Waarom
moet jij postbode worden!
Haar
grootste charme
De Voorbijgangers
LIEVE EN MOOIE MARIA
z
PEINS ER EENS OVER
GEZINSVERZORGING:
m
HONDEPRAAT
of directrice
of politieagente
of kantoorjuffrouw
I 6 8 I 11 II r
m
11 W% 1
Het meest
grandioze beroep
P
ZATERDAG 2 MAART 1957
PAGINA?
Beroepskeuze voor meisjes is
een hachelijk onderwerp. Als je
er in een klas met meisjes over
praat gaan ze allemaal slagvaar
dig recht zitten. Ze zijn allemaal
bang dat je ze wilt gaan aanpraten
een „sloof" te worden in het huis
houden of in de gezinszorg of zo;
dat je een aanval wil wagen op
beroepen als stewardess en man
nequin en dat je het geheel zult
dopen in een sauserige uiteenzet
ting over de belangrijke gevende
taak van het meisje, die een ver
warmend zonnetje moet zijn in
haar omgeving.
En toch zit er iets scheef
Hopeloze concurrentie
Niet interessant genoeg
ij m I mWmll S -
msm - - ,t-
7 SCAI.A.
Toen Hij dicht bij Jericlw
gekomen was zat er een blin
de aan de weg te bedelen.
Deze hoorde de menigte
voorbijgaan en vroeg wat er
te doen was..
Men zei hem:
Jesus van Nazareth komt
voorbij.
Toen begon hij te roepen:
Jesus, Zoon van David, ont
ferm u over mij!
Lucas
Zondag Quinquagesima
Onder gesch ikt?
Conclusie
Wat je ook voor beroep kiest,
zorg er in Godsnaam voor dat je
met mensen te maken krijgt, waar
je op de een of andere manier
voor kunt zorgen.
Wordt alsjeblieft nooit een „za
kelijke" vrouw. Dat is wel onge
veer het ergste wat er bestaat.
menig*'
WERK VAN CONCRETE NAASTENLIEFDE
In Leiden is onlangs een forum
avond gehouden, georganiseerd
door de Katholieke Jeugdraad,
voor de jeugdleiders en -leidsters
en het onderwerp was: De ver
houding tussen katholieken en
niet-katholieken. Een paar we
ken terug is een soortgelijke
avond in een andere stad al uit
voerig op deze pagina besproken
en we gaan daar dus geen reprise
van geven. Maar op die avond
waren ook enkele zusters aanwe
zig. Een van haar werd door de
groep waar zij deel van uitmaak
te tot gesprekleidster gebombar
deerd. En toen we dan aan de
discussie toe waren gaf deze zus
ter enkele va'n haar ervaringen in
het S.F.L. werk. Zij had minstens
evenveel met niet-katholiekc als
met katholieke moeders te maken
en zij liet zich ontvallen: „Die
niet-katholieke moeders, dat zijn
mijn grootste schatten". Het was
duidelijk, dat zij van haar werk
hield.
■he1'
liefffl
met
Ze hebben schoon genoeg van deze
verhalen en wie zal ze het kwalijk
nemen.
Als je er met mensen uit het be
drijfsleven over praat krijg je per se
herrie. Die denken dat je er in ieder
geval tegen bent dat meisjes op de
fabriek of op kantoor werken en wor
den ongeduldig bij iedere beschou
wing over het doden der vrouwelijk
heid in het bedrijfsleven. „Als jullie
je zin kregen werd de hele economie
ontwricht".
Ook heel veel ouders komen in het
geweer als je kritiek levert op het
weinig vrouwelijke werk dat ze hun
dochters hebben laten doen. Of je wel
weet dat ze best eens ongetrouwd kan
blijven en of je soms denkt dat ze
haar inkomen kunnen missen. Als ze
in het huishouden werkte verdiende
IIAAR GROOTSTE CHAR
ME: wat een man het meeste
in een vrouw waardeert is
dat ze lief is; hij kan bewonde
ring hebben voor haar geest,
voor haar schoonheid, voor al
haar gaven, maar tenslotte be
roert dat alles hem niet; hij
trouwt een vrouw omdat zij
lief is. Lief zijn is ook haar
grootste geluk: er is niets,
waar ze zoveel prijs op stelt.
