UW EIGEN BOEKENKAST
Vakantieherinneringen
Onze tekenaar in greep van Parijs
VOOR
OSCAR WILDE
1.86 voer in dichte mist op
kustvaarder
MOZART EN
MAHLER
In
1856 - 15 oktober - 1956
kifcvï."h,i
het Concertgebouw
Octave De Coninck
Dagboek en Gedachten"
Bizarintelligentgeliefdgevreesd;
cynisch en edelmoedig
Schipper an de Lely diep onder de indruk
"V"""
Roman van achter het
IJzeren gordijn
VRIJDAG 12 OKTOBER 1956
PAGINA 7
DRENTSCH-OVERIJSELSCHE
HOUTHANDEL
Voornemen om oude filiaal te
verkopen
HOGER DIVIDEND K.V.T.
wf Wateïl Waar VL 86 *e
Nog geen vergaring
Bemanning gered
ONTWERP CENTRALE BANK
IN SURINAME AANGENOMEN
MElLLtuP
70<*> LÏ5
C'tflA&K*
7*6* j
kb "Hft-lof*
Men zou zo zeggen, dat een vakantie toch moet uit
munten door rust en verkwikking. Tracht nu niet,
geachte lezer, de redenen te bevroeden, die mij noop
ten het turbulente Parijs op te zoeken inplaats van
een dolce far niente te genieten in de een of andere
landelijke omgeving. Iemand die het hele jaar door
zich bezig houdt met het vervaardigen van teke
ningen, gaat dan n.b. naar Parijs om er een paar pot
loden te verslijten. In derdaad, als ik in Frankrijk
ben, jeuken mij de vingers en kan ik het tekenen
niet laten. En dat was dan mijn vakantie. Vergeef mij
deze subjectieve uiteenzetting, het onderwerp dreef
mij echter in deze richting en een vakantieherinne
ring en de beschrijving ervan heeft noodwendig steeds
iets persoonijks.
Gezicht op de Sncrê-Coeur van ae
Boulevard de Rochechouart af.
®r zal wel geen stad ter wereld zijn,
in populariteit kan wedijveren met Pa-
r'Js. in weerwil van de vele grammofoon-
Platen van Johnnie Jordaan die het op
groot Mokum houden. Parijs heeft voor
vele mensen, die bereisd zijn, iets afge-
Zaagds. Het klinkt een beetje baIJaal'
5ectie^\Plu,iste afstand nemen ofti heP
neer ik ine?j0rdelen °f te ^''spreekt
over Pariis ^,0lland ben en men sp
ja, dat k»n "kn denk ik wel ?enI' i'eu
Maar lanneerkikwel' is kor
tere Of lan2er»lk.. mil dan weer na
over het schone' L^t^33 wn* baar
mijn geestdriftige hulde Meestal ging
per trein naar Parijs. Slechts één keer
n.l. in 1948 ging ik per au?!, Ook deze
keer ging ik op reis met het bénzinevoer-
tu'g op uitnodiging van my„ vriend. Piet
Europese- de ™eervoudige, nationale-,
ropese en Wereldkampioen biljarten,
tref1" S e cadrespeler, die een voor-
chauffeur is. bracht mij naar
«nkrijks hoofdstad met een gematigde
"aar constante snelheid Reeds in de
DuUrt van Brussel begint het klimmen
en dalen en is men eenmaal voorbij Mau-
beugp in Frankrijk, dan is het landschap
voor iemand die altijd het vlakke land
Sewend is, een grote en aangename ver
rassing. Een onmetelijk vêr uitzicht bied
ons dan zo'n heuveltop. Als reusachtige
golven liggen de heuvelen achter elkaar
tot zij zich ver aan de horizon verliezen
in een geheimzinnig paars-blauw. Wat
onmiddellijk opvalt in Noord-Frankrijk is
de verarming, de verwaarlozing aan ge
bouwen. Terwijl men bijna niemand op
straat ziet. zelfs (vooral) geen kind. In
tegenstelling hiermee verbaast het de op
merkzame toeschouwer, dat vele land
bouwers beschikken over de modernste
outillage. Met terzijdestelling van de voor
onze begrippen ontstellende verwaarlozing
is het hier zeer schilderachtig. Men moet
b.v. zo'n klein stadje als Avesnes eens
aandachtig beschouwen, zoals het daar
met zijn prachtig kathedraaltje op een
heuvel ligt. Maar het wordt verre over
troffen door het eveneens op een grote
heuvel gelegen L&on. Drie grote kerken
beheersen de hoogte, van welke de kathe
draal wel de grootste indruk achterlaat
Het panorama, dat hier van de hoogte
te zien va t. is waarlijk van grote schoon!
