, troffen wa ook zijn zoon Jan, de stuurman van de VL. 86. aan. alsmede J. Dijkhuizen, al- had ult, Ter Heide. Stuurman Jan Koene aanval? nog geen verklaring voor de ofeetmnli?] Alles had zich in een oogwenk er zich een'rti ,^aE nog te bed,uusd om vormen. ZoveelL,n® .Voorstelling van te hoord gehaald en SI? 3 YaS "0g van opgeviste blazen nS? WerA' evenals de rederij van de l'o»ger VJ?CL naar de Vlaardingen, vervoerd. Dogger Mb- in Naast dit dieptepunt in als schipper heeft Kees van der Lely Uk een hoogtepunt gekend. Dat was in 1952. toen hij de Koningin in bijzijn van loco burgemeester J. L. Jonker en reder Hoo- gendijk, de traditionele Koninginneharing mocht aanbieden. Rue Piemontési. Door een toevallige samenloop van omstandigheden was het laatste werk dat wij in het Concertgebouw beluisterden en voor n bespraken. Mozarts Jupiter-sym- fonie, uitgevoerd onder leiding van Otto Klemperer in juli j.l. Het eerste werk, waarmee w\j in het nieuwe seizoen ge confronteerd werden, was eveneens de Jupiter-symfonie van Mozart. tRans ge" leid door Eduard van Belnum. Twee op vattingen, zo verschillend dat men nauwe lijks gelooft, met dezelfde compositie te maken te hebben. Men zou het onder scheid kortweg zó kunnen Klempererer zocht Jupiter. Van Beinum zocht Mozart. De Mozart zoals onze generatie die ziet. menselijk beheerst, dynamisch. De sym fonie. die we op het jongste ab™"e; m entsconcert te horen kregen, streefde niet naaf bet kolossale, visionaire, al thans niet openlijk. Ze was a-romantisch, en hield haar emoties, in het onbeschrijf lijk schone Andante, misschien zelfs wat ai te ver onder de oppervlakte. Maar niettemin bezat ze overtuiging, wijsheid, en vooral vaart. Een enkele schomme ling daargelaten werd ze fraai en accu raat gespeeld. Hoofdschotel was deze avond Mahlers Lied von der Erde; ook daar kon men voelen voor van Beinums interpretatie. Men kant de problemen die vastzitten aan dit werk, ze zijn waarlijk niet gering. Behalve diverse dode of afstervende pun ten heeft het zijn uiterst gecompliceerde instrumenatie die gewild of niet, dat blijve in het midden de vocale solisten voortdurend geweld aandoet en hen voor de aantrekkelijke keuze stelt, in het orkestvolume te verdrinken of zichzelf te overschreeuwen. Van Beinum heeft kool en geit ge spaard door ten eerste solisten te kiezen met zeer krachtige organen, en ten twee de het orkest in zijn begeleidende functie te retoucheren voor zover het artistiek verantwoord is. Men zou over detais in tempi en accentuering misschien hier en daar van mening kunnen verschillen (kwam er bijv. van de sluipende violen- achtsten in het tweede lied ditmaal niet wat te weinig over het voetlicht, en van de „tegenspelende" hobo te veel?). Doch over het geheel genomen hoorden wij het „Lied von der Erde" in een weergave vol stuwkracht, piëteit en liefde, die ons er toe bracht, op de eeuwige vraag of dit stuk niet „passé" raakt, met overtuiging neen te schudden. En dat danken we op de eerste plaats aan Van Beinum. Op de tweede plaats danken we dat aan de tenorsólist Ernst Haefliger. Niet enkel vanwege het supreem gemak, waarmee hij deze moeilijke partij zingt, maar vooral ook om de doorleefde, dramatische „voorstelling" die hij van zijn liederen gaf. Die jonge dichters in hun paviljoen van porselein!! De vergankelijkheid van hun scherts en hun jeugd, zoals ze door de weerspiegeling in het vijvertje, „alles auf dem Kopfe stehend", wordt gesuggereerd! Nog nooit hebben wij dit tafereel zo su bliem en speels, zo beeldend en tegelijk onwezenlijk, horen zingen als door Ernst Haefliger, Het was de triomf van de hele avond. Nan Merriman ontwikkelt zich, ook in Europa, tot een der meest vooraanstaande Opname van de drieling uit Finstencol- de, v.l.n.r. Grietje, Ellie en Jantje Prins, in het R--K. Ziekenhuis te Winschoten. Zij werden zaterdag te Finsterwolde ge boren. alt-mezzo's. Dat is te begrijpen, want zij bezit een prachtige stem. Maar de indruk die zij vorig jaar in de „Lieder eines fahrenden Gesellen" wekte: dat ze met