DE BLANKE IN AFRIKA Uren met Graham Greene mmm Cafégesvrekken met een trouwe vriend MENEER SEVEREIJNEN e maar noodzakelijke documentatie Afschuwelijk Ronald matt hews HESHN Nieuws van Walter Breedveld NIGERIA IS JONGER DAN ANTHONY EDEN Jeugdervaring OPERETTE VAN BRIGHTON ROCK? De nieuivste roman van Walter Breedveld Meneer Severeynen" beves tigt de kwaliteiten en de tekorten van deze romancier. Tot die kwaliteiten behoort de gave van het vertellen. Ook met dit boek over de eigengereide schoolmeester, die in een religieus sterk verdeeld dorp tussen Maas en Wa.al de vooruitstrevende, katholiek speeltzal geen lezer, zich vervelen. Tal van eigenaardige dorps gebeurte nissen bieden de schrijver kansen zijn verteltalent bot te vieren. Juist in dit botvieren evenwel ligt ook de minder sterke zijde van Breedvelds kunnen. Zijn zucht tot detailleren, steeds maar weer kleine conflicten uitwerken, mi lieus beschrijven, uiterlijke kleinighe den noteren, doet hem gemakkelijk de greep op het gegeven als geheel ver liezen. Dat gegeven is in Meneer Se vereynen" toch al mager, de proble matiek van een modern en breed den kend katholiek, die gewapend met een paar gretige vuisten en een brutale mond de achterstand van een geeste lijk verstard dorp geforceerd tracht in te halen en zich daardoor tenslotte Hoopgevend is daarentegen een uit spraak van de bekende (nationalistische) historicus prof. Walter Görlitz in „Die Welt" van 26 mei j.I. Wie de in dit boek verzamelde documenten bestudeert, al dus prot. Görlitz, begrijpt, waarom Duits land in de laatste oorlog ondanks alle offers van het Duitse volk niet de over winning mocht behalen. Het leven in noviciaat is voor hen die het nooit hebben beleefd, een geheimzinnige affaire. Men zegt, dat de tijd van noviciaat de gelukkigste is in het leven van de kloosterling. Het zal wei zo zijn. Maar een ding vol geheimen blijft het. Een gewoon mens die in zijn leven overstapt naar het klooster, moet aan vele dingen wennen die hij nooit heeft gekend. Hij moet zich andere idealen gaan stel len en hij moet weten, dat hij zijn eigen toekomst niet zal maken zoals hij dat zelf wil. Deze geheimzinnige tijd van het noviciaat wordt voor ons aan schouwelijk gemaakt in een boek van Benedict Kiely, die schrijft over het noviciaat in een Iers mannenklooster. Kiely heeft er geen spannend verhaal van gemaakt. Er is nauwelijks sprake van een verhaal. Wij horen over de verschillende leden van een groep novicen, en over een tweetal wordt iets meer gezegd. Wij horen over de praktijken, die voor jonge klooster lingen althans in het begin, maar moeilijk als gewoon te zien zijn, over lange wandelingen, het werk in de keuken, de retraite en de dagelijkse meditatie, het stipt op tijd zijn en zelfs over een onaangenaam ding als de discipline. Maar het wordt allemaal met een voorname terughoudendheid verteld, terwijl daaromheen een prachtige humor rankt. Vooral de gesprekken van de novicen en hun gezonde zelf spot zijn uitermate geestig. Het schijnt ons toe, dat de sfeer van het noviciaat uitstekend getroffen is. Meer dan een preek over de vol maaktheid van het kloosterleven kan dit bij de Fontein uitgegeven boek, dat „Gods Proeftuin" heet, de harten winnen. Het is een vreugde en een rust om zich in dit kalme en geestige boek te verdiepen. in het milieu onmogelijk maakt, heeft bijvoorbeeld lang niet zoveel om het lijf als het thema van zijn vorige boek „Hall en Hefferley", dat'wij heel wat hoger aanslaan. Ook „Hexspoor"dat enige gelijkenis niet „Meneer Severey nen" vertoont had een krachtiger uit werking van de hoofdpersoon en diens levensproblematiek, dan dit nieuwe boek. Maar ondanks de bezwaren mag „Meneer Severeynen" als een vlot lees bare, goed vertelde katholieke roman gelden. Tegelijk met de roman verscheen een klein bundeltje, dat met nogal wat op hef wordt aangekondigd als een lite rair novum. Breedveld beschrijft er een aantal droombeelden of juister ge zegd eidetische beelden zoals hij ze met de scherpte van