BONTE STORM OP KOMST Er broeit iets in het zuiden CHRISTENEN WORDEN OP EIK TERREIN VAN HET TEVEN ACHTERUIIGESTELD Zolderkamertjes op slot? op „niet-Egyptenaren Tienduizenden willen het land verlaten i „Slappe dagen" jNI f g i ZATERDAG 23 FEBRUARI 1957 PAGINA 1 Eerste Carnavals poppen liepen al van stapel ssssst niks zeggen MAASTRICHT, februari (Van onze verslaggever) DE ATELIERS, waar men nu al wekenlang in touw 111 de komende Carnavalsoptocht gestalte te geven, hangt ^'aas van geheimzinnigheid. Men kan er niet zo maar naar 011 stappen: de originele vondsten worden er warm °estcrd, als waren het staatsgeheimen en eerst straks, als j> °nte Storm is losgebroken, zal het allemaal op straat tdep gebracht. Ss'de voorbereiding op het Carnavalsfeest speelt zich af op kleine l"'Hertjeswaar de familie een keuze maakt uit de kist met oude kleren. Deze voorpret is een sensatie apart! Keuze IS DE JOOD in Egypte staatsvijand num mer één geworden in een vorig artikel heb ik al uiteengezet hoe, in drie maanden tijd, de joodse gemeenschap gehalveerd werd, de christenen en alle andere „vreemdelingen" worden als Egyptenaren van de tweede graad bestempeld. Sinds de Anglo-Franse invasie van november 1956 heeft Nasser een bloed en bodemthcorie ingevoerd, welke schrikba- render vormen gaat aannemen, dan die, wel ke in de topjaren van het Derde Rijk werd nagevolgd. In elke bedrijfstak, op elk mini sterie, op elk politiebureau ook, wordt met de woorden „puur Egyptisch" geschermd. Een ieder, die niet in de termen valt als rasechte Egyptenaar te worden aangemerkt, onder vindt, overal waar hij zich beweegt, moeilijk heden en leeft onder een zware, geestelijke druk en vaak in voortdurende angst. Mohammedaan of Christen Zuurdesem der Maatschappij Stille getuigen Ateliers vol geheimzinnigheid Geheimzinnigheid ronil d<> ateliers, waarin de kunstenaars de laehn ekkende figuren uit de. aanstaande optocht, vorm geven. Geheel rechts de onttroonde (en onthoofde) Toon Hermans ">0 't/n 2/ IN HET ATELIER van de Tcmpclccrs te Maastricht, gevestigd in een oude ma- trassenfabriek, beziet men mij, als ik argeloos en met veel geluk plotseling achter een pop vandaan kom, dan ook met een scheve, argwanende blik. totdat ik met mijn hand op mijn hart beloof een dozijn pop- en piasgeheimen aan niemand zelfs niet aan mijn meest dier bare, te verklappen. Eerst dan mag ik verder gaan, struikelend over honder den meters kippegaas, hier en daar bij de natte, in de weg staande reuzen een vleugje verf opstrijkend, maar ge accepteerd als een deelhebber in bet grinnikend complot. Ze werken er hard, de ontwerpers van de Maastrichtse Carnavalsoptocht. „Dit keer wordt hij mooier dan ooit te voren", zegt mij er een. „Let maar eens op". ERGENS in een hoek troont, log en leeg, Toon Hermans. Althans een als deze humoristische heer geklede reuzen- pop. Gekleed is eigenlijk het juiste woord niet, want de tand des tijds heeft het papieren kostuum, dat om een geraamte van kippegaas is gespannen, danig in de war gebracht. Na de laatste optocht hebben ze hem daar zo in een hoek gezet. Hij moet daar zo een jaar lang hebben gezeten. Een beetje een triest gezicht. Maar zo dadelijk zullen ze be ginnen aan de restauratie en die be looft schone resultaten, want Toon van 1956 zal in 1957 als een kleurig aange klede baby-sitter met de optocht mee trekken. Ook Carnavalspoppcn wisselen wel eens van jasje. ER ZIJN echter ook vele nieuwe cre aties. Latwerk, betonijzer, en kippe gaas zorgen voor het stramien, kleverig papier en verf vervolmaken het komi sche geheel. Denk vooral niet, dat al deze poppen „doods" zullen zijn. Fl~n speciale „mechanische afdeling" is aan het werk om uit te kienen op welke manier er beweging zal kunnen worden gebracht in het poppen-bataljon. Zo hebben ze mij uitgelegd, hoc het komt, dat een verontwaardigd heer van vijf meter lengte telkenmale met een knuppel op een