OP BEZOEK Voor kinderen door kinderen h MOEDER m bij mevrouw E. van Hal I-Ni jKoff Onderwijs en leerlingenschaal VAN 170 POPPEN V Dessins op plastiek- gordijnen Leni Nelissen-Roozen: Goedennacht w ZATERDAG 12 JANUARI 1957 PAGINA IK KEN HET VAK NOG NIET" (Van onze medewerkster) Aan de zuidrand van Amster dam, nog niet bereikbaar door een legaal pad, woont in een van de nieuwe flatgebouwen de nieu- ve burgemeester van Amster dam: mr. Gijsbert van Hall met zijn gezin. Het is wonderlijk te bedenken dat zo helemaal buiten het cen trum van de hoofdstad het gezin woont dat zó in het centrum van de hoofdstedelijke belangstelling is komen te staan. Amsterdamse van geboorte Groot voorrecht Ook journalistiek in In de Kerstvakantie hebben wij tijdens een verblijf in Denemar ken niet de verleiding kunnen weerstaan een Deense school bin nen te stappen. Het was een een voudige volksschool in het zeer kleine stadje Ebeltoft in N.-Jut land. Een treintje, bestaande uit egn locomotiefje, waar men in stapte, één wagon, plaats bieden de aan 30 mensen, en een goede renwagen, pufte als een amech tige oude grootmoeder door N.- Jutland en deed over 30 km 5 kwartier. Voorwereldlijke toe standen. Zou het er in de Deense school in dit land, waar geen land meer achter is, ook zo voorwereld lijk uitzien? ÜHiF ik Het kiezen van poppe- kleertjes Moeilijk afscheid doek. ie et*' Als we de grote zonnige kamers binnenkomen, kunnen we ons meteen voorstellen dat je hier nooit meer van daan wilt, hoe charmant op zichzelf ook het wonen aan de Amsterdamse grachten kan zijn. De ambtswoning aan de Herengracht zal het ditmaal zonder bewoners moeten stellen. We zien in gedachten hoe mevr. E. van Hall-Nijhoff in deze sfeervolle vertrekken „op adem" zal kunnen ko men van de vele beslommeringen die de belangrijke taak van eerste burge res ongetwijfeld voor haar meebrengt en hoe haar blik dan onweerstaanbaar zal worden getrokken naar het verre uitzicht over het Beatrixpark. Thans doen de kamers bijzonder feestelijk aan met al de „bloemgewor- den" felicitaties; een overvloed van orchideeën en een azalea zoals we nooit eerder zagen. Het interieur valt moeilijk te beschrijven: modern en toch niet, antiek en toch niet, maar juist deze combinatie geeft zoiets le vends aan het geheel: de bank bekleed met lichte stof naast het dikbuikige mahoniehouten kastje met de laden. En onze gastvrouw? De eerste indruk is die van levendigheid en charme. Ze is gekleed in een marineblauw jersey deux-pièces en draagt bij het lezen een donkere hoornen bril. Zelden za gen wij een bril zo flatteren. Maar ook wanneer zij de bril aan een dun ket tinkje om haar hals laat hangen of hem gebruikt ter onderstreping van haar woorden gaat er een onweer staanbare jeugdige invloed van haar uit. Mevrouw van Hall is Amsterdamse van geboorte en groot geworden te midden van een familie van boekhan delaren en uitgevers. Zij is een zuster van de actrice Loudi Nijhoff en een nicht van M. Nijhoff, de dichter. Zij studeerde destijds aan de Amsterdam se Universiteit geschiedenis en haalde haar kandidaats-examen. Maar als wij daarop door willen gaan, wimpelt ze dat af. „Praat daar maar niet over. Dat is al zo lang geleden. Ik ben het al bijna helemaal vergeten. Maar mijn jongste dochter (ik heb er 2) is nu pas begonnen, ook in Amsterdam." Hiy is het letterlijk en figuurlijk: LTiistoi- re se répète. De oudste dochter heeft gestudeerd aan de „Ecole du Louvre" in