Van Tilburg begint
de victorie
m
Dc
De bron van het Priesterschap
is Ch rist
Dichtbij en toch veraf
HONDEPRAAT
I
Ken kwestie durven
Peins er eens j
over
I
Contact zonder envelop of postzegel
8?
VB
ZATERDAG 19 JANUARI 1957
PAGINA 3
Recht van de Avondschool naar
,,'t Heike
liiffilliltHIIIIIIIIIIIHIIIIHIIIWIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllHllllllllllllllir
De enige troef
kwam ter tafel
Om een levend
geloof bij de
jeugd van nu
„Van Alkmaar begint de vic
torie", zeiden de Hollandse op
standelingen tegen het Spaanse
regiem in de dagen van Oranje.
Al is het een beetje overmoedig,
We voelen iets voor de uitdruk
king „van Tilburg begint de vic
torie".
Ongelofelijk
Brief
Gegrepene door Christus
De bron
Eenzaamheid
Gebed
g men.
j Zijn moeder ging toen naar
I de bedienden en zei: „Jullie
1 moeten alles doen wat Hij je
1 zal zeggen."
JOANNES
2de zondag na
Driekoningen
zal H"
c.
Nog lang werd door mgr. Bekkers,
pater Wesseling en onze mede
werker F. B. nagepraat
Twee manieren
Ja, als je van de krant bent gaat
dat allemaal heel anders zo stellen
afgesproken tijdstip bent.
-
a
K
"nc
De vraag was deze: „Is de jeugd
van Tilburg bereikbaar, in beweging
te krijgen voor een levend geloof?
Het is een vraag die allerwegen ge.
steld wordt.
De kerken zijn ieeg, jonge mensen
zie je er zoveel niet. Ja, de Instuif
bloeit, maar er ligt een Monte-Carlo-
rit van de dansvloer naar de kerk. En
daar is het stil.
Daar waar de kern is, de bron, ver
trekpunt voor een leven uit het ge
loof; de zaak waar het om gaat.
Een groep Tilburgse jeugd trok de
hoogste en de enige troef. Avondmis
sen voor jonge mensen met een con
ferentie over Christus.
Het organisatorische werk wejd
door een ijverige groep vlot verricht.
De tweede maal reeds moesten ae
stoelen worden verwijderd. De porta
len en de paden waren boordevol.
Nu, vrijdag 11 januari (wanneer
overal de premières gaan in de bio
scopen), kon er een kwartier voor de
aanvang van de mis, letterlijk geen
mens meer in.
We zien jongelui nog met boeken
tassen bij zich zo van een avond
school, een paar jonge mensen in
„ambtsgewaad" (P.T.T.).
7,0 moeten wij onze priester steunen
met ons offer, met ons gebed; en één
met hem zijn voor God.'
Het is ongelofelijk.
Je gelooft zomaar niet dat het kan.
Is dit een strovuur of een stunt?
Maar waarom de speculatie dat
het wel over zal gaan? Triest, dat we
al gewend zijn aan de gedachte dat
het niet zal gaan. Pater Wesseling, de
predikant, maakt het de jongelui niet
gemakkelijk.
Alle gedachte aan sensatie gaat
voorbij, voor wie dit aan ziet. De
preek is geen oratorisch spektakel
stuk. Wat hier gedaan wordt is een
voudig de enige troef gewoon op ta
fel leggen: De mis vieren en getui
gen over Christus. Dat blijkt aan
trekkelijk genoeg.
Pastoor Bekkers leest de mis. Een
bijzonderheid is dat hij hedenavond
afscheid neemt om binnen korte tijd
bisschop-coadjutor te worden van
Den Bosch.
Als hij na de mis de kansel bestijgt
om een afscheidswoord te spreken,
klatert er spontaan een geweldig, ap
plaus op. De benoemde bisschop is uit
het veld geslagen. Als hij aan het
woord komt is zijn hele betoog een
monument van dankbaarheid, dat hij
dit heeft mogen beleven.
Die avond na de mis hebben we
nog lang op de pastorie over deze ac
tiviteit gepraat.
