Waarom moet jij postbode worden! Haar grootste charme De Voorbijgangers LIEVE EN MOOIE MARIA z PEINS ER EENS OVER GEZINSVERZORGING: m HONDEPRAAT of directrice of politieagente of kantoorjuffrouw I 6 8 I 11 II r m 11 W% 1 Het meest grandioze beroep P ZATERDAG 2 MAART 1957 PAGINA? Beroepskeuze voor meisjes is een hachelijk onderwerp. Als je er in een klas met meisjes over praat gaan ze allemaal slagvaar dig recht zitten. Ze zijn allemaal bang dat je ze wilt gaan aanpraten een „sloof" te worden in het huis houden of in de gezinszorg of zo; dat je een aanval wil wagen op beroepen als stewardess en man nequin en dat je het geheel zult dopen in een sauserige uiteenzet ting over de belangrijke gevende taak van het meisje, die een ver warmend zonnetje moet zijn in haar omgeving. En toch zit er iets scheef Hopeloze concurrentie Niet interessant genoeg ij m I mWmll S - msm - - ,t- 7 SCAI.A. Toen Hij dicht bij Jericlw gekomen was zat er een blin de aan de weg te bedelen. Deze hoorde de menigte voorbijgaan en vroeg wat er te doen was.. Men zei hem: Jesus van Nazareth komt voorbij. Toen begon hij te roepen: Jesus, Zoon van David, ont ferm u over mij! Lucas Zondag Quinquagesima Onder gesch ikt? Conclusie Wat je ook voor beroep kiest, zorg er in Godsnaam voor dat je met mensen te maken krijgt, waar je op de een of andere manier voor kunt zorgen. Wordt alsjeblieft nooit een „za kelijke" vrouw. Dat is wel onge veer het ergste wat er bestaat. menig*' WERK VAN CONCRETE NAASTENLIEFDE In Leiden is onlangs een forum avond gehouden, georganiseerd door de Katholieke Jeugdraad, voor de jeugdleiders en -leidsters en het onderwerp was: De ver houding tussen katholieken en niet-katholieken. Een paar we ken terug is een soortgelijke avond in een andere stad al uit voerig op deze pagina besproken en we gaan daar dus geen reprise van geven. Maar op die avond waren ook enkele zusters aanwe zig. Een van haar werd door de groep waar zij deel van uitmaak te tot gesprekleidster gebombar deerd. En toen we dan aan de discussie toe waren gaf deze zus ter enkele va'n haar ervaringen in het S.F.L. werk. Zij had minstens evenveel met niet-katholiekc als met katholieke moeders te maken en zij liet zich ontvallen: „Die niet-katholieke moeders, dat zijn mijn grootste schatten". Het was duidelijk, dat zij van haar werk hield. ■he1' liefffl met Ze hebben schoon genoeg van deze verhalen en wie zal ze het kwalijk nemen. Als je er met mensen uit het be drijfsleven over praat krijg je per se herrie. Die denken dat je er in ieder geval tegen bent dat meisjes op de fabriek of op kantoor werken en wor den ongeduldig bij iedere beschou wing over het doden der vrouwelijk heid in het bedrijfsleven. „Als jullie je zin kregen werd de hele economie ontwricht". Ook heel veel ouders komen in het geweer als je kritiek levert op het weinig vrouwelijke werk dat ze hun dochters hebben laten doen. Of je wel weet dat ze best eens ongetrouwd kan blijven en of je soms denkt dat ze haar inkomen kunnen missen. Als ze in het huishouden werkte verdiende IIAAR GROOTSTE CHAR ME: wat een man het meeste in een vrouw waardeert is dat ze lief is; hij kan bewonde ring hebben voor haar geest, voor haar schoonheid, voor al haar gaven, maar tenslotte be roert dat alles hem niet; hij trouwt een vrouw omdat zij lief is. Lief zijn is ook haar grootste geluk: er is niets, waar ze zoveel prijs op stelt. Het kleinste meisje kan men niet blijer maken dan door haar te zeggen dat ze lief is. En wie weet niet hoe gevoelig een vrouw er voor is, als in de aanhef van een brief het „bes te" wordt veranderd in „lie ve"? Lief zijn is haar eer, haar geluk. Dit lief zijn nu wordt aange tast, als de vrouw zakelijk gaat worden. Dan komt er in haar leven een element