Anglikaanse Convertieten schrijven memoires Utrecht, Haarlem en Rotterdam Deense orgelbouwmeester heeft goede papieren a SU N' I sSn: moet oppassen voor grootheidswaan V.S- W' Londens literair journaal Als Newman Veel bedrijvigheid, matige resultaten bij de Nederlandse balletgroepen Waarom, Scapino? Steffa Wine faalde Generaal Nor stad due dagen in Nederla11 Bohlen naar de Plassenschap L005' dreeht en omstrek Zuidelijke adem Ook in de St.-Laurens Halfstok Camouflage Spel-element Klassieke klank PHBBBB VB ZATERDAG 9 FEBRUARI 1957 GESPREK IN EEN LONDENSE CLUB WANNEER HET subsidiëren van de danskunst ge schiedt op basis van vertrouwen in de leiding van de verschillende balletgroeperingen, dan is dit vertrouwen niet beschaamd wat betreft de activiteiten die worden ingestuurd of uitgevoerd. Niemand minder dan David Lichine is bij het Nederlands Ballet voor enige tijd geëngageerd; voor een divertissement van een bepaald groots gehalte heeft het Operaballet opdracht voor foto's verstrekt aan niemand minder dan Sergo Lido. Scapino, die het werkterrein van de jeugd heeft uitgebreid tot volwassenen, studeert momenteel een ballet in van Fokine, terwijl de kostuums worden gemaakt naar de vermaarde ont werpen van Léon Bakst. Het Ballet der Lage Landen kwam de afgelopen week in de Amsterdamse Stadsschouwburg (waar de ex-danseur-nieuwe-schouwburgdirecteur bezig is zijn „leer tijd" te doorlopen om de heer Bendien waardig te vervangen) met twee premières in de choreografie van Michel Holmes en Netty van der Valk. In opdracht van de gemeente Amsterdam, waarvan zij de choreografieprijs voor 1956 had verkregen, studeerde zij met Het Ballet der Lage Landen „De Kennis making" in op muziek van Duke Ellington. PAGgAjj* De Duitse"bijdrage a»0 de Britse defensie Het vele werk dat Steffa Wine ontegenzeglijk heeft verzet om deze avonden mogelijk te maken, zijn onevenredig aan het gehalte dat zij met haar programma weet te bereiken. De Spaanse dans is een bijzonder gespecialiseerd ter rein, waarbij de techniek geadeld moet zijn door de emotie van een kunstenaar, die beschikt over een vurig temperament en een tref zekerheid, gepaard met een gran dezza van het Spaanse volk! Binnenkort oprichting Na de in ons land gebruikelijke discussies en commissies van onderzoek heeft de Haarlemse gemeenteraad eindelijk een be slissing genomen inzake de restauratie van het wereldver maarde orgel in de oude Sint- Bavo-kerk. Deze beslissing ongeveer samen met een andere „cause subtile": de benoeming van een functionaris als opvolger van de „stadsorganist" George Robert. EEN ARTIST TUSSEN ORGELINDUSTRIëLEN K PLAN WOONKERN^ HET PLATTEL-*^p, B. en W. van Alkmaai' iL diepgaand overleg )J5 16 Zijn'nV$V MINISTER ZIJLSTRA M A C III N E FA B RI E. NIEUWE PEKE^io<^ -s to°ey. K DE SFEER VAN een Londense club leent zich uitermate goed voor een ge sprek van man tot man, van hart tot hart. Verscholen achter de hoge ruggen van laren clubfauteuils na de lunch of het diner opent de Engelsman nog veel ge makkelijker zijn hart dan in de intimiteit van de studeerkamer, waar altijd nog on verwachte andere leden van het gezin kunnen binnenstormen. Hier in zijn club voelt hij zich veilig en is ervan verzkerd dat dit kleine eilandje ook door de andere leden van de club zal geëerbidigd worden mits hij niet op het kruiswoordraadsel is gaan zitten dat zijn voorganger in de stoel heeft achtergelaten. Hugh Ross Williamson Het was in een Londense club dat ik een lang