Van Tilburg begint de victorie m Dc De bron van het Priesterschap is Ch rist Dichtbij en toch veraf HONDEPRAAT I Ken kwestie durven Peins er eens j over I Contact zonder envelop of postzegel 8? VB ZATERDAG 19 JANUARI 1957 PAGINA 3 Recht van de Avondschool naar ,,'t Heike liiffilliltHIIIIIIIIIIIHIIIIHIIIWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllHllllllllllllllir De enige troef kwam ter tafel Om een levend geloof bij de jeugd van nu „Van Alkmaar begint de vic torie", zeiden de Hollandse op standelingen tegen het Spaanse regiem in de dagen van Oranje. Al is het een beetje overmoedig, We voelen iets voor de uitdruk king „van Tilburg begint de vic torie". Ongelofelijk Brief Gegrepene door Christus De bron Eenzaamheid Gebed g men. j Zijn moeder ging toen naar I de bedienden en zei: „Jullie 1 moeten alles doen wat Hij je 1 zal zeggen." JOANNES 2de zondag na Driekoningen zal H" c. Nog lang werd door mgr. Bekkers, pater Wesseling en onze mede werker F. B. nagepraat Twee manieren Ja, als je van de krant bent gaat dat allemaal heel anders zo stellen afgesproken tijdstip bent. - a K "nc De vraag was deze: „Is de jeugd van Tilburg bereikbaar, in beweging te krijgen voor een levend geloof? Het is een vraag die allerwegen ge. steld wordt. De kerken zijn ieeg, jonge mensen zie je er zoveel niet. Ja, de Instuif bloeit, maar er ligt een Monte-Carlo- rit van de dansvloer naar de kerk. En daar is het stil. Daar waar de kern is, de bron, ver trekpunt voor een leven uit het ge loof; de zaak waar het om gaat. Een groep Tilburgse jeugd trok de hoogste en de enige troef. Avondmis sen voor jonge mensen met een con ferentie over Christus. Het organisatorische werk wejd door een ijverige groep vlot verricht. De tweede maal reeds moesten ae stoelen worden verwijderd. De porta len en de paden waren boordevol. Nu, vrijdag 11 januari (wanneer overal de premières gaan in de bio scopen), kon er een kwartier voor de aanvang van de mis, letterlijk geen mens meer in. We zien jongelui nog met boeken tassen bij zich zo van een avond school, een paar jonge mensen in „ambtsgewaad" (P.T.T.). 7,0 moeten wij onze priester steunen met ons offer, met ons gebed; en één met hem zijn voor God.' Het is ongelofelijk. Je gelooft zomaar niet dat het kan. Is dit een strovuur of een stunt? Maar waarom de speculatie dat het wel over zal gaan? Triest, dat we al gewend zijn aan de gedachte dat het niet zal gaan. Pater Wesseling, de predikant, maakt het de jongelui niet gemakkelijk. Alle gedachte aan sensatie gaat voorbij, voor wie dit aan ziet. De preek is geen oratorisch spektakel stuk. Wat hier gedaan wordt is een voudig de enige troef gewoon op ta fel leggen: De mis vieren en getui gen over Christus. Dat blijkt aan trekkelijk genoeg. Pastoor Bekkers leest de mis. Een bijzonderheid is dat hij hedenavond afscheid neemt om binnen korte tijd bisschop-coadjutor te worden van Den Bosch. Als hij na de mis de kansel bestijgt om een afscheidswoord te spreken, klatert er spontaan een geweldig, ap plaus op. De benoemde bisschop is uit het veld geslagen. Als hij aan het woord komt is zijn hele betoog een monument van dankbaarheid, dat hij dit heeft mogen beleven. Die avond na de mis hebben we nog lang op de pastorie over deze ac tiviteit gepraat. Mgr. schreef enkele hoofdgedachten uit zijn toespraak voor ons op. Ge vindt de brief elders op de pa gina. Dit is er een heel belangrijke zin uit: „Laat Tilburg over 10-20 jaar niet katholiek zijn, omdat jullie vader en moeder het zijn. Maar omdat gij zelf het zijtuit persoonlijke overtuiging". Dit kan men zeggen tot heel katho liek jong Nederland. Beslissend al leen is of ons geloof een levend, be- wust geloof isen geen erfenis. Een manifestatie van het op weg i zijn naar zulk een levend geloof vindt plaats in de kerk van 't Heike te Tilburg. Drieduizend jonge men sen doen er aan mee. Twijfel er niet aan. Over een paar