heid. Wat zou er hier wel te tekenen
zijn. Maar... ja... het reisschema staat niet
d nm- rb, hT J*es}°Pt wordt. Wij moeten
honderden kilometers „heenvre-
rhs u6n ordentehjke tijd in Pa-
an 'e komen. Zo snellen wij dan.
door Larouillies een plaatsje van slecht.»
ozo inwoners. Van Soissons kozen wij on
ze weg door het bos van Compiègne. Wat
een indruk dit op iemand maakt, die uit
een land komt, zo arm aan bomen als het
onze de laatste jaren is. laat zich niet ge-
hiakkelijk onder woorden brengen.
Het leven in Parijs is de laatste jaren
zeer duur geworden, dit is algemeen be
kend Een goede maaltijd is aan de dure
kant, in tegenstelling met enige jaren te
rug. Het logeren viel erg mee. Op de
kranen stond ehaud en froid en warem-
oel het klopte. De warmwaterkraan voor
zag mij inderdaad van warm water. Dat
heb ik zelfs vroeger wel eens anders mee-
Tussen alle métro-reizen en wandelingen
door'heb ik toch nog gelegenheid gevon
den tot schetsen. Ik heb de bekende her
kenningselementen van Parijs willen ver-
Rue de l'Elysée des Beaux Arts.
Rue Norving
mijden. Daardoor kwam ik tot het ma
ken van tekeningen, die niet zo opvallend
en bekend Parijsachtig aandoen. De on
derschriften bij de tekeningen geven een
nadere plaats-aanduiding weer.
Wat is er in Parijs toch veel schoons
en groots te genieten. Nu moet men mij
niet aan boord komen met de opmer
king, dat de vensterluiken wel eens een
kwastje verf nodig hebben enz. enz. La
ten wij in onze koele Hollandse precies
heid toch ook een open oog hebben voor
de majesteitelijke pracht, die hier toch
in zulke rijke mate aanwezig is, vooral
in de betere kwartieren.
Ik stond als aan de grond genageld toen
ik bij de vlam. die brandt ter ere van
de onbekende soldaat, de Avenue de
Neuilly afkeek, deze Avenue die tot de
gezichtseinder reikt. Aan de andere kant
zag ik in de diepte de Place de la Concor
de. Wat al wandelaars, wat al auto's, bus
sen enz. warrelen daar dooreen en
zonder remroengegier en zonder claxonge
toeter. Als voetganger voel je je daar
veel veiliger dan bij ons, waar het ver
keer toch nog maar een deeltje is van
dat der Seinestad. De auto's passeren de
voetgangers (ook daar waar geen strepen
of spijkers zijn) met de meeste welwil
lendheid. Zij zoeken zich wel een weg
langs u heen, van voren of van achteren
dat is bijzaak. Maar de voetganger wordt
er ontzien. Nergens ziet men ingewik
kelde verkeers-lichtinstallaties of politie-
verkeersregelaars in glazen huisjes zoals
m Schiedam Natuurlijk kan er misschien
wel eens iets scheef gaan, maar in de re
gel gaat het vlot. Ik heb in al die dagen
in Parijs het gegier van plotseling hevig
remmende wagens (wat hier in ons land
hoordin° en 3ns3ag n'e' éénmaal ge-
Het spreekt vanzelf, wanneer je met Piet
v. d. Pol in Parijs bent, dat je dan ook
®°"s .lneen biljartzaal gaat kijken. De
f.e Parijs. zelfs die van de
grote .academies, zien er niet bijster on
derhouden uit. Wat dat betreft is het bij
ons veel beter. Het cadre-spel wordt er
ook minder beoefend dan vroeger. Het
is bijna altijd drie-banden, dat men te
zien krijgt, hetgeen ik persoonlijk jam
mer vind. omdat voor mij cadre het
schoonste is. wat er op bet groene laken
vertoond kan worden.