gesprek had met een van de recente convertieten uit het An- glicanisme, de voormalige Kanunnik E. C. Rich van Peterborough Cathe dral. Deze knappe Anglicaanse theo loog, die in het midden van het vorig jaar naar Rome is overgegaan, gaf mij een „preview" van zijn autobio grafie die klaar is voor de drukker en waarschijnlijk gepubliceerd zal worden onder de titel „Seeking the City". Het levensbeeld dat zich hier voor mij ontrolde vertoonde een sterke ge lijkenis met dat van Newman bij zijn gang naar de Kerk. Geboren evenals Newman in een sterk evangelisch milieu, bewoog hij zich stap voor stap vanaf de jaren dat hij in Oxford stu deerde naar de Kerk van Rome, hier bij sterk geïnspireerd door de leer van Paulus in zijn brief aan de inwo ners van Efese, over het Mystieke Lichaam van Christus. Newman's ge schriften werden door hem inge dronken zowel om de rijkdom van in houd als om de muziek van zijn pro za, „dat voor mij even fascinerend is", aldus Rich, „als de muziek van Bach". Zoals voor Newman „The De velopment of Christian Doctrine" de ouverture was voor zijn overgang naar Rome, zo was voor Canon Rich zijn laatste boek „Spiritual Authority in the Church of England", het keer punt in zijn leven. Onder de boeken die Rich beïnvloedden in het ontwik kelingsproces van zijn bekering, wil de hij vooral ook vermelden het boek van de Nijmeegse hoogleraar W. v.d. Pol, „The Christian Dilemma". VELEN ZULLEN VOLGEN. Uiteraard konden wij niet nalaten deze recente convertiet te vragen naar zijn visie op de toekomstige ont wikkeling binnen de Kerk van Enge land en het merkwaardig grote aan tal Anglicaanse geestelijkeh in to taal 27 die in het afgelopen jaar naar de Kerk van Rome zijn overge gaan. „Het is niet onmogelijk dat ve len nog zullen volgen", aldus Canon Rich, „maar ik geloof dat deze eer der zullen komen als individuen dan als leden van bepaalde strijdgroepen binnen de Kerk van Engeland, zoals de Anglo-katholieke Annuntiatle- groep, voor wie dikwijls het gevaar bestaat, dat ze zich zo vastbijten in de strijd binnen de Kerk van Enge land, dat zij blijven strijden om te strijden. Zelf vraag ik me nog iedere dag af waarom ik het Licht heb mo gen zien en zovele anderen, die met mij geijverd hebben voor de eenheid van Christus' Kerk dit Licht nog niet gezien hebben. Het mysterie van de genade". Met belangstelling zien wij het verschijnen van deze autobiogra fie tegemoet. Intussen zijn de memoires versche nen van een andere recente conver tiet: Hugh Ross Williamson, getiteld „The Walled Garden" (Michael Jo seph, 15 sh.). Het boek is geschreven in een stijl die sterk spreekt tot het Engelse lezerspubliek met zijn af keer voor systematische betoogtrant en zijn liefde voor het pittoreske de tail. Een groot gedeelte van het boek is dan ook niet gewijd aan Ross Wil liamson's Odyssee, maar aan zijn veelzijdige activiteiten als politicus, als hoofdredacteur van het helaas intussen overleden litteraire tijd schrift „The Bookman", en van het eveneens verdwenen populaire blad „The Strand Magazine". Ook schrijft hij uitvoerig over zijn ervaringen als toneelschrijver en criticus. Het is in het tweede gedeelte van dit boek, te beginnen bij hoofdstuk X, dat Ross Williamson zijn ontwikke lingsgang beschrijft, welke leidde tot zijn besluit in juli 1955: „Ik heb de Kerk van Engeland verlaten omdat in juli 1955, de aartsbisschoppen, bisschoppen en de vertegenwoordigers van de geestelijkheid van de Kerk van Engeland officieel de