Mgr. schreef enkele hoofdgedachten
uit zijn toespraak voor ons op.
Ge vindt de brief elders op de pa
gina. Dit is er een heel belangrijke
zin uit: „Laat Tilburg over 10-20
jaar niet katholiek zijn, omdat jullie
vader en moeder het zijn. Maar omdat
gij zelf het zijtuit persoonlijke
overtuiging".
Dit kan men zeggen tot heel katho
liek jong Nederland. Beslissend al
leen is of ons geloof een levend, be-
wust geloof isen geen erfenis.
Een manifestatie van het op weg
i zijn naar zulk een levend geloof
vindt plaats in de kerk van 't Heike
te Tilburg. Drieduizend jonge men
sen doen er aan mee. Twijfel er niet
aan. Over een paar weken kun je in
die kerk nu zonder pastoor Bek-
kers weer over de hoofden lopen.
„Van Tilburg begint de victorie?"
„In 't geheel van het dagelijks
leven neemt de priester een merk
waardige plaats in. Ik zou dat
graag in alle oprechtheid eens
willen bekijken", zo begon pater
P. Wesseling C.ss.R. zijn conferentie
in de Tilburgse kerk ,,'t Heike
voor ruim 3000 jonge mensen, ter
wijl mgr. W. M. Bekkers, die de
avondmis opdroeg, op het priester
koor had plaatsgenomen.
Van die conferentie geven we hier
enkele fragmenten weer, voor zover
we het stenografisch konden opnemen
of ons geheugen ons niet in de steek
liet. „Een groot aantal van jullie gaat
regelmatig naar de kerk en heeft voor
zichzelf het gevoel „erbij te horen".
Zij hebben met de figuur van de
priester meestal niet zoveel moeite.
Er is wel kritiek, maar de hoogach
ting en de eerbied overheersen. Maar
er zijn er ook onder jullie en ik
ben er erg blij mee, dat ze hier zijn
die veel meer moeite hebben met
de idee omtrent de priester. Er wordt
in de fabriek, op 't bedrijf, op kan
toor en ook thuis zeer ongunstig over
hem gesproken".
„Veel mensen gaan niet meer naar
de kerk, omdat ze ruzie hebben ge
had met de pastoor of de kapelaan
schap is geen baan, geen bejoep:
het is een wijding, die de priester
diep in zijn wezen grijpt. God grijpt
in. Het is iets eeuwigs en enigs van
Christus zelf in je mens-zijn gedrukt
krijgen, 't Is de voortzetting van
Christus' eigen priesterschap.
't Priesterschap is onveranderlijk-
en elke priester moet trachten dit
voort te zetten in de tijd waarin hij
leeft. Terwijl alles verandert heeft
de priester a.h.w. een eeuwig aange
zicht, dat is Christus in hem: en voor
niets ter wereld mag hij dit ver
loochenen. Maar hij moet trachten
dat eeuwige in de taal en in de ge
bruiken van zijn tijd vorm te geven.
Hij moet verstaanbaar zijn. Hij moet
zich voortdurend afvragen: „Hoe zou
Christus het nu doen want hij is
'n werktuig van Christus. Hij leent
Hem z'n lippen en z'n handen".
„Bij dit alles is 't belangrijk te
constateren, zoals Kardinaal Suhard
dat doet, dat de priester geen engel
is: verbaas je niet als je telkens
maar weer een mens aantreft; even
min is hij een tovenaar: hij kan geen
onfeilbare middelen aangeven, geen
adviezen die je eigen geweten uit
schakelen. En hoe zou hij je aan een
baan kunnen helpen, aan geld of aan
een huis? Hij is ook geen Ueber-
mensch. Op 'n gegeven moment
wordt 't hem soms ook allemaal te
hebben dat zo dikwijls aan - veel. Hij is fysiek niet sterker dan
een ander en psychisch evenmin".
„De priester behoort dus aan God.