Tout comme chez nous! Wij zien in ons
land ook, ten koste van libre en cadre,
steeds meer het drie-bandenspe] op de
voorgrond treden. En nu zijn we weer
in Rotterdam. Daar zal ik ook wel weer
aan wennen.
Aan een op 26 oktober a.s. te houden
algemene vergadering van houders van
de 4 pet obligatielening, groot ƒ500.000
ten laste van de N.V. Drentsch-Overijsel.
sche Houthandel zal toestemming worden
gevraagd om tot de verkoop over te gaan
van het oude filiaal te Hengelo daar men
per 1 november 1955 is overgegaan naar
het beter geoutilleerde en aanzienlijk
grotere bedrijf van de N.V. Houthandel
v'b Wesselink.
De realiseerbare waarde van het oude
bedrijf te Hengelo wordt door de directie
L*L op ƒ95.000; een vast bod van
f ïuu.üOO heeft men in handen. De waar-
de van de resterende terreinen in Coe-
fi7oe<v,nen En?.cbede wordt gesteld op
Vo.UOO. terwijl woningen aldaar ge
waardeerd worden op 61.000 en hout-
loodsen. kantoren fabrieksgebouwen e.d.
aldaar worden gesteld op ƒ443.000.
Over de besteding van de eventueel te
ontvangen gelden heeft men de volgen
de gedacht: a) financiering van vergrote
voorraden i.v.m. uitbreiding van de za
ken in Twente door overname Wesselink;
en b) investering in middelen ter opvoe
ring van de produktivitelt.
Directie en commissarissen der n.v.
Kon. Vereenigde Tapijtfabrieken te Moor
drecht zullen aan de a.s. algemene ver
gadering van aandeelhouders een voorstel
doen tot uitkering van een dividend over
het afgelopen boekjaar van 15 (v.j. 14)
pet. op de gewone aandelen en van 7 4/5
(V-.1. 7 3/5 pet, op de preferente aandelen.
IN 1925 VERSCHEEN bij de
uitgeverij Paul Brand te Bus-
sum het boek „Dagboek en
Gedachten" van de begaafde Fran-
gaise Elisabeth Leseur, die wel
licht ooit heilig zal verklaard wor
den. Er waren toen nog geen Le-
seurgroepen, en de belangstelling
voor Elisabeth Leseur moest nog
grotendeels gewekt worden. Tot
dit wekken zal wel iets bijgedra
gen zijn door de romantische bij
zonderheid, dat Elisabeth Leseur
getrouwd was met een vrijdenker,
die zich later bekeerde en pater
Dominicaan werd. Het boek was
vertaald door Anna van der Bilt.
Thans is dit boek opnieuw ver
taald en opnieuw gedrukt, en het
heeft zeker een grotere versprei
dingsmogelijkheid dan de eerste
druk. De belangstelling voor Eli
sabeth Leseur is immers vrucht
baar geworden in vele Leseur-
groepen, waarvan de leden zich
niet alleen interesseren voor Eli
sabeth Leseur, maar ook voor
haar ernstige pogingen om een hei
lige te worden. Juist de leden van
deze groepen, onder wie zich vele
vooraanstaande en ontwikkelde
vrouwen bevinden, zullen dit boek
willen lezen.
Men zal in dit boek de sporen
vinden van een wijde belangstel
ling, die in een ontwikkelde en ge-
emancipeerde vrouw kan veron
dersteld worden. Zij stelde belang
in de opvoeding vooral. Maar al
die problemen van de wereld ver
dwijnen voor de belangstelling die
Elisabeth Leseur had voor haar hei
liging. Wij kunnen bij dit boek
waarschijnlijk nog niet spreken
van lekenspiritualiteit in de mo
derne zin. Er wordt te weinig in
geschreven over de dagtaak die
We troffen de stoere schipper Kees v
ltik y reeds 36 j®1"®" VisSf rorse-
aan V *erneergeslagen in zijn woning
UnréekA" >hy juist "it Maassluis was te-
van d, ?,es Sekapseisd ligt. De snelboot
had mRtSpolitk te «aten de RP. 1».