dat met die liefde strijdt; dan komt de nut tigheid naar voren, de nuttig heid, die op zichzelf gericht doet zijn, die niet naar ande ren uitvloeit maar rechtstreeks het eigen welzijn beoogt. Er komt iets berekenends, iets koels, iets hards in de vrouw. En daarmee houdt ze op lief te zijn. Ze kan dan misschien ge weldig op de voorgrond tre den, een buitengewoon flinke, actieve vrouw worden, veel presteren, haar grootste char me is zij kwijt; zij heeft opge houden lief te zijn. Dr. A. Terruwe in: De vrouw en haar werk ze nog niet de helft van wat ze nu „heeft". Ook al zijn alle opmei'kingen van meisjes en bedrijfsmensen en ouders de moeite waard; ook al is het waar dat er maar weinig beroepen zijn waar een vrouw niet vrouwelijk kan optreden; ook al zijn er weinig be roepen te noemen die per se onvrou welijk zijn; toch is het duidelijk dat er een groot gebrek is aan krachten in die beroepen die alleen maar door meisjes en vrouwen kunnen worden uitgeoefend: de vele beroepen die te maken hebben met het zorgend optre den voor kinderen, voor zieken, in het huishouden. Ook is het duidelijk dat er bij bijna alle meisjes een angst is voor het huishouden in de geest van: Ik wil in elk geval geen huis sloof worden. En tenslotte is het zeker, dat het alleen maar bezig zijn geweest, jaren lang, met zaken, cijfers en papieren en niet met levende mensen, voor on telbare meisjes, vooral die onge- trouwd bleven, op den duur funest is geworden. Dit is de werkelijkheid. En dit is fout. Zó fout dat het op zijn minst een heel dringende uitnodiging inhoudt aan alle meisjes (en vooral ook aan hun ouders) om zich eerst eens drie keer te bezinnen voordat ze zo maar een „prettige" baan nemen. Beroepskeuze is niet alleen een zaak voor meisjes, die kunnen stu deren of een langere opleiding kun nen genieten. Er zijn bijna voor alle meisjes veel mogelijkheden. Ik ken een fabrieksdorp waar bijna alle meisjes na de lagere school zon der meer de fabriek in gaan, omdat het nu eenmaal het meest voor de hand ligt, omdat vader en moeder er ook geweest zijn, omdat het gezinsin komen er zeer wel bij vaart. Maar minstens de helft van de meisjes heeft aanleg voor veel meer, in minstens de helft van dé gezinnen is het niet nodig dat ze dit loon thuis brengt en in hetzelfde dorp kunnen twee wijkverpleegsters het werk niet aan en is er geen gezinszorg, geen maatschappelijk werkster en hebben alleen de zeer welgestelden een hulp in de huishouding. Hoeveel moeders van grote gezin nen er aan het randje van de over spanning leven is niet te zeggen. Het is om woedend te worden. Maar je staat machteloos. Zo is het in dat dorp. Maar zo on geveer is het overal. Er is een hopeloze concurrentie tussen de huishoudelijke beroepen en de andere. Tegen het bedrijfsleven is niet op te boksen. Geen gezin kan een meisje betalen wat ze in het bedrijfsleven verdient. Geen krachtsinspanning van Charitas en overheidssubsidiëring kan het maatschappelijk en gezins- zorgwerk in zo'n gunstige salarië ringspositie plaatsen, dat het bedrijfs leven geëvenaard wordt. Daarnaast zijn er zoveel „interes sante" meisjesberoepen, die het in aantrekkelijkheid altijd winnen van de „gewone zorgende beroepen. Ik denk wel dat in dat laatste de kern van de kwestie ligt. Nu het duidelijk begint te worden dat de vrouw in het maatschappelijk leven veel meer „kan" dan men ge dacht had, nu er praktisch geen enkel terrein in dat maatschappelijk leven voor haar ontoegankelijk is gebleven, nu komt het bij uitstek vrouwelijke werk van helemaal zorgend zijn voor anderen, vooral in het verband van een gezin, in diskrediet. Dit wordt dan beschouwd als iets „wat je altijd nog kunt doen" als je getrouwd bent. Zou dit niet een teken zijn dat de veelgeroemde emancipatie