Bedrijfsleven profiteerde
toegenomen vraag
van
Bruiloft van vier Hongaarse
paartjes in Den Haag
Optimisme met reserves in Tilburg
Nederlandse bloemen-
expositie in buitenland
Mr. S. A. M. Bottenlieim
overleden
Alles was reeds klaar in het vaderland
PAGINA 3
DONDERDAG 3 JANUARI 1957
„Lisse" naar Keulen
Grole figuur in Nederlands
muziekleven
In een tweetal artikelen gaan
wij nader in op de jongste
kerstrede van de H. Vader,
welke op 27, 28 en 29 decern- j
ber j.l. in extenso in dit blad
is gepubliceerd.
DR. J. R. STELLINGA
Bob de Lange in de
„Parvenu", de Neder
landse vertaling van
Molière's blijspel „Le
Bourgeois Gentilhom-
me" in de titelrol. On
der regie van Ton Lutz
voert het Rotterdams
Toneel dit stuk, waar
van op 1 januari de pre
miere was, gedurende
enige weken op.
lijkt ons deze uitspraak zeer op
merkelijk.
De Paus heeft er steeds op gewezen
en ook thans doet Hij dit weer zeer
uitvoerig dat om de vrede te winnen
twee dingen noodzakelijk zijn: 1. De
individuele mensen overal ter wereld
moeten bezield zijn van die „goede wil",
die juiste mentaliteit, die nodig is voor
het „vrede op aarde"; 2 Doch daarnaast
moeten er de juiste (juridische en
sociale) instellingen en organisatorische
„kaders" zijn om de vredeswil te kun
nen realiseren. Voor beide aspecten van
het vredeswerk heeft de Paus Zich
steeds in gelijke mate ingespannen en
ook thans definieert Hij bijv. voor de
christen de plicht om „mede te werken
tot het vinden van een oplossing op het
terrein van het openbare leven" Wan
neer echter de H Vader thans uit
drukkelijk verklaart, dat hervorming der
zeden urgenter is dan hervorming der
instellingen, dan mogen wij hieruit wel
licht afleiden, dat de Paus met stijgen
de ongerustheid die wilsgesteldheid bij
de individuele mensen ziet verdwijnen,
die nodig is voor de vrede, en dat Hij
juist op het gevaarlijke moment, waarin
wij ons thans bevinden, meer dan ooit
de nadruk heeft willen leggen op de
persoonlijke verantwoordelijkheid van
de individuele mensen voor de vrede.
De vrede is tenslotte niet zozeer een feit
dan wel een moreel gebod.
„Persoonlijke verantwoordelijkheid":
de eerste beide delen van de kerstbood
schap handelen bijna uitsluitend daar
over. Uitvoerig zet de Paus hier nog
eens uiteen hoe de persoonlijke verant
woordelijkheid van de individuele
vrije mens ten grondslag moet lig
gen aan alle handelen. Deze verant
woordelijkheid geldt in de betrekkingen
van de mens tegenover God, maar niet
minder in zijn relaties ten opzichte van
de anderen, de staat, de wereld. De mens
is nu eenmaal een totaliteit en de
Paus houdt niet op het te beklemtonen
men kan geen scheiding maken tussen
een verondersteld „puur-spiritueel" of
„puur-religieus" terrein en de andere
gebieden des levens. In al zijn daden
als staatsburger, als huisvader, als
employé, als regeerder, als werkgever
of hoe dan ook is de mens aan morele
normen gebonden. In dit verband heeft
de Paus Zich steeds uiterst krachtig
verzet tegen de mythe als zou de politiek
aan morele beoordeling onttrokken zijn.
De „ernstige breuk tussen leven en
christelijk geloof" noemt de Paus in
Zijn inleiding tot deze jongste kerst
boodschap de fout, die aan alle kwalen
van onze tijd ten grondslag ligt.
In het eerste gedeelte van Zijn bood
schap spreekt de Paus Zich ook veroor
delend uit over een aantal moraal-
psychologische opvattingen van onze
dagen, die het besef van de realiteit van
begrippen als „zonde" en „schuld" al
te zeer willen verkleinen, zulks onder
negering uiteraard, van de menselijke
ER is ieder jaar één dag, waarop
de internationale pers, hoe ook
gekleurd, grote aandacht besteedt
aan het woord van de H. Vader. Dat
is daags na de kerstboodschap, die de
Paus ieder jaar, meestal per radio,
tot de wereld richt om te spreken
over datgene wat Hem het meest aan
het hart ligt: de vrede. Dan zien wij
het gebeuren hoe bladen van de meest
verschillende tendenties zich op de
rede van de H. Vader storten, klaar
blijkelijk erop bedacht om daaruit
enkele „krasse" uitspraken te distil
leren, die het wel „doen" in de kop
pen op de voorpagina's.