gel digheid van de wijdingen in de Kerk van Zuid-India hebben er kend en daarmede hebben ver kondigd, dat er geen verschil was tussen wat ik deed als An glicaanse priester bij de Com munie-dienst en wat mijn vader als geestelijke in de Kerk van de Congregationalisten deed: dat zijn voorzitten bij een her- denkingsmaal en mijn viering van de Eucharistie volkomen gelijk waren en dat iedere christen zonder onderscheid aan beide diensten kon deelne men". In appendices heeft de auteur in teressante documenten ingelast o.a. betreffende de correspondentie van de Annuntiatie-groep met de Kerk van Zuid-India en controversen van Hugh Ross Williamson die aan zijn overgang voorafgingen. Bewust heeft hij deze belangrijke stukken als ap pendices opgenomen, om te voorko men, dat zijn levensverhaal door dor re brieven en verhandelingen werd onderbroken. In de februari-aflevering van de „Month" zijn ook weer een aantal korte biografieën van recente Angli caanse convertieten bijeengebracht. De artikelen die over de intercom- munio van de Kerk van Engeland met die van Z.-India in hetzelfde maand blad zijn verschenen van de hand van Anthony A. Stephenson, S.J. zijn nu gebundeld onder de titel, „Anglican Orders" (Burns and Oates, 7sh.6d). Vele van deze Anglicaanse conver tieten van dit laatste jaar zijn door Father Stephenson zelf in de Kerk opgenomen. Intussen is van katholieke zijde een zeer gedegen studie over dit onder werp verschenen van een andere Je zuïet, Fr. Francis Clark, ook geti teld, „Anglican Orders (Longmans 25 sh.) waarin systematisch de inge wikkelde controverse behandeld wordt, die sinds het verschijnen var de Constitutie .Apostolicae Curae'' van Leo XIII, waarin de Anglicaan se wijdingen ongeldig zijn verklaard de gemoederen voortdurend heeft be zig gehouden. Dit nieuwe werk van Francis Clark is onmisbaar voor iedere vak-theoloog, die in deze uiterst moeilijke materie wegwijs wil wor den. Een totaal ander karakter hebben de brieven, die Dom Aldhelm Dean geschreven heeft aan Anglicaanse vrienden en die nu zijn gebundeld in een klein boekje „Letters to Angli cans" (Burns and Oates, 5 sh.). Ver re van een wetenschappelijke uiteen zetting te geven richt deze monnik van de Benedictijner abdij van Down side zich tot personen uit de meest uiteenlopende maatschappelijke krin gen: een officier van de luchtmacht, de weduwe van een marine-officier, een handwerksman, een geestelijke etc. De brieven zijn niet gefingeerd, maar zijn in de loop der jaren door Dom Aldhelm geschreven aan vrien den en zoekers, die niet theologisch geschoold waren en gekweld werden door vragen omtrent de geldigheid van de wijdingen, de pauselijke on feilbaarheid en andere brandende problemen, waarmede zij zich gecon fronteerd zagen. David Lichine BALLET De besprekingen, die sedert ^yed' in Bonn tussen Groot-Brittanni j(se M Duitsland gevoerd zjjn over de va„ i drage in de stationeringskosten iU,|en Britse troepen in West-Duitsla volgens een communiqué, ïitee*® - door beide delegaties werd t>e binnenkort worden beëindigd- je V gin van de volgende week zul'e -escb0^, sprekingen enige dagen worden ®jefel>' in verband met de min's'erjC,iijk d**' van de OEES te Parijs, Onmidde'w g na zal het overleg worden afBes <je ben Volgens het communiqué zu' Lrag v'a> sprekingen over het juiste nenfcor deze verschillende sommen 0 worden afgesloten. vr;ngen Tl Doorgaans welingelichte het to",, Bonn verklaarden gisteren, dat n j bedrag van de Westduitse