Het kleinste meisje kan men
niet blijer maken dan door
haar te zeggen dat ze lief is.
En wie weet niet hoe gevoelig
een vrouw er voor is, als in de
aanhef van een brief het „bes
te" wordt veranderd in „lie
ve"? Lief zijn is haar eer, haar
geluk.
Dit lief zijn nu wordt aange
tast, als de vrouw zakelijk gaat
worden. Dan komt er in haar
leven een element dat met die
liefde strijdt; dan komt de nut
tigheid naar voren, de nuttig
heid, die op zichzelf gericht
doet zijn, die niet naar ande
ren uitvloeit maar rechtstreeks
het eigen welzijn beoogt. Er
komt iets berekenends, iets
koels, iets hards in de vrouw.
En daarmee houdt ze op lief te
zijn. Ze kan dan misschien ge
weldig op de voorgrond tre
den, een buitengewoon flinke,
actieve vrouw worden, veel
presteren, haar grootste char
me is zij kwijt; zij heeft opge
houden lief te zijn.
Dr. A. Terruwe
in: De vrouw en haar werk
ze nog niet de helft van wat ze nu
„heeft".
Ook al zijn alle opmei'kingen van
meisjes en bedrijfsmensen en ouders
de moeite waard; ook al is het waar
dat er maar weinig beroepen zijn
waar een vrouw niet vrouwelijk kan
optreden; ook al zijn er weinig be
roepen te noemen die per se onvrou
welijk zijn; toch is het duidelijk dat
er een groot gebrek is aan krachten
in die beroepen die alleen maar door
meisjes en vrouwen kunnen worden
uitgeoefend: de vele beroepen die te
maken hebben met het zorgend optre
den voor kinderen, voor zieken, in
het huishouden. Ook is het duidelijk
dat er bij bijna alle meisjes een angst
is voor het huishouden in de geest
van: Ik wil in elk geval geen huis
sloof worden.
En tenslotte is het zeker, dat het
alleen maar bezig zijn geweest, jaren
lang, met zaken, cijfers en papieren
en niet met levende mensen, voor on
telbare meisjes, vooral die onge-
trouwd bleven, op den duur funest is
geworden. Dit is de werkelijkheid.
En dit is fout.
Zó fout dat het op zijn minst een
heel dringende uitnodiging inhoudt
aan alle meisjes (en vooral ook aan
hun ouders) om zich eerst eens drie
keer te bezinnen voordat ze zo maar
een „prettige" baan nemen.
Beroepskeuze is niet alleen een
zaak voor meisjes, die kunnen stu
deren of een langere opleiding kun
nen genieten. Er zijn bijna voor alle
meisjes veel mogelijkheden.
Ik ken een fabrieksdorp waar bijna
alle meisjes na de lagere school zon
der meer de fabriek in gaan, omdat
het nu eenmaal het meest voor de
hand ligt, omdat vader en moeder er
ook geweest zijn, omdat het gezinsin
komen er zeer wel bij vaart.
Maar minstens de helft van de
meisjes heeft aanleg voor veel meer,
in minstens de helft van dé gezinnen
is het niet nodig dat ze dit loon thuis
brengt en in hetzelfde dorp kunnen
twee wijkverpleegsters het werk niet
aan en is er geen gezinszorg, geen
maatschappelijk werkster en hebben
alleen de zeer welgestelden een hulp
in de huishouding.
Hoeveel moeders van grote gezin
nen er aan het randje van de over
spanning leven is niet te zeggen.
Het is om woedend te worden.
Maar je staat machteloos.
Zo is het in dat dorp. Maar zo on
geveer is het overal.