weken kun je in die kerk nu zonder pastoor Bek- kers weer over de hoofden lopen. „Van Tilburg begint de victorie?" „In 't geheel van het dagelijks leven neemt de priester een merk waardige plaats in. Ik zou dat graag in alle oprechtheid eens willen bekijken", zo begon pater P. Wesseling C.ss.R. zijn conferentie in de Tilburgse kerk ,,'t Heike voor ruim 3000 jonge mensen, ter wijl mgr. W. M. Bekkers, die de avondmis opdroeg, op het priester koor had plaatsgenomen. Van die conferentie geven we hier enkele fragmenten weer, voor zover we het stenografisch konden opnemen of ons geheugen ons niet in de steek liet. „Een groot aantal van jullie gaat regelmatig naar de kerk en heeft voor zichzelf het gevoel „erbij te horen". Zij hebben met de figuur van de priester meestal niet zoveel moeite. Er is wel kritiek, maar de hoogach ting en de eerbied overheersen. Maar er zijn er ook onder jullie en ik ben er erg blij mee, dat ze hier zijn die veel meer moeite hebben met de idee omtrent de priester. Er wordt in de fabriek, op 't bedrijf, op kan toor en ook thuis zeer ongunstig over hem gesproken". „Veel mensen gaan niet meer naar de kerk, omdat ze ruzie hebben ge had met de pastoor of de kapelaan schap is geen baan, geen bejoep: het is een wijding, die de priester diep in zijn wezen grijpt. God grijpt in. Het is iets eeuwigs en enigs van Christus zelf in je mens-zijn gedrukt krijgen, 't Is de voortzetting van Christus' eigen priesterschap. 't Priesterschap is onveranderlijk- en elke priester moet trachten dit voort te zetten in de tijd waarin hij leeft. Terwijl alles verandert heeft de priester a.h.w. een eeuwig aange zicht, dat is Christus in hem: en voor niets ter wereld mag hij dit ver loochenen. Maar hij moet trachten dat eeuwige in de taal en in de ge bruiken van zijn tijd vorm te geven. Hij moet verstaanbaar zijn. Hij moet zich voortdurend afvragen: „Hoe zou Christus het nu doen want hij is 'n werktuig van Christus. Hij leent Hem z'n lippen en z'n handen". „Bij dit alles is 't belangrijk te constateren, zoals Kardinaal Suhard dat doet, dat de priester geen engel is: verbaas je niet als je telkens maar weer een mens aantreft; even min is hij een tovenaar: hij kan geen onfeilbare middelen aangeven, geen adviezen die je eigen geweten uit schakelen. En hoe zou hij je aan een baan kunnen helpen, aan geld of aan een huis? Hij is ook geen Ueber- mensch. Op 'n gegeven moment wordt 't hem soms ook allemaal te hebben dat zo dikwijls aan - veel. Hij is fysiek niet sterker dan een ander en psychisch evenmin". „De priester behoort dus aan God. Hij moet zich bemoeien met de God delijke en eeuwige dingen. Hij is de verdediger van Gods belangen. Hij brengt letterlijk in praktijk 't woord van Christus: „Ik ben niet de vrede komen brengen, maar 't zwaard Zijn manier om de vrede te verbrei den is: hem in gevaar te brengen. Maar hij is ook uit de mensen. Hij is onderhevig aan elke ziekte, elke dwaling, elke zonde en elke dood. 't Heilige draagt hij in een zeer broos omhulsel." „Zoals Christus mens werd om ons zo wijdt Christus de priester om ons. Hij is een gegrepene door Christus. Zijn leven staat in 't teken van Chris tus, de Christus die is gekomen, is heengegaan, maar eenmaal terug zal komen. Hij getuigt door zijn bestaan van de haast, de onrust om, het heim wee naar Christus. Die onrust om Christus tekent hem en heel zijn schijnbaar zo onoverzichtelijke leven. Altijd is de Heer nabij Hij wordt geroepen bij een sterven de. Dan bidt hij: dat de Heer in Zijn allermildste barmhartigheid U moge vergeven al wat gij misdaan hebt en een paar dagen later hoort hij, en ze iedereen verteld, dat ze het op de duur zelf zijn gaan geloven." „Wat moet je nu eigenlijk van de priester denken De bron van het priesterschap is Christus. Hij is mens geworden om ons. Om ons leven zin te geven. Want geld, vakantie, gezondheid, 'n aardig huis of 'n scooter: dat