Hij moet zich bemoeien met de God
delijke en eeuwige dingen. Hij is de
verdediger van Gods belangen. Hij
brengt letterlijk in praktijk 't woord
van Christus: „Ik ben niet de vrede
komen brengen, maar 't zwaard
Zijn manier om de vrede te verbrei
den is: hem in gevaar te brengen.
Maar hij is ook uit de mensen. Hij
is onderhevig aan elke ziekte, elke
dwaling, elke zonde en elke dood. 't
Heilige draagt hij in een zeer broos
omhulsel."
„Zoals Christus mens werd om ons
zo wijdt Christus de priester om ons.
Hij is een gegrepene door Christus.
Zijn leven staat in 't teken van Chris
tus, de Christus die is gekomen, is
heengegaan, maar eenmaal terug zal
komen. Hij getuigt door zijn bestaan
van de haast, de onrust om, het heim
wee naar Christus. Die onrust om
Christus tekent hem en heel zijn
schijnbaar zo onoverzichtelijke leven.
Altijd is de Heer nabij
Hij wordt geroepen bij een sterven
de. Dan bidt hij: dat de Heer in Zijn
allermildste barmhartigheid U moge
vergeven al wat gij misdaan hebt
en een paar dagen later hoort hij,
en ze
iedereen verteld, dat ze het op de
duur zelf zijn gaan geloven."
„Wat moet je nu eigenlijk van de
priester denken
De bron van het priesterschap is
Christus. Hij is mens geworden om
ons. Om ons leven zin te geven. Want
geld, vakantie, gezondheid, 'n aardig
huis of 'n scooter: dat alles is te
weinig om voor te leven. Daar zijn
we te goed voor. De mens is gemaakt
voor 't werkelijke, volmaakte geluk.
Dat heeft Christus ons mogelijk ge
maakt door 't offer van Zijn leven.
Daarom is Hij dé Hogepriester. In
't Oude Testament offerde de pries
ter dieren of produkten van 't land:
Christus offerde zichzelf. Vervolgens
is Hij de Herder .Hij heeft de groep
om Hem heen geleid en bestuurd,
drie jaar lang. En toen het erop aan
kwam nam Hij 't voor hen op: „Laat
dezen in vrede gaanHij' was
Leraar. Hij heeft duidelijk gezegd,
waar we ons aan te houden hebben.
Toen Hij heenging heeft Hij deze
macht en waardigheid overgedragen
aan Zijn Apostelen. De Apostelen had
den tot opvolgers de Bisschoppen. Het
is dus zó, dat de Bisschop een recht
streekse opvolger is van de Apostelen
en dat hij onder ons zonder meer de
kleine kinderen wat vertrouwd te ma
ken met de boeiende figuur van
Christus. Hun leven moet immers
naar Hem Hij bezoekt de zieken en
herinnert zich Christus' woord: Za
lig zij die wenen Hij gaat op huis
bezoek. Men weet niet wat dit bete
kent. Wat hij zou willen geven kan
hij vaak niet kwijt en wat men vraagt
kan hij niet geven.
En als hij dan van de morgen tot
de avond bezig is geweest dan is
hij teleurgesteld om zichzelf en wat
zal hij dan anders doen dan Christus
om vergeving vragen waar hij te wei
nig van Hem en te veel van zichzelf
was".
„Zo staat de priester in ons mid
den Hij is er voor jullie, om je eraan
te herinneneren, dat je op weg bent
naar Christus.
Bidt voor je priesters en help hen
waar je kunt.
Toen Mozes met zijn volk wegtrok
uit Egypte moest er onderweg een ge
vecht geleverd worden met de Ama-
lekieten. Onder de leiding van Josué
trokken de Joden op. Mozes stond op
de berg te bidden met omhoog ge
strekte armen. Liet hij z'n armen
zakken dan werden de Joden terug
gedreven, hield hij ze omhoog dan
wonnen ze. Toen ondersteunden
Aaron en Clivër Mozes' armen en
behaalden de Joden de overwinning.
„Dit alles overdenken we nu, nu we
Mgr. Bekkers in ons midden hebben.