bij in Britse defensie-rekening. zal orde van grootte van 600 mul M Slechts een gedeelte hiervan z° sten W, drage zijn aan de stationerings»0 jud1, de vier Britse divisies en tactisc macht in Duitsland. De rest v j,et h'el, drag wordt gefourneerd onder n pe boven aangehaalde artikel drie Noordatlantische verdrag- Scapino werkt aan twee nieuwe balletten, die 16 februari in het Nieu we de la Martheater in Amsterdam in première gaan. Een ballet is naar een gegeven van Marten Toon der en zal waarschijnlijk „Tom Poes en de Wonderspiegel" heten. Jan Rebel heeft de choreografie in handen, de muziek is van Jan Mas- séus en de kostuums en het décor worden ontworpen door Mz.rten Toon- Scène uit „La creation", een ballet van David Lichine door het Ned. Ballet. der zelf. Deze gegevens nopen bij voorbaat tot gerechtvaardigd opti misme. Alles bij elkaar een verruk kelijke opgave voor Scapino. Maar hier blijft het niet bij. Tom Poes wordt gevolgd door „Le Carnaval" een choreografie van Fokine, op mu ziek van Schumann! De kostuums worden vervaardigd naar Léon Bakst! Scapino durft wat aan. Van de on geëvenaarde romantische ballettten van Fokine, leerling van Petipa, „Les Sylphides", „Le Spectre de la Rose" en „Le Carnaval" stelt dit laatste een opgave, wellicht onmoge lijk om uit te voeren. Men weet dat Nijinsky in dit ballet als Harlekin het schier onmogelijke deed. Léon Bakst heeft alle luxe, pronk en barok met de mogelijke en meest fantas tische middelen op het toneel kun nen brengen, omdat Diaghilew hem daartoe o.a. financieel in staat stel de! Na Fokine hebben in Wenen Willy Franzel, in Berlijn Jens Keith en in München Marchel Luipart ge poogd om „Le Carnaval" in een eigen zetting te brengen. In Londen zijn zelfs zeven verschil: mde versies in 1936 op het toneel te aanschouwen ge weest. Met angstige verwachting vraagt men zich af, waarom Scapi no aan de grootheidswaan lijdt om juist dit ballet op het repertoire te te bespeuren, nemen. Wij raken bier de kern van het probleem. Mevrouw Gaskell bewijst naar onze mening duidelijk, dat zij een open ooog heeft voor de verhou dingen in onze danswereld. Wij geven haar gaarne de eer, dat zij van bui ten af krachten van niveau aantrekt die dan een ballet instuderen, dat niet bij voorbaat de last torst van 'n vergelijking, die de toets der kritiek niet kan doorstaan. Of dit bij Scapino ook het geval is, zullen wij moeten afwachten. Zondagavond a.s. wordt in de Klei ne Zaal van het Concertgebouw te Amsterdam het programma her haald, dat wij zagen en waaraan wij geen grote vreugde konden beleven. Steffa Wine heeft met samenwer king van Manuela Mercedes, Irene Morengo, Juanito Ramirez een avond van Coplas en spaanse dansen gege ven. De muzikale begeleiding berust te bij Dick Visser en Pepe Ramirez (guitaar), en Johan Jansonius (pia no). De choreografie was, voor zover betrof, in handen van Steffa Wine. Het geheel maakte een matige in druk, zodat men zich afvroeg of ook in de niet-gesubsidieerde sector het zelfde euvel zich demonstreert, dat men te hoog grijpt in de wens om iets „aparts" te brengen. Spaanse volksdansen hebben een grandezza nodig, die men van nature moet be zitten. De sterke onafhankelijkheids zin, het respect voor originaliteit, maar bovenal de edele fantasie, die van de dans werkelijke „kunst" maakt, misten wij geheel. De flamen cos die het programma besloten, wa ren wel plezierig voor het oog, maar van een boeiende spanning, van een uiterste individuele