waarnemingsbeel- den soms voor zich ziet. De beschrij ving is vrij slap en ket bestaan van zulke beelden noch nieuw, noch onge bruikt door literaire kunstenaars. In hoeverre het boekje dan ook iets sen sationeels naar voren zou brengen op het stuk der literaire vernieuwing ver mogen wij niet in te zien. N.a.v. „Meneer Severeynen" en Om zwervingen door het eidetisch rijk" bei de door Walter Breedveld. Uitg. De Fontein, Utrecht. een grijze Arabische dorpeling, even eens met de karakteristieke hoofdbe dekking der Arabieren, met het bij schrift: „Joodse kop" en de vrkelaring: „Afgezien.van elke ras-theoretische be schouwing doet deze man, die nog de traditionele hoofdbedekking draagt, ons willekeurig denken aan een schoon en wilskrachtig volk". Om nog tc zwij gen over het feit, dat die hoofdbedek king in Christus tijd zeker niet in Pa lestina werd gedragen, het verduidelij ken van de Joodse oudheid met foto's van Arabieren is vooral in de tegen woordige situatie wat ongelukkig. Een Arabier, die dit in handen krijgt, zal hoogst beledigd zijn. En omdat de auteur in zijn commentaar op de oude kop besluit, dat dezè Arabische dor peling tot een schoon en ivïlskrachtig volk behoort, riskeert hij door de Jo den van tegenwoordig als anti-semiet tot worden gebrandmerkt. Ook andere bijschriften zouden met meer precisie gebaat zijn. Zo no. 8, waar de lezer moeite zal hebben een gemoderniseer de stad op de foto te herkennen. Enige tijd geleden kwam cr een werk uit, dat heette: ,Met dagelijks leven ten tijde van Jesus", waarin een massa ge gevens over de Palestijnse wereld wa ren samengebracht in m.in of meer lo gische samenhang, echter zonder noe menswaardige aandacht voor de tek sten van de Evangelies, die zij moes ten illustreren. Zo niet het boek „Pa lestina toen Jesus daar leefde" van El. Hofmans. De schrijver heeft wel een indrukwekkend aantal concrete gege vens over de levensomstandigheden van de Palestijnse wereld verzameld, maar deze zijn hier vemverkt enkel om het inzicht in de gewijde teksten te ver duidelijken. Het gaat deze professor aan het Sint-Paulus-seminarie te Dron gen erom, zijn lezer in te leiden in de onvergankelijke Evangelieteksten. Hij wil met zijn boek een dienende taak verrichten; en rekent erop dat zijn lezer voortdurend het Nieuwe Testament naast zich heeft om onder zijn kundige leiding de teksten te analyseren en on derling te vergelijken. Zo zegt Kanun nik Cerfaux het in zijn hartelijke woord vooraf: „Heeft men eenmaal de be hendigheidsoefeningen, die de schrijver quasi argeloos voortdurend aan zijn lezers oplegt, goed en wel achter de rug, dan zal men dus vele dingen we ten Men zal niet enkel kennen zon der dat men er zich rekenschap van gaf, dat men „studeerde", maar een zeer gevarieerde en zeer nauwkeurige wetenschap ook dit is nieuw in dit boek zal doorgedrongen zijn tot in het merg van geheugen en verstand. Zo werd, uit opsporing en eruditie, meteen een methode geboren: men heeft een werk-instrument veroverd toaarvan men zich voortaan naar har telust zal kunnen bedienen. Wij zullen in staat zijn tot waarachtige evange lie-lezing, exegetisch en geestelijk tcr- zelfdertijd". Minder gunstig dient het illustratie materiaal er af te komen. De 3I( afbeeldingen op de fotopagi na's (die in mijn exemplaar door een fout van de binder door elkaar zijn ge raakt) hebben een enkele bronvermel ding, hetgeen tegen de gewoonte is. No. Ij is op de top van de berg Tabor genomen (heus, meneer Hofmans, ik was er zelf bij) en daaronder leest' men: Betlehem en de woestijn van Ju- da. Op 7,5 km van Jeruzalem ligt het stadje als op een zadel gevormd door twee heuvelruggen. Op de achtergrond ziet men de troosteloze woestijn van Juda beginnen...". Afb. 16 is overge nomen uit het platenboek van Leconte, In de voetstappen van Jesus. Dit prach tige werk is op voor ons nog steeds on begrijpelijke wijze ontsierd door het middelmatige portret van een beslist niet knap Arabisch jongetje, dat bij de lezers een beeld van de