alles is te weinig om voor te leven. Daar zijn we te goed voor. De mens is gemaakt voor 't werkelijke, volmaakte geluk. Dat heeft Christus ons mogelijk ge maakt door 't offer van Zijn leven. Daarom is Hij dé Hogepriester. In 't Oude Testament offerde de pries ter dieren of produkten van 't land: Christus offerde zichzelf. Vervolgens is Hij de Herder .Hij heeft de groep om Hem heen geleid en bestuurd, drie jaar lang. En toen het erop aan kwam nam Hij 't voor hen op: „Laat dezen in vrede gaanHij' was Leraar. Hij heeft duidelijk gezegd, waar we ons aan te houden hebben. Toen Hij heenging heeft Hij deze macht en waardigheid overgedragen aan Zijn Apostelen. De Apostelen had den tot opvolgers de Bisschoppen. Het is dus zó, dat de Bisschop een recht streekse opvolger is van de Apostelen en dat hij onder ons zonder meer de kleine kinderen wat vertrouwd te ma ken met de boeiende figuur van Christus. Hun leven moet immers naar Hem Hij bezoekt de zieken en herinnert zich Christus' woord: Za lig zij die wenen Hij gaat op huis bezoek. Men weet niet wat dit bete kent. Wat hij zou willen geven kan hij vaak niet kwijt en wat men vraagt kan hij niet geven. En als hij dan van de morgen tot de avond bezig is geweest dan is hij teleurgesteld om zichzelf en wat zal hij dan anders doen dan Christus om vergeving vragen waar hij te wei nig van Hem en te veel van zichzelf was". „Zo staat de priester in ons mid den Hij is er voor jullie, om je eraan te herinneneren, dat je op weg bent naar Christus. Bidt voor je priesters en help hen waar je kunt. Toen Mozes met zijn volk wegtrok uit Egypte moest er onderweg een ge vecht geleverd worden met de Ama- lekieten. Onder de leiding van Josué trokken de Joden op. Mozes stond op de berg te bidden met omhoog ge strekte armen. Liet hij z'n armen zakken dan werden de Joden terug gedreven, hield hij ze omhoog dan wonnen ze. Toen ondersteunden Aaron en Clivër Mozes' armen en behaalden de Joden de overwinning. „Dit alles overdenken we nu, nu we Mgr. Bekkers in ons midden hebben. De vorige keer was hij als pastoor Bekkers bij ons, nu als Bisschop-Co adjutor. De volheid van het priester schap wordt 12 februari op hem over gedragen. Dit is dan „onze Bisschop zoals juliie met recht moogt. zeggen. Jullie kent hem en je weet: Hij is ie mand met wie je kunt praten; iemand die de noden en de problemen, het leed èn de vreugde van de mensen verstaat, van alle mensen; maar ook en heel bijzonder van de jonge men sen; iemand die nergens onnodig af standen schept. Eer» Bisschop, waar je oprecht van kunt houden. 't Ambt van een Bisschop is onmen selijk zwaar. Straks gaat hij naar Den Bosch en daarmee komt er dan bovendien een stuk eenzaamheid in zijn leven. Hij is dan „Zijne Excel lentie." Na deze Mis gaat hij jullie toespreken. Dat hebben wij hem niet gevraagd, dat stelde hij zelf voor. Wij moeten in de stilte van ons hart de overtuiging dragen, dat hij op ons zal kunnen rekenen." De conferentie werd besloten met een gebed: „Heer Jezus, wij zijn weer bijeen. Het valt U vast mee, dat wij telkens weer trouw komen. Vanavond hebben we nagedacht over de pries ter in ons midden. U weet dat wij de priester vaak met argwaan en wan trouwen bekijken. We begrijpen er nu wat meer van. Wie over de priester spreekt, spreekt over U. Want U leeft en spreekt door Uw priesters. Wij willen U daarvoor danken. En heel bijzonder vanavond nu wij onze eigen Bisschop in ons midden hebben. Wij zijn daar blij mee. Dit is geen opgehitste sentimentaliteit van ons. Deze Bisschop geeft ons wat moed en vertrouwen. Wij willen U vragen: help hem. En als hij straks van hier vertrekt dan zal.de afstand tussen hem en ons niet groter wor den. Wat u voor de mensen was: voor de armen en de rijken, voor de vaders en de moeders met hun klei ne kinderen, voor de zondaars, voor alle mensen met al hun zorgen en voor de jonge mensen met wie U de Jonge kerk hebt opgebouwd: dat is deze Bisschop voor ons. Dank U wel Heer Jezus. Amen." J. F. Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!»»»ii,f ZE STONDEN ergens bij elkaar. Jezus en een stuk of wat leerlin- gen en Maria. En vlak in de buurt g waren knechten bezig. j| Ze stonden allicht zo maar wat te m praten. Iedereen is altijd zo maar be- j zig het ergens plezierig te hebben op een feest. 1 Drie dagen later was er een Het was alleen met zo eig plezierig n dat de wijn opraakte. Het kan best zijn n bruiloft in Cana in Galilea; dat het Jezus' eigen schuld was, omdat Jezus' moeder was ook op het Hij zo maar een aanhang van twaalt g man had meegebracht. In ieder geval j feest; en Jezus werd toen is het logisch dat Maria er mee voor eveneens uitgenodigd met de dag kwam Dat zou iedere moeder gedaan hebben. „Ze hebben geen wijn g Zijn leerlingen. meer." Je hoort het haar zo zeggen. j kwam gebrek aan wijn Tot zover is het verhaal niet moeilijk. |j en Jezus' moeder zei Hem: Maar wat er volgt is al eeuwen lang een m uphw, 0ppn wiin meer". probleem voor ieder die de H. Schrift g „Ze hebben geen wijn meer leest. Zoals het er staat lijkt het niet g Jezus antwoordde: „Vrou- erg vriendelijk. Jezus zegt Vrou'we" j .g er tussen Mij en u? tegen Maria. Dat is nogal plechtig, zo- J iets als wanneer je „Mevrouw" zou zeg- g Mijn uur is nog niet geko gen tegen je eigen moeder. En de rest is beslist wel een afwijzing van Maria's suggestie: kunnen wij daar niet iets aan doen. Jezus wijst een actieve samenwerking tussen Hem en Maria beslist af. Het is natuurlijk he lemaal niet nodig om er een grote g strengheid in te lezen. Het hangt hele- maal af van de toon waai-op Jezus dit gezegd heeft. Het was een afwijzing, g maar streng kan het bijna niet geweest g zijn, anders zou Maria niet meteen g daarop naar de knechten gegaan zijn om te zeggen dat ze Zijn instructies moesten opvolgen. In dat geval mag je dat niet zo maar verklaren uit vrouwe lijke onlogica. illlllllll! Dit is wat je noemt elkaar aanvoel^ Als het er om gaat gewoon eer. lij* HET ZAL WEL nooit helemaal dui- goe(i te zijn voor deze mensen del ijk worden. Maar ook de niet Beste jongens en meis jes. Het was 11 januari voor de derde maal feest in onze kerk van 't Heike, 1 toen jullie met 3000 in een prachtige stemming de H. Mis gevierd 1 hebben en naar pater P. Wesseling en mij geluisterd hebben o.ver het 'priestevschcLp. 1 God leidde mijn priesterleven langs wegen waarop ik heel veel 1 mensen mocht ontfnoeten, langs wegen, waarop ik onze jeugd leerde 1 kennen in haar stormen en worsteling, maar ook in haar heerlijk 1 idealisme. In de afgelopen maanden hebben wij samen, door een initia- 1 tief uit jullie zelf geboren in onze overvolle kerk Christus ontmoet en 1 getracht voor Hem open te staan Hem vragend, wat Hij van ons 1 verwacht, Hem belovend trouw te zijn en te blijven in de vreugde van I het leven en in de offers van het leven. Laat Tilburg over 10-20 jaar niet katholiek zijn omdat jullie vader m en moeder het zijn, maar omdat gijzelf het zijtuit persoonlijke overtuiging. Van Christus Hem recht in de ogen kijkend zult gij altijd een schouderklop en een bemoediging krijgen! Met Hem en met de liefde M als wapen door het leven! H God zegene u allen. helemaal duidelijke passage's van het evangelie bevatten altijd iets koste lijks dat de moeite van het overpeinzen waard is. Jezus vindt het blijkbaar nodig Maria nog eens te zeggen dat haar taak in Zijn openbaar optreden alleen maar luisterend is, alleen maar „er bij zijn", en alles wat er gebeurt „zorgvuldig in haar hart bewaren". Uit de rest van het evangelie kun je lezen op welk een grandioze manier ze dat gedaan heeft. Maar het kostelijke van dit verhaal is misschien toch wel die vanzelfspre kendheid waarmee Maria er volkomen zeker van is dat Jezus op een of andere manier achter dit plan van haar staat om die mensen een plezier