nadat V'^rdingen genomen,
88 niets meer XiV' d" ft? °P Ik ben
al 20 iaar „„ï,- e verrichten. ,'Ik ben
thuiskwam een van ziin dochters
hand9 zii J vroeg wat is hier aan de
all6snog van niets- Zij kon var,
thuis zou 7itt€nn' n'*13'™ dat haar vader
sen. le was immers
nnSt u'tgevaren op jacht naar de
onder de Engelse wal? Het wa*
zevende reis dit seizoen met d-
Kees van der Lely zat boordenvol zor
gen. Als schipper draagt hij de v«vant"
woordelijkheid voor schip en bemanning"
Zijn 17-koppige bemanning, afkomstig uit
Vlaardingen, Monster, Noordwijk. Ter
Heide- Goudswaard, IJmuiden en Alkmaar,
is behouden op de wal gebracht. Alleen
de kok. Kees Koene, liep bij een val van
de trap in het vooronder, een hoofd
wond op.
Wat schipper Van der Lely echter voor-
al door het hoofd spookte, was het troos
teloze beeld van de logger, half gezonken
voor de Rozenburgse wal. tegenover de
aanlegsteiger van de veerpont Maassluis-
Rozenburg. De realiteit, dat hij sedert
enkele uren een schipper was zonder
•chip. kon hij nog niet verwerken. Daar
bij kwam ook de financiële tegenslag om
de hoek van de deur kijken. De verdien
sten van een schipper worden immer»
overwegend door de vangst bepaald? En
het vangstseizoen sluit pas over twee
maanden af- Althans voor loggers als de
vL. 86, die uitsluitend de drijfnetvisserij
kunnen beoefenen. De VL. 86 is nog een
van de weinig overgebleven stoomloggers.
in de volksmond ..Vlaardingse fietsen"
genoemd. Een zeer oud beestje, gebouwd
omstreeks 1900. Wellicht is deze ouderdom
mede schuldig aan de schipbreuk.
Het was de bemanning nog niet moge
lijk een uitvoerige beschrijving te geven
van de gang van zaken, zoals die op pa-
Ana 1 beschreven staat. Tot de beman
ningsleden bleken de Vlaardingers A.
Hoogendam. J. M- Löke. Arie Hoogendam
en T. de Bruin te behoren. Behalve de
verbonden kok Kees Koene, troffen wa
ook zijn zoon Jan, de stuurman van
de VL. 86. aan. alsmede J. Dijkhuizen, al-
had ult, Ter Heide. Stuurman Jan Koene
aanval? nog geen verklaring voor de
ofeetmnli?] Alles had zich in een oogwenk
er zich een'rti ,^aE nog te bed,uusd om
vormen. ZoveelL,n® .Voorstelling van te
hoord gehaald en SI? 3 YaS "0g van
opgeviste blazen nS? WerA' evenals de
rederij van de l'o»ger VJ?CL naar de
Vlaardingen, vervoerd. Dogger Mb- in
Naast dit dieptepunt in
als schipper heeft Kees van der Lely Uk
een hoogtepunt gekend. Dat was in 1952.
toen hij de Koningin in bijzijn van loco
burgemeester J. L. Jonker en reder Hoo-
gendijk, de traditionele Koninginneharing
mocht aanbieden.
Rue Piemontési.
Door een toevallige samenloop van
omstandigheden was het laatste werk dat
wij in het Concertgebouw beluisterden en
voor n bespraken. Mozarts Jupiter-sym-
fonie, uitgevoerd onder leiding van Otto
Klemperer in juli j.l. Het eerste werk,
waarmee w\j in het nieuwe seizoen ge
confronteerd werden, was eveneens de
Jupiter-symfonie van Mozart. tRans ge"
leid door Eduard van Belnum. Twee op
vattingen, zo verschillend dat men nauwe
lijks gelooft, met dezelfde compositie te
maken te hebben. Men zou het onder
scheid kortweg zó kunnen
Klempererer zocht Jupiter. Van Beinum
zocht Mozart.
De Mozart zoals onze generatie die ziet.
menselijk beheerst, dynamisch. De sym
fonie. die we op het jongste ab™"e;
m entsconcert te horen kregen, streefde
niet naaf bet kolossale, visionaire, al
thans niet openlijk. Ze was a-romantisch,
en hield haar emoties, in het onbeschrijf
lijk schone Andante, misschien zelfs wat
ai te ver onder de oppervlakte. Maar
niettemin bezat ze overtuiging, wijsheid,
en vooral vaart. Een enkele schomme
ling daargelaten werd ze fraai en accu
raat gespeeld.