jonge Jesus moet suggereren. Hier is dit portret overgenomen, met als bijschrift: Moods jongetje". Daarboven staat de kop van >,Het kind van de Sparrenhorst" van Jo Nabben is een opvallende ka tholieke roman, waarin beschreven wordt hoe de moederloze „kleine An" opgroeit tot een fijnzinnige jonge vrouw die de strijd tussen liefde en haat met haa.r leven moet bekopen. Een gevoelig geschreven boek. (Uit'g. N- V- Johan Mulders Uitgeversmij., Goudia). De N. Y. Times publiceert in de V. S. dagelijks 32 kolommen met buitenlands nieuws. Dat is één soort Amerikaanse grondigheid. De bekende Amerikaanse journalist John Gunther vulde een boek met 800 volbedrukte pagina's en 46 hoofdstukken over de politieke, econo mische en sociale situatie in Afrika. Dat is een ander soort Amerikaanse gron. digheid. Zeker, er zit verschil in de wijze van weergeven en commentariëren van de dagelijkse gebeurtenissen door het New- Yorkse dagblad en de „inside"-benadë- ring van problemen van hele wereld delen door Gunther. De „N. Y. Times" is in Europa terecht befaamd. Over Gunther, die behalve over zijn eigen werelddeel en nu dan over Afrika ook over Europa schreef, zijn hier wel eens minder aangename dingen gezegd. Met een zekere afgunst zullen de Nederlandse balletkunstenaars de kostbare bal letboeken doorbladeren, die buiten onze grenzen verschijnen. Thans heeft het eerste luxueus uitgevoerde boek over eigen balletprestaties het licht gezien. Het betreft voornamelijk de groei, het repertoire en de solisten van het Dallet der Lage Landen", hoewel de schrijfster Janet Sinclair, de echtgenote van de Rot terdamse Engelsman Leo Kersley, ook een uitermate nuttige inleiding in de sfeer van de balletkunst ten beste geeft waarbij de lezer geïntroduceerd wordt in de moeilijkheden van de danstechniek en van de choreograaf. Een aantal termen wit de danswereld wordt verduidelijkt en natuurlijk is het boek verlucht met vele fraaie foto's, Het Ballet der Lage Landen betreffend. De uitgever is: J. h. Gott- mer te Haarlem. quiet American" was toen nog niet ge publiceerd. Heel recent is het werk dus niet. Niettemin kan men uit Matthews le zenswaardige -notities enkele interes sante nieuwtjes omtrent Greene's plan nen te weten komen. Zo openbaart Mat thews dat Greene's volgende boek zich af zal spelen in een school. De held is een kleine jongen die bevriend wordt met zijn leraar-kostheer- Het fherna is „alle macht verderft, absolute macht verderft absoluut". De macht ligt in dit geval bij de jongen, en zij ontstaat doordat de edelmoedige leraar gebonden raakt juiist door het goede dat hij doet De jongen gaat zijn emotionele macht uitbuiten en als hij een geheime liefdes affaire bij zijn weldoener ontdekt legt hij het erop aan hem ten onder te bren gen en drijft hem tot zelfmoord. Om de achtergrond voor dit boek te vinden keerde Greene samen met Matthews terug naar Berkhamshed en bezocht er zijn vroegere „verbanningsoord". Ook laat Matthews Greene de plot vertellen van zijn volgende toneelstuk „The potting shed" waarin hij een mi- vraag schijnen te ontduiken, de mond die „tegelijk kieskeurig en medelijdend" is en d-ie altijd „je" zegt als zij „ik" bedoelt. En wat Matthews achter de borrel tafel noteert over Greene's boeken, moge heel intelligent en heel boeiend van stijl, zijn, het betekent voor de enigszins in de moderne letteren georiënteerde wei nig nieuws. Men kent Greene's enter tainments en zijn theologische thrillers en hun betekenis hier goed genoeg al zal niet iedereen weten, dat hij b.v. „Brigh ton Rock" begon te schrijven als het scenario voor een banale film. WAT het boek belangwekkend maakt is de achtergrond die het onthult van Greene's jeugd. Die jeugd werd vooral bepaald door één naar geestige ervaring. In de school waaryan zijn vader schoolhoofd was en die zich dus met zijn ouderlijk huis onder hetzelfde dak bevond, was hij gedwongen intern te worden. Daar namen zijn angsten, zijn walging en zijn verveling zorgwekkende proporties aan. daar