Omzetontwikkeling in de meeste
branches bevredigend
Economische gevolgen van
politieke verwikkelingen
Kolenschaarste bestrijden met
indirecte middelen
Economische expansie in West-
Duitsland sterk verminderd
De wanhoop van liet stadsverkeer
SS
I
r
De vrouw superieur
9
Wegencongres gaat plannen
bespreken
Detailhandel in oktober
Verdere stijging prijzen
bunkerolie
Na stormdepressie
flinke buien
Prijs voor componist
Hans Kox
E.C.E. verwacht weinig invloed op tempo
an de expansie
533ste STAATSLOTERIJ 4e kIas 17® i^t
Slaat afremming te ver door?
Chartres in kleuren
foto's
Omzetten Albert Heijn
belangrijk hoger
VAN HART EN
VRIJDAG 14 DECEMBER 1956
PAGINA 9
Voedingsmiddelen
Duurzame consumptie
goederen
Genotmiddelen
Vergelijking met de
voorafgaande maand
Prijsstijging 1 pet. per jaar
Vermoedelijk onveranderd
dividend
Export naar V.S. op
recordhoogte
GEEN VERMINDERING
AMERIKAANSE HULP AAN
INDONESIË?
KLEIN TINOVERSCHOT
VOLGEND JAAR
Gevolgen olieschaarste
Extra belasting handels
balans
HET VERKEERSPROBLEEM
in de grote steden groeit met de
dag. De automobilist, de motorrij
der, de bromfietser, ja zelfs de
voetganger moet vechten voor
een plaatsje op de weg, wil hij
zich tijdens de spitsuren een pad
door de stad banen. Het vinden
van een parkeerplaatsje is dik
wijls een lot uit de loterij. Lopen
gaat (in de city) vaak sneller dan
rijden. Elk spitsuur betekent op
nieuw chaos. Men is het er over
eens: er moet iets gebeuren. De
vraag is alleen; wat
Geen luxe auto's in
binnenstad
Ringwegen'
Soepelheid geboden
Particuliere
parkeerterreinen
Belangen
Maak openbaar vervoer
populair
Uit de gegevens die door het Economi
sche Instituut voor de Middenstand zijn
gepubliceerd betreffende het omzetvcr-
joop in een aantal branches uit het mid
den- en kleinbedrijf gedurende oktober
31. kan worden afgeleid, dat in al deze
branches ten opzichte van oktober 1955
een toeneming van de geldomzet werd
behaald.
Bij de vergelijking van de geldomz'etten
in de genoemde twee maanden dient te
worden bedacht, dat de maand oktober
in 1956 weliswaar een zaterdag minder,
doch daarentegen twee ove-'ge verkoop-
daeen meer telde dan in 1955.
Gegroepeerd naar de aard der branches
kan het volgende met betrekking tot de
omzetwijzigingen worden opgemerkt.
Zoals uit de vorenstaande grafiek blijkt
varieerde de omzetstijging in oktober jl.
t.o.v. oktober 1955 in de vermelde voe
dingsmiddelenbranches van 2 tot 6%.
Wordt, de omzetontwikkeling van de
gunstigste tot de minst gunstige opvol
gende gerangschikt, dan verk-uigt men de
volgende opstelling: Slagersbedriif 4- 8%,
Detailhandel in aardappelen, groenten en
fruit 7%, Detailhandel in melk- en
zuivelprodukten 5% Krnideniersbedrijf
4% Bakkersbedrijf 2%.
De gunstigste omzetontwikkeling kan,
zoals hieruit blijkt, worden waargenomen
bij de slagerswinkels, terwiil de toene
ming van de geldomzet in het bakkers
bedrijf het minst gunstig was.
Met betrekking tot de omzet in het
slagersbedriif dient te worden opgemerkt,
dat de in 1956 gestegen vleesprijzen in
belangrijke mate tot de toeneming van
de geldomz'et hebben bijgedragen.
Wat betreft de vermelde branches in
duurzame consumptiegoederen kan ten
ten aanzien van de omzetontwikkeling in
oktober jl. de volgende rangschikking
naar branche worden gemaakt: Detail
handel in meubelen e.d. 35%, Kantoor
boekhandel 13%. Detailhandel in glas,
aardewerk, porselein en huishoudelijke
artikelen 11%. Boekhandel 10%,
Detailhandel in schoeisel -l 7%, Detail
handel in textielwaren 5%..
Bij deze groep stond de omzetstijging
jn <je meubelzaken wederom aan de spits,
jn de voorafgaande drie maanden was
dit namelijk eveneens het geval. De ge
ringste omzetvermeerdering werd be
haald in de detailhandel in textiel; de
stijging was in de verslagmaand van ge
lijke omvang als die in september jl. De
omzettoeneming in de overige branches
liepen niet belangrijk uiteen en varieer
de tussen 1 en 13%.
Het volgende beeld werd voor de ge
noemde branches in genotmiddelen ver
kregen; Detailhandel in tabaksfabrikaten
4- 5 pet., banketbakkersbedrijf 3 pet.,
'detailhandel in alcoholhoudende en alco
holvrije dranken 3 pet.