Hoofdschotel was deze avond Mahlers
Lied von der Erde; ook daar kon men
voelen voor van Beinums interpretatie.
Men kant de problemen die vastzitten
aan dit werk, ze zijn waarlijk niet gering.
Behalve diverse dode of afstervende pun
ten heeft het zijn uiterst gecompliceerde
instrumenatie die gewild of niet, dat
blijve in het midden de vocale solisten
voortdurend geweld aandoet en hen
voor de aantrekkelijke keuze stelt, in het
orkestvolume te verdrinken of zichzelf
te overschreeuwen.
Van Beinum heeft kool en geit ge
spaard door ten eerste solisten te kiezen
met zeer krachtige organen, en ten twee
de het orkest in zijn begeleidende functie
te retoucheren voor zover het artistiek
verantwoord is. Men zou over detais in
tempi en accentuering misschien hier en
daar van mening kunnen verschillen
(kwam er bijv. van de sluipende violen-
achtsten in het tweede lied ditmaal niet
wat te weinig over het voetlicht, en van
de „tegenspelende" hobo te veel?). Doch
over het geheel genomen hoorden wij het
„Lied von der Erde" in een weergave vol
stuwkracht, piëteit en liefde, die ons er
toe bracht, op de eeuwige vraag of dit
stuk niet „passé" raakt, met overtuiging
neen te schudden. En dat danken we op
de eerste plaats aan Van Beinum.
Op de tweede plaats danken we dat aan
de tenorsólist Ernst Haefliger. Niet enkel
vanwege het supreem gemak, waarmee
hij deze moeilijke partij zingt, maar
vooral ook om de doorleefde, dramatische
„voorstelling" die hij van zijn liederen gaf.
Die jonge dichters in hun paviljoen van
porselein!! De vergankelijkheid van hun
scherts en hun jeugd, zoals ze door de
weerspiegeling in het vijvertje, „alles auf
dem Kopfe stehend", wordt gesuggereerd!
Nog nooit hebben wij dit tafereel zo su
bliem en speels, zo beeldend en tegelijk
onwezenlijk, horen zingen als door Ernst
Haefliger, Het was de triomf van de hele
avond.
Nan Merriman ontwikkelt zich, ook in
Europa, tot een der meest vooraanstaande
Opname van de drieling uit Finstencol-
de, v.l.n.r. Grietje, Ellie en Jantje Prins,
in het R--K. Ziekenhuis te Winschoten.
Zij werden zaterdag te Finsterwolde ge
boren.
alt-mezzo's. Dat is te begrijpen, want zij
bezit een prachtige stem. Maar de indruk
die zij vorig jaar in de „Lieder eines
fahrenden Gesellen" wekte: dat ze met
Mahler nog niet overweg kan. werd ook
thans niet geheel uitgewist. Haar vertol
king had stellig fraaie momenten, maar
miste te vaak spanning. De „Einsame im
Herbst" werd er een beetje vervelend
door en aan de kosmische apotheose
„ewig blauen licht die Fernen" van het
slot kwam ze feitelijk niet toe.
Ik weet niet in hoeverre hier ook tech
niek en uitspraak moeilijkheden een rol
kunnen spelen; haar intonatie was meer
dan eens aan de lage kant. Haar stem
klinkt overal gaaf maar ligt nergens
„open", waardoor het timbre al te e8aaR
zelfs een beetje star wordt. Wanneer Nan
Merriman zich werkelijk vertrouwd wil
maken met de liedkunst uit het Duitse
cultuurgebied, zou ze eigenlijk het oor
nog eens goed te luisteren moeten leggen
in Wenen of een ander centrum van dat
cultuurgebied. H. N.
het leven van de leek grotendeels
bepaalt. De dagtaak is voor deze
vrouw nog niet een wezenlijk deel
van het lekenleven. Zij was trou
wens geen kantoormeisje en zij
hoefde niet té werken voor het da
gelijks brood. Maar ze had een
dagtaak, en zij had haar plichten
tegenover de vele vrienden des
huizes. Onder die vrienden waren
vele vrijdenkers. En haar echt
genoot vooral legde er zich op toe
haar ontrouw te maken aan de leer
van Christus. Jarenlang heeft zij
hem geheel alleen moeten weer
staan. De sporen van deze ernst
zijn in dit dagboek zeker na te wij--
zen.