van de vrouw nog niet ver genoeg gevorderd is? We hebben al vrouwelijke politie agenten, burgemeester en een minis ter. Maar die emancipatie is dunkt me pas klaar als het de vrouw gelukt is haar bg uitstek geëigende beroep te halen uit de verminderde waardering die het heeft gekregen. De fout was im niet dat de vrouw dit werk deed. De fout was dat zij in dit werk weinig kans kreeg om meer te doen dan dweilen, eten koken en schone luiers aanleggen. Alles wat een vrouw doet voor haar ontwikkeling, kunst, wetenschap, sport of wat ook. ze kan het nergens op zo'n dringende manier kwijt als in het huishouden. Huishouden is geen kwestie van een huis schoon houden, maar van een te huis bouwen, aanwezig zijn met lief devolle belangstelling voor ieder die er thuis is, en daar hoort dit alles bij. Door haar wordt het thuis een rust punt na en een inspiratie tot grote daden van allen die er komen. En daar kan ze alles voor gebruiken wat ze aan aanleg en ontwikkeling heeft. En dat op de meest grandioze manier. Niet als een op zich staande vervolma king van zichzelf, maar uiterst vrucht baar in steeds meer doorgeven, steeds maar alles betrekkend op levende mensen. Een grandioos beroep Daarom is „huishouden" een gran dioos beroep. Er is geen ander zo als dit. Je kunt er alles van maken. Als je het maar niet beschouwt als een precies te beschrijven hoeveelheid be- zigheidjes. Het is nooit te omschrij ven. Je werkobject zijn levende men sen, en daar is geen enkel schema voor te geven. Is een vrouw hierdoor onderge schikte in de samenleving, als ze al tijd zorgend is voor anderen? Het is maar wat je ondergeschikt noemt. Vrouwenwerk is nu eenmaal anders dan mannenwerk. Een vrouw is prak tisch nooit geroepen om organiserend en leidinggevend op te treden. Als je dat ondergeschikt wilt noemen, geen bezwaar. Maar zonder dit „onderge schikt" zijn van de vrouw in de sa menleving zou er van die samenle ving niets terecht komen. Pieker er maar eens over. Je raakt er zo maar niet over uitgepraat. Maar het is goed om er over te pra ten. Want er zal een hele mentali teitsverandering moeten komen. An ders blijven we in een kringetje rond draaien: het huishoudelijk werk is gedegradeerd in de achting tot huis- sloofwerk. Maar wil het weer boeien de aantrekkingskracht krijgen dan zullen er meer vrouwen in het huis houdelijke werk moeten gaan, anders blijft het werkelijk huissloofwerk omdat de te weinigen die het doen of moeten doen geen tijd hebben om er meer van te maken. Het doet me altijd pijn als moeders zeggen: dat is alle maal wel erg mooi, maar ik ben al blij als ik met mijn gewone werk klaar kom. Er zijn maar weinig beroepen waarin een vrouw niet vrouwelijk kan zijn. Maar zolang er nog zo'n ontstellend tekort is in déze speci fiek vrouwelijke beroepen, geloof ik niet dat we iedere keer moeten jui chen, als er weer een beroep toegan kelijk is geworden voor vrouwen dat tot nu toe alleen door mannen uit geoefend werd. Hoe het ook zij, als alle meisjes deze zaken eens terdege gaan over denken voordat ze een keus maken, zijn we al een heel stuk verder. D. C. ER GAAN VEEL mensen langs mij heen, Heer. Elke dag opnieuw. Oude en jonge mensen. Mooie en lelijke mensen: j Mensen die altijd vrolijk zijn en men sen die ecuwig onvriendelijk blijven. Mensen die alles willen geven en men sen die alleen maar aan zichzelf kun nen denken. Overal gaan ze langs me heen, Heer. Op kantoor, op school, op straat, in de trein en thuis. Ze gaan vlak langs mij heen, maar ik kijk ze nauwelijks aan; ik doe alsof ze me niet interesseren; of ik er niets U LOOPT midden tussen de mee te maken heb. Ik denk er eenvoudigweg niet aan dat ik in elk van die voorbijgangers U kan ontmoeten. In die man die naast ons woont en waar