prestatie die de bravour tot troef maakt, was niets Een uitzondering maken wij voor Manuela Mercedes, die wat charme bracht aan het geheel en vooral voor Juanito Ramirez, die de volksmuziek uit Avila bijzonder goed bracht. De geallieerde opperbevelhebber 9li Europa, generaal Launs Norstad. j j.s maandag 18 tot woensdag 29 fej een bezoek brengen aan ons la® Apeh' Op maandag 18 februari zal fc ir" Norstad besprekingen voeren <s v'3 ter Staf en met de verenigde c e0 staven. Dinsdag brengt hij bezo de tankwerkplaats te Amersfoor tese> gerplaats Ermelo en de school vo ^Tfpe' j ve-officieren der infanterie te yyed1 Woensdag zal hij, zoals bekend, te spreken tijdens de jaarvergade» .j0ps- het Genootschap voor Public Rel a» de Charles Bohlen, de ambassadeur J V. S. te Moskou, gaat de 21e de fet Washington voor overleg met z J g0tikj ring. Dit is het eerste overleg va ,5 sPr' met de Amerikaanse regering sl" 1956- -d. Van Amerikaanse zijde is ge -0ed het vertrek van Bohlen niet voo t zoals onlangs uit diplomatieke *r Moskou verluidde. De ambassade klP de reis met zijn echtgenote, maar deren blijven in Moskou. 1 /*ti Ged. Staten van Noord-Holland^ jpfl aan de Prov. Staten medegedeeld- nenkort de oprichting kan worjreL wacht van het Plassenschap L \ltTe ac en Omstreken. Ged. Staten vaArgidaJL, onder wier auspiciën de v0° hpefl h'e besprekingen zijn gevoerd, heö 0 mr. F. F. Hooft Graafland te 1j sinds begin 1956 heeft medegev* dg voorbereiding, bereid gevon voorzitterschap te aanvaarden. r1gcr' Aan de regeling van het p'a nemen deel de gemeenten Breukelen, Hilversum, Loenem De naam Robert wekt vele geluk kige herinneringen, niet zozeer door de muzikale activiteit van de laatst genoemde, die destijds een roemrijke traditie moest voortzetten, als wel door diens broer Louis Robert. Deze organist was het die met een in Ne derland ongeëvenaarde virtuositeit en begrip voor registratie de tradi tionele orgelbespelingen op dinsdag en donderdagmiddag (later donder dagavond) weer een nieuwe glans verleende, nieuwe belangstelling trok door zijn weergaloze Bach-vertolkin- gen en het presteerde om een groepje van enkele tientallen toehoorders, op de bewuste donderdagavondconcerten in de zomermaanden tot bijna duizen den te doen uitgroeien. klankmonument verrijkte, hebben en kele mindere goden in de loop der tijden hun romantische bevliegingen in dispositie-verminking omgezet. Geheel deze „indispositie" was nu voor de vroede vaderen van de Spaarnestad aanleiding om voorge licht door enkele deskundigen, een besluit te nemen tot grondige res tauratie van het befaamde instru ment en na lang wikken en wegen deze toe te vertrouwen aan de Deense orgelmakerij van Marcus- sen met de orgelbouwartiest Za- charias aan het hoofd. bilea plegen te bezoekenEr lé ven nog artisten, maar het blijven uitzonderingen tussen de vele orgel- industrieëlen. Vele orgelliefhebbers, amateurs zowel als beroepsmensen, dragen nog de herinnering aan deze orgelcultuur als een onuitwisbaar beeld met zich. Louis Robert's spe' was, dat hjj alle inconveniënten van het oude orgel wist te camoufleren met kunstgre pen die alleen een virtuoos als hjj kan toepassen. Daar waren register- slokken, die met de vuist moesten worden dichtgeslagen; daar waren klavierkoppelingen, die de toetsen slechts met grote spierkracht deden bewegen: daar was de beperkte om vang der klavieren, die eigenlijk voor ieder modern stuk een hinderpaal vormde; daar waren verder tiental len