Elisabeth Leseur spreekt de taal
van onze eigen tijd. Geen moment
denkt men dat dit alles voorbij
is. Toch is zij reeds gestorven in
januari 1914.
De wereld is sindsdien wel ver
anderd en de uitingen van de mens
zi.in ook wel anders dan toen. Maar
Elisabeth Leseur bepaalt zich tot
het wezenlijke dat in alle tijden
hetzelfde is.
Het voornaamste in d't boek is
wel, naar het ons voorkomt, de
belangstelling van Elisabeth Le
seur voor de naastenliefde. Daar
lag voor haar het zwaartepunt van
het leven: in de mensen om haar
heen. met wie zij te maken had.
en die zij beminde. En alle theorie
is vreemd aan deze naastenliefde.
Elisabeth Leseur was een char
mante vrouw, voor wie men be
langstelling had. Zij was ook een
ontwikkelde vrouw die Russisch
kende, veel gereisd had en omgang
had met professoren van de Sor-
bonne.
In de vrouwenbeweging spreekt
men soms over de „moederlijk
heid" van de vrouw, die anderen
wil beschermen. Het doet goed,
dat Elisabeth Leseur niet uitgaat
van deze moederlijkheid, ea niet
aan het aardse haar belangstelling
voor de mensen ontleent. Zij was
op de eerste plaats christin en haar
naastenliefde begon bij Christus
Die over de mensen regeert of re
geren moet. Zij had ook belang
stelling voor het eigen innerlijk
leven, dat aan hoge eisen moet
voldoen voor het de plannen van
Christus enigermate dienen kan.
Wij zijn er bijna zeker van dat
dit boek, hetwelk een inleiding
bevat van dr. B. A. M- Naaykens
M S C„ zeer veel gelezen zal wor
den Het is niet boeiend als een
roman en het is misschien niet zo
heel geschikt om in de retraite
gelezen te worden tussen medita
ties en conferenties in. Het is zelf
bijna een retraite. De nieuwe ver
taling van pater Molenaar M.S.C.
is uitstekend, en doet ons terug
denken aan het vele dat hij hagio
grafisch heeft gedaan.
Zal ook Elisabeth Leseur ooit
een gecanoniseerde heilige wor
den? Dit boek heeft zeker de
macht om veel mensen dichter bij
God te brengen, en om de belang
stelling te geven voor de heiligheid.
XN HET VORIGF boekenseizoen
klein, maar ongewoon goed
verscheen er op de markt een
boek van de Hongaarse schrijf
ster Christine Arnothy. Het werd
in de Nederlandse vertaling uitge
geven door Ad. Donker te Rotter
dam, en het heette: „Ik ben vijf
tien jaar en wil niet sterven." Dit
boek behandelde 't beleg van Boe
dapest en schreef zeldzaam zuiver
en ontroerend over kleine en grote
dingen. Wij zullen nooit vergeten,
wat zij schreef over de dorstige
paarden, en over de soldaat die het
gevaar trotseerde, om zijn mede
mensen te helpen. Hi' wordt neerge
schoten, en in zijn bagage vindt men
pakjes melkpoeder voor een baby
in nood.
Thans is er van dezelfde schrijf
ster, die door niemand minder dan
door George Duhamel werd gecom
plimenteerd, opnieuw een boek ver
schenen. Het heet in de Neder
landse vertaling; „Gods Molens",
en het werd in Nederland uitgege
ven door dezelfde Rotterdamse uit
gever. Aanvankelijk dachten wij dat
de schrijfster het slachtoffer was
geworden van de uitgever. Men zou
het succes van het vorige boek mis
schien willen herhalen. Dat is nu
eenmaal zo de aard van uitgevers.
Men wordt in deze slechte gedach
te gesterkt, doordat het boek in het
begin bijna honderd bladzijden
lang zo verward is. Wel komen
ook hier goede gedeelten voor. Wij
denken aan die bij, die om haar le
ven vecht, en tenslotte vertrapt
wordt door een meedogenloze hak.