ik een hekel aan heb. In die man op de fabriek die iedereen behandelt als een nummer uit een kaartsysteem. In die man op kantoor die over lijken gaat. In die éne, die ik elke dag weer tegen moet komen omdat ik met hem sa men werk en die niets anders dan kwetsende dingen kan zeggen, mis schien wel omdat ze hem eens ooit on herstelbaar gekwetst hebben. In die andere, die mij zijn vriendschap aïnbood, maar die ik afgewezen heb omdat hij mij niet „lag". In die man, die we tegenkwamen toen hij dronken was en waar we alleen maar om hebben staan lachen. In die vrouw waar we met een boog omheen liepen, omdat ze „slecht" is. IK ZOU U in elk geval kunnen tegen komen. maar ik vergeet u zelfs al vaak te zien in de mensen waar ik mee sa menleef, of die mijn beste vrienden zijn- Ik vergeet soms al U te zien in die mensen die alleen maar goed voor mij waren of in de priester die aan het altaar stond. Heer, maar we zien U niet. ag^, Er is zo'n lange rij voorbijganr,.er, maar er zijn er zo weinig die we w kelijk ontmoeten. ,ers We zijn nog wel een beetje ad n blind dan de blinde in het verhaal Lucas, die aan de poort zat t°en menigte voorbijkwam. r,eef. IK ZAL maar net doen als hij, n roepen om u. Ontferm U over mij. Maak mij ziende, zodat ik U in a ren kan ontmoeten. «c. Maak mij ziende, doordat ik eerst vonden heb dat u in mij zelf cn Leer mij zó te kijken naar ancl dat ze ook in mij U terugvinden. Het valt niet mee Heer. Ontferm u over mij. nle EN ALS IK dan „zie", Heer, dan geduldig op de anderen wacn me bij hen aan te passen, zodat w men kunnen gaan. rl)it Leer me dat ik niet alleen v° e moet willen gaan. degenen die v?7jive11 lopen wegduwend en die achter b J 0j alleen latend, maar leer me lie-f zo een hand te geven aan hen die m goed meekunnen en nederig aan die beter zijn dan ik, aar ER GAAT DAN nooit meer zo een menigte voorbij, Heer. jjet Zij en ik kunnen dan zelf zeggen, is de Heer die voorbijgaat. yyyE MOETEN HET van het schrij- 1/1/ ven hebben. Jij in de stad en ik hier in de binnenlanden. Och, je weet het, ik heb hier interessant ■werk. Maar per slot van rekening ben ik een jongen van de stad, van jouw stad nota bene en ook is het wel zo, dat ik soms best zin heb in een tussentijdse ontmoeting dan al leen in de schaarse weekenden dat de baas me missen kan. Je moet weten dat het hier beter wandelen en vrijen is dan in de grote stad dat mag je zowel zeggen, zonder een jongen van de vlakte te lijken). Maar nu je onderwerp. Je wil van betrekking veranderen? Ik krijg de indruk dat je je hebt laten be praten door een pater die gezins verzorgsters aan het werven is en dat mag je zo wel zeggen, zonder het denken bent geslagen over man- lijker beroepen. Daar is keus ge noeg in tegenwoordig. Van notaris tot politieagente. Ik zie het zo. Die pater heeft ge lijk en die commissaris van politie met te weinig mensen heeft gelijk. Je mag voor mij dus de conclusie trekken, dat het me eigenlijk niet schelen kan wat je gaat doen. Dat is toch ook zo! IEMAND OM VOOR TE ZORGEN, ook al zorgt hij of zij een beetje voor zichzelf Kent u het, dat S.F.L,-werk? Altijd klaagt men bij het S.F.L. over gebrek aan leiders en leidsters. En het won derlijke is, dat de mensen die zich voor dit werk inzetten het al heel gauw en bijna zonder uitzondering met nart en ziel doen Ze ontdekken hoe goed en gehikkigmakend het is om de zorgen en het verdriet en de vele moeilijke problemen van ande ren je eigen te maken en de mensen die je voorheen nauwelijks kende van dienst te mogen zijn. Zij ervaren de diepe wijsheid van het evangelische woord: dat je alleen maar gelukkig kunt worden door anderen gelukkig te maken. In ccn colonne Zo is het ook gesteld met een an dere vorm van concrete naastenlief de. We bedoelen