pijpen met een gebrekkig spraak vermogen; en tenslotte waren er in de loop der tijden „restauraties" ge schied die meer „destructies" van het oorspronkelijk klankbeeld bete kenden. Want sindg de dagen dat Christian Müiler (173°) deze weidse Gotische ruimten met een barok- AUWELIJKS was dit besluit be kend of de Nederlandse orgel bouwwereld kwan in rep en roer. De nationale driekleur werd halfstok gehesen, omdat men dit een aanslag vond op het eigen pro- duktieapparaat. Iedere muziekscri- bent ontlastte zijn bezwaard gemoed in artikelen waarin wel veel woorden stonden doch waarin niets werd be wezen. Men vergat in de hitte van het gevecht dat het befaamde "orgel destijds ook door een buitenlander werd gewrocht, evenals trouwens de meeste van onze gerenommeerde or gels van nè de Reformatie. Voordien waren het Nederlanders die de toon aangaven voor de orgelbouw, zowel in eigen land als ver buiten de gren zen. Zou de Deense orgelbouwer Za- charias kennis genomen hebben van hetgeen een Nederlander Fabian Pe tersen uit Sneek in de 16e eeuw in zijn land aan orgelkunst heeft bedre ven? Men zou het bijna zeggen als men zijn klankbeeld hoort en de lief de en het geduld waarmee hij ieder instrument bewerkt, vanuit ieder dé tail afleest. Leeft er eigen!ük nog wel één orgelbouwkunstenaar die, gelijk eertijds onze Nederlandse meesters, het orgelbouwen als een edel ambacht of -handwerk beoefent? Ik ken er in F-ankrijk nazagen van de onvergelijkb e orgelbouw kunstenaar Aristide Cavaillé-Coll: van die stille werkers die niet met een loonstaat of urentabel in de hand lopen, die dagen en zelfs nachten opofferen om eer voor hun geest levend klankideaa1 te verwe zenlijken. Ze bestaan nog, de har- monisateurs of intonateurs, die hun heil niet zoeken in het bezit van een automobiel, waarin zij de cle rus tegen het naderen van hun ju- rlE NU MET enige vrucht wil discussiëren r .-er de al of niet wenselijkheid om de Deense orgelbouwer Marcussen Son een kans te geven bij de restauratie van het Haarlemse orgel, gelijk hij de bouwer zal zijn van een nieuw mo numentaal instrument in de Rotter damse Grote of St.-Laurenskerk, doet goed zijn laatste creatie nauwkeurig te bezien en scherp te beluisteren in de Klaaskerk te Utrecht. Beter dan op een officiële inge bruikneming of bij een concert, kan men zich hiervan rekenschap geven door in alle stilte tezamen met or ganist L. Erné de wenteltrap te be stijgen om dan een ommegang rond en door het nieuwe instrument te maken en register voor register in de kerkruimte te beluisteren. De „om megang" nu op het inmiddels zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat herbouwde oksaal, deed ons van de ene verrassing "in de andere vallen. Gewoonlijk is b.v. de achterwand van een orgel een weinig beziens waardig bouwsel. Hier echter is bij na evenveel zorg aan de afwerking en de vorm daarvan besteed als aan het front. De achterzijde is n.l. gelijk heel de orgelkas* van gaaf ei kenhout gemaakt, overal voorzien van kleine draaipanelen, die ieder voor zich een specimen van schrijn werkkunst vertegenwoordigen, zodat niet alleen de aanblik weldadig is en de soliditeit klaarblijkelijk, maar ook de praktische voordelen in het oog springen wat betreft onderhoud, stem ming e.d. Het front is geheel op het Gotisch lijnenspel van de kerk gebaseerd en middels de z.g. gulden snede van verhoudingen opgebouwd. De van het front uitspringende trompetpijpen („tuyaux en clamade"), zoveel in de Spaanse