vossckop zal slaan. Er komen een tractor en een hef truck aan te pas en het is bijzonder in gewikkeld, dat kunt u van mij aanne men. ZO, terwijl de radio keihard speelt en de potkachel gezellig snort, bereidt een stel Limburgers het Carnavalsfeest al voor. Mannen met baarden en breed gerande hoeden laten hun artistieke fan tasie de vrije loop: zjj timmeren, lijmen en schilderen cn lachen zich zo af en toe ook nog dood, want tussen al die grijnzende poppentoeten is het moeilijk serieus te blijven. Langzaam krijgt de parade van Carnavalszondag zo gestalte: de eerste poppen liepen al van stapel en hangen nu, als in de lach verstarde wassenbeelden aan het lijntje. Straks zullen zjj met veel bombari tevoorschijn komen, als de wereld, althans dit kleine stukje vaderlands grondgebied, drie da gen lang openlijk een poppenkast zal zijn. Daarna, als wij het as der verganke lijkheid op het voorhoofd dragen, zullen zij echter weer worden opgestapeld in het atelier cn tot papier cn kippegaas wederkeren. Want ook voor poppen geldt het rVm- mer te negeren Carnavalsdcvics, dat het op Aswoensdag allemaal voorbij moet zijn. Tal van winkels hebben hun karakter veranderd. Souvenirs en parfumerieën hebben plaats gemaakt voor een arsenaal uitdagende mombakkesen, in het zuiden onmisbare attributen voor het darnavalsfeest. (Van onze verslaggever) BENEDEN DE RIVIEREN, februari. RUST EN SPAARZIN lopen in het Zuiden op hun laatste benen; ge behoeft, geen gegradueerd kenner van dit land te zijn, om te constateren dat er iets broeit. Het. zit in de lucht, en zeer concreet kan men dat al waarnemen rond de werkplaatsen, waar, soms op één dag, de eerste en de laatste hand wordt, gelegd aan een mal bouwwerk, dat straks met de optochten zal meetrekken. Zuid-Nederland maakt zich op voor het Carnavalsfeest en een pauw kan nooit ~o zorgvuldig zijn tuniek in orde brengen als zij dat daar in het zuiden doen, al gaat het bij hen niet om de schoonheid, maar om de dwaasheid. Nog even, en dan zal de bom barsten, waarachtig, men kan dit jaar niet zeggen dat or niet voldoende kruit in zit. Loop, vooral diep in het zuiden, door de straten, en ge vpelt de stilte. De café's zijn minder druk bezet dan hier normaal gebuikelijk is. „Slappe dagen, mijnheer,-" zei mij een noord limburgse kastelein, die in zijn kas teel des vermaaks de urert, welke hem van het Carnavalsfeest scheiden, in droefgeestige eenzaamheid zat te verslijten. „Slappe dagen, de mensen potten maar." Vergis u echter niet, serieuze le zer, dit is slechts een zeer tijdelijke „bezitsvorming". Straks, op As woensdag, kan ik u daar de nadere details over geven. Maar neem van mij aan, dat er op menige schoorsteen een speciaal potje staat. Dat dit vaak hetzelfde potje is, waarin later, na Aswoensdag, de snoepjes en de si- i garetjes worden verzameld, die uit respect voor de Vastentijd voor enige tijd aan hun bestemming worden ont trokken, is een kwestie van traditie. Het is eerder folkloristisch dan hy giënisch, maar het heeft allure. Tal van kleine winkeltjes hebben hun karakter veranderd. Brave mid- "fen de poppen op de zolder van de oude matrassenfabriek bij elkaar, wachtend op de grote dag. (Van onze reiscorrcspondenl) CAIRO, februari. In de door de staat geredigeerde pers wordt, gerc- geld op „niet-Egyptenarcn" afgegeven. De radio doet al precies het zelfde en eigenlijk is de invloed van dit laatste propaganda-medium aanzienlijk groter, omdat het merendeel van 't Egyptische volk ongeletterd is. Er is een speciale naam voor de vreemdeling be dacht, een naam, die denigreert en die op het vlak ligt van een scheldwoord. „Khagawa" heet hij in het Arabisch, of wel „Ontvanger der Belastingen'', met de betekenis van uitzuiger. Egyptenaren van Griekse af komst worden in verschillende programma's nage- brouwd, degenen; wier voorouders uit Italië komen, bespot en de nazaten van gemengde huwelijken bele- digd. Nassers