Er is een hopeloze concurrentie
tussen de huishoudelijke beroepen en
de andere.
Tegen het bedrijfsleven is niet op
te boksen. Geen gezin kan een meisje
betalen wat ze in het bedrijfsleven
verdient. Geen krachtsinspanning van
Charitas en overheidssubsidiëring
kan het maatschappelijk en gezins-
zorgwerk in zo'n gunstige salarië
ringspositie plaatsen, dat het bedrijfs
leven geëvenaard wordt.
Daarnaast zijn er zoveel „interes
sante" meisjesberoepen, die het in
aantrekkelijkheid altijd winnen van
de „gewone zorgende beroepen.
Ik denk wel dat in dat laatste de
kern van de kwestie ligt.
Nu het duidelijk begint te worden
dat de vrouw in het maatschappelijk
leven veel meer „kan" dan men ge
dacht had, nu er praktisch geen enkel
terrein in dat maatschappelijk leven
voor haar ontoegankelijk is gebleven,
nu komt het bij uitstek vrouwelijke
werk van helemaal zorgend zijn voor
anderen, vooral in het verband van
een gezin, in diskrediet. Dit wordt
dan beschouwd als iets „wat je altijd
nog kunt doen" als je getrouwd bent.
Zou dit niet een teken zijn dat de
veelgeroemde emancipatie van de
vrouw nog niet ver genoeg gevorderd
is? We hebben al vrouwelijke politie
agenten, burgemeester en een minis
ter. Maar die emancipatie is dunkt me
pas klaar als het de vrouw gelukt is
haar bg uitstek geëigende beroep te
halen uit de verminderde waardering
die het heeft gekregen. De fout was
im
niet dat de vrouw dit werk deed. De
fout was dat zij in dit werk weinig
kans kreeg om meer te doen dan
dweilen, eten koken en schone luiers
aanleggen.
Alles wat een vrouw doet voor haar
ontwikkeling, kunst, wetenschap,
sport of wat ook. ze kan het nergens
op zo'n dringende manier kwijt als in
het huishouden.
Huishouden is geen kwestie van een
huis schoon houden, maar van een te
huis bouwen, aanwezig zijn met lief
devolle belangstelling voor ieder die
er thuis is, en daar hoort dit alles bij.
Door haar wordt het thuis een rust
punt na en een inspiratie tot grote
daden van allen die er komen. En daar
kan ze alles voor gebruiken wat ze
aan aanleg en ontwikkeling heeft. En
dat op de meest grandioze manier.
Niet als een op zich staande vervolma
king van zichzelf, maar uiterst vrucht
baar in steeds meer doorgeven, steeds
maar alles betrekkend op levende
mensen.
Een grandioos beroep
Daarom is „huishouden" een gran
dioos beroep. Er is geen ander zo als
dit. Je kunt er alles van maken. Als
je het maar niet beschouwt als een
precies te beschrijven hoeveelheid be-
zigheidjes. Het is nooit te omschrij
ven. Je werkobject zijn levende men
sen, en daar is geen enkel schema
voor te geven.
Is een vrouw hierdoor onderge
schikte in de samenleving, als ze al
tijd zorgend is voor anderen? Het is
maar wat je ondergeschikt noemt.
Vrouwenwerk is nu eenmaal anders
dan mannenwerk. Een vrouw is prak
tisch nooit geroepen om organiserend
en leidinggevend op te treden. Als je
dat ondergeschikt wilt noemen, geen
bezwaar. Maar zonder dit „onderge
schikt" zijn van de vrouw in de sa
menleving zou er van die samenle
ving niets terecht komen.
Pieker er maar eens over. Je raakt
er zo maar niet over uitgepraat.