orgelbouw toegepast, wer ken in hun koperkleur als hoog-gehe- ven bazuinen. Daar' ii komen de sierlijke roodkoperen prestant-pijpen- rijen wier labia door een vergulde arabesk worden verlevendigd, ter wijl als unicum in ons land en meer als een decoratieve curiositeit een z.g. cymbelster in de bovenhoek van het middentorentje is aangebracht, welke bij het spelen van het cymbel- register lustig begint te draaien. Dit in ongebruik geraakt ornament dateert uit een tijd, waarin men ook gelijkende attributen aan het orgel front aanbracht, zoals men b.v. in een Nijmeegse hoofdstraat kan zien in de gevel van een uurwerkwinkel: draaiende poppetjes rond een man netje die met een hamer op een klok slaat bij het verlopen der uren, een mechaniek dat weleer ook in de or gelbouw werd toegepast. Zocht de Deense orgelbouwer in dit speelelement een tegenwicht te genover de wat dogmatische verstrak king van deze mgelklank? Wat de klank betreft, cu hier raken we het hart, is men er van uitge gaan, om bij een eeuwenoude tradi tie van de Klaaskerk aan te sluiten. Men sprak in die eeuwen van Nico- lai of St.-Nicolaa,skerk, gelijk ook blijkt uit het charmante orgelfront uit deze kerk afkomstig, dat nu prijkt in het Rijksmuseum te Amsterdam en uit vele rekeningen (door dr. Ven- te in zijn proefschrift gepubliceerd). Hoe zullen de instrumenten der Ni- coiaikerk destijds geklonken hebben? Men kan het enigszins afleiden uit de bewaard gebleven disposities, ge duldig papier dat wel dezelfde namen kan vemelden, doch hemelsbreed van klankrealisatie kan verschillen. Het was dus de opzet om hier een klassiek, ais men wil, 'wok klank ideaal te verwezenlijken: „een in strument dat de koraalzang van on ze gemeente goed kan begeleiden en dat voor het spelen van koraal-va riaties, triospel, de juiste timbres heeft", zo zei de organi Erné ter verduidelijking. In dit gemiddelde moge dit orgel stellig onder de meesl geslaagde worden gerekend. Het vertoont een klankbeeld waar aan de briljante eigenschap van een heid harmonie toegekend moet worden, een harmonie welke nu eens een prestant, dan weer een fluit tot basis heeft. Hierop zijn 'n reeks van vulstemmen of mixtures gebouwd en enkel - tong werken die volkomen bij dit klank beeld aansluiten, het verlevendigen, zonder de bekende scherpte of blik kerigheid te veroorzaken. Men zou in dit gemiddelde meer z.g. „zilver" wensen, meer ruisen de bovenklanken, die eens de triomf waren van de oud-Nederlandse or gelklank. Doch de jaren zullen hier stellig aan de nu wat te strak ge spannen klank ontnemen Vraag echter niet hoe men op dit orgel de muziek vanaf Cesar Franck moet spelen. „Ik speel ze hier niet op, maar kies eventueel een ander type orgel", liet de heer Erné ruiter lijk op mijn bedenking volgen. Of on danks de groeiende belangstelling voor gemeenschapszang in onze liturgie dit klanktype moet worden geïn troduceerd is een vraag die ik niet zonder meer bevestigend zou willen beantwoorden. Met het orgel van Marcussen is stellig binnen onze gren zen een instrument gekomen van uitzonderlijke betekenis dat ver bo ven de fabrieksmatige produktie van de doorsnee orgelbouw te pre fereren is. Doch wat onze smaak be treft zouden we hier de adem van een zuiderling nodig achten om een minder dogmatisch-verstrakte toon- geving, een veelzijdiger geschakeer de en mildervloeiende of -ruisende orgelklank te creëren. Doch dit is een kwestie van temperament en overtuiging, over welke „gusto" weinig te