rassenbewustzijn gaat zo ver, dat hij klassi- ficatiedata heeft ingevoerd, ter bepaling of iemand als Egyptenaar van de eerste of tweede rang moet worden behandeld. Het voornaamste jaar hierin is het jaar 1900. Een ieder, die toen nog niet in Egypte woonde, of die nadien genaturaliseerd geworden is, kan geen aanspraken op de kwalificatie „pure Egyptenaar" doen gelden. Een uitzondering wordt gemaakt voor degenen die als Egyptenaren geboren zijn; afstammelingen van ouders <:•*-, die houders van Egyptische paspoorten waren, te en de eersten het levenslicht aanschouwden DEZE LAATSTE BEPALING heeft overigens niets om het lijf, als de betreffende persoon geen Mos lem is. Een van de voornaamste kenmerken van Nassers bloed- en bodemtheoriè is, dat hij de religie er in heeft gebracht. Een christen, of hij nu rooms, protestants of Kopt is, kan nooit een „pure Egypte naar" zijn. Hij mag zijn leven in dienst van de staat hebben gesleten, hij mag verdienstelijke bijdragen tot het welzijn van zijn land hebben geleverd, voor het regime blijft hij een Egyptenaar van de tweede graad mét al'e nadelige gevoigen van dien. Sinds de „imperialisten'' het Suezkanaal hebben trachten te bezetten, is er namelijk een maatregel van kracht geworden, die de werknemerscategorieën in de bedrijven regelt. Hierin wordt o.m. bepaald, dat ten minste tachtig procent der employés mohammedaans moet zijn, terwijl er maximaal plaats is voor vijftien procent christenen en vijf procent „andere vreemdeliri. gen". Het gevolg hiervan is, dat in alle takken van bedrijf moslems boven christenen worden voorgetrokken. De laatsten kunnen nog moeilijk promotie maken, Jopen voortdurend de kans het dienstverband te krijgen op gezegd en kunnen, indien ze op straat staan, vrijwel nergens meer terecht. Op andere terreinen van het leven worden eveneens grote moeilijkheden ondervonden. De christelijke scho len bijvoorbeeld, zijn gedwongen evenveel uren Koran als Bijbelonderricht te geven. De Koran-lessen zijn we), iswaar bestemd voor de niet-christelijke leerlingen, die de scholen bezoeken, maar tijdens examens kunnen alle jongens en meisjes vragen over de mohammedaan se godsdienst té beantwoorden krijgen, welke zwaar worden aangerekend Christen-winkeliers kunnen verder door hun clientèle geboycot worden iets wat ook herhaaldelijk ge schiedt of hun worden moeilijkheden bezorgd in ver band met de aflevering van hun goederen. Daar waar 'n christen ten laatste met een van de tentakels van de staat te doen krijgt welk gebied is nog vrij onder het tegenwoordige regime? wordt hij achteruit gesteld en op vernederende wijze behandeld. De moeilijke positie, waarin Egyptenaren van de tweede graad in het land van Nasser zijn komen te verkeren, wordt nog onderstreept door de omstandig heid, dat zij vrij gemakkelijk herkenbaar zijn. Bui tenlanders als Grieken en Italianen kunnen al door hun huidskleur of accent onderscheiden worden. Chris tenen als katholieken, protestanten en Kopten zijn meestal kenbaar door hun naam, die of „ge-christiarii- seerd" of van Syrische, Libanese of Armeense origine is. ONDER DE KOPTEN, die vijftien tot twintig pro cent van de totale Egyptische bevolking uitmaken, (men sohat hun aantal op 3 a 4 miljoen), heerst dan ook een gedrukte stemming, evenals onder de tweehonderdduizend andere christenen, die in het rijk der Nijl wonen. De Kopten, die al sinds de tijd van de evangelist Marcus Egypte bevolken, hebben al missies naar Abes- synië gestuurd om zich in hun kerkelijk moederland te beklagen. Duizenden christenen pogen voorts hun oude nationaliteit terug te krijgen, omdat ze het tijdstip aangebroken vinden het land te verlaten. In het nummer van 3 februari van het katholieke weekblad „Le Rayon d'Egypte" is onder het hoofd ..De grote angst van de christenen in Egypte" een on getekend artikel verschenen, waarin met bezorgdheid op de huidige toestanden wordt