De vorige keer was hij als pastoor
Bekkers bij ons, nu als Bisschop-Co
adjutor. De volheid van het priester
schap wordt 12 februari op hem over
gedragen. Dit is dan „onze Bisschop
zoals juliie met recht moogt. zeggen.
Jullie kent hem en je weet: Hij is ie
mand met wie je kunt praten; iemand
die de noden en de problemen, het
leed èn de vreugde van de mensen
verstaat, van alle mensen; maar ook
en heel bijzonder van de jonge men
sen; iemand die nergens onnodig af
standen schept. Eer» Bisschop, waar
je oprecht van kunt houden.
't Ambt van een Bisschop is onmen
selijk zwaar. Straks gaat hij naar
Den Bosch en daarmee komt er dan
bovendien een stuk eenzaamheid in
zijn leven. Hij is dan „Zijne Excel
lentie." Na deze Mis gaat hij jullie
toespreken. Dat hebben wij hem niet
gevraagd, dat stelde hij zelf voor. Wij
moeten in de stilte van ons hart de
overtuiging dragen, dat hij op ons zal
kunnen rekenen."
De conferentie werd besloten met
een gebed: „Heer Jezus, wij zijn weer
bijeen. Het valt U vast mee, dat wij
telkens weer trouw komen. Vanavond
hebben we nagedacht over de pries
ter in ons midden. U weet dat wij de
priester vaak met argwaan en wan
trouwen bekijken. We begrijpen er nu
wat meer van. Wie over de priester
spreekt, spreekt over U. Want U
leeft en spreekt door Uw priesters.
Wij willen U daarvoor danken.
En heel bijzonder vanavond nu wij
onze eigen Bisschop in ons midden
hebben. Wij zijn daar blij mee. Dit
is geen opgehitste sentimentaliteit
van ons. Deze Bisschop geeft ons wat
moed en vertrouwen. Wij willen U
vragen: help hem. En als hij straks
van hier vertrekt dan zal.de afstand
tussen hem en ons niet groter wor
den. Wat u voor de mensen was:
voor de armen en de rijken, voor de
vaders en de moeders met hun klei
ne kinderen, voor de zondaars, voor
alle mensen met al hun zorgen en
voor de jonge mensen met wie U de
Jonge kerk hebt opgebouwd: dat is
deze Bisschop voor ons. Dank U wel
Heer Jezus. Amen."
J. F.
Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!»»»ii,f
ZE STONDEN ergens bij elkaar.
Jezus en een stuk of wat leerlin-
gen en Maria. En vlak in de buurt g
waren knechten bezig. j|
Ze stonden allicht zo maar wat te m
praten. Iedereen is altijd zo maar be- j
zig het ergens plezierig te hebben op
een feest.
1 Drie dagen later was er een
Het was alleen met zo eig plezierig n
dat de wijn opraakte. Het kan best zijn n bruiloft in Cana in Galilea;
dat het Jezus' eigen schuld was, omdat Jezus' moeder was ook op het
Hij zo maar een aanhang van twaalt g
man had meegebracht. In ieder geval j feest; en Jezus werd toen
is het logisch dat Maria er mee voor eveneens uitgenodigd met
de dag kwam Dat zou iedere moeder
gedaan hebben. „Ze hebben geen wijn g Zijn leerlingen.
meer." Je hoort het haar zo zeggen. j kwam gebrek aan wijn
Tot zover is het verhaal niet moeilijk. |j en Jezus' moeder zei Hem:
Maar wat er volgt is al eeuwen lang een m uphw, 0ppn wiin meer".
probleem voor ieder die de H. Schrift g „Ze hebben geen wijn meer
leest. Zoals het er staat lijkt het niet g Jezus antwoordde: „Vrou-
erg vriendelijk. Jezus zegt Vrou'we" j .g er tussen Mij en u?
tegen Maria. Dat is nogal plechtig, zo- J
iets als wanneer je „Mevrouw" zou zeg- g Mijn uur is nog niet geko
gen tegen je eigen moeder.