Ieder jaar ook ziet men het gebeuren,
en dit jaar was geen uitzondering, dat
overigens toch serieuze bladen commen
taren leveren op de vredesboodschap
van de Paus, waaruit alleen maar blijkt,
dat men er totaal niets van heeft be
grepen. En hoe zou dat ook mogelijk
zijn? De Paus spreekt niet éénmaal per
jaar over de vrede, maar bij honderd
en één gelegenheden in de loop van het
jaar. En van al die andere even be-
hartenswaardige en opmerkelijke rede
voeringen van de Paus ziet men zelden
ook maar één enkel woord in de inter
nationale pers verschijnen. De belang
stelling voor het woord van de Paus
blijkt zich helaas maar tot één dag per
jaar te beperken, vooral wanneer de
Paus Zich in Zijn kerstboodschap heeft
uitgesproken over „actuele" onderwer
pen en indien deze uitspraken dan voor
politieke doeleinden gebruikt kunnen
worden. Zo gebeurde het o.a. nog het
vorige jaar, dat de communistische pers
munt meehde te kunnen slaan uit be
paalde uitspraken van de Paus over de
ontwapening. De niet-communistische
pehs is, op haar manier, vaak geen haar
beter wanneer zij het gezag van de Paus
poogt te misbruiken voor het nastreven
van bepaalde doeleinden, die in het ge
heel niets gemeen hebben met wat de
H. Vader beoogt.
Niet zelden heeft de Paus uiting ge
geven aan Zijn felle verontwaardiging
over dit misbruik van Zijn woord. Zulk
een misbruik van het woord van de
Paus is naar onze mening echter ook
dan aanwezig wanneer de pers de bood
schappen van de Paus behandelt op een
manier, die de indruk wekt alsof de H.
Vader hoofdzakelijk een aantal min of
meer „actuele" uitspraken over liefst
„politieke" aangelegenheden zou hebben
gedaan. De kern van alle Pausbood-
schappen, de onveranderlijke wijsgerige
grondslag, waarop de Paus Zijn „actuele"
uitspraken baseert, pleegt consequent
doodgezwegen te worden. Zo ook kan
het gebeuren, dat heel wat uitspraken
van de Paus, die door de pers in heilige
onschuld als „nieuw" worden bestem
peld, vaak heel wat minder nieuw zijn
dan men wel denkt.
Dit jaar is dit vreemde soort waar
dering voor het Pauswoord in de inter
nationale pers al bijzonder sterk naar
voren gekomen. De kerstboodschap heeft
sterk de aandacht getrokken en er wor
den tal van commentaren aan gewijd,
vooral natuurlijk aan het derde deel,
waarin de Paus Zich meer speciaal met
een aantal actuele vraagstukken bezig
houdt en enkele concrete oordelen for
muleert. o.a. over de structuur van de
V.N. en over het gedrag van de Sovjet-
Unie. Natuurlijk zijn deze praktische
uitspraken van eminent belang, maar het
valt moeilijk hier iets sensationeel
nieuws te ontdekken. Zij, die dit wel
menen te doen mogen zich de moeite
geven eens de vroegere boodschappen en
redevoeringen van de Paus na te lezen.
IETS wat hem, die de redevoeringen
van de H. Vader nauwkeurig
pleegt te volgen, veeleer in deze
jongste kerstboodschap als bijzonder
opvallend treft, is de verklaring van
de H. Vader aan het einde van het
eerste deel van de boodschap, dat
hervorming der instellingen is
niet zo urgent als een hervorming
der zeden". Gezien de huidige gevaar
lijke situatie in de wereld
„situatie", zegt de Paus, „die zijn
equivalent in het verleden niet heeft"
Voor ambacht en detailhandel is 1956
een goed jaar geweest.
De verwachtingen van het bedrijfsleven
voor de toekomst zijn in het algemeen
niet zonder optimisme, zo besloot de heer
Mannaerts, maar er zijn ook reserves in
verband met de economische spanningen
en de internationale politiek. Te verwach
ten valt. dat in het komende jaar van het
bedrijfsleven inspanningen zullen worden
gevraagd, welke alleen in een grote
geestelijke discipline zullen kunnen wor
den opgebracht en tot het beoogde doel
zullen kunnen leiden.
De belangstelling voor de tweede der
jaarlijkse tentoonstellingen van „Bloem-
iust" te Lisse was de laatste jaren niet
zo groot als het bestuur het gewenst had
en daarom heeft het besloten dit jaar de
tentoonstelling in Keulen te houden en
wel van Woensdag 20 tot en met zondag
24 februari. Het is de eerste keer in de
geschiedenis van het bloembollenvak. dat
een officiële tentoonstelling in het buiten
land wordt voorbereid. Aanvankelijk is
gedacht aan plaatsen in andere delen van
het land, maar de keus is tenslotte op
Keulen gevallen, omdat in het voorjaar
aldaar een grote internationale tuinbouw
tentoonstelling wordt gehouden.