Maar het is goed om er over te pra
ten. Want er zal een hele mentali
teitsverandering moeten komen. An
ders blijven we in een kringetje rond
draaien: het huishoudelijk werk is
gedegradeerd in de achting tot huis-
sloofwerk. Maar wil het weer boeien
de aantrekkingskracht krijgen dan
zullen er meer vrouwen in het huis
houdelijke werk moeten gaan, anders
blijft het werkelijk huissloofwerk
omdat de te weinigen die het doen of
moeten doen geen tijd hebben om er
meer van te maken. Het doet me altijd
pijn als moeders zeggen: dat is alle
maal wel erg mooi, maar ik ben al
blij als ik met mijn gewone werk
klaar kom.
Er zijn maar weinig beroepen
waarin een vrouw niet vrouwelijk
kan zijn. Maar zolang er nog zo'n
ontstellend tekort is in déze speci
fiek vrouwelijke beroepen, geloof ik
niet dat we iedere keer moeten jui
chen, als er weer een beroep toegan
kelijk is geworden voor vrouwen dat
tot nu toe alleen door mannen uit
geoefend werd.
Hoe het ook zij, als alle meisjes
deze zaken eens terdege gaan over
denken voordat ze een keus maken,
zijn we al een heel stuk verder.
D. C.
ER GAAN VEEL mensen langs mij
heen, Heer.
Elke dag opnieuw.
Oude en jonge mensen.
Mooie en lelijke mensen:
j Mensen die altijd vrolijk zijn en men
sen die ecuwig onvriendelijk blijven.
Mensen die alles willen geven en men
sen die alleen maar aan zichzelf kun
nen denken.
Overal gaan ze langs me heen, Heer.
Op kantoor, op school, op straat, in de
trein en thuis.
Ze gaan vlak langs mij heen, maar ik
kijk ze nauwelijks aan; ik doe alsof
ze me niet interesseren; of ik er niets U LOOPT midden tussen de
mee te maken heb.
Ik denk er eenvoudigweg niet aan dat
ik in elk van die voorbijgangers U
kan ontmoeten.
In die man die naast ons woont en
waar ik een hekel aan heb.
In die man op de fabriek die iedereen
behandelt als een nummer uit een
kaartsysteem.
In die man op kantoor die over lijken
gaat.
In die éne, die ik elke dag weer tegen
moet komen omdat ik met hem sa
men werk en die niets anders dan
kwetsende dingen kan zeggen, mis
schien wel omdat ze hem eens ooit on
herstelbaar gekwetst hebben.
In die andere, die mij zijn vriendschap
aïnbood, maar die ik afgewezen heb
omdat hij mij niet „lag".
In die man, die we tegenkwamen toen
hij dronken was en waar we alleen
maar om hebben staan lachen.
In die vrouw waar we met een boog
omheen liepen, omdat ze „slecht" is.
IK ZOU U in elk geval kunnen tegen
komen. maar ik vergeet u zelfs al vaak
te zien in de mensen waar ik mee sa
menleef, of die mijn beste vrienden
zijn-
Ik vergeet soms al U te zien in die
mensen die alleen maar goed voor mij
waren of in de priester die aan het
altaar stond.
Heer, maar we zien U niet. ag^,
Er is zo'n lange rij voorbijganr,.er,
maar er zijn er zo weinig die we w
kelijk ontmoeten. ,ers
We zijn nog wel een beetje ad n
blind dan de blinde in het verhaal
Lucas, die aan de poort zat t°en
menigte voorbijkwam. r,eef.
IK ZAL maar net doen als hij, n
roepen om u.
Ontferm U over mij.
Maak mij ziende, zodat ik U in a
ren kan ontmoeten. «c.
Maak mij ziende, doordat ik eerst
vonden heb dat u in mij zelf cn
Leer mij zó te kijken naar ancl
dat ze ook in mij U terugvinden.
Het valt niet mee Heer.