Parijs. Dat is een opleiding voor museumdi recteuren. Thans assisteert ze bij prof. Hammacher in Delft. Wij vragen haar of ze zich al een speciale voorstelling heeft gemaakt van de plichten die de benoeming van haar echtgenoot ook voor haar mee brengen. „Och," ze zucht er een beet je van. „Als ik het zo eens mag uit drukken: ik ken het vak nog niet en dat kan natuurlijk wel eens moeilijk heden opleveren. Maar innerlijk ben ik erg blij om de benoeming en ook bereid om alles te geven wat daarvoor nodig is. Wij hebben het besluit de be noeming te aanvaarden samen geno men en ik hoop dat ik mee zal kunnen helpen in zoverre dat van mij ge vraagd wordt. Graag zou ik me wil len beperken tot de wezenlijk be langrijke dingen. Zo hebben bijvoor beeld de zgn. buitengewone scholen mijn speciale aandacht. Uit ervaring weet ik de moeilijkheden die zich in de praktijk kunnen voordoen met een gehandicapt kind". Wij merken op dat het werk in de UW en het geven van cursussen aan groepen vrouwen, zoals zij dat in h?t verleden op „De Born" heeft ge daan, haar de nodige ervaring moeten hebben gegeven in het omgaan met anderen, ook buiten het eigen milieu. Door 'haar verblijf in het buitenland „ik woonde tijdens het begin van ons huwelijk in New York" zullen ook de ontvangsten van buitenlandse ge zelschappen met de daaraan verbon den taalproblemen voor haar geen onoverkomelijke moeilijkheid beteke nen. Dat zij in Amerika gewoond heeft toen ze jong was voelt zij als een groot voorrecht. „Je staat dan nog zo open voor al het nieuwe." Maar wie haar ziet merkt al spoedig dat zij ook thans nog een levendige interesse toont voor haar omgeving. „Ik ben bang dat er van mijn grote liefheb berij de grafologie niet veel meer zal kunnen komen. Zoudt u dat wel op schrijven? De mensen zijn er soms een beetje huiverig voor. Ze durven je dan alleen nog maar getypte brieven te zenden." Als we daar even hartelijk om gelachen hebben horen wij nog meer over deze hobby, die haar zo na aan het hart ligt. „Ik houd mij er al 25 jaar mee bezig, maar de laatste 4 jaren leg ik me bijzonder toe op his torische grafologie. Ik neem gewoon lijk Nederlanders tot object: Thor- becke, Groen van Prinsterer." Con tacten met historici hebben uitgewe zen dat de analyses goed overeenko men met de tot nu toe verzamelde gegevens. Haar materiaal haalt me vrouw van Hall uit de U.B. en ook wel uit het Rijksarchief. Ook de journalistiek is haar niet vreemd. Acht jaar lang schreef ze voor de Nieuwe Rotterdamse Courant over de Amerikaanse literatuur. Drie jaar was zij presidente van het UW en thans nog is zij lid van de redactie van „Raad en Daad", het maandblad van genoemde instelling. Maar of zij daar nu nog tijd voor zal over hou den? „In ieder geval blijf ik in !|et Bestuur van de J. C. Ammannschool in Amsterdam voor dove kinderen," zegt ze energiek. Wij zouden geen vrouw zijn wan neer wij nu nog niet willen weten of ze de beslommeringen met betrek king tot haar garderobe, onvermijde lijk verbonden aan het in de belang stelling staan en het vervullen van representatieve plichten, prettig vindt. Zij kijkt even op, terwijl ze in een grote leren doos naar oude foto's zit te zoeken („kijk, we zeilen erg graag") en zegt dan „lange jurken vind ik vre selijk vervelend maar ik ben dol op mantelpakken." Nadat mevrouw van Hall ons nog heeft verteld dat zij erg graag kookt maar liever niet afwast (wie doet dat wel!) nemen wij afscheid