Een episode als die van de pas
toor die vanaf de preekstoel zegt
dat hij' de absolutie zal weigeren
aan wie gestolen goed in bezit heeft,
daardoor hopend zijn enige meubi
lair terug te krijgen is onfijn en
valt volkomen uit de toon. Maar
gaandeweg wordt hit duidelijk, met
welk meesterschap de jonge schrijf
ster van het na-oorlogse Boedapest
schrijft. De angst van de mensen
is wurgend. De kinderen op die
school van die „roden" zijn mees
terlijk gezien in hun vroege wijsheid
en onbewogenheid.
De ironische aanval van de poli
tie commissaris op de vrouw en
haar baby is met zeldzame beheerst
heid geschreven. De armoede van de
gewezen bourgeoisie en de adel is
verschrikkelijk. En achter dit alles
is de angst voor het nieuwe regiem
waarvan de personen in dit boek
het slachtoffer worden.
Dit is een zeldzaam oprecht en
suggestief geschreven boei -»er d«
toestand achter het IJz—«
Wij wensen het een ruime
ding toe.
kunstwerk maken. Overal moest men
schoonheid zoeken, want „het is beter
mooi te zijn dan goed". Wilde klaagde
er over dat zelfs kunstenaars hier wei
nig begrip van hadden. „Grote kunste
naars geven al hun krachten aan hun
kunst en zijn zelf grenzeloos vervelend",
berispte hij.
In 1882 vertrok hij naar Amerika waar
hij twee jaar lang lezingen hield
over de Beweging. Na zijn terugkomst
in Engeland huwde hij de vermogende
Constance Lloyd, die meer verliefd was
op zijn charmes dan op zijn persoon.
Zijn eigen adel en haar rijkdom ver
schaften hem toegang tot de hoogste
kringen.
In de society was hij een geliefde en
tevens gevreesde gast. Zijn briljante ge
sprekken garandeerden boeiende par-
tys, maar hij ontzag niemand, wanneer
hij zijn geestigheden kwistig rondstrooi
de. Vooral dames wist hij met zijn
boutades te vermaken, hoewel hij nooit
naliet hatelijkheden over het zwakke
geslacht te debiteren. „Geen vrouw,
lelijk of knap. heeft een greintje ver
stand. Gezond verstand is het voorrecht
van ons geslacht en wij mannen ziin zo
altruïstisch, het nooit te gebruiken".
In 1888 publiceerde hij de verzame
ling „The Happy Prince and other Ta-
les", gevolgd door weer een sprookjes
bundel „The House of Pormegranates",
„intended neither for the British child
nor the British public", zoals hij zelf
zei. Getuigden deze uitgaven van zijn
fijnzinnig artistiek talent, ze werden
vanwege inhoud en strekking met arg
waan bezien. Zijn min of meer pro
grammatische roman ..The Picture of
Dorian Gray" deed velen openlijk par
tij tegen hem kiezen en men ver
weet hem immoraliteit en gewetenloos
heid. Wilde genoot van dit rumoer rond
Hem en liet niets na om zijn overdreven
slechte reputatie te kunnen behouden.
„Een ding maar is erger op deze we
reld dan bekletst te worden: niet be-
kletst te worden". In tijdschriftartike
len en in zijn toneelstukken (o.a. Lady
Windermere's Fan. A woman of no
importance, an Ideal Husband. The im
portance of being Earnest) gaf hij steeds
weer blijk van zijn levensvisie en le
vensstijl en hij vermocht steeds meer
mensen te epateren.
In zijn spelen is Wilde op zijn best.
De intrige is doorgaans zeer simpel
en onbeduidend, maar de epigrammen
en aforismen buitelen in rijke verschei
denheid over elkaar: Wij leven in een
tijd, die te veel leest om verstandig en
te veei denkt om mooi te zijn.
Het enige verschil tussen een gril en
de eeuwige liefde is dit: de gril is iets
duurzamer.
Ieder groot man heeft tegenwoordig
zijn discipelen en het is altijd Judas, die
zijn biografie schrijft.
Iedereen kan een driedelige roman
schrijven. Daar zijn slechts twee dingen
voor nodig; volslagen onbekendheid zo
wel met het leven als met de literatuur.
Muzikale mensen zijn zo onverstandig.
Ze willen altijd net dan, dat je volko
men stom bent, wanneer je zelf wenst
volkomen doof te zijn.