gewezen. In bedekte termen wordt de regering verzocht haar discrimine rende maatregelen tegen de christenen te staken. Met klem wordt er verder op gewezen, dat de christenen de zuurdesem van de Egyptische maatschappij zijn geweest cn veel tot haar bestaan en haar welvaart hebben bijgedragen. Duizenden christenen, die zo gelukkig e(jn een bui tenlands paspoort te bezitten, hebben Egypte inmiddels al verlaten, of treffen voorbereidingen dit in de naaste torkomst te doen. Van de vijftigduizend Italianen, die hun leven lang in Egypte hebben gewoond cn wier voor ouders er waarschijnlijk ook al walen, *tfn er binnen verloop van drie maanden twintigduizend ver dwenen. Met een gemiddelde van driehonderd pér weck keren ze Egypte op hel ogenblik de rug toe om zich in Italië of Brazilië te gaan vestigen. Ook de veertigduizend Grieken, die nog steeds als onderdanen van een „bevriende mogendheid" worden beschouwd de kwestie Cyprus heeft hier veel toe bijgedragen voelen zich langzaam maar zeker in een hoek gedrukt worden. Ze hebben al een mistic naar Athene gestuurd om hun moeilijkheden op rege ringsniveau op ie nemen, doch tientallen Griekse ge- Zinnen hebben al het besluit genomen weg te trekken Wat Nasser met de expulsie en onderdrukking van Joden, „imperialisten" (waarmee Israëliërs, Britten en Fransen worden bedoeld), christenen en andere vreemdelingen voor heeft, is wel bekend. Hij wil zijn land van „vreemde smetten" zuiveren en een puur Egyptische staat vestigen. Óf hij er echter iets in het voordeel van Egypte mee bereikt, is twijfelachtig te achten. De welvaart, welke tot voor kort in zijn rijk bestond, was voor het grootste deel aan al die mensen te danken, die hij er thans uitzet, of wier leven hij verzuurt. Bovendien moet hij voor elke „vreemdeling", die het land* verlaat, ten minste twee of drie moslems in de plaats zetten, omdat de laatsten tot de minst ohtwikkelde bevolkingsgroep van Egypte behoren en van nature inefficiënt cn ge makzuchtig zijn. LINK VAN BRUGGEN denstandswinkeltjes, waarin mëfi in normale dagen garen, band, parfume rieën en andere uitermate nuttige za ken kopen kan, hebben nu hun eta lagegezicht al vertrokken tot een uit dagende grijns. De mombakkesen hangen er bij tientallen achter de ruiten en menige voorbijganger heeft reeds zijn besluit genomen. Die aap daar, dat is vast iets voor mij.., of: dat kindergezichtje zal het op mijn romp vast doen. Het is een aparte sensatie op een hoekje te gaan staan en daar te con stateren hoe serieuze burgers van een zuidelijke stad aarzelend voor zo'n etalage stilstaan, met fronsende wenk brauwen het arsenaal in ogenschouw nemen, weifelend hun keuze bepa len en dan blij verder wandelen, wijl een zekere koeiekop hen op een schalks idee heeft gebracht. Straks zal hij langs de straat hollen, de weledelgeborene, als koe. Komen de officiële carnavalsver enigingen in deze dagen vaak in plech tige vergadering bijeen en worden punten als de optoehtformatie en de keuze der wagens met overleg aan de orde gesteld, de massale voorberei ding op bet carnavalsfeest speelt zich af op stille zolderkamertjes, achter gesloten deuren. Daar werpen de echte camavals-vierders zich op de kist met oude 'kleren, op de maskers en toeters van het vorig jaar. De stille getuigen die op Aswoensdag met een moe gebaar op een hoopje zijn gegooid. De plechtige rehabili tatie dient in het geheim te geschie den, want het gaat zelfs de familiele den geen stippeltje-stippeltje-stippel tje aan dat de oudste zoon des hui zes staks als Faroek zal rondwandelen, of dat vader zich in een oud jasje van het veldleger zal hullen. Die verrassingen worden zorgvuldig bewaard, tot straks de eerste schoten van het Carnavalskanon zullen heb ben geklonken en de Bonte Storm drie dagen lang zal razen over het land, waarin men nu met spanning de stille dagen telt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 7