Het verschil in omzettoeneming m de
hiertoe behorende branches was in de
ver'lagmaand niet groot. Tn het banket
bakkersbedrijf en in de detailhandel in
alcoholhoudende en alcoholvrije dranken
werd een gelijke procentuele toeneming
waargenomen, die echter geringer was
De Comp. Shell de Venezuela heeft de
Prijzen voor sommige soorten ruwe olie
met 10 $-cts per barrel, of ongeveer 5 pet
verhoogd. De noteringen van Cabimas
ruwe oliën werden met 5 $-cts verhoogd.
De laatste verhoging vond plaats op 29
november j.l. en beliep 15 $-cts per bar
rel. Verwacht wordt, dat andere olie
maatschappijen spoedig hun prijzen zul
len aanpassen.
Voorts is het waarschijnlijk, dat de
Prijzen voor zware olie en bunkerolie C.
in het Caribische gebied verder zullen
worden aangepast, nu de noteringen voor
bunkerolie C. in het gebied van de Golf
van Mexico 2.40 tot 2.80 per barrel
belopen.
De stijging van de exportprijzen voor
zware stookolie heeft zich inmiddels ook
■weerspiegelt in de binnenlandse noterin
gen voor het Ver. Koninkriik. Twee maat
schappijen, Mobil Oil en Esso Petroleum,
hebben nl. de prijzen voor bunkerolie in
de sterlinghavens verhoogd. De prflzen
voor bunkerolie werden nl. met 6i sh.
per ton schern verhoogd tot 236 sh. per
ton, terwiil dieselolie 64 sh. 6 d. per ton
duurder werd en op 318 sh. belandde.
Gasolie werd met 66 sh. 6 d. tot 349 sh.
per ton verhoogd. Voor havens in de
nabijheid van de produktiegebieden be
draagt de prijsstijging minder.
De stijging van de prijzen voor bun
kerolie kan een zware last zijn voor de
seheepvaartmijen. Een schip in de wilde
vaart van 9.700 ton (12 knopen) zal de
kosten voor brandstof per dag met onge
veer 840 zien toenemen; voor een schip
van 9.570 ton (13 knopen) bedraagt dit
cijfer omstreeks 470. Een passagiers
schip van 28.000 ton zal haar kosten voor
olie per dag met bijna 8.400 zien stijgen,
terwijl dit bedrag voor een schip van
20 22.000 ton ongeveer 5.500 zal zijn.
Een verhoging van de vervoerstarieven
is in verband hiermee zeker niet uitge
sloten.
Shell, Mex en de British Petroleum
Comp. hebben in Engeland diverse prijs
verhogingen bekend gemaakt. De detail-
handelsprijs voor Shell X 100 en van
BP energol motoroliën zal met 1% d. per
Pint stijgen.
dan die voor de detailhandel in tabaks
fabrikaten.
Bij de vergelijking van de geldomzet in
de verslagmaand met die in september
j.l. dient te worden bedacht, dat in de
maand oktober j.l. weliswaar een zater
dag minder voorkwam dan in september
j.l., doch daarentegen drie overige ver
koopdagen meer.
In de voedingsmiddelensector daalde de
geldomzet van september op oktober j.l.
voor vier van de vijf in de grafiek ge
noemde brances. t.w. met 2 pet. voor het
slagersbedrijf en voor de detailhandel in
melk- en zuivelprodukten, met 3 pet. voor
het kruirieniersbedrijf en met 5 pet. voor
de detailhandel in aardappelen, groenten
en fruit. De geldomzet in het bakkers
bedrijf bleef in de genoemde maanden
ongewijzigd.
In de duurzame consumptiegoederen
sector steeg de omzet van september op
omzettoename in de overige branches
oktober j.l. aanzienlijk in een drietal
branches, t.w. in de detailhandel in
schoeisel en die in textiel, in welke
branches de stijging met resp. 31 en 42
pet. moét worder. gezien als een normaal
seizoenverschijnsel, alsmede in de detail
handel in meubelen, waar echter de stij
ging met 18 pet. belangrijk groter was
dan die inde overeenkomstige maanden
van voorafgaande jaren.
De omzet in de kantoorboekhandel en
in de detailhandel in huishoudelijke arti
kelen vertoonde van september op oktober
j.l. slechts een wijziging van geringe be
tekenis. In de boekhandel daarentegen
daalde de omzet met 18 pet., hetgeen ech
ter een voor deze branche normale
seizoen-fluctuatie mag worden genoemd.
In de vermelde genotmiddelenbranches
kwam van september op oktober j.l. een
omzetdaling van 2 pet. voor bij de detail
handel in tabaksfabrikaten en die in
alcoholhoudende en alcoholvrije dranken.
Daarentegen bleef de omzet in het banket
bakkersbedrijf in die maanden onge
wijzigd.
Een groot deel van de dag was het gis
teren stralend weer, maar in de namiddag
bereikte ons met grote snelheid een
actieve buienstoring, welke op tal van
plaatsen hagel, onweer en zware wind
stoten veroorzaakte. In Den Helder werd
zelfs een windstoot van 140 km per uur
geregistreerd. Vandaag begon de dag vrij
rustig, maar tegen de avond is opnieuw
stormweer te verwachten, veroorzaakt
door een depressie, die met een snelheid
van 100 km per uur de Oceaan is over
gestoken en nu langs N.-Schotland trekt.