En de rest is beslist wel een afwijzing
van Maria's suggestie: kunnen wij daar
niet iets aan doen. Jezus wijst een
actieve samenwerking tussen Hem en
Maria beslist af. Het is natuurlijk he
lemaal niet nodig om er een grote g
strengheid in te lezen. Het hangt hele-
maal af van de toon waai-op Jezus dit
gezegd heeft. Het was een afwijzing, g
maar streng kan het bijna niet geweest g
zijn, anders zou Maria niet meteen g
daarop naar de knechten gegaan zijn
om te zeggen dat ze Zijn instructies
moesten opvolgen. In dat geval mag je
dat niet zo maar verklaren uit vrouwe
lijke onlogica.
illlllllll!
Dit is wat je noemt elkaar aanvoel^
Als het er om gaat gewoon eer.
lij*
HET ZAL WEL nooit helemaal dui- goe(i te zijn voor deze mensen
del ijk worden. Maar ook de niet
Beste jongens en meis jes.
Het was 11 januari voor de derde maal feest in onze kerk van 't Heike,
1 toen jullie met 3000 in een prachtige stemming de H. Mis gevierd
1 hebben en naar pater P. Wesseling en mij geluisterd hebben o.ver het
'priestevschcLp.
1 God leidde mijn priesterleven langs wegen waarop ik heel veel
1 mensen mocht ontfnoeten, langs wegen, waarop ik onze jeugd leerde
1 kennen in haar stormen en worsteling, maar ook in haar heerlijk
1 idealisme. In de afgelopen maanden hebben wij samen, door een initia-
1 tief uit jullie zelf geboren in onze overvolle kerk Christus ontmoet en
1 getracht voor Hem open te staan Hem vragend, wat Hij van ons
1 verwacht, Hem belovend trouw te zijn en te blijven in de vreugde van
I het leven en in de offers van het leven.
Laat Tilburg over 10-20 jaar niet katholiek zijn omdat jullie vader
m en moeder het zijn, maar omdat gijzelf het zijtuit persoonlijke
overtuiging.
Van Christus Hem recht in de ogen kijkend zult gij altijd een
schouderklop en een bemoediging krijgen! Met Hem en met de liefde
M als wapen door het leven!
H God zegene u allen.
helemaal duidelijke passage's van
het evangelie bevatten altijd iets koste
lijks dat de moeite van het overpeinzen
waard is.
Jezus vindt het blijkbaar nodig Maria
nog eens te zeggen dat haar taak in
Zijn openbaar optreden alleen maar
luisterend is, alleen maar „er bij zijn",
en alles wat er gebeurt „zorgvuldig in
haar hart bewaren". Uit de rest van het
evangelie kun je lezen op welk een
grandioze manier ze dat gedaan heeft.
Maar het kostelijke van dit verhaal
is misschien toch wel die vanzelfspre
kendheid waarmee Maria er volkomen
zeker van is dat Jezus op een of andere
manier achter dit plan van haar staat
om die mensen een plezier te doen.
me zeker niet in de steek laten.
Dit is kostelijk, vrienden.
Je kunt er vaak over twijfelen of
er wel is in je leven. Je kunt je s
zó alleen voelen en zó moedeloos, D
je je wel eens afvraagt „of er nog
wat is tussen Hem en jou".
d'
Maar als je ooit met een plan roP
loopt om iemand echt eerlijk een pl
zier te doen, als je ooit het „gekk
voornemen hebt gemaakt helemaal
langeloos goed te zijn voor iemand, d
is het zeker dat Hij er achter staat.
Daar moet je niet eens langer oVe
praten.
Je moet het gewoon durven.
D.
plaats van Christus inneemt. Hij be- terwijl hij 't stoffelijk overschot be-
j. „riocterwhan geleidt: naar 't Paradijs geleiden U
zit de volheid van 't priesterschap.
Maar het aantal gelovigen nam zo
toe, dat elke Bisschop zich assistenten
koos en hen wijdde. Dat zijn de pries
ters en zij mogen doen wat de Bis
schop hun toestaat".
Na deze korte uiteenzetting gaf
pater Wesseling plotseling een ty
pische wending aan zijn conferentie.