het werk van de gezinsverzorgsters. De gezinsverzorgsters trekken elke dag weer opnieuw er op uit om in een gezin te verzorgen. Een gezin, dat dringend hulp nodig heeft: omdat moeder ziek is; of omdat moeder bet niet meer aan kan. alleen; of omdat een moeder niet tegen het vele werk dat het gezin van, haar eist, opgewas sen blijkt te zijn. Een gezinsverzorgster krijgt eerst een uitstekende opleiding. De laatste maanden van die opleiding doet ze al regelmatig enige praktijk. Ze werkt in een colonne, en werkt ze buiten haar eigen woonplaats dan vindt ze in een colonne-huis onderdak. Is ze helemaal in de praktijk dan komt ze toch regelmatig nog met haar collega's in contact bij gelegen heid van recollectiedagen. Zo kan ze zich voortdurend geestelijk restau reren wanneer de praktijk haar soms te zwaar wordt, onder welk opzicht dan ook. Aantal te klein Het aantal gezinsverzorgsters is nog altijd zeer klein, veel te klein, gezien de vele aanvragen. Met name' zijn er te weinig aanmeldingen uit de grote steden. Dat spreekt eigenlijk vanzelf. Je Kunt tegenwoordig zo gemakkelijk een baan krijgen met goede salariëring en met vele tegemoetkomingen van allerlei aard. En waarom zou je je dan in zo'n avontuur storten? Indertijd schreven wij bij een of andere gele genheid ook over dit werk. En wc herinneren ons nog brieven waarin sommige ouders ons hun standpunt meedeelden, zo in deze geest: „Ja, ik laat mijn dochter opdraaien voor de rommel van een ander! Wanneer we dan nog daarbij den ken aan de typisch Nederlandse nooit- aflatende angst voor eventuele „ge varen" waaraan zo'n meisje dan toch maar blootstaat, dan is het wel te be grijpen, dat het aantal te gering is. En dat is liecl jammer. Want er zgn weinig vormen van echt christelijke naastenliefde denk baar die zó aan een actuele nood be antwoorden en zo verrijkend zijn voor hen die het aandurven, als het werk van de gezinsverzorging. Immers de kern van de christelijke geloofsbele ving is de concrete goedheid, de zor gende en bezorgde liefde voor anderen. Vervolgens is er wel ccn betere I voorbereiding mogelijk op een eigen gezinsleven dan deze „oefening", die een meisje van rond de twintig al een grote dosis persoonlijke verant woordelijkheid geeft? Diploma's steno, Engelse, Franse en Duitse handelscor respondentie e.a. lijken niet zulke on misbare onderdelen voor ccn uitzet. Bovendien: het lijkt er wel eens op, dat vele jonge mensen er een steeds groeiend genoegen in scheppen zich te verdiepen in de vele „tragische" eigen problemen. We zijn ervan over tuigd, dat menig' probleem ernstig aan belangrijkheid inboet wanneer men zich gaat verdiepen in de moei lijkheden en in het verdriet van an deren. Wie dan ook werkelijk de balans opmaakt van de voordelen en dc na delen, verbonden aan het werk van de gezinsverzorging, kan alleen maar hopen, dat steeds meer meisjes, die nu misschien uitzien naar een aardige werkkring voor: als ze straks van school af zijn, zich voor dit werk mo gen gaan interesseren. p.W. Je moet alleen zorgen dat je een keus doet waar je hart bij betrokken is. Je kan alles bederven en alles goed maken. Daar heb je die gezinsverzorgsters of al die direct sociale beroepen voor een meisje. Er is in de gezin nen of bij oudere mensen of bij men sen die niet zo makkelijk meer uit de voeten kunnen of bij vaders die achterblijven met een stel kinderen omdat moeder gestorven is, ontzet tend veel belangrijk en goed en mooi werk te doen. Maar je moet het allemaal doen met een goede instelling d.w.z. nuch ter en vooral niet romantisch. V/at moet je later met een vrouw die alleen kan liggen zaniken over moederschap en kindertjes zus en zo, die óf alleen maar minachting óf een levensgroot gebrek aan be langstelling heeft