Later in de avond zal het koufront pas
seren, waarna de wind gaat ruimen en
weer koudere lucht gaat aanvoeren. In
deze koudere lucht kunnen morgen weer
flinke buien worden verwacht en de tem
peratuur zal geleidelijk nog iets lager
komen. Het laat zich aanzien dat het een
onbestendig weekend gaat worden met
afwisselend opklaringen, buien en nog
vrij veel wind.
De Arnhemse culturele prijs voor 1956
is toegekend aan de componist Hans
Kox te Apeldoorn.
Hoewel van een volledige ontplooiing
nog niet kan worden gesproken, hetgeen,
gezien de jeugd van deze componist,
geen verbazing behoeft te wekiken. is de
jury van mening dat Hans Kox, vooral
blijkens zijn in 1955 geschreven strijk
kwartet, onmiskenbaar de beschikking
heeft over muzikaal inventieve krachten,
terwijl in genoeimd werk de reeds zeer
exacte en beheerste wijze van uitdruk
king opvallend is.
r
Deze eigenschappen en verworvenhe
den stempelen Hans Kox tot een compo
nist, van wie in de toekomst uitstekende
daden zijn te verwachten.
De uitreiking van de prijs zal plaats
vinden op vrijdag. 28 december a.s. des
avonds te 8 uur ten stadhuize te Arnhem.
Zelfs wanneer zo spoedig mogelijk de
min of meer normale economische be
drijvigheid terugkeert, zullen de gebeurte
nissen van de laatste tijd in Oost-Europa
en het Midden-Oosten zeker belangrijke
invloed hebben op de economie van de
Europese landen, zo merkt de Economi
sche Commissie voor Europa van de Ver.
Naties op in oen rapport, dat bestemd
is om in het economische kwartaalbulle
tin voor Europa te worden opgenomen
De economische terugslagen van de ont
wikkelingen in O.-Europa zijn van twee
erlei aard. aldus de E. C. E. In de eerste
plaats zijn daar de rechtstreekse verlie
zen. die veroorzaakt werden door de op
stand en de daarop volgende hevige ge
vechten in Hongarije, In de tweede plaats
voltrekken zich in Polen en Hongarije ver
gaande veranderingen van de economi
sche politiek, in het bijzonder ten aanzien
van de landbouw.
HOGE PRIJZEN
1000 met premie van 30.000 19597; premie van ƒ3000 21768; ƒ400 10409 200 5643
5808 7773 8672 16289 17352 1794
PRIJZEN VAN 80
1135 1713 2104 2906 2997 3710 3914 4332 5148 5169 5529 6457 6637 9344 9873 11588 12148
13391 14172 16332 16951 17577 17979 19946 20038 20567 20724 21156
NIETEN
1850 3195 3510 3583 4329 4844 4985 5042 5433 5462 5492 5508 6339 6963 6998 7048 7418
8001 8637 9047 9525 9648 9857 9943 10324 10532 10810 10901 11019 11374 11679 11900
12359 12576 12712 13960 14148 14325 14368 15006 15314 15363 16170 16227 16290 lfao66
17407 17425 17567 17974 18038 18184 18712 18926 19008 20032 20236 20420 20475 20785
21580 21892
De bijzondere raad van ministers der
Europese Gemeenschap voor Kolen en
Staal, die gisteren onder voorzitter
schap van prof. J. Zijlstra, Nederlands
minister van economische zaken, te
Luxemburg bijeen is geweest om de
moeilijke situatie op de Europese ko.
lenmarkt te bestuderen, heeft een spe-
winning te ontwikkelen, welke met na
me door gebrek aan arbeidskrachten
wordt beperkt om het verbruik v,an co
kes en schroot in de staalindustrie te
verminderen, en om zoveel mogelijk
voor de huisbrandvoorziening cokes
door briketten te vervangen. Volgens
de deskundigen moet, over een lange
ciale commissie opdracht gegeven uiter- periode, een gemiddelde stijging van de
i-n... j kolenprijs in de gemeenschap van 1 pet.
per jaar worden verwacht.
lijk einde januari a.s. voorstellen te doen
o>pdat de regeringen en de Hoge Auto
riteit concrete maatregelen kunnen over
wegen om de voorfcieningsmoeiliiklheden
der gemeenschap te overwinnen.
De deskundigen van de gemeenschap
zijn tot de slotsom gekomen, dat het in
de huidige omstandigheden geen aanbe
veling verdient een toestand van ern
stige kolenschaarste af te kondigen, die
in zou houden, dat de kolendistributie
in handen van de overheid zou komen.
Volgens de deskundigen is het beter zijn
toevlucht te nemen tot ..indirecte actie
middelen".
Om in het kolentekort, van de Euro.
pese Gemeenschap voor Kolen en Staal
te voorzien zullen in 1901 minstens 37
miljoen ton Amerikaanse kolen moeten
worden ingevoerd, vergeleken met «0
miljoen ton in 1956 en 16 miljoen ton m
1955.