Ontferm u over mij. nle
EN ALS IK dan „zie", Heer,
dan geduldig op de anderen wacn
me bij hen aan te passen, zodat w
men kunnen gaan. rl)it
Leer me dat ik niet alleen v° e
moet willen gaan. degenen die v?7jive11
lopen wegduwend en die achter b J 0j
alleen latend, maar leer me lie-f zo
een hand te geven aan hen die m
goed meekunnen en nederig aan
die beter zijn dan ik, aar
ER GAAT DAN nooit meer zo
een menigte voorbij, Heer. jjet
Zij en ik kunnen dan zelf zeggen,
is de Heer die voorbijgaat.
yyyE MOETEN HET van het schrij-
1/1/ ven hebben. Jij in de stad en ik
hier in de binnenlanden. Och,
je weet het, ik heb hier interessant
■werk. Maar per slot van rekening
ben ik een jongen van de stad, van
jouw stad nota bene en ook is het
wel zo, dat ik soms best zin heb in
een tussentijdse ontmoeting dan al
leen in de schaarse weekenden dat
de baas me missen kan. Je moet
weten dat het hier beter wandelen
en vrijen is dan in de grote stad
dat mag je zowel zeggen, zonder
een jongen van de vlakte te lijken).
Maar nu je onderwerp. Je wil
van betrekking veranderen? Ik krijg
de indruk dat je je hebt laten be
praten door een pater die gezins
verzorgsters aan het werven is en
dat mag je zo wel zeggen, zonder
het denken bent geslagen over man-
lijker beroepen. Daar is keus ge
noeg in tegenwoordig. Van notaris
tot politieagente.
Ik zie het zo. Die pater heeft ge
lijk en die commissaris van politie
met te weinig mensen heeft gelijk.
Je mag voor mij dus de conclusie
trekken, dat het me eigenlijk niet
schelen kan wat je gaat doen.
Dat is toch ook zo!
IEMAND OM VOOR TE ZORGEN, ook al zorgt hij of zij een beetje voor zichzelf
Kent u het, dat S.F.L,-werk? Altijd
klaagt men bij het S.F.L. over gebrek
aan leiders en leidsters. En het won
derlijke is, dat de mensen die zich
voor dit werk inzetten het al heel
gauw en bijna zonder uitzondering
met nart en ziel doen Ze ontdekken
hoe goed en gehikkigmakend het is
om de zorgen en het verdriet en de
vele moeilijke problemen van ande
ren je eigen te maken en de mensen
die je voorheen nauwelijks kende van
dienst te mogen zijn. Zij ervaren de
diepe wijsheid van het evangelische
woord: dat je alleen maar gelukkig
kunt worden door anderen gelukkig
te maken.
In ccn colonne
Zo is het ook gesteld met een an
dere vorm van concrete naastenlief
de. We bedoelen het werk van de
gezinsverzorgsters.
De gezinsverzorgsters trekken elke
dag weer opnieuw er op uit om in een
gezin te verzorgen. Een gezin, dat
dringend hulp nodig heeft: omdat
moeder ziek is; of omdat moeder bet
niet meer aan kan. alleen; of omdat
een moeder niet tegen het vele werk
dat het gezin van, haar eist, opgewas
sen blijkt te zijn.
Een gezinsverzorgster krijgt eerst
een uitstekende opleiding. De laatste
maanden van die opleiding doet ze
al regelmatig enige praktijk. Ze werkt
in een colonne, en werkt ze buiten
haar eigen woonplaats dan vindt ze
in een colonne-huis onderdak.
Is ze helemaal in de praktijk dan
komt ze toch regelmatig nog met
haar collega's in contact bij gelegen
heid van recollectiedagen. Zo kan ze
zich voortdurend geestelijk restau
reren wanneer de praktijk haar soms
te zwaar wordt, onder welk opzicht
dan ook.
Aantal te klein
Het aantal gezinsverzorgsters is nog
altijd zeer klein, veel te klein, gezien
de vele aanvragen. Met name' zijn er
te weinig aanmeldingen uit de grote
steden.