van deze zeer sympathieke menselijke vrouw, die door zichzelf te zijn vele harten zal veroveren en haar echt genoot tot grote steun zal zijn. „Wanneer mijn man geïnstalleerd is hoop ik eens de vrouwelijke journalis ten op de thee te vragen in de ambts woning," zijn haar laatste woorden. Van welke uitnodiging wij mettertijd een dankbaar gebruik hopen te ma ken. G. S. de W. Denemarken 'tg •- K. 4'^'^ Mevrouw E. van HullA ijhoff. De onderwijzer van de hoogste klas leidde ons rond door deze zeer moderne school, die achttien lokalen had. En wat voor lokalen? Neder landse onderwijzers, weest niet ja loers. In ieder klein gezellig- lokaal tje bevonden zich circa 20 leerlin gen. „Hoe is de leerlingenschaal hier?" vroeg ik de onderwijzer. „Ons ma ximum is 36, maar onze klassen zijn gewoonlijk niet groter dan 26." In de school heerste een rust en een stil te, zoals wjj hier in Nederland haast niet meer kennen. „Hoe yroot is uw klas?" vroeg mijn Deense collega. „26. Ik heb het dit jaar bijzonder ge troffen. Vroeger had ik klassen van 54". Mijn Deense collega keek mij ont steld aan. „Dan is onderwijs geven toch niet mogelijk?" „Vanzelfsprekend niet. Wij Neder landse onderwijzers zijn voor een groot deel alleen maar politieagen ten, die dan bovendien nog de onmo gelijke taak hebben hun leerlingen op te voeden en les te geven." De Deen se collega haalde zijn schouders op. „Heel vroeger hebben wij ook der gelijke toestanden gekend. Wij, De nen, hebben daar echter zo spoedig mogeiijk een einde aan gemaakt." Hij leidde mij de gymnastiekzaal binnen, de trots van de school. Een kleine groep meisjes had er les van een gymnastieklerares, die in trai ningskostuum op blote voeten voor de klas stond. De meisjes deden rit mische gymnastiek in korte broek jes en blouses zonder mouwen. Al les licht, luchtig en elegant. Er was een groot handenarbeidlo- kaal voor de jongens, waarnaast zich een lokaal mef draaibanken bevond. Elke circa 12-jarige jongen stond er aan zijn eigen draaibank. In de kookklas gaf de kooklerares juist les aan een groep 12-jarige meis jes. „Ze hebben vandaag een moei lijke opgave. We verdelen ze in fa miliegroepen. Ik geef op, wat voor maaltijd zij moeten bereiden en ie dere kleine familie moet zonder ver dere aanwijzingen, zelf het diner klaarmaken. Komt u terug als de appelkoekjes klaar zijn?" We beloof den dat graag. (Advertentie) Slaapt u slecht door reumatiek, spit, ischias, hoofd- en zenuwpijnen, neemt dan Togal. Verdrijft in al die gevallen snel en afdoende die pijnen en u slaapt heerlijk. Togal baat! Zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apotheek of drogist f 0.95, f 2.40, f 8.88 (Van een medewerkster) DEZER DAGEN bevond ik mij plotseling op een voor mij onge wone plaats. Misschien was het dat laatste sleepje uitverkoop, dat mij meetroonde naar de even verruk kelijk als gevaarlijk uitziende grab- belbakken met pothoedjes of gebun delde werkjes in linnen, verguld of grauw op snee. De oorspronkelijk heid van dit tentoongestelde bleek echter bij nader inzien al te zeer in gekrompen, zodat ik al gauw met de roltrap hogerop ging steeds verder het warenhuis in. Ver onder mij wap perde veelkleurige lingerie al of niet doorzichtig tussen een groot aantal beweeglijke mensenhoofden en, toen opeens was ik er. Romantisch was deze entree in een enorme hoeveelheid staand en han gend plastiek niet bepaald, maar het geluk hier niet op een dringende me nigte