te doen. me zeker niet in de steek laten. Dit is kostelijk, vrienden. Je kunt er vaak over twijfelen of er wel is in je leven. Je kunt je s zó alleen voelen en zó moedeloos, D je je wel eens afvraagt „of er nog wat is tussen Hem en jou". d' Maar als je ooit met een plan roP loopt om iemand echt eerlijk een pl zier te doen, als je ooit het „gekk voornemen hebt gemaakt helemaal langeloos goed te zijn voor iemand, d is het zeker dat Hij er achter staat. Daar moet je niet eens langer oVe praten. Je moet het gewoon durven. D. plaats van Christus inneemt. Hij be- terwijl hij 't stoffelijk overschot be- j. „riocterwhan geleidt: naar 't Paradijs geleiden U zit de volheid van 't priesterschap. Maar het aantal gelovigen nam zo toe, dat elke Bisschop zich assistenten koos en hen wijdde. Dat zijn de pries ters en zij mogen doen wat de Bis schop hun toestaat". Na deze korte uiteenzetting gaf pater Wesseling plotseling een ty pische wending aan zijn conferentie. Hij zei: „Nu kun je de priester op twee manieren bekijken Je kunt zeggen: de priester is goed, wanneer hij beantwoordt aan mijn verwach tingen. Wanneer hij „nuttig" is, vlot populair en goed mee kan doen. Maar wanneer je dus zo van de pries ter verwacht, dat hjj alleen maar een plezierig mens is, een aardige prater, een harde werker: dan ver laag je het priesterschap, dan zou het niets anders wezen, dan een baan van onderwijzer, ambtenaar, perso neelschef, vertegenwoordiger, of wat je maar wilt. Maar 't is heel anders: 't priester- de engelen, aaar Christus Dan is hij weer in de doopkapel om een nieuw mensenkind tot kind van God te dopen: „Houdt de kaars bran dend opdat gij, als de Heer ter brui loft komt, Hem tegemoet moogt tre den Jonge mensen komen bij hem met hun groot geheim: hun liefde. En op de bovenste trede van 't altaar zegent hij hun wil om elkander lief te hebben zodat zij voortaan samen in liefde op Christus gelijkend Hem tegemoet mo gen gaan. In de biechtstoel verneemt hij van de zonden, maar nog meer van de goede wil, en wat kan hij dan anders dan naar Christus wijzen, die zich 't meeste thuis voelde tussen mense lijke ruïnes. En elke morgen staat hij voor 't altaar. En hij herinnert zich dan meer dan ooit 't woord van Paulus: Telkens als gij het brood eet en de kelk drinkt, verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij weder komt Hij staat voor de klas om Ben. bisschop-coadjutor van 's-Bosch III Wat zal dat destijds in Korinthc an ders zijn geweest, als ei weer eens een brief van Paulus aankwam. Dat was wij ons voor; je belt pastoor Bek- dan cen echte brief, die heel nuchter kers op, om een afspraak te ma- kon eindigen: „De andere zaken zal ik ken en je zorgt dat je er op het wel reselen, a,s ik weer kom Hierin «aas Maar als je nu niet van die krant bent, je hebt geen perskaart, je hebt zelfs geen balpen, maar alleen 'n dege lijke vulpen, waarmee je af en toe een brief aan je meisje of je vriend schrijft; dan kom je er niet zo gemakkelijk toe om naar een a.s. bisschop en zeker niet naar een gewijd bisschop te stap pen. Je gaat niet op audiëntie; of mis schien één keer in je hele leven, als afgevaardigde van de Kajotters of de St.-Vincentiusvereniging, maar gewoon alleen maar naar de bisschop gaan op visite en een sigaret met hem te roken, een dergelijke gelegenheid doet zich slechts voor weinigen voor. Hoe dicht de bisschop ook bij ons, zijn beminde gelovigen, zou willen zijn, hij blijft altijd te ver af. GEEN GEWONE BRIEF Niet alleen dat je hem uiterst zelden ziet, maar zelfs hoor je hem zeer zel den. En als je hem hoort dan is het nog bij monde van een van zijn hel pers. Er wordt een brief voorgelezen. Maar het is geen brief, zoals jezelf wel eens ontvangt. Je krijgt geen enveloppe te zien, zelfs geen postzegel en er wordt niets opengescheurd. Het schijnt dat de pastoor hem donderdag al heeft gehad, met de avondpost. Hij heeft hem toen met