In de komende twintig jaren zal Euro
pa steeds meer afhankelijk worden van
overzeese landen voor zijn grondstoffen-
voorziening. Tevens moet een regelma
tige stijging van de Europesekolenprij-
zen verwacht worden. Dit zijn de be
langrijkste bevindingen van een bijeen
komst van de commissie voor investe
ringen van de gemeenschappelijke ver
gadering der Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal, welke te Luxem
burg onder voorzitterschap van de Don-
se sociaal-democraat Joachim Schone
gehouden werd, ter bespreking van de
algemene doelstellingen op lange ter
mijn van de gemeenschap.
De commissie is verontrust over de
verwachte toeneming van de invoeren
van grondstoffen in de komende jaren
en over de te verwachten stijging van
de kolenprijs, welke een door Luxem-
brug over dit onderwerp gepubliceerd
memorandum laat doorschemeren.
Om te voorzien in de toenemende be
hoeften, zo werd gezegd, zal al het mo
gelijke worden gedaan, om de kolen-
Volgens
w°!j het bnito-nationale produkt in
v__ "Vu>tsland In het derde kwartaal
,."™i„3aar slechts 3.2 pot. bedragen,
gebrulkeliii? pct werd Kevormd door de
seizoensopleving. De eigen-
ÜrnJnkf fcC,?lng van het bruto-nationale
?,^wt fdr°eS slechts 0.7 pct. Op
Welijks 3 pet?* een tocneminS van nau"
eeWnffe^roei11! vej"Waoht' dat zelfs deze
geringe S m de komende kwartalen
niet zal k""nen worden gehandhaafd.
Dit alle economische indicators blijkt een
dal,ng van het tempo der economische
°rpansie enhet instituut acht het niet
fïogelijk, dat aan deze daling op korte
ermijn een einde komt.
Naar de mening van het instituut is de
daling van het groeitempo toe te schrij-
Sh aan de omstandigheid, dat de groei
11 1955, die 11 pct. bedroeg, buitensporig
eroot was. Verder brengt het instituut
ontwikkeling in verband met het
«jreven van de centrale bank de expan-
fIe af te remmen door een politiek van
ai'edietrestricties, waarmede omstreeks
«et midden van 1955 werd begonnen.
Destijds bleek het noodzakelijk te zijn
ue inveijteringsprograroma's op de lange
Instituut
°njisch Onderzoek heeft de
het Duitse
voer
reële
Een Belgische priester, leraar aan de
technische school van St.-Lievrin bij
Brussel, is erin geslaagd een foto-tech
nische prestatie t.e leveren van de eerste
orde. Pater A Dierick heeft nameliik
natuurgetrouwe foto's weten te vervaar
digen van de 176 gebrandschilderde ra
men van de kathedraal van Chartres.
Het werd tot dusver niet mogelijk ge
acht de talloze kleurschakeringen der
ramen in foto's neer te leggen, daar het
bereik der kleurenfilms tot dusver niet
zo ver reikte en geen enkele lens een
dergelijke graad van kleurgevoeligheid
bezat.
Pater Dierick heeft zijn prestaties ge
leverd met een zelf ontworpen telescopi-
sche lens. Thans bestudeert men nog de
talloze problemen teneinde van de foto's
getrouwe reproducties te maken.
De gang van zaken bij Albert Heyn NV
in 1956 is naar de directie mededeelt,
over het algemeen bevredigend geweest.
De omzetten waren belangrijk hoger dan
in het voorafgaande jaar. Ofschoon de
kosten gedurende dit jaar bleven stijgen
en de winstmarge per eenheid gelijk bleef,
kon het effect van de kostenverhogingen
althans tot dusverre, gecompenseerd wor
den door de hogere omzetten.
De verschillende bedrijven bleven be
langrijke investeringen vragen. Deze zul
len gedekt kunnen worden uit eigen mid
delen en uit de klantenobligaties.
Onvoorziene omstandigheden voorbe
houden verwacht de directie dat het di
vidend over 1956 vermoedelijk gelijk zal
zijn aan dat over het voorafgaande jaar.
(V.j. werd 9 pct plus 2 pct ten laste der
agio-reserve uitgekeerd).
termijn te herzien, maar thans heeft het
instituut de indruk, dat de oorspronke
lijk nagestreefde uitwerkingen van de
conjunctuurverzwakking dreigen om te
slaan in een onnodige belemmering van
de totale economische groei.
De Westduitse export naar de Ver.
Staten bereikte in oktober een na
oorlogs record van 48.3 miljoen, verge
leken met 44.3 miljoen in september,
aldus wordt van de zijde van de vereni
ging tot bevordering van de Duits-
Amerikaanse handel in Keulen meege
deeld.
De uitvoer van West-Duitsland naar
Canada, die eveneens in oktober een na
oorlogs hoogtepunt bereikte, beliep
9.773.000 vergeleken met 8.887.000 in
september.
In de eerste tien maanden van dit jaar
bedroeg de export naar de Ver. Staten
394.3 miljoen, hetgeen reeds 10.2 mil- De internationale Tinraad raamt, dat
Jnr? ™cer was dan In het gehele jaar er in 1957 een klein tinoverschot zal zijn
verwachting zal de totale vergeleken met een klein tintekort in '56.