Hij zei: „Nu kun je de priester op
twee manieren bekijken Je kunt
zeggen: de priester is goed, wanneer
hij beantwoordt aan mijn verwach
tingen. Wanneer hij „nuttig" is, vlot
populair en goed mee kan doen.
Maar wanneer je dus zo van de pries
ter verwacht, dat hjj alleen maar
een plezierig mens is, een aardige
prater, een harde werker: dan ver
laag je het priesterschap, dan zou
het niets anders wezen, dan een baan
van onderwijzer, ambtenaar, perso
neelschef, vertegenwoordiger, of wat
je maar wilt.
Maar 't is heel anders: 't priester-
de engelen, aaar Christus
Dan is hij weer in de doopkapel om
een nieuw mensenkind tot kind van
God te dopen: „Houdt de kaars bran
dend opdat gij, als de Heer ter brui
loft komt, Hem tegemoet moogt tre
den
Jonge mensen komen bij hem met
hun groot geheim: hun liefde. En op
de bovenste trede van 't altaar zegent
hij hun wil om elkander lief te hebben
zodat zij voortaan samen in liefde op
Christus gelijkend Hem tegemoet mo
gen gaan.
In de biechtstoel verneemt hij van
de zonden, maar nog meer van de
goede wil, en wat kan hij dan anders
dan naar Christus wijzen, die zich 't
meeste thuis voelde tussen mense
lijke ruïnes. En elke morgen staat
hij voor 't altaar. En hij herinnert
zich dan meer dan ooit 't woord van
Paulus: Telkens als gij het brood eet
en de kelk drinkt, verkondigt gij de
dood des Heren totdat Hij weder
komt Hij staat voor de klas om
Ben. bisschop-coadjutor van 's-Bosch
III
Wat zal dat destijds in Korinthc an
ders zijn geweest, als ei weer eens een
brief van Paulus aankwam. Dat was
wij ons voor; je belt pastoor Bek- dan cen echte brief, die heel nuchter
kers op, om een afspraak te ma- kon eindigen: „De andere zaken zal ik
ken en je zorgt dat je er op het wel reselen, a,s ik weer kom Hierin
«aas
Maar als je nu niet van die krant
bent, je hebt geen perskaart, je hebt
zelfs geen balpen, maar alleen 'n dege
lijke vulpen, waarmee je af en toe een
brief aan je meisje of je vriend schrijft;
dan kom je er niet zo gemakkelijk toe
om naar een a.s. bisschop en zeker
niet naar een gewijd bisschop te stap
pen. Je gaat niet op audiëntie; of mis
schien één keer in je hele leven, als
afgevaardigde van de Kajotters of de
St.-Vincentiusvereniging, maar gewoon
alleen maar naar de bisschop gaan op
visite en een sigaret met hem te roken,
een dergelijke gelegenheid doet zich
slechts voor weinigen voor.
Hoe dicht de bisschop ook bij ons,
zijn beminde gelovigen, zou willen zijn,
hij blijft altijd te ver af.
GEEN GEWONE BRIEF
Niet alleen dat je hem uiterst zelden
ziet, maar zelfs hoor je hem zeer zel
den. En als je hem hoort dan is het
nog bij monde van een van zijn hel
pers. Er wordt een brief voorgelezen.
Maar het is geen brief, zoals jezelf wel
eens ontvangt. Je krijgt geen enveloppe
te zien, zelfs geen postzegel en er wordt
niets opengescheurd. Het schijnt dat de
pastoor hem donderdag al heeft gehad,
met de avondpost. Hij heeft hem toen
met zijn sigarenknijper opengepeuterd een van mijn voorgangers nadoen: Ik
en het gedrukte boekje, dat in niets zou ook, als ik nog maar pas bisschop
meer op een brief leek, maar zoiets als was en nog midden in de publiciteit
een circulaire was, heeft hij toen in het stond, mijn arm breken bij het fietsen,
evangelieboek gelegd. Nog voordat de „Ziezo", zou ik zeggen, „nu weet ten-
priester die zondag de eerste zin heeft minste iedereen, dat ook cen bisschop
voorgelezen, weten we al hoe het straks fietst en zijn arm kan breken". Het zou
eindigen zal: „En zal dit ons herderlijk tevens een mooie uitvlucht zijn om mijn
schrijven....". „herderlijke schrijvens" te laten druk-
Dat is dan wat de beminde gelovigen ken.
van hun bisschop horen, dat is het con- Maar ik zal mijn arm nooit breken,
tact: cen brief zonder enveloppe en want ik word nooit bisschop,
zonder postzegel of strafport. T. K.
ligt veel vertrouwelijks.