Dat spreekt eigenlijk vanzelf. Je Kunt
tegenwoordig zo gemakkelijk een baan
krijgen met goede salariëring en met
vele tegemoetkomingen van allerlei
aard. En waarom zou je je dan in
zo'n avontuur storten? Indertijd
schreven wij bij een of andere gele
genheid ook over dit werk. En wc
herinneren ons nog brieven waarin
sommige ouders ons hun standpunt
meedeelden, zo in deze geest: „Ja, ik
laat mijn dochter opdraaien voor de
rommel van een ander!
Wanneer we dan nog daarbij den
ken aan de typisch Nederlandse nooit-
aflatende angst voor eventuele „ge
varen" waaraan zo'n meisje dan toch
maar blootstaat, dan is het wel te be
grijpen, dat het aantal te gering is.
En dat is liecl jammer.
Want er zgn weinig vormen van
echt christelijke naastenliefde denk
baar die zó aan een actuele nood be
antwoorden en zo verrijkend zijn voor
hen die het aandurven, als het werk
van de gezinsverzorging. Immers de
kern van de christelijke geloofsbele
ving is de concrete goedheid, de zor
gende en bezorgde liefde voor anderen.
Vervolgens is er wel ccn betere I
voorbereiding mogelijk op een eigen
gezinsleven dan deze „oefening", die
een meisje van rond de twintig al
een grote dosis persoonlijke verant
woordelijkheid geeft? Diploma's steno,
Engelse, Franse en Duitse handelscor
respondentie e.a. lijken niet zulke on
misbare onderdelen voor ccn uitzet.
Bovendien: het lijkt er wel eens op,
dat vele jonge mensen er een steeds
groeiend genoegen in scheppen zich
te verdiepen in de vele „tragische"
eigen problemen. We zijn ervan over
tuigd, dat menig' probleem ernstig
aan belangrijkheid inboet wanneer
men zich gaat verdiepen in de moei
lijkheden en in het verdriet van an
deren.
Wie dan ook werkelijk de balans
opmaakt van de voordelen en dc na
delen, verbonden aan het werk van
de gezinsverzorging, kan alleen maar
hopen, dat steeds meer meisjes, die nu
misschien uitzien naar een aardige
werkkring voor: als ze straks van
school af zijn, zich voor dit werk mo
gen gaan interesseren. p.W.
Je moet alleen zorgen dat je een
keus doet waar je hart bij betrokken
is. Je kan alles bederven en alles
goed maken.
Daar heb je die gezinsverzorgsters
of al die direct sociale beroepen
voor een meisje. Er is in de gezin
nen of bij oudere mensen of bij men
sen die niet zo makkelijk meer uit de
voeten kunnen of bij vaders die
achterblijven met een stel kinderen
omdat moeder gestorven is, ontzet
tend veel belangrijk en goed en
mooi werk te doen.
Maar je moet het allemaal doen
met een goede instelling d.w.z. nuch
ter en vooral niet romantisch.
V/at moet je later met een vrouw
die alleen kan liggen zaniken
over moederschap en kindertjes zus
en zo, die óf alleen maar minachting
óf een levensgroot gebrek aan be
langstelling heeft voor vrouwen en
meisjes die in het arbeidsproces (in
fabriek, kantoor of leger enz.) zijn
opgenomen, die vreemd in de grote
drukke technische wereld van onze
tijd staat en niet verder komt dan
de muren van een huis?
Dat beschouwen ze dan als haar
nestje waar het lief en goed is, af
gescheiden van de wereld.
Kun jij, Marietje, je zo'n vrouw
voorstellen als kameraad van de
man? Zou zo iemand de kinderen op
kunnen voeden voor wereld en
maatschappij?
Ik heb iets tegen dat moederweel-
decomplex. En dat kun je krijgen
als je met allerlei romantische over
wegingen die sociale beroepen kiest.