zijn sigarenknijper opengepeuterd een van mijn voorgangers nadoen: Ik en het gedrukte boekje, dat in niets zou ook, als ik nog maar pas bisschop meer op een brief leek, maar zoiets als was en nog midden in de publiciteit een circulaire was, heeft hij toen in het stond, mijn arm breken bij het fietsen, evangelieboek gelegd. Nog voordat de „Ziezo", zou ik zeggen, „nu weet ten- priester die zondag de eerste zin heeft minste iedereen, dat ook cen bisschop voorgelezen, weten we al hoe het straks fietst en zijn arm kan breken". Het zou eindigen zal: „En zal dit ons herderlijk tevens een mooie uitvlucht zijn om mijn schrijven....". „herderlijke schrijvens" te laten druk- Dat is dan wat de beminde gelovigen ken. van hun bisschop horen, dat is het con- Maar ik zal mijn arm nooit breken, tact: cen brief zonder enveloppe en want ik word nooit bisschop, zonder postzegel of strafport. T. K. ligt veel vertrouwelijks. En hij belooft dat hij weer zal komen. Maar als bij ons de bisschop komt dan is het om te voimen, zelden eens om te preken, of de mis te lezen, of om biecht te horen. We vinden dat jam mer en we kunnen het niet helpen, we moeten als hij dan komt haast al tijd, onwillekeurig aan Sint-Nicolaas denken. De Monseigneur krijgt gewaden aan en doet ze weer uit, waar allen verwonderd naar kijken. Dan is het idee van een Sinterklaas nog sterker en we schrikken weer van dat idee. Ge lukkig weten we ons dan wel weer te realiseren dat het Sacrament van het H. Vormsel mijlen ver is verwijderd van de 5-december-folklore, maar het is juist ook wegens dat weten, dat ws ons óver onze fantasie ergeren. En toen de mensen, die achter ons zaten in de bioscoop, (er kwam toen in het journaal een bisschopsplechtigheid voor) ook aan St.-Nicolaas dachten en er om even tueel geen ergernis te geven zachtjes om lachten, hebben we dat goed kun nen begrijpen. Zij begrepen er immers nog minder van dan wij, katholieken. Die mijter zou ik het ergste vinden als ik bisschop werd, en die brief het meest tragische. Want ik zou geloof ik net zo moeten doen als mijn voorgangers en collega's. Eén ding zou ik echter zeker '1st ,>t0 dez „Die vrouwelijke brievenbestel lers in Amsterdam en elders zijn natuurlijk een compensatie voor het duurder worden van de sui ker", aldus Hond dromerig van achter het ochtendblad. „Of het een vooruitgang zal betekenen, valt nog moeilijk te overzien. Was het bij voorbeeld winst, dat er onlangs een vrouwelijke minister aan het kabinet werd toegevoegd? Feit is, dat vanaf dat ogenblik geregeld dode muizen en vogels in de melk worde- aangetroffen. Of is dit laatste wellicht, volgens de men selijke logica, weer aanleiding om over te gaan tot het aanstellen van vrouwelijke melkslijters? Het lijkt allemaal niet zo eenvoudig. Voor vonden heeft het onderscheid naar kunne praktisch geen consequen ties wat betreft de arbeid. De kunne heeft bij ons geen gevolgen voor het kunnen, zou je mogen zeggen. Bij mensen is dit vandaag de dag een probleem. De vrouwe* lijke politieagenten zijn er al doof- De gehuwde ambtenares is nog cerj vraagteken. Romme is intussen al over die gehuwde ambtenares Ëe~ struikeld, ofschoon dat niet de be* doeling was. Zonder het probleeUj van de gehuwde ambtenares z°K het kabinet er anders hebben uit gezien. Het gaat bij dat alles du wel degelijk om principiële zaken- Nu hebben mensen natuurlijk n1® veel aanleiding nodig om van iel een principiële zaak te make Zelfs var de vrouw Hier stokt h®, «at, 5°oi vee 1 nens gemiddelde hondenbrein. In dingen kan de Hond met de rne1 meedenken en meevoelen. U* kan hij niet mee. Waar van vrouw een principiële kwes» wordt gemaakt, kan de hond ui een akt, kan de hoi meedoen. Principieel niet. Maa kt er. ass. de mens van de vrouw wél c ,g principiële kwestie, dan moet mens dat zelf weten, maar let op- hij zal erover struikelen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 8