Westduitse export naar de V.S. dit jaar i Volgens een communiqué van de raad
ras,490 mili°en hereiken, zijn de commerciële wereldvoorraden van
meer dan vorig tinmetaal gedaald tot naar raming 42.500
De woordvoerder van het Indonesi
sche ministerie van buitenlandse zaken
heeft persberichten tegengesproken, als
zou de Amerikaanse hulp aan Indone
sië worden verminderd. Hij weigerde
het juiste bedrag te noemen, dat de Ver.
Staten op grond van het Amerikaanse
hulpprogramma voor het lopende fiscale
jaar ter beschikking van Indonesië wil
len stellen, doch hij ontkende, dat de
Indonesische of de Amerikaanse rege
ring ooit zouden hebben verklaard, dat
Indonesië 35 miljoen zou ontvangen,
zoals in bedoelde persberichten werd ge
zegd. De minister van het staatsplan
bureau, ir. Djuanda, verklaarde, dat In
donesië nooit om 35 miljoen heeft ge
vraagd.
of ruim 100 miljoen
jaar.
1 ton.
Hej secretariaat van de E, C. E. acht
zich nog niet in staat de volledige gevol-
gn van de Hongaarse opstand te overzien
maar veronderstelt, dat naast de verlie
zen aan mensenlevens, een zeer ernstiee
en gevaarlijke daling van de levensstan
daard, met ernstige gevolgen voor de ge
zondheid. het onmiddellijke gevolg ervan
zal zijn en dat deze naar het schijnt zal
blijven bestaan totdat voldoende hulp
maatregelen genomen zullen zijn.
Het is al evenmin gemakkelijk, zo merkt
het secretariaat van de E, C. E. op, de
volledige gevolgen vast te stellen, die de
blokkering van het Suezkanaal en de
schade aan de oliebuisleidingen of de al
gemene toeneming der politieke spannin
gen door de jongste gebeurtenissen in het
nabije oosten, zullen hebben voor de eco
nomie der Westeuropese landen.
Al zal het volgens de E. C. E. mogelijk
zijn de gevolgen van het olietekort te ver
kleinen door de koleninvoer uit de Ver.
Staten enigszins te vergroten, toch moet
de mogelijkheid niet uitgesloten worden
geacht, dat de verminderde aanvoer van
stookolie tot resultaat zal hebben, dat do
industriële produktie in West-Europa be
neden het peil blijft, dat anders had kun
nen worden bereikt. Naar de mening van
de E. C. E. moet het echter mogelijk zijn
om althans in zekere mate de verminde
ring van de brandstoffenvoorziening in ie
der land zoveel mogelijk ten laste te laten
komen van die takken van nijverheid,
«aar het minste gevaar bestaat, dat een
produktiedaling een kettingreactie zal ont
ketenen die het gehele economische le
ven treft.
Een langdurige vervanging van de olie
uit het nabije oosten door olie uit Ameri
ka of een snelle uitbreiding van de kolen-
invoer zal een extrabelasting betekenen
van de Westeuropese handelsbalans met
het dollargebied.
De regeringen der Europese landen zul
len volgens de E. C. E. vermoedelijk ge
rechtigd zijn tot het nemen van maatre
gelen, die de invloed van de gestegen
vrachttarieven op het binnenlandse prijs
peil neutraliseren, althans totdat de ten
dentie op langere termijn gemakkelijker
kan worden overzien.
Daar de produktjegroei waarschijnlijk
langzamer zal worden en anderzijds de
consumptieve vraag als resultaat van de
benerking van het auto- en motorrijden
enigszins zal dalen, gelooft de E. C. E. dat
het inflatoire effect van de grotere invoer
uit het dollargebied niet groot zal zijn
Met betrekking tot de veranderingen,
die zich de laatste tijd hebben voorgedaan
in de betalingsbalanspositie van de West
europese landen, geeft de E. C. E. als haar
mening te kennen, dat de dalingen van
de goud- en deviezenreserves, welke zich
de laatste maanden hebben voorgedaan,
in de meeste gevallen weinig meer waren
dan een verlies van de stijgingen, die zich
het vorig jaar hadden voorgedaan. Het
tempo of de hardnekkigheid van de daling
der reserves is alleen ernstig in Frankrijk
Nederland en Ierland. In Nederland is
het peil van de reserves in verhouding tot
de invoer nog steeds redelijk bevredigend
Hierbij moet worden aangetekend, dat het
rapport van de E. C. E. betrekking heeft
op de ontwikkelingen tot medio oktober.
De afzet van personenauto's zal in de
onmiddellijke toekomst vermoedelijk na
delige gevolgen ondervinden van 't olie-
kort, maar voor het overige ziet de E.C.E.
weinig reden een verandering te verwach
ten in de algemene stijging van het ver
bruik.