voor vrouwen en meisjes die in het arbeidsproces (in fabriek, kantoor of leger enz.) zijn opgenomen, die vreemd in de grote drukke technische wereld van onze tijd staat en niet verder komt dan de muren van een huis? Dat beschouwen ze dan als haar nestje waar het lief en goed is, af gescheiden van de wereld. Kun jij, Marietje, je zo'n vrouw voorstellen als kameraad van de man? Zou zo iemand de kinderen op kunnen voeden voor wereld en maatschappij? Ik heb iets tegen dat moederweel- decomplex. En dat kun je krijgen als je met allerlei romantische over wegingen die sociale beroepen kiest. Ik zou het fijn vinden als je ging doen waarvoor die pater gepleit heeft, maar blijf met je benen in onze wereld staandan ben je er het geschiktst voor ook. En ik word serieus kwaad op je, wanneer je lelijk gaat kijken naar een Milva of een vrouwelijke politieagent 0 het algemeen een meisje in meer „werelds" beroep. ,rCft Wat die laatste groep °egifde> Daarvoor geldt precies helz gfl daarin kun je ook alles bederve alles goed maken. eefl UU.I, UHOC, gv gevoeligere manier overal Wn clSf deren is onuitstaanbaar, een dat alleen maar wil werken 0 centen of om stoer te doen e'j ik om de broeken na te apen. v fll t® even onuitstaanbaar. Wat de c )}£icf veel dreigt te krijgen, gaat de a te kort komen. gtA Ik heb later geen behoefte^ 0 een vrouw, die mijn zaken d°e L^f wel in mijn agenda bladert, 1tte niet door mijn haar strijkt, wel helpt herinneren wat ik 0> maal nog doen moet, maar eens tegen beter weten in z> lekker thuis te blijven, terujV weg moet, die me teveel adf weet van babysitters. f,oj Lieve Marietje, nu weet le.eQr niets. Maar dat heb ik je al 0® jA en je zelf. En dat kun je met jr Het kan me feitelijk niets Ik heb maar een eis, dat je lief van overdrijven of gevaar v ug f kort komen in alle beroepen maar wil. f?' Help een vader die hard »u F 0 dig heeft voor zijn kindere) i> qeen moeder meer hebben, goed. i'f Word secretaresse van c 0 boss en geef die keiharde za^chtef-s reld wat meer glans, wat zqgt j'. kleuren, een beetje charme. I <jt ook goed. Het is allemaal 9 0 je het maar goed doet. rietje, dat laatste doe jij ze yjo0 Ik groet je, met een Vaa^„t f®' denmaar in de geest omslachtige omhelzing. llCÏ ..Als we straks vastenavond gaan vieren, moeten we echt proberen er iets bijzonders van te maken"- Aldus Hond met een kritisch oog op een feestneuzen-advertentie. „Mensen hebben altijd behoefte om zichzelf te verstoppen, als ze feest gaan vie- rem Maskers en neuzen moeten die- nen om jezelf kwijt te raken en even een ander t* zijn, Bij voorkeur grijpt men naar de meest bijzondere exern. plaren: rood aangelopen monster- neuzen en overvloedig gewratteerde reuzenmaskers. Het is allemaal ca- mouflage. Mensen kunnen eigenlijk niet feestvieren; ze laten het doèn door anderen, door hun gemaskerde J „zélf". Nu wordt uit deze impasse eindc- lijk een uitweg geboden doordat er hier en daar zogenaamde ,,Rock and Roll-carnavalsavonden" worden ge- „d**r jot vele", J50- geven. Het is te hopen. da n. S® f' l hun toevlucht zullen zoe ^0j-o1 eii' rakt'er van deze avond®' cn p- heel oorspronkelijk- Ma® fr,jche* rtie1" zen zijn overbodig- De vo'mu, digen aan, dat de attract ']en tl{ cl® natuurlijk en spontaan 111®' -nf» overeenstemming derh3'' 0j-dt J eigen stijl, die we va dag£n Roll' kennen. Ouden va ^,atl e j verzocht zich ver'® A avonden te houden. K. 0'. nog wel wat leut tc "'"j V of' aloude neuzen en mask e d® (j«, geren, dit op zinvolle,en, tentijd willen binnen f"; d® "0 bij Ac lq{ t ËlV'%>tC niet beter doen da° achter hun eigen neus en ziob te vervoegen theatergebouwen, w'aaF che a - - liturg via de zwaait nieuwe tltlttttlflIMIIltlllltlt*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 8