te stuiten, gaf me al spoedig het gevoel van een troostprijs uit de tom bola en ik was tevreden. Ja, zelfs ge ïnteresseerd, toen een gedienstige in tweedjas met stipjesstrikdas zich uit putte in een welwillend af en aan rollen van kleurige dessins. Ergens ver weg in mijn hoofd kraakte nog het plastiek van een re genjas van na de oorlog, gedecoreerd met vele geplakte scheuren en een onbehaaglijk gevoel, dat mij telkens bekroop bij het betasten van dit syn thetische produkt, kwam weer in mijn herinnering op. Ik keek dus alleen maar.... en werkelijk kleur en fleur in allerlei frisse nieuwe vormen, maakten hier iets levend en van het kille en starre, zo vaak inherent aan plastiek, bleef weinig meer over. Er is dan ook ge tracht zo veel mogelijk het effect van stof ie benaderen en door medewer king van kunstzinnige ontwerpers ontstond hier een esthetische oplos sing, die zeker velen onder u zal aan spreken. Leuk zo'n plastiek gordijn in een modem ingericht flatje. Met een mi nimum aan contanten bent u klaar. Wel blijft dan nog de moeilijkheid van het bevestigen van haken, want een naaimachine doet slechts scheu ren en gaten ontstaan. Zo kwam er al gauw een linnen plakband in de handel, waarop u gemakkelijk ringen e.d. kunt naaien. Zoom invouwen, het band erop geplakt, in een wip hangt er voor uw kozijn een belegging voor vele jaren. Een Duitse firma: Die Göppinger Eén van de door kinderen ontworpiplastiekdessins. Galerie kwam nog niet lang geleden met iets geheel nieuws. Vanuit het principe „vóór kinderen - door kinde ren" schreven ze in overleg met kun stenaars en kunstopvoeders een te kenwedstrijd uit om zo'n kinderlijk decor voor hun plastiekgordijnen te krijgen. Zij waarderen het zuivere, onvervalste en nog door weinig beïn vloede kinderbeeld, om zijn origina liteit. Haast ieder kind dringt inten sief door in de voorwerpen, waaruit zijn wereldje is opgebouwd en waarin het alles al tekenend een nieuwe ge stalte geeft. Enorm grappig was dan ook het re sultaat, wat reeds hier in dit waren- huis werd getoond en wat al spoedig een weg vond naar menig interieur. „Maar spreekt u vrijuit, mevrouw. Ook als leek hebt u uw preferentie." Na deze verzekering toonde de heer in het koffiekleurige tweedjasje me een garderobe van felkleurige streepr jes, effen of bedrukte douchegordijnen met Amerikaanse plastiekhaken (om roesten tegen te gaan). Vast en zeker spatten de druppels vrolijk rond te midden van deze hardgekleurde bloemen en vogels. Ook plastiek past zich aan. Het kan overal hangen, zelfs op muren en alle mogelijke vlakken, want men produceert zelfs een afwasbare folie met een zelfklevende achterkant. U kunt het papier dat aan de achterkant ter bescherming is aangebracht ge makkelijk verwijderen en zonder schroeven, spijkers of lijm tovert u dit materiaal op kastplanken, op de muren in de badkamer, om sleutel gaten, achter kranen en fonteintjes en heel uw huis wordt weer fris glan zend in moderne sfeer. En tot uw dienst staat steeds de verkoper, getraind in suggesties voor misschien in de toekomst nog ver schillende plastiek-zaken. Leermoeilijkheden In enkele zeer kleine lokalen be vonden zich de kinderen met leer moeilijkheden. Deze hoefden niet naar aparte scholen voor kinderen met leermoeilijkheden. Men had er een klasje voor taal- en voor reken- moeilijkheden. In elke klas zaten slechts 10 leerlingen. De Deense col lega's vonden dit aantal te hoog en streven ernaar het tot 6 terug te brengen. Arme Nederlandse b.l.o.