En hij belooft dat hij weer zal komen.
Maar als bij ons de bisschop komt
dan is het om te voimen, zelden eens
om te preken, of de mis te lezen, of om
biecht te horen. We vinden dat jam
mer en we kunnen het niet helpen,
we moeten als hij dan komt haast al
tijd, onwillekeurig aan Sint-Nicolaas
denken. De Monseigneur krijgt gewaden
aan en doet ze weer uit, waar allen
verwonderd naar kijken. Dan is het
idee van een Sinterklaas nog sterker en
we schrikken weer van dat idee. Ge
lukkig weten we ons dan wel weer te
realiseren dat het Sacrament van het
H. Vormsel mijlen ver is verwijderd
van de 5-december-folklore, maar het
is juist ook wegens dat weten, dat ws
ons óver onze fantasie ergeren. En toen
de mensen, die achter ons zaten in de
bioscoop, (er kwam toen in het journaal
een bisschopsplechtigheid voor) ook aan
St.-Nicolaas dachten en er om even
tueel geen ergernis te geven zachtjes
om lachten, hebben we dat goed kun
nen begrijpen. Zij begrepen er immers
nog minder van dan wij, katholieken.
Die mijter zou ik het ergste vinden als
ik bisschop werd, en die brief het meest
tragische. Want ik zou geloof ik net zo
moeten doen als mijn voorgangers en
collega's. Eén ding zou ik echter zeker
'1st
,>t0
dez
„Die vrouwelijke brievenbestel
lers in Amsterdam en elders zijn
natuurlijk een compensatie voor
het duurder worden van de sui
ker", aldus Hond dromerig van
achter het ochtendblad. „Of het een
vooruitgang zal betekenen, valt nog
moeilijk te overzien. Was het bij
voorbeeld winst, dat er onlangs
een vrouwelijke minister aan het
kabinet werd toegevoegd? Feit is,
dat vanaf dat ogenblik geregeld
dode muizen en vogels in de melk
worde- aangetroffen. Of is dit
laatste wellicht, volgens de men
selijke logica, weer aanleiding om
over te gaan tot het aanstellen van
vrouwelijke melkslijters? Het lijkt
allemaal niet zo eenvoudig. Voor
vonden heeft het onderscheid naar
kunne praktisch geen consequen
ties wat betreft de arbeid. De
kunne heeft bij ons geen gevolgen
voor het kunnen, zou je mogen
zeggen. Bij mensen is dit vandaag
de dag een probleem. De vrouwe*
lijke politieagenten zijn er al doof-
De gehuwde ambtenares is nog cerj
vraagteken. Romme is intussen al
over die gehuwde ambtenares Ëe~
struikeld, ofschoon dat niet de be*
doeling was. Zonder het probleeUj
van de gehuwde ambtenares z°K
het kabinet er anders hebben uit
gezien. Het gaat bij dat alles du
wel degelijk om principiële zaken-
Nu hebben mensen natuurlijk n1®
veel aanleiding nodig om van iel
een principiële zaak te make
Zelfs var de vrouw Hier stokt h®,
«at,
5°oi
vee 1
nens
gemiddelde hondenbrein. In
dingen kan de Hond met de rne1
meedenken en meevoelen. U*
kan hij niet mee. Waar van
vrouw een principiële kwes»
wordt gemaakt, kan de hond ui
een
akt, kan de hoi
meedoen. Principieel niet. Maa
kt
er.
ass.
de mens van de vrouw wél c ,g
principiële kwestie, dan moet
mens dat zelf weten, maar let op-
hij zal erover struikelen