Mahler nog niet overweg kan. werd ook thans niet geheel uitgewist. Haar vertol king had stellig fraaie momenten, maar miste te vaak spanning. De „Einsame im Herbst" werd er een beetje vervelend door en aan de kosmische apotheose „ewig blauen licht die Fernen" van het slot kwam ze feitelijk niet toe. Ik weet niet in hoeverre hier ook tech niek en uitspraak moeilijkheden een rol kunnen spelen; haar intonatie was meer dan eens aan de lage kant. Haar stem klinkt overal gaaf maar ligt nergens „open", waardoor het timbre al te e8aaR zelfs een beetje star wordt. Wanneer Nan Merriman zich werkelijk vertrouwd wil maken met de liedkunst uit het Duitse cultuurgebied, zou ze eigenlijk het oor nog eens goed te luisteren moeten leggen in Wenen of een ander centrum van dat cultuurgebied. H. N. het leven van de leek grotendeels bepaalt. De dagtaak is voor deze vrouw nog niet een wezenlijk deel van het lekenleven. Zij was trou wens geen kantoormeisje en zij hoefde niet té werken voor het da gelijks brood. Maar ze had een dagtaak, en zij had haar plichten tegenover de vele vrienden des huizes. Onder die vrienden waren vele vrijdenkers. En haar echt genoot vooral legde er zich op toe haar ontrouw te maken aan de leer van Christus. Jarenlang heeft zij hem geheel alleen moeten weer staan. De sporen van deze ernst zijn in dit dagboek zeker na te wij-- zen. Elisabeth Leseur spreekt de taal van onze eigen tijd. Geen moment denkt men dat dit alles voorbij is. Toch is zij reeds gestorven in januari 1914. De wereld is sindsdien wel ver anderd en de uitingen van de mens zi.in ook wel anders dan toen. Maar Elisabeth Leseur bepaalt zich tot het wezenlijke dat in alle tijden hetzelfde is. Het voornaamste in d't boek is wel, naar het ons voorkomt, de belangstelling van Elisabeth Le seur voor de naastenliefde. Daar lag voor haar het zwaartepunt van het leven: in de mensen om haar heen. met wie zij te maken had. en die zij beminde. En alle theorie is vreemd aan deze naastenliefde. Elisabeth Leseur was een char mante vrouw, voor wie men be langstelling had. Zij was ook een ontwikkelde vrouw die Russisch kende, veel gereisd had en omgang had met professoren van de Sor- bonne. In de vrouwenbeweging spreekt men soms over de „moederlijk heid" van de vrouw, die anderen wil beschermen. Het doet goed, dat Elisabeth Leseur niet uitgaat van deze moederlijkheid, ea niet aan het aardse haar belangstelling voor de mensen ontleent. Zij was op de eerste plaats christin en haar naastenliefde begon bij Christus Die over de mensen regeert of re geren moet. Zij had ook belang stelling voor het eigen innerlijk leven, dat aan hoge eisen moet voldoen voor het de plannen van Christus enigermate dienen kan. Wij zijn er bijna zeker van dat dit boek, hetwelk een inleiding bevat van dr. B. A. M- Naaykens M S C„ zeer veel gelezen zal wor den Het is niet boeiend als een roman en het is misschien niet zo heel geschikt om in de retraite gelezen te worden tussen medita ties en conferenties in. Het is zelf bijna een retraite. De nieuwe ver taling van pater Molenaar M.S.C. is uitstekend, en doet ons terug denken aan het vele dat hij hagio grafisch heeft gedaan. Zal ook Elisabeth Leseur ooit een gecanoniseerde heilige wor den? Dit boek heeft zeker de macht om veel mensen dichter bij God te brengen, en om de belang stelling te geven voor de heiligheid. XN HET VORIGF boekenseizoen klein, maar ongewoon goed verscheen er op de markt een boek van de Hongaarse schrijf ster Christine Arnothy. Het werd in de Nederlandse vertaling uitge geven door Ad. Donker te Rotter dam, en het heette: „Ik ben vijf tien jaar en wil niet sterven." Dit boek behandelde 't beleg van Boe dapest en schreef zeldzaam zuiver en ontroerend over kleine en grote dingen. Wij zullen nooit vergeten, wat zij schreef over de dorstige paarden, en over de soldaat die het gevaar trotseerde, om zijn mede mensen te helpen. Hi' wordt neerge schoten, en in zijn bagage vindt men pakjes melkpoeder voor een baby in nood. Thans is er van dezelfde schrijf ster, die