ontwikkelde zich zijn wonderlijke zucht naar het s-pel met de levenskansen dat hij, gelijik de Russische soldaten, speelde met een revolver tegen zijn slaap, wetend dat een van de vijf kamers met een kogel geladen was- Daar groeide dat karak teristieke cynisme waarachter een diep gevoel voor de belangrijke dingen van het leven verborgen werd. het masker van de aan het bederf gehechte intel lectueel, de drieste Oxford-student, de avonturier aan de oorlogsfronten, waar achter de blik wanhopig zocht naar God. Hoe Greene's katholicisme zich ont wikkelde wordt in het boek op dejicate wijze geschetst, voornamelijk in ge sprekken naar aanleiding van wat als zijn katholieke romans gelden: „Brigh ton Rock". „The power and the glory". „The heart of the matter", „The end of the affair". Zijn laatste boek „The heeft een boek geschre- HHHfl ven over Graham Gree- S ne. Een boeiender onthulling, H zo lijkt het, kan men de H lezer van deze tijd niet aan- I bieden: het menselijk beeld S van een schrijver die tot de meest invloedrijke van dit H moment behoort. Maar mis- schien lijkt het boeiender dan HBH^H het in werkelijkheid is. Want fl de lezers die de romans van BSnSj^BB Graham Greene kennen en I wie kent ze niet? hebben BbM zich al lezend een beeld van WÊKÊ^ÊJP hem gevormd. Uit Greene's HHjPP romans rijst dit beeld met jar een bijna dwingende zeker- yMSg® heid op, het portret van een MMm niet bepaald gelukkige mens, f cynisch over die aspecten van het leven die voor de b,1- mecsten „geluk" betekenen. HHRhShh vol deernis met misdcelden en opgejaagden. en met een |mHM| vreemde nostalgie naar avon- - turen die hem het leven kun- H ncn kosten, het bccid van een katholiek die gekweld wordt door de laatste problemen van het leven: de barmhartigheid van God, de zin van het offer, hemel en hel, een problematiek die door z\jn virtuoze vertelkunst tot populaire gesprekstof is geworden. Heel ver, zo meent de trouwe Greenc-lezer te weten, kan de werkelijkheid niet af wijken van deze karakteristiek die Greene's werk onthult. Vooralsnog zal dan ook menigeen die het boek onder ogen krijgt minder worden geïntrigeerd door de vraag: „Wie is Greene?", dan door de vraag: „Wie is Ronald Matthews?". oefedden beiden met enig succes de journalistiek, bekeerden zich beiden om met een katholieke vrouw in het huwe lijk te treden, schreven beiden opzien barende boeken, bereisden beiden als oorlogscorrespondent de wereld en hou den er beiden van bij een goed glas In een karakteristieke pub te disputeren over literatuur en theologie. Van een aantal gesprekken in typisch Engelse restaurants, in West End, langs de Thames, in Greene's geboorteplaats Berkhamshed en in de gloeiende heuvels van de Cotswolds, geeft Matthews' boek de neerslag. Greene treedt er uit naar voren als de man die ongeveer is zoals zijn lezers weten dat hij is. Daar voegen de uiterlijke bijzonderheden nauwelijks iets bij: de slordige regenjas, de slecht geperste broek, de wat gebogen gestalte van een verstrooide geleerde, ,.de mager ste vermomming voor een ODgewonden schooljongen", de ogen die altijd een rakel laat gebeuren in de familie van een verstokte rationalist: de veertien jarige zoon die zich opgehangen bad. wordt weer levend doordat God het of fer aannam van zijn oom, een priester- Het is een typisch Greenjaans thema; de priester offert het liefste wat hij bezit, het geloof. Naast deze sinistere geschiedenis denkt Greene °ok aan andere werkobjecten. Zo loopt hij rond met het plan een operette te schrijven naar....- ..Brighton Rock" waarvoor hij zelf de liedjestek sten wil schrijven. Welnu, Matthews is een vriend en geestverwant van Greene. Die geestver wantschap werkt door tot in een merk waardig parellel lopende levensgang. Beiden zijn van school weggelopen, zij waren studiegenoten in Oxford, be- N. a. v. „Uren met Graham Greene" d'oor Ronald Matthews Vertaald en ingeleid door Valeer van Kerkhove Uitg. Desclee de Brouwer.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 9