disputeren valt. Het zij voldoende een kunstwerk van factuur en klank in ons land te hebben be groet en daarmee óók de toekomstige auctor van de grote orgels van Haar lem en Rotterdam. MARIUS MONNIKENDAM Het orgel in de oude St—Bavo te Haarlem Amstej,0i drecht, Utrecht en Vreeland. De .0ofs teraad van Kortenhoef heeft he geV tot deelneming afgewezen. AJ iot hiervan kan „Het Wijde Blik" rief U gebied van het plassenschap rekend. Het voornaamste deel flyt werkplan is, de uitvoering van n js^,r denplan. Volgens G.S. van Utree^^; niet iuist, dat het plan tot her ut „.aktisch uitsluitend £e (er5l zijn op de belangen van de %v^e<i iijn uv uc uciai.6c, hd Dit herstel moet veel ruimer gez den, nl. als voorwaarde voor n® van het plassenschap ten behoe recreatie in het algemeen. In de binnenkort te houden v .fjo' „o' van de Prov. Staten van Noor zal een voorstel van G.S. aan de ,5^5 men om ten behoeve van het P'a te verrichten werkzaamheden pfC^ii een bijdrage te verlenen van »An;jjg f van het nadelig saldo der re» het plassenschap, tot een bedra» :e|) middeld tienduizend gulden. X te s' p gen G.S. machtiging zich garan oj voor 50 provent van de rente eje r van te sluiten leningen. Het to ningen mag nimmer hoger zUn miljoen gulden. B. en W. van Alkmaar het>h« net Li- nota medegedeeld, dat zij, anzagen van de burgemeesters van ®®r?;<ice ivf loo tot het stichten van stede kernen op het platteland vaIlrdee' jv'f/, —orland, hun definitief 9. jiet pt. len uitspreken, nadat de stedebouwkundige aö ^/O j)r „,,iii„0hhen WLmL e' nemerland, hun kunnen uitspreken, nadat van de stedebouwki Wieger Bruin, zullen hebben stu - e- Een opdracht, zij het slechts „chteh>rL< dracht aan enige architecten, ^ij _,c9' W. in dit stadium prematuur- ge m ren zich wel voorstander van k eet schappelijke aanpak van u Tevens wijzen B. en W. er 10giS jeii allerlei vraagstukken van so re Lr^f, economische aard, alsmede o zorg riipeliik dienen te w° V- gen. Zij nodigen de colleges tot efx der betrokken gemeenten iiet> spreking, waarbij ook een w ?0o Gedeputeerde Staten aanwe A De machinefabriek Oost N-je? F dochteronderneming van de L' Ja'Leijf fabriek Arnhem, voorheen is gistermiddag op het ind cfld Nieuwe Pekela officieel gc „eIi. Ljri'.ji1 minister van economische z 0 J J. Zijlstra. De komst van was wel een bewijs van de dL^eiV deze fabriek voor dit 6eD pro'1 jf j' in ontwikkeling is. Vel®., in ,y.> woonden de plechtigheid^je e^ej' briekshal. De comissaris t ontwikkeling van heer W. Schutrup. schetste oorlogse bedrijf en de noodzaak tot U q0. in een filiaal. Dat geschiedd eU-gAp' ningen. midden tussen rbe> een gebied waar (nog) voldoende aanwezig zijn- - ^et v,er' ii leidingen vervaardigd en toe'.„)(f' dan ook te beschouwen 3 „tv'1. bedrijf voor de zich gestaag ndaj tfj soda-industrie. Momenteel r a fa f beidskrachten hier werk. 0pge ja f zal nog dit jaar worden jeli] je9- g' 100 en men verwacht uit -' vid of hier werk yf mensen gronden zijn reeds aam belangrijke uitbreiding- Na een algemene besc'urgel? voorgeschiedenis door peke. Boekhoven van Nieuwe je ^ee o teerde minister Zijlstra, „of! K, ele ontwikkeling in het Groningen, welke aanva zich liet wachten, thans oVef e_J minister verheugde z'j„ ;ndus ontwikkeling van de ,s "en 1 \\t in deze machinefabriek v *><•-> bedrijf. fabUTgt J.pd Nadat de minister dej0 P fa opend had verklaard. ven van burgemeester Boek in werking. fevo iNx i 8-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 12