Geëxposeerd wordt in een langwerpige
tentoonstellingszaal met een oppervlakte
van negenduizend vierkante meter bij het
station. Het wordt de eerste maal. dat
een tentoonstelling in haar geheel naar
het buitenland wordt overgebracht en
Nederlandse kwekers op vreemde bodem
met elkaar wedijveren om de bekroningen
Duitsers kunnen ook deelnemen aan de
Keulse expositie maar tot nu toe zijn geen
inschrijvingen binnengekomen.
vrijheid. Vooral voor ouders, opvoeders
en priesters schijnen deze opmerkingen
bedoeld. Dat de Paus echter in Zijn
kerstboodschap tot de gehele wereld
en niet bij een andere gelegenheid, die
daarvoor meer geschikt zou kunnen
lijken over deze vooral de opvoeding
rakende kwesties spreekt, onderstreept
wel duidelijk hoeveel waarde de Paus
hecht aan de rol van de individuele
mens de vrije mens voor de wereld
vrede en de vrede in de staat. „Een
moderne democratie.... moet falen voor
zover zij zich niet richt of niet meer
richten kan tot de individuele morele
verantwoordelijkheid van de burgers",
zegt de Paus nog eens uitdrukkelijk aan
het slot van het eerste deel van Zijn
rede. Hij heeft dit dikwijls gezegd. Hier
ligt het klaarste bewijs van het
praktische nut van de godsdienst voor de
staat. „In het leven van de staten zelf
spelen de kracht en de z*wakheid van
de mensen, de zonde en de genade een
kapitale rol. De politiek van de 20e
eeuw heeft niet het recht om te blijven
volharden in of de ogen te sluiten voor
de dwaling, die uit naam van een
laïcisme, dat niet door de feiten ge
rechtvaardigd is, de staat wil scheiden
van de godsdienst", zo zegt de Paus aan
het slot van het eerste deel van Zijn
boodschap Doch dit zijn de dingen zo
evident vol waarheid en wijsheid noch
tans waarover wordt gezwegen in de
koppen van de kranten.
IN het tweede deel van Zijn rede
staat de Paus stil bij een ander
thema, dat Hem dierbaar is en
waarover Hij veel heeft gesproken:
het thema van de rol der geschiede
nis bij de ontwikkeling der mens
heid. Vaak reeds heeft de Paus met
name verklaard, dat bij het scheppen
van instellingen om de wereldvrede
te verzekeren lering getrokken moet
worden uit de lessen van het ver
leden. Thans zegt de Paus met name,
dat ij del zijn alle pogingen om een
geheel nieuwe maatschappij op te
bouwen indien geen rekening wordt
gehouden met het verleden.
Hier wordt de fundamentele tegen
stelling tussen de christelijke en de com
munistische geschiedopvatting wel zeer
evident. De geschiedenis is niet uitslui
tend een proces van vooruitgang, van
progressiviteit (de communisten, die dit
in de twintigste eeuw nog verdedigen
zijn honderd jaar achter) en zij, die een
nieuwe maatschappelijke orde willen
scheppen zullen dit slechts kunnen doen
voorzover zij voortbouwen op de „solide
grondvesten" van het verleden. Deze
opvatting staat ook wel in krachtige
tegenspraak tot a*le revolutionair»
theorieën. De hier ^feschetste opvatting
is de uitdrukking varj een „authentieke
wil tot hervorming", zoals de Paus het
zegt. Hebben de „orthodoxe" communis
ten aangenomen, dat zulke wezens
bestaan ooit een begrip met meer
felheid van de hand gewezen dan juist
de gedachte aan hervorming?
Aanknopend bij de rol van de ge
schiedenis in de maatschappij laat de
Paus overigens niet na een praktische
richtlijn te geven, met name betreffen
de de hulp aan de onderontwikkelde
gebieden. De Paus zegt uitdrukkelijk'
„Deze overwegingen zijn minder vreemd
aan de werkelijkheid dan men wellicht
zou denken. Daarom wensen wij dan
ook, dat men er daar voor open staat,
waar men plannen maakt om het levens
peil in weinig ontwikkelde streken, de
zg. onderontwikkelde gebieden, te ver
hogen Het is zeker prijzenswaardig om
te pogen de bestaande sociale structuren,
die vatbaar zijn voor vooruitgang, te
verbeteren, doch het zou een dwaling
zijn de mens te ontrukken aan al zijn
tradities onder een beroep op de mo
derne techniek en organisatie. Als plan
ten, die aan hun omgeving zijn onttrok
ken en in een ongunstig klimaat worden
overgeplaatst, zouden deze mensen op
wrede wijze geïsoleerd worden om ver
volgens wellicht ten slachtoffer te val
len aan ideeën en tendenties, die per
slot van rekening niemand kan willen".
Bij Kon. besluit is met ingang van 1
januari benoemd tot secretaris van
de Raad van State dr. J. R. Stellinga,
thans raadadviseur van staat.