Ik zou het fijn vinden als je ging
doen waarvoor die pater gepleit
heeft, maar blijf met je benen in
onze wereld staandan ben je er
het geschiktst voor ook. En ik word
serieus kwaad op je, wanneer je
lelijk gaat kijken naar een Milva of
een vrouwelijke politieagent 0
het algemeen een meisje in
meer „werelds" beroep. ,rCft
Wat die laatste groep °egifde>
Daarvoor geldt precies helz gfl
daarin kun je ook alles bederve
alles goed maken. eefl
UU.I, UHOC, gv
gevoeligere manier overal Wn clSf
deren is onuitstaanbaar, een
dat alleen maar wil werken 0
centen of om stoer te doen e'j ik
om de broeken na te apen. v fll t®
even onuitstaanbaar. Wat de c )}£icf
veel dreigt te krijgen, gaat de a
te kort komen. gtA
Ik heb later geen behoefte^ 0
een vrouw, die mijn zaken d°e L^f
wel in mijn agenda bladert, 1tte
niet door mijn haar strijkt,
wel helpt herinneren wat ik 0>
maal nog doen moet, maar
eens tegen beter weten in z>
lekker thuis te blijven, terujV
weg moet, die me teveel adf
weet van babysitters. f,oj
Lieve Marietje, nu weet le.eQr
niets. Maar dat heb ik je al 0® jA
en je zelf. En dat kun je met jr
Het kan me feitelijk niets
Ik heb maar een eis, dat je lief
van overdrijven of gevaar v ug f
kort komen in alle beroepen
maar wil. f?'
Help een vader die hard »u F 0
dig heeft voor zijn kindere) i>
qeen moeder meer hebben,
goed. i'f
Word secretaresse van c 0
boss en geef die keiharde za^chtef-s
reld wat meer glans, wat zqgt j'.
kleuren, een beetje charme. I <jt
ook goed. Het is allemaal 9 0
je het maar goed doet.
rietje, dat laatste doe jij ze yjo0
Ik groet je, met een Vaa^„t f®'
denmaar in de geest
omslachtige omhelzing.
llCÏ
..Als we straks vastenavond gaan
vieren, moeten we echt proberen er
iets bijzonders van te maken"- Aldus
Hond met een kritisch oog op een
feestneuzen-advertentie. „Mensen
hebben altijd behoefte om zichzelf
te verstoppen, als ze feest gaan vie-
rem Maskers en neuzen moeten die-
nen om jezelf kwijt te raken en even
een ander t* zijn, Bij voorkeur grijpt
men naar de meest bijzondere exern.
plaren: rood aangelopen monster-
neuzen en overvloedig gewratteerde
reuzenmaskers. Het is allemaal ca-
mouflage. Mensen kunnen eigenlijk
niet feestvieren; ze laten het doèn
door anderen, door hun gemaskerde
J „zélf".
Nu wordt uit deze impasse eindc-
lijk een uitweg geboden doordat er
hier en daar zogenaamde ,,Rock and
Roll-carnavalsavonden" worden ge-
„d**r
jot vele", J50-
geven. Het is te hopen. da n. S® f' l
hun toevlucht zullen zoe ^0j-o1 eii'
rakt'er van deze avond®' cn p-
heel oorspronkelijk- Ma® fr,jche* rtie1"
zen zijn overbodig- De vo'mu,
digen aan, dat de attract ']en tl{ cl®
natuurlijk en spontaan 111®' -nf»
overeenstemming derh3'' 0j-dt J
eigen stijl, die we va dag£n
Roll' kennen. Ouden va ^,atl e j
verzocht zich ver'® A
avonden te houden. K. 0'.
nog wel wat leut tc "'"j V of'
aloude neuzen en mask e d® (j«,
geren, dit op zinvolle,en,
tentijd willen binnen
f"; d® "0
bij Ac lq{ t
ËlV'%>tC
niet beter doen da°
achter hun eigen neus
en ziob te vervoegen
theatergebouwen, w'aaF che
a - - liturg
via de
zwaait
nieuwe
tltlttttlflIMIIltlllltlt*