Deze stijging alsmede de toenemende
investeringen in de meeste Westeurope
se landen en de aanhoudende groei van
de uitvoer doen verwachten, dat ook het
tempo van de algehele economische ex
pansie in de nabije toekomst weinig ver
andering zal ondergaan tenzij 'n verdere
daling van de vraag i.v.m. investeringen
in Engeland zal leiden tot 'n verdere ver
mindering van het tempo van de groei der
totale produktie in deze landen. Het ziet
er naar uit. dat zich het volgend Jaar een
dergelijke achteruitgang zal voordoen, als
niet een verandering in de regeringspo-
litiek of andere gebeurtenissen de ver
wachtingen der ondernemers wijzigen. De
mogêlijke gevolgen van de recente gebeur
tenissen in het nabije oosten vormen ech
ter een nieuwe bron van onzekerheid aan
gaande de toekomst.
De E. C. E. besluit haar overzicht van
de economische situatie in West-Europa
met een bespreking van de ontwikkelin
gen in de landbouw. Zij maakt melding
van de alg. opwaartse tendentie van de
ipriizen van landbouwproducten en zij
doet opmerken, dat in vele Westeuropese
landen de regering zich gesteld ziet voor
steeds moeilijker vraagstukken op het ge.
bied van de landbouwpolitiek. In zekere
mate zijn de moeilijkheden, die de meeste
regeringen der Westeuropese landen on
dervinden bij het volgen van een politiek
van inkomenspariteit voor de landbouw
sector. verbonden met de landbouwstruc
tuur in deze landen.
In vele gevallen is een groot gedeelte
van de agrarische bevolking werkzaam op
kleine boerderijen, waar de mogelijkhe
den van produktiviteitsverhoginig be
perkt zijn, of diie alleen dan economisch
kunnen worden geëxiploteerd, indien
men zich opbepaalde produkten toelegt.
Verhoging van het algemene peil der
■agrarische prijizen vormt op zich zelf nog
geen prikkel tot verhoging van de pro.
duktiveit. Protectie kan ;n feite pogingen
in die richting ontmoedigen.
In sommige landen kan evenwel
worden geconstateerd dat de regering ken
nelijk steeds meer onderscheid gaat, ma
ken bij het nemen van maatregelen ten
behoeve van 't reële inkomen in de agra
rische sector. De regeringen doen dit om
de landbouwers aan te moedigen tot gro-
dere effiency en een meer selectieve ex.
pansie van de produktie. Naar de mening
der E.C.E, kan echter zelfs de meest
energieke uitvoering van een dergelijke
politiek op het ogenblik nog weinig voor
uitzicht bieden op een onmiddellijke ver
andering in de algemene opwaartse be
weging der voedselprijzen. Eisen van or
ganisaties van landbouwers voor nieuwe
prijsverhogingen in het seizoen 1956-1957
zijn reeds gesteld of kunnen met enige ze
kerheid worden verwacht in West-Duits
land. Nederland. Zwitserland en Engeland.
(Van onze verslaggever).
Het Nederlandse Wegencongres heeft
deze brandende vraag tot onderwerp ge
maakt van zijn jaarlijkse congresdag,
die morgen in Utrecht zal worden ge
houden. Een aantal experts heeft reeds
een serie preadviezen uitgebracht; men
mag aannemen, dat deze de basis bevat
ten van een serie te verwachten maat
regelen.
Ir. M. Müller, hoofdplanoloog van de
gemeentelijke dienst wederopbouw en
stadsontwikkeling te 's-Gravenhage be
licht in zijn preadvies enkele voorstellen
tot het oplossen van het parkeerpro
bleem.
De maatregel, de gehele binnenstad
voor personenauto's tot' „verboden ge
bied" te verklaren, vindt hij een radicale
methode, die zeker effect zou sorteren,
omdat in feite de personenauto's het par
keerprobleem hebben geschapen. Uit
in Den Haag gehouden onderzoekingen
is gebleken, dat méér dan negentig pro
cent van de waargenomen parkerende
auto's, personenwagens waren. Maar, zo
zegt hij, deze maatregel zou voor de bin
nenstad dodend zijn. Het economische
leven zou zeer ernstig worden geschaad.
Ervaringen op dit gebied ontbreken: er
schijnt nog geen stad ook niet in Ame
rika de moed te hebben gehad, deze
rigoureuze beperking in te voeren. Uit
praktische overwegingen moet deze
maatregel welhaast onuitvoerbaar wor
den geacht.
De mogelijkheid tot het scheppen van
meer parkeerruimte ziet hij somber in.
Stedebouwkundig betekent het creëren
van ruimte het op ernstige wijze aantas
ten van de city. Financieel gezien wordt
het een uiterst kostbare zaak. Voor het
verkeer in de binnenstad zal het geen
enkele verlichting geven.
Als derde mogelijkheid noemt hij het
weren van bepaalde groepen auto's van
de openbare parkeergelegenheden in de
binnenstad. Hierbij wordt in het bijzon
der gedacht aan de z.g. langparkeerders,
zij, die op oneconomische wijze de par
keerruimte belasten. Automobilisten, die
zich langere tijd in de city willen ophou
den, zullen hun auto aan de rand van de
stad moeten laten staan en lopend of per
openbaar vervoermiddel hun weg ver
volgen. Gepleit wordt daarom voor be
hoorlijke parkeerterreinen langs de
„ringwegen'.
meter nuttig vloeroppervlak en wordt
in Washington een parkeerplaats op
twintig a vijfentwintig vierkante meter
als richtlijn aangehouden. Voor in ons
land dergelijke normen kunnen worden
opgesteld, zullen uitgebreide onderzoe
kingen nodig zijn.