door niemand minder dan door George Duhamel werd gecom plimenteerd, opnieuw een boek ver schenen. Het heet in de Neder landse vertaling; „Gods Molens", en het werd in Nederland uitgege ven door dezelfde Rotterdamse uit gever. Aanvankelijk dachten wij dat de schrijfster het slachtoffer was geworden van de uitgever. Men zou het succes van het vorige boek mis schien willen herhalen. Dat is nu eenmaal zo de aard van uitgevers. Men wordt in deze slechte gedach te gesterkt, doordat het boek in het begin bijna honderd bladzijden lang zo verward is. Wel komen ook hier goede gedeelten voor. Wij denken aan die bij, die om haar le ven vecht, en tenslotte vertrapt wordt door een meedogenloze hak. Een episode als die van de pas toor die vanaf de preekstoel zegt dat hij' de absolutie zal weigeren aan wie gestolen goed in bezit heeft, daardoor hopend zijn enige meubi lair terug te krijgen is onfijn en valt volkomen uit de toon. Maar gaandeweg wordt hit duidelijk, met welk meesterschap de jonge schrijf ster van het na-oorlogse Boedapest schrijft. De angst van de mensen is wurgend. De kinderen op die school van die „roden" zijn mees terlijk gezien in hun vroege wijsheid en onbewogenheid. De ironische aanval van de poli tie commissaris op de vrouw en haar baby is met zeldzame beheerst heid geschreven. De armoede van de gewezen bourgeoisie en de adel is verschrikkelijk. En achter dit alles is de angst voor het nieuwe regiem waarvan de personen in dit boek het slachtoffer worden. Dit is een zeldzaam oprecht en suggestief geschreven boei -»er d« toestand achter het IJz—« Wij wensen het een ruime ding toe. kunstwerk maken. Overal moest men schoonheid zoeken, want „het is beter mooi te zijn dan goed". Wilde klaagde er over dat zelfs kunstenaars hier wei nig begrip van hadden. „Grote kunste naars geven al hun krachten aan hun kunst en zijn zelf grenzeloos vervelend", berispte hij. In 1882 vertrok hij naar Amerika waar hij twee jaar lang lezingen hield over de Beweging. Na zijn terugkomst in Engeland huwde hij de vermogende Constance Lloyd, die meer verliefd was op zijn charmes dan op zijn persoon. Zijn eigen adel en haar rijkdom ver schaften hem toegang tot de hoogste kringen. In de society was hij een geliefde en tevens gevreesde gast. Zijn briljante ge sprekken garandeerden boeiende par- tys, maar hij ontzag niemand, wanneer hij zijn geestigheden kwistig rondstrooi de. Vooral dames wist hij met zijn boutades te vermaken, hoewel hij nooit naliet hatelijkheden over het zwakke geslacht te debiteren. „Geen vrouw, lelijk of knap. heeft een greintje ver stand. Gezond verstand is het voorrecht van ons geslacht en wij mannen ziin zo altruïstisch, het nooit te gebruiken". In 1888 publiceerde hij de verzame ling „The Happy Prince and other Ta- les", gevolgd door weer een sprookjes bundel „The House of Pormegranates", „intended neither for the British child nor the British public", zoals hij zelf zei. Getuigden deze uitgaven van zijn fijnzinnig artistiek talent, ze werden vanwege inhoud en strekking met arg waan bezien. Zijn min of meer pro grammatische roman ..The Picture of Dorian Gray" deed velen openlijk par tij tegen hem kiezen en men ver weet hem immoraliteit en gewetenloos heid. Wilde genoot van dit rumoer rond Hem en liet niets na om zijn overdreven slechte reputatie te kunnen behouden. „Een ding maar is erger op deze we reld dan bekletst te worden: niet be- kletst te worden". In tijdschriftartike len en in zijn toneelstukken (o.a. Lady Windermere's Fan. A woman of no importance, an Ideal Husband. The im portance of being Earnest) gaf hij steeds weer blijk van zijn levensvisie en le vensstijl en hij vermocht steeds meer mensen te epateren. In zijn spelen is Wilde op zijn best. De intrige is doorgaans zeer simpel en onbeduidend, maar de epigrammen en aforismen buitelen in rijke verschei denheid over elkaar: Wij leven in een tijd, die te veel leest om verstandig en te veei denkt om mooi te zijn. Het enige verschil tussen een gril en de eeuwige liefde is dit: de gril