Alleen domme mensen hebben aan het
ontbijt lumineuze ideeën.
Ondanks zijn cynisme, zijn geblaseer
de uitlatingen, gijn barokke levenswijze
en zijn gestileerde verveling, was Wilde
een opgewekt, luchtig en edelmoedig
man. Alles wat hij deed was pose, Hij
hield er alleen maar van, de bourgeois
te verbluffen en van zijn leven een sier
lijk spel te maken, tot eigen en anderer
genoegen. Pervers was hij allerminst en
voor ieder die de sleutel tot zijn werk
gevonden heeft is dit duidelijk.
Op het toppunt van zijn roem, in 1895.
raakte hij in proces met de markies
van Queensberry die hij betichtte van
smaad. De uitslag was voor hem ongun
stig en hij werd tot twee jaar gevangen
schap veroordeeld met dwangarbeid. Hij
was niet geknakt na die jaren maar zijn
beau monde nam hem niet meer op.
Zijn laatste jaren sleet hij voorname
lijk in Frankrijk onder de naam Sebas
tian Melmoth. Geheel eenzaam stierf hij
30 november 1900 te Parijs.
Nogmaals, er zijn vele bezwaren tegen
Wilde aan te voeren, doch op zijn lite
rair genie valt niet af te dingen. In zijn
toneelstukken toont hij zich een veruk-
kelijk causeur en zijn spitsheid is ver
bluffend. Het is zo jammer dat geen
van onze toneelgezelschappen het nodig
geoordeeld heeft juist m dit herden
kingsjaar weer eens iets van hem op het
repertoire te nemen.
De staten van Suriname hebben met
•lgemene stemmen een ontwerp-veror-
inzake de overneming van de Su-
,-„»«msche Bank (de circulatiebank) door
het gouvernement, aanvaard. Ofschoon de
oppositie misnoegen te kennen gaf over
de wijze, waarop deze kwestie door de
minister was behandeld, gaf zij haar stem
aan het ontwerp, gezien het grote be
lang daarvan.
De minister deelde mee, dat het dek
kingspercentage 50 tot 85 Pct. zal zijn.
Wilde is een veel omstreden figuur. Nog steeds heeft hij vele vereerders en
immer weer zijn anderen bereid een misprijzend oordeel over hem uit te
spreken. Zijn persoon en zijn merkwaardig leven hebben aanleiding gegeven
tot uiteenlopende waarderingen. Wat hiervan ook zij, wanneer men zich onbe
vooroordeeld zet tot de lectuur van zijn werk, zal men moeten erkennen
dat hier een ongemeen geestige, steeds verrrassende persoonlijkheid spreekt.
Zijn extravagante ideeën en zeer aparte opvattingen mogen de argeloze lezer
aanvankelijk enigszins verontrusten, spoedig zal hij het spel doorzien en
intens genieten van zoveel levenszwier en precieuze humor. Hij zal bewon
dering krijgen voor de stijl en geest van deze wufte en ontegenzeglijk deca
dente vertegenwoordiger van het findesiècle.
Oscar Wilde werd de 15de oktober
1856 te Dublin geboren. Hij groeide op
in een hoog beschaafd milieu: Zijn va
der was een befaamd geneesheer - we
gens verdiensten geadeld zijn moeder
genoot in Dublin vermaardheid als dich
teres. Oscar studeerde aan het College
van zijn geboorteplaats en ging vervol
gens naar Oxford waar hij onder invloed
kwam van John Ruskin en Walter Pa
ter. de leiders van de zgn. Esthetische
Beweging. Hij werd een vurig aanhanger
en in woord en daad droeg hij de ideeën
van de Beweging uit. Hij kleedde zich
zeer buitenissig, droeg zijn haar opval
lend lang. wandelde door de stad met
een zonnebloem in de hand en tooide
zijn kamer met pauwveren, lelies Chi
nees porselein en bizarre kunstvoorwer
pen. Door zijn intelligentie en verfijnde
smaak werd hij de toonaangevende es
theet en voornaamste figuur van de Be
weging. die niet slechts een yernieu-
wing van de kunst ,.an und fur sich
nastreefde, doch het leven zelf kunst
zinnig wilde sieren- De ware schoonheids
minnaar moest van het leven zelf een
4