De dreigende verkeerschaos maakt de
taak van de politie intussen niet gemak
kelijker. Hoofdinspecteur K. J. Müller,
chef van de Verkeerspolitie te Rotter
dam, zegt dienaangaande: Zou de politie
de verkeersvoorschriften zeer stringent
doen naleven, dan zou er van de vlot
heid van het verkeer weinig terecht ko
men. Een van de belangrijkste en moei
lijkste taken van de politie in het ver
keer is, de weggebruikers te dwingen
de theorie en de praktijk zo te mengen,
dat er sprake is van een optimale vlot
heid en veiligheid op de weg. De vlot
heid van het verkeer eist eenvoudig een
zekere tolerantie bij het toezicht op de
naleving der verkeersvoorschriften. Die
tolerantie ontstaat, doordat het onmoge
lijk is de verkeersvoorschriften steeds
aan de vaak snel veranderende verkeers
omstandigheden aan te passen. Zelfs al
is een verkeerswetgeving nög zo goed,
steeds zal de praktijk weer nieuwe eisen
stellen, waaraan niet onmiddellijk kan
worden voldaan.
Een parkeerplaatsje is vaak een
(in de city) sneller dan rijden -
er moet iets
lot uil de loterij lopen gaat
elk spitsuur betekent chaos
gebeuren
Wat betreft de inrichting van particu
liere parkeerterreinen zegt ir. Müller:
blijkbaar is de parkeernood in ons land
nog niet zo hoog gestegen, dat op enigs
zins grote schaal parkeergelegenheden
door particulieren worden aangelegd.
Doch in verband met de te verwachten
toeneming van de parkeerdruk, moet
bedacht worden, dat de overheid alléén
het vraagstuk niet kan oplossen. Het is
redelijk een bijdrage te vragen van die
instellingen, die een groot aantal auto's
aantrekken. In Amerika en Duitsland
bestaan hier al bepalingen voor. Zo eist
Hamburg voor warenhuizen in de city
een parkeerplaats per negentig vierkante
Auto's en nog eens auto's. In de grote steden wemelt het er van, en het gebrek
aan ruimte doet zich met de dag sterker gevoelen.
Dr. ir. F. Bakker Schut, hoofddirecteur
gemeentelijke dienst voor wederopbouw
en stadsontwikkeling te 's-Gravenhage,
voelt zich als stedebouwkundige het
hoofd van jut voor de verkeersdeskun-
digen enerzijds en de monumentenbe
schermers anderzijds. Beiden hebben be
langen. Ook hij ziet veel- heil in de z.g.
ringweg, die dan zo dicht als enigszins
mogelijk is om de city moet worden ge
legd. De diameter van de ring mag
maximaal één kilometer bedragen.
Wordt die afstand groter, dan dreigt af-
snoering van de binnenstad. Voor grote
steden zal één ring niet voldoende zijn;
men zal daar, voor verschillende zones,
verschillende ringen moeten aanleggen.
Mits een goede ringweg voor een goede
aan- en afvoer zorgt, ziet de opsteller
van dit advies geen gevaar voor het
leegbloeden van de city door een uit
tocht van bedrijven naar de buitenwij
ken. Bovendien, de binnenstad behoeft
niet in hetzelfde tempo als de stad mee
te groeien, omdat een uitbreiding van de
stadsoppervlakte decentralisatie van be
paalde activiteiten tengevolge moet heb
ben.
Tenslotte geeft ir. .W. Ybema, direc
teur van het gemeentelijk vervoerbedrijf
te Amsterdam zijn visie op het probleem.
Hij gaat er van uit, dat subsidie aan het
openbaar vervcfer en zorg voor een eigen
tracé voor dit vervoer de middelen zijn,
om aan de dreigende verkeerscongestie
het meest rationeel het hoofd te kunnen
bieden.
Men moet trachten het openhaar ver
voer populair te maken door opvoering
van de frequentie, uitbreiding van het
Ijjnennet en betere service. Straks zul
len verscheidene gemeentebesturen af
werende maatregelen moeten treffen ten
aanzien van personenauto's. Naarmate
het openbaar vervoer in staat is de
functie van de personenauto over te ne
men, zullen dergelijke maatregelen met
minder moeilijkheden gepaard gaan.
Open oog heeft ir. Ybema intussen
voor de psychologische factor in dit
vraagstuk, namelijk het verlangen naar
een privé-vervoermiddel, ongeacht of dit
nu een fiets, bromfiets, motorrijwiel of
auto is. Deze psychologische zijde kon
wel eens pas dan doorbroken worden,
zegt hij, als de verkeerschaos een feit is.