is iets duurzamer. Ieder groot man heeft tegenwoordig zijn discipelen en het is altijd Judas, die zijn biografie schrijft. Iedereen kan een driedelige roman schrijven. Daar zijn slechts twee dingen voor nodig; volslagen onbekendheid zo wel met het leven als met de literatuur. Muzikale mensen zijn zo onverstandig. Ze willen altijd net dan, dat je volko men stom bent, wanneer je zelf wenst volkomen doof te zijn. Alleen domme mensen hebben aan het ontbijt lumineuze ideeën. Ondanks zijn cynisme, zijn geblaseer de uitlatingen, gijn barokke levenswijze en zijn gestileerde verveling, was Wilde een opgewekt, luchtig en edelmoedig man. Alles wat hij deed was pose, Hij hield er alleen maar van, de bourgeois te verbluffen en van zijn leven een sier lijk spel te maken, tot eigen en anderer genoegen. Pervers was hij allerminst en voor ieder die de sleutel tot zijn werk gevonden heeft is dit duidelijk. Op het toppunt van zijn roem, in 1895. raakte hij in proces met de markies van Queensberry die hij betichtte van smaad. De uitslag was voor hem ongun stig en hij werd tot twee jaar gevangen schap veroordeeld met dwangarbeid. Hij was niet geknakt na die jaren maar zijn beau monde nam hem niet meer op. Zijn laatste jaren sleet hij voorname lijk in Frankrijk onder de naam Sebas tian Melmoth. Geheel eenzaam stierf hij 30 november 1900 te Parijs. Nogmaals, er zijn vele bezwaren tegen Wilde aan te voeren, doch op zijn lite rair genie valt niet af te dingen. In zijn toneelstukken toont hij zich een veruk- kelijk causeur en zijn spitsheid is ver bluffend. Het is zo jammer dat geen van onze toneelgezelschappen het nodig geoordeeld heeft juist m dit herden kingsjaar weer eens iets van hem op het repertoire te nemen. De staten van Suriname hebben met •lgemene stemmen een ontwerp-veror- inzake de overneming van de Su- ,-„»«msche Bank (de circulatiebank) door het gouvernement, aanvaard. Ofschoon de oppositie misnoegen te kennen gaf over de wijze, waarop deze kwestie door de minister was behandeld, gaf zij haar stem aan het ontwerp, gezien het grote be lang daarvan. De minister deelde mee, dat het dek kingspercentage 50 tot 85 Pct. zal zijn. Wilde is een veel omstreden figuur. Nog steeds heeft hij vele vereerders en immer weer zijn anderen bereid een misprijzend oordeel over hem uit te spreken. Zijn persoon en zijn merkwaardig leven hebben aanleiding gegeven tot uiteenlopende waarderingen. Wat hiervan ook zij, wanneer men zich onbe vooroordeeld zet tot de lectuur van zijn werk, zal men moeten erkennen dat hier een ongemeen geestige, steeds verrrassende persoonlijkheid spreekt. Zijn extravagante ideeën en zeer aparte opvattingen mogen de argeloze lezer aanvankelijk enigszins verontrusten, spoedig zal hij het spel doorzien en intens genieten van zoveel levenszwier en precieuze humor. Hij zal bewon dering krijgen voor de stijl en geest van deze wufte en ontegenzeglijk deca dente vertegenwoordiger van het findesiècle. Oscar Wilde werd de 15de oktober 1856 te Dublin geboren. Hij groeide op in een hoog beschaafd milieu: Zijn va der was een befaamd geneesheer - we gens verdiensten geadeld zijn moeder genoot in Dublin vermaardheid als dich teres. Oscar studeerde aan het College van zijn geboorteplaats en ging vervol gens naar Oxford waar hij onder invloed kwam van John Ruskin en Walter Pa ter. de leiders van de zgn. Esthetische Beweging. Hij werd een vurig aanhanger en in woord en daad droeg hij de ideeën van de Beweging uit. Hij kleedde zich zeer buitenissig, droeg zijn haar opval lend lang. wandelde door de stad met een zonnebloem in de hand en tooide zijn kamer met pauwveren, lelies Chi nees porselein en bizarre kunstvoorwer pen. Door zijn intelligentie en verfijnde smaak werd hij de toonaangevende es theet en voornaamste figuur van de Be weging. die niet slechts een yernieu- wing van de kunst ,.an und fur sich nastreefde, doch het leven zelf kunst zinnig wilde sieren- De ware schoonheids minnaar moest van het leven zelf een 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 7