- scholen, waar men nog met een ma ximum van 16 leerlingen per klas sukkelt, kinderen, die men voortdu rend individueel moet helpen. 16 b.l. o.-klanten is soms nog erger dan 46 normalen. Er was een prachtig personeels- vertrek met aangrenzende koffieka- mèr, diepe fauteuils en in de hoek vriendschapsvlaggen uit verschillen de Skandinayische landen. Er hóórt nog een Nederlandse vlag bij. De kinderen genoten, toen zij hun onderwijzer voor de klas vlotweg de talen hoorden spreken, die zij met zoveel moeite moesten leren, zomaar met een Nederlandse onderwijzeres. De Deense jeugd begint n.l. met 10 jaar Engels te leren en met 13 Duits. „Wij zijn een klein volk en moeten er rekening mee houden, dat onze kin deren zich in verschillende talen moe ten kunnen uitdrukken." Frans leert men pas op het gymnasium. Zij ga ven duidelijk blijk, dat zij ons ver stonden, giechelden doodverlegen en durfden alleen in het Deens antwoor den. „Ik benijd u om de rust in uw school." „Neemt u deze rust echter niet als maatstaf. Wij leven in een sprookjes stadje. De jeugd van Kopenhagen is wel iets onrustiger." Kaart wordt levend Hoe het salaris van onze Deenss collega's is, durfde ik niet vragen. Zeker is echter, dat zij zich wel iets kunnen permitteren. De Deen vertel de mij, dat hij Italië en heel wat an dere Europese landen had bezocht. „Dat is ook nodig voor ons, onder wijzers, vindt u niet?" „Inderdaad, collega. Ik kan mijn leerlingen nu in ieder geval vertellen, hoe breed het Kattegat is, hoe plezierig uw lu- xueuse veerponten er drie en een half uur lang over schommelen en hoe aangenaam men reist in een éénwa- gonstreintje door uw sprookjesachti ge Jutland. De kaart wordt levend. Onderwijzers, die zich niets kunnen permitteren en niets hebben gezien, zijn niet in staat levend aardrijkskun- de-onderwijs te geven. Zij vertellen een kwartiertje en weten dan niets meer. Ik weet niet, hoe ik in een uur klaar moet komen." De kooklerares nodigde ons aan tafel en de meisjes dienden trots hun eigen gerechten op, een zoete appel soep en appelkoekjes. Ze moesten zelf de prijs berekenen, 35 ore. „We zijn blij, dat u geen haast hebt", verzekerden mijn Deense col lega's. Laatst holden hier een paar Franse collega's binrien en vertrok ken weer binnen een half uur. „Werkt uw klas nu rustig, als u ze zo maar een uur alleen laat?" „Ze hebben werk. Ik kan ze ge makkelijk een uur alleen laten." Een Deense school in een sprook jesachtig stadje. Zouden wij, Neder landse onderwijzers, het ook nog eens beleven, dat we doodgewoon rustig les mogen geven in klasjes van 20? Zou de minister deze droom tot een werkelijkheid kunnen maken? LENIE VAN WIJK Lenie Nelissen aan het werk. Van een medewerkster) Op de zolder van liet grote huis met de tien kamers in Amstelveen staan twee kisten. Het lijken heel gewone kisten, maar voor de vrouw van tfe bekende poppenspeler Jan Nelissen zijn het ware schatkisten, want ze zijn tot de rand gevuld met lapjes. Het heeft iets heel roman tisch, zo iets uit grootmoeders tijd om te snuffelen in die naar kamfer geurende kisten tussen stukjes oude kant, fluweel, voering, gordijnstof, tres en bandjes. „Hoe komt U aan zoveel lapjes vragen wij verbaasd. „Ik naai alles zelf voor de kinderen (4 jongens en 1 meisje) en dan blijft er nog wel eens een restje over. Verder zijn wij in het gelukkige bezit van een tante, die een zeer goede neus