Talrijk zijn de hypothesen welke zijn
ontwikkeld in de preadviezen. Openbaar
vervoer onder de grond (dat zou 20 tot
40 miljoen per strekkende kilometer tun
nellengte kosten), verbanning van wiel
rijders, grootscheepse doorbraken, sprei
ding van de spits etc. Maar uit dit alles
blijkt, dat men van plan is ernst te ma
ken met de oplossing van dit probleem,
dat de uit hun wegen gegroeide steden
dagelijks en in toenemende mate teistert,
en dat in zijn gevolgen, naast ongemak
kelijke en oneconomisch, onder de hand
óók levensgevaarlijk is geworden.
De laatste jaren stijgt, we zouden
het bijna oneerbiedig willen noemen,
de koers van de vrouw, als wij dit
tenminste uit het aantal en de titels
van de boeken, die over haar ver
schijnen, zouden mogen afleiden. Ja,
de bibliotheek over de tweede sexe,
naar het woord van Simone de Beau-
voir, wordt nog steeds omvangrijker;
de plank lijkt nu wel haast door te
zakken en nog steeds is er het laatste
woord niet over gezegd. Iedere
vrouw zou intussen al die naarstige
psychologen, anthropologen, vorsers
naar vrouwelijke oergronden uit lief
hebberij of wetenschappelijke roeping
wel willen toeroepen dat de laatste
gronden van welk levend wezen dan
ook nu ^eenmaal niet te ontraadselen
zijn en er vrouwelijk ondeugend aan
willen toevoegen, dat een man zich
overigens gelukkig kan prijzen, als
hij één exemplaar van de tweede
sexe in dagelijkse observaties en in
nig samenleven weet leren te begrij
pen en aan te voelen.
Bij alle publikaties over dit onder
werp is een van de meest in het oog
springende feiten overigens, dat ze
vrijwel altijd over de vrouwelijke se
xe tout court gaan. Nooit eens iets
over groepen van vrouwen, vrouwe
lijke juristen, arbeidsters of ping-
pongsters. Toch lijkt ons de veronder
stelling niet gewaagd dat bij de voort
geschreden differentiatie van de vrou
welijke bezigheden ook de psyche
van de tweede sexe wel naar
de dagelijkse beslommering zal
„gaan staan"; er bewustzijnsveren
gingen kunnen optreden enz. al zal
dit niet licht zulke afmetingen aan
nemen als bij de man. Ook in die
gevallen waarin een vrouw niet in
het specifiek vrouwelijk vaarwater
blijft zal ze over het algemeen lan
ger een natuurlijkebescherming
genieten tegen beroeps-deformaties.
Dit zal dan wel verklaren waarom
we nog nooit een werk over „de man"
sec zijn tegengekomen. De vrouw
blijft meer verbonden aan haar oer
gronden, blijft meer de oorspronkelij
ke totaliteit behouden.
Overigens komt de „man" van
zelfsprekend in alle werken over de
vrouw als haar grote tegenspeler aan
bod. In de vorige eeuw als haar
meerdere; in tal van studies van de
nieuwe tijd als gelijke en warempel
in „De natuurlijke superioriteit van
de vrouw" van Ashley Montagu fei
telijk als haar mindere. Deze heetge
bakerde anthropoloog uit de V.S.,
doet ons een beetje aan Don Quichotte
in een gevecht met de windmolens
verwikkeld is.
Dat de vrouw op menig gebied van
wat de moderne psycholoog onder in
telligentie verstaat de man de loef
afsteekt, we dachten dat dit een al
gemeen aanvaard feit was, dat zeker
niet op zo'n verhitte manier als mijn
heer Montagu hanteert, verdedigd
hoeft te worden.
Ook het goed recht van de eigen
geaardheid der vrouwelijke zijnswijze
en het grote belang daarvan voor
maatschappij en wereld is een idee,
dat we allang als een verworven be
zit beschouwden. Desalniettemin
weet ook Montagu nóch met zijn als
sensationeel aangekondigde ontdek
king dat de vrouw haar superieure
eigenschappen aan de 2 X-chromoso-
men, die zich in de vrouwelijke erf-
massa zouden bevinden, dankt, noch
ook met zijn duistere definitie van
wat hij onder superioriteit verstaat,
te verklaren waarom de vrouw zo
weinig „groot" scheppend werk op
haar naam heeft staan.
Aanvankelijk schrijft ook hij dit toe
aan het minderwaardigheidsbesef van
de vrouw en haar ondergeschiktheid
aan de man, twee feiten, die overi
gens voor lang niet alle perioden en
cultuurpatronen van de historie op
gaan,m
Aan het eind van dit hoofdstuk komt
hij echter tot een contradictie in zijn
eigen betoog en dit is in de passage,
die we het meest sympathiek vinden.
Hij signaleert daar „dat hoe gunstig
de voorwaarden voor de vrouw voor
scheppende arbeid ook zullen zijn, zij
waarschijnlijk nooit zoveel crëeren zal
als de man, omdat zij al scheppend"
leeft." Wij voor ons zouden dit graag
door bezielend leeft'' willen vervan
gen. De vrouw voegt aan de wereld
waarmee ze in aanraking komt het
element van haar persoonlijke bezie
ling toe, zij schept daarmee als het
ware een nieuwe dimensie; de man
daarentegen creëert zich daarbovenuit
een „monument" in woord, systeem
of materie, in menig geval hiertoe
bezield door een vrouw.