heeft voor waardevolle lapjes op markten en uitverkopen". Als de poppen eenmaal gestalte heb ben gekregen, hetzij in hout, plastiek of papier-maché, dan bekijkt mevr. Lenie Nelissen in haar platenboeken welke kostuums mode waren in de tijd waarin het stuk speelt. Heeft zij dat eenmaal vastgesteld, dan zoekt zij samen met haar man uit, welke kleurencombinaties een aardig effect zullen hebben, gezien vanuit de zaal. Jan Nelissen ziet de poppen daarna niet meer terug, voordat ze helemaal klaar zijn en meestal hebben ze dan zijn volle goedkeuring. „Of ze alles met de hand naait" wilden we weten. „Neen, gelukkig kan ik het meeste op de machine doen. Ik bevestig het natuurlijk met de hand op de pop. Dat is zo grappig, als ik een tijdje aan een pop heb geprutst, meestal doe ik er een op een avond dan raak ik er een beetje aan gehecht". Gelukkig veroorzaakt dat geen ge broken harten, want de poppen blij ven meestal in huis, maar met dat herdertje was het anders. Drie 'weken voor Kerstmis kreeg het echtpaar Nelissen opdracht van pastoor Roelvink van de St.-Augus- tinuskerk in Buitenveldert om een Kerstgroep te maken. Jan sneed de figuren uit hout. Voor het eerst van zijn leven en ze zijn prachtig uitge vallen. Zijn vrouw verzorgde de aan kleding. „Maar dat herdertje zo leuk geworden met zijn gele bl%' ec\ je en paarse broek (restje van verlovingsjurk) dat het me speet, toen het de deur uit êl Het Kerstkindje hebben ze ,,naa' Schrift" in doeken gewikkeld. >W was ook verreweg het gemakke' En dit is de toneelmeester va<1 J theater, die de décors wisselt open ste. Zijn pruikje is gemaakt eerste afgeknipte haar van de Vincent. J to" Onze veronderstelling dat meV Nelissen vroeger zeker veel va" pen had gehouden bleek niet te zqn; wel kleedde ze hen aan. Later, toen zij wat ouder maakte zfj zelf poppen van oudei t sen met haar van raffia, bod j smyrna en die deelde zij dan U' vriendinnetjes. Die liefhebberij 1 J de pijl geweest, die Amor afs j) op het hart van Jan Nelissen* p< zat een keer met zijn handen 1 haar omdat hij zo gauw niemand «f die een pop voor hem kon aa den. Teen herinnerde hij er in de buurt eea meisje dat kon toveren met naald en Hij heeft haar gevraagd dat voor hèm te doen en haar meer gevraagd waar zij bW V bevestigend op heeft geant',^ i want Vh jaar geleden zijn ze „huwelijkspoppenkast" gestapt. „Heeft U nog een lievelingsP 0j!< is onze laatste vraag. „Ze zijn maal lief, maar ik geloof we ik het meeste houd van BaSd/( en van Liesje, de dochter van ft uit de „Koffiecantate". DaaroP.^; we Liesje wat nader gaan bok Alles is frêle aan haar, het wijd je, het zijden jakje, kanten n1 tjes en het halve schortje. Als we op straat lopen, zij*1 van de vierarmige god uit Voorindië. ra 'y /<5> toch wel een beetje onder druk: een huis met tien kamer( j1 geen hulp, vijf kinderen wa" jji'1 alles zelf voor naait, voor 25 p0' per jaar de kleding ontwerp0 uitvoeren, als het nodig is van haar voorzien en ze zei' eens vonnen uit papier-mad'^i Waar doet ons dat aan En dan zien we opeens in get ten „De Dansende Shiva", d1^./ hebben gezien in het Museun» Aziatische Kunst, een afhee^ Gelukkig doet een klein p<4 dat wij hebben gezien van zevenjarige Corrie, veronder»'0^/ dat mevrouw Nelissen in ''c_, >tf komst wel hulp van haar d0" Ue lievelingspop van Leni Nelissen: Liesje uit de koffiecantate van Bacil. zal kunnen verwachten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 12